Historisch Archief 1877-1940
Na 1081
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
9
cfananciwU on
Het délphiseh orakel. Spanjaarden.
Amerikanen. Speculatie a la hausse.
Tabak. Petroleum. Sloomv. Neder
land. Portugeezen. Hypotheekban
ken. De Probolingo-stoomtram. De
nieuwe loten. Antwoorden.
Er is een duitje te verdienen, jubelen
zij 't nog op gedempten toon de
speculanten met het oog op de min of meer
gespannen verhouding tusschen David en
Goliath. Deze David is echter niet alleen
klein, maar bovendien onrein in financieel,
«conomisch en intellectueel opzicht. Zijn
kansen in een strijd met den reus, beloven
niet veel. Niet te verwonderen dat de Span
jaarden ruim 3 pet. verloren door de aanhou
dende berichten aangaande een mogelijken
?oorlog met de Vereenigde Stalen. Wat 't worden
aal ? Het orakel van Delphi zou in eigen
aardige stijl wellicht profeteeren : een oorlog
is misschien te wachten, desondanks is ook
toet behoud van den vrede te verwachten.
Niettemin mag erkend worden dat voor
.Spanje een oorlog althans een definitieve
uit?komst zou geven die hoe dan OOK een
?einde zou maken aan het toenemende aantal
?millioenen peeetas en dat der menschenleyens
?die gevorderd worden om, tegen Amerika's
intriges en kuiperijen in, het gezag op Cuba
«enigszins te handhaven.
Beduidende koersvariaties die onmisbare
?gelegenheid voor* beursman nen om »zaken" te
doen komen, in verband met de genoemde
gespannen verhouding, ook in Amerikaansche
.sporen voor. B. v. bij de Atchisons, de prefe
rente aand. Denver en Kio Gr., de eert. v.
aand. Louisville, de Union- Paoiflcs die alle op
lagere noteering voorkomen, 't Zou me niet
verwonderen als deze veranderingen tot meer
dere speculatie & la hausse uitlokte. Hoe dit
«noge uitloopen, go to bed and dream of castles
in the air is voor velen ook al een genot. Voor
<le effectenvakmannen geeft dit inmiddels
gelegenheid om courtages en »marges" te boe
ken, om prolongaties en leeningen te sluiten.
Wie zou nun dat niet gunnen ? Aan de spe
culanten druk ik evenwel op 't hart: denkt
aan de drie gulden regels door den geluk
kigen David Ricardo den bekenden
engelschen staathuishoudkundige steeds met
goed gevolg ter verkrijging van een immens
vermogen toegepast.
Ook de rate-war oefent nog invloed uit.
De Grand Irunk en de Canadian Pacific gaan
voort elkaar «vliegen af te vangen" om zich
uitsluitend de voordeelen van het toenemend
verkeer naar de goudvelden in Klondyke
toe te eigenen.
Inmiddels is een commissie bezig om te
trachten dezen oorlog & coups de tarif te doen
?eindigen. De aanvallende houding der Cana
dian. Pacific kan waarschijnlijk met succes
worden tegengewerkt door haar de gunst
het verkeer over een gedeelte van het territoir
van .de U. S. zonder douanerechten te beta
len niet langer te verleenen.
De certificaten van aandeelen Baltimore en
Ohio keerden, door eenige verbetering, tot den
koers van enkele weken geleden terug. Zouden
?de koopers wat verwachten van de reorgani
satieplannen ? Baring Brothers & Co. kregen,
door lusschenkomst van hun agent te
NewYork, bericht dat de receivers het besluit ge
nomen hebben om den coupon per l Maart
1.1. van de obligatiën, die in 1902 behooren
afgelost te worden, niet te betalen. De Black
liist is er goed voor. In het weldra te wachten
reorganisatieplan _zou een volledige regeling
?omtrent deze leening worden voorgesteld.
De volgorde van behandeling naar de koers
variaties stelt aan de orde de vermelding van
de vastheid in noteering van de Tabakswaar
den; daarna is de petroleum aan de beurt. De
JConinklijIce is wat gedaald. Moeara Enim ver
zoekt de vermelding van haren vooruitgang
met pi. m. 2 pCt.
't Komt me voor dat hetgeen ik in de vorige
week schreef meer aandacht vindt. Daarom
herhaal ik: Laten de nederlandsche
petroleummaatschappijen.door onderlinge samenwerking,
beginnen om aan de eischen van de praktijk
van den tegen woordigen wereldhandel en van
?de wereldmarkt, in haar gemeenschappelijk
belang, te voldoen. Dan kan aansluiting aan
?de groote wereld-organisatie om de anarchie
in productie en afzet door orde en regel in
aller belang te doen vervangen, des te beter
besproken en des te voordeeliger geregeld
worden.
Van de stoommaatschappijen verdienen de
aand. Stoomv. Nederland, door een rijzing van
ruim 4 pCt., vermelding.
De directie heeft te haren kantore, Prins
Hendrikkade 160 alhier, op Maandag 18 April
tusschen 10 en 12 ure uitsluitend voor de
aandeelhouders de inschrijving opengesteld op
f 1,400,000 aandeelen tegen 138 pCt. De
stukken zuilenden 26sten April, tegen storting,
verkrijgbaar zijn bij de Kasvereeniging. Om
hun recht te bewijzen behooren de aandeel
houders bij hun inschrijvingsbiljet, voor elk
te verkrijgen nieuw aandeel, vier dividend
bewijzen No. 22 van oude aandeelen in te
leveren. De bezitters van aandeelbewijzen
die van hun recht op de inschrijving geen
gebruik wenschen te maken, moeten vóór 18
April de dividendbewijzen No. 22 realiseeren ;
na dien tijd toch zijn non-valeurs. De prijs
varieert om de vijftig gulden. Koopers van
4 zulke dividendbewijzen kunnen ook aan
de inschrijving tegen 138 pCt. deelnemen.
Hun kost dan een aandeel f 1380 plus
f 200 is gelijk ? 1580. Als men evenwel in
aanmerking neemt dat de Maatschappij ge
regeld dividend uitkeerde varieerende van 7
en 11 pCt. dan is een koers van 158 pCt.
niet buitensporen hoog te noemen, vooral niet
als men bedenkt, dat de bezittingen in goeden
staat schijnen te zijn en dat het bestuur in
goede handen is.
De aandeelen Ned. Amerik.
stoomvaartmaatschappij wat zwakker. Een tegenvaller
voor de aandeelhouders is 't voorzeker dat er
wederom geen dividend wordt uitgekeerd.
Toch hebben zij solide stukken. De auto
cratische directie blijft volharden bij haar plan
om vóór alles, de winst voor het aanschaffen
van uitmuntend materieel te gebruiken. Zeer
waarschijnlijk zal ze, als de verlangde drie
groote tweeling-schroef booten in de vaart
zijn, de aandeelhouders met groote dividenden
willen verrassen. Geduld is zulk eenschoone
zaak heeft van Alphen ons voorgehouden.
Dit geldt ook in deze voor de aandeelhouders;
als ze die schoone zaak maar lang genoeg
zullen kunnen volhouden.
Portugeexen vragen de vermelding van eenige
afbrokkeling der prijzen. De weinig belovende
voorstellen omtrent de schuldregeling worden,
met het oog op het belang van den dienst
der buitenlandsche schuld, allengs meer be
streden. Volgens den minister van financiën zijn
inmiddels de rentebetalingen op de buitenland
sche schuld tot aanst. Juli verzekerd .. door
verkoop van £. 967500 aan 3 pCr. obligaliën
tegen 20 pCt. en beleening van 72000
spoorwegobligatiën. Zoo stopt men het eene gat door
een ander gat te maken! Van de op deze
eigenaardige wijze verkregen £ 800000 heeft
de regeering_ echter reeds £. 572000 besteed
voor voldoening van verbintenissen, door de
vorige regeering gesloten.
Hypotheekbanken vast. De nationale hypo
theekbank keert een dividend van 18V's pCt. uit
tegen dividendbewijs no. 37. Het oprichters
dividendbewijs no. 31 is betaalbaar met ?50.
Volgens het jaarverslag over 1897 hebben
alle aandeelhouders reeds 80 pCt. gestort ter
wijl velen ook de resteerende 20 percent hebben
ingebracht. De pand brieven dezer hypotheek
bank zouden gedekt zijn behalve door de
hypotheken, die tot geen hooger bedrag dan
60 pCt. der taxatiesommen zouden verstrekt
zijn, door het bankkapitaal van ? 250,000,
door het revefonds van ? 250,000 en door een
waarborgsom van bijna 2 Yi millioen.
De directie Bataafsche hypotheekbank stelt
voor:
lp. 11A pCt. dividend over het gestorte
kapitaal uit te keeren,
2o. J 2250 op reserve te boeken en
3). f 2500 te voegen bij de extra reserve.
De winst op de uitgifte van de derde serie
der aandeelen tegen 110 pCt., groot f 5265 is
op de reserve overgebracht.
Ook maakte de Honyaarsche hypotheekbank
het vorige jaar wederom gpede'zaken.
De volgende week hoop ik uitvoerige
mededeelingen te doen omtrent een nieuwe soort
van hypotheekbrieven wier soliditeit aller aan
dacht verdient.
Onder de trams, die op vaste noteering
voorkomen, maakt de Probolingo stoomtram
een onaangename uitzondering door een ver
lies van l pCt. De aandeelhouders schijnen
nog niet geheel gerust gesteld. Is dit wel te
yerwondsren. Kan de directeur nog geen
inlichtingen geven omtrent de vragen de
vorige week gesteld. In de Soerabaya-courant
van 2 Februari 1.1. en wel in het redactio
neel gedeelte wederom lees ik o. m.:
De brug van Gending is, zooals men reeds
uit de Soerabaya-courant van 11 dezer, n o. 8,
heeft vernomen ( voor de 2e maal defect.
Het personeel van den stoomtram dat onge
veer drie maanden geleden die brug in orde
heeft gemaakt en versterkt, heeft onbetwist
baar toen geen degelijk maar wel broddelwerk
verricht en zulks zeer zeker tot groot nadeel
van de stoomtram-maatschappij.
Het geld dat voor het in orde brengen en
versterken van die brug was uitgegeven is
dus weggeworpen, doch de chef der exploitatie
bekreunt zich daarover niet.
Het schijnt dat onder het personeel van den
stoomtram, de chef der exploitatie
medegerekend, niemand de npodige capaciteiten bezit
om een brug behoorlijk in orde te maken en
te versterken.
Wij hopen daarom dat onze flinke resident
voortaan in sraatsbelang de gouvernements
bruggen, die door het personeel van den stoom
tram in orde moeten gemaakt en versterkt wor
den, na de voltooiing op kosten van de stoom
trammaatschappij door eenen technicus met
de meeste nauwkeurigheid zal laten onder
zoeken en daarover rapport zal doen uitbren
gen, terwijl hij gedurende dat onderzoek de
stoomtrammaatschappijen niet vergunnen moet
van de trams over die bruggen te laten rijden.
En mocht 't onverhoopt bij het onderzoek
blijken dat die bruggen nog niet geheel vol
doen, de bestaande gebreken alsnog door de
stoomtrammaatschappij doen herstellen.
Loten weinig veranderd. Omtrent de rege
ling der achterstallige schuld van de
madridsche loten zijn wederom eenige gewijzigde
berichten meegedeeld, 'k Zal nu maar wachten
tot dat definitieve gegeven kunnen worden.
De bezitters zullen toch de schuldregeling in
elk geval wel willen afwachten.
Nu nog een enkel woord over de nieuwe
5 pCt. loten van de Russische
rijks-adelsagrar-bank, spreek uit: russische staatshypo
theek voor den adel. Deze instelling brengt
de eerste oprichting der hypotheekbanken, m
anderen vorm echter, in Pruisen onder de
regeering van Frederik II, in herinnering.
Het waren oorspronkelijk vereenigingen van
adellijke grondeigenaren, die de Groote
Frederik hielp tot stand brengen, om den
kredietnpod, waarin de landeigenaren na den
zevenjarigen oorlog verkeerden, te lenigen.
De premiën en de aflossing van deze
premieobligatiën ten laste van Rusland komen ge
heel met die van de russische loten van 1866
overeen. Ook in alle andere opzichten zijn
beide lotensoorten gelijk; om die reden wijst
een koersverschil van bijna 20 pCt,. op de
hooge wenschelijkheid om de loten '66 tegen
de bedoelde nieuwe loten te verwisselen. De
'öers staan 165, de nieuwe 144. Lezer doe
uw voordeel.
* *
Mevrouw L. te Utrecht. Niet uitgeloot.
Succes met de volgende trekkingen!
J. H. te G. Gefeliciteerd met uw zoete
winst. Dank ze niet aan mijn advies alleen
maar denk bovenal aan het bekende: zonder
geluk vaart niemand wel.
Amst., 10/11 Maart '98. D. STIGTER.
ininilllllllllllllUIIIIIIIIIIIMIIIIIIIllllllllllltllllllUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIII
Een woord van verweep.
Allereerst een krachtig protest tegen de
wijze, waarop de heer Wierdels debatteert. Hij
ontplooit zulk een virtuositeit in 't bedenken
van allerlei liefelijkheden, om die zijn tegen
standers naar 't hoofd te slingeren, ook
zijn brochure en zijn uitval tegen den heer
Fok getuigen er van dat iemand, die een
debat over zaken niet wil zien ontaarden in een
wisselen van hatelijkheden tusschen personen
en den pennestrijd binnen de grenzen der
welvoegelijkheid wil houden, wel van verdere g
edacht ewisseling (?) met dien heermoetaf'zien.
Niet minder dan opzettelijke woord verdraaiing,
kwade trouw, grove brutaliteit, oneerlijkheid
en wat dies meer zij, worden ons ten laste
gelegd een typische staalkaart van
scheldproza wordt het schier en op welke gron
den i" Wat den heer W. betreft, zouden wij
met een verwijzing naar de Genestets 90e
leekedichtje kunnen volstaan, maar wij stellen
er hoogen prijs op, den lezers van dit blad,
die waarschijnlijk niet de brochure van den
heer W. en het geïncrimineerde artikel ter
vergelijking bij de hand hebben, te doen zien,
op welke gronden dit lid der plaatselijke school
commissie zulke grove beschuldigingen tegen
de met naam genoemde redacteuren van het
Nieuwe Schoolblad richt. Integenstelling met
de methode-W i e r d e l s zullen wij ons daarbij
van alle appreciatie onthouden; de feiten
alleen mogen reeds afdoende voor ons pleiten.
Vooreerst dan dien aanval »op zijn persoon."
De ->minder vriendelijke vraag" van den
heer W., in een »ietwat vurige improvisatie"
aan den heer Fok gedaan, die den moed had
een woord ter verdediging van de voorstellen
van B. en W. in te brengen, (en daarbij een
ongemotiveerde beschuldiging tegen den heer
W. richtte) luidde: »of deze dan met
alle geweld hoofd van een
Amsterdamsche school
wenschteteword e n." Nu was er totaal niets voorafgegaan,
wat reden tot zulk een veronderstelling kon
geven. Die woorden bevatten niet alleen een
insinuatie aan het adres van F., maar zij
sluiten tevens een mogelijkheid in, die
uit den mond van een lid der plaatselijke
schoolcommissie wel indruk in de vergadering
moest maken. De voorzitter, de heer A. H.
Gerhard, liet er dan ook onder daverend
applaus óp volgen, »dat uit de woorden, door
den heer W., een autoriteit, lid der school
commissie gesproken, duidelijk bleek, dat men
in de groote stad Amsterdam om vooruit te
komen met den hoed in de hand moest staan."
Dit noemt de heer W. een «socialistische
anecdote !" Nu vinden wij hierin niets van
een»anecdote", maar wel een krasse beschuldiging van
partijdigheid aan de autoriteiten. En de heer
W. protesteerde in de vergadering niet tegen die
opvatting zijner ivoorden. Een paar dagen later
verklaarde hij evenwel in de Telegraaf, dat
die door hem uitgesproken veronderstelling,
»toen alleen als bestaande in het hoofd van
den heer F. was gemeend", alsof daarmede
die beschuldiging voldoende verklaard was!
Wij hielden ons zoo weinig »van den domme",
dat wij ons gehaast hebben in een bijschrift
(ons artikeltje stond reeds gezet) van die
»nadere verklaring" mededeeling te doen; maar
wij bleven vragen en blijven dit doen, wat
de heer W. recht gaf tot die veronderstelling,
want ze ging van hem uit. In plaats
van ruiterlijk een beschuldiging, hem blijk
baar in de hitte van het debat ontsnapt, terug
te nemen, tracht de heer W. zich door
casuistische redeneeringen te redden. Dit teekent.
Heel handig en slim vraagt hij, of wij zoo
dom zijn, het verschil niet te vatten tusschen
«Pieter gelooft, dat Jan oneerlijk is" en Ik
zeg, dat Jan oneerlijk is", maar zoo luidde de
beschuldiging van den lieer W. NIET; ze was:
»lk (Wierdels) veronderstel, dat Piet (F.) zoo
spreekt, om door Jan (de autoriteit) tot hoofd
benoemd te worden" (wat oneerlijk zou zijn).
Van F.'s geloof aan de oneerlijkheid van J.
was geen aanwijzing voorhanden. Wie is
nu bezig de feiten te verdraaien? Is hier
domheid van ons of slimheid van den heer W.
in het spel?
Wij hebben dit punt wat uitvoerig toegelicht,
om iii een voorbeeld te doen zien, hoe de W.
handelt, om een schijn van grond voor zijn
krasse beschuldigingen aan ons adres te vinden.
Men ziet, hoe gemakkelijk wij zulke projec
tielen hadden kunnen terugkaatsen.
Voor wij de verdere beschuldigingen ont
zenuwen, moeten wij een gepleegd verzuim
rondweg erkennen. Enkele woorden uit de
brochure cursiveerende, om er de aandacht pp
te vestigen, wat in een debat geoorloofd is,
verzuimden wij echter, wat daarbij regel ie,
in een noot te vermelden: »wij cursiveeren".
Toch gelooven wij niet, dat dit bij den lezer
tot een verkeerde opvatting heeft kunnen
leiden; hij zal dit wel zelf ingezien hebben.
Maar wij ontkennen pertinent, dat aan den
xin der woorden ook maar in het minste door
ons geweld is aangedaan.
Het citaat uit het schrijven van den heer
Van Gilse is door ons volkomen juist
wedergegeven. Nergens hebben wij hem als
verdediger der rangexamens voorgesteld. Maar,
waar de heer W. allen nadruk op de laatste
zinsnede legt, waarin de heer v. G. tot af
schaffing der rangexamens adviseert, hadden
wij van onzen kant evenveel recht de_ aan
dacht te vestigen pp den daaraan
voorafgaanden zin, waarin hij den toestand te Rotterdam
en zooals die bij afschaffing der
rarigexamens ook hier zou zijn »op den duur on
houdbaar" noemt. Hierin zit niets geen «han
digheid", niets geen «fijn spel", niets geen
^verdraaiing"; wij vestigden eenvoudig de aan
dacht op die woorden van den heer v. G.
Zelfs voor de strengste rechtbank van eerlijk
heid en goede trouw is dit geoorloofd.
Onwaar is ook, dat wij door opzettelijk ver
minkt citeeren zijn medeleden der
schoolcommissie_ tegen hem wilden opjagen. Wij hebben
het niet voorgesteld, wat schr. beweert, alsof
hij hen »voor niet rechtschapen menschen had
uitgemaakt"; Wij deden hem zeggen, »dat zij
(als leden der schoolcommissie) niet als recht
schapen menschen hadden g e h a n d e l d". En
wat schrijft de heer W. nu zelf? »dat zij (als
officieel lichaam) meenden niet te mogen doen,
wat zij als rechtschapen menschen in het
dagelijksch leven zeker zouden doen". Volgt
niet het een uit het ander ? Waar is hier weer
oneerlijkheid, verdraaiing, kwade trouw ?
Van het hoofdstukje over »de kosten", \%
bladz., dat wij natuurlijk niet geheel konden
citeeren, namen wij de conclusie over, waartoe
schr. kwam. »0p de vraag, hoeveel zal het
kosten, wil ik het antwoord niet schuldig
blijven en het kan kort zijn" schreef hij. Dit
korte antwoord (6 regels) namen wij letterlijk
over; wat volgt is slechts een toelichting,hoe
die afschaffing geen verhooging van uitgaven
behoeft na zich te sleepen, hetzij dan door
verlaging van het maximum of anders. De
hoofdzaak was hier »de afschaffing der rang
examens zal niets kosten". En waar nu door
de onderwijzers, met volle récht, voortdurend
aangedrongen wordt op betere salariëering,
noemen wij dit »zich van de zaak wat al te
gemakkelijk, al te eenvoudig afmaken", en
motiveerden dit met de vraag: »0f de onder
wijzers tevreden zouden zijn met afschaffing
der rangen... zonder een enkele cent
verhooging?" Dien laatsten zin, die mo
tiveering, laat de heer W. weg en doet het,
alweer handig, voorkomen, alsof het de kwes
tie was, langs welken weg men er
zonder een cent verhooging (door ver
laging van maximum of minimum) kon
komen en onze beschuldiging dit punt
betrof. Wist de heer W. werkelijk niet beter,
of heeft hij ons niet willen begrijpen ? Wie
was hier dan bezig, hetzij met of' zonder, blik
ken en blozen, »de stukken te versteken ?"
Laatste «verdraaiing". Als een van de wegen
om de bepaalde som van alle traktementen
niet te overschrijden, noemde de schrijver »om
een brandende kwestie even aan te raken,
plaatsing van de hoofden voor de klasse". Wij
lazen daarin, dat de heer W. er een voor
stander van was de hoofden in de klasse »pp
te bergen. En wij niet alleen, ook de redacties
van andere bladen hebben er hetzelfde in gelezen.
Een uitknipsel uit de Nieuwe Rotterd. ligt nog
voor ons. Wij zijn dus hier in goed gezelschap !
De eenige fout n van de redactie van het
Nieuwe Schoolblad en van den correspondent
der N. R. Ct. was, dat zij de gave der voor
ziening missen. Zij wisten niet, dat het lid
der schoolcommissie, die in zijn brochure
schreef: >< wegen zijn te vinden (een is)
plaatsing van de hoofden voor de klas;"
eenige weken later zou verklaren, over die,
kwestie «zich volstrekt nog geen opinie te
hebben gevormd."
* f *
En hiermede zijn wij aan het eind van ons
zondenregister. Er is nog wel het een en ander,
waarop wij gaarne den heer W. van repliek
zouden dienen, maar wij mogen niet te
veel ruimte vragen. Elders hebben wij nog
wel gelegenheid er op terug te komen.
Hier was ons doel alleen, onzen goeden
naam te zuiveren van de blaam, door den
heer Wierdels er op gelegd. Aan den lezer
laten wij het oordeel, wat er van de krasse
beschuldigingen van kwade trouw, opzettelijke
woord verdraaiing, onoprechtheid enz. overblijft.
De heer W. klaagt over onzen toon; die is
door den zijnen uitgelokt; scherp mogen wij
geweest zijn, niet grof. Of van zijn verdediging :
hetzelfde kan gezegd worden ?
Tot slot aan hem in zijn hoedanigheid als
«redacteur van een beteekenend dagblad"
(de Tijd) de vraag: Sedert wanneer is het in
de pers gebruik, om in een debat over zaken,
de leden dor redactie persoonlijk aan te vallen ?
Tot dusver werd, meenden wij, zulk een wijze
van doen vrij algemeen tot de slechte
persmanieren gerekend, welke men aan
schendblaadjes en dergelijke overliet. Aan
wiens zijde was hier nu wel de grootste ani
mositeit ?
Onder dankzegging voor de verleende gast
vrijheid, hoogachtend
De Redactie van het
NIEUWE SCHOOLBLAD.
IIIIIIIINIIIHIIIIIMIIIMIIIII
TWEEDE NAT. CORKESP. WEDSTRIJD.
Overwinnaarsgroep.
Negentiende zet van Wit.
Partij |
at
R e3
D f4
g4
R g6:
P e5
D d6:
c4
D f2
D c2
cd3:
Partij
No.
23
24
5
26
27
28
29
30
31
32
33
f4
f2:
adl
e8:
bl
bc3
h4
a3
f4:
f3
R d4
10
11
12
13
14
15
16
18
19
20
21
Er ia nog gespeeld in partijen 23 18?T fti, 31
IS- R f5, 38 18 P e5:, 41 18?P bd5.
Partij No. 45 wordt door Wit opgegeven.
Tut mijn spijt was het mij de vorige week onmo
gelijk de copy op tijd gereed te hebben.
Ia partij 38 geen opgave.
J. J. 8.
(De overige voor de schaakrubriek bestemde stok
ken waren bij bet ter perse gaan van ons blad niet
ontvangen. RED.)
Partf;
No.
34
35
86
37
38
39
40
41
42
43
44
E
f 5 :
g3
e4
h4
c3
c4
hel
f3:
fgö: