De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 13 maart pagina 9

13 maart 1898 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Na 1081 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 9 cfananciwU on Het délphiseh orakel. Spanjaarden. Amerikanen. Speculatie a la hausse. Tabak. Petroleum. Sloomv. Neder land. Portugeezen. Hypotheekban ken. De Probolingo-stoomtram. De nieuwe loten. Antwoorden. Er is een duitje te verdienen, jubelen zij 't nog op gedempten toon de speculanten met het oog op de min of meer gespannen verhouding tusschen David en Goliath. Deze David is echter niet alleen klein, maar bovendien onrein in financieel, «conomisch en intellectueel opzicht. Zijn kansen in een strijd met den reus, beloven niet veel. Niet te verwonderen dat de Span jaarden ruim 3 pet. verloren door de aanhou dende berichten aangaande een mogelijken ?oorlog met de Vereenigde Stalen. Wat 't worden aal ? Het orakel van Delphi zou in eigen aardige stijl wellicht profeteeren : een oorlog is misschien te wachten, desondanks is ook toet behoud van den vrede te verwachten. Niettemin mag erkend worden dat voor .Spanje een oorlog althans een definitieve uit?komst zou geven die hoe dan OOK een ?einde zou maken aan het toenemende aantal ?millioenen peeetas en dat der menschenleyens ?die gevorderd worden om, tegen Amerika's intriges en kuiperijen in, het gezag op Cuba «enigszins te handhaven. Beduidende koersvariaties die onmisbare ?gelegenheid voor* beursman nen om »zaken" te doen komen, in verband met de genoemde gespannen verhouding, ook in Amerikaansche .sporen voor. B. v. bij de Atchisons, de prefe rente aand. Denver en Kio Gr., de eert. v. aand. Louisville, de Union- Paoiflcs die alle op lagere noteering voorkomen, 't Zou me niet verwonderen als deze veranderingen tot meer dere speculatie & la hausse uitlokte. Hoe dit «noge uitloopen, go to bed and dream of castles in the air is voor velen ook al een genot. Voor <le effectenvakmannen geeft dit inmiddels gelegenheid om courtages en »marges" te boe ken, om prolongaties en leeningen te sluiten. Wie zou nun dat niet gunnen ? Aan de spe culanten druk ik evenwel op 't hart: denkt aan de drie gulden regels door den geluk kigen David Ricardo den bekenden engelschen staathuishoudkundige steeds met goed gevolg ter verkrijging van een immens vermogen toegepast. Ook de rate-war oefent nog invloed uit. De Grand Irunk en de Canadian Pacific gaan voort elkaar «vliegen af te vangen" om zich uitsluitend de voordeelen van het toenemend verkeer naar de goudvelden in Klondyke toe te eigenen. Inmiddels is een commissie bezig om te trachten dezen oorlog & coups de tarif te doen ?eindigen. De aanvallende houding der Cana dian. Pacific kan waarschijnlijk met succes worden tegengewerkt door haar de gunst het verkeer over een gedeelte van het territoir van .de U. S. zonder douanerechten te beta len niet langer te verleenen. De certificaten van aandeelen Baltimore en Ohio keerden, door eenige verbetering, tot den koers van enkele weken geleden terug. Zouden ?de koopers wat verwachten van de reorgani satieplannen ? Baring Brothers & Co. kregen, door lusschenkomst van hun agent te NewYork, bericht dat de receivers het besluit ge nomen hebben om den coupon per l Maart 1.1. van de obligatiën, die in 1902 behooren afgelost te worden, niet te betalen. De Black liist is er goed voor. In het weldra te wachten reorganisatieplan _zou een volledige regeling ?omtrent deze leening worden voorgesteld. De volgorde van behandeling naar de koers variaties stelt aan de orde de vermelding van de vastheid in noteering van de Tabakswaar den; daarna is de petroleum aan de beurt. De JConinklijIce is wat gedaald. Moeara Enim ver zoekt de vermelding van haren vooruitgang met pi. m. 2 pCt. 't Komt me voor dat hetgeen ik in de vorige week schreef meer aandacht vindt. Daarom herhaal ik: Laten de nederlandsche petroleummaatschappijen.door onderlinge samenwerking, beginnen om aan de eischen van de praktijk van den tegen woordigen wereldhandel en van ?de wereldmarkt, in haar gemeenschappelijk belang, te voldoen. Dan kan aansluiting aan ?de groote wereld-organisatie om de anarchie in productie en afzet door orde en regel in aller belang te doen vervangen, des te beter besproken en des te voordeeliger geregeld worden. Van de stoommaatschappijen verdienen de aand. Stoomv. Nederland, door een rijzing van ruim 4 pCt., vermelding. De directie heeft te haren kantore, Prins Hendrikkade 160 alhier, op Maandag 18 April tusschen 10 en 12 ure uitsluitend voor de aandeelhouders de inschrijving opengesteld op f 1,400,000 aandeelen tegen 138 pCt. De stukken zuilenden 26sten April, tegen storting, verkrijgbaar zijn bij de Kasvereeniging. Om hun recht te bewijzen behooren de aandeel houders bij hun inschrijvingsbiljet, voor elk te verkrijgen nieuw aandeel, vier dividend bewijzen No. 22 van oude aandeelen in te leveren. De bezitters van aandeelbewijzen die van hun recht op de inschrijving geen gebruik wenschen te maken, moeten vóór 18 April de dividendbewijzen No. 22 realiseeren ; na dien tijd toch zijn non-valeurs. De prijs varieert om de vijftig gulden. Koopers van 4 zulke dividendbewijzen kunnen ook aan de inschrijving tegen 138 pCt. deelnemen. Hun kost dan een aandeel f 1380 plus f 200 is gelijk ? 1580. Als men evenwel in aanmerking neemt dat de Maatschappij ge regeld dividend uitkeerde varieerende van 7 en 11 pCt. dan is een koers van 158 pCt. niet buitensporen hoog te noemen, vooral niet als men bedenkt, dat de bezittingen in goeden staat schijnen te zijn en dat het bestuur in goede handen is. De aandeelen Ned. Amerik. stoomvaartmaatschappij wat zwakker. Een tegenvaller voor de aandeelhouders is 't voorzeker dat er wederom geen dividend wordt uitgekeerd. Toch hebben zij solide stukken. De auto cratische directie blijft volharden bij haar plan om vóór alles, de winst voor het aanschaffen van uitmuntend materieel te gebruiken. Zeer waarschijnlijk zal ze, als de verlangde drie groote tweeling-schroef booten in de vaart zijn, de aandeelhouders met groote dividenden willen verrassen. Geduld is zulk eenschoone zaak heeft van Alphen ons voorgehouden. Dit geldt ook in deze voor de aandeelhouders; als ze die schoone zaak maar lang genoeg zullen kunnen volhouden. Portugeexen vragen de vermelding van eenige afbrokkeling der prijzen. De weinig belovende voorstellen omtrent de schuldregeling worden, met het oog op het belang van den dienst der buitenlandsche schuld, allengs meer be streden. Volgens den minister van financiën zijn inmiddels de rentebetalingen op de buitenland sche schuld tot aanst. Juli verzekerd .. door verkoop van £. 967500 aan 3 pCr. obligaliën tegen 20 pCt. en beleening van 72000 spoorwegobligatiën. Zoo stopt men het eene gat door een ander gat te maken! Van de op deze eigenaardige wijze verkregen £ 800000 heeft de regeering_ echter reeds £. 572000 besteed voor voldoening van verbintenissen, door de vorige regeering gesloten. Hypotheekbanken vast. De nationale hypo theekbank keert een dividend van 18V's pCt. uit tegen dividendbewijs no. 37. Het oprichters dividendbewijs no. 31 is betaalbaar met ?50. Volgens het jaarverslag over 1897 hebben alle aandeelhouders reeds 80 pCt. gestort ter wijl velen ook de resteerende 20 percent hebben ingebracht. De pand brieven dezer hypotheek bank zouden gedekt zijn behalve door de hypotheken, die tot geen hooger bedrag dan 60 pCt. der taxatiesommen zouden verstrekt zijn, door het bankkapitaal van ? 250,000, door het revefonds van ? 250,000 en door een waarborgsom van bijna 2 Yi millioen. De directie Bataafsche hypotheekbank stelt voor: lp. 11A pCt. dividend over het gestorte kapitaal uit te keeren, 2o. J 2250 op reserve te boeken en 3). f 2500 te voegen bij de extra reserve. De winst op de uitgifte van de derde serie der aandeelen tegen 110 pCt., groot f 5265 is op de reserve overgebracht. Ook maakte de Honyaarsche hypotheekbank het vorige jaar wederom gpede'zaken. De volgende week hoop ik uitvoerige mededeelingen te doen omtrent een nieuwe soort van hypotheekbrieven wier soliditeit aller aan dacht verdient. Onder de trams, die op vaste noteering voorkomen, maakt de Probolingo stoomtram een onaangename uitzondering door een ver lies van l pCt. De aandeelhouders schijnen nog niet geheel gerust gesteld. Is dit wel te yerwondsren. Kan de directeur nog geen inlichtingen geven omtrent de vragen de vorige week gesteld. In de Soerabaya-courant van 2 Februari 1.1. en wel in het redactio neel gedeelte wederom lees ik o. m.: De brug van Gending is, zooals men reeds uit de Soerabaya-courant van 11 dezer, n o. 8, heeft vernomen ( voor de 2e maal defect. Het personeel van den stoomtram dat onge veer drie maanden geleden die brug in orde heeft gemaakt en versterkt, heeft onbetwist baar toen geen degelijk maar wel broddelwerk verricht en zulks zeer zeker tot groot nadeel van de stoomtram-maatschappij. Het geld dat voor het in orde brengen en versterken van die brug was uitgegeven is dus weggeworpen, doch de chef der exploitatie bekreunt zich daarover niet. Het schijnt dat onder het personeel van den stoomtram, de chef der exploitatie medegerekend, niemand de npodige capaciteiten bezit om een brug behoorlijk in orde te maken en te versterken. Wij hopen daarom dat onze flinke resident voortaan in sraatsbelang de gouvernements bruggen, die door het personeel van den stoom tram in orde moeten gemaakt en versterkt wor den, na de voltooiing op kosten van de stoom trammaatschappij door eenen technicus met de meeste nauwkeurigheid zal laten onder zoeken en daarover rapport zal doen uitbren gen, terwijl hij gedurende dat onderzoek de stoomtrammaatschappijen niet vergunnen moet van de trams over die bruggen te laten rijden. En mocht 't onverhoopt bij het onderzoek blijken dat die bruggen nog niet geheel vol doen, de bestaande gebreken alsnog door de stoomtrammaatschappij doen herstellen. Loten weinig veranderd. Omtrent de rege ling der achterstallige schuld van de madridsche loten zijn wederom eenige gewijzigde berichten meegedeeld, 'k Zal nu maar wachten tot dat definitieve gegeven kunnen worden. De bezitters zullen toch de schuldregeling in elk geval wel willen afwachten. Nu nog een enkel woord over de nieuwe 5 pCt. loten van de Russische rijks-adelsagrar-bank, spreek uit: russische staatshypo theek voor den adel. Deze instelling brengt de eerste oprichting der hypotheekbanken, m anderen vorm echter, in Pruisen onder de regeering van Frederik II, in herinnering. Het waren oorspronkelijk vereenigingen van adellijke grondeigenaren, die de Groote Frederik hielp tot stand brengen, om den kredietnpod, waarin de landeigenaren na den zevenjarigen oorlog verkeerden, te lenigen. De premiën en de aflossing van deze premieobligatiën ten laste van Rusland komen ge heel met die van de russische loten van 1866 overeen. Ook in alle andere opzichten zijn beide lotensoorten gelijk; om die reden wijst een koersverschil van bijna 20 pCt,. op de hooge wenschelijkheid om de loten '66 tegen de bedoelde nieuwe loten te verwisselen. De 'öers staan 165, de nieuwe 144. Lezer doe uw voordeel. * * Mevrouw L. te Utrecht. Niet uitgeloot. Succes met de volgende trekkingen! J. H. te G. Gefeliciteerd met uw zoete winst. Dank ze niet aan mijn advies alleen maar denk bovenal aan het bekende: zonder geluk vaart niemand wel. Amst., 10/11 Maart '98. D. STIGTER. ininilllllllllllllUIIIIIIIIIIIMIIIIIIIllllllllllltllllllUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIII Een woord van verweep. Allereerst een krachtig protest tegen de wijze, waarop de heer Wierdels debatteert. Hij ontplooit zulk een virtuositeit in 't bedenken van allerlei liefelijkheden, om die zijn tegen standers naar 't hoofd te slingeren, ook zijn brochure en zijn uitval tegen den heer Fok getuigen er van dat iemand, die een debat over zaken niet wil zien ontaarden in een wisselen van hatelijkheden tusschen personen en den pennestrijd binnen de grenzen der welvoegelijkheid wil houden, wel van verdere g edacht ewisseling (?) met dien heermoetaf'zien. Niet minder dan opzettelijke woord verdraaiing, kwade trouw, grove brutaliteit, oneerlijkheid en wat dies meer zij, worden ons ten laste gelegd een typische staalkaart van scheldproza wordt het schier en op welke gron den i" Wat den heer W. betreft, zouden wij met een verwijzing naar de Genestets 90e leekedichtje kunnen volstaan, maar wij stellen er hoogen prijs op, den lezers van dit blad, die waarschijnlijk niet de brochure van den heer W. en het geïncrimineerde artikel ter vergelijking bij de hand hebben, te doen zien, op welke gronden dit lid der plaatselijke school commissie zulke grove beschuldigingen tegen de met naam genoemde redacteuren van het Nieuwe Schoolblad richt. Integenstelling met de methode-W i e r d e l s zullen wij ons daarbij van alle appreciatie onthouden; de feiten alleen mogen reeds afdoende voor ons pleiten. Vooreerst dan dien aanval »op zijn persoon." De ->minder vriendelijke vraag" van den heer W., in een »ietwat vurige improvisatie" aan den heer Fok gedaan, die den moed had een woord ter verdediging van de voorstellen van B. en W. in te brengen, (en daarbij een ongemotiveerde beschuldiging tegen den heer W. richtte) luidde: »of deze dan met alle geweld hoofd van een Amsterdamsche school wenschteteword e n." Nu was er totaal niets voorafgegaan, wat reden tot zulk een veronderstelling kon geven. Die woorden bevatten niet alleen een insinuatie aan het adres van F., maar zij sluiten tevens een mogelijkheid in, die uit den mond van een lid der plaatselijke schoolcommissie wel indruk in de vergadering moest maken. De voorzitter, de heer A. H. Gerhard, liet er dan ook onder daverend applaus óp volgen, »dat uit de woorden, door den heer W., een autoriteit, lid der school commissie gesproken, duidelijk bleek, dat men in de groote stad Amsterdam om vooruit te komen met den hoed in de hand moest staan." Dit noemt de heer W. een «socialistische anecdote !" Nu vinden wij hierin niets van een»anecdote", maar wel een krasse beschuldiging van partijdigheid aan de autoriteiten. En de heer W. protesteerde in de vergadering niet tegen die opvatting zijner ivoorden. Een paar dagen later verklaarde hij evenwel in de Telegraaf, dat die door hem uitgesproken veronderstelling, »toen alleen als bestaande in het hoofd van den heer F. was gemeend", alsof daarmede die beschuldiging voldoende verklaard was! Wij hielden ons zoo weinig »van den domme", dat wij ons gehaast hebben in een bijschrift (ons artikeltje stond reeds gezet) van die »nadere verklaring" mededeeling te doen; maar wij bleven vragen en blijven dit doen, wat de heer W. recht gaf tot die veronderstelling, want ze ging van hem uit. In plaats van ruiterlijk een beschuldiging, hem blijk baar in de hitte van het debat ontsnapt, terug te nemen, tracht de heer W. zich door casuistische redeneeringen te redden. Dit teekent. Heel handig en slim vraagt hij, of wij zoo dom zijn, het verschil niet te vatten tusschen «Pieter gelooft, dat Jan oneerlijk is" en Ik zeg, dat Jan oneerlijk is", maar zoo luidde de beschuldiging van den lieer W. NIET; ze was: »lk (Wierdels) veronderstel, dat Piet (F.) zoo spreekt, om door Jan (de autoriteit) tot hoofd benoemd te worden" (wat oneerlijk zou zijn). Van F.'s geloof aan de oneerlijkheid van J. was geen aanwijzing voorhanden. Wie is nu bezig de feiten te verdraaien? Is hier domheid van ons of slimheid van den heer W. in het spel? Wij hebben dit punt wat uitvoerig toegelicht, om iii een voorbeeld te doen zien, hoe de W. handelt, om een schijn van grond voor zijn krasse beschuldigingen aan ons adres te vinden. Men ziet, hoe gemakkelijk wij zulke projec tielen hadden kunnen terugkaatsen. Voor wij de verdere beschuldigingen ont zenuwen, moeten wij een gepleegd verzuim rondweg erkennen. Enkele woorden uit de brochure cursiveerende, om er de aandacht pp te vestigen, wat in een debat geoorloofd is, verzuimden wij echter, wat daarbij regel ie, in een noot te vermelden: »wij cursiveeren". Toch gelooven wij niet, dat dit bij den lezer tot een verkeerde opvatting heeft kunnen leiden; hij zal dit wel zelf ingezien hebben. Maar wij ontkennen pertinent, dat aan den xin der woorden ook maar in het minste door ons geweld is aangedaan. Het citaat uit het schrijven van den heer Van Gilse is door ons volkomen juist wedergegeven. Nergens hebben wij hem als verdediger der rangexamens voorgesteld. Maar, waar de heer W. allen nadruk op de laatste zinsnede legt, waarin de heer v. G. tot af schaffing der rangexamens adviseert, hadden wij van onzen kant evenveel recht de_ aan dacht te vestigen pp den daaraan voorafgaanden zin, waarin hij den toestand te Rotterdam en zooals die bij afschaffing der rarigexamens ook hier zou zijn »op den duur on houdbaar" noemt. Hierin zit niets geen «han digheid", niets geen «fijn spel", niets geen ^verdraaiing"; wij vestigden eenvoudig de aan dacht op die woorden van den heer v. G. Zelfs voor de strengste rechtbank van eerlijk heid en goede trouw is dit geoorloofd. Onwaar is ook, dat wij door opzettelijk ver minkt citeeren zijn medeleden der schoolcommissie_ tegen hem wilden opjagen. Wij hebben het niet voorgesteld, wat schr. beweert, alsof hij hen »voor niet rechtschapen menschen had uitgemaakt"; Wij deden hem zeggen, »dat zij (als leden der schoolcommissie) niet als recht schapen menschen hadden g e h a n d e l d". En wat schrijft de heer W. nu zelf? »dat zij (als officieel lichaam) meenden niet te mogen doen, wat zij als rechtschapen menschen in het dagelijksch leven zeker zouden doen". Volgt niet het een uit het ander ? Waar is hier weer oneerlijkheid, verdraaiing, kwade trouw ? Van het hoofdstukje over »de kosten", \% bladz., dat wij natuurlijk niet geheel konden citeeren, namen wij de conclusie over, waartoe schr. kwam. »0p de vraag, hoeveel zal het kosten, wil ik het antwoord niet schuldig blijven en het kan kort zijn" schreef hij. Dit korte antwoord (6 regels) namen wij letterlijk over; wat volgt is slechts een toelichting,hoe die afschaffing geen verhooging van uitgaven behoeft na zich te sleepen, hetzij dan door verlaging van het maximum of anders. De hoofdzaak was hier »de afschaffing der rang examens zal niets kosten". En waar nu door de onderwijzers, met volle récht, voortdurend aangedrongen wordt op betere salariëering, noemen wij dit »zich van de zaak wat al te gemakkelijk, al te eenvoudig afmaken", en motiveerden dit met de vraag: »0f de onder wijzers tevreden zouden zijn met afschaffing der rangen... zonder een enkele cent verhooging?" Dien laatsten zin, die mo tiveering, laat de heer W. weg en doet het, alweer handig, voorkomen, alsof het de kwes tie was, langs welken weg men er zonder een cent verhooging (door ver laging van maximum of minimum) kon komen en onze beschuldiging dit punt betrof. Wist de heer W. werkelijk niet beter, of heeft hij ons niet willen begrijpen ? Wie was hier dan bezig, hetzij met of' zonder, blik ken en blozen, »de stukken te versteken ?" Laatste «verdraaiing". Als een van de wegen om de bepaalde som van alle traktementen niet te overschrijden, noemde de schrijver »om een brandende kwestie even aan te raken, plaatsing van de hoofden voor de klasse". Wij lazen daarin, dat de heer W. er een voor stander van was de hoofden in de klasse »pp te bergen. En wij niet alleen, ook de redacties van andere bladen hebben er hetzelfde in gelezen. Een uitknipsel uit de Nieuwe Rotterd. ligt nog voor ons. Wij zijn dus hier in goed gezelschap ! De eenige fout n van de redactie van het Nieuwe Schoolblad en van den correspondent der N. R. Ct. was, dat zij de gave der voor ziening missen. Zij wisten niet, dat het lid der schoolcommissie, die in zijn brochure schreef: >< wegen zijn te vinden (een is) plaatsing van de hoofden voor de klas;" eenige weken later zou verklaren, over die, kwestie «zich volstrekt nog geen opinie te hebben gevormd." * f * En hiermede zijn wij aan het eind van ons zondenregister. Er is nog wel het een en ander, waarop wij gaarne den heer W. van repliek zouden dienen, maar wij mogen niet te veel ruimte vragen. Elders hebben wij nog wel gelegenheid er op terug te komen. Hier was ons doel alleen, onzen goeden naam te zuiveren van de blaam, door den heer Wierdels er op gelegd. Aan den lezer laten wij het oordeel, wat er van de krasse beschuldigingen van kwade trouw, opzettelijke woord verdraaiing, onoprechtheid enz. overblijft. De heer W. klaagt over onzen toon; die is door den zijnen uitgelokt; scherp mogen wij geweest zijn, niet grof. Of van zijn verdediging : hetzelfde kan gezegd worden ? Tot slot aan hem in zijn hoedanigheid als «redacteur van een beteekenend dagblad" (de Tijd) de vraag: Sedert wanneer is het in de pers gebruik, om in een debat over zaken, de leden dor redactie persoonlijk aan te vallen ? Tot dusver werd, meenden wij, zulk een wijze van doen vrij algemeen tot de slechte persmanieren gerekend, welke men aan schendblaadjes en dergelijke overliet. Aan wiens zijde was hier nu wel de grootste ani mositeit ? Onder dankzegging voor de verleende gast vrijheid, hoogachtend De Redactie van het NIEUWE SCHOOLBLAD. IIIIIIIINIIIHIIIIIMIIIMIIIII TWEEDE NAT. CORKESP. WEDSTRIJD. Overwinnaarsgroep. Negentiende zet van Wit. Partij | at R e3 D f4 g4 R g6: P e5 D d6: c4 D f2 D c2 cd3: Partij No. 23 24 5 26 27 28 29 30 31 32 33 f4 f2: adl e8: bl bc3 h4 a3 f4: f3 R d4 10 11 12 13 14 15 16 18 19 20 21 Er ia nog gespeeld in partijen 23 18?T fti, 31 IS- R f5, 38 18 P e5:, 41 18?P bd5. Partij No. 45 wordt door Wit opgegeven. Tut mijn spijt was het mij de vorige week onmo gelijk de copy op tijd gereed te hebben. Ia partij 38 geen opgave. J. J. 8. (De overige voor de schaakrubriek bestemde stok ken waren bij bet ter perse gaan van ons blad niet ontvangen. RED.) Partf; No. 34 35 86 37 38 39 40 41 42 43 44 E f 5 : g3 e4 h4 c3 c4 hel f3: fgö:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl