De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 15 mei pagina 5

15 mei 1898 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1090 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V«0 O R NEDERLAND. Da Vereeniging tot verbetering van den volks zang heeft eenige liederen voor het kroningsfnest uitgegeven, waaronder als No. l voorkomt: Kroningslied, woorden van F. J. Haverkamp. Het doel dezer uitgave wordt als volgt om?schreven: »De Vereeniging tot verbetering van den volkszang te Amsterdam wenscht een poging te doen om eenheid te brengen in de keuze der liederen, die bij de aanstaande Kronings feesten door het Nederlandsche volk zullen worden gezongen. Ocgetwijfeld zal allerwege <le behoefte gevoeld worden aan gepaste lie deren voor die heugelijke gelegenheid en even zeker is het, dat het niet aan pogingen zal ontbreken om op velerlei wijze aan die be hoeften te voldoen. Doch juist de verschei?denheid, welke hierdoor ontstaat, acht de Vereeniging een groot nadeel. Wanneer een beperkt aantal goede Vaderlandsche liederen allerwege door jong en oud gezongen werden, zou daarmede voor ons volksgezang een groot voordeel bereikt zyn." »0ndergeteekenden roepen de medewerking in van allen, die met het streven der Ver eeniging instemmen. In de eerste plaats wen den zy zich tot de onderwyzers aan openbare en byzondere scholen met dringend verzoek *an hunne leerlingen deze liederen te leeren." Het loont dus de moeite dit Kroningslied, 5>estemd om door jong en oud, allerwege ge zongen te worden, en aanbevolen aan onder zij ers zoowel van bijzondere als van openbare ?scholen, eens te lezen. Het eerste ceuplet luidt: Wees begroet met jubeltonen, Wees gezegend, groote dag, K imt ons heerly'k feest nu kronen, Geurend loover, zonnelach ! Grooten, kleinen, grijsheid, jeugd, Allen gloeit de borst van vreugd, Juichend strekken wy de handen: H-iil U! ruischt door Hollandsch tuin, Hiil U! jubelen strand en duin K mingin, Koningin der Nederlanden ! Dat »oud" dit zingen zal, gelooven wij niet, maar rn^n mag aannemen, dat »jong" door onderwyzers geleerd zal worden aldus zijn feestvreugde te uiten... m. a. w. dat de jeugd deze omhaal van woorden zal worden opge drongen, om te «jubelen": Koningin wij zijn ^oo blij! Natuurlijk de kinderen zyn blij, gely'k op el < feest maar wat moeten zij nu denken by' jubeltonen, bij den grooten dag, by het wees iïegroet en wees gezegend van dien grooten dag.... waarop dan volgt de bede: komt ons heerlijk f^est nu kronen geurend loover, zon nelach. Zulleu ze dit ook zingen onder een regenbui ? Dan geurt misschien 't loover, maar waar bly'ft de zonnelach? Een gebedje orn mooi weer we begrijpen het, maar een .gebedje om 't geurend loover.... of is het geen gebedje en een meer ingewikkelde ver klaring, dat er groen is gemaakt wy'l het feest zou zyn, en dat om die zelfde reden de zon moet schijnen ? De kinderen juichen voort. »Groote, kleine, grijsheid, jeugd .... allen gloeit de borst van vreugd, juichend strekken wij de handen."Men is geneigd te vragen: Wat gaan nu die kin deren de grooten en de grazen aan? Zou het niet natuurlijker zjjn, dat zy', als blyde kin deren, zich tot zichzelf bepaalden ? En wat voor taal is dit nu op kinderlippen : Allen gloeit de borst van vreugd, juichend strekken wij de handen. Als hier dan toch om op Neder landen te rymen, handen noodig waren, was het dan niet eenvoudiger: die kleuters van pret in de handen te laten klappen dan ze zoo plechtig te laten oreeren en manoeuvreeren, by de welaangename opmerking: Heil u! ruischt door Hollands tuin, Heil u l jubelen strand en duin? En waartoe hierby dat raad seltje, wanneer het rijm op tuin een duin eischt dat het strand en het duin alweer jubelen: terwy'l het in den Hollandschen tuin . maar ruischt! Wat is dit alles, welbeschouwd, anders dan klink-klank? Hit tweede couplet is heelemaal voor kin deren onmogely'k: 't Vast verbond is thans gesloten, Tusschen Volk en Koningin, Laat ons stil het hoofd ontblooten, Kinderen van n huisgezin ! Wilhelmina siert de kroon, Gouden jonkheid stygt ten troon, Vastgeknoopt zy'n de slste banden, Heil u ! wat bezwyken zal, Heil u! onze trouw staat pal. Dat »stil het hoofd ontblooten", die »gouden jonkheid", die «êalste banden" en die «trouw" welke »pal staat", voor het gevoel bij deze uitdrukkingen ondersteld, en dat ze slechts beteekenis kan geven, wordt minstens een meerderjarige leeftyd, een zeer ontwikkeld brein en een extra wei-opgevoed hart ver«ischt. Eer een kind begrypt, dat de elste band op aarde die is, welke een constitutioneele koningin aan haar volk verbindt, om van 't overige maar niet te spreken, zal het nog heel wat moeten leeren, dat niet in de hoogste afdeelingen der scholen aan de orde komt. HntHIIIMIIIIIIIIMIIIIIIItlllllllllltnlIIIIIIIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIUlMIIMIIIIIIMII 8ste Jaargang. . 15 Mei 1898. Redacteur: R u d. J. L o m a n. 15 Arena e Road, Regent's Park,London N.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ?MllllllllllllllllllllllllllHIHIHIIIIIIIIIIIIIIllllMltniUIIIHHIIIIIIIIIIllllHIH Probleem No. 431. Mat in vier (4) zetten. abcdefgh Wit 13, zwart 9 stukken. Ook met het derde couplet komt de dichter allerminst den kinderen nader. Voer uw scepter tal van jaren, Tooverstaf die allen trekt. Rast gebiedt in 't wösn der baren, Frisscher leven, vreugde wekt. Groen' de olijftak van de vröe Welvaart deel haar schatten me a, Vrijheid wone aan deze stranden. Heil U op der Nassau's troon. Heil U! zeegne God Uw Kroon. Dat deze tooverstaf niet allen trekt, weet de dichter, zoo goed als wij; hoe die »scepter" rust gebiedt »in 't wöan der baren", zal hem wel even zeer onbekend zijn als ons. De hemel moge weten, wat hij daaronder verstaat! Dat die scepter «frisscher leven" wekt, dan toen hy in handen van Willem I, II of III was, is almede moeilijk te onderstellen. Geheel in den toon van het hoogdravende is, de «afgezaagde" «olijftak van de vree," waarop als 't maar gekund had, de hoorn des overvloeds en de vryheidsmuts zouden hebben moeten volgen ; de eenige vergoeding, voor het gemis dier beide symbolen ons geschonken, is het dichterlijke »aan deze stranden," een metaphoor, die ons alweer onthouden zou zijn, als we niet tot zingen waren genoodigd ter eere van de Koningin der Neder/a»<üe«. Hoe was het den heer Haverkamp mogely'k, dit soort van verhandeling, in dicht te brengen, en het als een Volkslied aan te bieden, maar ook, hoe kon de Vereeniging tot verbetering van den volkszang het tot prijsvraag uitkiezen; eenige regels in rym, waaraan alles ontbreekt, wat onmisbaar is om het tot een Volkslied te maken: eenvoud, waarheid, klaarheid, kracht van gevoel en plastiek. Het eenige Oranje-Volkslied, dat het in Nederland heeft gedaan en nog doet, is het Wilhelmus, 't Is te begrijpen. Daar staat hij : Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Dietschen bloet Den Vaderland! ghetrouwe Blijf ik tot in den doedt. Men zag hem, de sympathie ontwaakte, de eerbied sprak, de geestdrift sloeg uit men was gegrepen door den held en nog, als de figuur van 't Wilhelmuslied bidt bidden zelfs de ongeloovigen me:. In onzen tijd is Heije de man geweest, die iets heeft gemaakt, dat op een volkslied gely'kt in zijn Vhggelied, »Gij schitterende kleuren van Neêrlands vlag, wat wappert gij fier langs den vloed, hoe klopt ons het harte van vreugde en ontzag, wanneer het uw banen begroet." Daar ziet men die heilige vlag en het zinnebeeld van geheel ons rijk verleden spreekt tot het gemoed. het zijn de schitterende kleuren van het rood, wit en blauw, die Heije's vers het leven hebben verzekerd, ondanks zijn geredeneer in het tweede couplet, dat het voor een goed deel van zijn frischheid beroofc. Maar ondanks dat tweede couplet moest het nog iets exceptioneels zy'n in ons land, waar by de kronings feesten, niet alleen een versje als dat van Haverkamp werd uitverkoren, maar zelfs een Marschlied voor die gelegenheid in een keur bundel wordt afgedrukt, dat als volgt begint: »'t Is plicht dat iedere jongen, aan d' onafhankelykheid van zijn geliefde Vaderland, zijn beste krachten wijdt". Ei, ei, zoo zou men willen vragen: is dat plicht ? ja antwoordt dan het liedeke: 't is plicht dat iedere jongen enz. 't Is inderdaad opmerkelijk, dat' er van een krachtig gevoel, van geestdrift en gloed in de voor het volk vervaardigde poëzie zelfs by' deze gelegenheid geen sprake kan zy'n. Wat ontmoet men anders dan versleten beeldspraak, opgeblazen frases uit de oude doos; een bombast diegeen bombast meer durft zijn, en het toch is; wel wat magerder, maar niet minder ongezond dan weleer ? Bij de algemeenheid van deze kwaal past het de Vereeniging tot verbetering van den volkszang zeer zacht te beoordeelen en ook by' de poging van den heer Haver kamp veel door de vingers te zien. Daar is bovendien voor den dichter van het Kronings lied op nog een verzachtende omstandigheid te wyzen. Zy'n lied is blijkbaar ontworpen om het voor alle kinderen, die van byzondere en openbare scholen, geschikt te maken. Het moest zijn een neutraal-oravjelieüen dit heeft hem ongetwijfeld eenigen dwang aangedaan. Eerst in den allerlaatsten regel van het laatste couplet heeft hy het gewaagd van God te spreken. Heil U, eeegne God uw kroon \ een stichtelijk woordje, om er zoo over heen te glijden, opdat het vooral geen aanstoot zou wekken. Waarschynlijk heeft de dichter in den tweeden regel van het eerste couplet by het «gezegend groote dag" ook al aan het Opperwezen gedacht, en niet minder in het tweede couplet by het ,laat ons stil het hoofd ontblooten," maar achtte hy het toen nog noodig niet al te dui delijk te zijn met de bedoeling, waarmeó deze ontblooting zou moeten geschieden. Dit is jammer, dunkt ons. Wij toch zijn het allerminst eens met de Vereeniging, welke de verscheidenheid van feestliederen «een groot nadeel acht." Immers niets heeft o. i. minder kans van slagen dan een met opzet vervaardigd neutraal koninginne- of kroningslied. En wel om deze reden: De roomsche en protestantsche gelooOplossing van No. 429 van Ottmar Xemo, Weenen. l D a8 enz. Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (3); L. A. Kuijera, Amsterdam (!? 5) ; H. Hendes da Costa, Amsterdam (H.'o); A. Korst, Bergon-op-Zoom ('21/s): Joh. M. Keuning, Beetsterzwaag ('2' ?>) ; R. S. te Appingedam. Beoordeelingen. Einfach und leicht aber recht hübieh. C. Kockelkorn. Een goede compositie, maar te ove:laden, daar Zwart slechts 3 zetten heeft om 't mat P c6 te pareeren. L. A. Kuijers. TWEEDE NAT. CORHESP. WEDSTRIJD. Overwinnaarsgroep. Drie-en-twintigste zet van Zwart. Partg Partij Partij No. No. No. 10 11 12 13 14 15 16 18 19 20 P e3: T as D c4 D h5 R dS D g& R e6 P c4 21 D a2: 23 25 P c5 27 c5 28 R e3 29 30 31 T c6 32 T c8 33 P bila 34 35 D fl: 36 R e6 37 K h8 ?????? 39 K c7 40 P g-6 42 f4 43 44 ...... Partij 26 wordt door Zwart opgegeven. Van den heer F. geen opgave ontvangen. In partij 23 is gespeeld 22?D c7. J. J. S. vigen koesteren ten gevolge van hun geloof een andersoortige liefde voor een gekroond hoofd, dan de liberalen en radicalen. Voor hen is het gekroonde hoofd wel geen boven natuurlijk wezen, maar, regeerende by de gratie Gods, kunnen zy het zich niet anders denken dan als door God aangewezen om een door God gewild werk te verrichten. Hoe natuurly'k, dat die geloovigen een koning of een koningin van harte eeren en dus zóó warm voor het in te huldigen koninginnetje gevoelen, dat liefde een niet te sterk woord is om hun genegenheid uit te drukken. By liberalen en radicalen is dat niet alzoo. Zy' zien hun koning of koningin niet in ver band met het bovennatuurlyke. Tot dat hooger gevoel, hetwelk met recht liefde kan heeten, zullen zij het niet brengen. Indien zy van liefde spreken, dan is dat meer op de wy's, zooals de koningin in de troonrede gewaagt van de vriendschappelijke verhouding, waarin Nederland tot de overige mogendheden staat. De woorden vriendschap en liefde gebruikt men dan by wy'ze van spreken. De liberalen en radicalen komen langs den weg van ge wone redeneering tot de slotsom, dat het wenschely'k is door een koning of koningin ge regeerd te worden, zy achten dat beter dan het tegendeel; voorts kunnen zy in het OranjeHuis het historisch monument zien, dat hun aan veel goeds in lang verleden en latere tyden her innert; het is zelfs mogelyk, dat zy' de monarchie als een krachtig wapen beschouwen in den strijd voor hun eigen of voor hoofere belangen maar dat innige, vrome, om zoo te zeggen, devote karakter, waardoor by de geloovigen, het gevoel voor een gekroond hoofd tot liefde wordt gestempeld bly'ft hun ontzegd. Hoe zou het onder deze omstandigheden denkbaar zijn, dat men een Koninginnelied schiep voor geloovigen en ongeloovigen, gelij kelijk aan de behoefte beantwoordende ? Wij liberalen en radicalen zuilen het, bij afwezig heid van een godsdienstige overtuiging en van een daardoor gewekt diep gevoel, niet licht verder brengen, dan tot de met een feestely'ke krul ge draaide frases van den heer Haverkamp, die Onze lieve Heer haast niet durft noemen ; wij komen niet tot een uitstorting des harten, met een hymne, een gebed, of' een danklied. Wy, als wy' ons niet onthouden willen, moeten ons tevreden stellen met grog van poëzie. Maar de geloovigen ... V Zullen zij zich onbetuigd laten ? Hebben zij nog geen lied gezongen, waarin een hart klopt dat van geestdrift trilt ? Slaat zelfs nu bij hen de vlam niet uit hoe prozaïsch moet dan ons volk wel zy'n ! Waar blijft Schaepman, waar, ja wie is de dichter der Calvinisten ... ? Indien er een Oranjefeest-lied zal komen wy wachten het van hen. D. K. inancieele en oecdHiclie Ironiel. Levensverzekering. De eerste Rotterdamsche. De amerikaansche sporen. De Spanjaarden. Boxtel- Wezel. ? De nedcrl. Centraal. Turken. Brazilianen. Petroleum. Grapjes over de koninklijke. Correspondentie. Niets wisselvalliger dan de dood, zegt men dikwyls en terecht. Hoe menigmaal laat hij zich schier onduldbaar >lang wachten waar zijn komst aan het oude Vigetobde lichaam en den zwakken levensgeest een gelukkige ver lossing zou zijn. En waar hy' 't minst ver wacht wordt, ja, waar aan zijn komst nimmer nog ernstig gedacht werd, daar verschijnt hy dikwijls even onverwacht als een geweldige aardbeving op een zoelen namiddag. Kinderen, die springen en dartelen op de frissche gras tapijten, j ongeliën, die invertrouwely'ke geheim zinnigheid en geheimzinnige vertrouwelijkheid in de kronkelpaden tusschen het dichte hout grootsche plannen voor de toekomst bespreken, volwassenen, in hun volle kracht, die op de rustbanken in den levenstuin zich hebben neer gezet en, starende in het doorzichtbare spiegelheldere vijverwater, reeds in gedachte de vervulling zien van de beloften van het naderend verschiet, in al die groepen bespringt de grijnzende dood zijn slachtoffers even plotseling, onverwacht en onmeedoogend maar zeker, als de verraderlijk loerende slang het onbewust in hare nabijheid trippel-end ge vogelte. Tegenover dit onzekere van 's menschen leven staat, althans wat de nadeelige materieele gevolgen betreft: de levensverzekering. Aangenaam is het mij dan ook te mogen constateeren dat, sedert ruim tien jaren toen ik door practischen arbeid op het gebied van de levensverzekering tot schrijven daar over verleid werd, de dure plicht der levens assurantie reeds veel meer algemeen begrepen wordt. Dat is een belangrijke vooruitgang voor verschillende kringen. Voor den grooten koopman en voor de ge goeden is de levensverzekering, door de wissel valligheid der fortuin, niet minder raadzaam, hun hoogere stand stelt hun achterblijvenden ook hoogere eisenen. Deze zijn dan ook over 't algemeen minder nalatig. Bovendien vergete men niet, dat de levensassurantie het meest passende en ook het eenige zekere middel is MtnlIIIIMMMIIIII CORRESPONDENTIE. H, Mendes. 't Is hem niet bekend. Hartelijk gegroet. L A. K. 't Zwarte paard moet op b2 staan. Onze excuses voorde vergissing, wat ons zeer spijt. R. S. te A Wij noodigen u uit punten aan de problemen te willen toe te kennen. CORRESPONDENTIE WEDSTRIJD. I D 4opening Petersburg (Wit) Weeuen (Zwart). l d4, d» 2 c4, P c 3 P c, de 4 d, P a 5 D af, e 6 b4, b5 7 D a:, D a: 8 ba. b 9 P d, cd lüei, e(j 11 P e3. P f 12 ed, ed 13 R b, K e6 14 U f:, gf 15 P e2, T c 18 P f4, T c5 17 T d, c 18 au, H d 19 P fd:, c 20 T c, B d: 21 P d:, T d: 22 T c:, K e2 23 g3, Ta 24 R e, R e 25 0-0, T d8 26 f4, R c3 27 T f'3. T d6 28 K g, f 29 T e f, K f8. II E vansgambiet Petersburg (Wit) Weenen (Zwart). l e4, e5 2 P f, P c 3 R c, R c 4 b4, R b5 c, B a5 6 0-0, d6 7 d4, R b6 8 a4, P f 9 R b5, a6 10 R c, b c: 11 a, R a 12 D a, ed: 13 cd, R d7 14 e5, P d 15 B a, 0-0 16 D c4, P f4 17 K hl, R c6 18 D cl, P g:! 19 K g:, E d5 20 K g3, f5 21 P bd2, f4 f 22 K g2, D g f 23 K h, D 1)5 24 D c3, B d: 25 D d, B a: 26 T a:, D e: 27 T g, T ab 28 T g2, Dn 29 K gl, B f: 30 P f ; D d 31 D c3, T b j 32 P el, D d4 33 R b2, c. UIT DE SCHAAKWERELD. In plsats van door Hanham en D. G. Baird zal Amerika op 't as. Congres te Weenen door Pillsbury en Showalter vertegenwoordigd worden, eerst genoemde echter onder voorbehoud dat hij den eersten dag niet behoeft te spelen. Ojk J.W. Baird ter bereiking van meerdere doeleinden dan waarborg voor het huisgezin tegen armoede na den dood des verzorgers, als: Vermeerdering van het vermogen ten bate der kinderen of verwanten. Waarborg voor een deel van het vermogen tegen de wisselvallige kansen, die, inzonder heid in den handel, dikwijls groote verliezen veroorzaken. Dekking van schuldbekentenissen. Vermeerdering van persoonlijk crediet. Verzorging van eigen ouderdom. Gelijkmaking van het vermogen der kinderen bij erflating of overdracht van goederen of van het bedry'f, waardoor tevens aan n van hen de overname van het goed of van het bedrijf mogelyk of gemakkelyk gemaakt wordt. 't Komt my voor, dat er weinigen onder de lezers zullen zijn, die in hunne omgeving geen voorbeelden kennen van personen, wier toestand thans beklagenswaardig is door de nalatigheid van den overleden echtgenoot en vader, om een verzekering, betrekking heb bend op een der genoemde gevallen, te sluiten. Hoe ik zoo op dit onderwerp ditmaal de aandacht vestig? ^jf -4 Omdat ik nog te bespreken heb het ont vangen verslag over het eerste boekjaar van de eerste Botterdamsche Maatschappij van verzekering op het leven, tegen ongelukken en invaliditeit. Het uitvoerige, duidelijke, ik zou willen zeggen openhartige verslag wijst op treffende wyze aan, dat deze maatschappij ook durft te wonen in een glazen huisje en dat ook deze solide maatschappij de gelukkige ervaring heeft opgedaan de meerdere plichtsbetrachting van het publiek ten opzichte der levensver zekering en van de assurantie tegen de geldelyke nadeelen van ongelukken. Vermelding verdient vooral: Ie dat de mij. voor hare rekening en verantwoording, zooveel mogely'k de modellen door de staatscommissie van 1883 ontworpen, heeft gebruikt. 2e dat zy de eerste is, die tot grondslag harer berekeningen de sterftetafels uit de statistieken der volksstelling van 1880 1890, opgemaakt voor geheel Nederland, heeft geroinen. 3a dat zij de eerste in de rij is geweest die zich in den accountant een onafhankelijk en volledig toezicht op het belangrijk onder deel: »de administratie" verzekerd heeft. Gaarne geloof ik dat de mij. op ondubbel zinnige wijze mocht ondervinden, dat het pu bliek de aanstelling van den onaf hankely ken, zelfstandigen, kundigen accountant waardeert. De lijst der effecten waarin de mij. hare fondsen belegt, vermeldt slechts schuldbrie ven, wier sohditeit tot de eerste klasse behoort. Het ga haar en haren solide zusteren voort durend goed ! * Hoe het met de koersen der Amerikanen staat? 'k Zal den nieuwsgierigen lezer het overzicht gemakkelijk maken. 5 Mei. 12 «ei. Atdiiscm Top. ('ert. g. aand. 121/4 131'g ditu pret', aand. 2T»:± 311/2 ditu 5'Yo alg. hyp. obl, SS 89 Vs Central Pao. aand. 1~'/4 13:5g ditu /0 Cal. oreg. l(^'/4 K'3 Deuver Kio (Jrunde pref. aand. 45 47 Vs Erie eert. Ie 3-11/3 3tJI;j. Fl. Ceutr. & P. 2e 8Li',4 31 Loaisville Cert. van aand. 51 551/4 St. Luuis & San Fr. 2de pref. aaud. 251/3 271/2 ditu 4''/o Gec. hyp. 72'14 73 Missotiri Kansas T. pref. aaud. 11 ll-V^ ditu 4% late liyp, obl. b01/4 8G1/8 Xort & West. Om. 4 pCt. Adj. pr. St. 4S 5'.)l':± St. Paul & .Man gec. Sch. obl. 122 1221/4 Union Pac. Ort. v. aand. 217'8 231/2 dito pref. 551/2 58*/4 dito 4^0 obl. goud 921'3 92 Al is de stijging niet zoo groot als die der vorige week, toch zou ik den gelukkigen be zitters ook nu nog willen toeroepen: Let your profits run on! Behalve de gelukkige oorlogsberichten komen de nog steeds voortdurende gunstige opgaven der ontvangsten den Amerik. Sporen ten goede. De rate-war schijnt geëindigd te wezen. De Great-Northern heeft haar personentarief van St. Paul naar Minneapolis tot zeven dol lars verhoogd wat door de Canadian-Pacific dadelijk nagevolgd is. Gewoonlijk volgt het goederentarief spoedig de wijziging van het personentarief dat, in verband met de leveran ties voor het leger en de vloot, bijzondere beteekenis kan verkrijgen. De Canadian- Paci/ic zou ook geen bezwaren meer gemaakt hebben tegen de regeling der Great Northern, waarbij voor haar geen gun stige uitzonderingsbepalingen omtrent het vervoer op de lijnen over het grondgebied van de U. S. zijn gemaakt. In Washington heeft men bereids eenfinancieele regeling getroffen voor eer. oorlogsduur van negen maanden! De reeds toegestane leening hoopt de haute finance in Amerika zelf wel te kunnen plaatsen. Voor mogelijke latere uitgiften is men hieromtrent zoo zeker niet; daarom waarschijnlijk hebben onderhan delingen met het duitsche huis Seligmann und Speyer omtrent den 3)4 rentevoet plaats gehad. iiiiiiiiiiiniMiMMiiiiiiiiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimilinilllI wordt onder de deelnemers genoemd, wij nemen echter aan dat dit bericht niet otüeieel is. 't Comit zou o. i. verstandig handelen met de deelneming te beperken tot spelers die reeds hun sporen op vorige internationale wedstrijden verdiend hebben. Door zwakkere spelers toe te laten wordt de wed strijd, die reeds lang genoeg duurt, slechts onnoodig verlengd. Voor een wedstrijd van onderling twee partijen i» 16 deelnemers (= 30 partijeni meer dan voldoende en 't is zér te betreuren dat 't Comitéaan Lasker's rationeel verzoek geen gehoor heeft gegeven. Zonder Lasker zal deze wedstrijd noodzakelijk bij de jongste tournooien van Hastings en Neurenberg moeten achterstaan en dit kan toch bezwaarlijk de bedoeling van 't Comitézijn. Wij hopen dat ook andere schaakorganen bij 't Comitézullen aandringen nog in tijds dezen misgreep te herstellen. GEWEIGERD DAME GAMBIET. Wit. O rel. d4 d5 Tschigoiine speelthier P c6 en op 3 P f3 ver volgt hij met 3 B g4 4 cd5:, R f3: 5 dcö:, B cS: enz. Of, zooala in de correspondentieparty Weenen-Petersburg, 3 P c3, dc4: 4 d5, P a5, 5 D a4 f, c6 6 b4, b5 7 D >5 : D a5: 8 ba5:, b4 en 9?cd5: 3 P c3 P f6 4 K ga R e? 6 P 7 T cl 8 cd5: P e5 Zwart. Riga. e3 P ad7 K b? ed5: 0-0 10 f 4? Deze verzwakkende zet moet achterwege blijven zoolang deRfl niet ontwikkeld is. Wie de vraag in my'n vorig artikel: »Zou in Spanjaarden reeds a la hausse wat te ver dienen zijn ?" toestemmend beantwoord hebben, die zullen met byzonder veel genoegen kennis nemen van de volgende koersvergelyking: 5 Mei. 12 Mei. Spanje. Buit. groote stukken 31 33!4 dito » kleine » 29 32 3i Een verbetering van beteekenis. Let your profits run on! Hier en in Z lid-Duitschland was nog al veel belangstelling voor de Spanjaarden. Velen gelooven, dat Spanje nog heel wat schatten in zy'n bodem heeft, die tot grondslag van leeningen zouden kunnen dienen. Bovendien zouden de grensrechten heel wat meer kunnen opbrengen als het beheer hier over verbeterd werd. Voorzichtigheid, be hoef ik 't wel te zeggen blijft steeds aan geraden. Het goudagio is nu lli put! Earopeesche Staatifondsen overigens weinig of niets veranderd ; dit geldt zelfs ook voor de Italianen! Turken iets w'lliger. De Sultan ziet met verlangen uit naar de penningen der grieksche leening die, naar ik in het Fin. News las, 23'/s maal volteekend zou zijn. Volgens het prospectus vindt de uitgifte van £ 5.004.900 deel uitmaken van de gegaran deerde 2i/2 pCt. Grieksche Goudleening van 1898 groot £. 6 800.000 den lOJen dezer a lOOVa pCt. plaats, voor '/s te Londen, te Parys en te Petersburg. De leening is gega randeerd door de regeeringen van GrootBrittannië, Frankrijk en Rusland. Het op Frankrijk vallende bedrag is fr. 41!/2 millioen, dat door de Banque de Francea 100 Vj pCt. (even als te Londen) ter inschrijving wordt beschik baar gesteld. De aflossing begint 1903 en zal in 48 jaren plaats hebben. Opzegging der leening is vóór 1918 buitengesloten. Brazilianen weinig en uiteenloopend veran derd. In engeische bladen wordt bericht, dat de braziliaansche regeering van .haar voor naamste schuldeischers in het buitenland zal trachten te verkrygen een Funding Loan voor den rente- en aflossingsdienst der natianale schuld; in ruil voor deze belang rijke concessie zou een nieuwe bank te Rio Janeiro worden opgericht, belast met de controle op de beschikbaar gestelde ontvangsten en op de vermindering van het in omloop zijnde papiergeld. * * * Van de ewopeesche spoorwegw^arden vragen Boxel- Wezel de by'zo..dere aandacht. Deaandeelen klommen van 12 '/4 tot 15, de gestem pelde oblig. van 81 tot 841/2 ! Gunstige ont vangst-opgaven. Nederl. Centraal iets zwakker. Toch geen ongunstige mededeelingen. Naar men verneemt zal in de op 21 dezer te houden algemeene vergadering van aan deelhouders dezer maatschappy, worden voor gesteld het dividend over 18Ü7 te bepalen op f 1.75 per uifgegeven aandeel en het aantal uit ie loten bewijzen van uitgestelde schuld op 40). Over 189G bedroeg het dividend/1.50 en weiden toen 394 bewijzen van uitgestelde schuld uitgeloot. * * Petroleum algemeen hooger in verband ook met den klimmenden pry's van deze brandstof. De »koninklyke" konden zich zelf ± 20 pCt. verheffen ! 't Is alsof ze bekomen zy'n van de schrik der berstuursvoorstellen die allengs meer bestrijders vinden. En terecht. Men zegt wel eens: niets nieuws onder de zon; zouden hierop de bestuursvoorstellen der »koninklijke" werkelyk niet een uitzondering maken ? Ik geloof het wel. Voorloopig wacht ik op nader bericht omtrent de nieuwe voorstellen van de zelfstandige aandeelhouders. Sommigen beginnen al grappen te maken over de »koninklijke" als: Men zegt: dat de insiders der verschillende Petroleumwaarden bezig zy'n een nieuwe hausse voor te bereiden, waarvan vooral aand. Konink lijke Petroleum, Moeara Enim en Sumatra Palembang zullen profiteeren. Dat de koninklijke petroleum-maatschappij altijd geld leent tegen den tijd, dat het dividend betaald moet worden. Dat de oudste zoon van Rockefeller zich als Kederlander zal laten naturaliseeren, om te kunnen deelnemen in de nieuwe uitgifte van preferente «koninklijke". * * * N., alhier. De raad van uw oom verdient gevolgd te worden. Ge kunt ook koopen B pCt. oblig. gemeente 's Gravenhage die ik toevallig in het weekblad van Broekman & Honders voor 103 zie aangeboden. Solide adressen zijn : De Twentsche Bankv.; de Amsterdamsche Bank; H. Oyens & Zn.; Labouchere, Oyens & Co.; Kerkhoven & Co. ; Th. Gillissen enz. enz. Dank voor uwe waardeerende woorden. J. W. alhier. Het bezwaar acht ik over dreven. U kunt gerust vertrouwen dat ook daar wel zal toegepast worden: Le roi est mort, vive Ie roi. Niettemin is het verstandig slechts een ge deelte van zijn vermogen in die papieren te beleggen. Het kan niet ontkend worden dat ze wel wat hoog staan. Dank voor uwe mede deelingen. Amst., 12 Mei 1898. D. STIGTEB. 10 P e5:! Deze fijne zet, die schijnbaar een pion kost, ia 't begin van een ver berekende ofl'ercombinatie. 11 dea: 14 I'e5:? zou een pion hebben gekost. 11 I'e5:, P d7 12 R el:, D e7: 13 H (12, f6 enz. 11 T c8!l Prachtig gespeeld. De combinatie ia, zooals epoedig blijkt, volko men correci. 12 R b5: Wit neemt zeer te recht 't offer niet aan. Bijv. 12 ef6:, B c5! (niet B f 6: 13 B f6:, D f6:) 13 B d3! B e3: 14 D h5, g6 15 D h6, E f6: 16 Bf6:,Bf4: f en B h6 : en Zwart heeft 3 pionnen tegen een officier met sterke stel' l ing. 12 c6 13 B d3 13 ef6: dan E c5 14 P d5:dancd5:15BeS , D e8: 16 D e2, B e3; 17 T c2, dl met sterk spel. 13 P 47 14 R e7: D e7; Schijnbaar staat 't spel nu gelijk, maar Wit heeft een zwak punt, iil. de pion e3. De wijze waarop Zwart zich dit nadeel ten nutte weet te maken is hoogst leerrijk. 15 D c2 0-0 zou pionuenverlies ten gevolge hebben. 15 D h4 f 16 D f 2 D h6 17 0-0 f6! 18 ef6: 19 P dl? 20 h3 21 b3 22 T c2 23 D el Dreigt d4. 24 D g3! 25 bet: P f6: T e7 ca T ae8 P et P d6t c4! del: B c4:? kost de kwa liteit. P cl: 26 T C4:, B a6 enz. b 26 R e2 27 R g4 28 T b2 29 T f3 30 T b4; Opgegeven. R e 4 Rd3 b4 R e2

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl