Historisch Archief 1877-1940
No. 1085
DE AMS-TERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND.
*l
Een en ander nit fle Merlandscne
miwenGeen drie maanden meer en zy zal worden
geopend, de Nationale Tentoonstelling voor
Vrouwenarbeid. Wat zal zij ons brengen ?
Blyde voldoening of .... teleurstelling ? Zal
zy op tyd klaar zijn ? Zal daar veel moois,
veel interessants te aanschouwen zyn in de
expositiezalen, veel nieuws, veel belangrijks
te hooren in hare congreszaal ? Zal zy
finantieel »uit" kunnen, deze tentoonstelling, die nu
eens bravo, onderneemsters ! geene min
of meer fatsoenlijke »kermesso" zal zy'n, die
publiek niet zal trekken door allerlei publieke
vermakelijkheden, die niet zal aanvragen zoo
veel en zooveel buitengewone vergunningen !
Wat zal zy ons brengen? Zal het jaar, waarin
de souvereine macht zal worden gelegd in de
handen van een achttienjarig meisje, de
Nederlandsche vrouw toonen, dat zy vél vermag?
Of zal duidely'k aan 't licht komen, dat haar
nog veel en veel ontbreekt ?
Hoogstwaarscbynlyk het een zoowel als het ander. Blijde
voldoening en teleurstelling zullen om beurte
ons vrouwen en vele mannen mét ons
vervullen. En al zou het gebeuren, wat
niet te denken is dat de teleurstelling het
zou winnen van de voldoening, de Tentoon
stelling zal niet vergeefs gehouden zijn ; zij
zal haar werk gedaan hebben aan de goede
zaak, die haar dient. Reeds de voorbereiding
toch, waaraan een half duizend vrouwen ar
beiden, waaraan tientallen zich geven met geheel
hare ziel, reeds die voorbereiding alleen zal
duizenden dommelenden wakker roepen, zal
by' duizenden lauwheid omzetten in belang
stelling voor. de zaak der vrouw.
En 1898 zal .... misschien een schitterend
mooi jaar, ... in allen gevalle een mooi jaar
worden voor de Nederlandsche vrouwenbe
weging.
Trouwens, over 1897 en twee k drie vorige
jaren valt ook niet te klagen. Ook in die
jaren heeft de vooruitstrevende vrouw niet stil
gezeten. En, in menig by'zonder geval moge
haar pogen vergeefs zyn geweest, het resultaat
van haar arbeid in zyn geheel is duidely'k
waarneembaar. Hoe wijzigt zich, al is het dan
langzamerhand, de publieke opinie ; hoeveel
minder spot en verdachtmaking, hoeveel meer
belangstelling en sympathie reeds voor het
ernstig streven der zich bewustwordende vrouw,
het streven naar volle vrijheid, om den wille
van zich zelf en van gansch de maatschappij ;
hoe duidelyk afspiegelend zich deze kentering
in de pers, in de programma's der verschillende
politieke partyen, in onze Volksvertegenwoor
diging reeds ! Het door de vorige Kamer, helaas !
niet afgehandelde wetsontwerp in zake
ouderIjjke macht en voogdy reeds vrij gunstig voor
de vrouw ; de onder het vorig ministerie tot
stand gekomen wet op de Kamers van Arbeid
haar volkomen behandelende als de gelijke
van den man. En van onze volksvertegen
woordiging van dit oogenblik mag men zeker
goede verwachtingen hebben ; de verkiezingen
van verleden jaar brachten heel wat der vrouwen
zaak gunstig-gezinden in de Kamer.
De vrouwen hebben niet stilgezeten in de
laatste jaren. En. gelukkig kan geconstateerd
worden, dat haar werken zich niet bepaalde
tot een uitsluitend roepen om en stry'den voor
miiiiHiiiiiiniimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimmmiiiiiiimiïri
FEUILLETON.
De aangekleede Merhani
Oi'
Eene omwenteling in de Wereld,"
NAAR
ALEX. MOSZKOWSKI.
By Dr. M. is een groote party geweest, de
laatste gasten zyn tegen twee uur 's nachts
vertrokken. Resultaat: moede oogen, eene
benauwde atmosfeer in de kamers, wynviekken
en kringen op de gepolitoerde meubels,
sigarenasch op de pianotoetsen en hier en daar sporen
van het treurig vandalisme, dat zelfs welop
gevoede menschen op sommige uren in talrijk
gezelschap en opgewonden stemming kan aan
tasten.
Hy. Goddank. Enfiu seuls! Ze zijn weg.
't Was weer allerliefst, niet waar? Dank voor
uw alleraangenaamst avondje; jawel, prachtig
afschuwelyk! Doe me nu n pleizier, Helene,
kom hier naast me op de canapézitten en
babbel eindelyk eens een poosje met mij alleen.
Zy'. Ik moet toch eerst een beetje oprui
men; ky'k eens hoe het er uitziet!
Hy', Tien minuten taaar, Helene, tien
minuten! We hebben toch van avond nog geen
verstandig woord samen gesproken.
Z y'. Dat was immers ook de bedoeling niet.
We hebben een verplichting afgedaan; dat
moet je toch ook prettig vinden.
Hy. Daar hebben we 't weer: eene ver
plichting. In myn vak ben ik in elk geval
tot niet meer verplicht, dan voor zoover ik me
verbonden heb; maar 's avonds, als ik vrij wou
zy'n, als ik door hard werken myn goed recht
op vryheid veroverd heb, dan komen de ver
plichtingen, die iedereen me oplegt of ik wil
of niet. Dan moeten we naar feesten: waarom ?
Verplichting. Dan geven we avonden":
waarom? Verplichting. Dan zit ik naast
menschen die me niets kunnen schelen, ineen
vreemd huis. En hier, tusschen mijn eigen
vier palen, mag ik niet eens naast mijn eigen
lieve vrouw zitten, maar moet een oude
Geheimraadsweduwe bezighouden, die mij vier
weken geleden geïnviteerd heeit en om my'
evenveel geeft, als ik om haar. Waarom?
Verplichting, 't Is altoos dezelfde vervoeging:
ik moet, je mag niet, zy' is gedwongen, wy
gehoorzamen, gy behoort, zy zyn?verplicht l
Zy. Ja, wat wil je er tegen doen. Het
leven in een groote stad heeft zyn lusten en
eigen rechten, wat het in den aanvang dei
beweging was. Neen, waar de vrouw zich zelf
bewust wordt, toont zy zich altruïst en zien
wij haar, of in vereeniging met den man, of
ook wel alleen somtyds geheel^alleen, zooals
onze sublieme Cath. Alberdingk Thijm?ar
beiden rechtstreeks aan de oplossing van het
groote sociale vraagstuk, of aan wat deze op
lossing zal vergemakkelijken. Of de vrouw
inderdaad, zooals vaak wordt beweerd, van
huis uit de zedelijk meerdere is van den man,
ik betwy'fel het. Maar dit is zeker, dat de
»new woman" over 't algemeen zedelyk hoog
staat, veel zin voor recht heeft. Vandaar het
zich-willen-wyden mér en mér van de zich
vrij-worstelende vrouw aan al wat lydt en
onderdrukt wordt. Vandaar haar strijd tegen
de ontucht, zooals die op 't oogenblifc vooral
ook door de Duitsche vrouwen met zooveel
kracht wordt gevoerd, tegen den demon der
bedwelming, tegen den oorlog, voor de
ontvoogding van den arbeider, voor kinderbe
scherming, tegen de dubbele moraal, voor vege
tarisme, tegen vivisectie. Al de zich hieraan
wydende vrouwen, zelfs die weinigen onder
haar, die een afzonderlyk arbeiden aan de
vrouwenvraag niet noodig achten, wy'l deze
volgens haar, hare oplossing zal en moet vinden
in die der sociale quaestie, werken door hare
eerbied-afdwingende kracht en groote liefde,
waardoor zy zich toonen de gelijke van den
man, niet weinig mee tot de vry'making der
vrouw.
(Slot volgt.) BEETIIA VAN 'T STICHT.
Hoeden. Schilderes en.
Galafcoetsen. Een heks. Voedings
middelen. Recepten.
Sganarelle zou zyn »chapitre deschapeaux"
dit jaar heel wat kunnen uitbreiden, want de
hoeden zyn. in grootte, in verscheidenheid,
in veelheid van benamingen wellicht zelden
zoo talry'k geweest als nu. Ronde hoeden,
toques en capotes zijn in gunst; veeren, bloe
men, tulle en lint dienen als garneering; de
'reusachtig, groote, ofschoon de eigenlijke
mode ze niet zoo buitensporig wil, wisselen
af met de heel kleine. De rand staat
gely'kmatig uit of wordt van achteren opgeslagen
(de Rembrandt- en Gainsboroughhoeden, ter
zy'de opgenomen, ziet men minder); de bol
rijst pyramidenachtig of staat als een meloen
uit. De cache-peigne, een tak losse bloemen
of strik die den hoed steunt en in het haar
bevestigd wordt, komt weer meer dan ver
leden jaar.
Iets nieuws, maar dat lang niet iedereen
goed zal staan, is een ronde hoed
eenigzins 1830 die achter op het hoofd gezet
wordt en dan als een aureool het gezicht
omgeeft. Hy behoort by een blonden of des
noods donkerblonden krulkop, wordt meest
in 't zwart genomen en dan binnen den rand,
dus tegen het haar, met bloemen gegarneerd.
Een mooi gezichtje komt er heel lief mee uit.
Boven die aureool zet men dan hoog in de
lucht nog strikken op soutien, wapperende
veeren, een aigrette prince de Galles of zooiets;
eigenlyk bescheiden kan men het tooisel niet
noemen.
De groote modistes hebben dit jaar geen
afgewerkte stroohoeden genomen; alleen randen
stroo in alle tinten en breedten; deze worden
eerst op de ateliers in elkaar genaaid, zoodat
er een groote willekeurigheid in den vorm
ontstaat. Soms kan men niet zien, waar de
lasten; wy hebben het niet uitgevonden, wij
kunnen het niet veranderen. Overigens heb
ik op myn lijstje nog maar 25 verplichtingen;
daarvan maak ik me met n partijtje, over
veertien dagen, af; ik ben er al op uit, dat
wat goedkooper te maken, want voor vandaag
is de post wat hooger geloopen dan gewoonlijk.
Hij. Hoe hoog dan?
Zij. Zoo ongeveer 150 mark of iets hooger;
zie je Alfred, vandaag moest het wat degelijker
zijn.
H y. Omdat het bij de Geheimraadsweduwe
ook wat degelijker was geweest! Natuurlijk l
Niet achterblijven, 't Gaat als met de
oorlogstoebereidselen van de groote mogendheden; de
schroef zonder eind, altooa maar opdrijven.
Dat moest toch eens grondig hervormd worden;
de vrouw brengt nu toch in allos een evolutie
of een revolutie, in de roeping, de opvoeding, de
fietsrok, de kookkunst, waarom neemt zij niet
eens een omwenteling ter hand in de wereld",
in de avondjes ?
Zij. Meen je dan dat wij, vriendinnen, dat
met elkaar al niet dikwijls besproken hebben?
O zoo dikwijls ! Maar niemand weet hoe ze
dat moet aanleggen om tegen den algemeenen
stroom op te werken.
Hy. Dat weet ik natuurlijk zoo op "t oogen
blik ook niet precies. Maar n hoofdpunt
van het programma kan ik terstond
vaststellen: vereenvoudiging, goedkoopte, ontwapening
op de gansche linie. We leven in de herinne
ringsjaren der groote Revolutie, roep jij een
Constituante byeen, die over de grondtrekken
eener nieuwe wereldorde zal beraadslagen.'
* *
*
Deze vergadering had weldra plaats, in het
huis van een bekend kunstenaar, een schilder.
Eigenlyk waren het twee vergaderingen; de
dames vergaderden eerst alleen, maar bleken
zonder de voorlichting van mannen, broeders
en neven niet te vorderen. Aandoenlijke over
eenstemming heerschte omtrent het hoofdpunt,
de vereenvoudiging. Zeer opmerkelijk was het
voorstel van de vrouw van een
muziek-directeur, om niet 's avonds op de thee of het
souper te inviteeren, maar 's namiddags, op
het koffieuur. Dat was binnen ieders bereik,
dat was eenvoudig en goedkoop en diende
evenzeer voor het gezellig verkeer als die
lange warme avondmaaltijden.
Iemand waagde het vermoeden, dat do
menschen, eenmaal bij elkaar, den avond aan
den middag zouden knoopen en met den avond
hun lust in een avondmaal zouden voelen
ontwaken. Goed, die blijvende gasten kon men
allicht een kleinigheid voorzetten. Een advokaat
pleitte voor warme worstjes, uit het vuistje te
eten; maar in de commissie was een diepe
liol van den hoed ophoudt en de rand begint;
alles wordt in harmonie met de garneering
gebracht.
Wat de kleuren betreft, heeft men de onna
tuurlijkheid van vorige jaren voortgezet:
blauw, violet, purperkleurig stroo, rose- en
blauwgroen, zooals de natuur het nooit heeft
voortgebracht. Pailletten en paardehaar worden
er door gevlochten; de garneering bestaat uit
alles: bloemen, steeneii, paarlen, pailletten,
tulle, mousseline de soie, crèpe de chine, kant,
veeren, vleugels, zelfs laken en fluweel ziet
men op de zomerhoeden; alleen dient opge
merkt dat de bloemen veel minder op den
hoed, dan onder den rand gebruikt worden,
of ook wel, evenals lint en fluweel, zich van
onder den rand, om dezen heen, naar boven
slingeren.
De Union des dames peintres et sculpteurs
te Parijs heeft een keurige expositie geopend,
waar bloemen en portretten de meerderheid
vormen, maar toch ook andere genres vertegen
woordigd zijn. Mad. Demont?Breton, presi
dente, heeft er een Printemys een mooi stuk;
Mad. Séailles, Mlle Frédénque Vallet, Mlle
Emile Landau bohooren onder de goede por
tretschilderessen ; in het decoratief en archa
siisch vak is er een Viergc et ses Anyes van
Mlle Sonrel, die als mystieke adoratie heel
mooi is. Historisch of schilderachtig zyn een
prachtige JDruïdesse van Mme Commerre
Platon, J'ages vénitiens, van Mme Mazeline, een
Idylle pastorale van Mme Leo Arden. Rea
listisch daarentegen zyn de boerenstukken van
Mme Delacroix Garnier en de interieurs van
Mad. Ilonschée en Mad. Feray. Voorts bloemen
in alle sorteering, de meeste te minutieus,
onwaar door te nauwkeurige uitwerking, meer
de bloem dan de visie van de bloem gevend.
Vy'f en twintig jaren geleden maakte men zich
onder de Bourbons de illusie, dat de graaf de
Chambord binnenkort zyn joyeuse entree te
Pary's zou doen. Eene reeks gouden galakoet
sen waren voor den intocht besteld; vy'f ervan
kan men nog op het kasteel Chambord zien,
ook prachtige harnachementen voor paarden
waren gereed, met goudborduursel overdekt.
Van deze laatste zyn er onlangs drie aan
liefhebbers verkocht; en de rest is nu juist
aan den Shah van Perziëovergedaan.
In het Pruisisch Abgeordnetenhaus heeft men
het over eene specialiteiten-dame, de ver
maarde Lona Barrison, gehad. Naar het schy'nt,
geeft haar optreden geen rechtstreeksche aan
leiding tot verbod van den kant der politie ;
toch werd, naar aanleiding van een verzoek
schrift van Pfarrer Weber te Gladbach, door
de Petitionskommission een verzoek aan den
minister gericht, strekkende om de dame uit
het land te bannen.
»Wy verwonderen ons", zegt de Frank
furter, »over de zachtmoedigheid der
PetitionsKommission. Vooreerst scheen de bedreigde
zedelykheid van ons volk een veel strengeren
maatregel te eiscaen. len tweede is hier j
misschien uit nationaal oogpunt genoeg ge
daan, maar niet uit algemeen menschelyk oog
punt. Men geeft dus wel vreemde volkeren
pry's aan het gif, door Lona Barrison op het
tooneel gestrooid ? Foei ! Het doet waarlijk
denken aan de bekende waarschuwing: »in'
het Bückeburgsche is een dolle hond gezien ;
wie hem betrapt moet hem naar het
Detmoldsche jagen!" Naar onze meening was
er voor de Petitions-Kominission van het
Pruisische Abgeordnetenhaus maar n besluit
mogelijk geweest : mobiliseering vragen van de
20 Armee-Korpsen van het Duitsche leger, in
hechtenisneming door deze van Lona Barrison,
afkeer van al wat warm was. Een ander sprak
van een aangekleede boterham", en verwierf
bijna eenstemmig applaus. Een Bankdirector
verklaarde zich bereid, lederen vriend de vriend
schap op te zeggen, die hem 's avonds iets
anders bood dan een aangekleede boterham,
Het trof gelukkig, dat de vrouw van den
schilder, die de eer had de Constituante te
onthalen, een massa aangekleede boterhammen
in gereedheid had. Men tastte (link toe, als
om eene generale repetitie van de omwenteling
te houden, en het resultaat scheen allen heei
aangenaam te stemmen. Intusschen was liet
negen uur geworden en tegen tien uur ver
schenen de heeren in verschillende restaurants
en Brau's om warm te soupeeren; de Bank
director dook een beetje laier bij Dressei op
en verklaarde den chef, dat hij een heelen
kapoen moest hebben, voor zich alleen, omdat
hij letterlyk omviel van den honger,
Niet lang daarna had bij den dokter het
aangekondigde laatste avondje plaats, tevens
première van de revolutie in ,,de wereld".
H ij. Zie je Helene, dit avondje zie ik nu
bepaald met pleizier tegemoet, liet zal misschien
wat langer duren dan anders, maar nu komt
althans het goede beginsel tot zijn recht on
dat is ons werk. Met ons hoevelen zullen
we, zijn ?
Zij. Ongeveer met ons vijl'tigen, denk ik.
Hij, Zei je niet onlangs vijl en twintig?
Zy, Juist dat waren de verplichtingen.
Maar nu we alles eenvoudiger nemen, heb ik
er natuurlijk nog een paar menschen
bijgevraagd; daar kornt het nu niet op aaii.
H y. Mooi, dus om vijf uur is er eenvoudig
koffie...
Zy. Met geslagen room en Kuchen. Ik heb
vijf' taarten besteld; dat zal wel voldoende
zyn. Voor degenen die niet van koffie houden,
is er natuurlyk chocolade en thee. Wat de
cognac betreft, heb ik nu een beter merk
genouien; dat dient wel, als men enkel op de
kolfie vraagt.
Hij. Zeker, en wanneer komt de aange
kleede boterham? '
Zij. Tegen negen uur. Ik ben nog onbe- j
sloten of ik ze zal laten rondpresenteeren of
ze op tafel zal laten zetten.
Hij, In geen geval rondpresenteeren; dat
is afschuwelijk.. Zee alles m uen hoekje, apart,
een soort buffet, dan kan ieder er heengaan
als hij wil en nemen wat hem bevalt.
Zij. l k ben alleen bang dat dat er z*l uit
zien als een schattkelder; zoo honderden
aaugekleede boterhammen op een hoop, dat gaat
tocü. niet,
Hy. Het komt alleen o]> een smaakvol
en hare verbranding als heks, onder referte
aan de bul van Paus Innocentius VII: Summis
desiderantes."
Het tydschrift Pivmetheus heeft een artikel
over volksvoedingsmiddelen, en wijst op de
verschillen daaromtrent in Frankry k
enDuitschland. In Duitschland, evenals by ons, worden
betrekkelijk weinig champignons gegeten, in
Frankrijk massa's. (Eene correspondente uit
Zuid-Rusland meldde ons in het najaar, dat
zy tengevolge van de droogte, dezen zomer
bijna geen champignons had gevonden, terwy'l
zij er anders iederen morgen in het bosch ging
zoeken; daar zijn ze dus ook een geregeld
voedingsmiddel J Pary's alleen verbruikt reus
achtig veel champignons voor al zyn pas
teien, sausen en vleeschspy'zen; en toch
komt in Frankrijk bijna nooit vergiftiging
door champignons voor. Dat komt omdat men.
te Pary's althans, er bijna enkel gekweekte
champignons eet, meest een bepaalde soort,
de agaricus campestris. De kweeking ervan
geeft in de Parijsche banlieue werk aan 1200
arbeiders, die jaarlijks voor 7 millioen francs
aan champignons kweeken. Dit kweeken ge
schiedt onder den grond, in de oude steen
groeven tusschen Meudon en Jouy, de cham
pignonbedden vormen er eene lengte van
12 kilometer, alles in onderaardsche gangen.
De temperatuur is er 10 a 12 Réaumur, de
lucht matig vochtig; de opbrengst is zeer
geregeld. In Duitschland is te trehlen bij
Dresden iets dergelijks, maar voor uitbreiding
zeer vatbaar.
Eene andere voedingsmiddel-kweekery' in
Frankrijk is die van de cresson, waterkers. De
plant heet nasturtium officinale, men krijgt ze
er van het begin van den herfst tot het voor
jaar; ze wordt by alles gebruikt; de invoer
in Pary's bedraagt 134 millioen francs. Zij
groeit meest noordelyk van Pary's, op groote
velden, die met breede slooten doorgroefd
zy'n. In het slib van die slooten worden in
Augustus de stekjes gezet; men vult ze tot
een hoogte van 10 a 12 centimeter met het
water van beken en rivieren en tot April
leveren ze overvloedig groen.
In Duitschland vindt men alleen te Erfurt
een vrij groote kweekery van «Brunnenkresse";
een Frauschman die in Duitschland komt,
mist in de meeste steden zoowel de cresson
als de versche champignons.
Een derde voedsel, dat buiten Frankry'k
bijna in 't geheel niet voorkomt, zyn de
escargots de Bourgogne, de slakken. Toch leert
een vreemdeling ze al gauw eten; de zware
roode wijnen smaken er zeer goed by. Ook
heeft Lyon daarvan bijna nog grooter con
sumptie dan Pary's. Rond Pary's wordt vooral
de groote wy'nbergslak er voor gekweekt, de
helix pomatia, in het zuiden ook verscheidene
andere soorten. Het best zy'n ze in het begin
van den winter; ze worden in zoogenaamde
slakkentuineu, limayonnières, gekweekt en ge
mest. In Duitschlaud e3t men ze alleen in de
omstreken van Weenen en Ulm; in de Katho
lieke streken is vooral veel kans op uitbrei
ding, omdat ze niet als vleesch gelden en dus
een voedsel voor den vastentijd zijn. In
Noord-DuUschland komen ze nog niet op tafel.
* *
*
Kijstetaart. Vier lepels Carolina rijst,
gewassoheii, worden op zacht vuur in melk gekookt,
tegen het eind gaat er vanille, suiker en wat
zout by. Als de rijst gaar is, zet men de pan
op den kant van het fornuis en voegt er een
stukje boter als een hazelnoot, wat angelica,
sukade, krenten, drie eierdooiera en bat ge
klutste wit bij. Een vorm wordt met carainel
bekleed, met de rijst gevuld en 25 minuten
in den oven gezet. Koud te dienen met een
koude roomsaus.
arrangement aan. De broodjes met ham links,
die met rosbief rechts, dat groepeert aller
aardigst. Of was het je bedoeling dat de
gasten zelf hun broodjes zouden aankleeden ?
Zij. Ja, zeker; dat is toch smakelyker en
ziet er niet zoo schamel uit. De droge broodjes
op den achtergrond, de boter in figuren er
voor, en geheel vooraan op assietten al het
koude vleesch, plats assortis. Dan zet ik in
't midden nog een heel mooien runderhaas,
gelardeerd, in gelei, gesneden en met pennen
erin. Dat staat heel goed.
H ij. Eén inaar ? Voor vyttig gasten ? Helene,
ik moet je er op opmerkzaam maken, dat deze
omwenteling niet in een hongerkuur moet
ontaarden; er zal toch al genoeg over gebab
beld worden. Eenvoudig moet het zijn; dat
is het principe, maar genoeg moet er wezen
ook; op dat slokje koffie kunden we het toch
niet tot twaalf uur 's nachts uithouden. Ik krijg
honger van 't idee.
Z ij. Er is ook kaviaar.
Hy. En goed wat, hoop ik; geen kaviaar
of veel kaviaar. Zoodra ze dien zien staan,
loopen ze er storm op, en dan mag niet in de
eerste minuut alles op zijn. We konden er ook
wat broodjes mot garnalen bij doen; daarvoor
zijn altoos liefhebbers.
Zij, Jawel, maar dan prima garnalen;
anders wordt het weer de schaftkelder. Bij de
garualen konden we oott een paar kreeften
geven; zoo'n paar dingen sieren je heele
bull'et.
Hij. Ze hooren toch ook feitelijk bij elkaar;
kreeften zijn groote garnalen. Ons bufl'et
bestaat tot nog toe meest uit dingen die den
eetlust opwekken; onze aaugekleede boterham
men zijn alle met hors d'oeuvre aangekleed;
daar heb ik niets tegen, maar inea moet ook
een pièce de résistaiice hebben.
Zij. Laat my daar maar voor zorgen; in
het midden heb ik, by den ossenhaas natuurlijk,
koude kalkoen en dergelyke, een fkr.k stevig
stuk, geen buitensporigheden zooals by de groote
soupers. Maar wat ik je vragen wou; ik heb
een kwart vat Müuchener besteld; het bier
wordt toch uit potjes gedronken ?
Hy. Natuurlijk; we mogen het doel der
hervorming niet uit het oog verliezen; in
plaats van de zesderlei wijnen van het souper
komt nu een flinke slok uit een aarden Krug.
Althans.... dat donkere bier is niet voor
ieders maag; we zullen dus ook een vaatje
Pilsener bestellen, waarvoor hebben we anders
de telejihoon.
Zij. l)us geen wy'n; in 't geheel niet?
Hy. Hoogstens een paar riesschen voor de
heeren van leertijd en voor de dames; ot liever
om het eenvoudige kon je een aardige bowl
klaarmaken; dat kan je zoo goed. Wacht,
Lijm voor 'been en ivoor. Fy'n albastgips
wordt geroerd met geklutst eiwit; men moet het
terstond gebruiken. De aan elkander te lymen
stukken moeten vr\j van vet en zeer droog zyn;
na het vastdrukken wordt het voorwerp zoo
gebonden, dat het gedurende eenige dagen
kan bly'ven liggen. Wat langs den rand van
het gely'mde naar buiten komt, moet er ter
stond worden afgeveegd.
,Lijm voor metaal, porselein, majolica. Deze
lym kan tegen water en vuur. Op een halven
liter dikgeworden melk neemt men het geklutste
wit van vier of vy'f eieren, mengt het met fijn
kalkpoeder en werkt het goed dooreen met
een stokje. De lijm moet eerst in de lucht en
dan by' sterke hitte drogen.
E-e.
nmiiiiitiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii
Een wensen.
In het nummer van 3 April spoort mevr.
de wed. dr. L. T. A. Muller-Thym, als cor
respondente van de rubriek-commissie voor
sport, alle Nederlandsche schaakspeelsters aan
om deel te nemen aan den wedstryd, die ty'dens
de nationale Tentoonstelling van Vrouwen
arbeid zal gehouden worden.
't Is voorzeker een aardig denkbeeld, vrouwen
gelegenheid te bieden blijk te geven vanhaar
vaardigheid in hersensport door een spel, dat
eenig hoog staat aangeschreven by velen.
Maar waarom moet die stry'd een «onder-onsje"
zy'n ? Waarom de mannen er buiten ge
sloten ? Uit bescheidenheid ? Dan toch slechts
een bescheidenheid in schyn, want iedere
schaakspelende vrouw schroomt in
werkely'kheid niet tegenover een man plaats te nemen
met een schaakbord tusschen hen. Er zy'n er
zelfs die bepaalde avonden hebben met vaste
partners, die niet haar echtgenoot of familie
lid zijn.
Mij komt het alty'd onlogisch voor, een
scheiding te maken tusschen de geslachten,
waar scheiding niet volstrekt noodig is. De
maatschappy bestaat nu eenmaal, en 't zal
voorloopig wel zoo bly'ven, uit n mannen n
vrouwen; personen die, op zelfbehoud bedacht,
elkaar niet zouden kunnen ontberen, maar dit
ook niet zouden wenschen te doen. Het onder
ling verkeer zal in soliditeit slechts winnen
door onafgebroken, onschuldigen omgang en
voortdurende wyziging van gedachten. Der
halve: niet alleen alles wat daartoe een hin
derpaal biedt uit den weg geruimd, maar tevens
ernstig gestreefd de gelegenheid te vermeer
deren en te vergemakkely'ken. Wat kan dit
beter doen dan het spel, zoo dit vrij is van
alle vulgariteit ?
Ik heb door vrouwen de schaakspelbeoefening
gevaarlyk hooren noemen, vooral voor vrouwen.
Zy zagen er een bedreiging van het huiselijk
geluk in. Op welken grond? Op grond, dat
zij een man by name wisten te noemen, die
zyn plichten verzuimde, omdat hy voor niets
anders dan voor het schaakspel gedachten
had stel u nu eens voor, dat die hy een
zij was.
Goed; ik stel me zoo'n hij gepaard aan
zoo'n z0 voor en waag me aan de voorspelling,
dat zy tot e»n goeden tijd na dezen witte
raven zullen bly'ven.
Thans deze regelen geformuleerd tot den
wensch, dat de uitgeschreven schaak.
wedstryd er een worde, waaraan
zoowel mannen als vrouw en kun
nen deelnemen. Ook dan blijft waar,
wat mevr. Muller schreef: »In ons land zal
deze de eerste wedstrijd van dien aard zyn".
Amst, 4 April '98. ELISE A. HAIGHTON.
MinimiinilillliiiiilriiiiiiiiiiiniiiiiiiniimiiiiMiniiiiniiiiniiiiiinniiiiH.
nu bedenk ik, dat ik voor sigaren en cigaretten
moet zorgen.
.Zy'. Ja maar, neem je 't niet
kwalijk; ik heb laatst opgemerkt, dat de
Bankdirecter stilletjes een sigaar uit zijn eigen
koker nam .... Me dunkt, dat moest niet meer
gebeuren.
Hij. Och kom, bij sigaren doet de vergel
ding alles. Maar enfin, daarop moet het ook
op een dag zooals deze niet aankomen; daar
we den avond toch zoo eenvoudig nemen, wil
ik althans met de havana's den lord uithangen
* *
*
('A'a het avondje).
/ij. Goddank dat ze weg zijn; het werd
toch inderdaad te benauwd en het duurde te
lang. En dat gedrang om het buffet.'
Hij. Het buffet was te klein, vandaar dat
duwen en stooten. Ik heb het je vooruit ge
zegd; als men zoo iets arrangeert, moet men
het wat royaler aanleggen. Zuinigheid is goed.
maar de schrielheid moet niet overdreven wor
den; zoo iets wreekt zich van zelf.
.Zy. Maar Alired, de avond heeft minstens
honderd mark meer gekost dan het vorig
avondje!
Hij. Wat je zegt! die paar broodjes met die
paar plakjes vleesch? Nu, dat heeft men er
uok niet aan kunnen zien. Daarbij was de
piiti' niet heel bijzonder, en toen ik de tweede
keer nog wat bombe Nesselrode wou hebben,
was ze op.
Zij. Er is ook buitengewoon veel servies
gebroken, en wat ziet de boel er uit! Allerlei
m de kleeden getrapt. Vooral spijt het me
van mijn mooie kristallen kaasstolp.
Hij. Natuurlijk, een beetje vandaalseh wor
den de menschen in de vrijheid! Waar een
revolutie doorgaat, vallen er scherven! Het
idee van de hervorming is mooi en moet door
gezet worden; alleen: het buffet moet
algeschalt.
Zy. En wat dan in de plaats?
Hy. Ken lange tafel, waar orde is en
nieraaud zich anarcnisücn kan aanstellen; in 't
kort: een behoorlyk warm souper.
Zy. llaar praten we morgen wel over. als
we de klieijes eten.
Hy. tiet is al morgen, en of ik nog honger
heb ot' al weer hongor, weet ik niet. Misschien
heb je een stukje kreeft voor me over?
Zy. Maar Altred, kreeft blijft er nooit over,
zelf a aan het hof, dat is bekend!
Hij. Doe me dan n pleizier, Helene, on
geef me voor mijn tweehonderd vijftig mark
althans een aangekleede boterham!