Historisch Archief 1877-1940
No 1078
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
YOOEl DAMEjS.
Een tneepraatje.
Dat behoort zoo voor «dames", zoo'n leegzittend
gekeuvel over nietszeggende zaken, waarbij dan
?op bevallige manier een kopje thee «met melk
?en suiker" aan de lippen gebracht wordt.;
Wat zal ik dus op 'ttapy't brengen: den hoed van
mevrouw X., of den boterprys, of de dienstboden?
Dames! Niets van dat el, ten minste niet direet.
Wat dunkt u, van het «passen op de kleintjes?"
Zeer noodig in een huishouden. Ja, zeker, als
het geldt geen onnutte uitgaven te doen, of zich
zelf iets te ontzeggen, doch aan hongerlyders en
dakloozen het schraal verdiende zoo zuinig mo
gelyk te geven.... wat dunkt u daarvan ?
Eene door my' opgenomen, daklooze, jonge
Trouw ging uit schoonmaken, van 8 uur
'smorgens tot 10 uur 's avonds. De afspraak was 80 ets.
?Goed. Zy' kry'gt haar taak op; zy rept zich
wat meer dan noodig, zoodat het werk te 9 K
uur in plaats van te 10 uur gereed is; nu kan
zy wel tot 10 uur met de handen in den schoot
in de keuken gaan zitten, doch zy is liever vroeg
'thuis: «Mevrouw, my'n werk is klaar, zal ik nu
«aar heengaan ?" >Nu al klaar ? Zoo, dan
houd ik je n dubbeltje af, hier is 70 cent, je
hebt anders goed gewerkt." (! ! !)
Ja, zulke dames zy'n er onder ons !
. Onlangs hield eene dame een ander opgenomen
meisje tot elf uur 's avonds, en toen ik voor dat
kind n gulden reclameerde, omdat zy 15, in
plaats van 12 uur gewerkt had, werd my' toe
gevoegd: «By u schynt het ook al «een
socialistenboel" te zy'n." Indien men door «socialistenboel"
verstaat dat de zwakken niet neergedrukt en de
?armen niet uitgezogen worden.... ja! dan is
't by' my een socialistenboel! Ja, mevrouw,
fcy' my wordt veel gezongen en gelachen, al be
zitten verscheidene opgenomenen niet meer dan
twee hemden en 25 cents kapitaal !
A propos,... onlangs werd hier gezegd, dat
my'n projekt «Volkshuis" wel een dure manier
van aalmoezen geven zou kunnen zy'n ...
In de bewoonbare woningen met slechte vuile
donkere trappen, en open los staande emmers in
plaats van W. C.'s zy'n de huren van 1.25 tot
2.50; krotten kunnen gehuurd worden van 0.75
tot 1.50; door de stad afgekeurde woningen
{vochtige, bouwvallige kelders en zolders b.v.)
worden dikwyls toch nog bewoond, voor 50 ets.
of zoo-iets.
Nu was my'n plan goede gezonde, verlichte
woningen te geven voor een prysoweZer den gewonen
standaard, en daarom een lage rente te geven^
uit... menschlievendheid. En als ik zeg: 10
kamers a 1.50 is 15 gl. pjer week, dan bereken
ik er by dat op elke verdieping steeds 2 of 4
kamers open staan, daar de tages 12 of 14
huurders kunnen bergen. Maar dit is niet de
hoofdeigenschap van dit Volkshuis; deze heb ik
ik gezocht 1. In den moreelen steun die van de
Rez-de-Chaussée zou uitgaan. 2. In het
byeenbrengin van vele verzachtende levensomstandig
heden, die te vinden zy'n in de hygiënische
inrichting, het hebben van gaarkeuken, kinder
bewaarplaats en wasschery' in 't zelfde huis en de
gratis vrouwelyke hulp gegeven door my'n opge
nomenen. Dat het idee van zoo'n Volkshuis
door anderen ernstiger is opgevat en onderzocht
blykt 1. Uit de aandeel-toezeggingen die my'
werden gedaan 2. Uit de aanvraag van kleine
werklieden om reeds nu ingeschreven te worden
als a.s. huurders!
Deze laatstgenoemde aanvragen waren my' zeer
aangenaam, omdat ik er in zag dat de «kleine
luy'den'' ook lezen en in zich opnemen wat zy' lezen.
Voor een theepraatje.... wel wat zwaar, niet
waar mevrouw? Nu, dan zal ik u iets zeggen
over het aardige kindertydschrift St. Nicolaas
genoemd. Kent gy' het ? Neem eens een abonne
ment voor uw kleinen van 7?12 jaar; ik ken
verscheidene kinderen die er dol op zy'n en zich
druk bezig houden met de oplossing der raadsels
«n pry'svragen. Het is ook echt Hollandsche lec
tuur niets vertaald; doch geleverd door onze
goede schry vers en sehry'fsters, als: F. van Leent,
Th. Hoven, Titia van der Tuuk en andere; de
abonnementsprijs is ? 3.90 per jaar, er zy'n
talry'ke illustraties in; elke boekhandelaar kan het
bezorgen, het ty'dschrift wordt door de firma
Jacs. G. Robbers, Amsterdam, uitgegeven, waar
op aanvraag een proefnummer gratis te verkry'gen
is, Van gratis gesproken, de brochure «Een
Volkshuis" is ook op aanvraag, gratis te ver
kry'gen by de ondergeteekende 196 Rozengracht,
Amsterdam. Al was het maar om de lieve
teekeningen van mejuffrouw A. Gildemeester, is
zy zeer waard gezien te worden. Deze jonge
schilderes munt vooral uit door hoogheid van
opvatting en fijngevoeligheid in de nuanceering;
terwy'l het stift toch zeer krachtige en juiste
lijnen teekent.
Jammer dat wy nog geen vrouwen ingenieurs
hebben ! ,
Anders zou men 't wagen een woordje mee te
spreken over de rioleering van Amsterdam. Zeer
onpoëtisch.... voorzeker, maar is het dan po
tischer om het in een stad niet te kunnen uit
houden van de stank? Pardon! Wij een
voudige onwetenschappely'ke zwakke sekse
begry'pen niet hoe het mogelyk is voor Amsterdam
te projekteeren wat in den Haag zulken
miserabelen uitslag gegeven heeft. Een kanaal van
afvoer; dus op barbaarsche manier wér
waterverversching, en vogelverschrikking voor onze
Noordzee-badplaatsen, indien dat fiere strand
weer als loozing-bak dienst mocht doen! Gaan
wij terug naar de donkere middeneeuwen ? Waarom
rioleert men onze steden niet naar 't voorbeeld
van niet bewaterde steden in 't buitenland ?
Waarom houdt men onze wateren van grachten,
rivieren, kanalen en zeeën niet zoo rein moge
lyk? My'ne lezeressen kennen waarschy'nly'k de
rioleering van Pary's, waar alle afvoer (ook 't
ménage-water) reukeloos wordt gemaakt en toch
de eigenschap houdt die het den landbouw ten
goede doet komen. Nut, hygiëne en aangenaam
heid gaan daar gepaard. Waarom zou dat niet
kunnen voor Amsterdam ?
My' moet nog by dit laatste kopje thee
een toast van 't hart, op de flinke, moedige,
werkzame commissieleden van de a. s. Vrouwen
tentoonstelling. Het is een bombardement van
activiteit; met breedheid van opvatting en ruimen
blik. Wy, vrouwen van Nederland, zullen dus
ook ons nederig deeltje gehad hebben in de
aureole die de 19de eeuw zal omgeven om er
van gemaakt te hebben: un siècle de travail.
CATHAEINA ALBEBDINGK THUM.
liiiiiiiiiMliiimiiillliiiiiiiiiiiiiiiliniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiimiiiiMiiiiiiii
f erelüe Vromen-orden,
(Slot.)
Van de thans nog bestaande wereldlyke dames
orden is de oudste die van het «Sterrenkruis''
in Oostenry'k. Volgens den Almanach de Gotha
is hy' gesticht in 1068, door Eleonore, weduwe
van keizer Ferdinand II. Er is eene legende aan
verbonden. Het huis Habsburg bezat sinds
eeuwen een oude kostbare reliek, een splinter
van het kruis van Christus. Toen keizerin
Eleonore, eene dochter van Karel II van Mantua,
het kleinood in haar bezit had, ontstond er brand
in hare kamer. Het gansche vertrek brandde
uit, alleen de splinter van het Heilige Kruis werd
ongedeerd terug gevonden in het verbryzelde
reliquienkastje. Ter herinnering stichtte de vrome
vorstin de orde van het «sterrenkruis" waarvan het
verleenen de plichten van vroomheid en liefde
tot den naasten oplegde. Grootmeesteres is
gewoonly'k de keizerin zelve of een van de haar
naast verwante prinsessen. Een bijzonder costuum
is aan de zusters niet voorgeschreven, maar zij
dragen op de linkerborst een ovaal schildje, waarop
de dubbele adelaar en een gouden kruis.
Even oud als het sterrenkruis is de orde van
Sint-Catharina, door czar Peter den Groote in 1714
gesticht, uit dank jegens zijne gemalin die hem
door een verstandigen vrede voor dreigende
Turksche gevangenschap behoedde. Deze orde
heeft veel goeds verricht door het stichten van
scholen en hospitalen; aan veel van wat er in
Rusland op het gebied der humaniteit geschied
is, is de naam van Sint-Catharina verbonden.
Het insigne der orde vertoont op de eene zijde
de beeltenis der heilige, op de andere zy'de een
nest jonge adelaars door de ouden gevoed; het
lint is rood met zilveren randen.
In Beieren vindt men niet minder dan vier
dames-orden. De orde van St. Elisabeth mag
behalve de prinsessen en de dames du palais
maar zes leden tellen, die tot den oudsten adel
moeten behooren. Een beetje minder exclusief
zy'n de «St. Annen-Orden der Damenstifte zu
München" en een dito »zu Würzburg"; de
«Theresien-Orden" is nog wat meer toegankely'k,
en in 1870 is er nog een »Verdienst-Kreuz"
gesticht, dat geen geboorte-eischen stelt en dus
het eenige is dat voor werkelijke verdiensten
verleend kan worden. Het is intusschen duidelyk,
dat hoe meer deze orden gewone ridderorden
worden, des te minder het verleenen en aanne
men ervan een band wordt en eene gelofte in
zich sluit. Toch is de grens tusschen de vroegere
orden, die het opnemen in een gemeenschap
bedoelden, en de latere die alleen het erkennen
van verdienste of het beloonen van een dienst
beteekenen, in 't geheel niet scherp te trekken.
Overigens heeft nog Spanje de orde van
Maria Louisa, die alleen dames uit de voor
naamste geslachten opneemt en het bezoeken der
ziekenhuizen verplicht stelt; het ordeteeken is
een achtpuntig kruis, wit en lila geëmailleerd,
met de beeltenis van den Heiligen Ferdinand.
Portugal heeft een dergelijke orde in de
SintIsabella; het beeld der heilige op een gouden
veld, aan rose lint.
Ook Pruisen heeft twee dames-orden, de
Louisa-orde, reeds uit 1814 dateerend en door
Friedrich-Wilhelm III verleend aan de vrouwen,
die zich in de bange dagen voor het vaderland
verdienstely'k gemaakt hadden (blauw email met
een kruis van zwart en goud); en het
»VerdienstKruis", dat in 1891 gevestigd is, onder dezelfde
omstandigheden als het Beiersche Kruis van
Verdienste, de Saksische Sidonie-orde en de
Wurtembergsche Olga-orde.
De jongste dames-orde is het Roode Kruis van
Engeland, door koningin Victoria in 1883 inge
steld. Opmerkelyk is het dat Engeland hierin
zoolang is achtergebleven. De andere Engelsche
dames-orden, de Keizerlyke orde van de Ster
van Indië, is eerst van 1878. Het Fransche
Legioen van Eer wordt ook nog niet lang aan
dames gegeven; de eerste die het kreeg was eene
liefdezuster. Zoo worden ook andere orden, b.v.
de ->Wendische Kroon" in Mecklenburg, aan
dames verleend. Turky'e heeft reeds sinds 1880
de Chefakat, Perziëreeds sinds 1873 de Dames- |
orde. Ook Mexico had eene orde, die niet meer [
verleend wordt, maar waarvan nog leden be
staan, de St. Carolns-orde, aan dames verleend
wegens «vroomheid, nederigheid en liefdadigheid."
Gely'k men ziet, is langzaam en geleidelyk van
eene gelofte voor het leven, het orde-insigne
eenvoudig een eereteeken voor hofceremoniën
gaan beteekenen. Daarnaast intusschen zijn,
zonder den op de verbeelding werkenden toestel
die daarvoor in vroeger tyd noodig was,
vereenigingen verrezen, die zich hetzelfde ten doel
stelden als de vroegere orden: krankenverpleging,
het oprichten van scholen, het stichten van
hospitalen, het bevorderen van welvaart; de
stichtsters van deze vereenigingen, buiten
kerkely'ke wy'ding of vorstelyk presidium om, zy'n
feitelijk de opvolgsters van Sinte Syncletia en
Sinte Gertrudis.
IMIIMlIllimillllMMMIfHIMn
Mode. De Engelsche meisjes. Kinder
bescherming. Vrouwen van genieën.
Het huwelijk. De harem verdedigd.
Gemsleder. ? Recepten.
De wonderly'k zachte winter heeft op de mode
een zeer sterken invloed gehad. Als wachtwoord
was door de groote ateliers uitgegeven: bont en
nog eens bont. Jacquetten, collets, mantels,
costuums, alles was met bont gegarneerd. Al
heel spoedig lag wie het had het in de kast, en
wie het niet had, kocht het niet; men riep om
voorjaarsgoed. De ateliers intusschen hadden het
druk met de soiree- en theatertoiletten, de
carnavalscostumen en de elegante visitejaponnen,
zoodat er op dit oogenblik overvloed van werk is.
en overvloed van nouveauté's, want de vindingen
in avondtoilet en die in voorjaarscostumes worden
naast elkander tentoongesteld.
Schotsche ruiten liefst in de combinaties
blauw, groen en violet, met smalle gele en zwarte
filets, worden te Monte-Carlo veel gezien ;
ook Engelsche coupe is daar in gunst. Nog steeds
hebben lange vrouwen iets voor, want men neemt
de patronen liefst dwars; ook zy'n er stoffen
die geheel daarop berekend zijn, ais het mooie
plissétravers, waar van afstand tot afstand twee
smalle dwarsplooien ingeweven zy'n.
Wat de coupe der rokken betreft, is er een
stry'd tusschen de huizen Worth en Paquin.
Worth begunstigt de robe princesse. Paquin heeft
iets nieuws verzonnen, een naad van voren in
het midden, dit is dan de eenige naad in den
rok. De japon spant dan toch om de heupen
en bly'ft van onderen wijd ; het is met deze coupe
noodig, hem op de draagster te mouleeren. Het
corsage en de mouwen verliezen hun overdrijving,
ofschoon nog de blousevorm van voren veel
gezien wordt. Aan de mode der Russische blouses
ontleend zy'n nog de jabots aan n kant, de
revers, choux, volants, zelfs cravates aan n
kant van het corsage.
Iets nieuws zijn de robes vieux Delft. Men
laat op zwart gaas de patronen en figuren van
oud-Delftsch in blauwe verf schilderen en draagt
ze op een transparant van dezelfde kleur. Voor
een enkelen keer kan dat wel aardig zijn. Ook
veelkleurige bloempatronen schildert men op wit
of zwart gaas en draagt ze op gekleurd transparant.
Het huis Paquin, hierboven aangehaald, leverde
ook de toiletten der meeste actrices die in
Lavedan's comédie Le nouveau jeu sensatie gemaakt
hebben. Veel incrustaties van borduursel, veel
zwarte chenille, zwarte tulle, zwarte taf om aan
deze borduursels van staal en pailletten relief
te geven.
* *
*
In het Temple Magazine van Januari is de
schrijfster Sarah Grand, die toch tot het jongere
geslacht en het vooruitstrevende behoort, de geest
verwante van de oude dame Lynn Linton, die
nooit genoeg kwaads zeggen kan van de Engelsche
meisjes dezer dagen. Sarah Grand zegt: »Zy'
hebben gewonnen in kracht en verloren in
liefelijkheid. Het moderne meisje is om te zien
flink en verheugend, maar het onderzoek naar
hare gevoelens geeft soms groote teleurstelling."
Sarah Grand is in het buitenland geweest,
en komt nu terug.
«Pynlijk treft my' het feit, dat mijn jonge
landgenooten in gedrag en manieren zoo achteruit
gaan. De jongens zijn dezelfde gebleven, maar
de meisjes hebben haar natuurlijk bevallig gemis
aan zelfvertrouwen verloren. Het meisje acht
zichzelf te hoog, anderen te laag. In ruil voor
al wat de maatschappij haar tegenwoordig geeft,
onafhankelijkheid, physieke ontwikkeling, oplei
ding in alles, weigert zij het eerste wat van haar
gevraagd wordt. Zij heeft een tegenzin tegen
onbehagelijke menschen. maar geeft zichzelf heel
weinig moeite om te behagen. Als zij uit haar
humeur is, verbergt zij dat volstrekt niet. Thuis
is zij zelfzuchtig, in gezelschap is zy alleen
vriendelijk wanneer zij zich amuseert. Zy' loopt
met een stap, baant zich met de ellebogen een
weg, weigert aan ouderen of zwakkeren iedere
toegevendheid en draagt in haar blik en haar
houding het afstootende devies ten toon : »ik ben
op zy'n minst even goed als gy." Dit schynt
slecht opgevoed en onhartelyk."
Sarah Grand stelt daar de vriendelijkheid tegen
over waarmede in andere landen de vrouwen
hare aantrekkelykheid verhoogen. «In Frankry'k
toont iedere vrouw, van de waschvrouw tot in
den hoogsten kring, de gemakkelijkheid, de een
voudige gratie en distinctie, die by ons als het
privilegie der hoogere standen beschouwd wordt,
en ook daar verdwynt."
* *
*?
In de Fortniyhtly lieview betreurt Mrs. France
C. Low het, dat in Engeland niet zooiets bestaat
als het Kinderschutzverein met al zy'n vertak
kingen in Duitschland. Het baby-farming en
engelenmaken zou minder voorkomen, meent zy,
door eene zorgvolle organisatie. In Duitschland
is er een comité, bestaande uit dames en leden,
in ieder district; tot haar wendt zich de jonge
moeder die voor haar wettig of onwettig
kind niet langer zorgen kan. Directies van hos
pitalen, accoucheurs, vroedvrouwen, hebben het
adres van dit comité.
Dit comitéheeft een lijst van fatsoenly'ke
betrouwbare vrouwen, die voedster-inoeder willen
zy'n. De leden behouden het recht op iederen
willekeurigen tyd naar het pleegkind te komen
zien; hoe het geld zou moeten worden opgebracht,
ten deele zeker door de moeder, ten deele door
weldadigheid, ten deele door gemeente- of arm
bestuur, zou een andere quaestie zijn.
* *
Volgens Mrs. Virginia Crawford zou Alphonse
Daudets talent nog meer tot ontwikkeling geko
men zijn, als hij niet zoo gelukkig getrouwd was.
Van de vrouwen van mannen van genie is altooi
kwaads gezegd; Xantippe was niet goed genoeg,
Mad. Daudet was nu weer al te goed.
«Dat Daudet's thuis buitengewoon gelukkig was,
kunnen al zijn vrienden getuigen. Maar mij schynt
het twyfelachtig of dat leven van een welvarend
bourgeois dat vooral zy'ne vrouw hem bezorgde,
wel de hoogere belangen van zijn kunst diende;
of hij niet beter zou gevaren zy'n in een dak
kamertje in het Quartier Latin, nog beter, ergens
in een dorpje in Provence, en of zijne om
geving, zy'n huwelijksgeluk, niet een dichten muur
trok tusschen hem en dat Proveo<;aalsche leven,
waar hy' zijn beste inspiraties aan ontleende.
Zijn gratie, zy'n spontaneïteit leden onder dat
omgeven met koestering, welvaart en respect;
in dit opzicht heeft Madame Daudet zeker eenige
verantwoordelijkheid."
* . »
Mrs. Mona Caird, die indertijd de groote vraag
opwierp: »Is Marriage a f'ailure ?" heeft nu een
boek doen verschijnen: The Morality of Mar
riage (240 pag. London, George Ardway) waarin
zy' met de bekwaamheid die zy bezit, met op
rechtheid en eenige bitterheid, de vraag, die toch
den grondslag van onze beschaving en
maatschappy' vormt, bespreekt. Het boek bevat
hoofdzakelyk opstellen, die reeds hier en daar ver
schenen zijn, maar nu gegroepeerd onder zes
hoofden: De emancipatie van het gezin, Het
huwelijk, Het tehuis der toekomst, De zedelijk
heid van het huwelijk, Eene verdediging van de
vrije vrouw en Phasen van menschelyke ontwik
keling. Het boek is natuurlijk uiterst belangryk,
en over ieder der hoofdstukken kunnen in ver
schillenden zin, reeksen van artikelen geschreven
worden.
* *
In The Humanitarian schrijft eene dame die
twee jaren gouvernante geweest is in een harem
te Caïro, en daar de dames van het hof gesproken
heeft, allerlei goeds van den harem, vooral in
de armere klassen. »Ik wil niet zeggen dat er
niets kwaads is in het lot van de Oostersche
vrouw, maar vele harer beklagen toch hare
Westersche zusters, die niet de onschendbare
afsluiting van den harem tot bescherming hebben.
Waar voor een gansch gezin de eenige woning
een armoedige hut is, heeft zij nog hare eigene
«geheiligde" verblijfplaats; haar zwagers, haar
schoonvader, geen van de ruwe bloedverwanten
van haren man mag daar binnendringen, evenals
buiten de deur of op reis haar sluier haar be
hoedt. Menige Westersche van haren stand zou
op eene dergelijke bescherming jaloersch kun
nen zijn."
* *
*
Een prachtige stof om op te «handwerken" is
gemsleder. Men kan er bij voorbeeld een canap
kussen van maken, dat men beschildert of met
zijde borduurt. Men kiest de zachtgekleurde
gladde vellen; het patroon kan men er op ver
schillende wys, met doorprikken, decalqueeren,
op overbrengen; wil men het met een strijkijzer
doen, dan moet men erg oppassen, om het leder
niet te doen schroeien of opkrinkelen. Bij het
schilderen op gemsleer met olieverf, moet men
de verf heel droog netnen, anders vloeit het
allicht, en het gemsleer bijzonder strak spannen:
als het af is, mag het wel drie dagen drogen.
Werkt men het met zijde, en neemt waschzijde,
dan kan men het wasschen zoo dikwijls als men
wil. Als rand een slappe volant van liberty zy'de.
Crème a la vanille frite. Men maakt een dikke,
goed gare crème a la vanille, snijdt ze in ruiten,
wentelt die in eiwit en paneermeel, bakt ze op
een hevig vuur en bestrooit ze met suiker.
Eenvoudige bowl. Men schilt van chinaasappelen
zoo dun mogelijk de buitenste laag af, doet ze in
een flesch en giet er zeer goede spiritus op. Van
dit extract kookt men een wijnglas vol met een
liter water, een half kilo suiker en 30 gram
citroenzuur; dit is een uitmuntend limonade
extract. Hiervan geeft een wynglas geur genoeg
aan 2 a 3 flesschen goedkoope wijn; de smaak
van de alcohol is daarbij geheel verdwenen. Voor
den bowl kan men ook appelwijn gebruiken of
voor een deel bessenwijn.
E-e.