De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 22 mei pagina 3

22 mei 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1091 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. karakter staat zijne reproductie buitengewoon hoog. Niet altijd beantwoordt zijn zinpen echter aan de eischen van het schoonheids gevoel. Het ontaardt wel eens in huideren of ook in een heesch spreken, 'i Is echter mogelijk dat dit op rekening te schrijven is van eene indispositie, waaraan liij, naar ik vernam, lijdende was. De heer Teo Weber zong den Gunther met schoone, warme en goed getimbreerde baritonstem. Hij was ons trouwens nog in aan gename herinnering van de vorige uitvoering. Onze landgenoote, Mt-j. Louise Mulder, in de laatste jaren aan de opera te Riga verbonden en voor het volgende jaar te Coburg geëngageerd, zong de Gutrune. Mej. Mulder mag rnen als dramatische zangeres rekenen tot een der eerste leerlingen van de Bayreuther school. Als»Evcheu" in die Meistersinger" zou men haar in een meer omvangrijke partij gehoord hebben; toch wist zij in hooge mate de aandacht te trekken door hare voortreffelijke declamatie o.a. ia de derde acte, als zij in //banger Ahnung" de terug keer afwacht vau den ongelukkigen held. Hare stem klonk in de hooge tonen zeer frisch, in bet medium een weinig mat; haar costmim echter vond ik niet gelukkig gekozen. De Alberich vond in den he< r Bernard Kohier en de Wa'traute in mej. Clara W> ber, uitmun tende vertolkers. Het, Nomen- en Ruriut chterenaemble slaagde niet zoo goed als verleden jaar. Het mannenkoor daarentegen was volkomen voor zijn taak berekend. De regie berustte iu handen van den heer Valdeck van het Darms'illter Hoftheater; hij kweet zich met veel beleid van zijn moeilijke taak; jimmer echter, dat het lijk van Siegfried op den grond en niet op een baar kou liggen, door e>-n ongeluk bij het l/r^ken van een der schragen. Zoo iets mocht tocti eigenlijk niet voort omen. Het orcheït had wonderbaar schoone oogenblikken, zooals o.a. in de aangrijpende Trauermarsch", ik mag echter niet verzwijgen, dat er momenten waren, waarbij alles niet zoo geheel in elkander sloot als wij dit gewend zijn. In hoeverre dit op rekening is te schrijven van de vr;emde elementen er waren vier tuba's, een contrabas-tuba en een hastrompot uit Brussel geëngageerd wil ik onbeslist laten. iiimitmiiiimiiHiinniiiiHtifiiiiMMiniiiiiiMjmiiiMitimiiiiiniiiMiimiiiii Zooals men, ziet, heb ik mijne opmerkingen niet achterwege gehouden ; doch ik herhaal dat de tekortkomingen niet in staat waren den grootschen indruk van het geheel belangrijken af breuk te doen. De derde acts vooral was w gslepend schoon! Iv Gemaals een woord van dank uit te spreken aan Willem de Haan is mij een behoefte. En zoo moge dan de Waguervereeiiiging het volgende jaar, hare missie weder voortzetten onder de beproefde, degelijke leiding van haren stichter Heuri Viotta. AST. Amsteitinscli Knnstnienws, De gemeenteraad te Arnhem heeft eene goede daad gedaan. Nadat in verschillende tijdperken aan het gemeentehuis op onwaardige wyze was gewerkt en gerestaureerd, heeft hij in zijne zitting van l Juni 1897 met groote meerderheid van stemmen besloten, over te gaan tot de uitvoering der door den bekenden architekt C. Muysken te Baarn ontworpen plannen voor de in- en uitwendige herstelling van. het gebouw. Als het gemeentehuis in zijn nieuw kleed uit- en inwendig zal te zien zijn, zal de gemeenteraad van zyn besluit geen berouw hebben, daar deze kunstenaar goed werk levert, en hij met talet't en inzicht zijne composities schiep in den geest van het tijdperk der eerste Renaissance. In dien tijd tocb, en wel in 151G, werd het huis, by akte van 10 Januari 1539 door Maarten van Rossem gekocht, door hem verbouwd of nieuw opgebomv l, om later eigen dom der gemeente te worden. De bouwtype van het naar eenige Safyr-Atlanten genoemde «Duiveishuis" mag een speciaal Geldersche genoemd worden. Aan de firma J. R. Killen op het Damrak is de uitvoering van de geheele betimmering van het inwendige toevertrouwd, en zy' kwyt zich met ernst van hare taak. Het werk is in vollen gang. Voor eenige weken waren in het magazijn van genoemde firma de kap van de schoorsteen van de raadhuiszaal, verscheiden deelen van het fries der lambriseering met ornamentale motieven uit de eerste Hollandsche renaissance versierd, en een aantal gebeeldhouwde koppen (de meesten portretten, daaronder dat .van Maarten van Rossum) tentoongesteld. In deze week, echter slechts tot Woensdag, is een gedeelte der lambriseering der raadzaal te zien. Aan het eikenhout, waarin alles is uit gevoerd, weet Hillen een gedistingeerde bruine tint te geven. Dit geschiedt in hermetisch afgeslotene kamers, waarin chem'sche middelen op de daa.'in geplaatste houten constructies inwer ken. Deze bewerking heeft dit voor, dat alle fijne kanten der profileeringen ongeschonden blijven; geschiedt zulks met kwast en tint, dan worden de poriën van het hout opgazet en de fijne be werking der houtdeelen lijdt schade. In de pilast-.-rs, die de schouw der zaal dragen, zijn de tien wapens, in relief gestoken, van den burgemeester en de raadsleden op genomen, onder wier beheer de restauratie wordt uitgevoerd. De heer C. Muysken teekende ook alle detailteekeningen op groote schaal zelf, eene j wijze van uitvoering welke de eenige juiste is, maar waarvoor in onzen tijd wel eens de rust en de gelpgenheid ontbreekt. Het is duidelijk, dat als aldus gewerkt wordt, van de oorspronkelijke intenties en composities des kunstenaars niets verloren gaat. Wy zijn er daarom van overtuigd, dat de inwendige en uitwendige herstelling van het gemeentehuis te Arnhem in allen deele zeer goed zijn en een ieder zullen bevredigen. J. H. S. Oyer affiches, Gelukkig beginnen onze muren en schuttingen meer en meer het eigenaardige artistieke karakter te krijgen, dat we in Frankrijk en E 'geland opmerken. Waar in Frankry'k mannen als Cbéret, Grasset, Forain, Ibels; in Engeland, DadleyHard j,Beardsley, Greifenhagen, deBegjarstaffs', hun kunst ten dienste stelden van het affiche, zijn ook bij ons de jongere teekenaars en vertegenwoordigers der decora ieve schilder kunst hun krachten gaan wijden aan het aanplakbület, dat langen tijd onder de heer schappij van lithographen, die goede copieïsten maar geen teekenaars waren, een periode van verval doorleefde. Een van de laatst uitgekomenen, dat zeer zeker waardeering verdient, al is het nog niet in alle opzichten n geheel, is dat wat de heer Hart-Nibbrig voor de Simplex rijwislen ontwierp. Het heeft een charme van gedistingeerdheid van kleur over zich, die gunstig afsteekt bij wat men dikwijls nog van affijhe te zien krijgt, waaruit dan ook blijkt dat-het volstre'it niet noodig is schreeuwende kleuren tegen elkaar te zetten om de aandacht te trekken, iets wat men langen tijd als noodzakelijk scheen te beschouwen. Juist door de rustigi kleurharmouie van de wielrijfiende personen met de groene omgeving krijgen we een aangenaam geheel dat toch door de contrasten genoeg spreekt. Wat mij eehter in dit aanplakbület minder geslaagd voorkomt zijn de letters, die totaal geen verband houden met de teekening en er op staau omdat er nu eenmaal letters op moeten, maar die er geen geheel mee vormen. Wat dit aangaat is de heer Ta. Molkenboer in zijn affiche voor de firma B^nnewitz gelukkiger geweest, hoewel w\j dat voor dea kunstbinder Van Bommel wat verdeeling der figuren betreft, beter toescbynt, zyn bq beiden de letters een met de teekening en vormen zoodoende hiermede een verband dat ontbreekt tusschen de teekening van den heer HartNibbrig en de letters van de Simplex. R. W P. Jr. Maatschappij Arti et Amicitiae". De commissie van aankoop van kunstwerken voor de »Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten" is voor het jaar 1898 samengesteld als volgt: de heeren Rud. J. Kijzer, vooorzitter; Geo Poggenbeek, F. C. Muijsken, E, van Essen Jr. en J. H. Wysmuller, secretaris. liiiiiniHiiiiiiiiiiHiiiiiitmiiiiiiiiiMiiMiMiMlTliHniiinnniiinniiiiHiHiii» NIEUWE UITGAVEN. Een Vrouwenhand. Nieuw Koninginnenlied voor gemengd koor, woorden van D. F. VAN HEYST, muziek van W. P. H. JANSEN, 's-Gravenhage, G. H. van Eek. De Drankliandel in Afrika, door S. S., overgedrukt uit de Volksvriend, orgaan der Ned. Ver. tot Afschaffing van Sterken Drank. Verslag van het internationaal runderpastcongres, gehouden te Pretoria van den '2 len tot den 1:3 len Augustus 1897. Staatsdrukkerij van de Zuid-Afrikaansche Republiek, Pretoria. Die hyxtorie van die seuen ivijse mannen tan romen, bewerkt door Dr. A. J. BOTEBMANS. Haarlem, De Erven F. Bonn. W. C. ? DE BOEE. Handleiding voor liet Notaris-ambt. Afl. 4. Mtjdemblik, K. H. Idema. Leerplicht, do r Mr. H. PH. DE KANTER, Amsterdam, S L van Looy. Het miuytulc van de Verzorging der Ver waarloosde Kinderen, in opdracht van de M(j. tot Nut van 't Algemeen, bewerkt door Mr. J. A. LEVY, P. H. HUGF.NIIOLTZ Jn, Jtir. Mr. A. J. RETHAA.'ÏMACARK ei TH. NOLEN (rap porteur). Amsterdam, S L. VAN LOOY. JASTJK v. LEYDEX. Eten en drinken van Amsterdam. Schalekamp, v. d. Grampel en Bakker. Litogr. Kottirg en C\, Amsterdam VOO Een praatje me! velen. n. De maand Juli nadert, en met haar de opening der Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. Hard is er gewerkt reeds lang; hard wordt er gewerkt nog steeds en hard zal er tijdens de tentoonstelling worden gewerkt om dit grootsche plan tot een vol ledig succes te maken, want een succes is het reeds in meer dan n oplicht. Twijfelde tot voor korten tijd menigeen of er in Nederland en zijn 0?erzeesche Bezit tingen wel voldoende vrouwenarbeid zou wezen om er een tentoonstellingsgebouw, zoo ruim als de ontwerpsters het zich dachten, mee te \ullen, de inzendingen overtreffen de beschikbare plaats zoo verre, dat niettegenstaande heel wat uit- en bybouwsels er met betrekking tot de expositie reeds het: »tot hier toe en niet verder" moest gelden. Ook is er de kracht van samenwerking al helder door aan het licht getreden. Opdat de rubriek-commissiën, plaatselyke comités en correspondenten te zamen eenige honderden :?onderling de onontbeerlijke voeling kunnen hebben, met vermijding van zeer kostbare vergaderingen, die nooit ten volle beantwoorden, wordt maandelijks aan alle rubriek-secreta ressen etc. ter circulatie bij medeleden een gecyclostyleerd blad verzonden, waarin ieder, die voor de tentoonstelling werkt, wenschen kan openbaren en mededeelingen doen. Bijna ieder nummer deed mij een of meermalen denken: »Twee weten toch steeds meer dan n," en stelde mij in de gelegenheid van anderer vinden, verbinden en regelen, party te trekken ten bate der tentoonstelling. Verder h?eft door het zoeken en vorschen, dat de verwezenlijking van dit plan noodza.kelijk maakt, reeds menigeen het ernstige voornemen gevat, om de zaak, die zij al arbeidende eerst recht lief kregen, met hart en ziel te gaan dienen, wanneer de tentoon stelling tot het verleden zal behooren. Van groote beteekenis wordt geacht door allen, die er deel in nemen, dat het plan niet slechts een tentoonstellen zal wezen, doch tevens, en niet in geringer kwaliteit, een ten geboore geven. Al zou het expositieveld boven aller verpachting slagen, zonder congresbesprekingen zou van een succes, als geheel, geen sprake kunnen wezen. Aan de congresregeling is dan ook de noodige aan dacht gewijd. Zoo goed als alle onderwerpen van sociale i beteekenis, zullen ter sprake worden gebracht ' door sprekers en spreeksters met ruime ervaring. Mej. J. ter Meulen, die zoo niet is ? dan hoopt te worden de Nederlandsche Octavia | Hul, zal het woningvraagstuk inleiden; mej. M. J. Sparnaaij heeft de fabrieksinspectie tot onderwerp gekozen. Dat zij er het hare te doen zal om de inspectn'ee de fabriek binnen te doen stappen wie onzer betwijfelt dat? Dr. Catharine van Tussenbroek, onzer vrouwen trots, zal in populair wetenschappelijken vorm ons oor streelen; mej. Trude Mertens zal, zoo niet enkele geheimen der tandheelkunde openbaren, dan tot de overtuiging brengen, dat zy'n gebit onderhouden gelijk is aan zijn leven verlengen. Later wordt u waarschijnlijk in deze kolom men wel een volledig congresplan voorgelegd, hetgeen mij recht geeft mij heden te bepalen tot de opwekking om bij het maken uwer zomerplannen toch vooral rekening te hoaden met de eerste waarlijk nationale vrouwendaad. Er zijn er voorzeker onder n, wien niet slechts het genieten en de vaderlandszin, maar ook de eigenbaat zulks voorschrijft, want er zullen ook vrij wat werkkringen ter sprake komen, waarop een levenstaak zoekende vrouwen en meisjes nog veel te weinig haar aandacht vestigden. Voor dezulken bovenal is de tentoonstelling een zegenrijk feit. Hiermede bedoel ik niet, dat de tentoonstelling rechtstreeks broodwinningen zal afwerpen o, neen ! dat zal ze niet, maar ik wensen er menig leze; es door te brengen tot het geloof, dat wie zijn ooren gebruikt om te hooren en zijn oogen om te zien, van daar heel wat met zich zal kunnen voeren vol waarde voor het verdere leven, en ook voor de gezonde vroolijkheid, zonder wie geen levenswaardig bestaan mogelijk is. De vroolijkheid toch wordt er gediend door: matinees, concerten, tooneelvoorstellingen, kinderoperetten, wieJwedstrijiien, en wat dies meer zij, terwy'l de ruimte, die I n sul inde gedoopt werd, heel wat niet-inspannende ontspanning zal biedea Komt, ziet en oordeelt zelf. Amst., Mei '08. ELISK A. HAIGIITON. mmintmnuniiiiimmmmuminmuniniimmimimmmmimmHHt La Aan den naam van den joddelijken" Rifaël is voor eeuwig verbou ien die vau ziju schoone geliefde la Fornarina", de bakkersdochter, wier beeltenis talrijke malen onder zijn werken voorkomt. Wat weet men van la Fornarina ? Gswoonlijk wordt van zu'k een model, hoe het ojk den kun stenaar geïnspireerd heeft, en hoe zij ons op het gezicht bijna eeu oude bekende lijkt, de geschiedenis niet geschreven. Toch vinden onder zoekers, zooals nu de heer Autonio Valeri, Italiaausch kunstkenner, het de moeite waard, iets meer omtrent haar te weten. In Rafaëla leven hebbeu twee vrouwen eeu groote rol gespeeld, Maria Bi ibiena en de bikkersiochter. Maria I'ubbiena was een rijk mei?]?, de nicht van een ka-diuaal; Laar oom zelf had de verloving tusschen haar en den jongen schilder, over wien hij als Maecenas op'rad, bewerkt. Maar Rafaël kon er maar niet toe besluiten, niet haar te trouwen; hij was, volgens Vasari, door andere banden gebonden". Is daarmede la Fornarina bedoeld r Zes jireu lang duurde het uitstel en toen Maria Bibbiuna slierf, was zij uog Rafaëis bruid. Doze titel werd zelfs op verzoek van den schilder op haar monument in het Pantheon te R>me geplaatst. Van la Foruarina wist men tot nog toe niet meer dan cUt, zij zoowel llafaël'S geliefde als zijn model geweest was, en dat zij terstond na zijn dood den sluier had aai genomen. Men keud.i noch haar voornaam, noch den naam harer ouders, noch het huis waar zij in gewoond had ; en dientengevolge hadden zich allerlei romantische legenden ontwikkeld, die niemand kon tegen^preken, maar die elkander wel tegenspraken. Als het huis vau la Fornarina" worden te Rome drie huiien gewezen. Het ecue staat aan de Via Dorotea, bij de Via Garibaldi ; op ckn ingang staat: /Forno della Fornarina", en op de tweede verdieping toont men liet boogvenster waardoor de schilder voor het eerst het mooie meisje gezien heeft, toen hij bij haar vader een broodje kwam koopen. jgclukkig weet men met zekerheid, dat het huis eerst zestien jaar na Rsfaëls dood gebouwd is. Het tweede huis ligt aan de via del Cedro, dicht bij de kerk Sant E^idio. Dit huis zou door Rafaël zelf gebouwd zijn, die voor de ouders van zijn geliefde als architect was opge treden. Alleen: de stijl van het huis is de zui verste barokstijl, zoodat, in eik geval, van den bouwtrant van zijn bouwmeester niets is over. gebleven. Het derde huis eindelijk, is gelegen aan de via del Goveruo Vecchio, No. 4b ; het heeft als naam ook nog Pa'.azzetto dei Sassi di Parione"; het terrein waarop het staat behoorde ia de zestiende eeuw aan een zekeren Benedetto S.iX"), van het kerspel San Tommaso in Parione. En nu heeft .Valeri in een overzicht van de bevol king en de huiien van Rome, in J 518, gevonden : Una casa di rnessere Bc:iedctto S.iX-0, habita Francesco, sencse, fornaro. /,F. 'ii huis van mees ter Beiiedetto Saxi, daarin woont Francesco, geboartig uit Siena, bakker." Dit is dus eene aanwijzing. Xu is toevallig ieder der drie huizen in de oumiddelijke nabij heid van een der huizen waar Rafaël te Rome gewoond heeft; toch is het moeielijk aan te nemen, dat hij, bij iederj verhuizing, zijn meisje, haar ouderj, de bakkerij en den winkel wist mee te krijgen. In ieder geval woonde iu 151 S, terwijl RafaaJ op het Vatikaau werkte, ecu bakker uit Siena, Francesco geiiaa.nd, vbk 'i.ij, op Je plek die nu als het huis vau la Fornarina genoemd wordt. Voorts heeft Valeri iets ontdekt in eene lijst. vau nonnen, die in 1520 iu het klooster van Santa Apillonia van Trastevere den sluier heb ben aangenomen. Op 20 Augustus van dat jaar, vier maanden na Rufaëis dood, is in het ge&ticht van Santa Apollouia opgeno men Vrouwe Miirgherita, weduwe, dochter vau wijlen Francesco Luti, van Siena." Dus hier ook de naam Francesco uit Siena; maar men weet niet meer dan dat hij eene dochter Margheriti heeft. In een oud exemplaar vau Vasari's L-/;e,/s, in de bi'>l.ot'ieek te Florence, waar Vasari van het portret, door den schilder vau zijn geliefde gemaakt, spreekt, leest men iatusichen dr-ze oot, mr t potlood op den rand geschreven //Margarita, donna di Rafaello." Dit is weer een stap verder. Wat eenigiiüs hindert, is de bijvoeging //wedu we". Valeri intussc'ieu antwoordt hierop, dat weduwe ook als tegenstelling tegenover //jonge dochter" kon becUvld zijn; en eigenlijk: niets bewijst dat zij n i 't inderdaad weduwe is gewee.-t. Valeri beweert trouwens dat h :t klooster vau JStuta Apollouia eeu soort van a-y! voor boet vaardige vrouwen is g'wecst; een deftiger kloos ter /.ou ook ?,ekcr de scKoiue Fornarina niet op;enoinen hebben, zoo kort nadat hare tegen woordigheid aan hut sterfbed van haren minnaar aanleiding to( zoovee! schandaal had gegeven. Hi;t is toch bukenil, dat, terwijl de schoone bakkersdochter snikken l bij het bed van haren minnaar lag, een bode van den Pain binnentrad, diens zegen brengcivl, maar dat hij op het zien van het j-m,re m -isje wilde vertrekken, en de stervende schilder, om de absolutie te verkrij gen, haar moest bevel.:n de kamer te verlaten. Wij weten dus met vrij veel zekerheid dat Margarita Luti de naam was vna het heerlijk wezen dat, deu kunstenaar iusprireerde, het. schoon heiilslype, zoo vol leven en zoo ideaal, dat in de ^[inloiiiiu dl S./a Sixlo, in den 1'iin/nxs/i.i, in zoo vele vai Rafaëls scheppingen voortleeft, en voor het nageslacht eene vertrouwelijke bekende, innig-meuse'jelijk en goddelijk tegelijk, is geworden. van l:i]i]iefi-'I Jloiiianliclrlinneii. J>e hoHinifin i'an /.weden. iaSedert twee jaren is het afgesproken, dat ballon mouwen, schouderdraperieën, armdoftVm uit de mode zijn ; de platte strakke mouwen zijn teruggekomen. Hoe komt het, dat niemand ze draagt, en van de honderd nieuwe mode platen zelfs, nauwelijks twee een volkomen strakke mouw vertoouen 'i X.ituurlijk omdat de dofmouw beter staat. De een draagt een be scheiden manche gigot. ah in het begin van de ballons, de andere eenige strooken, een kleine draperie, een inrimpelsel, een dof, een soort van jockeys, een scbouderkap, een paar punten, een verlengde revers, een crevé, een ingezette dof of ruche ; in elk geval iets, maar niemand een volkomen platte mouw. Deze zal nOjj wel wat uitblijven. Wat het verminderen van de halsruches, hnas van cn've de Chine en lint en dergelijke be treft, dit wordt ernstiger opgenomen ; ze worden inderdaad minder. Eya heel aardige variant daarvan is de eenvoudige halsstrik dia bij den hoed behoort en op den strik van dichtge knoopte brides gelijkt, terwijl de brides zelf ontbreken. Met het kiezen van dezen, wat kleur bdtrefc, moet men heel voorzichtig zijn, en niet de kleur nemen omdat men die mooier vindt, maar alleen oordelen wat het best bij het tuint past. Zoo geheel door het gekleurde lint omgevnn toch, van boven als hoedversiering. beneden als halsstrik, is het teint geheel afhankelijk van die kleur. Ken nuance te rood of te blauw of te geel kan het teint volkomen bederven, het paars of bruin of bleek doen schijnen, zoolang als men den hoed draagt. Kan aardig gebruik, vun al het ruban coaiète dat zoo in de mode komt. is dit, dat men er de figuren van kant (natuurlijk geen kostbare kaat, maar Jiufst nagemaakte Chantilly, guipure, dentelle-lacet) mee overrirnpelt ; volants van zwart ruban comète, U-i weel, satijn, moiró, op witts Of ciéae kant, volants van wit lint op zwarte kant. Dit staat zeer gedistingeerd en is zelfs een gelegenheid om kant die wat ge leden heeft, met genoegen op te gebruiken ; terwijl men het rubaa coaiète er op naait, hecht men de kant tegelijk op een gekleurd tait'ju transparant, en knipt weg wat men wil. Ook met gekleurd ruban comète kan men omrimpelen, maar dan moet uien al met bijzonder veel zorg da kleur kioze:i, zal het niet heel vulgair staan. * * # De japon van kippevel waarvan dezer dagen melding gemaakt wer.l, is door eeu vrij excen trieke dame, M:id. Tuéo Muntltaudv, op een bal in de Russische ambussale gHJragou. II :t kleed is intusscben nog meer voorst dari op den balavond bewonderd; in het atflier waar het tentoongesteld was hebben de bezoeksters gedefileerd. De <SOO kijipenvellen zijn gcappreteerd. in zekeren zin gelooi l, eu hadden toen eene teere matte ciêuekleur. die inder daad heel mooi moet geweest zijn. De be roemde scbiider Klmond Gillet heeft er toen met losse hand groote takken L'ix-nnbourgen Isle-de-France-rozön op getooverd; de tablier was een prachtig dé.'oratiestuk iri Rococostijl. Als rand o:n het décollelédiende eene ruche van geelachtige gekroesle veeren; als rand om den rok weer eenöruche, van kippevel. * * * Eene schrijfster in de \Veatiniinter liei'inv neemt heel aardig de romanschrijvers ;i faire over hun «heldinnen". V.'at is de vrouw voor de schrijvers 'i K-.n heilige of een Izebel; monumenten van koppigheid, van ij lelheid, van kleurloosheid, maar heel zelden vrouwen. De mannen overschatten of onderschatten de vrouw; zij beoordelen ze maar heel zelden rnet billijKheid. Ki dat niet alleen tegen woordig. Voor een deel ligt zeker de schuld aan de onoprechtheid der vrouw tegenover den man. die niet alleen door Schopeuhauer ge constateerd is, maar inderdaad uit do werken der romanciers blijkt. Janie Deans is eigenlijk de eene heldin van Walter Scott. die goed geteekend is. Thackeray heeft er geen een; zijn goede vrouwen zijn al te onnoozel; hij is onbillijk en oppervlakkig voor al de anderen. De vrouwen vau Dickens vertegenwoordigen, zooals trouwens veel van ziju mannen, niet meer dan n eigenschap. Trollope ziet, behalve Lily Daie, enkel conventioneele vrouwen; sir Walter Besant heeft er maar n geschapen en nog geen echte. Rudyard Kipling is met Maisie in The light fïi'/t fttih'd iets beter geslaagd; Thomas llardy's vrouwen zijn weerzinwekkende scheppingen, die maar n denkbeeld hebben: dat zij vrouwen zy'n. Zij zijn alle mooi, zinnalijk en zelfzuchtig. Meredith's vrouwen daarentegen, als die van Shakespeare, zijn. echte vrouwen. * * * In The Jjnrly's Jlcalm komt een belangrijke schets van den heer Sherard voor over koningin Sophia van Zweden en Noorwegen. Hij haalt de geschiedenis al heel ver op; van de eenigzins remantische liefde die prins Oscar bezielde voor de jonge Nassausche prinses welke hij ! op het kasteel van Wied ontmoette; de jonge troonopvolger ijlde terstond naar zijn vader om diens toestemming te vragen en toen terug om zijn aanzoek te doen. »\\at misschien den achterkleinzoon van den notaris Bernadoite te Pau in dejoige prinses het meest aantrok," zegt ds heer Sberar.l.swas de afwezigheid van die stijfheid en geboortetrots, die zoo af-itootend werkt in de kinderen der meeste Duitsche vorstenhuizen ; zoo dat prinses S-jphie door haar broeders en zusters wel genoemd werd »unsere democratische S-hwester", een omstandigheid die haar den intelligenten en beminnelijkenkoning l)s;ar zeer sympathiek maakte." Sedert haar huwelijk lijdt de vorstin aan een pijnlijke kwaal ; zij troost zich met da gedachte dat haar lij leu haar geduld en gods dienstzin geleerd heeft; ook het strevnn van generaal Booth en het heilsleger werd door haar zeer gesteund. Het is aan den invloed van de koningin vooral te danken, dat haar tweede zoon, pritis Oscar, verlof heeft ontvangen haar eeredami Ebba Munck te trouwen, waar de koning zeer lang en zeer heftig tegen gekant was. Tijdens deze zaak hangende was, werd de koningin door een hevigen aanval van haren kwaa overvallen, en de doctoren rieden eene operatie aan. Ook de koning was daarvoor. De koningin vro'g: »als ik de operatie onderga, zult ge dan Oscar en Ebba hun zin geven V" De koning kon niet anders dan toegeven. E m paar maanden later, toen de operatie ondernomen en ge.ukt was. en Ivilui Munck een der liederen van den koning voor de koningin zat te zingen, kwdtn de koning de kamer binnen, nam prins Oscar mede, leidde hem naar de hofdame en legde zijne hand in de hare. * * * In T/te Kineteentli Century haeft Lidy Albinia Ilobart-U unp len een interessant artikel over »de bedendaagsche fabriekarbeidster" en beklaagt zich er over dat zooveel jonge dames die tij l genoeg hebben, diarvan niets over hebben voor de vereenigingen voor fabrieksm^i.-jfis. Er zou zoo/eel te doen zijn, en met zoo weinig moeite, als de lust er maar w-as; waarom, vraagt zij, komen er zoo weinig o;u ons te helpen, eu waarom trekken van degenen die zich aanbieden zich zoovele sposJig terug 'i Lady Albinia schrijft het daaraan toe, dat veel van de j jnge da-ues er geen ernstige hooge bedoeling mee hebben en alleen aan een amusement denken, dat zij nooit ernstig gedacht bobben over de positit! van de meisjes waar zij invloed op willen uitoefenen, dat zij niet vjelen dat deze vriendinnen, helpsters nuoJig hebben. Zij hebben gaen idee ervan d.-it zelfverloochening de basis van het werk is, gaen ijdelheid. Ea verder zij missen den tact, een eigenschap die hier uit goedhar tigheid en verstand moot bestaan, in den beginne den weg te vinden tot de vertrouwe lijkheid van de meines, liet ijs te breken dat tusschen de verschillende klassen ligt, te maken dat de arbeidsters niet schuw voor baar zijn. Eerst wanneer men vertrouwelijk is, kan hulp mogelijk; zijn. en deze vertrouwe lijkheid moet toch het meest bevorderd worden door haar die rnaenen wereldkennis en ontwik keling te bezitten. E-e. miiiiiiiiiiiiiiinuiniiiitiiiiiiiiMiiiiminiiiifiiiHiHiiiiiiiniuiiiuii CORRESPONDENTIE. Mej. A. M. te B. U kent ons de bevoegd heid toe oene bespreking, als die (u) voar bad te bespreken, te beletten," en eindigt met het verzoek aan ons, >hiervan meest beleefi en belangstellend kennis te nemen," omdat «menig zoekende zich op het aanbevolen ter rein kon hebben geworpen." Ons dunkt dat, nu u d« zaak reeds mat onze geachte medewerkster per brief hebt behandeld, uw openbaar artikel, aan haar ge richt, wel achterwege kon blijren. Uw ».-neest verplichte dank" z*l haar dan oatgaan, maar de zaak, de «levensvatbare om haar hier te lande bestaansrecht toe te kennen" zal toet blijven behooren tot de «vakken die vakken uitmaken." Dit resumévan uw brief zal onze geachte medewerkster reeds voldoende op de hoogte van de «betreffende besproken" z»ik stellen. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl