Historisch Archief 1877-1940
No. 1094
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
met de vrijheid van den grond, het recht
van jacht en visscherij hersteld werd.
Onder verwijzing naar de uitkomsten
van de persoonlijke regeering van Willem I,
iemand die het métier de roi zóó ernstig
opvatte, zich afslooi'de in de behartiging
der publieke zaak, maar waarbij toch het
lot des volks voor een groot deel aan de
beschikking van n persoon was overge
laten, zegt dan ook prof. Tel legen terecht:
»Het kan alleen uit onbekendheid
met de politieke geschiedenis van ons
vaderland verklaard worden, dat bij dezen
of genen soms de opwelling ontstaat om
met terzijdestelling van den overwegenden
invloed der volksvertegenwoordiging een
vorstelijke macht terug te wenschen, zooals
die onder de regeering van onzen eersten
koning het f t gewerkt.".
?ifr
Nog eens: de vooruitstrevende mannen
van '48 hebben een arbeid verricht die
hooge waardeering verdient.
Hun werk heeft den vrijheidsgeest, zin
voor 'onafhankelijkheid, versterkt, het
rechtsgevoel gelouterd, gepast gevoel van
eigenwaarde opgewekt.
Die goede gevolgen zijn op hun beurt
oorzaken. Zij doen meer, veel meer dan
anders het geval zou zijn, aan de vrije
staatsburgers het gen.is van daadwerkelijke
vrijheid op oeconomisch gebied, gevoelen.
Daarom fetelt de erfenis van der vaderen
nalatenschap' aan de erfgenamen hooge,
ernstige plichten te vervullen : de organi
satie van het oeconomisch leven der vrije
burgers in den viijen staat, in overeen
stemming met de groote staatkundige vrij
heid, met de vele waarborgen tegen wille
keur ook van de koningin.
Daarvoor is noodig o. rn.: regeling van
het arbeidscontract voor arbeiders en
arbeidsters in fabriek en werkplaats, op
het land en kantoor, in winkel en maga
zijn, van het pachtcontract, van de con
tracten in het algemeen, van het eigendoms
recht, van het erfrecht.
Dat is de dure plicht der erfgenamen.
«Zelfzucht en het belang van den bezitter
liggen tot dusverre ten grondslag aan het
burgerlijk rechtstelsel der negentiende eeuw.
Het is een wijding der rechten van hen
die iets bezitten. Het beschermt en versterkt
voortdurend de stelling van den sterkere
tegenover den niet-bezittende. Het dwingt
den rechter soms tot het uitspreken van
vonnissen, die slechts formeel recht, doch
materieel de grootst mogelijke onbillijkheid
inhouden."
Dat zegt prof. Quack en dat is te be
wijzen. Wie het daarom ernst is met het
ware volksbelang, die behoort onzen
regeeringsvorm niet den oorlog te verklaren,
neen, driemaal neen, die heeft tot taak
dien vorm allengs meer ten nutte van het
algemeen te helpen gebruiken en daartoe
zal vooral ook noodig zijn een betere
regeling van het kiesrecht.
* *
*
K. te K. Wellicht later.
Ds. H. Piersoii te Z. Uw stuk wordt
de volgende week geplaatst.
A m s t., 8 Juni '98. D. STIUTER.
Ee herYoming ier tooneelscliflol,
In de vergadering van het Nederlandsen
Tooueelverbond, onlangs te Amsterdam gehou
den, heeft de hervorming der tooneelbchool
een onderwerp van beraadslaging uitgemaakt,
trouwens het eenig belangrijke wat van die
bijeenkomst te vermelden is. Het gold hier
de hernieuwing van een ouden strijd, dip,
sindj geruimen tijd, het Verbund verdeeld
houdt en dan eerst tot een bevredigend resul
taat zal leider, wanneer de partijen het eens
zullen zijn goworif-n omtrent de meest doel
matige inrichting van het onderwijs aan die
instelling te geven. De vraag, of zij een zuive.re
vakschool moet zijn, dan wel ot' daaraan een
voorbereidende cursus moet worden toegevoegd,
werd eindelijk op de al;;emeeno vergadering,
in lH)öte Groningen gehouden, in
eerstgcmelden zin beslist. Het is voornamelijk op
den herhaalden aandrang der Ilaagsche afdeeling
geweest, die reeds in 1885 een wetsvoorstel in
dien zin had geformuleerd, dat tot dien stap
werd overgegaan, die tever.s als maatregel van
bezuiniging werd ingevoerd. Ongelukkigerwijs
heeft men in diezell.le vergadering slechts
half werk verricht en bleef het tweeslachtig
karakter der instelling, gedeelt lijk vakschool,
gedeeltelijk instelling van middelbaar onderwijs,
in ge ijzigden vorm behouden.
I)d leerlingen werden in twee groepen, A en
li gescheiden, aan wie verschillende eischf-n
bij de toelating en het eiml-exameri werden
gesteld (Art. '28 en en -O van het Higlument.
De nieuwe voorstellen der Haagsche afdeeling,
die zooals men weet, aan het oordeel ecner
commissie zullen wor len onderworpen, om
daaromtrent in een volgende vergadering verslag
uit te brenger, hadden de strekking de voor
waarden van toelating voor alle leerlingen
gelijk te maken. Bovendien werden er nog
andere wijzigingen in het reglement voorgesteld,
waarvan wij de voorr.aamsten hier laten volgen.
De leeftijd voor de toelating zou worden
verhoogd, omdat men meeiula dat van jonge
lieden meer ernst en toewijding is te vervvachfen
dan van kinderen, gelijk thans het geval is,
terwijl tevens met me<jr zekerheid over hnu
aanleg en geschiktheid kan worden geoordeeld.
Era niet minder belangrijke wij'.igirg zou
hierin bestaan dat een vakman een in de
practijk van het tooneel ervaren deskundige
aan het hoofd der school zou worden geplaatst,
in p'aats van een gewezen leeraar bij het
middelbaar onderwijs, die thans de betrekking
van directeur bekleedt. Het nadeel van den
tegenwoordigen toestand is dat de tooneelschool
nog altijd te veel als inrichting var. middelbaar
onderwijs wordt beschouwd en in verband
daarmede aan de paedagogie een overwegenden
invloed wordt toegekend. De voorstanders der
tegenwoordige organisatie beweeren dat de
aankweeking van algemeene kennis en bescha
ving als hoofddoel moet worden beschouwd.
Die taak wordt door iedere inrichting van
onderwijs vervuld. Daarvoor behoeft men geen
tooneelschool te stichten dio, uit den aard
der zaak. als een kunstinstelling moet worden
beschouwd, waar het artistiek element den
voorrang toekomt.
Anderen ineenen dat de tooneelschool een
voornaam act ur, in functie, niet zal kunnen
bekostigen, die aan hx't toor.col zelf met meer
voordeel zal kunnen werkzaam zijn. Hiertegen
kan worden aangevoerd dat een voornaam
acteur niet altijd een goed onderwijzer is en
dat onder onze oud acteurs allicht tegen het
genot eener vaste en mime jaarwedde, gelijk
de tegenwoordige directeur geniot, iemand zal
te vinden zijn, die zijn kennis en ondervinding
ten bate der tooneelschool zal willen beschik
baar stellen. Daardoor zal tevens het groote
voordeel verkregen worden dat de lessen in
spel en voordracht, die thans dikwijls zeer
onregelmatig gegeven worden door personen,
in een drukken en vermoeienden werkkring ge
plaatst, welke het grootste deel van hun tijd en
krachten vordert, een meer geregeld verloop zul
len hebben. Volgens het tegenwoordig reglement
is du directeur belast niet de lessen in s-pel
en voordiachr, of wel met die in de dramatische
letterkunde. Deze laatL-te bepaling is daaraan
toegevorgd met het oog op den tegenwoordige;!
titularis. Hij is bovendien, volgens art. 14,
met de leiding £.ari het tigureeren" belast,
j^t weder een onderdeel vormt der lessen in
ftpel in voordracht. Men ziet daaruit hoe
weinig logisch het reglement is samenge-.teld.
Men heeft ten onrechte beweerd dat de Haagscho
voorstellen den toestand vóór 1^5)5 op het oog
haddon, hoewel zij voor een deel tegen de
busluiten der Groninger vergadering reageren.
ludien uit n omtrent de keuze van een directeur
zich niet wenocht te verbinden, deed men beter
tot het reglement van 1883 terug te keeren,
waarin, volgens art. 15, zonder nadere omschi ij
ving, de directeur met een of meer vakken van
onderwijs kan worden belast." De andere
pun' en betreffende den prijfkamp en dilettanten
cursus, die eveneens ter sprake werden gebracht,
zijn van betrekkelijk ondergeschikt belang.
Een school veronderstelt een aantal leerli
gen, want voor enkelen behoeft men geen
kostbare instelling te onderhouden, maar
daar de talenten steeds tot de uitzondering
zullen behooren, moet de groote meerderheid
uit middelmitigheden bestaan, die in grooter
hoeveelheid worden opgeleverd dan voor hut
algemeen belang wenschelijk is. Men veraeugt
zien over het f'-it dat de tooneelschool tba^s
re.ertien leerlingen telt, maar hoe weinigen
bevinden zich onder dezen, die als een
werkejke aanwinst voor het na'ionaal toonetl kunn-n
werden beschouwd ? Er moet dus meer naar
qiialitcit dan naar qitantiteit worden gestreefd,
indien men het doei r.iot wil voorhijstreven en
en aan het proletariaat in de kunst wii be
vorderlijk zijn.
De cischen voor de toelating aan de tooneel
school zullen tlu°, zoowel» at de algemeene kenri ie,
als wat aanlog en geschiktheid betr, fc, hooger
moeten worden opgevoerd. Vandaar dat b:j
sommigen hst de/ikbeaH is ontstaan, of mou
het do-1 niet beier hereikt dojrde toekem ing
van studiebeurzen, aan jonge lieden van
buitengewonen aanl g, om deze in de gelegenheid te
stelten hunne natuurlijke gaven te ontwikkelen.
Men roemt den besthavenden invloed, die van
d<; tooneelschool is uitgegaan, maar men vergret
hierbij gehei-1 de groote uitbro ding aan het
onderwijs in de la-üste ja-en gegevei, d'e in
alle starikn d^r maatschappij ij doorgedrongt-i)
en ook a'iii het tooneel is len goe legekora-n.
Da commitsie, aan wier oordeel de H.iagscho
voorstel.ea zullen worden onderworpen, zal
mot deze overwegingen hebban rekening t3
houden. Een commUsij mo*e niet de kortste
weg zijn, om tot een resultaat te geraken,
maar. indien zij haar taak met ernst aanvaardt,
kan Hij d:n weg banen voor een groadig
onderzoek en een doelmatige verbetering.
MlimiiirmiMM
ujliiiinuiiffliiiMirii
a_
VOO
,tjr "?)
Vrouwenliefde.
Ik heb vrouwen van beschaving en ontwik
keling, oude", zoowel als //jonge vrouwen"
met verontwaardijing" hooren spreken over
Het eene noodige", geschreven door Anna de
Savornin Lohman. //Hoe is het mogelijk" riep
eene dame ub, wij gaan terug naar Vader
Cats ... freule Lohman l.ad net zoo goed haar
boek kunnen noemen: »En des al niet te min"...
en dat nog wel in een tijd waar alle vrouwen
streven naar vooruitgang, naar afschaffing van
vernederende wetten, naar middelen om in eigen
onderhoud te voorzien, nu zij eindelijk tot de
overtuiging zijn gekomen, dat zij nog iets anders
kunnen dan baar dochters opvoeden uitsluitend
voor't sexueele leven, dat men huwelijk noemt"...
Er zijn zooveel menschen, die mijn eigen
boeken afkeuren, zonder er n van gelezen te
hebben, dat ik mij wel wacht, ooit een oordeel
mtête' orilerschrijven dat over een boek
uitge> , ordt, als ik het zelf niet gelezen heb.
^«. las dus //tiet ne noodige."
Dat de schrijfster steeds den kring beschrijft
die haar 't beste bekend is, ligt voor de hand ;
dat zij talent heeft, erkent iedereen; het
bloemeneffekt bij dooden, dat wij in dit verhaal,
zooals] ook in Een geluksdroom" terugvinden,
is zwak, ofschoon lief gevoeld, maar.. . dat
zij naar Vader Cats terugkeert; en bewijzen
wil dat de vrouw alleen gelukkig is, als zij
zich plysisch met den man vereenigt, dat kau
ik er niet in vinden, met den besten wil van
de wereld. Integendeel! Ik vind shclits
Zieleliefde in de beide verhalen, een liefde, zoo
naïf, zoo jong, en indien men wil zoo
hoog tegelijk dat het er niets toe doet, of
het voorwerp een man, eene vrouw, een engel
of God zelf is.
Een liefde zooals, ik geloof wel 75 p(X van
alle vrouwelijke wezens op haar 12de, 13de
jaar voelen ontwaken, en die zicb verplant van
de eene vriendin, of onderwijzeres, of tante, op
den pastoor of domité, of op een bijzonder
ernstig of melankoliek vriend van een bnêr;
in n woord, een liefde vol idealen ter aan
bidding, en die aan de werkelijkheid ge
toetst jammerlijk te gruis valt.. . Het moet
erg lastig en vermoeiend zijn, voor een man,
het voorwerp te wezen van een dergelijke liefde.
Het wil mij dus voorkomen, dat de schrijfster
van //Het ne uoodige", vóór alles heeft willen
zeggen, dat de vrouw liefde noodig heeft, en
dit stem ik volkomen met hsar in. Het schijut
wellicht wat pretentieus, dat ik in deze, mijn
oordeel a!s scheidsrechter plaats, maar, ik geloof
niet, dat er vele vrouwen zijn die, zooals ik
zelf, sinds 20 a 30 jaar steeds onder talrijke
vrouwen van allerlei leeftijd en stand verkeerden
en daarbij altijd haar zieleleven als een inte
ressant studieonderwerp beschouwden. Gedu
rende 12 jaar in kostscholen en kloosters, ge
durende 10 jaar als redactrice van verschillende
vrouwen- en meisjesbladen, hier en in 't bui
tenland en 3 jaar in mijn barmhartigheids'.verk,
is mij de gelegenheid in ruime mate gegeven
geworden, dat raadsel, genaamd: de vrouwen
ziel", te bestudeeren, terwijl ik geen critisehen
blik aan mijzelf en mijns vriendinnen gespaard iieb.
Waar ik freule de Savorniu Lohman in
Vrugensmoede zeer bewonder, oni haar denk
en zegkracht op philosopliitch en godsdienstig
politiek gebied, vind ik haar zwak als zij Het
ne noodige" beschrijft. Zwak, omdat zij niet
de groote liefde in de vrouw aan 't werk zet:
zoowel Katie als Adah sterven... (o heerlijke
uitkomst) voordat n het ne noodige' het
proefvuur van de werkelijkheid doorstaan heeft.
Alles bepaalt zich tot droomen. liet is een feit,
dat soortgelijke liefdes, als in deze twee iiaïve
meisjeszielen beschreven, de ellendigste uit
komsten geven, als zij haar pliautasieëu in daden
moeten inwisselen, en dan nog wel tegenover
een mon\ Voor een huwelijk is een dergelijke
liefde totaal ongeschikt, ja, verandert niet zelden
in verwijdering en afschuw. Deze vrouwen
liefde, geschoeid op sentimeuteele zinnelijkheid
(dikwijls onbewust) is geheel vreemd aan den
sexueelen drang, waar Vader Cats door de
vrouwen zijner omgeving veel ondervinding
van schijnt opgedaan te hebben.
reule Lolimau geeft ook bewijzen van weinig
te hebben geobserveerd de zoogenaamde //ge
vallen meisjes" de vrouwen, die iii vrije
liefde leven en de vrouwen die voor rechten
en onafhankelijkheid" opkomen.
Bij negentig van de honderd //gevallen
meisjes" is er geen kwestie van liefde", 't is
eenvoudig instinct", dikwijls kennen zij niets
van den man, aan wien zij zich geven, op zijn
eerste vraag. Geen vereeren, geen strijd,
het is eenvoud!"1 het dierlijke dat de overhand
heeft.
Over de vrije liefde" zegt de heldin uit
Het ae noodige" (pag. 93) ; Want wat mij
betreft als ik een man liefhad, dan zou
het niet anders zijn kunnen, dan voor eeuwig,
//dan zou ik de zijae blijven, onder alle
omstandigheden, en ciuYirom zou ik hem geen
trouw behoeven te beloven voor een derde,
iu 't stadhuis, of in de kerk. Het zou
overbodig zijn, En als hij mij vroeg
om wat voor reden ook hem te volgen
zonder dien vorm, ik zou het doen, omdat l,ij
yhet vrotg en omdat ik alles voor hem doen
zou, omdat ik in hem zou geloover.. Ik zou
er niets om geven, in de oogen vau de wereld
//dan geschandvlekt" te heeten. Want ik
//zou zijn wil gedaan hebben, en bij hem mogen
rziju. daardoor, en ik zou mijn liefde hooger
stellen dan het schijufalsoen van de menschen.
Met hem, dien ik zóó liefhad zou ik ge
lukkig zijn, en zulk een liefde zou mij heiliger
en reiner eu beter maken, al zou d p wereld
mij nog zoo onzedelijk"' noemen. Dut weet
»ik en voel ik, omdat ik een vrouw beu.
En dat is in mijn oogen moreeier dan de
/-vakche zede-begrippen van onzen kring, van
fatsoen" en godsdienst."
Het heeft, mij reeds gehinderd in The
woman who did", dat verheerlijken, van de vrije
liefde. Maar hier hindert het me nog meer,
niet om het fatsoen", maar om het schreeu
wende egoïsme, dat bijna bij elke vrije liefde"
ten grondslag ligt: men deukt alleen aan zich
zelf, aan zijn eigen geluk... en offert daaraan
op, het geluk vau anderen; niet zelden toch
maakt men anderen (b.v. vrouw en kinderen
vau den beminden maiï] ongelukkig, of wel, zooals
in 't boek van Grant, is men oorzaak van 't
ongeluk van zijn eigen kind... O het xchijnt
zoo hoog n fier n edel n onaf haukelijk, om
zich niet te storen aan de wereld" . . . maar
al deze mooie gevoelens zijn slechts een mantel
om onze eigen zinnelijke begeerte te dekken.
Een liefde, die andereu ongelukkig maakt en
onseelf lecrcdir/t, kan niet edel of goed zijn.
Ook de zedelrjkheidsbegrippen, de kwesties vau
fateoen en orde in de maatschappij, zijn geeii
grillige nilcindingen van het tegenwoordige ge
slacht, maar heboen zich, door de eeuwen heen,
van zelf gevormd, als schutsmuur tegen onbe
heerde hartstochten, ter bescherming vau 't
geluk der gemeenschap, en hebben evenveel
grond vau 'jestaan, als de wetten, die dieven
en moordenaars hun vrijheid benemen.
Liefhebben vau een man ... 't hoogste
vrouweugeluk, en voor hem, die je lief had,
moest je alles over hebben" (pag. SI).
Zeker . . . indien die liefde !jeantu;un,-d wordt.
Smachtende oude juffrouwen, die in txtase
staau voor een athleet, . . . zullen wel uiet van
Vrouwengeluk" mee mogeu praten.
Zeker .. . indien dat alles overhebbeu" niet
de basis wordt, vau 't bevredigen vau lage
hartstochten of 't verwoesten vau 't geluk van
denden.
Het komt mij ook voor, dat in Het ne
noodige", de uitval tegen het décolleteertn
op partijen", wel wat erg is. Het is nu een
maal het gebruik, ook op feesten waar geen
mannen te bekoren zijn", en de toiletten op
de dumes-reeejitie van koningin Victoria, de
kleediug van onze maagdelijke koningin
YV'ilhelmina, zullen toch wei niet met het oog op
het te koop bieden van 't lichaam ' vervaar
digd worden . ..
Pag. 205 staat: En, met liet teer medelijden
vau eene, die zelve was vau dat zwakke,
steunbchoeveiide vrouwenmaaksel, dacht zij
aan die arme meisjes, die arme vrouwen, haar
zusters, die nooit kennen leercu het hoogste:
het Licht; die nimmer vinden den meerdere,
,/wien zij wijden kunnen hooge, heilige, reiuc
liefde, eu die caiirom, in
kleitiziclig-lioogmoedige zelfverbliiiding, het bestaau vau dat
Eéne noodige loochenen, zoekend bevrediging
voor hun in de duisternis roiidtasten.de zielen,
in crouwenotwj'ltuiikclijkhui'/, en
troince>ie,iia»/-iifatie eu 'Ci'OtiiceiirccUen, zouder te willen
begrijpen, dat iu dat alles slechts wrcede
noodzakelijkheid is van strijd om het bestaan; niet
//vrouweiigeluk, klein, stil vrouweugeluk; nitt
l het Eéne noodig», het Licht van vrouwenleven."
! Hier moet ik het feit constateert u, vau totale
j onervarenheid. Ouder de vrouwen, mij
persoonlijk bekend, die zich iu Amerika, Kusland,
Engeland, Frankrijk, België, Holland, eiiz. met,
vrouieenonii fhunkelijkheid , vrouwene nia n ciputie,
vroutceitrec'/ilen . . . bezighouden, zijn er bijna
geen, die niet het, Licht" (machtige Liefde)
iu haar leven kennen of gekend hebben. Vrou
wen, die veel in 't publiek optreden, of zich
op andere wijze in ruimer kring bewegen,
ontmoeteu ook eerder eene groote sympathie;
daarbij komt, dat de veel denkende, veel voe
lende, onderzoekende vrouwenziel, die tegen
de verdrukking van haar zusters xlrijdt, in een
trillenden toestand van zieloiitroering leeft, die
als een magneet tot zich trekt, of als een
electrischen stroom, bij andereu het sluime
rende gevoelsleven wakker schudt. Een ziel
door gedachtenleveu sterk bewogen, is veel meer
geneigd tot liefde, dan een rustige ziel, en ik
heb de grootste liefdesverbintenissen waarge
nomen, juist bij die trouwen, die schijnbaar het
meest met evolutie-vraagstukken zich bezig
hielden of met anderen arbeid overladen waren.
Het ue noodige" voor de vrouw, het
hoogste, het geluk is: liefde extatische
liefde, sixueele liefde, zinnelijke liefde. ... naar
gelang van haar wezen. Liefde die niet b< ant
woord wordt, kan echter duogelijk, zooals in
't Eene noodige" het GELUK genoemd worden;
om dat te zeggen moet de ondervinding ont
breken.
Het aanbiddende van de liefde der vrouw,
geplaatst in 't milieu van een samen te slijten
leven," niet in droom, maar in werkelijkheid,
zou waarschijnlijk de proef niet kunnen door
staan. Gelukkig de vrouw, die op den duur
vriendschap en waardeeriug kan blijven geven
en hare aanbidding niet iu onverschilligheid en
verachting!
Het is ook kleinzieli^" rom een gelief
koosde term van de schrijfster te gebruiken!
dat 't geloof" . .. schipbreuk zou lijden door
oiicerhnonl geb<>-i. Echt vrouwelijk in zijn
kinderachtigheid is het wél; net zoo iets als
eea driejarigen jongen, die zou stampvoeten en
zijne moeder slaan en . . ., linten, omdat deze
hem zou weigeren een bonbou te laten eten,
die met gifverf gekleurd was.
De onbekende sein ppende kracht, die
millioenen werelden in ons zonnenstelsel maakte eu
bestiert en wellicht: nog andermaal
millioenen, buiten liet ons bekende voor wie noch
de vervlogen eeuwen, noch de komende jaren
eene verborgenheid hebben, zal wel minder
kortzichtig zijn dau ir ij zclre in hetgeen wij
vri/f/t',/ voor ons geluk.
Als freule de avoruiu Lohman blijft schrij
ven wat ik hoop dan zullen wij iu haar
volgende werken een ontwikkelingsproces kun
nen waarnemen zoowel op 't gebied van Het
céue noodige" als op dat der kleine bijzaakjes"
genaamd: llelurij' en ^olidiifileit.
CATIIAIUNA. ALMKDIXGK TmM.
Juni, 1S9S
HltMIIIMIIlnlHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIII
Het Jn'itcl de Jan:.i';. llcclameii'uuicrs.
Ken toont nm Ibseii oi'er de. n
beiceging. Uit Berlijn. W i te wijn.
De vicomtesse de Janzéte Parijs, die in een
heel mooi peut hotel woont, heeft daarvan,
ten voordeele der Spaansche ambulances, ge
durende eene week de vier ontvangkamers,
drie salons en de eetzaal voor het publiek
toegankelijk gesteld, tegen entree. De be
zoekers hebben er misschien niet geheel ge
vonden wat zij zochten. Menigeen had gewacht
een bijzonder soort van weelderige huiselijk
heid te vinden, zonder zich te detinieeren
waarin die bestaan moest; men was dus
eenigzins teleurgesteld, in een waar museum te
komen, eene verzameling kunstschatten als in
Cluny of het kasteel Chantilly. Geen bijzon
dere salon-inrichting, wel gesneden notonhout,
waartegen de oude fraaie meubelen naast
elkaar gezut waren als de catalogus-nummers
van een museum. Iets aai-digs op al dat oude
notenhout waren aan alle kanten vergulde
deviezen, als :
Garder les tleurs du passé.
Cueillir celles du présent ;
of, beneden aan de monumentale trap :
IVends do nouveaux amis
Mais garde les anciens.
In hot houtwerk waren een menigte oude
historische portretten giïticrusteerd, bij groe
pen van twee. van vier, van zes of meer, naar
de afmetingen van ieder vak; de vakken nu
bestonden uit bloemen en bladeren, alleen
hier en daar op liohtplekken heel sober ver
guld, en tussclien dit loofwerk liepen bande
rollen met de vergulde deviezerj.
Dit alles, sober, deftig, somber, was impo
sant, maar streed een weinig met het denk
beeld, dat men zich van de elegante vicomtesse
maakte, en viel daardoor tegen. Onder de
portretten waren er van onnoemelijke waarde,
geteekend Philippe de Champaigne, Van Loo,
Vigée-Lobrun, Greuze, Largillière, Rigaud,
maar het klimop, waarmeile het hotel begroeid
is, liet zelfs 's middags om twee uur geen
licht door; alle electrisch licht was dus opge
draaid, maar zelfs hiermede was de verlichting
gebrekkig.
De meubels in dit docor waren prachtig, een
piano van zwart en goud lak, heerlijk van
kleur en vorm, een haardbank met oude groene
zijde en goudkant, in de vestibule een
draagstoe), beschilderd door Lemcyne en Bizain;
overal canapés, fauteuils, berf.ères Louis XIV,
Louis XV, Louis XVI, van klassieken vorm,
bekleed met echte stoffen.
liet plafond van de vestibule komt
rechtrechtstreeks van het vermaarde paviljoen te
Louveciennes, waar la Dubarry het door
Boucher had laten schilderen; de trapleuning van
smeedijzer komt van het kasteel de Grignan.
Onder de portretten zijn er van tal van
Hswrische personen, Marie Leczinska, Marie
Antoinette, Pascal, Vauban ; de vicorntease de
Janzéheeft ook zelf aan historische studiën
gedaan ; de ernsfige stijl van haar omgeving
is dus niet zoo verwonderlijk.
* *
*
Een Fransch huis in waaiers heeft een
curieus reclamemiddel en verkoopmiddel be
dacht. Het looft vijftig prijzen uit voor de
fraaist geschilderde waaiers, in dezen zin :
men koopt het waaierblad voor l fr. ; er is
een teekening op gedrukt, in omtrekken,
vierderlei keus, do mededingsters kleuren
die in waterverf, zoo fraai als zij maar be
denken kunnen en de prijs bestaat in het
gratis monteeren van de bekroonde waaiers,
met blond of donker schildpad, iyoor, paarle
moer of gepailleteerd hoorn. De
schetsteekening is van Trini^uier-Trianon ; zij bevat
landschaps, personnages en bloemen. De firma,
Maison llenry, i la Pensee, 5 Uue du Faubourg
Saint-IIonoré, heeft eene jury van schilders
en a<|uarellisten benoemd om de vijftig prijzon
toe te kennen.
*
* *
De Xoorsche vrouwenvereeniging te
Christiania heeft de vorige weck in het Grand
Hotel aldaar een feest ter eere van Ibsen geor
ganiseerd, waar, na eene begroetingsrede van
mevrouw Blehr, de vrouw van den minister,
een aardig intermezzo volgde. De zaal werd
in schemering gehuld, waarop in langen stoet
Ibsen's vrouwengestalten defileerden, te zamen
l?i, die elk onder het noemen van haren naam
den dichter eene roos brachten. Mej. Gina
Kisg hield daarop eene rede, waarin zij Ibsen
dankte voor hetgeen hij voor de vrouw en de
zaak der vrouwen gedaan had. Ibsen antwoordde
eenigzins protesteerend. »Ik ben geen lid van
eenige vereeniging voor de vrouwei!<iuaestie,"
zeide hij. »A1 wat ik gedicht heb, is niet van
eene bewuste tenilenz uitgegaan. Ik ben meer
dichter en minder sociaal-philosoof geweest
dan men in 't algemeen wel heeft willen aan
nemen. Ik dank voor den toast, maar moet
afzien van de eer, dat ik met bewustzijn voor
de vrouwenzaak zou gewerkt hebben. Ik heb
er zelfs geen heldere voorstelling van wat
eigenlijk de vrouwenzaak is. Voor mij is er
alleen eene menschenzaak ; en leest men op
lettend mijn boeken, dan zal men dit begrijpen.
Het is zeker wenschelijk, bij alle andere
quaesties ook de vrouweiujuaestie op te lossen,
maar dat is mijn doel niet geweest.... Maar
terwijl ik het als mijn taak beschouwde het
volk een hoogere plaats te geven, vond ik
daarin twee factoren, beide tot het gebied der
moeders behoorend; zij kunnen door inge
spannen en langzamen arbeid een bewust ge
voel voor cultuur en discipline opwekken.
Dit moet in den mensch ontwaken, eer het
volk verder opgeheven kan worden. De vrouwen
dus moeten de menschenriuaestie oplossen, als
moeders moeten zij dat doen, en alleen als
zoodanig kunnen zij het. Hier ligt de groote
taak voor de vrouwen. Dank en hoch voor
de vereenigirg voor vrouwenbelangen !"
Of de dames niet dezen toast bijzonder in
haar schik waren, wordt niet gemeld.
* *
Het weigeren van het oprichten van een
meisjes-gymnasium te Berlijn heeft er aan
leiding gegeven tot eene krachtige manifestatie
van den kant der vrouwenvereenigingen. Het
Parijsche vrouwenblad L t Fronde heeft haar
een telegram gestuurd: »Aux feministes qui
en Allemagne défendent la cause commune en
demandant pour les femmes Ie droit au savoir,
la Fronde adresse ses plus vives sytnpathies
et ses voeux de succes."
In Frankrijk en elders zijn in de laatste
jaren de witte wijnen hoe langer boe meer
mode geworden. De geneesheeren hebben er
het hunne toe gedaan; de witte wijnen zijn
dus iets duurder geworden dan de volkomen
gelijkwaardige ro^de. Wat heeft men nu
verzonnen ? Men ontkleurt roode wijnen en
verkoopt za als witte ; door middel van
beenzwart en permanganaat van potassium, een zeer
krachtig middel waar ook de sponzen mee
gebleekt worden, schijnt dat zeer gemakkelijk
te gaan. Bij witte wijnen heeft men
GOcentigram per liter manganese gevonden, hrtgeen
veel te veel is en op den duur schadelijk kan
werken. E?e.
l fri l H a'n 1 1 1 n l H i 1 1 11 BU i
iitiumiiMMnuiiiiiMiHiiiimmiMiiiimiiHin
II U II
cfnatzonbin.
.luiiriiiMiiuftiuiiiMin
II III IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMI
turn
De volgende mededeeling en uitnoodi,'ing
is wel vooral voor dam ;s bestemd, ofschoon
ook heeren als leden en deelnemers zeker
welkom zijn.
B u s s u m, den '2 Juni "J8.
Geachte lieda-ctie.'
Mocht ik eenigen tijd geleden het genoegen
hebben de belanghebbende en belangstellende
lezers van Uw blad kennis te gaven, dat de
ȟesterreichischer Bund der Vogelfreunle"
het initiatief genomen had om een internati
onalen bond te vormen tot bestrijding van da
steeds in grooter omvang toenemende
vogelvernietiging vooral in Italië, waartegen op het
a.s. Congres te Graz in Tyrol van 5 9 Augus
tus radicale maatregelen zullen worden
beraamd, thans kan ik U mededeelen, dat de
pogingen van dien bond met gunstigen uitsla"
zijn bekroond geworden e» is het bestaan van
den »Weltbund zur Bakii'npfnng des
Vogelmassenmordes'' een voldongen feit.
Vereenigingeii uit verschillende landen heb
ben zich aangesloten, waaronder ook de
»Bond ter bestrijding van den Vogelmoord"
te Amsterdam en het is te verwachten, dat
uit Risland, Engeland, Frankrijk en Italië,
ja uit gtheel Europa zich nog dergelijke
vereenigingen zullen aansluiten en op dit congres
door afgevaardigden zullen vertegenwoordigd
zijn, zoodat het niet alleen door zijn programma
maar ook door zijie leden hoogst belangwek
kend zal zijn. Zooals men weet is bedoelde
Oesterr. Bund voornemens zijne gasten vele
genoegens, waaronder tochtjes in de heerlijke
omgeving der Alpenstad, bergbeklimmingen,
enz. aan te bieden, maar het doel van het
Congres, dat behalve bestrijding van de
Vogeluitroeiing, ook gericht is op dierenbescherming
in 't algemeen, psychologisch en oeconomisch
beschouwd, benevens dierenverpleging. mag
niet uit het oog worden verloren en hopen
wij van ganscher harte, dat speciaal de
onmenschelijke en wreede gewoonte om vogels
als sieraad voor hoeden of andere doeleinden
te gebruiken en welke aan millioenen nuttige
en lieve wezentjes het leven kost, spoedig zal
verdwijnen.
Mochten es onder uwe lezers nog personen
zijn, die bedoeld congres wenschen bij te
wonen, dan kunnen zij zich nog bij
ondergeteekende aanmelden.
U beleefd dankzeggend voor de genoten
gastvrijheid in dit blad, verblijf ik namens
het Bestuur van den Bond ter bestrijding van
den vogel moord.
Hoogachtend,
C. !?'. J. BRAXDS, 3de Secretaris.