De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 5 juni pagina 4

5 juni 1898 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1093 bjj de soep begon men over de verdiensten van den Chateau-Yquem te spreken, en b;j het dessert was dit onderwerp nog niet uitgeput. Van de b\j dit diner aanwezigen maakte de historicus Mignet op Mrs. Simpson den besten indruk. »Hg heeft een by zonder knap uiterlijk", schrijft zij. »Zyn blauwe oogen hebben een buitengewonen glans. Hy heeft noch de buitengewone prikkelbaarheid van Cousin, noch het phlegma van Mérimée". Mignet was een uitstekend causenr, maar h\j maakte wel wat misbruik van zijn welbe spraaktheid. Als hij eens op zijn stokpaardje was gekomen, wist hy van geen ophouden. Een vriendin van Mrs. Simpson, Mme. Mohl, vertelde, hoe zy eens door Mignet was over stelpt met eene welsprekende verhandeling over Henri IV. Eindelyk begon het Mme. Mohl te vervelen, den stroom van lofredenen op den roi vert-galant aan te hooren. Zy' tikte Mignet op den schouder en zeide : »Assez, tnon cher, vous prèches une convertie." Dat hielp. In 1?62 wenschten de Seniors kennis te maken met Renan, wiens werken over het Boek Job en het Hooglied hen zeer hadden geïnteresseerd. Zij ontmoetten den beroemden geleerde herhaaldelijk by Mme. Mohl, en waren daar eens getuigen van een «door hem veroor zaakt, zeer pijnlyk incident. Met hen waren ousin, Guizot, Prévost-Paradol en Mignet uitgenoodigd om kennis temaken met degroote tragédienne Adelaide Ristori. Na het diner zaten allen in een kring om den haard te praten, toen Renan binnen kwam, zonder zich te laten aandienen. Het was in de kamer half donker, zoodat men de aanwezigen niet herkennen kon. De geschiedschrijver van het volk Israël, die niet bemerkte, dat bij zich aan eene hem onbekende moest laten presen teeren, liet zich vallen in een stoel, die met den rug naar het vuur stond en luisterde naar het gesprek. Cjusin en Ristori hadden het over het tooneel. «?O", zeide Renan «praat ge over die Italiaar.sche actrice, die op den Boulevard speelt en die de kunst ver laagt ?" Een uiterst pynlijke stilte volgde. Adelaide Ristori stond op en zeide, zeer kalm, met hare diepe altstem : »Ik ben het niet, die de kunst verlaagt, Monsieur !" En na zich op zeer waardige wijze tegen deze beschuldiging te hebben verdedigd, verliet zij het salon. Reran, die van nature zeer kiesch en wel willend was en die het vreeselyk vond iemand, wien dan ook, te kwetsen, was wanhopig Waarom had men hem dan ook niet bijtijds gewaarschuwd ? Wat!" riep Cousin, die het vertrek van zy'ne interessante buurvrouw zeer betreurde : »Ik heb je den heelen ty'd zitten schoppen, zoo hard als ik kon!" Ziedaar een paar anecdotes, ten bewijze dat Mrs. Simpson hare lezers in interessant gezelschap brengt. NIEUWE UITGAVEN. Vorstinnen van het Hum Oranje-Nassau, door JOHANNA NADER en LOUISE DE NKVE. Afl. 2. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink. Deze aflevering bevat portretten van Louise Juliana, oudste dochter van Charlotte de Bourbon, van Louise de Coligny, van Flandrina, dochter van Ch. de Bourbon, van Charlotte Brabantine, van Eléonora van Condé, en van Amalia van Solms. Een dieren kolonie in een groote stad, door M. J. BKUSSE, met illustraties van VAAKZON MOREL. 's-Gravenhage, Loman en Funke. Van Rome naar Jeruzalem, door MAÜBITS WAGENVOOKT. 's-Gravenhage, Loman en Funke. ALFRED HEGENSCHEIDT, Starkadd, Drama in drie bedrijven. Antwerpen, de Nederl. Boekh. EMMANUBL DE BOM, Wrakken. Antwerpen. Nederl. Boekhandel. McriM, (In den Spectator van 12 Mei heeft dr. F. A. Stoett eene beoordeeling geplaatst van de l en 2 au. van mijn werk »Het kluchtspel in de 17e eeuw." Na het lezen daarvan zette ik mij tot het schrijven van het hieronder volgende stuk. Op mijn telegram aan de redactie van den Spectator, of het nog in deze week kon geplaatst worden, kreeg ik het volgende ant woord: ^Spectator neemt nooit anticritiek op." Vandaar dat dit stuk in het weekblad de Amsterdammer staat. De redactie van dit blad aanvaarde mijn hartelyken dank dat zy mij de gelegenheid schenkt het een en ander over dr. Stoett's critiek te zeggen.) Veroorloof mij eenige bedenkingen in te brengen tegen de beoordeeling die dr. Stoett in no. 20 van den Spectator heeft geplaatst. Eerst docht het my het verkieselijkst het stuk voor zich zelf te laten spreken elk onbe vooroordeeld lezer toch wordt reeds dadelijk tegen Recensent ingenomen by den aanhef: »de heer Van Moerkerken heeft zich thans geroe pen gevoeld" enz., verder: »dat de heer v. M. ons thans eene bloemlezing wil schenken uit 71 kluchten en deze voor hen, die minder thuis zijn in de taal der 17de eeuw dan hij, die gelukkige!, wil verklaren" enz. en dergelijke meer na eenige overweging evenwel meende ik het stilzwijgen niet te mogen bewaren. Dr. Stoett heeft drie bezwaren 1. tegen den inhoud, 2. tegen den tekst van Bredero's kluchten 3. tegen mijne woordverklaringen. Ad. I. Dr. Stoett zou liever een klein getal kluchten elk in haar geheel, dan zooals nu van een groot aantal fragmenten gehad hebben. Me dunkt het kan de scherpzinnigheid van dr. Stoett niet ontgaan zijn dat mijn hoofddoel is de zeden en het leven onzer voorouders te leeren kennen, zooals het o. a. is op te maken uit onze kluchten (men zie het slot der Inlei ding) en.dat ik daarom de hoofdhandelingen heb overgenomen met in-eigen-woorden aanvullirg van het weggelatene. Ook zal het dr. S. niet onbekend wezen, dat het bezwaarlijk zou vallen een uitgever voor zyn plan te vinden, en dat o. a. niet dan met bijstand van de Maat schappij van Nederl. Letterkunde wellicht de kluchten van W. D. Hooft het licht zullen zien. Wat de gevolgtrekking van dr. Stoett betreft dat aldus myne uitgaaf eene gecastreerde zou zyn, dienaangaande verwijs ik hem naar de Inleiding bl. 5. «Niet altyd heb ik platte, vuile woorden en tooneelen kunnen vermij den." Trouwens uit hetgeen dr. S. van mijn werk voor zich had liggen had hij moeten zien, dat eene dergelijke uitgave buiten mijne bedoeling lag. Ad. II. »Ik had bij Bredero's kluchten niet den tekst van Unger, doch de uitgaaf van 1619 moeten gebruiken." Nu wete de lezer dat de door mij gekozen tekst ontleend is aan »De Werken van G. A. Bredero. Volledige uitgave, naar de beste oude drukken bezorgd en opgehelderd door prof. dr. J. ten Brink, prof. dr. H. E. Moltzer, dr. G. Kalff, dr. R. A. Kollewyn, J. H. W. Unger en dr. J. te Winkel"; dat tot grondslag is genomen de (N.B. juist door dr. S. gewenschte) editie van 1619 met gebruikmaking voor de varianten van vijf andere edities. De tekst van de uitgave dezer beeren is evenwel volgens hem onbe trouwbaar en ten bewijze komt by met 29 afwijkende lezingen aandragen, welke op ne na (rendeli/ck voor redelyck) niet anders dan puenliteiten zyn : afwijkingen in spelling, bijv. betalen voor betaalen, halen voor haaien, deme voor dese, enz. En die 29 afwykingen vindt men op ... 822 regels. Ook heeft dr. S. op twee plaatesn niet goed gelezen; in VIII, 41 staat al en by' regel 135 heb ik kaar in de noot vermeld. Ik heb tot dusver altijd gemeend dat bij eene tekstuitgaaf alleen ie afwijkingen in de spelling in aanmerking worden genomen, die om de eene of andere reden van belang zijn, en zoo hoop ik te blijven meenen. Nauwgezet heb ik ook nog den Rotterdamschen nadruk van 1622 geraadpleegd en vond daar twee gewichtige afwijkingen in de klucht van den Molenaar, die ik daarom ook genoteerd heb. Dit ziet dr. Stoett kwansuis niet. Wel be speurt hij op zijne jacht naar tekortkomingen en mistastingen dat op bl. 58 een regel na 260 is uitgevallen. Die regel is echter met opzet door rny uitgelaten. Wel is mijn werk niet eene gecastreerde uitgave van kluchten, doch als liet gevoeglijk kon geschieden, zooals in dit geval, heb ik het onkiesche steeds laten uitvallen. Dit is nog op onderscheidene andere plaatsen geschied. Ad III. Hier hebben we dr. Stoett's hoofdgrief: de woordverklaringen; want.... van de 360 woorden en uitdrukkingen die ik toe licht zijn er volgens hem zestien verkeerd verklaard. Laten we zien wat daarvan aan is. We kunnen al dadelijk een zestal onbespro ken laten; immers of we o ri d e r s i e 11 j e, grootje, tresoor, ascat, wees te l y, smits dochter teruggeven met on derlijf je of onderrokje, een gros, prorisiekast of schapraai, kleuter, Iwb medelijden, slot, zooals dr. Siot'tt wil, of met horst-rokje, lioei-ecl/ieid (troef>je), kast, morsebel, wees zachtmoedig, grendel, zooals ik doe, dat maakt op de plaatsen, waar die woorden voorkomen, geen noemenswaard verschil. Het zou te veel ruimte vergen al die plaatsen aan te halen, trouwens ieder ziet dat ook zoo wel. Il faut tre plus pedant qu'un maitre d'école om zulk een ver schil zwaar te doen wegen. Blijven dus nog tien misslagen te mijner verantwoording. 1. Byder ellen (hl. 13, r. 15) voor bij de el, dus veel; aan die verklaring heb ik ook gedacht; nu dr. Stoett ze als vaststaande vermeldt, neem ik ze zonder voorbehoud over. Ten blijke dat ik onzeker was, zette ik een vraagteeken. Dr. S. ignoreert dat. 2. Ook neem ik over zy'n gat schrapen (bl. 27, r. 211) voor zijne vingers branden; wel heb ik aan mijne zijde het gezag van Prof. Te Winkel, die de uitdrukking ook opvat als zich te goed doen, doch in Tuinman's Nederduitsche Spreekwoorden 1,310, vond ik sedert de eerste afleveringen verschenen waren: »Hij heeft zijn aars wel gclcrauwt". Dit zegt men van ymand, die zich zelven door iets in schade of ongelegenheid geholpen heeft.'' Ik ga dus ook in dezen met dr. Stoett mede. 3. Dat kan ik ook doen met hout (bl. 15, r. 27) te nemen in de gewone beteekenis van lignum, doch niet met 4. 'M o e t maken (bl. 22, r. 42) en 5. Versommen (bl. 35, r. 23 i), die ik met Oudemans en prof. Te Winkel blijf terug geven met rust nemen en te gelde maken en niet met zich verkimkken of zich verlustigen en verdrinken, zooals dr. Stoett doet. 6 Groep (bl. 60, r. 9), te verklaren met greppel, tot welke opvatting ik ben ge komen door de volgende plaats in Bredero's stomme Ridder (261): Voort sprongber met een vlucht daar yewers uyt een grop Een heele hoope goets van knynen en van hasen kan men even goed doen op de plaats, waar het woord voorkomt, als met »mestgoot in een koestal", welke opvatting evenwel als nu nog gangbaar m. i. de voorkeur verdient. 7. Snoer (bl. 70, r. 192) in de beteekenis van schurk blijf ik op deze plaats handhaven tegenover de gewone beteekenis, welke dr. Stoett voorstaat. In den verwanten zin van gemeen vroincspersoon komt het woord her haaldelijk later in mijn werk voor. Ik kan op het oogenblik geen plaatsen citeeren, daar de geheele kopij te Sneek op de drukkerij is. 8. Kuisen (bl. 72, r. 277). Er is sprake van het verpanden van een' mantel en het verteren van het daarvoor verkregen geld. De beteekenis «opknappen, klaarspeleu", welke dr. Stoett opgeeft, is m. i. minder juist dan mijne opvatting opmaken. Doch evenals by ondersieltje enz., ik geef er geen zier om. 9. Hennetaster (bl. 38, r. 27). Gaarne wil ik aannemen dat dr Stoett's opvatting van hennetaster als Jan Gat, sukkel hier en daar opgaat, doch daarom mag hij de mijne sclir aalhans niet zoo boudweg verwerpen. Als Bely den jonker Van Grevelinckhuysen een hennetaster noemt, kan zij in het verband heel goed »schraalhans" bedoelen, gelijk ook Fijtje in de klucht van Oene (bl. 181, r. 29, 4e aft) dezen in nen adem »gorten-teüer en henne taster" noemt. Nog heb ik twee plaatsen, waar hennetaster voorkomt (in B o e l e n s, De klucht van de Oneenige-trouw en in N o o z em a n s Bedrooge Dronkkaart), doch deze kan ik op het oogenblik ook niet controleeren om dezelfde reden als bij snoer is vermeld. Wat evenwel de deur toedoet is hetgeen we bij Sar t. Adag. p. 282 lezen : Eeri rechte henne-taster : qid splendidis in opihus sordide tamen atjit et parce. 10 V er we en d (bl. 30, r. 40 ;. bl. 111, r. :>). Met de verklaring van dit laatste woord uit het tiental wil dr. Stoett, moet ik haast gulooven, een loopje met mij nemen. Hij, de uitstekende kenner van het Middelnederlandscl', weet opperbest dat dit woord heerlijk, prachtig, hooggeacht beteekent en dat dus mijne opvatting up bl. 30 van prachtig, op bl. 111 van voortreffelijk (hier denkelijk ironisch) ^geheel in de historische lijn" is. In het vervolg van n.ijn werk zal dr. Stoett het nog wel een enkelen keer aantreffen, doch nergens in de beteekenis, die hij er aan geeft, namelijk die van mal, dwaas. liet zal wel niet noodig zijn aan te toonen dat dr. Stoett's ds rde grief al even weinig om het lijf heeft als de twee eerste. Dr. Stoett dicht mij de bedoeling toe de kluchten te willen interpreteeren. Niets heeft verder van mijne bedoeling afgestaan dan dat. Uitdr»kkelijk zeg ik in het begin der Inleiding dat het mij om de kluchten zelve te doen is. Ik wilde ze gaarne meer algemeen bekend maken. Een grooteren kring van lezers wensen ik er voor dan den beperkten kring van hen die de Nederlandsche letteren als vakstudie beoefenen. Voor dien grooteren kring zyn myne woordverklaringen bestemd. Dat is de leidende gedachte, waarnaar dr. Stoett vergeefs gezocht heeft, en die ik zou uiteengezet hebben in een voorbericht, indien het werk volgens het oorspronkelyk plan in eens het licht had gezien. Ook nu nog zou ik het met een paar woorden hebben medegedeeld, wt-re er op het omslag ruimte overgebleven. Nu kon er niets staan dan »Voor hen die zich minder thuis gevoelen in de taal der 17e eeuw zijn. eenige woorden hier verklaard." Natuurlyk is minder hier op te vatten in den zin van «niet al te best", niet, zooals dr. Stoett gelieft te doen, in den zin van «minder dan de schrijver." In den regel heb ik dus niet verklaard woorden, die ieder ontwikkeld mensch ver staat, als en nu kies ik opzettelijk de door dr. Stoett op bl. 39 van «Het Ned. kluchtspel" uitgekipte woorden patiencie per fors, altemet, naers, of woorden die een verstandig mensch dadelyk uit het verband vat als langt voor land, dnecht voor dreigt, of woorden die in Van Dale's woordenboek verklaard worden als opsnapper, drollich, bequaem; er rest nu van dr. Stoett's lijstje nog n woord : besuckt; dat zal hij op 7 69 verklaard vinden. Dr. Stoelt verklaart nu reeds »het ergste te vreezen" van de beloofde Aanteekeningen. Als hij daarin eene reeks taalkundige toelichtin gen verwacht, kan ik hem die vrees benemen. Ik herhaal het: verouderde woorden te ver klaren is in deze uitgave bijzaak, geen hoofd zaak. Hierin ligt de groote fout van dr. Stoett's beoordeeling, dat hij het taalkundige gedeelte op den voorgrond heeft geplaatst. Ook in de alphabetische Woordenlijst aan het einde van het boek zal hij slechts hier en daar. waar ik het noodzakeliJK achtte, eene langere of kortere toelichting vinden. Zoo bijv. by honskoten: »zie Boekenoogen, De Zaansche Volks taal, i. v." en bij meer, (merrie, zie Mnl. w. IV, 14:s7) feeks. Woorden die ik verklaar zonder bewijsplaats en wier beteekenis ik voornamelijk uit het verband opmaak, heb ik niet met een j vraagteeken voorzien, niet - zooals dr. Stoett | zoo vriendelijk is van te denken omdat ik alleen het meen te weten, maar omdat ik tot stelregel heb genomen dan alleen een vraag teeken te plaatsen, als ik van een woord niets weet te maken, zooals bij Kren*. In verband hiermede is dr. Stoett van oordeel dat de »ars nesciendi" mij zoo goed als onbekend schijnt. Och, als men een beetje op jaren is gekomen, pleegt men die kunst al te best te kennen. Hoedanig nu die Aanteekeningen meeren deels zuilen zijn, heeft dr. Stoett kunnen opmaken uit do voorloopig medegedeelde Aanteekening VIII. Mijn werk heeft ongetwijfeld als alle menschenwerk zijne gebreken, wellicht zeer vele, doch er zal toch ook wel iets goeds in zijn. | Dat goede, hoe gering ook, had bij dr. Stoett eenige waardeering moeten vinden; daarvan is echter in zijne beoordeeling schy'n noch schaduw te bespeuren. Dit is het wat mij het meest gegriefd heeft. Utrecht. 17 Mei 1898. P. H. VAX MOERKEBKEST. Trademark Tradsmark KOLDEÏEIJ & COBBIERE, Ijk L, K I D SC H KHTK.rtfl Groot Beddenmagazijn. lU^^K^ ll^&^^ih ;? :iJ/fjl ft.,, !('J ?> «/Jl.-,-; ^l- >-':.l'.| "§W(1^ fM:'f«®%'!^"^ ? Groote collectie Wiegen, Kindcrledikanten, Luiermanden, Baby tafeltjes, Babybascules, etc. etc. Vraacft geïllustreerde cataloytts. Onderlinge Verzekering Maatschappij gevestigd ie Amsterdam. Clpgerit'Iit Directeur: G. DE RUP, Kantoor Den Texslraat 41. Afd. I. 3Iilitie-OiiKostenverzeUerins'» met kapitaal- uitkeering, on afhankelijk van al of niet pe-sooiil^k dienen. Afd. II. Huwelijks-Uitzetverzekerinjï- Uitkeering van kapitaal bij Huwelijk of later op een vooraf vastgestelden leeftijd. Bij voorover! ij den worden alle gestorte premicn terugbetaald. tgtospectussea, gzneven en die inlichtingen walden giatne dcor de gi.-cciie en de ^Agenten verstrekt TEGEN RUIME PROVISIE kunnen nette en soliede Agenten en Agentessen worden aangesteld. KOLDEWIIJ & COBEIERE, 30 Leidschestrait, AMSTERDAM. KINADRUPPËLSvan Dr. E VRIJ. Het krachtigst werkend middel tegen Malaria (binnenkoortsen) algemoese zwakte, bloedarmoede en bleèkzucht. Vraagt overal de Q verzegelde flaconi? a f 1.?, voorzien van nevensstaand fabrieksmerk. Men lette daarop. Bij overmaking van een postwissel 'a f 1.15 volgt franco toezending door de ? !i e Etnische FaSiriek van H, NANKING, Den Haag. Grootste specialiteit VAN SlaapkamerAmeublementen. Slen Arage geïuslr. catalogus. PIULIPPONA KETELAAR, Fournisseur de la Cour. KALVERSTRAAT 166, AMSTERDAM. GRANDE SPECIALITE POUR Trousseanx & Layettes, Sur demande envoi franco de Devis et de modèles. TOUCH TREAD Eenigste Band bestand tegen GI.AS en SPIJKERS. J. M. B O AS & Co., Amsterdam, N. Heerengracht 41. verft goederen in kleuren. DE HAAGSCIIE BROOÜFABR1EK" 139 Bilderdijkstraat, 's-Gravenhage, verzendt na ontvangst van postwissel, franco door geheel Nederland: Divers Gebak in trommeltjes en LUXE TROMMELS waarvan Prijs courant op aanvrage wordt verzonden. LUXE TROMMELS inhoudende Zoute Krakelirgen of Zoute Bollen 90 cents; Zoutstengels 95 cents; Bitterkoekjes ? 1.50; Zandkoekjes (Theario) ?1.70. SPECUL.AAS Friesclie ?1.20, Ie soort ?1.10, 2e soort ?0.95. N.B. 2 trommeltjes HAAGSCHE Beschuitjes 95 cents, 2 trommeltjes AE\jbbe6chuitjes ? 1.15. J. ROETERS v. LENNEP, Directeur. Gevestigd te Amsterdam, Damrak 74, (lotclgi-ltciird Irij A(iiti/i/;/>'i'; lïi-xlnlt fin .'! Jicccmlar ls;i:>, X". :1S. Maatschappelijk Kapitaal/ 1,800,000. Directeuren: Mr. c. L. SCOTT ? Mr. t'.UM, L. MCLDKR. Commissarissen: W. J. GEKKTSK.MA. Amsterdam; JOAN H. SCHMITZ. Amtf<-i-tl<im; 1>. .In. VAN fir.UXS. Anixtcriliim; J. C. VAN' GOKXS. 'xdramihinji-; Dr. S. J. 11 Ai.iilORTS.MA, Itotti'rtiui»; l'rui'. Dr. \V. K.U'TELIX, UtrffM; Mr. J. LrDION, Aiiixtri-diiui; i'ïot'. Dr. J. A. C. OUDE.MANS, L'trrcht; Jhr. !?'. VAX KKC.VKX. Zntt en E. W. SCOTT, Amx/i-rilinti. fj^~ De Maatschappij verzekert pensioenen, uitte betalen 200 dikwijls en zoolang de verzekerde door invaliditeit, onverschillig of deze voortspruit uit ziekte of on geluk, buiten staat is zijne beroepsbezigheden te verrichten. Dr. E. J. P. JORISSEN. Transvaalsche Herinneringen, 1876?96. Wc may say at once that the volume is most intereoting and should prove of great value to the future South-African bistory in dealing wit h the inany stirrbig events which have taken place during the period it covers. Enough has already been given to show that the whole book is fiill of inte rest and worthy the study ot all, who wish io know the ins and outs of the intricate Transvaal questions. (South, African Jïevieic). Cacaofabriek Mexico". Cacaofabrikanten, KOOG a. d. ZAAN, HOLLAND.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl