De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 30 januari pagina 4

30 januari 1898 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No, 1075 »Vrjjdag den vjjfden Juny", aldus vertelt ons Aitsema, >wierden alomme in de Vereenighde Nederlanden vreughde teeckenen met branden van picktonnen, losbranden van geschut ende mmquetten getoont: alleen in Zeelandt ende tot Leyden zyn geen zoodane Publycke teeckenen gejoont: doch de danck ende bede-dagh is Woensdagh den derden Juny ghehouden gheneralyck, als oock voor de publicatie." Dat o. a. te Amsterdam ook nog op andere wyze werd feestgevierd doet Bartholomeus van der Helst ons zien in zijn beroemden Schuttersmaaltyd, eene herinnering aan het feestmaal op den Voetboog- of Sint-Joris Doelen, gehouden den 18e Juni 1), nadat reeds den 7e Mei te voren in den stadsschouwburg was ten tooneele gevoerd een lantspel van Joost van den Vondel, getiteld >de' Leeuwendalers", het motto voerende Fax optima rerum (vrede is het hoogste goed), welke vertooning .den lle en 14e Mei, alsmede den 2e en 23e Juni werden herhaald. Merkwaardig vooral uit een historisch oogpunt is het den katholieken Vondel in de opdracht vanzyn»Lantspel" te hooren verklaren : »Dees vrolycke dagh, dees gouden dagh is ten lange leste eens opgegaan. Wy hooren de silvren vredetrompet den Vrede inblasen. Wy beleven het geen we naulix gel oo ven, namelyck het gewenschte einde des eeuwigen oorloghs, die den gansenen weereltkloot met zich omtrock en in een gedurige bloetkoortse en onruste hielt." zinnebeeldige voorstelling van 's Eonings Fhilip's afstand van 1648 met de dichtregelen van Vondel: Fhilippus teekent met zyn Handen Het Vreeverbondt met zeven Landen En staat zyn recht en titel aff Dit tuight het zegel, dat hy gaff. De gravure op blz. 3 gereproduceerd, doet ons het glas zien, zooals het blykens het opschrift in 1767 werd vernieuwd en toen aangevuld met de wapens der burgemeeste ren de Vry Temminck, Jan Calkoen, G. Hooft GerrStsz en de Witt. Geheel volledig is Hulk's teekening evenwel niet, aan den bovenkant toch ontbreken de faam met bazuin en de engelenstoet, waartusschen de wapens van de in 1648 regeerende burgemeesteren pryken, nl. van Valckenier, Pancras, Schaep en Corn. de Graeff. De afkondiging van den vrede geschiedde bin nen Amsterdam met bijzonder veel plechtigheid, »wordende" gely'k Wagenaer het mededeelt »deese dag, hier ter stede, geschikt tot eenen dag van algemeene vreugde". Op het midden van den Dam verrezen drie tooneelen, welke hier zijn afgebeeld naar eene vry zeldzame gravure. Het middelste tooneel draagt in het fronton het wapen der Republiek; het rechter dat van Amsterdam, het linker beeldt het stadszegel af. Op ieder werden zes tableaux gegeven, terwijl de speelluiden op de steenen gallery van de Waag telkens by' het ophalen van 'tgordyn de schalmeien en schuif trompetten staken. 2) Die vertooningen schijnen veel succes te hebben meisjes, geharnaste en verkleede personen, in 9 groepen, waarvan een uiterst zeldzame gravure begaat, in 1649 by Soeteboom te Zaandam ver schenen. Te Amsterdam had nog eene kerkelijke viering onder een bijzondere omstandigheid plaats, daar toch werd op den 10 Juni onder »een ongelooflyken toeloop van allerlei gezindheden" de herbouwde nieuwe kerk ingewyd met een dankpreek over den vrede, uitgesproken door Ds. Fredericns Keslerus. Dat in Duitschland de vreugde over den vrede niet minder was, laat zich lichtelijk begrypen, en een aardig staaltje van de wy'ze waarop hier en daar de zoo gewichtige gebeurtenis werd gevierd geeft onza plaat, waar de Zweedsche heeren een gastmaal houden, even weelderijk en schitterend, alsof met den Westfaalschen vrede den oorlog voor goed gebannen ware. F. A. 'B. Twes landkaarten van 1648 Enkele ly'nen en wat namen zijn haast vol doende om zich het grondgebied van de Republiek der Vereenigde Nederlanden van 1648 voor te stellen. Toch zy'n misschien een paar ophelde ringen niet overbodig. De Republiek telde zeven provincies, zeven gewesten, wier afgevaardigden te zamen de Staten Generaal vormden, het waren Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overysel, Friesland en Groningen, Drente was een landschap, dat in kwartier of dat van Abcoude, het overkwartier, Eemland en het land van Montfoort. Overijssel kende drie steden (Zwolle, Deventer en Kampen) verder drie kwartieren (Salland, Vollenhove en Twenthe). Groningen ook stad en Lande geheeten was verdeeld in de stad (Groningen) het rechtsgebied van de stad (het Goorrecht en de Oldambten) alsmede de Ommelanden (Hunsegoo, Fivelgoo en het Westerkwartier), terwyl de voormalige heerlijkheid Westerwolde aan de stad Groningen behoorde. Friesland telde 11 steden, 3 kwartieren (Oostergoo, Westergoo en Zevenwolden) en 30 grietenijen; Ameland vormde een vrye heerlijkheid onafhankelijk van de Re publiek. Het onmondige Drenthe was zeven dingspillen ry'k (Zuideveld, Beilen, Diever, Rolde, Noordeveld en Oostermoer) en van de heerlijkheid Coevorden behoorde de vesting zelve tot de Generaliteit. De vestingen Emmerik, Rees, Wezel, Burik, Orsoy en Rynberk behoorden wel niet tot het grondgebied der Republiek, doch er lag een Hollandsch garnizoen en de Staten hielden deze plaatsen in bezit als een belangrijke voormuur tegen vyandelyke aanvallen. Een blik op de kaart van Europa in het vredejaar vestigt al dadelijk de aandacht op het toen nog niet geheel machtelooze koninkrijk Polen, thans voor goed uit de ry der mogendheden ver dwenen, als een waarschuwing hoe ondanks een eigen taal een volk door binnenlandsche twisten zich zelven ten gronde richt. ONCORMA RES PAS.VE CRESCTOT. ~ " " Schouwtooneelen op den Dam ter viering van den vrede te Munster, 5 Juni 1648. (Naar de zeldzame gravure van P. Nolpe, eigendom van de firma Fred. Muller & Co. te Amsterdam). Terwyl hy' verder dien vrede noemt een onuitsprekelyken, hemelschen weldaad. In zy'n »Vredesang" toonde Vondel zich niet minder dankbaar: aan het Y moest de vreugde worden ingewyd, en Amsterdam, zoo roept hy' geestdriftig uit, Amsterdam was noit zoo krachtigh Op gewonnen slagh of ste, Als op d' inkomst van den Vre. Hollant' voelt zyn' rugh verlichten , Van het lastigh oorloghspack... En het styft met Aemstel's raet Dus de zenuw van den staet... Eere zij Gode en Amsterdam ! En met Vondel dachten de meeste Amster dammers van die dagen, zoo niet allen. Ver schillende fraaie medailles werden ter eere van den vrede geslagen, en Burgemeesteren meenden tevens de heugelijke gebeurtenis te mogen ver eeuwigen door in de oude kerk twee geschilderde glasramen te plaatsen, o. a. ter vervanging van een dergeljjk glas waarop was afgebeeld de kroning van Philips den Schoone, welke de Nederlanden aan Spanje bracht. Beide herin neringen aan den Munstersche vrede zyn nog aanwezig: het eene glas geeft de wapens te zien der Amsterdamsche Burgemeesteren sinds de geuswording van 1578, het andere geeft een 1) Ook het schutterstuk van Govert Flinck in het Rijksmuseum herinnert aan het vredefeest. gehad, althans den 23 Juni werden door A. Boelens dergelyke tableaux gegeven op den Amsterdamschen stadsschouwburg, welke geschilderd werden door Isaac Isaacsz (den broeder van Pontanus) en door S. Savry gegraveerd. Te Wormer werd op het vredefeest een optocht samengesteld van boeren, vrouwen, jongens en 2) De vertooningen op de drie tooneelen respectievelyk ontworpen door Samuel Coster, Gerardt Brand en Jan Vos, en door dezen van dichterlyke byschriften voorzien, stelden voor: I. a. Willem I als Amphion Thebe stichtende door 't geluid zyner snaren; 6. Maurits als Numa Pompilius, welke den godsdienst der Romeinen regelde; c. Frederik Hendrik als Fabius Maximus; d. Willem II als Keizer Augustus; e. De zorg van 's lands Staten tot bescherming van de bedreigde vryheid; ?. Mars geboeid, Vulcaan in 't wapen smeden gestuit, en de krijgsknechten afgedankt. II. a, Komst van Bato en van de Batavieren hier te lande ; &. Het verbond tusschen de Bata vieren en de Romeinen bevestigd; c. De Bata vieren door de Romeinen onder Vitellius gekne veld ; d. De Batavier Julius Paulus gedood en diens broeder Claudius Civilis verjaagd; e. Claudius Civilis verjaagt de Romeinen ; /. De vrede gesloten tusschen Claudius Civilis en Cerealis. Vreugdebedryven der Batavieren. III. a. Het gewapend Europa ; 6. De afgestreden vorsten ; c. De vrijheid der Nederlanden door den eeuwigen vrede bevestigd; d. De vrede be zworen ; e. De veiligheid van den staat; /. Am sterdam als voornaamste dry ver tot den vrede. Op de gravure zyn voorgesteld la, c en e. de lusten en lasten der Republiek steeds buiten zyn voorkennis vastgesteld deelde, doch geen afgevaardigden zond naar het zooeven genoemde college. Staats-Vlaanderen en een groot deel van Brabant het noord-westelykste stuk behoorde tot Holland vormden de Ge neraliteitslanden, onder rechtstreeksche souve- l reiniteit van den Staten-Generaal, voor zooverre althans sommige stukken en steden geen by'zon deren heerlykheden waren. (1) Maastricht had aan twee heeren te gehoorzamen: de Staten Generaal en den prins Bisschop van Luik; een ander gedeelte van Limburg kon als Generaliteits land worden beschouwd. Gelderland telde in die dagen drie kwartieren Nymegen, Zutphen (het Graafschap) en Arnhem (of Veluwe) benevens twee van de Republiek onafhankelyke graafschappen nl. Culenborg en Buren, evenals zulks het geval was met Leerdam, binnen de prov.Holland gelegen. In Utrecht was de Baronie van LTsselstein aan Holland leenroerig ; het voormalige Sticht telde overigens vier kwartieren : het neder (1) In de Meyerij: Helmond, Eindhoven, Tilburg en enkele andere aanzienlijke dorpen en vlekken. De Baronne van Breda, de heerlykheid van Steenbergen, alsmede het land van Kuyk behooren tot de domeinen van het Oranje huis, het Markiesvat van Bergen op Zoom en de heerlijkheid van Boksmeer tot die der graven van Berg; de heerlykheid van Ravenstein en die van Megen stonden in rechten ondtr de hoofdbank van Kuyk. "Aan dat Polen was nog altyd leenroerig het Hertogen Pruisen, geregeerd door den keurvorst van het nog weinig beteekenende Brandenburg, dat by den Westpbaalschen vrede in het bezit was gekomen van Achter-Pommeren, Maagden burg en enkele kleine vorstendommen. VoorPommeren behoorde tot Zweden, evenals Rügen, Bremen en Weimar in het tegenwoordige Duitsch land, en de noordelijkste oostzeelanden van het huidige Rusland. Beieren was nog een keur vorstendom, evenals Saxen, Hanover een hertog dom. Over geheel Duitschland heette een Keizer te regeeren, die met veel moeite de zuid-oostely'ke grenzen van zy'n koninkry'k Hongary'e moest be schermen tegen de steeds stouter wordende aan vallen der Turken. Aan Spanje, dat de Nederlanden had moe ten pry'sgeven, bleven nog over niet alleen de zuidelyke provinciën, maar ook Napels en Sicilië, terwijl naast allerlei kleine staatjes de Kerkelyke staat een groot deel van Italiëinnam. Het kaartje zelf, bij dit nummer gevoegd, geeft nog eenige bijzonderheden meer; niettemin verkry'gen wy door eene beschouwing van een land kaart slechts een zeer onvolledig beeld van de beteekenis der rijken en staten, immers niet door de grootte van het grondgebied alleen kan een land groot heeten. De Republiek der Vereenigde Nederlanden in de eerste driekwarthelft der 17e eeuw heeft dit schitterend aangetoond. F. A. B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl