De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 27 februari pagina 11

27 februari 1898 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 1079 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 De verkiezing van Mr. v. Delden in het district Deventer I>e liberale concentratie. Kerdijk Gerritsen Mees tweeërlei aandoening in hem: de verklaarbare blijdschap van mij deelgenoot te kunnen maken, en de diepe eerbied, die hem zelf bezielde, bij de gedachte aan dat groote mysterie Meer om wat te zeggen dan wol om een indruk weer te geven, hernam ik: maar je ziet er toch allesbehalve uit als een krijgsraad, al wil ik geenszins ontkennen dat er bijwijlen iets strengs in je trekken ligt. 't Bleek mij dat ik nu de goede snaar had aangeraakt, want Sjoerd ontknoopte zijn jas en zei, wat praat ge van een krijgsraad, denk je dan dat krijgsraden alleen secreet kunnen zijn?... Hij keek eens om naar de deur om te zien of' die wel dege lijk dicht was, en toen naar de vensters .... wendde daarop zijn hoofd om en om als wilde hij onder/.oeken of' er niemand buiten ons tweeën in de kamer kon zijn, en vroeg mij : zijt gij er wel zeker van, dat ze daar buiten in den tuin niet door de gordijnen kunnen gluren ? Toen hij uit een onwillekeurige beweging van me moest op-na ken dat zijn achterdocht mij begon te ontste<n:nen, wm'cte hij mij met zijn wijsvinger, als verzocht hij mij een beetje naderbij te komen, haalde een dikke rol papier te voor schijn en fluisterde meer dan dat hij sprak: Brom neijer: St! maar ge belooft me op uw woord van eer dat gij er tegen geen mensch iets van zeggen zult... de hand daar op V... Natuurlijk om een eind aan 't gezeur te krijsen gaf ik hem vijf vingers, die hij weer losliet met de woorden :... ?hier is nu het beursplan!, waarop hij zwijsrend een zestal vellen papier van verschillende grootte voor mij op tafel ontvouwde. Had Sjoerd op dit oogenblik mij aangekeken, hij zou ge merkt hebben dat de importantie van zijn geheim mij een weinig tegenviel maar hij had het gelukkig te druk met het uitstrek ken en vlakleggen van de weerbarstig omkrullende stukken; iets wat hem verplichtte alle mogelijke kleine voor werpen, die hij bij zich droeg of in de kamer kon machtig worden, op de uiteinden der teekeningen te plaatsen, zoodat het geheel weldra geleek op een uitstalling van portemonnaies, lucifersdoosjes, scharen, knipmessen, inkt kokers, aschbakjes enz. Toen hij, of liever, wij, daarmee gereed waren, was ik mijzelf genoeg meester om mijn teleur stelling te verbergen, en alsof dat B3ursgeheim mij even als hem ter harte ging, begon ik: Wel, wel Sjoerd, daar is heel wat aan te teekenen geweest; van alle geheimen, die mij ooit op schrift zijn toevertrouwd, is dit wel het grootste, en ofschoon het zoo als het daar voor je ligt, zoo klaar is als de dag... je kunt er zeker van zijn dat ik er niet veel ?van navertel. Maar hoe vind je het nu ? vroag hij. O,:h antwoord Ie ik, in architectuurzaken ben ik niet moeilijk; 011 je de waarheid te zeggen daar hebben wij hier in de Bocht jij mis schien uitgezonderd niet het meeste verstand van. Hoofd zaak vind ik altijd dat er goed geheid wordt, de gevel een kleine helling heeft, zoodat het regenwater kan afl oopen, een deugdelijke afvoer van goot- en hemelwater, ean flink closetstelsel, hooge vertrekken en d in veel ramen. Veel ramen vooral; licht en lucht begrijp je, en mij dunkt als ik dat daar zoo zie, aan ramen heb je niet te kort. lic begon meteen te tellen en kwam juist op No. 61 van de Damrakgevel, toen Jacob tikte en een brief binnen bracht, wat ten gevolge had, dat Sjaerd onthutst opsprong om 't electrisch licht uit ts draaien, waarvan het knopje zich op een paar pas afstand van zijn stoel bevond. Dat is nu geen manier van doen, riep ik, nog vóór Jacob weer de deur uit was, en met een was ik de tel kwijt, Waarom zoo wantrouwend toch, vervolgde ik; denk je dut mijn huisknecht zich voor jou Beursplan interesseert, geen kwestie van, of' 't zou je eigea beurs moeten zijn, als }\\jdie gappen kon! Sjoerd lachte haast, en zei: neen Brommeijer, ware het Jacob alleen, maar ik verdenk hem sterk van in relatie met Nolting te staan, wel eon leek in 't bouwvak, maar toch menigmaal ook «specialiteit". Korn, zeg ik, al was dit nu zoo, wat zou Jacob dien Nolting kunnen vertellen, dat hij nog niet wist. Dit plan is hem immers bekend. Je raadsleden Neen, schudde Sjoerd, enkele commissieleden, maar juist mijn raadsleden zijn niet op de hoogte van dit plan. Een geheim, dat ge aan vijf en veertig rnenschen vertelt, ge begrijpt, dat blijft geen geheim, men zou 't even goed aan den omroeper kunnen toevertrouwen. Daarop, met, een ietwat verhelderd gelaat, nu hij zich weer v;-il;;> :TOvoelde, kwam hij vlak voor mij staan, blijkbaar om zijn hart voor me uit te stor ten. Zie eens Brommeyer, wat is het oreval ? Gijlieden woudt en zoudi, een nieuwe Beurs hebban. Kom, zei mijn wethouder van toen, wij geven ze een nieuwe B ;urs, langer geen gezanik. Ik zeg : ja Mijnheer Treub, maar dat gaat niet zoo gemakkelijk, de belanghebbenden, da deskundigen, het publiek.... Ik begrijp u, antwoordde Treu'j, die hebben allen recht van spreken ? maar op zijn tijd: niet vóór zijn tijd. Wij maken _ tle zaak klaar on als zij klaar is dan kome de kritiek. Eerst een beursplan aannemen, vervolgens dat plan uitvoeren.... dat is onze bevoegdheid .... en daarna, als de schutting om het gebouw wordt, afgebroken aan ieder de meest onbeperkte vrijheid om ons te prijzen of te laken, te vloeken of te zegenen ; zoo loopt de lijn van de demo cratie. Ik zelf was, minder gesoigneerd in de leer der democratie opgevoed, aanvankelijk weifelend, maar mijn wethouder maakte mij de zaak óó duidelijk, dat ik hem wel kamp moest geven en ge zult u herinneren, wij gingen dien koers uit. \Vij prepareerden alles met gesloten deuren, en riepen alleen de lui, die we onmogelijk thuis konden laten er bij; we bes'oten zonder gelegenheid te geven tot nader onderzoek. Wij namen, orn toch maar zeker te gaan, een plau aan vóór we nos; een ontwerp bezaten want we hadden ons zoo degelijk ingericht, dat we zelfs dat konden missen, aangezien wij beschikten over een architect en hier moet ge vooral on letten : we beschikten over een architect, waarvan Treub zeker wist dat hij een mooie B3iirs zou bouwen, neen, esn model-beurs met een gevel van pi.m. 140 meter lengte; een kleine of wilt ge een groote wonderdoener, bij goedgunstige beschikking des Hemels, juist anno IS >7 in zijn hoogste bouwkundige kracht. Goei, de zaak is klaar; het ontwerp is er nu e:i zooals ge ziet voldoet aan je stoutste verwachtingen. Een beurs nietwaar, geen kazerne, geen gevan genis, geen entrepot, een b°urs zoo als een beurs wezen moet, met geschutspoorten en toch geen fortilieatie. Zoo stevig, zoo ernstig, zoo plechtig als een brandkast, met een torentje er aan, zinnebeeldig, voor de hrandschel. En w U beleef je nu? Een opkomend lawaai als daar aan de Seine. Mijn Beurs, zoo onschuldig als Esterhazy, in verdenking afbracht. Smadelijke achterdocht, schandelijk wantrouwen. Wij, de bevoegden en geroepenen hebban onzen plicht vervul l als nauwgezette rechters en uitspraak gedaan, maar daar komen onze bedillers en belagers. En wie? Sjoerd werd zenuwachtiger en zenuwachtiger, zoodat hij button te spve'ten op onregel matig geaccentueerden toon. E;i wie? flebt, ge het verslag gelezen van de laatste zitting der Kamer van Koophandel, wat mij bewoog tot een overhaasten terugtocht, want ik ben nog bij lange na niet hersteld? I'c knikte. Daar zie je niemand minder din Habrac'u als onze Z >la, v.d. Wall B ike, met, zijn twee mimen ais onze Seheurer-Ke.stnar, Ausf. Heudriehs met hatelijke bamei'k.iujrövi, wie had dat, ooit kunnen denken, als onze Clétnenceau, rloldrinic nU Trarieux, Iljuians als Jauroi, en zoo waar, daags da-traan zie ik mr. L'ibori te voorschijn treden in ile go hnnte van Ciiaries. Daar hebt ge nu al den invloed vaa dat laster-proces ... een aan slag op het heilige, volstrekt» minachtin-r voor het gewijsde, een uitiluiting van hel, geheim, een ondermijning van het gezag, in u woord: het revolutionair verzet tegen Treub's democratie in actie! Vening zweeg evan en scheun mij di >per ontroerd dan ik hern ooit had waarde n->m.3-i. M i ir, z 'O hervatte hij, we laten ons niet van de wijs brengen. Nee:i .«4 ik, dat, zou ik in jou plaats me ook niet laten doeii. Je lio:idc eenvoudig het hoofd er voor. Ja wel, knikt?, hij; d u zal ik ; ik sta niet alleen golu'skie ik heb mijn. de P ;il.e ix, m ju Mercisr, mijn du Paty de Clam, mijn B >i-<denVe. V.i'i ai' lil.ig sprak ik Blooker nog, en die vertelde mj d.tt v. N;erop hem in den Raad had toegeroepen : Blooker liever een coup d'état dan publicatie of Revisie!! Inderdaad, zei ik, mede ietwat opgewonden, bij dit aanste kelijk voorbeeld, ik kan niet begrijpen, wat ter wereld aan leiding tot cenig wantrouwen KOU geven. Goed begonnen is 't halve werk, en zoo dikwijls ik die schutting op't Damrak aanschouw, denk ik bij me zelf daar zit een genie achter! Wie heeft ooit in degelijkheid en geacheveerdheid haars gelijke gezien ? Met zoo'n schutting er om heen, vóór er een paal in den grond is. staat je beurs er half. ... Ja, zei Sjoerd, met iets blijmoedtga in zijn oogen, en Brommeijer ge moest in die aannemerskeet eens komen, 't, lijkt wel een renteniershuisje met een hof. 't Kwam mij ook zoo voor, zei ik w «er een zinnebeeld van onzen groot handel ; wel wat menist, maar dat zal hij zoo hebben opge vat, om de Van Eeghens, denk ik... Ja en weet u, wat al dia lange omgebogen ijzeren pun ten langs de bovenste planken bedoelen !J Neen hè? Nooit meer zoo iets gezien, zei ik. Nu, ik zal u ook dit in ver trouwen meedeelen: dat is het geheim van den architect. Bij deze geheime geschiedenis wil ook ik mijn geheim heb bon, heeft hij ons geschreven. Maar wat dat nu eigenlijk beteekent weet geen mensch! 't Was nog maar pas half' tien, daar stoof Thêrèse bin nen, een hooge k'eur pp de wangen, en zonder op Sjoerd te letten, sprak zij driftig: Papa, heeft u't al gehoord, de jury heeft Zola schuldig verklaard, hij is veroordeeld tot de maximumstraf! Hoe vindt u dat nu? Is 't geen schande! Bravo! riep Vening, geheel tegen zijn gewoonte luid in zijn handen klappend. En, vervolgde Thérèie, bij het naar huis gaan hebben z;3 hem haast vermoord! Hiar oogjes schoten vonken. Flink zoo, zei Sjoerd, het geheim is gered! En daarop kwam hij in nog feller geestdrift, dan waarin ik hern ooit gezien heb, zelfs niet toen hij met v. Houten en Bram de Wit in het tentoonstellingsjaar mijn kamer uitdanste. Ah! zoo riep hij, wat zullen Hubreeht, Hendrichs, v. d. Wall Bike en Hijmans nu wel zeggen! Weg met Zola! Leve Ester...!! Verder bracht hij 't niet, want ik gaf hem een stomp in zijn rug en wees- hem op 't beursplan daar voor ons. Thurèse vloog wild van ver ontwaardiging de deur uit, en Sjoerd greep verschrikt naar de teekeningen. die hij de een na de ander oprolde. Dank je wel Brommeijer, sprak hij op zijn vriendelijksten toon, daar had ik rne haast vergaloppeerd! Dat is een last met het geheim; zoo goed als het mag wezen om er democratisch mee te regeeren, het heeft dit met den leugen gemeen, je moet daarbij erg op je tellen passen. Ofschoon het mij, gelijk de overgroote meerderheid van mijn collega-beursbezoekers geen snars kan schelen, hoe zij dat nieuwe ding inrichten, het deed mij toch genoegen te merken, dat er in de manier, waarop Sjoerd zijn plan wilde uitvoerer., een politiek systeem zat. Daarom stelde ik hem gerust en moedigde hem nog een weinig aan. Korn, zei ik, al kwam het ook, vóór het tijd. is, uit, wat voor een beurs jullie den Drimrakkers voor hun neus willen plakken, nu Zola voor een jaar de doos ingaat zullen zijn navolgera hier ter stede zich wel koest houden; voorloopig hebben jullie niets te duchten, daar is weer eerbied voor het gewijsde. Toch scheen Sjoerd niet heeemaal zeker van zija zaak; want bij 't heengaan, keerde hij zich nog eens even orn en fl irsterd mij in 't oor: Za* Brommeijer, gij kent nu 't plan; spreek o t' schrijf eens een kalmeereud woordje! Half en half heb ik ja gezegd, en ofschoon, ik er niet toe verplicht ben ik doe het bij deze.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl