De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 27 maart pagina 12

27 maart 1898 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1083 (ZTffi). Minister Miquel verbrandt zyn revolutionaire souvenirs. Arme ferecHeiil! (Ingezonden"). Wegens opheffing der zaak en vertrek naar elders, ten spoe digste ter overname aangeboden een zwaard, blinddoek en weeg schaal. Zeer geschikt voor komedievertooningen. Brieven letter Z. Paleis van Justitie, Par\js. Lord Salisönry's Bnitenlanisclie Politici (Moonshine). Een lastig kunststuk! Kist! *Puck.'' Dame. M\jn waarde, neem my niet kwalijk, maar ik vind die boomen niet natuurlijk. Artist. 't Is ook geen natuur mevrouw, 't is kunst! De candidatuur van Bommel. (Slot Ie Bedrijf.) De heer v. Looy, de uitgever by wien dit blyspel eerstdaags verschenen zal, heeft, met toestemming van den auteur, ons in de gelegenheid gesteld, het volgend tooneeltje in ons blad af te drukken. Beiden daarvoor onzen dank ! Voor hen, die het stuk nog niet gezien hebben, z\j medegedeeld, dat Mevr. van Bommel, vreezende dat haar man de candidatuur, hem aangeboden, zal bljjven weigeren, de negatieve behandeling op hem toepast, teneinde hem tot een tegenovergesteld besluit te voeren. (Mr. van Bommel komt binnen.) Mevr.. Ah daar is hij alweêrl (tol v. Z?.): Zoo je hebt het niet lang gemaakt. v. B. Neen 't is daar te gevaarlijk. DominéLangelaan was zoo onstuimig en dringend, 't leek wel of'ik den hemel er een dienst mee zou doen en daarover waren allen het eens, gekozen werd ik zeker ik was precies de man, dien zij hebben moesten Mevr. Maar je denkt er niet aan v. B. Niet aan denken? Je moet er wel aan denken, als ze je er zoo toe pressen willen, maar denken is geen doen. Mevr. Nu ja, lieve, dat bedoel ik ook: je doet het toch niet. Intusschen heb ik hier ook een conferentie gehad en met wien ? v. B. Nu ? Mevr. Met Donker. v. B. Met Donker l! Mevr. Met niemand anders dan je zwager Donker. v. B. En wat moest die? Kwam hij schuld bekennen, wou hij weer vriendschap sluiten ? Mevr. Hij vond het noodig ons mee te deelen, dat hij met October verhuizen gaat naar den Buitencingel en dat jij dus niet om hem van hier behoefde te vertrekken, maar, dit voegde hij er uitdrukkelijk aan toe: wat de geldquaestie betrof: hij Meld de pretentie. v. B. Wat je zegt! Die draait dus bij! Mevr. Ja. Van mijn kant komt de toenadering, zei hij, maar ik houd de pretentie. v. B. Nu die pretentie kan hij op zijn buik schrijven! Mevr. Dat denk ik ook. v. B. En had hij nog meer te vertellen ? Mevr. Niet veel; over je candidatuur sprak hij geen woord, hij vond dat zeker niet belangrijk genoeg. v. B. Toch zal zijn bezoek daarmee in verband staan. Mevr. Op welke manier, meen je? v. B. Het is verwonderlijk, wat de lui in zoo'n kamerlidmaatschap zien. Wil je wel gelooven, dat Donker alleen van batterij veranderd is, in de hoop van weldra te kunnen bluffen op zijn «zwager 't Kamerlid'. Een Kamerlid in de familie te hebben is al een eer, en nu denkt hij, als ik me na zijn verkiezing met hem verzoenen moet, staat dat zoo mal. Mevr. Ik geloof Herman, dat je daarin je vergist v. B. Zoo, zie jij dat niet in; jij ziet ook nooit iets in, wat ik zoo bijzonder duidelijk vind en wat ieder ander inziet; het kamerlidmaatschap is in 't oog van alle gewone menschen de maarschalkstaf; dat is het, al begeer ik hem niet. Mem. Dus je zoudt denken dat, ik en de kinderen, als je verkozen was, een M.aarschalk in je zouden zien! v. B. Iets bijzonders? Zeker zelfs jij! Mevr. Mijn beste, laat nu naar je kijken! Wij weten hier allen heel goed, datje, al had je naar den Haag willen gaan, daar niets meer zoudt geworden zijn, dan je nu bent... v. B. Dat is ? Mevr. Je was voor ons eenvoudig Mr. v. Bommel gebleven; iemand, die eiken dag anderhalve fiesch wijn, een stuk of wat glazen bitter en een ontzettende sloot thee opdrinkt; die minstens tweemaal zooveel eet als voor het onderhoud van zijn lichaam noodig is: die n uurtje per dag iets uitvoert, dat op werken gelijkt; een halven middag in de Sociëteit zit, en de rest van den tijd doorbrengt binnen of buiten de deur, als een slak in of bij zijn huisje v. B. Ei, is dat mijn portret! Dan had je DominéLan gelaan zoo pas maar eens moeten hooren.... Mevr. Langelaan! Je weet zeker niet, dat die je vleit! v. B. Wat ben je weer kwaaddenkend i Mevr. En waarom heeft Schreuder, zooals je zelf me ver teld hebt, het je dan zoo afgeraden ? v. B. Schreuder als notaris nogal een onpartijdig getuige I... die vraagt natuurlijk niets anders dan : hoe krijg ik zijn huis in de veiling ... Mevr. En nu ben jij zeker niet kwaaddenkend! Ik heb het je al zoo dikwijls gezegd, jij stelt je de menschen voor, zooals je dat in je kraam te pas komt. Je vindt me niets aardig, maar waarom zou ik je niet eerlijk opbiechten hoe het met de zaak staat. Onder vier oogen mag dat immers wel! v. B. Doe het gerust... Mevr. Gerust, ja dat zeg je, maar je ziet nu al niet erg vriendelijk, en toch spreek ik even oprecht als vertrouwelijk... v. B. Nu goed, laat mij dan eens hooren, wat je op het hart hebt. Mevr. Wel, niets bijzonders. Wij ziju het nog nooit beter met elkaar eens geweest, dan juist ten opzichte van je weigering voor die candidatuur. Ik geef je gelijk, dat je je niet laat overhalen, en ik zeg dit nu eerst, omdat ik niet op je besluit heb willen infiuenceeren ... v. B. En waarom doe ik dan in jou oogen zoo verstandig ? Mevr. Allereerst, zou ik zeggen, omdat je voor kamerlid te lui bent, beste; je bent heelemaal geen man om iets onder handen te nemen, je ergens voor in te spannen, (l l ij ivendt zijn gezicht van haar af). Neen, is 't niet zoo? v. B. Jij zegt het. Mevr. Bij je indolentie komt een volslagen gebrek aan geestdrift... Je gemiddelde opgewektheid is die van iemand tusschen zijn diner en zijn dutje. Jawel, je hebt je oogen open, maar zoo heelemaal open om, ergens naar te kijken, is een uitzondering nietwaar ? ... (r. B. gooit zich om in zijn stoel) Nietwaar ?... Dat neem ik je niet kwalijk, want je hebt er het geld voor je behoeft je voor niets te interesseeren. 't Spreekt van zelf, je hebt je studie niet bijgehouden, en nu weet je niet veel. Daarover zal ik je ook allerminst hard vallen. Niemand heeft het recht je er een verwijt van te maken. Maar mijn lieve Herman, nu ben je bang om in de Kamer te komen. Je ziet er tegen op, je vreest dat je je daar zult verpraten; ik begrijp het volkomen! v. B. Je begrijpt er niets van! Mevr. Neen. toon nu geen gevoeligheid. Ik meen het goed met je... Je durft niet. v. B. (staat op uit zijn stoel). WTat! Mevr. Ik zou het niet zeggen als er iemand bij was; je voelt zelf wel, en het is gelukkig dat je het voelt, mijn oude jongen, dat je tegen die heeren daar niet bent opgewassen; je vreest dat ze een loopje met je zullen nemen ; in elk geval, dat ze je zullen overtroeven, en daarom geeft het me zoo'n gerustheid, dat je bedankt... v. B. Schei maar uit!! Mevr. Neen, hoor me nu eens kalm aan; ik weet zeker dat je in je hart mij gelijk geeft ; toon geen valsche schaamte aan iemand_die je zoo lief heeft als je vrouw. Waarom zou je 't mij niet bekennen, dat er nog een verhevener motief voor je besluit bestaat ? Je bent een beetje huiverig voor het Haagje. Je _ leef t hier sedert zooveel jaren in een lan delijke, onschuldige, reine omgeving, geregeld en soliede, maar nu vrees je, dat, als je je blootstelt aan de verleidinfen van die groote stad, je oude natuur weer zal boven omen en je de verzoeking niet zult kunnen weerstaan ; je wilt jezelf bewaren voor 't gevaar, dat van Bommel opnieuw van Boemel zal moeten heeten en je hebt alweer gelijk, daar in den Haag en te Scheveningen gebeurt nogal iets ! Je voelt je zwak, maar zich te zwak gevoelen is voor een verstandig man de grootste sterkte, en voor mij is het bezit van zulk een man de hoogste eer. (Zij steekt hem de hand toe). Dat je je zelf niet vertrouwt Herman, maakt je het meeste vertrouwen waard ... v. B. Houd je lofspraken voor je ! Ik wilde niet, ik had vast besloten te bedanken, maar nu ik weet hoe je over mij denkt, ik f/a/.' Mevr. Wat zeg je daar. . .! Kun je dan zoo weinig tegen de waarheid?... Moet alleen het feit, dat je die uit den mond van je eigen vrouw komt te hooren, je ongelukkig maken . . ben je zoo zwak ! v. B. Zwijg asjeblieft. Ik zal toonen, dat ik sterk ben, ik laat mij verder niet miskennen, ik ben een man! Mevr. Weet wat je doet, Herman ! Het is voor je eigen verantwoording, ik ... v. B. Ik draag de verantwoordelijkheid ik alleen. Mevr. En ik wasch mijn handen in onschuld wat je doen gaat, verwijt het mij nooit! (af.) v. B. (alleen, zenuwachtig). Neen, als het zoo wordt uit gelegd, ben ik verplicht de candidatuur te aanvaarden, mijn eer als man, als echtgenoot, als vader eischt het . . . (Bij loopt door de kamer.) Ah, wat is dat wreed!... Bijna vijf en twintig jaar getrouwd en je eigen vrouw begrijpt nog niets van hetgeen er in je omgaat ! . . . Ik zou niet durven ! ! ---- Die vrouw is een van de ver standigste vrouwen van de wereld en haar eigen man is voor haar een gesloten boek ! ____ Een boek met zeven zegels I ... De man die boven haar staat, haar heer en meester, is in haar oogen een kind ! . . . Mijn verdiensten zijn de geheele wereld openbaar, alleen zij heeft ze niet ontdekt . . . (Lucie komt binnen, schuchter en neerslachtig.) Lucie. (zacht) Dag papa ! v. B. (zonder zich om te keeren) Lise ! Lucie. Neen, niet Lise; Lucie papa. v. B. (voor zich heen ziende, Lucie nadert hem schoorvoetend.) Lucie. Scheelt u iets papa ? v. B. Neen ! Lucie. U is bedroefd, geloof ik. B. Waarom dacht je dat? U weet zelf niet hoe vreemd u er uitziet. Zoo . . . Zoo . . . Maar ik begrijp wel wat u verdriet doet. Wat dan ? 't Spijt me zoo, wij hebben u zeer gedaan . . . Jullie . . . neen ! juilie ... Zeg papa, als u om de een of andere reden u niet geschikt acht om candidaat te zijn, zullen wij daarin berusten .... wij zullen daarom niet minder van u denken, evenveel van u houden . . . v. B, Wie zegt jou, dat ik mijzelf niet geschikt acht ! Lucie. Neen papa, maar als u afslaat, wat ieder zoo graag hebben wil. moet er toch iets zijn, wat u tegenhoudt . . . v. B. Daar houdt mij niets tegen ! ... Ik ga. Lucie. O, papa, ! Wat maakt dat mij gelukkig ! U gaat ! ! (roept door de open deur) Mama ! ! Mama ! ! papa wordt wel candidaat. . . ! Mevr. (komt binnen). Ben je daar nu zoo blij om ? Je papa wordt candidaat, maar daarom nog geen kamerlid . . v B. Zoo ... en waarom zou ik niet verkozen worden ? Mevr. Moet ik je dat nu ook nog zeggen, Herman ? (v. Bommel knikt herhaalde malen driftig) moet ik ? v. B. ( Woedend). Ja-a-a . . . zeg op ! ! Mevr. Omdat je voor het candidaatschap niet deugt, lieve ; je bent daarvoor veel te leuk. ?v. B. Te leuk ?! Ik te leuk ! dat zullen we dan eens zien ! v. Lucie. v. B. Lucie. v. B. Lucie. v. B. Vereeniging tJlulp rooi' ininrermoyende Ooglijders" te Amster dam, Beschermvrouw II. M. Koningin der Nederlanden. In den huize Couturier zal op 30 Maart thee worden geschon ken door een aantal lieve, vriendelijke dames, leden en nietleden van het propaganda-comitévan bovengenoemde Vereeniging. Er zullen voordrachten worden gehouden en muziek gemaakt, ja er zal zelfs worden gedanst door een achttal kinderen die een Menuet de la Iteine zullen uitvoeren in ouderwetsch costuum. Door den bekenden heer Leefson wordt deze kinder-menuet geheel belangeloos en met groote zorg ingestudeerd, terwijl de heer Baptist-Valeggia de smaakvolle kindercostuums gratis uit zijn rijk voorzien magazijn afstaat. Dit nummer zal zeker een van de grootste aantrekkelijkheden zijn, verder zullen verschil lende dames haar muzikale en rhetorisehe talenten ten toon sprei den. Door een aantal dames zal onder leiding van den heer Anton Molkenboer La Vision de la reine worden vertoond. Fraaie tableaux artistiek gemonteerd en gearrangeerd met soli en koor geaccompagneerd door violoncel, harp en piano, daarnaeen kleine voordracht door den Heer Justus van Maurik. Intusschen wordt de gelegenheid geboden om deel te nemen aan een Tombola zonder nieten, waartoe de prijzen door de leden der vereeniging zijn. bijeengebracht. En alles wat gedaan wordt op die afternoon-tea wordt gratis gedaan, alles wat er voor noodig is wordt gratis gegeven, zoowel de lokalen van den Heer Couturier als het drukwerk van den heer Van Mantgern en de verschillende prijzen van de tombola. Iedereen heeft aan het goede werk willen mededoen omdat het een uitvloeisel is van het groote medelijden dat die Heeren en Dames gevoelen met de talrijke minvermogende o o glijders van alle gezindten, die hier te Amsterdam zonder de hulp der vereeniging geen verpleging zouden vinden. De vereeniging heeft in de vele jaren van haar bestaan menig ooglijder voor geheele blindheid behoed, omdat zij tijdig kon ingrijpen en hem de noodige geneeskundige hulp en verpleging doen geworden, liet is te hopen dat een groot aantal stadgenooten door hun tegenwoordigheid op deze Afternoon te a, die onder leiding staat van Mevrouw Vening Meinesz alseere-voorzitster. Mevrouw Wertheim Bicker voorzitster en Mevrouw Jitta secretaresse, geholpen en gesteund door een Dames-comité, een blijk van waardeering, een financieelen steun zullen geven aan de vereeniging, die zoo volkomen verdraagzaam, zoo volkomen humaan, alle krachten inspant om het liefderijke nuttige doel dat z\j beoogt te bereiken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl