De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 16 januari pagina 10

16 januari 1898 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1073 Nog een Me Man, (Punch.) De Sultan (opgeruimd): «Denk je dat je er niet bovenop komt, oude heer? Nonsens! Al wat je noodig hebt is een dosis »Europeesch concert". Kjjk maar eens naar my ! !" Een veeMoM jonppscn. (Pick-me-Uï).) Dominé(die pas in de gemeente is gekomen): Arm kind ! Foei, foei! 't is schande van de ouders, zoo'n klein ventje bier te laten halen, foei! Kleine jongen: Wat ouwers! ik heb geen ouwers, dat bier is voor mezelf.... Een schritöeli yooneyoel. (Puck.) «*. Koopman: - Hm ! en als ik een moord zou doen, werd dan my'n polis toch uitbetaald ? Lewnsverzekeringsagent: Nu ! dat weet ik nog zoo zeker niet maar (glimlachend) u heeft toch geen moord plannen, wel V Koopman: Jawel! ik geloof bepaald dat ik den een of anderen dag een levensverzekeringsagent zijn hals omdraai ! Een gedenkteeken voor Buys Ballot. Door de heeren prof. dr. H. 'G. van de Sande Bakhuyzen, Leiden, dr. Maurits Snellen, de Bilt by Utrecht, prof. dr. V. A. JuliuB, Utrecht, dr. J. P. van der Stok, te Batavia, P. F. Baron van Heerdt, Utrecht, dr. E. van Ryckevorsel, Rotterdam, W. van Hasselt, Amsterdam, B. J. G. Volck, Amsterdam, A. Angot, Parys, prof. dr. W. von Bezold, Berly'n, dr. E. Biese, Helsingfors, dr. R. Billwiller, Zürich, prof. dr. E. Borgen, "Wilhelmshaven, A. Buchan, F. R. S. E., Edinburgh, prof. dr. Julius Hann, Graz, Prof. H. H. Hildebrandsson, Upsala, prof. dr. J. H. van .t Hof, Berlijn, A. Lancaster, Brussel, prof. dr. E. Mascart, Parijs, prof. dr. H. Mohn, Christiania, Th. Moureaux, Parijs, Prof. Dr. G. Neumaijer, Hamburg, dr. A. Paulsen, Kopenhage, A. Lawrence Rotch, Mass; General Rykatcheff, St. Petersburg; Robert H. Scott, London; R. F. Stupart, Canada; G. J. Symons, Londpn, prof. dr. P. Tacchini, Rome; L. Teisserenc de Bort, Parijs: prof. Willis L. Moore, Washington, is de volgende circulaire verspreid: De nieuwe gebouwen van het Koninklyk Nederlandsch Meteoro logisch Instituut te »de Bilt" bij Utrecht werden l Mei 1897 ingewijd. Hiermede is een der wenschen van onzen diepbetreurden Buys Ballot vervuld. Het oude observatorium werd verlaten, waarin hy een veertigtal jaren zich onvermoeid wy'dde zoowel aan het geven van voor lichting op het gebied der zeevaart en het behartigen van andere maatschappelijke belangen, als aan de bevordering van weten schappelijke kennis. Dat gebouw zal, of gesloopt, of tot eenig ander doeleinde worden ingericht. Daarmede zal verdwijnen wat, onder al hetgeen door hem is tot stand gebracht, op de meest algemeen zichtbare wyze aan hem herinnerde. Met het oog op deze omstandigheid, zal het een behoefte zijn voor velen, ook onder hen, die niet onmiddellijk met de Meterologische Wetenschap in betrekking staan, de herinnering aan den voortreffelyken afgestorvene hoog te houden. De Internationale Commissie, die de eer heeft U dit denkbeeld onder de aandacht te brengen, meent geen beter voorstel te kunnen doen, dan het oprichten van eenig gedenkteeken te zy'ner eere. Zy' meent, dat in alle beschaafde landen menigeen daartoe zal willen bydragen. Buys Ballot bly'ft toch een dier mannen, die niet aan hun vaderland alleen toebehooren, maar aan de ge heele menschheid. Die, hieronder genoemde, Commissie noodigt U daarom uit, tot het oprichten van zulk een gedenkteeken te willen mede werken en de geldelyke by'dragen, vóór l Maart a. s., te willen zenden aan dr. Maurits Snellen, Hoofddirecteur van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te »de Bilt" bij Utrecht of aan een der andere Commissieleden. De Lieutenant zonder i". Hoe schrijft men de titulatuur van den laagsten officiersrang waarvan de vertegenwoordigers in Pruisen zulk een ideale vol komenheid hebben bereikt, dat men van ieder van hen kan zeggen, wat Bismarck eens zeide: »Zoo iets vindt men alleen bij ons?" Schrijft men Lieutenant of Leutenant of Leutnant 'l Wie op de hoogte is, zal antwoorden, dat al deze woorden gebruikt worden en alle met recht. Als men het op de eerste manier schrijft, wordt het beschouwd als een vreemd woord; volgens de beide andere is het een woord, dat zoo geheel Duitsch is geworden, dat men het volgens de Duitsche regels voor uitspraak en spelling mag schryven. De Leutnant of Leutenant heeft evengoed recht van bestaan als de Lieutenant. In het »Encyklopa,disches Wörterbuch'' van Sachs?Villatte, dat een groote en gegronde bekendheid heeft, staat: Leut(e)nant, van het Fransche Lieutenant. De Duitsche spelling van het woord is niet alleen in burgerlijke kringen in gebruik, maar ook in verscheiden officiëele. In het Beiersche leger heeft men reeds lang den Leutnant, en ook in Pruisen bedienen zich sinds eenigen tijd het ministerie van oorlog en de hooge militaire autoriteiten van den Leutnant zonder »i". Des te opmerkely'ker is daarom het volgende geval, dat niet lang geleden in een postkantoor te Berlijn plaats had. Een dame gaf aan dit kantoor een telegram naar Kreta af, aan een luitenant van het eskader, dat bij dat eiland lag. Het adres bevatte dus het woord : Schiflsleutenant, zoo geschreven zonder »i" en met een »e" achter de »t" heeft het woord juist 15 letters (sch wordt voor 2 letters gerekend). Vijftien is het grootste aantal letters, dat een woord in een telegram mag hebben om als n woord te gelden. De beambte, die het telegram aannam, maakte bezwaar tegen het woord Schiffsleutenant. Hij wilde, dat het met »i" geschreven werd, en vroeg nog 45 Pfennig, omdat Scltiffslieiitenant zestien letters heeft, en dus als twee woorden wordt beschouwd. Toen de dame weigerde en hiertegen inbracht, dat Leutenant zonder »i" ook gebruikelijk was, verklaarde de beamte dat hij het telegram alleen wilde aannemen, als Seliiffslieutenant met een »i" geschreven en dus nog 45 Pfennig by'betaald werd. Als hy Hchiffsletttenant zonder »i" liet, zou men het toch voor twee woorden rekenen, zoodat hy dan voor de te weinig betaalde 45 l'/ennig verant woordelijk was. Er bleef dus niets anders over, dan Schiffslieutenant te schrijven, en te betalen. Het is duidelijk, dat in dergely'ke omstandigheden de beambte zich moet richten naar de voorschriften van zijn meerderen. Het wordt echter tijd, dat er verandering komt in deze bepalingen, die een Duitscher nood zaken, het woord Leutenant, dat in Duitschland burgerrecht verkregen heeft, als een Fransch woord te beschouwen in een telegram, afgegeven in de Duitsche hoofdstad. De gevangene van St. Helena. Dini-Zoeloe, de laatste koning der Zoeloe, woont als Engelsch staatsgevangene op het eiland St. Helena. Onlangs werd hij daar bezocht door eenige Deensche reizigers, waaronder zich een zendeling bevond, die vroeger in Zoeloeland werkzaam was geweest. Toen men het huis bereikte, waar Zijne Majesteit woont, hoorde men binnen zingen en vernam, dat de ex-koning met zijne getrouwen eene godsdientoefening hield. Spoedig echter kwam Dini-Zoeloe naar buiten en slaakte een kreet van vreugde, toen hy door den zendeling in de Zoeloetaal werd toegesproken. Hij noodigde de Europeanen uit binnen te komen en toonde hun zijn kamers, die zeer comfortabel naar Europeeschen trant waren ingericht, met gemakkelijke stoelen, schilderijen en platen aan de wanden, wapentropeeën, en met een groot harmonium orgel in den hoek. De koning was zeer spraakzaam; hij spreekt vlot Engelsch, maar onderhield zich toch liefst met den zen deling in de Zoeloetaal. Vóór het middageten, waartoe alle bezoekers waren uitgenoodigd, maakte men eene wandeling in den mooien tuin, waar zich ook de vrouwen en kinderen van den koning bevonden. Na het diner werden thee en cigaren ge presenteerd. De zendeling speelde op het harmonium en zong Zoeloe-liederen met den verrukten koning, die herhaaldelijk verklaarde, dat hij dezen beerlijken dag niet zou vergeten. Toen de boot van de Cautie J,me, het eiland verliet, stond Dini-Zoeloe op een heuvel met zijn stroohoed zijn gasten afscheid toe te wuiven. Inhoud van Tijdschriften. Weekblad Insulinde gewijd aan Koloniale Zaken: De rykspostspaarbank in verband met locale spaarbanken. De sententie definitief van het Hoog Militair Gerechtshof in zake den laten luit. H. G. Th. Bosch. De jongste koffieveiling te Batavia. De zaak Lam Ilir. Het havenplan van Soerabaja. De Pionier, maandblad voor de geheel-onthouding. Het oude, het nieuwe jaar door L. Is alcohol een voedsel V door Dr. van Emeler; Verbodswetten door de Redactie: Wyn, Stout en Boschbessenwyn: Boekbeoordeelingen: Uit verschillende Bronnen en andere rubrieken. INGEZONDEN. Aan Justus van Maurïk, den vriend van Indie en van diens bewoners. Brute sobat! Uwe schetsen van een Totok heb ik gelezen en ... genoten. Je bent een beste kerel, die ons niet te zwart hebt gemaakt en die goed uit de oogen heeft gekeken. We hebben gelachen, heel hartelijk gelachen om je opmerkingen en je geestigheden, maar een ding spyt me: waarom ook niet eens verteld, hoe armoedig wij Indische stakkerts in vele opzichten zyn bedeeld. Herinnert ge u, hoe wij in onze achter-gallerij .... doch niet om persoonlijke herinneringen is 't mij ditmaal te doen; ik schry'f je thans niet particulier, neen als het Weekblad my'n gekrabbel wil opnemen zoo richt ik geheel buiten je om en wel door een orgaan van de pers openlijk het woord tot den vriend van Indie, die kiezer is voor leden van de 2de Kamer der Staten-Gene raal, die de volksvertegenwoordigers helpt afvaardigen. En ik schrjjf nu niet over suikerbelasting, of koffieziekte, of spoorwegen-exploitatie, neen over het onvoldoende onderwy's te Padang, de vierde hoofdplaats van Nederlandsch Indie. Er is daaromtrent al veel papier vuil gemaakt, maar het baat niet; de meeste ouders, die hier ijverden voor meer uitgebreid lager onderwys, hebben hun vergeefsche pogingen inziende, besloten hun kinderen weg te zenden, zoodat zij er dikwijls zelfs krom voor moeten liggen. Er bestaan hier 2 scholen uitsluitend voor lager onderwijs en n meisjesschool. Wil men nu zyn binderen ook een vreemde taal laten leeren, dan bestaat daartoe voor jongens slechts gelegenheid door privaatlessen & ? 2.50 per les, hetgeen niet te doen is als men zooveel jongens heeft als wij. Stuurt men ze naar Batavia. dan kost zulks evenveel alsof men ze in Holland heeft, behalve de reis. Nu zult ge weten dat op Batavia, Soerabaja en Semarang hoogere burgerscholen zijn voor jongens en meisjes en op de twee eerste plaatsen bovendien een gymnasium, terwijl te Padang hoegenaamd niets is. Daarby komt, dat alles op Sumatra veel duurder is dan op Java en wij voor alle mogelijke dingen, waarover men op Java niet denkt, belasting moeten betalen. Ieder, die van een vast inkomen moet leven, rilt dan ook by de gedachte naar Sumatra te moeten, vooral met het oog op zyn jongens, en menigeen, die kinderen heeft, vraagt op eigen kosten overplaatsing, omdat zy'n kinderen hier niet kunnen leeren. Reeds dikwijls is er over gesproken, doch steeds is het antwoord het kost te veel. En nu vragen wij niet een hooger burgerschool, maar slechts om het onderwijs uit te breiden, hier onderwijzers met acten te sturen en die per maand wat meer tractement te geven. 't Is goed voor lui, die een paar kinderen hebben, maar wy die er vijf eene opvoeding moet geven, kunnen geen verblyf in Holland betalen, 't Is niet alleen voor Padang, maar van Atjeh af langs de beele westkust van Sumatra, zouden de lui van de bin nenlanden indien er een goede gelegenheid ware liever hunne kinderen naar l'adang sturen. Ik heb het de heeren redacteuren van onze couranten al zoo dikwijls onder de oogen gehouden. Maar jawel ze zeggen, 't is alles te vergeefs, soedah. Kom, Justus, help een handje. t.t. Padang, 9 Deo. 1897. SUMATIUAN. Geaclttc Redactie! Het aardige stukje van den heer J. Wolthuis over genaturali seerde vreemdelingen in het No. van 9 dezer bevat een kleine onjuistheid. Br zijn 2 Latijnsche adjectiva, die trouw beteekenen nl. l'idus en fidelis. De dativus plur. van het eerste is fidis, die van het tweade ftddünis. De oorsprong van het woord fidibus moet dus elders liggen. Hoogachtend, Amsterdam, 11 Jan. '98. Dr. J. S. VAN VKEN. SCHETSJES. De MI der alwetenieid, Naar het Dmtsclt. v a n J u L i A N W F. i s /. Er was eens, in het einde van de twintigste eeuw, een geleerde wiens geest bijna het geheele gebied der menschelijke kennis om spande, en die de wereld verheugde met de wonderbaarlykste uitvindingen en ontdekkingen. Hij had onder duizend andere wonderen, een levenselixir gebrouwd uit petroleum en de quadratuur van den Boheemschen cirkel gevonden. Bovendien gelukte het hem den luchtballon te besturen, het perpetuum mobile tot stand te brjngen, en een geweer samen te stellen, waarmede men op bacillen kon schieten. In vroegere eeuwen zou men hem zonder twijfel als toovenaar hebben verbrand, maar zooals bekend is, liet men in de twintigste eeuw iedereen naar hartelust uitvinden, zelfs de journalisten. Verder behoorde deze geleerde tot de beste, onbaatzuchtigste, goedhartigste en vriendelijkste menschen, die er oeit geweest zijn. Hoewel hij in het bezit was van een levenselixir, dat in staat was, eeuwige jeugd te verleenen, was hy een oud man, en hoewel hij de meest opzienbarende uitvindingen deed, was hij niet rijk. Anderen verdienden met zijn uitvindingen milHoenen, doch hij kon tenauwernood over meer geld beschikken, dan zijn zoon noodig had. Zelfzucht, afgunst, ijdelheid, nijd, kende hij niet en van alle menschelijke gebreken was bij hem niet zooveel te vinden als er vuil onder den vingernagel gaat; zeker niet zooveel als onder de nagels van onzen geleerde, want die had geen tijd, om een manicure te houden of zijn handen bij zonder zorgvuldig te onderhouder. In zijn studeerkamer, onder boeken, machines en retorten be graven, werkte hij onafgebroken, dag en nacht, slechts van tijd tot tijd een druppel van zijn wonderelixir nemend, om zijn ver zwakkende levensgeesten weer aan te wakkeren. Sedert twintig jaar had geen mensch hem gezien, behalve zy'n zoon, difc hem zoo nu en dan eens bezocht, om geld op te eischen, en dien hij hij was sinds twintig jaar weduwnaar met vurige liefde aanbad.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl