De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 13 maart pagina 3

13 maart 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ko. 1081 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Door welk« oorzaken ? Wederom wie 't weet, moet 't zeggen. Aan het verschil in ouder dom tuaschen man en vrouw in dezen zin, dat de hoogere leeftijd van den man dan dien van de vrouw in verband staat met het meer dere aantal der geboorten van jongens dan dat van meisjes? Men kan het beweren, maar aan toon en kan men 't niet. Al worden er evenwel steeds meer jongensdan meisjesmuisjes genoten, toch overtreft altijd het aantal vrouwen dat der mannen. Om welke reden? Omdat het sterftecijfer der mannen over het algemeen grooter is dan der vrouwen. Het grootste verschil ten nadeele der mannelijke bevolking bestaat tusschen het sterftecijfer voor beide geslachten van kinderen beneden het jaar. Zie bovenstaande statistiek van Amsterdam. Op het waarom, kan ook slechts verwezen worden naar de woorden van den oud-testamentischen wijs geer : wij zien het maar doorgronden het niet. Wat in de volgende woorden gezegd wordt mag toch wellicht slechts een bewering ge noemd worden: Was die letztere betrifït. so raag wohl die Natur, in der Absicht, aus dem Manne ein vollkoinmneresGeschöpfzu bilden als aus dem Weibe, dabei auch mehr Hindernisse fmden. Ein feineres Organismus iat allen schadlichen. Einflüsseii leichter zupanglicn. Hoe dit zij, er kunnen niettemin zeer bedui dende, stellige oorzaken voor de grootere sterfte onder de mannen dan die der vrouwtjes worden aangewezen als: oorlog, zeevaart, meerdere arbeidsrisico's. Gelukkig dus dat er steeds meer jongens dan meisjes uit de kool komen anders zou het aantal vrouwen nog veel grooter dan dat der mannen zijn. Omtrent den invloed van den oorlog diene het volgende staatje: Voornaamste veldslagen dezer eeuw. Maren go Austerlitz Jen a Wagram Moskowa Leipzig Waterloo Solferino Sadowa (1800 tot 1366). Strijders. 58,000 170,000 ' 200,000 280 000 250,000 430,000 135,000 271,000 401,000 Grootste oorlogen : Dooden of gekwetsten. 43000 '23,000 34,000 24,000 80,000 50,000 14,000 27,000 28,000 Van 1703 tot 1815 heeft men 5,350,000 man gedood. Van 1815 tot 1854 zijn 2,762,000 man ge sneuveld. In den Krimoorlog vonden 508,000 man den dood, te weten: 556,000 Russen, 107,000 Franschen, 98,000 Turken, 45,000 Engelschen, 2000 Italianen. De verovering van Algerië(1830 tot 1859) kostte het leven aan 140,000 Fran^chen. De Kaukasische oorlog (1839 tot 1860) deed 330,000 Russen sneuvelen. De Poolsche oorlog kostte eveneens aan de Russen 190,000 man. De opstand in Indië(1857 tot 1859) kostte het leven aan 196,000 man. En met welk doel ? In wat is de menschheid na al die slachtingen vooruitgegaan ? Op die eenvoudige viagen zal wel nooit een antwoord B omen. Herinneren wil ik gaarne aan de woorden van den maarschalk C'anrobert, die uit onder vinding omtrent den oorlog getuigde : C'est une vilaine chose; tachez qu'on ne la fasse pas. De ongevallen bij den arbeid treffen ook schier uitsluitend de mannen, hen althans in veel grooter getale dan de vrouwen. Volgens de statistiek van het bovengenoemde bureau der gemeente Amsterdam hadden alleen iii de hoofdstad, in 1897, 874 ongevallen bij den arbeid, die overeenkomstig art. 12 van de veiligheidswet ter kennis van den burgemeester werden gebracht, plaats. Deze troffen uitsluiVELDBLOEMEN. Naar het Fransch VAX HENRY MOREL. Sinds vier en dertig jaren opent, het caféde l'Orne zijn gevel aan deu Boulevard du Mont parnasse en sinds vier en dertig jaren komt de graveur Benjamin Deshayes iederen avond, zonder ooit een over te slaan, er zijn glaasje absiuth drin ken, als zijn dagtaak is verricht. Geen enkele ziekte, geen enkele ramp, geen enkele omstandigheid heeft die gewoonte ooit itts in den weg gelegd. Zelfs op zijn trouwdag, terwijl men hij een res taurateur in de Rue des Vandes bruiloft vierde, vond Deshayes, een uur vóór het feestmaal, gelegen heid met zijn getuigen te ontsnappen, om zich, zwart gerokt en wit gedast en gehandschoend, in het Caféde l'Orne te vertoouen. Twaalf jaar later, toen zijn dochter werd geboren, 't was een uur of tien 's morgens, vond hij weer gelegenheid om zijn kameraden ta gaan vertellen dat hij vader ?was geworden en met hen een glas te drinken op de gezondheid van jonge juffrouw Jeaune. In dit Caféde l'Órue, dat sedert meerma'en van eigenaar verwisseld is en waarvan de tafeltjes, stoelen en spiegels meer dan eens door andereu zijn vervangen, is Benjamin Deshayes een kalm toeschouwer geweest der gebeurtenissen uit de geheele geschiedenis van onzen tijd. Hij heeft den Krimoorlog gezien, den oorlog met Italië, de triomf van het keizerrijk, den oorlog van Ib70, tend mannen. De onmiddelijke gevolgen waren: gemakkelijker werk ... 8 tijdelijk invalide . . . .831 invalide 13 gedood 18 nog onbekend 4 Al kan de arbeids-inspecteur voor NoordBrabant en Limburg wederom mededeelen, »dat in sommige fabrieken en werkplaatsen waar vroeger opvallend veel ongevallen plaats hadden deze gaandeweg ophielden of althans aanzienlijk verminderden", hier tegenover staat helaas, zijn bericht, dat het aantal ken nisgevingen van ongevallen, in zijn inspectie sedert zijn laatste verslag belangrijk is toege nomen. De oorzaken hiervan heeft hij echter nog niet kunnen opsporen. Een betrekkelijk groot aantal ongevallen had een doodelijken afloop. Aangenaam is het te vernemen, dat de inspecteur wederom mag mededeelen dat in de grootere bouwbedrijven de verzekering toeneemt. In de kleine blijft deze heilzame maatregel nog geheel ontbreken. Sociaal ministerie, waar blijft het wetsontwerp tegen de geldelijke nadeelen van ongevallen bij den arbeid? Dat van het vorige, wees in niet goringe mate op den voortreffelijken arbeid van den kundigeu toenmaligenraad-adviseur aan het ministerie van justitie, die thans aan het hoofd van dit departement staat. Het gemeentebestuur van Breda en dat van Dordrecht verzekerde niet alleen het vast arbeiderspersoneel tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen maar legde tevens aan de aannemers van grootere gemeentewerken de verplichting daartoe op. Als heilzaam ge volg hiervan kan de uitkeering van ?1000. aan de weduwe van een doodgevallen schildersknecht vermeld worden. Bij het bouwen van een kerktoren viel een werkman dood. De behoeftige ouders ontvin gen bij gemis aan verzekering hoege naamd geen ondersteuning. Niet te vergeefs heeft de inspecteur, naar aanleiding hiervan, de aandacht van de kerkelijke autoriteit pp dit onderwerp gevestigd. In zijn geheele inspectie is thans de verzekering legen onge vallen bij het bouwen van of het doen van reparatiën aan kerkgebouwen, van hoogerhand bevolen. Gelukkig. Andermaal spreekt de inspecteur van het vele goede dat in de Gastelsche beetwortelsuikeri'abrtek te Oud-Gastel in het belang der werklieden wordt gedaan, dut door den heer J. F. Vlekke, die tevens directeur deisuikerfabriek St. Antoine is, al meer en meer ook in deze onderneming wordt ingevoerd. Men weet hoe groot het geldelijk nadeel is dat het overlijden ook van moeder de-vrouw het huisgezin berokkent. De genoemde direc teur is er nu in geslaagd een maatregel te trtrten, dat aan leden van het personeel die weduwnaars worden en aan hunne kinderen, door gemeenschappelijk bijdragen, zoo noodig, geldelijke ondersteuning wordt verleend onder dezelfde bepalingen die voor uitkeeringen aan weduwen bestaan. Moge goed voorgaan, goed doen volgen. Den 10 en 11 April zal het algemeen nederl. werklieden-verbond zijn jaarlijksche algemeen, vergadering in de Geelvitick alhier houden. Als naar gewoonte zijn wederom een groot, ik zou willen zeggen, een te groot aantal punten vooi de agenda opgegeven. De be langrijkste daaronder zijn in. i.: IX. Afd. Bülsward. Pensionneering van den ouden en invalieden werkman. X-. Afd. Leiden s'elt voor om deel te nemen aan het opterichleu internationale bureau voor arbeidswetgeving. XV. Afd. Leiden. Da jaarvergadering spreke haar meening uit over het al of niet meedoen door het verbond aan de viering van den eersten Meidag deu 7-len September, het beleg van Parijs, de Commune, het gouvernement van Thiers, van Mac Mahon, Giévy, Gambetta, Carnot. .. Alles veranderde, alles verwisselde om hem heen. Advokaten, met wie hij in het Caféde l'Orne piket had gespeeld, zetelden thans in het huis van afgevaardigden ; schilders, die iiij daar had aange troffen, straatarm, maar vol hartstocht voor de kunst, droegeu den rok met groene palmen der leden van de Academie, en liet, kwam niet zelden voor dat hij voor de geïllustreerde bladen portret ten te graveeren kreeg van beroemde maunen, die hij eertijds onbekend aan zijn marmeren tafeltjes had ontmoet. Hij alleen had de trein van het leven laten voorbijrollen zouder er in te stappen, evei;als de kleine renteniertji s in p'attelaudssteden, die iederen dag een wandelingetje naar liet statiou maken, eeu praatje met de beambten houden, met de juffrouw van de kiosk, den dienstdoenden politie agent, naar het, instappen der reizigers kijken en op hun slofjfs weer naar huis kuieren, zonder er ooit van hun leven aan te denken, eens een uit stapje te maken. Voor Benjamin Deshayes was Parijs in het noor den begrensd door de Quai Voltaire en den BJUlevard St. Gerinain, waar hij bij de daaraan wo nende uitgevers zijn houtjes bracht; in het zuiden door het station Montpariiassa, iu het oosten door het Hotel des luvahdes eu ui het westen door den viersprong van het Observatoire. De omstre ken waren hem onbekend. Hij herinnerde zich alk'éu, dat hij in Ih5:> een wandeling naar Vélizy gemaakt en er zich kostelijk geamuseerd had. Hij sprak zelfs heel dikwijls van die uitspatting, maar dacht er nooit aan haar te herhalen. Zijn vrouw en zijn dochter zijn vrouwvolk zooals hij haar noemde waren bovendien sewoon hem tieii sous te geven voor de onvermijdelijke absiuth en hij zou haar geen centime meer hebben durven vragen. Op zekeren zaterdag ochtend in het Caféde l'Órue zei Jean Valbert-, een schrijver, die even hartstochtelijk veel vau wandelen hield als Deshayes op rust gesteld was, plotseling tegen hem : XVI. Afd. Leiden. _Het verbond dringe bij de regeering aan op invoering van een wet of besluit, waarbij het inaken van boetenreglementen op fabrieken en werkplaatsen, zonder medewerking de werklieden, verboden wordt. XVII. Afd. Amst. Het verbond heeft zich in beginsel voor landnationalisatie uitgespro ken. De afdeeling, meenende dat dit niet voldoende en een krachtig oplreden noodig is, stelt voor in dien geest te besluiten. Wat ik nog graag zou opgenomen zien ? lo. Wat kan het verbond doen om samen werking der werkliedenyereenigingen met den vredebond te bevorderen ? Enkele weken geleden heb ik meegedeeld, dat de afdeeling Groningen van den vrede bond, op de laatste algemeene vergadering van dien bond, heeft voorgesteld om pogingen aan te wenden ten einde samenwerking met de werkliedeuvereenigingen te verkrijgen. Dit denkbeeld vond van vele zijden o. a. bij monde van mr. H. Goeman B >rgesias, den tegenwoordige minister van binnen!, zaken, ondersteuning. De arbeiders hebben het meest belang bij den vrede; gaarne zou ik daarom zien dat zij nu ook van hun kant den vrede bond, die internationale relaties heeft, tege moet kwamen. 2o. Wat kan het verbond doen om de aan giften van overtredingen der arbeidswet door de arbeiders zei ven te bevorderen ? Dit in verband met de woorden vau bovendedoelden arbeidsinspecteur: Wensctielijk blijft het, maar lang niet genoeg komt het voor, dat de arbeiders zelven ontduikingen der wet aan het licht brengen. HE * * 'k Heb sraarne voldaan aan het verzoek van Mr. Verkouteren om zijn opstel: De sociale rechtvaardigheid, geschreven in zijn blad: Het Nederlandsch Dagblad, naar aan leiding van mijne de vorige week gemaakte opmerkingen, met aandacht te lezen. Dat vordert de verschuldigde beleefdheid. Als ik de algemeene bedoeling goed heb begrepen en daaraan kan ik geluukig niet twijfelen, dan geeft de geleerde schrijver te kennen dat hij volstrekt niet zoo afkeerig is van sociale gelijkheid als hij in zijn redevoering over den persoonlijken dienstplicht had doen blijken. Dat dacht ik dan ook wel. Over de opmerkingen omtrent zijne woor den : «persoonlijke dienstplicht gaat verbrei ding van het cosmopolitisch beginsel tegen" zegt mr. V. evenwel in het geheel niets. Mag ik uit dit zwijgen de instemming anaiden met mijn vermoeden dat mr. V. dit maar voor een grapje had gezegd ? Ook dit ver moedde ik wel. * * * Op het kroondomein. Volgens de JV. Apdcloornsdte CL verdienen de werklieden, die in de buurt Uddel onder Apeldoorn, behoorende tot het kroondomein, werken, in de winter maanden van tien tol derliij cents da't'iï, en dat is nog niet het minste loon. Als dit waar is, dan durf' ik wel om een eoudtienije te wedden dat de koninginnen het niet weten. Wie wil die weddenschap aangaan ? Zouden HPI. MXI. dj Groene lezen ? Amst., 0.10 Maart '9.S. D. STIGTER iiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii van een ouö-[ VI. Woensdag 1.1., beste jongen, beloofde ik je feiten, en belofte maakt schuld (dit laatste wordt wel eens vergeten, niet waar). Ik bedoelde daarmede, dat ik toen, eenige algemeenheden geschreven hebbende, mij voornam die op te luisteren met eenige voorbeelden, nietwaar? een theorie, waarbij je hun <ie verschillende zaken, welke voorgeschreven zijn, leert en vertelt en, Prre Deshayes, ik ueem je morgen mee naar Véizy. Wie? Mij? Zet dat, uit je hoofd, waarde vrierifl. Ik heb iii vijf en dertig jaren geen vijf minuten geloopen, zouder uit te rusten. Welnu! dan rusten we uit, op het gras langs den weg, iu de schaduw ouder de boomen. Iu de schaduw onder de boom??... her haalde de artist, reeds gewonnen. Maar neen, op iniju leeftijd, begrijp je, heeft men 7,00 zijn ge woonten, waar meu niet zoo gemakkelijk van af wijkt. .. Jawel, ik weet. wel, 't Caféde l'Orne. We zijn er om een uur of zes. . Eii dan mijn vrouwvolk. Jea:ine vooral, zou volstrekt met begrijpen . . . Je vrouw en dochter weten van mijn plannetje af en zijn er allebei mee ingenomen ; dus morgenochtend om negen uur wacht, ik je, zouder pak en zak, aan 't station Montparnasse. Benjamin. Deshayes was de eerste op liet reudezvous. JS'og nooit had hij den drempel dior wachtkamer der lokaaltreinen overschreden, die toch zoo dicht bij zijn woning lag. Verwonderd bekeek hij de kaarten van Bretague en Normaudiëaan de wan den, de kautoortjes der kaarljcsverkoopsters, de sigarenkiosk, maar meer rog verbaasde hem den aanblik der Parijzeuaars die de geopende loketten bestormden. Die meuschen schenen een genot te smaken, waarvan hij het bestaan niet eens ver moedde. Weldra echter verscheen Valbert. Zij gingen samen de trap naar het perron op en zochten een ledig compartiment. Deshayes, die rechts achterin had plaats genomen, sprak geen woord. De telegraphische seinen, het geratel der loco motieven op de draaischijven, het onophoudelijk gerommel der bagagewagens, het gelluit, der ma chines, het geroep van liet treinporsoueel wekten nieuwe gewaarwordingen in zijn brein op. 0;ri beter te kunnen zien, opende hij liet portierraampje toen de trein zich iu beweging zette en bleef zoo, zonder nu iets af te dingen op je uitgebreide kennis, zal je w«l gemerkt hebben, dat »theori» kouden" iets is, dat geleerd moet worden, maar ! tevens, dat je een menigte kleine, practigche j dingen eigenlek zelf nog niet weet, om de een' voudige reden, dat je nooit zelf soldaat beat geweest. Ten opzichte van deze kleinigheden, zal ik je niet meer behoeven te zeggen, dat je, behalve van je oudere collega's, toch ook nog veel van je onderofficieren kunt leeren; dit laatste ongemerkt, natuurlijk! terwijl wat betreft mijne zinsnede omtrent het moeielijk zijn van theerie houden, ik niet op het oog heb een theorie, waarby de onderofficieren aan het praten zy'n, terwijl de luitenant met het horloge in de/ hand, de chambrée op en neer, »ijsbeert", aaa niets anders denkende, dan aan het feit, dat zoo'n uurtje toch ontzettend langzaam ornkruipt en enorm taai is. Noen, zoo iets bedoel ik niet, dat is ook trouwens geen theorie onder leiding van een' officier, maar onder leiding van een aangekleede maskeradepop, m. a w. onder heelemaal geen leiding en iis verzeker je, dat zij die net zóó opvatten, de minste onder Je broeder» zijn, als zij zelf theorie houden. Wit dan 'l Met hart en ziel er.iij zijn, met den vasten wil je soldaten van dat uurtje zooveel mogelijk te laten opsteke ., links en rechts vragen doen, op en aanmerkingen maken, waar het noodig of leerzaam is; geen woordje laten ontsnappen, opmerken wie de z. g. »slimmerds", wie de achter lijken van de compagnie zijn, in n woord : met lust, ijver, opgewektheid en waar het moet, met gestrengheid in werkelijkheid dat onderwijs leiden ! j Zoo ook, als je zelf theorie houdt; niet aan l n stuk, een vol uur maar doorpraten, alsof je i een lesje opzegt en er over klagen als dan achteraf blijkt, dat je miliciens niets, totaal niets weten van wat je opgedreund hebt, zeggende: »die kerels zitten ook altijd te slapen."Natuurlijkslapen zij,als men zóó vervelend is! Hou J in het oog, dat je met menschen te doen hebt van veel minder ontwik keling dan jij, waarvoor soms de, voor ons, meest gewone zaken en uitdrukkingen, heel ongewoon en vreemd zijn, zoodat het jouw plicht wordt, hen die te leeren en te verklaren. Niet doorrammelen, alles achter elkander; zelf moet je zoo weinig mogelijk spreken, lien moet je lateo praten, nu den een, dan weer den ander en er steeds op uit zijn, hen zooveel mogelyk te laten denken. Tracht hen het »waarom" van alles teleeren begrijpen on doorgronden en vereenvoudig dit door het aanhalen van eenvoudige, plastische voorbeelden uit htm dagelijksch leven, nu sen van den een, die metselaar is, dan weer van den ander, die in den landbouw werd grootgebracht, er van tijd tot tijd belangstellende vrage i tusschendoor werpende, over hunne particuliere aangelegenheden, hun beroep, verdienste, fami lie enz. Volg dezen raad van je ouden vader eens op; ik ben benieuwd of zij dan nog zullen zitten slapen of suffen ! Maar mér nog; zoodoende zullen zij je nooifc gaan beschouwen als een politieagent, ais h ara natuurlijken vijand, die alleen dient, om hem Ie laten straften of op zijn minst rapport te aiaks» van hunne misslagen aan den kapitein en waar voor zij uit angst voor straf zoo eenigszins hora plicht doen, maar integendeel, als ee;i wgaer vriend van hen, een raadsman, die bofen n«n geplaatst is, zooal niet door leeftijd en meerdere ervaring, dan toch door meerdere kennis, be schaving en ontwikkeling, verkreg n door betere opvoeding; wien zij altijd om *jiad en steoia kunnen vragen; die altijd gereed is, zijne meer dere kennis tot hun dienst te stellen en tevens voor hunne belangen op te komen, maar die vóór alles eischt, dat zij hun plicht doen, zoo goed. als dat mogelijk is, terwijl hij zelf hun daarvan altijd het beste voorbij .-ld geeft! Vertel hun gerust -hiervan eens het een era ander, in eenvoudiger""vorm natuurlijk; het bso niet anders, dan goed werken. Druk hun op bet hart, je toch van alles, wat zij niet begrijpen, zoo veel en zoo dikwijls mogelijk te vragen ; breng hun onder het oog, hoeveel aangenamer met den neus in den wind, aldoor zwijgend zitten. Te Clamart, verrukte hem. een uitgestrekt rozesveld in vollen bloei; iets verder, links, dedea de bleekerijen in de vallei van Meudon hem aan Zwitserland denken, waarvan hij gezichten ha j ge graveerd ; nog verder ontlokte het panorama van Parijs, door de Seine doorsneden, hem eeu kretfc van bewondering. Eeu Guillemct! riep hij. Panorama van Parijs, gezien van het terras van Meudon, maar het, i» mooier dan de schilderij van Guillemet. Welk eeu rijkdom vau tinten! Wat wijkt dat, alles ! Wat is alles op zijn plaats! Welk eeu volmaakte har monie! De Eiffclt.oreii zelfs is niet leelijk meer i' Aan het station de Bellevue zei Jean Valbert ?; Uitstappen, père Deshayes. We zijn er !' Onder een berceau van gebladerte volgden zij de Rue des Potagers tot, aan het Paleis van SansSouci en moesten de steile helling van Ie Pav des Gardes beklimruenHijgeiid en blazend van de ongewone vrije lucht liep de oude graveur met moeite verder, met zijn stioolioed in de hand. Op den top gekomen, riep hij, links wijzend: Kijk! E-n Ptflouce. Het was een tapijt van groen beplant, met, appelboomeu, wier knoestige takken den grond raakten. Op dat, grasveld aan den kant van den weg stond een wijnhuis met het opschrift: A Iti/iflid' <.Viaur/iir.rc. Ajtfiorte: coa jirocitit/t/s, on coi'f /'"ur/iira l<> Valbert stelde voor hier even halt te houden, maar eshayes wilde verder, hij be^psurde nog niet de minste vermoeidheid. De weg mafikte een bocht naar rechts en was nu omzoomd door landelijke optrekjes, afgewisseld door zaudige vlakten, waarop goudgeblo'inde bremstruiken, bramen- en heideplaiiten bloeidan. Bij het kruispunt der !a:iei), die door hel struik gewas naar de, vijvers der l'ouceaux en van Villeboc, voerden, verfrisclitcu zij zich iu het prieel bij ceu restaurateur. Deshayes verklaarde, dat de absiuth beter WEB,,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl