Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1076
minstens tien deelen. En deze stof is zoo onhandig
verwerkt, met recht aan elkaar vastgeregen, dat, als
men 't boek allén zóó mocht beoordeelen, de
opinie heel gauw gezegd zou zijn.
Men kon dan volstaan mevr. Go'ekoop-De Jong
v. Beek en Donk beleefd in overweging te geven
haar werk nog eens over te doen.
Bij bet lezen van dit werk ondergaan we de
emotie te zitten in een boemeltrein. Met horten
«n stooten worden we voortgetrokken, door elkaar
geschud, zonder ook maar eenigermate te merkeu,
dat men iets vordert. Als we 300 pagina's hebben
doorlezen, weten we nog evenveel als aan 't begin.
Telkens als je denkt: ziezoo na gaan we toch
vooruit, staat de trein stil, wordt de draad ver
broken. Het geheele boek is een boemelreis met
oneindig veel stations, een touw met veel kuoopen.
De complete roman is een iii- en uitgaan van
onbekende personen, het voorstellen van menscheu
op een receptiedag, menschen, waarvan je zelfs de
namen later niet meer binnenschieten, laat staan
dat je hun wezens herinnert.
Aldoor komen nieuwe personen, tot zelfs op de
laatste pagina's en dan heeft de schrijfster nog
de snoezige gewoonte vele namen te verkleinen
of te wijzigen. Nu eens is het Hilda, dan voluit
Hildegarde of verkort tot Hildy. Corona wordt
Corry of Cor, Marguerite wordt Maggy. Dit alles
maakt het boek als lees-object ontstemmend en
verward.
Want, al is nu dit werk een tendenzroman, en
al wil men het liefst alleen beoordeeld zien, naarde
didactische waarde, zooals de uitgevers bescheiden
angstvallig verzochten, een schrijfster, die de roman
of verhaalvorm kiest, om daarmee te openbaren
wat sterk in haar leeft, moet dezen vorm
machtig zijn, of zoo niet, eerbied voor de kunst
genoeg hebben, om dien vorm niet te misbruiken.
Tendenz-kunst kan hooge litteraire waarde hebbeu
zoo goed als enkele kunst, b.v. een mooi-gestyleerde
meditatie of ethische beschouwing. Maar niet ieder
die meent ten rechte of ten onrechte, over eenig
onderwerp iets te kunnen zeggen, mag de kunst
vorm ontwijden, de kunst als middel gebruiken om
zijti persoonlijke of algemeene opinies te bespreken.
Het is niet verboden tendenz. in een roman te
brengen, maar het moest verboden zijn een slecht
gesteld boek door tendenz te willen redden en
erg is het bij Hilda v. Suijlenbnrg, waar ook zelfs
de tendenz niet zuiver bleef. Hierover later.
Aan tendenz-literatuur heeft men evengoed
koo°e eischen te stellen, en niet ter wille van de
strekking, gebreken in den vorm door de vingers
zien. Hier beweegt zich toch de schrijver in een
afgebakende richting. Gevoel behoeft hij niet zoo
zeer te hebben. Zijn slachtoffers, of liever de slacht
offers van de richting, hebben dit al uit zichzelf.
Niet de echte kunstenaarsgaven doen hier het werk;
het is sensatie en tendenz, die slepersdienst
doet, de vuren stookt. In de oogen van de
overtuigden lijkt zoo'n vuurtje, al is 't dan ook
doovekool, een gloed-laaiende vlam. En wee den
schenner. die 't zou durven wagen, dit vuur tot
zijn proporties terug te brengen. Minstens moet
hij booren, dat hij 't boek belaagt, om de strekking.
Maar zoo staat het geval niet. De
nuttigheidsroman wordt niet veroordeeld omdat er tendenz
in is, maar wel omdat met behulp van die tendenz
nog een uitkomst verkregen wordt beneden het
gewone peil. Als in zoo'n roman geen hoogere
waarde wordt bereikt, is het een bewijs, dat in
zoo'n boek(een minder litterair mensch geleefd beeft.
Zoo'n roman is met een weinig habiliteit te
schrijven, gemakkelijker dan zuivere kunst, even
goed als een strekkingdrama gemakkelijker in elkaar
is te zetten dan een tragedie.
En zelfs bij enkele kunst staat het werk
het hoogst, waar het wezen van den schrijver of
persoonlijke meeningen geheel zijn buitengebleven,
altijd wanneer hetzelfde effect wordt bereikt.
Anders gaat het wanneer een boek oorspronkelijk
is van denken, wanneer niet de litterator maar
de denker naar voren komt; wanneer een nieuw
wijsgeerige strooming door het geschrevene gaat
of geheel onbekende zaken worden geopenbaard.
Maar negen van de tien gevallen zal zoo'n schrij
ver dan ook niet den romanvorm kiezen.
En toch, niettegenstaande deze bezwaren, die wij
vooraf tegen dit boek inbrengen, kan men het niet
alle goede kwaliteiten ontzeggen, zooals reeds in
den aanvang werd opgemerkt.
Er zijn in Hilda v. Suylenburg sprankjes van
litteraire aanleg, er spreekt een nobel instinkt, een
niet al te onzuiver gevoel; nog al opmerkingsgave,
maar niet verder dan tot eigen kring en gedachten:
er is eenig begrip van taal, veel goeden wil, ijver
en zorgzame liefde voor de verdediging van femi
nistische idealen.
In enkele regels streelt liet zelfs als 't geklep
van witte zwanen, 't gewiek van onschuldige duiven
? in reine lucht. Het is bovenal de distinctie, de
zucht tot het goede die ons tot mild oordeelen
doet neigen.
Als roman, zelfs als didaktisch verhaal mislukte
het. Daarvoor is er te weinig samenhang, de opzet,
ontwikkeling en verloop te willekeurig. De dialoog
loopt stroef, de taal over het geheel, ondanks eenige
moderne zegwijzen als ,/wel es", nog es", tam
en stram.
Eén deugd is nu reeds vast te stellen. Het boek
werd eene zedeschets van onze aristocratische
klasse. De exposéhiervan gegeven, de typeering
van het innerlijk verval in deze dameskrmgen en
de zucht tot opbloei, die nu langzamerhand gaat
waaien, vindt uiting in deze z.g. romau van
mevr. Goekoop.
Dat is althans iets. F. R.
(SM volgt).
Uit fle onile doos.
Eenigen tjjd geleden ontving ik van bevriende
zijde een aantal oude famifiepapieren, die ik
volgens belofte, in leesbaar schrift zou over
brengen.
Onder de mjj toegezonden stukken bevonden
zich enkele brieven, waarvan sommige den lezer
in de gelegenheid stelden een blik te slaan op
verschillende eigenaardige toestanden van voor
heen.
Twee dier brieven van de hand van Vader
Cats verdienen, naar het mg voorkomt, zoowel
om den inhoud als om den schrijver, meer al
gemeen bekend te worden.
Het eerste schrïjjven luidt:
Aan de Eerbare, achtbare Juffrou de
weduwvrouw van Sr. Hans van Wely zal., ged.
tot Amsterdam.
Eerbare juffrou.
Desen dient om UE. kennelyck te maecken
dat UE. nicht E.. getrouwt met den lieutenant
de W .. in grote ongelegentheyt ende kleinicheyt
is geraeckt, door sollicitatie ende andere
inconvenienten, die haer uyttermaten kostel. hebben
gevallen in der vougen dat deselve de bulpe
van vrienden ten hoochsten van node is hebbende
en dewyle Godt almachtigh UE. sonderling heeft
gezegent ende dat UE. oock wel de outste zyt
van het geslachte, soo wordt UE. versogt tot
assistentie van deselve UE. liberaliteyt int werck
te stellen ende oock andere vrienden daertoe te
disponeren, hyer synder die de selve ter eere
hebben helpen brengen ende noch by haer wel
willen doen maer de bloetvrienden ende gealli
eerden dienen hyer in voor te gaen, de voorsz.
UE. nicht ofte haer man hebben voorgenomen
den desen UK. selfs te pr-esenteren kont derselver
gelegentheyt nyt verstaan, dit myn voorschryvens
alleen dienende ter eere ende goede van
d'opgem". UE. vrienden.
Waarmede
Zyt Godt almachtich in genaede bevolen.
In 's Gravenhage den 22 Septembris 1650.
UE. gans dienstwillige en ontbekende vrient,
(get.) J. CATS.
Het schijnt dat de tusschenkomst van Cats alles
behalve goed opgenomen werd. Hij ontving althans
geen antwoord en wat hem b\j gerucht ter oore
kwam voorspelde weinig goeds. De ongelukkige
nicht bleef dus van de hulp harer familie ver
stoken en Cats voelde zich daarom genoopt ter
zelfder zake een tweede schrijven tot de «Eerbare
Juffrou" te richten.
Deze brief die ons duidelyker doet zien
hoe de vork in den steel zat was van den
volgenden inhoud:
Aan de Eerbare, achtbare, seer discrete
Juffrou de weduwvrouw van Sr. Hans van Welij
tot Amsterdam.
Eerbare, achtbare ende seer discrete Juffrou.
lek hebbe u eenigen tyd geleden door eenen
brieff bij m\j geschreven gunstel. versocht ten
eynde UE. uytten zegen by Godt almachtich,
aan deselve soo mildelyck verleent soudt willen
doen een hantreyckinge aan UE. nicht K .. (nu
getrout met den L' de W ..) ten eynde deselve
door UE. goetdaedich' soude mogen werden
gesoulageert van haer ongelegenheyt daer in deselve
jegenwoordelyck is vervallen uyt redenen die
ick gelooff UE. bekent te wesen. lek en hebbe
tot noch toe geen brieff tot antwoorde van UE.
ontfangen, dan my is gerapporteert by UE.
mondelinge gezeyt te wesen, dat ik my gemoeyt
hebbe met het huwelyck van de voors.
UEnichte sonder UE. daer in te hebben gekent
ende UE. mitsdien my toestaet sonder UE. te
moeyen haer uyt het myne te assisteren.
Waerde Juffrou gedoocht dat ick een woort
hyer toe mach seggen. UE. nichte was door ick
en .weet niet wat geval in die ongelegentheyt
geraeckt dat ze was onteert ende een kint hadde
gekregen by een jongelingh die haer geensins
en verstont wederom ter eere te brengen zulx
dat UE. nichte daerdoor ondernam Syne
Hoochheyt hoffelycker memorie te solliciteren om ter
eere gebracht te worden denselven volgende tot
int leger toe ende aldaer haer sollicitatie in 't
werk stellende; ick considererende het leger geen
plaetse van tucht te wesen ende ander bedencken
op de voors. gelegentheyt hebbende oock wetende
datter geen apparentie was om den voors. jonge
lingh te disponeren om haer te trouwen om rede
nen hyer te langh om te verhaelen hebbe my
van Godts wegen bewogen gevonden myn gedachten
te laeten gaen om een middel te vinden ten eynde
UE. desolate nicht, daer niemandt van de vrien
den nae haer om er sach ter eere mochte werden
gebracht om niet tot meerder schande te verval
len, daertoe de apparentie niet weinich en was.
Ick hebbe Syn Hooch' gedisponeert een
lieutenantsplaets te willen geven aen de gene die het
nicht soude comen te trouwen ende onder bene
ficie van die ende andere redenen is het huwelyck
tusschen UE. nicht en Mons' de W.,
haarjegenwoordige man geconcilieert wesende deselve van
seer goede vrienden ende toe ter tyt een soldaat
onder de Guarde. Sie daer eerbare Juffrouw wat
ick gedaen hebbe ter eere van UE. ende UF.
geslachte. Want UE. nichte my noch in
machschap noch in swaegerschap eenigermaeten is
bestaande, off ick nu danck of ondanck over tgunt
voors. is behoore te hebben ofte niet laet ick
UE. discretie ende alle luyden met eenen
oordeele. Heeft UE. nicht UE. van dit alles geen
advertentie gegeven ende deselve daerin erkent
sulx stont aen haer. Myn versouck is geweest
ten eynde UE. als voor een bruytschat uyt Uwe
overvloedich' het soudt willen toewerpen, vindt
UE. goedt dat ick haer mede de hart zal openen,
ick en sal my des niet soucken laeten. Hebbe
ick moeyte gedaen ende de grootste van den lande
gemoeyt om haer ende haer vrienden wille sal
over om haer behoufticheyt de hant te bieden
niet weygerich bevonden werden.
Voor besluyt bidde ick UE. my ten minste
d' eere te doen van een woort hierop te ant
woorden opdat ik mach weten wat UE. ende der
vrienden intentie is hyer in te doen.
Hyermede
Eerbare, achtbare, seer discrete Juffrou zyt
den almogenden Godt in genade bevolen.
In 's Gravenhage den 9 Novemb.
1650UE. dienstwillige vrient en dienaar,
(get.) J. CATS.
Hiermede eindigt de correspondentie. De af
loop der historie ligt alzoo in 't duister. Voor
Cats evenwel hopen we dat zijn bemoeiingen met
een schitterenden uitslag zjjn bekroond; doch
ook, dat zyn overgroote ijver geen aanleiding
heeft mogen geven tot twy'fel aan de juistheid
zijner verklaring dat de bewuste jonge dame door
»ick en weet niet wat geval in die ongelegentheyt
(was) geraeckt.
Middelharnis, D December 1897.
ULBO J. Mus.
liiiiiiiiiiiinliiiiMnniimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiii
Taal en Letteren."
Een oude kennis komt zich weer aanmelden
in het nieuwe jaar: Taal en Letteren begint z'n
achtste jaargang.
In een woord »Aan onze Lezers" zegt de
Redaksie:
»Met deze jaargang wordt Taal en Letteren op
nieuw uitgebreid, en wel met de helft van de
vroegere omvang; ook zal het in plaats van om
de twee maanden, voortaan de 15e van elke
maand worden uitgegeven. Wy zullen, meer dan
vroeger, gelegenheid hebben ons onderwijs
Lager, Middelbaar zowel als Hoger, ter sprake
te brengen; we kunnen het Tijdschrift daardoor
ook meer aktueel doen wezen dan tot noch toe,
al zal ons streven tegelijkertijd blijven zoveel
mogelik in iedere aflevering »elk wat wils" te
geven. Met geen grote woorden en veel mooie
beloften bevelen we deze nieuwe jaargang aan.
Alleen delen we hier mede d? inhoud van de eerst
volgende afleveringen, voor zover die nu alvast
kan vastgesteld worden.1'
En dan worden genoemd bijdragen over Bredero,
Maerlant, Staring, Een volksliederboek,_ Vondel,
Asselijn's Jan Klaez, Het nieuwe taalo'nderwijs,
de Volkstaal, de Spraakleer van 't beschaafde
Nederlands, over phonetick enz. een programma
vol afwisseling.
By de aankondiging van de eerste jaargang
werd Taal en Letteren genoemd: een tijdschrift
niet alleen voor de mannen van 't onderwijs, maar
voor alle beschaafde Nederlanders die belang
stellen in de taal en de letterkunde van hun
land. Zeven jaargangen bewijzen dat er niet
te veel gezegd is. En de uitbreiding, die nu
mogelik werd, stelt de redaksie in staat noch
mér te geven, zodat meer noch dan te voren
ieder zy'n gading] vinden zal.
't Moest eigenlik niet nodig zijn, de aandacht
op een tijdschrift als dit te vestigen. Misschien
is 't ook niet nodig. Vooral in onze »dagen van
strijd" moest iedereen van zelf grijpen naar het
beste middel dat er op 't ogenblik in ons land
te vinden is om op de hoogte te komen van wat
er gaande is in wat men »onze taalwereld" noemt.
Over de taalkwestie praat iedereen tegenwoor
dig mee, en iedereen heeft daar recht toe,
want de taal is algemeen eigendom en tegelyk
het biezonder eigendom van elk indieviedu. Maar
toch zijn er heel veel eigenaars die hun eigendom
niet presies kennen, zoals er mensen zijn, die
hun hart (toch ook hun eigendom) met hun maag
(dito) verwarren, en die daarom 't best doen er
zich buiten te houden als er over harten en magen
gesproken wordt, want zij zouden alleen misver
stand teweeg brengen.
»Van ome taal, van mijn taal moeten ze af blijven,
die revolusiemannen", roepen er of ze zeggen
't heel netjes, deftig, op een toon van ongenaak
baarheid. Maar die zo spreken bewijzen dat ze
niet weten waarover de taalstrijd loopt; anders
zouden ze zich niet ongerust maken over 't lot
van de taal, voor wie de jongere school minstens
evenveel eerbied heeft als zij. Laten die
vreesachtigen Taal en Letteren lezen. Een tijdschrift
als dit kan veel misverstand en wanbegrip uit de
wereld helpen. En voor studerenden mag het
met het gewone uitgeverswoord maar in ernst
onmisbaar genoemd worden.
H. J. L. C. A. MEIJER.
40 [cents per regel.
llllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllMIIIIHIIIIIIIIH
1) Onder redaksie van: Dr. F. Buitenrust
Hettema, J. H. v. d. Bosch, Dr. R. A. Kollewijn,
J. Koopmans, Joh. A. Leop ild, Pol de Mout,
J. G. Talen en Trof. J. Vercoullie. Uitgever de
Haagse Boekhandel en Uitgevers -maatschappij.
Tentoonstelling te Barcelona.
Voor de Internationale Tentoonstelling van
Kunst te Barcelona, vormen Arti et Amicitiae
alhier, en Palchri Studie te 's Gravenhage elk
een verzameling van schilderijen, die te zamen
de Xederlandsche afdeeling zullen uitmaken.
De inzending moet vóór of op den loden Fobr.
geschieden, aangezien het bestuur te Barcelona
op dien tijd opgave wenscht van de benoodigde
plaatsruimte en het aantal der in te zenden werke n.
Het gemeentebestuur van Barcelona is belast
met de regeling der tentoonstelling en heeft
voor Holland als zijn vertegenwoordiger aange»
wezen den Heer AndréMulder, Vice-Consul
van Spanje te 's Gravenhage.
Ieder inzender mag ten hoogste twee kunst
werken inzenden.
Alle schilderijen moeten vierkant omlijst zijn ;
teekeningen moeten eveneens vierkant omly'st
en j achter glas geplaatst zijn.
De tentoonstelling wordt geopend 23 April
189S en gesloten W Juni 1898.
De kunstwerken moeten vrachtvrij gezonden
worden tusschen '2 en 5 Maart aan het adres
der maatschappij »Arti et Amicitiar". Alle cor
respondentie, alsook de inzendingsbilletten te
richten aan den Heer John F. Huik, secretaris
der maatschappij >Arti et Amiciti;e".
Foulard-Zijde eo cent
tot f 3.35 per Meter. Japansche, Chineesche
enz. in de nieuwste dessins en kleuren, alsmede
zwarte, witte en kleurige Henneberg-zyde
van 35 et. tot f 14.O5 per Meter effen,
gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240
versch. qual. en 2000 versch. kleuren, dessins enz.)
Franco en vrf| van invoerrechten
in buis. Stalen ommegaand. Dubbel brief
porto naar Zwitserland.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflever.), Zürich.
Hoofd-Depöt
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
Bomaal-WolartMi.
K. F. DEUSCHLE-BENGER,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
MEIJROOS & KALSHOVEN,
A r n li e m.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Heden verscheen bij J. H. DE BUSSY:
De Spoopwegovereenkomsten
van 1890 en 1897/8,
DOOR
T. SAtfOERS, Civ. en tioiud: Imj.
Prijs .... ? O.GO.
Deze brochure concludeert tut onveranderde jiüinu-tniuti
der hangende overeenkomsten, naasting dei' lijm-n van
de H. S. M. eu exploitatie van liet geheele net door
de Kxploif. Maalsch. onder staatscontrole.
Belangrijke Collectie
Oude Kunst.
TOT EEN BEZOEK UITNOODIGEN1).
Jan Mighorst,
rgirma J. v. 'd. (Keuen,
Noordblaak 65, Rotterdam.
Prachtige Boeken,
Rijk Gebonden.
W. A. VAN REES.
Toontje Poland, met talrijke
illustratiën van G. B. HOOYER, prachtig
gebonden, slechts ? 2 50.
Herinneriw/en uit de loopbaan van
een Indisch Officier, met talrijke i
llustratiën van G. B. HOOYER, prachtig ge
bonden, slechts ?350.
Vermeulen Kriegel' en Indisclie Tijjien.
met talryke illustraün van G. B.HOOYER,
prachtig gebonden, slechts ? 3.50.
Alle beroemde Werken van W. A.
VAN REES kosten, prachtig gebonden.
slechts ? 9 50.
Verkrijgbaar büD. BOLLE, Bazaar
van Goedkoope Bot ken, te RoUerdam.
Franco na ontvangst van Postwissel,
waarop verlangde te melden.
Xo. l van den nieuwen (derden)
jaargang bevat o. a.;
La'atste portret van Paus
Leo XIII.
Facsimile van het
borderel uit hetDrey f
usproceSjbenevens de hand
schriften van Esterhazy
en Dreyfus.
Karakterschets:
Marcellus Emants.
Prys per jaarg. ? 7.50; fr. p. p. ? 8.25
Haarlem. DE ERVEN LOOSJES.