De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 6 maart pagina 7

6 maart 1898 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

iosa DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. By H. D. TJJSKNK WILLINK, te Haarlem, verscheen zooeven: J O Zf E B IN E Nederlandsche Familie-Roman DOOB Cd. BUSKEN HÜET. Met een voorwoord van G. BUSKEN HUET. INHOUD: Een oud-gouverneur der Molukken. De oud-gouverneur rigt zich in. Haagsche kennissen. Een mishuwd marine-officier. Binnenlandsche reisplannen. Wy zullen elkander "wederzien". Jozefine verlaat de kostschool. Jozefine tehuis. De bezoeken van Henri Wilson. Regenachtige Zondagen. De heer van Alkemade tusschen twee vuren. De heer Efraïm komt Salomon Bisschof een voorstel doen. Salomon Bisschof ontmoet Karl Heinzen. Dokter van den Ende verhaalt zyne levensgeschiedenis. Letter- en zedekundige onderstellingen. Laatste nieuwe kennissen. Hoe Salomon Bisschof aan kapitaal kwam. De heer van Alkemade stelt orde op zyne zaken.?Henri Wilson op proef gesteld Jozefine aan het werk. Jozefine verrekent zich. De schrijver filoso feert. Nogmaals drie maanden later. Besluit. Pr(jg ?1.90; gebonden ?2.40. iimimiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiij HIIIIIIIII1HIIIIIII1IIIIIIMIIII1IIIIIIIIHI1IIIIIIIII INSTITUUT VILLA LONGCHAMP Ouchy-Lausanna. Bestaat sedert 20 jaar. Internationale Handelsschool. Nieuwe Talen: Fransch,Engel8eh,Italiaansch, S,aansch, Russisch,enz Alle handelsvakken. 7 leeraren, 2 huizen, Vrije ligging aanjiet meer. Prospectus met vele photografiën gratis. De Directeur. Zuid-Hollandsche J. VAN HEES. Leiden. ROOMBOTER per 21/2 Kg. ? 2.80, per 5 Kg. ? 5.40, per 10 K?, ?1025, per 20 Kg. ?20. ROOMKAASJES van ongeveer 2 Kg. ? 1.35 p. st. ft Kg. Fyne Leidsche Kaas ? 2.25 41/3 Füne Gouda Kaas 235 Steeds ouder nauwkeurig toezicht be reid Fr. rembours door geheel Nederland. VRAAG de Ontbijt-, Snkadekruid- en diemberkock van B. J. LINDEBOOM & ZONEN, Fabriek de Nederlander", Prinsengracht 579, ^^-< unrifP AMSTERDAM. t}OHden ^****«iN^/A Verzending naar alle landen. Vraag PryV Medaille Brussel 189 L****+ courant. Gouden Medaille Amsterd. 1895 Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid OPROEPING. De Commissie voor «Huisarbeid" acht het gewengcht nog eene laatste oproeping te doen, daar het oogenblik begint te naderen waarop zy zekerheid wenscht van allen, die willen inzenden. Wél is er t\jd genoeg om de beloofde arbeid desnoods nog te beginnen, maar zy' wil vooruit waarschuwen, om zoo min mogelijk teleurstelling te veroorzaken. Primo Mei moeten alle inzendingen gereed zjjn; de inzendsters kry'gen rst nog bericht waarheen zij hare inzendingen moeten adresseeren. Daarna hebben zy' nog zes dagen ty'd, doch nu den zesden dag wordt geen enkele inzending meer aangenomen. Wie nu mee wil werken om de afdeeling ?Huisarbeid" te verreken en te verfraaien met nuttig of sierlyk werk en dat nog niet heeft aangegeven, wachte dus niet om zich spoedig aan te melden by' een der ondergeteekenden. Eene bekwame winkelhoudster is aangenomen, waardoor de inzendingen veel kans hebben om verkocht te zullen worden. Ook wil de commissie er nog op wy'zen, dat werk van allerlei aard gaarne zooveel mogelyk aangenomen wordt (verstelwerk is nog weinig aangeboden). B\j het vele fraaie en nuttige, dat zy' hoopt te laten zien, mag een flink versteld stuk onder goed en kindergoed niet ontbreken. Brei- en naaiwerk wordt alleen aangenomen van ouden van dagen of ziekelyken. Eene flinke, wakkere vrouw vindt wel iets beters of mooiers te doen; dat hoopt de afdeeling «Huisarbeid" te bewijzen. Namens het bestuur, de rubriek- commissie voor ?Huisarbeid": mej. Marie Jungius, Presidente, Kanaalweg 43, Scbeveningen ; (voor Zuid Holl., Utrecht en Gelderland) mevr. N. Roll-Strikwerda, Secretaresse, Walenburgerweg 69, Rotterdam ; (voor Zeeland, Overijssel en Limburg) mej. E. C. Holtius, Penningmeesteres, Bazarstraat 34, Den Haag; (voor Groningen en Drenthe) mej. M. Meyboom, Archivaris, Riouwstraat 153, Den Haag; (voor Noord-Holland) mevr. E. Knuttel Rjosenbnrg, »Huis op Duin" b/d. Witte Brug, Den Haag; (voor Noord-Brabant) mevr. J. van Gyn Maas Geesteranus, Riouwstraat 12, Den Haag; i (voor Friesland) mevr. N. Hopperus Buma, Burmaniahuis, Leeuwarden. Kunstenaressen te Berlijn. Eene epide mie. Medische school te Moskou. Hors d'oeuvre. Becepten. De vereeniging van »Künstlerinnen und Kunstfreundinnen" te Berly'n heeft weer haar jaarlyksch gecostumeerd bal gegeven en het is schitterend geslaagd. Alles wat zich voor kunst interesseerde en er eenigzins mee in betrekking stond, was verschenen, wel te verstaan alleen de dames. Reeds kort na het begin der party bewogen zich in de groote zaal der iPhilharmonie" meer dan 2500 gasten ; op de invitaties had gestaan »in sprookjesland", en de zaal bood dan ook een feëriek decor. Van het plafond hingen naar alle kanten bloemfestoenen, de loges, drie en vier ryen hoog, waren met bloemen bekransd, en op het podium werd een elfendans uitgevoerd, gevolgd door een duivels-intermezzo en heksensabbat op bezemBteelen. Ook de verdere deelneemsters waren vooral in sprookjesdracht uitgedost. Minnestreelen, ma giërs en sterrenwichelaars,de geesten van denParnas en de onderwereld, de sagengestalten van Indi en Egypte, de geesten van bosch en veld, waren toegestroomd. Roodkapjes, Asschepoetsters, schoone slaapsters, de «Schotel erwten" waar duiven om heen fladderden, al de prinsen en pages der legende waren vertegenwoordigd. Het dappere looden soldaatje van Andersen stond op n been, maar sprak enkel Deensch; ook de herderin van Saksisch porselein en haar bruigom de schoor steenveger waren er, met den dikken Chinees, en de varkenshoeder met zy'n doedelzak. Plot seling baanden zich de zeven Zwaben met hun lange spies een weg door de menigte, en zongen hun Zwabenlied. De leidster der vrouwenbeweging was verkleed als Frau Sage, in gry'ze sluiers, boven het karakteristiek gelaat den klimopkrans, in de hand de blauwe bloem der legende; bij haar zag men Salome en Herodias in prachtige costumen. Op eene sphinx naast den escalier d'honneur zat de eerste Duitsche doctores in de rechten en blies lustig in den horen; eene doctores in de medicynen met hare zuster kwamen als Kansel en Grethel. Ook de peperkoekvrouw was er, (Frieda Schanz), en verkocht in een kraampje harten van peperkoek. Er waren tallooze travestis, de drie koningen, Parsifal, Papageno met Papagena, de Bremer stadsmuzikanten, tallooze Rautendeleins, een menscheneter, die voortdurend maar kleine kinde ren at, en er zelfs van presenteerde, een jonge duivel met zy'n grootmoeder. Ook de heele Struwelpeter was verschenen, de duimzuiger en Hans-kijk-inde-lucht, en al hun vrienden en vriendinnen, diverse ondeugden vertegenwoordigend; voorts het dierenryk, muizen, kikvorschen, wolven, hazen, ezels, kalkoenen, cochinchina's, ratten, eekhorentjes, vlinders en ook een ooievaar. Er waren zonnen, manen, sterren, engelen, alle bloemen van lente en zomer, en representanten van alle mogendheden, tot zelf de ex-vice-koning van Kiaotschau met vrouw en gevolg. Hef dansen was natuurlijk zeer gracieus; het feest duurde tot laat in den nacht. * * Men weet hoe in de middeleeuwen geheele nonnenkloosters of andere gezelschappen vaak door kataleptische toevallen werden aangegrepen ; de patiënten meenden met den duivel in gemeenschap te zy'n geweest en werden op eigen bekentenis verbrand. Een dergely'ke epidemie heeft in eene school in de Heinrichstrasse te Brunswy'k dezen winter geheerscht. Een meisje kreeg een kataleptisch toeval, met volkomen stijfheid en bewusteloosheid, en werd per rytuig naar hare woning gebracht. Maar weinige minuten later vertoonden zich de verschynselen by' een tweede en een derde; ver scheidene dozijnen kinderen werden aangegrepen en de school moest gesloten worden. Een com missie, door het gemeentebestuur benoemd, uit dokters, onderwyzers en architecten bestaande, onderzocht de school, het huis, de straat, en zal nu nog de lucht aan een chemisch en bacte riologisch onderzoek onderwerpen en natuurlyk niets vinden. Het is geheel een psychisch geval, en uit de omstandigheden die achteraf bekend geworden zy'n, blykt dit overtuigend. Eene onderwy'zeres, die by'zonder medelyden met de kinderen van haar klasse had, genoot daarvan de voldoening dat ze allen aangetast werden; by eene andere, die de patiënten krachtig toesprak en beknorde, bepaalde het zich tot een paar gevallen. Men weet dat alle dergelyke gevallen, epilepsie, St. Vitusdans, zenuwtoevallen, flauwtes, aanstekelyk werken; meisjes in de jaren der ontwikkeling zijn er meestal toe gepraedisponeerd. Maar ook op de meeste meisjes is een hartige toespraak, tegensuggestie, zooals in dit geval met goed gevolg door een der schoolinspectoren werd aangewend, of de bedreiging met een koud stortbad als geneesmiddel, van uitstekende werking. Men weet dat in onze geschiedenis ook een paar opmerkelyke gevallen, ongeveer aan het Brunswijksche gely'k, vermeld worden. In 1566 klauterden de Amsterdamsche weezen als katten tegen de muren en daken op en trokken zulke afschuwelyk verwrongen gezichten, dat de toe schouwers van schrik wegliepen. In 1670 heerschte in het Weeshuis te Hoorn een epidemie van toevallen met kramp, verstyving en bewusteloos heid, tandenknarsen en gehuil. »By eenigen ging de buik zoo hef dg op en neer als woelde er een levend dier in"; dit is nu een der bekende symptomen. «Wanneer zy' stil lagen, waren zy' zoo sty'f als hout"; dit geval deed zich ook te Brunswyk voor. In Rusland is de vrouwenbeweging in sommige opzichten verder gevorderd dan in West-Europa. Van de vrouwelijke districts-artsen maakten wy reeds een paar maal melding; ook in de spoor wegadministratie zy'n tal van vrouwen opgenomen en de directie getuigt dat zy gemiddeld vlytiger, nauwlettender en beter onderlegd zy'n dan de mannen. In moreel opzicht vooral staan zij boven de mannen; omkooping, die veel voorkomt, is nog aan geen enkele vrouwelyke beambte kunnen bewezen worden. Moskou is een centrum van de vrouwenbeweging; er wordt een medische school opgericht, waarvoor l millioen roebels byeengebracht zijn. De meeste professoren der universiteit hebben zich bereid verklaard, daaraan vijf jaar lang kosteloos college te geven. De inrichting is voorloopig op 100 studentinnen berekend, waarvan een aantal intern. *' * * Heel lang is het gewoonte geweest te Pary's, evenals bij ons, diners a la russe te dienen, dat wil zeggen het dessert al van het begin op tafel te hebben. Hierin is men bezig een wijziging te brengen. Men vindt, dat bij soep, vleesch, visch, wild, al dat suikergoed, die zoetgeurende taarten, crèmes en vruchten eigenly'k een wansmaak geven. Men zet nu niet het dessert, maar de hors d'oeuvre op tafel, en maakt dan van deze weer by'zonder veel werk, terwy'l ze bezig waren afgeschaft te wor den. Rondom de bloemen, of ook wel door bloemen omgeven, verspreidt men twintig k dertig scho teltjes over de tafel; men vult ze met al wat voor hors d'oeuvre geschikt is, garnalen, sardien tjes, anchovis, verschillende zuren, eieren met peterselie, meloen (die in Frankry'k ook tot de hors d'oeuvre behoort), Italiaansche worsten, salami, mortadella, kaviaar, kreeften, gerookte zalm, oesters, olyven, gerookte tong enz. Wanneer het diner afgeloopen is en het dessert begint, verruilt men ze voor de vruchten, vladen, bon bons, biscuits, die daarby behooren. Een gevaar is, dat, evenals in Zweden vaak het geval is, de gasten hun eersten honger aan al de hors d'oeuvre stillen en daardoor geen voldoenden eetlust voor de eigenly'ke schotels overhouden. In Zweden wordt dan ook de aloude instelling van het smörgasbord, de zytafel met hors d'oeuvre, brood en brandewyn, in vele gezinnen afgeschaft. * * De Vereeniging »Thugater" heeft zich tot mej. Cath. van Rennes gewend met het verzoek, hare schoolliederen ten gehoore te willen brengen in eene openbare uitvoering, door genoemde ver eeniging te organiseeren. Ten einde, behalve hare leden ook de vele onderwyzers en onderwyzeressen, die de liederen der begaafde componiste met leerlingen instudeeren, in de gelegenheid te stellen de vertolking daarvan van Cath. van Rennes zelve te hooren, stelt de Vereeniging de uitvoering ook voor nietleden open. Ook voor hen die buiten het onderwy's staan aal deze uitvoering aantrekkelyks genoeg ople veren, te meer, daar behalve Mejuffrouw Van Rennes, de dames D. Goudsmit en E. Vigeveno, violiste en pianiste, hare belanglooze medewer king hebben toegezegd. Het programma met tekstboekje, dat alsbewys van toegang geldt is a 50 et. verkry'gbaar by den Algemeenen Muziekhandel op het Spui. De Inden hebben toegang op vertoon van diploma. Aan haar wordt in de zaal programma en tekst boekje uitgereikt. De uitvoering zal plaats hebben Zondagavond 13 Maart e. k., in Odeon. * * Nagemaakte Rehbraten. Een schapenbout, naar het volgend recept toebereid, is waarschynlyk meermalen voor Rehbraten opgedischt en er in derdaad niet van te onderscheiden. Hy' wordt van het vel en van alle vet ontdaan en ver scheiden dagen in 2 liter karnemelk gelegd, daarna met 125 gram vet spek gelarderd, met fijngestootenkruidnagelen bestrooid, gezouten en met 250 gram boter in den oven bruin gebraden. Van de jus wordt het vet weggenomen en het overige met een theelepel aardappelmeel, in % liter zuren room aangemaakt, gebonden; met 10 gram Liebigs' extract maakt men daarvan een krachtige saus. E?e. Tiscüriften yan Maart. De Gids. Het Jongetje, de ontleding van twee kinderzielen, dus eigenlyk Het Jongetje en het Meisje wordt deze maand door Henri Borel voltooid. Wel wordt nog onnoodig veel keeren herhaald dat het Jongetje zoo rein en 't meisje zoo lief is, wel zy'n er regels met te veel gevoeligheid, maar het frappeert toch dikwyls door echte naïviteit en pure vroomheid. Als geheel een bizonder stuk litteratuur. Dr. B. J. H. Ovink strydt voor het behoud yan Grieksch op de gymnasia, maar wil verbetering in de onderwijsmethode, o. m. om het artistiek gevoel tot ry'pheid te brengen. Prof. Quack schryft een heel degelijke studie over den graaf de Mun: den leider in Frankry'k van de katholiek-sociale party. De Mun denkt o.a. dat men het socialisme alleen kan overwinnen, wanneer daartegenover een hooger ideaal wordt gesteld: nl. dat van de katholieke godsdienst. Alsof er geen socialisten zy'n mét een godsdienstig ideaal, bv. de Saint- Simonisten. Prof. Quack vertelt merkwaardige gebeurtenissen uit zy'n werkzaam leven. Op Zondagmorgen, een stukje rustige stemming niet zonder litteraire waarde door R. P. J. Tutein Nolthenius, waarin de «Eerste bundel preeken" van J°de Vries worden aanbevolen als goede Zondagslectuur. In de Letterkundige Kroniek zegt Mr. J. N. van Hall over het »Eéne Noodige" van Anna de Savornin Lohman het noodige. Het voornaamste bezwaar tegen het boek is, dat de mannelijke hoofdpersoon zóó vaag wordt weergegeven, dat hy' er eigenlyk heelemaal niet in voorkomt. Ook krijgt de jonkvrouw een paar wenken, die voor haar verder* artistieke vorming van veel nut kunnen zy'n, maar ze schy'nt zich weinig aan goeden raad te storen. Ze schry'ft maar roekeloos er op los. * * De Nieuwe Gids. Een groote, nieuwe stem klinkt op uit de Sonnettenkrans van G. C. van 't Hoog, waarmee de Maart-aflevering opent. Eén van beiden: of van 't Hoog heeft al lang in stilte gewerkt en begint nu ineens uit te komen met een rijmcompositie van magistrale techniek of een plotselinge groei van zy'n talent dreef hem, voor hy 't zelf recht wist, tot dezen coup de maltre. Wel is er en waarop niet? hier en daar aan te merken, maar 't geheel als een keten van sonnetten met slotzinnen die telkens beginzinnen zy'n van de daaropvolgende verzen, met een finale waarin al die slotzinnen tot accoorden van extaze in n poëem samenklinken: . .. 't is een pracht en een praal van liefde-lyriek. Het blinkt als een snoer van groote, wit-gouden sterren die hunne stralen samenkruisen. In de rythme deint een wieging van bedwelmend geluk. De woorden varen als een vlucht van wydgespreidde, witte meeuwen over een zeeveld van laaiend goud. Uit die vyftien verzen blykt dat van 't Hoog een heel goed dichter kan worden. In zy'n lyriek lykt hy. op Kloos en Helene Swarth, van den eerste heeft hy de klaarheid en weelde, en van de andere het innige en serene. Maar nu een enkele aanmerking. In sonnet III schynt de dichter door woorden n beelden in de war te zy'n geraakt. Hij schry'ft: »0 laat my droomen, stil en ongestoord! Zelf als een droom te midden van myn droomen ! Een lichte wolk met gouden rand geboord, Die zweeft in d'aether van het levens-schromen, (Wat is hier bedoeld met de laatste woorden ? en dan volgt daarop direct): . »De ruisching van een. weemoeds-droef accoorH". Waarom eensklaps droefheid bij al dat geluk ? Er ia hier en daar nog meer, maar het ver zwakt de groote indruk weinig Van J. Hora A'lama: Aan den Geelkerkerplas (slot). Sterk is daarin het stervensvisioen van de doodvriezende, arme boerin Djoeke. De taal overigens een beetje te gewoon. Edward B. Koster levert weer twee sonnetten : Najaar, waar wel stemming in zit en met ge lukkig gekozen ry'men. Van Looy en Boeken zetten hun vertalingen voort. l Twee sonnetten uit den cyclus Adoratie van j Kloos, die door my al zoo dikwy'ls geroemd is. l Hy' imiteert ditmaal een beetje zich-zelf. l Dan wordt Dr. M. B. Mendes da Costa beant! woord naar aanleiding van het Antigone-Ahpuut. | Kloos houdt zich geheel aan zijn vroegere meening j en beweert, dat de critiek van Mendes da Costa een questie van smaak is en zy'n oordeel niet l vry bleef van gelijkhebberij en bedilzucht. Spre kende, afdoende argumenten gebruikt Kloos anders niet. De nieuwe comédie héroique van Edmond Rostand : Cyrano de Bergerac wordt door Kloos voor Hollandsen tooneel bewerkt. Een klein stuk van het eerste, levendig-humoristische bedry'f is hier overgebracht. * * * Nederland. Zes sonnetten, van Helene Swarth, maken van Nederland wat beters dan we gewoon zijn. 't Spookhuis, een nagelaten anecdote, tot een schetsje bewerkt door Mr. W. G. F. A. van Sorgen volgt. Een deftig, zwaarwichtig advocaat is de hoofdfiguur. Een echte type voor Mr. van Sorgen. De redacteur van Nederland voegt enkele waardeerende regels by dat stukje o.a.: «Het plaatsen er van heeft nu eene weemoedige gepastheid." Daarmee kan iedereen 't wel eens zy'n. Dan krygen we een fragment van 84 pagina's uit den roman Operettebloed, van den heer Fiore delle Neve. En daarna het belangryke uit de aflevering: een extatische beschouwing over Cyrano de Bergerac, door professor doctor Jan ten Brink. Met zyn be kende ingenomenheid voor wat zijn sympathie heeft, met zijn luchtige handigheid keuvelt hy daarover en roemt met eentoonige geestdrift: een verwon derlijke rede ; verwonderlijk zangerig; verwonderj lijke bekoorlykheid enz. De heer Jan ten Brink kan hier ook alweer niet nalaten eenige venynige, maar alty'd onschadely'ke penneprikjes te geven aan een gedeelte van 't jonge geslacht. Dat bly'ft een oud zwak van onzen genialen collega. «Historische romans behooren tot een genre, dat totaal versleten is!" roept men elkander toe." Waaruit bestaat die »men" en hoe komt de goeie man er aan ? Hebben we hier b. v. niet v. Oort's Irmenlo ? De heer Jan ten Brink houdt van namen, jaartallen en feiten, maar van den nieu weren tijd kan hij ze maar niet onthouden. * De Hollandsche Revue. Deze maand een karakterschets van Frans Netscher over John Ruskin. Een erg luchtig praatje, met te veel citaten en te weinig oorspronkelyks. De karakterschetsen verflauwen op die manier tot populaire journalistiek, in plaats scherpe, sterke ontleding te blijven met individueele meeningen van een artist. Het Boek van de Maand: Barthold Meryan van Cornelie Huygens. Als letterkundig verschynsel, als roman noemt de heer Netscher dit boek vry onbeduidend en behoort het, naar zy'n mee ning, tot de soort halfslachtige lektuur, die wij

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl