Historisch Archief 1877-1940
No. 1074
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjSf.
?l
Een BienwG wllm yoor onze meisjes,
Wat moeten onze meisjes worden?" is een
vraag, die (gelukkig) tegenwoordig evenveel recht
van bestaan heeft als die, waarmede men vroeger
informeerde wat met de jongens aan te vangen.
Mg dunkt, er zou al heel wat gewonnen zijn,
«Is men zijn dochters even goed voor een vak
opleidde als zijn zoons.
Toch is de werkkring der vrouw nog steeds
meer beperkt en de keuze dus mpeiely'ker.
Gelijk reeds eenige malen ook in dit blad werd
aangetoond, is het arbeidsveld der vrouw in
Engeland reeds veel ruimer dan ten onzent en
worden er, sedert jaren, allerlei vakken beoefend,
die bjj ons alleen nog maar voor de mannen
openstaan.
Elke poging nu om onze Britsche naburen in
deze na te volgen, is een gelukkige gedachte en
een schrede voorwaarts op den ruwen weg, die
door onze baanbreekstsrs, met zooveel moed en
volharding wordt vereffend.
Als zoodanig juich ik van harte het plan der
heeren Bichard en Jongkindt Coninck toe, die in
navolging van de tuinbouw-school te Swanley,
waarover ik hier, eenigen tijd geleden, 't een en,
ander meedeelde, het plan hebben opgevat een
zus ter-inricht in g te Bussum in 't leven te roepen.
Zoo er een streek in ons land geschikt is voor
een dergelijke onderneming, dan is het zeker wel
het Gooi, dat door zyn gezonde en aangename
ligging het verblijf tot een voortdurende genieting
maakt.
Door de bereidwilligheid van genoemde heeren
werd ik in de gelegenheid gesteld de tuinbouw
inrichting Sempercrescens" van den heer Rickard
te zien.
Aan deze inrichting wordt practische en theore
tische opleiding voor het tuin bouw vak en de
Indische culturen gegeven.
Tot nu waren er enkel nog maar mannelijke
leerlingen, het plan bestaat nu ook vrouwelijke
aan te nemen. Reeds hebben er zich enkelen voor
aangemeld en in 't voorjaar, zal er een begin mee
worden gemaakt. By voldoende deelname hopen
de oprichters mettertijd gelegenheid tot inwoning
te verschaffen, voorloopig echter zullen de leer
lingen enkel als externen worden aangenomen.
Daar het in Bussum en omstreken echter wemelt
(men vergeve my deze banale uitdrukking) van
pensions, zal de keuze niet moeielyk wezen.
Ook zijn de heeren Richard en Jongkindt Coninck
bereid voor een geschikte gelegenheid tot inwoning
te zorgen, door de leerlingen by, aan hun be
kende families, aan te bevelen. Hetzelfde d)en
ze reeds, met succes, by de jongelieden, die aan
hun leiding zy'n toevertrouwd.
Zoo aan den eenen kant het samenwonen onder
n dak verkieselyk is, zoo wordt het, aan den
anderen kant, door velen prettiger gevonden
om vrij te zy'n. Ook is er vaak meer gezelligheid
by' een particuliere familie of in een klein pension
dan in een inrichting.
In elk geval is dit iets van ondergeschikt be
lang on van later zorg, de hoofdzaak is, dat er
over enkele maanden, als de natuur ontwaakt zal
zqn uit haar winterslaap, een nieuwe werkkring
voor onze meisjes zal zy'n geopend.
Zoodra er ten onzent, evenals in Engeland en
in Duitschland, want ook in of by' Berlijn is een
tuinbouw-school voor meisjes, ervaren, vrouwelijke
tuinbouwkundigen zullen zijn, zal er zeker gaarne
van haar talenten gebruik worden gemaakt, en
Bullen er verschillende betrekkingen voor haar
open worden gesteld, gelijk dit nu reeds in 't
buitenland het geval is,
Wat zou een vrouw beletten aan 't hoofd van
een bloemisterij of tuindery te staan, 't zij voor
eigen rekening of als directrice ?
Waarom zou men haar niet werkzaam laten
z\jn in dergelijke inrichtingen op groote schaal,
al was 't enkel maar als specialiteit voor het
arrangeeren van bloemen ?
Nu Flora's kinderen zulk een overwegende
rol in onze beschaafde gezelschapswereld spelen
en de cultuur der fijnere bloemen van jaar tot
jaar toeneemt, is 't zeker wel 't oogenblik voor
de vrouw om eens te toonen, wat zy kan. Voor
't schikken van ruikers, 't opmaken van mandjes
en bloemstukken en de versiering van eettafels
zy'n dameshandjes ongetwijfeld uitstekend berekend.
Hierin vooral zal aan de inrichting van boven
genoemde heeren volledig onderwijs worden gege
ven. Er is zelfs een détail-zaak aan verbonden,
waar alle mogelijke bouquetten en versieringen
worden vervaardigd.
Deze afdeeling vooral kan van veel praktisch
nut z;jn voor de dames-leerlingen.
Het behandelen van bloemen kan niet anders
dan beschavend en veredelend werken en het is
mij dikwijls een grief geweest, dat er in onze
beschaafde, moderne opvoeding, zoo weinig plaats
aan is ingeruimd.
Het onderwijs aan een tuinbouw-school zal
hierin voor meisjes, een gewenschte verandering
brengen; vooral voor degenen, die buiten wonen
of naar Indiëdenken te gaan, zal het een on
schatbaar voordeel zy'n.
In de binnenlanden en op buitenposten is het
aankweeken van bloemen en planten vaak de
eenige verstrooiing van officiers- en ambtenaars
vrouwen.
Aan de tuinbouw-school te Bussum zullen de
leerlingen, evenals zulks het geval is aan de
zuster-inrichtingen in 't buitenland, na twee of
drie jaar de lessen te hebben gevolgd, een diploma
kunnen behalen, dat haar bij 't verkrijgen van
verschillende betrekkingen tot aanbeveling zal
kunnen strekken.
Het praktische onderricht zal bestaan in:
Het kweeken van: woud- en sierboomen, hees
ters, vruchtboomen, rozen, conifeeren, kasplanten,
bloembollen, volle-gronds planten, n- en twee
jarige zaaiplanten.
Verder de cultuur en volledige behandeling van
groenten en alles den moestuin betreffende.
Dit als zijnde een zy'tak van l'art culinaire,
is zeker wel 't best aan vrouwen-handen toe
vertrouwd.
Ook het bewerken van den grond ; tenminste het
lichte werk, het zware zal door mannen gedaan
worden.
Den aanleg van tuinen.
Het verpakken voor de verzending van planten
en bloemen.
Het samenstellen van bloemwerken.
De theorie bevat:
Botanie, Botanische terminologie, Boomsnoei,
Plannen teekenen van tuinen en kassen, Italiaansch
boekhouden en Handelscorrespondentie in het
Hollandsen, Fransch, Engelsen en Duitsch.
Het leergeld bedraagt ? 300 per jaar.
De vacanties zullen zyn 's zomers vijf weken,
met paschen en kerstmis telkens n week.
De leeruren zullen zóó ingedeeld worden, dat
de prakty'k aangenaam afgewisseld wordt door
de theorie.
Voor verdere bizonderheden kan men zich
wenden tot de heeren Richard en Jongkindt
Coninck.
De inrichting van eerstgenoemden heer bevindt
zich op enkele minuten afstand van het station
Naarden-Bussum.
De uitgestrekte terreinen (10 H. A.) zy'n met
smaak aangelegd; een wandeling door de ver
schillende gedeelten is als een practische les in
de botanie. Er wordt van alles gekweekt tot
edelweis; en alpenplanten toe.
De eenig fraaie alpenflora is er zelfs vry' vol
ledig vertegenwoordigd.
Ook van de bollen-cultuur wordt bizpnder veel
werk gemaakt, terwijl aan de fantasie-tjes van
den dag, als ik ze eens zoo noemen mag, mede
een plaats is ingeruimd.
Zoo is er een aardige verzameling Amerikaansche
eiken, waarvan de bladeren tegenwoordig zoo in
de mode zy'n voor bouqetten en tafelversiering.
Verder zonnebloemen, het embleem der aesthetica.
Chrysanthen in allerlei vorm en kleur, van
't eenvoudige gele sterretje af tot de schitterende
wazig-witte reuzen-rozet toe.
In 't kort, alles wat ons door de traditie of
door de mode aangenaam geworden is op 't
bloemen- en plantengebied, is er vertegenwoordigd.
Ook bieden talryke kassen en broeibakken
ruimschoots gelegenheid aan tot het leeren der
kunstmatige cultuur en 't aankweeken van exoti
sche gewassen, terwijl een groote oranjerie be
stemd is voor palmen en, natuurlijk ook, voor
oranjeboomen.
De inrichting is, op aanvrage, voor iedereen
toegankelijk en, naar ik meen, zal niemand zich
de moeite van een bezoek beklagen.
Het voornaamste echter is dat de
tuinbouwschool velen in staat zal stellen eenige nuttige,
wel besteede jaren door te brengen en zich te
bekwamen voor een nieuwen en prettigen werkkring.
THÉRÈSE HOVEN.
iiiiiiiiiiiiiiiiuitiiiitiiii
Irs. Hnmpliry Ward
Evenals George Eliot heeft Mrs. Ward hare
talenten geoefend in de school der hoogere jour
nalistiek. Jaren lang schreef zij kritieken en
analyses voor dagbladen en tijdschriften, voordat
zij met Robert Elsmere de wereld stormender
hand veroverde. Waarschijnlijk zou Mrs. Ward
zonder deze oefenschoo] een ander soort van
schrijfster zijn geworden, minder geleerd en serieus ;
wellicht zou zij het buitenleven in de dalen van
Westmoreland of tusschen de heuvels van Surrey
in zijn bekoorlijke vriendelijkheid hebben beschre
ven, de genoegens, zorgen-en liefhebberijen der
menschheid weergegeven, zonder theologische of
sociale vraagstukken er bij. Ieder die Robert
Elsmere leest, met die studie van het jonge
meisjesleven in al zijn typen, de vrome Catherine,
de geestige Agnes, de mooie Rose, en dan die
realistische schetsen zoo vol humor, van het leven
in een afgelegen gemeente in Westmoreland,
moet gevoelen dat Mrs Ward een grooten naam
zou hebben gemaakt ook al had zij slechts de
vraagstukken weggelaten en enkel haar eigen
verbeeldingskracht en artistieke natuur gevolgd.
Mary Augusta Arnold werd geboren met een
rijk erfdeel aan verstand en beschaving. Zy was
de kleindochter van Arnold van Rugby en een
nicht van Matthew Arnold, maar de godsdienstige
richting in hare geschriften en haar aanleg om
met de vraagstukken van het bovennatuurlijke
te worstelen, kwam van haar vader, Thomas
Arnold. Als student was hij meegesleept door
de Oxford-beweging, en na eenigen strijd sloot
hij zich bij de kerk van Home aan. Later verliet
hij die weer voor zijn eerste geloof en toen keerde
hij weer terug tot de Katholieken. Als oudste
kind was Mary Arnold veel in gezelschap van
haar vader, zijn godsdienstige twijfelingen en
moeilijkheden dienden haar als materiaal voor
haar beschrijving van Robert Elsmere's zielestrijd.
Mrs. Ward is geboren in Hobart, Tasmania,
waar haar vader inspecteur van het onderwijs was.
Haar moeder was in de koloniën geboren en de
kleindochter van gouverneur Sorrel van Tasmania.
Haar ouders verhuisden, toen zij vijf jaar oud
was, naar Dublin, waar haar vader professor werd
aan de Roomsen-Katholieke Universiteit, die nu
tot het verleden behoort. Zes jaar later voegde
hij zich bij cardinaal Newman's Broedergemeente
te Birmingham. Toen werd Mrs. Ward naar een
school in Ambleside gezonden, wier directrice,
belangrijk genoeg om te vermelden, Miss Clough
was, het toekomstige hoofd van Newham; daarna
kwam zij op een school in Clifton. Omstreeks
den tijd toen zij van school kwam, verbrak haar
vader zy'ne betrekking tot kardinaal Newman en
de kerk van Rome en verhuisde met zijn familie
naar Oxford, waar hij zich aan de letterkunde
wijdde.
In den intellectueelen kring van Oxford kwamen
Mary Arnold's talenten tot rijpheid; zij bestu
deerde ijverig de klassieken in de Bodleian Library,
maar besloot zich aan een bepaald vak te wijden
en koos de Spaansche geschiedenis en letter
kunde, waarvoor zij zichzelf de Spaansche taal
leerde. Weldra gold zy' hierin als autoriteit en
toen dr. Wace zijn Dictipnary of Christian
Biography schreef, wendde hij zich tot haar voor de
artikelen over de Spaansche Bisschoppen. Het
is wel interessant, te bedenken dat zy hiervoor
een paar guinjes ontving en voor David Grieve"
de som van twintigduizend pond sterling.
De studie sloot echter het volle menschenleven
niet uit; toen Mary Arnold even twintig jaar
was werd zij de bruid van Mr. Humphry Ward,
docent aan Brasenose College, te Oxford. De
eerste tien jaren van haar huwelijk wijdde zij
nog aan de studie, toen begon zij verhalen te
schrijven. Haar eerste werk, Milly and Olly",
in dezen tijd gemaakt, is een allerliefst eenvoudig
verhaal voor kinderen. De natuurbeschrijvingen
van Westmoreland, die er in voorkomen, zy'n al
de voorloopers van die in Bobert Elsmere. Het
boek werd geïllustreerd door Mrs Ward's vriendin,
Mrs Alma Tadema en uitgegeven in 1881, het
jaar waarin Mrs Ward naar Londen verhuisde
met haar echtgenoot die als kunstcriticus aan de
Times was benoemd. Zy woonden toen in Russell
Square en waren beiden druk bezig aan een
uitgave van de Engelsche dichters met
aanteekeningen. Mrs Ward leverde al geregeld artikelen
voor Macmillan's Magazine en schreef ook voor
de Pall Mail Gazetie, onder redactie van Mr.
John Morley. Twee jaren later gaf zij haar
eersten roman Miss Bretherton uit; het is de ge
schiedenis van een schoone hoogst-beschaafde
actrice, in wie het publiek, niettegenstaande d|
schrijfster het ontkende, steeds Mary Anderson
heeft willen zien. Het was een aardig, frisch
verhaal, toch was er niets in dat deed vermoeden
dat er een nieuwe ster aan den letterkundigen
hemel was verschenen.
Mrs. Ward's volgend werk was een vertaling
van Amiel's Journal Intime, en haar grondige,
goed doorwerkte inleiding, waaruit zoo duidelijk
en sympathiek haar ruime opvatting van den
godsdienst spreekt, was een voorbereiding tot haar
meesterwerk. Reeds lang had zy' er over gedacht
eens den stry'd weer te geven van een twyfelende
en toch werkelijk godsdienstige ziel, de kiem van
dit verhaal had zij in een verhandeling uitgewerkt
toen zij nog in Oxford was, maar het was bij
gebrek aan een uitgever steeds in haar schrijftafel
blijven liggen. Haar sfudie over Amiel verle
vendigde weer haar belangstelling in het onder
werp en onmiddelijk na hare vertaling begon zij
Robert Elsmere te schrijven. Dit nam ruim twee
en een half jaar haar tijd in beslag. Waarschijn
lijk was het Amiel die haar het karakter van
Langham inspireerde.
Robert Elsmere verscheen in 1885 en was
oogenblikkelyk een succes. Mrs. Ward's familie
wilde dat zij het boek nog niet zou uitgeven,
maar zij hield vol dat het niet te vroeg was;
toch verbaasden de sensatie en de discussies die
het veroorzaakte de schryfster evenzeer als haar
familie.
Haar afgezonderd leven was plotseling veranderd
in het openbare leven van een zielenleider, een
directeur de conscience. Nooit is zeker een roman
zoo ernstig opgevat en zelden heeft een auteur
haar succes met zooveel kalme waardigheid ge
dragen. Verscheiden jaren gingen voorbij voor
Mrs Ward haar volgend boek David Grieve uitgaf,
en dit handelde weder over godsdienstquesties.
Twee jaren later kwam Marcello, uit, waarin de
schryfster de aspiraties en idealen van een jong
meisje weergeeft, wier vurig verlangen het is de
menschheid te helpen. Kir George Tressady, dat na
een tusschentijd van twee jaren volgt, kan als
een vervolg op Marcella beschouwd worden.
In haar voortzetting van Marcella's levensloop
als Lady Maxwell behandelde Mrs Ward zeer
kiesch en bescheiden nog een questie van den
tegenwoordigen tijd, de verhouding in het huwelijk.
Mrs Humphry Ward is eene gedistingeerde
verschijning. Lang en elegant van figuur, met de
bescheidenheid van een geleerde en toch iets
zeer vrouwelijks. Zij spreekt gemakkelijk, met
eea heldere, melodieuse stem, die nooit harder
wordt in het argumenteeren. In de season"
woont zij in haar mooi huis op Grosvensor Place
in Londen, maar haar geliefkoosd tehuis is The
Stocks, Tring, een heerlijke buitenplaats omringd
door een prachtig park. Mrs. Ward's studeer
kamer ziet op het park uit; zy schreef' hier
Marcella. Vroeger woonde zij bij Haslemere
buiten, maar het was haar daar niet mogelijk
zich genoeg afgezonderd te houdon.
Behalve haar schrijven, is er nog iets waar zij
veel belang in stelt, de stichting van University
Hall"; een gevolg van Robert Elsmere. Er is
wel eens gezegd, dat Mrs. Ward's plan was een
nieuwe godsdienstige secte te vormen, maar dit
is onjuist; het doel is christelijke samenwerking,
met eene socialistische afdeeling, die er zich op
toelegt hulp te geven in de opvoeding en de ont
spanning der armen. Bij de inauguratie hield
zij liet eerst een openbare toespraak, en de be
koring van haar rustig en ernstig spreken, geheel
zonder gezochte oratorische wendingen, zal nog
lang in de herinnering der hoorders blijven.
Oost- en Westerse/ie Vrouwenbond.
Wiclrijdstersin Cali/brnië. Doctoressen
in Rusland. Recepten.
Te Pary's is opgericht eene AUiance des femmes
orientales et occidentales, een bond, die eene
vertakking van den In ernationalen Vredebond
schijnt te zijn, of' althans door dezelfde denk
beelden geïnspireerd wordt. Toch is hier meer
speciaal eene verzustering tusschen Oosten en
Westen bedoeld, tusschen mahomedaansche en
christelijke vrouwen en in het bestuur zitten dan
ook als eere-presidente prinses Nazli te Kaïro,
als presidente mevrouw Hyacinthe Loyson, 29
boulevard Inkermann, Keuilly-Paris, als
penningmeesteresse mevr. Chailly-Bert, 12 avenue Carnot,
Pary's, en als secretaresse mevr. Joséphine Crane,
18 rue Pierre Charron, Parijs. De bond heeft
den steun van diplomaten en autoriteiten, van
sheiks en imans; de Scheik-ul-Islam heeft er
zijn zegen aan gegeven.
Vier hoofdpunten vormen den werkkring der
Alliance.
1. Zij wil bescheidene verstandige vrouwen,
ervaren in ziekenverzorging en hygiëne (geen
proselytenmaaksters) als onderwijzeressen naar
het Oosten zenden.
2. Zy' wil te Pary's, Constantinopel en Algiers
instituten oprichten, waar de toekomstige op
voedsters de noodige voorbereiding, vooral de
noodige taalkennis kunnen opdoen.
3 Boeken der West-Europeesche beschaving,
die eenigszins in den smaak van het Oosten kun
nen vallen en de Oosterlingen van nut kunnen
zyn, zullen in verschillende Oostersche talen
overgezet worden. Prinses Nazli te Kaïro, die
zelf uitmuntend Engelsch en Fransch spreekt, heeft
hiervoor hare medewerking toegezegd.
4. De Alliance zal er vooral op bly'ven werken
dat men, in den geest van humaniteit en vriend
schap, de verschillende rassen, beschavingen en
godsdiensten met achting bly'ft behandelen.
(Biy'kbaar is hier bedoeld alle zendelingschap uit te
sluiten). Verzoening der drie monotheïstische
godsdiensten is doel, maar ook de volgers van
Confucius, Brahma, Boeddha worden in den bond
opgenomen.
Het bestuur roept de hulp van alle vrouwen
die het goede willen, van de Duitsche, Ameri
kaansche en Russische in; het vraagt geld, liefst
als inschrijvingen voor drie of vijf jaar, opdat
een vaste grondslag gevormd worde. De secreta
resse is bereid alle inlichtingen te geven. Ook
wordt hulp in alle opzichten, raad, steun, boeken
voor de scholen en bibliotheken, in dank inge
wacht.
* *
Uit San Francisco wordt aan een Duitsch
dames- sportblad geschreven: ?> Wanneer we lezen
van de bloemencorso's, die in andere streken in
den tij d van het mooie weer gegeven worden,
waardeeren we het eerst dat we het heele jaar
in Californiëmooi weer en het heele jaar bloe
men hebben. In ons zonneland vliegen de fietsen
bet gansene jaar met bloemen versierd door be
bloemde velden ; het is nu winter, maar de
escholtzia, de Californische staatsbloem, opent
voor de zooveelste maal van 't j aar haar bloesem
knoppen, viooltjes geuren overal, de hemel is
stralend blauw.
Onze dames - wielrijdsters- clubs verdubbelen haar
levendigheid. Dat zij ook practisch sijn, blijkt
uit het volgende reglement:
Meen niet, dat u als wielrijdster meer veroor
loofd is, dan een wielrijder, alleen omdat ge een
dame zijt.
Pluk geen vruchten en rijd niet op verboden
wegen; een dame heeft daarin niet meerrechten
dan een man.
Draag handschoenen, niet te licht, niet te
donker; vooral niet te nauw.
Draag een kleinen hoed, waar ge niet telkens
naar behoeft te grijpen.
Onderzoek goed, vóór het uitrijden, uw wiel;
met gebroken fiets thuis te komen staat even
ongelukkig als met een gescheurde japon.
Ry'd met heeren rechts ; wilt ge andere rijders
inhalen, doe dat links.
Maakt ge een tocht met heeren en wandelt een
eind, leid dan zelf uw wiel. Een wiel te leiden is
gemakkelijk, maar moeilijk is het, twee heeren
te dienen.
Eene dame, die haar wiel niet volkomen in
haar macht heeft, moest thuis bly'ven of alleen
ry'den. Dat zij eene dame is, geeft haar nog
geen recht, het den heeren lastig te maken.
Neem uw eigen reparatiewerktuigen mee en
val er een ander niet mee lastig.
»Dat is alles mooi en goed, zullen my'n
Europeesche lezeressen zeggen, "schrijft de Californiër,
»maar dat wisten we al lang."
Beste dames, dat wisten ze hier ook wel, maar
ze deden het nog niet. By' u zeker wel ?
* *
Prinses Kropotkin heeft in T/ie Nineteenth
Centwy een artikel over het hooger onderwy's
voor vrouwen in Rusland. Reeds lang, veel
langer dan in West-Europa, mochten de
vrouwen hetzelfde medisch onderwy's ontvangen
als de mannen; alleen den titel van doctor
konden zij niet verkrygen, zij heetten «geleerde
vroedvrouwen" ; zij mochten geen recepten
onderteekenen en geen verantwoordelijken post in
burgerlyken of hospitaaldienst vervullen. Eerst na
den Russisch -Turkschen oorlog, waarin men
haar diensten had leeren waardeeren, werd haar
de titel verleend en tevens het recht om het
militaire Johanneskruis te dragen, waarvan het
brevet reeds aan vele harer was toegedacht.
Sedert 1880 dus worden de vrouwen in Rusland
doctor. In 1887 intusschen is de medische aca
demie gesloten, maar dit jaar zal zij heropend
worden. Toen zij gesloten werd, bezat Rusland
G!>8 volkomen gerecht gde vrouwelijke doctoren,
waarvan 178 officieele positiën bekleedden aan
hospitalen en scbolen.
De dun afgenomen schil van
4 citroenen weekt men vier uur lang in kokend
water ; dit giet men in eene terrine met het sap
van 2 citroenen, % liter sherry, Yi liter rum,
Y\ liter cognac, 34 kilo broodsuiker, 134 liter
koud water en 34 liter kokende melk. Alles
goed geroerd en door een doek gefiltreerd, wordt
3 a 4 uur in ijs gezet.
Tyroler punch. De schil van ^ citroenen, dun
afgenomen, wordt in % liter water zacht gekookt
met 3 kruidnagels. 3 gram py'pkaneel, en % kilo
suiker, tot de suiker opgelost is en de kruiden
uitgetrokken. Dan voegt men er het sap van
4 citroenen, l liter rooden wijn, >£ flesch arak
en ]4 liter witten wy'n by' en dient het kokend
heet voor.
E -e.