Historisch Archief 1877-1940
NQ. 1096
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
<te vrewnden geien uit «l ysrdienen ze niks.
Yoi'a la différence! Hier is altijd nog wat t.e
?verdienen al is 't maar met de optiek. Heb u
.geen pince-n«« noodig Mevrouw, uw neus ia d'r
*te voor g«kiupt, 'k heb nog een. mooie gouwe.
Neen, dank je wel, ik kan uitmuntend zien.
Nooit zoo goad al» door mijn brilletjes,
maar ik wil u niet forceeren, andera hier
heb ik nog een face a main ook en k\jk 'reis
wat 'n heerlijke tooneelkykers !
In een oogwenk haalde de koopman eenige
lorgnetten en pince-nez uit den zak, uit zijn
tascbje een paar tooneelkykers en uit zijn bin
nenzak een kleine ivoren jumelle en een bril.
De man zweette letterlek optische instrumenten
uit. De dames lachtten en hu knipoogde terwijl
bij met een quasi treurig gezicht zijn koopwaar
weer opbergend, vervolgde: ik ben en blijf toch
een schlemie), d'r zit geen affaire voor me au
vandaag!
En heeft u geen verlangen naar Holland?
-vroeg ik om hem van zyn stokpaardje, de optiek
af te helpen.
't Blijft alty'd je geboortegrond, maar je
koopt er niks voor, 't is in Holland ook al een
?povere boel, in de diamanten zit geen zegen
rneer en de menscheu kyken d'r als valken
hier benne ze kippiger en hier dragen 'n
boel lui een glaassie alleen voor de chic,
stap je 't?
En is er niets nieuws te Parijs, meneer
Negotiant?
Waarom zou d'r niet? Alles is nieuw te
Ook iets nieuws ia de Dreifusszaak?
Man spreek me asjeblief niet van de
Draifusszaak! 'k Heb d'r meer dan te veel
achade van gehad; miserabele affaire!
Hoezoo, waardoor?
Vraag je dat nog? 't Leit toch voor de
hand, ze zien an m'n extérieur dat ik ook een
joodje ben, tegenwoordig is dat 'o crime. De
Parijzenaars bennen dom weet u, oliedom ;
ze schreeuwen mekanderen na: a bas Ie juif!
ze gelooven alles wat er tegen ons gedrukt
wordt in de kranten en de presse is vuil
in Frarkrijk, vuil tegen de joden. Die Libre
Parole" met die monsieur Dfumont als redac
teur maakt de mentchen razend, dol tegen de
Israëlieten ea wat hebben de joden dcriui voor
kwaad gedaan ? Niks, geen zier, ze bennen alleen
'n beetje pienterder dan.de Franschen, die
hebbeu te veel spek in den kop, zoo als wij
zeggen, die laten zich lijmen, de eene helft
door de geestelykheid, de andere door de
schreeuwende republikeinen en allemaal tamen
door de mooie vrouwtjes; elegant bennen ze
hier, waarachtig; om te zoenen hoor je! Maar
serpenten en krokodillen als je ze in derlui
binnenste bekijkt allemaal azen ze op de
«enten. Oui monsieur, l'or n'est qu'une chimère
zingen ze in de opera, maar 't is hier net
?omgekeerd voor l'or doen ze hier de malste
dingen, voor l'or is hier alles te koop; ze
bennen d'r gek op behalve Rothschild, die
gooit er mee! Geeft me die man tweemaal
honderdduizend francs zoo maar in eens cadeau
«an de armen. Wat een gezegende man!
Hoe zoo, wat bedoel je?
Wel heeft u niet gelezen dat hy Zondag
de Grand Prix he«-ft gewonnen bij de courses
en dat hg dadelijk die heele prys aan de armen
gaf ; dat 's nou toch ook een jood, waarom
scbeldor. z« hem nou nkt uit en my'n wel. m
heb geen twee ton francs te geven en als ik
ze had deed ik 't als nog niet. Ja 'k ben daar
zoo'n gammor als Rothschild! Ik heb de last
gehad hoor je, ik heb het dagelijks onder
vonden, zelfs bij mijn vaste klantjes kreeg ik
refus : ze wouën niet meer van me koop«n
omdat 'k een jood ben, een broeitje van
Dreifus, Ie traitre! Gekheid groote gekheid,
hoor je, die Dreifus is zoo onschuldig als een
pas geboren kind, altijd een braaf man geweest
zoo waarachtig als ik hier zit, zoo braaf
zullen uwe en ikke met permissie, maar leven .
Ik zal maar zoo vrij wezen hij greep naar de
lucifers op tafel, streek er een paar af zonder
?dat ze branden wilden en bromde : gemeene
lucifers, hier en 'n stuiver een doossie, die
hebben ze in Holland toch beter . . . Hum!
hè-hè! hij snoof met groot welbehagen de rook
van zyn sigaar op : lekk<-r, lekker ! zoo'n sigaar
betaal je hier met cinquaiite centimes en dan
:'a ie nog niet half zoo goed. Enfin ! ik wou
maar zeggen dat voor my'n part die
Dreifuszaak voor goed uit is, m'n vak lijdt er onder
nou heb ik de glazen nog eens extra opgepoetst,
kijk er nou 'reis door Madame? hij reikta over
de tafel heen de jumelle aan eei der dames toe.
Daar komt net 'n artillerie-officier an,
H bennen knappe posturen maar ook al traitres
misschien. Hoe kijkt ie nou? Heb u nou
zoo'n pracht-jumelle thuis ? Ik wil d'r een
fatsoenlijk bod op aannemen .....
Heusch niet! we hebben toone eikijkers
genoeg.
Nou Madame, kijken kost toch niks
mooi gemonteerd, zuiver nacre en echt ver
guld; 't is een stuk voor je leven wat is 't
ie waard?
Niemendal !
Voor niemendal heb je alleen de dood,
alles kost anders geld, vooral hier in Frankrijk,
peperduur '
Och! ik dacht dat men hier ook heel
goedkoop kon leven.
Wat zou? Je hebt hier meer geld noodig
dan in Holland, maar jo leeft ook beter; ik
verteer alle middagen een tranc voor mijn diner
fijn, met een glaasje wijn d'r bij. In Amsterdam
kun je voor drie, vier stuivers eten, maar t is
buikvulling, meer niet.
En is 't kotcher wat je voor die franc
krijgt?
Nou ! dat weet ik niet 't is hier meestal
treife, maar wat zal je doen, eten moet je
toch en ik zal maar denken vieze varkens
worden niet vet hij kwam heel dicht bij
mij en lachte: 't Is eigenlijk heelemaal een
treife boel in Parijs ! 't eten, de zaken, de
heeren! de vrouwtjes, de militairen, de minis
ters stil Aiiron ! hou je mond je bent
ook Franschman op 't moment maar u
begrijpt er alles van, n'est ce pas?
Mijnheer Negotiant, je raakt heelemaal
van je a propos af, we hadden 't over de
Dreifus-zaak, ik wou juist uw opinie eens daar
over hooren. U houd hem bepaald voor on
schuldig .... en Esterhazy ?
De jumellenkoopman sprong eensklaps een
klein eindje van zijn stoel op, nam zijn sigaar
uit den mond, stak het hoold over de tafel
heen zoover hij kon naar ons toe, knipte een
paar maal erg geheimzinnig met zijn oogen en
terwijl zijn stem onder uit zijn vestzak scheen
te komen zei hij: Dreifus is een schlemiel,
maar Esterhazy is de grootste gauwdief, een
zakkenroller, de geraffineerdste schurk, die z'n
kop moest afgeslagen krijgen op de guillotlen.
Wat 'n vuilik ! Wil ie toch de joden als konijnen
doodslaan met 'n stok waarom, waarvoor?
Hebben wij den man ooit wat gedaan ? Hij
moest hebben met de stok dat ie niet zitten
of loopen kon, zoo'n smerige ophakker, zoo'n
Ministerieele lapperij.
Koning UMBEETO : »Weer aan 't lappen, vriend Faure ?
Wat denkt ge van deze lekke laars ?"
President FAURE : »Met die Rudini-zolen, Sire ? Niente
ad fare /"
gaszer hij is de trai're, hij heeft de borderel
geschreven, hij hoort op 't Daivolseiland in
plaats van dien braven Dreifus, maar dan moes
toe ze hem tot aan zijn ha!s in den grond graven,
anders komt die gewikste vuilpoes d'r toch nog
uit. Esterhazy heeft de heelo boel in de
war gebracht; Dreifus is cc;n knap man, maar
hij wist te veel van de streken van de groote
oomes, hy had achter de schermen gekeken,
snap je? En hij deed niet mee. Waarom
zou ie meedoen, had ie 't toch niet noodig,
centen genoeg, 'n mooie vrouw, lieve kinderen.
maar hij moest er tusschenuit. jiiistement omdat
ie niet corrompu is en toen zeiën ze: hij is
een jood, wij bennen christenen en dus zooveel
beter, daarom fctaken die heeren van de grrande
arrrmeéde koppen bij elkaar en riepen : U'raus
muss der jid!" de jood moet de laan uit. Hij
doet z'n dienst goed, hij is een braaf
hui-ivader, hij speelt niet, hij drinkt ni« t, hij houdt
er geen maitressen op na. Wat 'n tatsoen'ijk
man! Dien kunnen wij niet in ons midden ver
dragen ; toen hebben ze gosmofs<l, gesmoesd
met mekandereüen Et.fin! toen was
ie ineens een verraai^r, een traitre, die zijn
land had verkocht, Gekheid, hoor \e, een jood
verkoopt zijn land niet, daarvoor is hij veel te
goochem, weet je wat ie soms wel verkoopt?
Goed waar een luchie aan zit. Ik zou ook
een heel ander man wezen als ik van dat goed
verkocht had, maar ik ben te eerliik, vat je
ik durfde nooit, want ik wou niks met de politie
te maken hebben, daar zit geen centiem massel
an maar d'r bestaan hier joden, die d'r
schatrijk van bennen geworden kij-s u non
'reis even door deze binocle, daar komt in <'e
verte een tram aan je kunt de mensclieti
herkennen 't is toch zonde dat u dit instru
mentje niet van me koopt Mevrouw \ In heel
Holland vindt je zulle glazen niet zal ik
je nou in ernst de prix tixo zegge ? Wil je 'm
voor een medzieje (koopje).
Neen! daakjc positief niet, ik heb er
twee thuis.
In godsnaam, 't is jo eigen schade ....
'k mag lijen dat die Dreifiu-zaak maar uit
blijft want de att'aires beginnen nou net weer
zoo'n beeije te inarcheeren. Hier te V'crsaillcs
heb ik in de laatste maanden niks, niemendal
kunnen doen, door die zitting voor Zo!n hij
nam even zijn tlwribard af. Dat is een groot
man, een braaf man. een genie, een beroemd
man, die verdient ak-dat ie een jood was Ik
heb hem gezien uit de verte loon ie naar de
zitting ging en 'k heb an 'm gewonken en m'n
hoedje voor hem afgenomen omdat ie de
rechtvaardigheid voorstaat. J'accuse! dat 's
't grootste, 't mooiste on 't heldhaftigste woonl
wat ie ooit heit gezeid. D'r bestaan duizenden
menschen, die d'r eigen nog wel 'reis bedenken
zouden voor ze J'accuse" gingen zeggen tegen
de bierkaai want tegeq de gouwe torren van do
Fransche Republiek, de generaals en de militaire
groothedens kan je niet vechten en toch
had Zola daar courage voor. Wat 'n man
als ik 'm ooit tegen 't lijf' loop, zal ie'n mooie
pince-nez van me cadeau hebben, met zoo'n
nieuwe springvccren montuur, die niet knijpt
over den neus moet u er geen hebben,
mijnheer, je knipt zoo met je oogen als je in
de verte kijkt; zwakte van gezicht man! Daar
| moet je> bij tijds bijwezen. Hier! probeer dit
lorgnetje 'reis, licht als een veertje,?hij stak
zijn hand naar een van de heeren uit en drukte
hem eensklaps een pincc-nez voor de oogen.
Xict hebben, ook goed. Gunst, man kijk maar
niet zoo benauwd ik kom niot an je r,eus
en ik zal je geen pijn doen. Gerust j.: nous
j heeft wel wat van dien van Zola, die heeft er
ook zoo'n detikie in, Zola is de grootste man
! van de heele wereld en gekheid hoor, dat ze
j van hem zegge hij heeft z'n pen verkocht aan
i de joden. Malligheid! hij hoeft niks te doen
! voor de duiten, hij kan zac'hs eerlijk wezen,
hij is een maal of vijf millioenair, waarom zou
je dan niet rechtvaardig doen. Hij heeft geen
centen noodig en reputatie? Die heeft ie
ook genoeg, iedereen weet dat ie boeken schrijft
die 'n beetje, nou, afijn, de dames zullen me
niet kwalijk nemen die zoo wat
hobbeldebobbel loopen niet voor jonge meissies.
'n getrouwde vrouw mag d'r in lezer, want
d'r komt zoo'n beetje iii van cocottcs en de
demi-monde en van de.... enfin hij is
toch een man, waar de heele wereld respekt
voor heeft, en die uitgever van 'm, mogemlste
vader, wat 'n botfort! Ze hebben mijn bier al
verteld, dat 't debiet van z'a boeken zoo'n
beetje begon af te nemen en nou maakt ie me
ineens zoo'n reuzen-reclame, dat's voor Van
Ilonten om van te kwijlen wat 'n gladde
jongen is die Zola ik wou dat ik hem en
dat hij ikke was, nou! ....
En wat dunkt u, zou Zola zijn zin krijgen,
zou er van 't proces-Dreifus een revisie komen?
Wat Zola wil krijgt ie gedaan, mem er
hij en Mr. Labori bennen de duvel te goochem
af'. Je begrijpt, nou heeft ie zich hier te
Versailles onontvankelijk -laten verklaren en
nou komt ie opnieuw voor Parijs; die Labori
is niet van gisteren ze maken hem daar
weer niemendal, en ah dan zijn proces voorgoed
is afgehandeld, begint de zaak-üreifus eerst
goedi Dan zal de rechtvaardigheid d'r eerst
heelemaal uitkomen, want 't Opperwezen zal
niet langer ge.doogen, dat er een van zijn volk
zóó wordt behandeld; dat denken hier al de
joden, dat wil zeggen: de anno; de rijke doen
veelal alsof ze met de heele boel niet te maken
willen hebben, die schamen zich soms dat ze
van Gods volk zijn, wij niet. Wij, schlcmiels,
wij zeggen: God is rechtvaardig, en Dreifus
komt los. Binnen 't jaar is ie van 't eiland af
en bij zijn vrouw en kindertjes.
Maar als bij nu vóór dien tijd sterft 'i Hij
is immers lijdend.
-.- Wat lijdend? Waarvoor, waarom zou hij
sterven ? Loven moet ie, om de waarhi-id tu
doen uitblinken als 't zonnelicht, lly komt er
uit! ?og ik je. Voorwat /on ie sterven V
Van-rhc lucht heeft ie genoeg, te i'.nen heeft
ie nilis. eten en drinken zooveel ie itisr. en
zijn \ruinv stuurt hom alle maanden vijfhonderd
francs.
Wat moet hij met dat geld doen op 't
Diüve'seiland?
Xah! geld is toch geld! Mijnheer
Negotiant Laaide met een eigenaardige ;-nel:e
bowfgir.g beide schouders op en laclito.
Als j'; 't bewaart heb je wat, en heb je 't niet
ben j 3 heelemaal geduchte.
- - Maar er is daar niets te krijgen.
? Oen waf, d'r is alles te krijgen, maar
schreeuwend duur.
Maar de eenzaamheid, het verdriet, 't
verlangen naar zijn familie.
Hij krabde zich even achter het oor en zei:
Ja 't is een naar geval voor zijn heele familie,
hij prisonnier weetje en de familie voornaam!
Ze bobben moos genoeg, zijn vader de rijkste
mensen van den Klsass, zijn broer Matihicu slaat
voor geen millioen of wat op en (och koudon
ze niks voor hem doen. Die vuile jodenhaters
staan te hoog in do wereld; ze kunnen d'r
niet bij en die smerige presse heipt ze; d'r is
i maar n fatsoenlijke krant in Frankri]k
i dat's de Aurora, die lees ik, daar heb ik m'n
laatste sou voor over, de Aurora zeil ook, dat
Dreifus d'r nit komt, eer 't jaar om is ea
de Aurora is 't eenige blad dat de waatlutUl
spreekt. Nou heb ik zoo met m'n domme
versiand gedacht. .'Js Dreilus d'r uit kom., zal
hij zijn mond niet houwen, hij zal spreken en
vertellen wat ie weet en juist omdat ie te veel
wtet hebben ze 'm op dat eiland geplakt. Hoe
moet dat nou rond loopen 'l
Hoort u wel eens in cafés ut uiA.;azijni:u
waar u kouit over die zaak spreken'.-'
Weinig! de menschen binnen d'r beu van
geworden de een zeit: laat Dreifus maar
zitten, want d'r is geen negotie als d'r zoo
veel te koop is in de kranten, een ander zeit:
wat gaat mij Zola an , 'k heb nog nooit een
cent aan hem verdiend en een derde moppert:
Als ze in mijn caféover Zola en Dreifus be
ginnen, ontrampeneeren ze m'n boel. Ze maken
d'r eigen over die zaak zóó warm die Fran
schen dat ze soms den cabaretier z'n heele
boutiqne kapot slaan. Een van m'n klantjes
die ik al jaren bedien zei me laatst nog:
Monsieur Negotiant, zeidie ik heb veel
minder brillen en pince-nez verkocht dan ver
leden jaar, omdat ik Simon heet en ze me
voor een jood houwen 'k wou dat ze
monseur Zola bij Dreifus stopten en dat de zaken
wat vlotter marcheerden, vcila!
Ik heb niet fo klagen gehad, 'k verdien me
broodje maar al ben ik een oud man. ik weet
ook /toe j o zaken moet doen. Verleden Zondag
met de grand prix heb ik nog zeven kijkers
verkocht! 'n Goeie dag gehad en als d'r maar
weer Amerikaanders waren ze blijven weg
door de oorlog zou ik nog meer verkoopen.
Dat ben royale lui, die dingen niet af; ik ken
ze an d'r u.terlijk: ze hebben allemaal zoowat
eigenaardig^, en bij enkelen liggen de dollars
'n duin. dik op d'r gezicht. Och Och ! wat 'n
menschen van geld! ik vraag ze nooit
francs en ik spreek ze aan in d'r eigen
taal, dat flatteert ze. weet je?
Want to buy a beautiftil glass, sir ? zeg ik.
Als ze dan kijken en vragen: how nmch?
bennen ze miji', hoor je. Dan zeg ik : ten dollars
of twelve dollar?, ut wat me zoo in don kop
komt en ik kijk ze erg vriendelijk a;>, daar
kuiiiien voora! de Amerikaander dames niet
tegen dan koop'.;n ze en ik steek do dollars
op met: God bless yoti verslijt 'm in ge
zondheid'
Zie ik ten Dtiitsclu- mof, dan vraag ik Marken
daar zit ook altijd nog een masseltje in
den prijs eur. mark is toch ruim n franc
twintig.
Ka wat vraag ,jo aan Russen?
'V Spreek gec;: Russisch, die behandel ik
als de ami.i do ia nation ; 'k vraag ze franc",
jnaar mér dan ;ia!i een franschrnan, omdat
d'rlui naiie zooveel grrotor i.--.
Mijnheer Nogotlai.t knipte herhaaldelijk guitig
m ut zijn eene oog en liet er dadelijk op volgen :
l.raziliar.cn benucr, ook goeie koopws, die keu
ik an d'r bruine gezichten en de groote diaman
ten, die /e dragen. Spanjolen zag je hier
vroeger veel, maar daar zit geen zegen an,
die iu-bbeii mooie namen en troUche manieren.
maar weinig centen, en tegenwoordig blijven
ze ook a! weg om d«>n oorlog.
Kn de HoUandevsV
Mijn iandslni ? Dat bennen beste menschen,
maar ze hebben allemaal kijkers t'buis zeggen
ze. C) ja ! dat 's w;;;i,r ook, hoe heet de burge
meester van Amsterdam ook weer ?
Vening Meir.c 7.
Neen die was 't niet! Wie was er vóór
hem?
Mr. van ierihovcn,
Uie was 't ouk niet, jelui hebt toch nog
meer burgemeesters gehad niet waar?
Zeker! Den Ti-x. van Vollenboven, l-'ock.
Neen ! 't was c-en naam zoowat tusschen
Den Ti.\ en Tirnhovon in, cilin! dat doet er
nou niet tce, maar 'k ontmoette hem eenjaar
of wat geleden ocj» bij de courses. Hij zat
ni'-t z'n dochter in ci'ii rijtuig, ik hoorde toe
vallig dat hij de Bmgi'iucester van Amsterdam
',va>', ik naar hcr.i 'oe: Bonjour meneer de
Burgemeester, zei ik. hoe gaat bet, familie ook
wel? 'k /a;;' aan den man z'n gezicht dat bij
blij was een có.'nnatriot te o; (moeten, hij keek
me zi'i.i aa;'. .Ncgoliaiil trok een a'.lergrappigst
gczivlii heel vnemle'iijk wact jt>? Ik liet
iiem een jumt-lle zien, precies 't broertje van
den dezen neem maar gerust in je handjes
Mevrouw, 't Is een fijne achromatische kijker.
Burgemeester, zeg ik, bederf je dochters oogen
niet langer met dat lor dat zij daar in handen
heeft. De man keek me dankbaar an, ging
over z'n zak, gaf me een Louis en z'n dochter
had de jumelle en ze hadden er wel zes t'huis!
'n Fijn man, hè? Ji, die burgemeester, die
had nog wat over voor 'n landsman.
Heel aardig gevonden koopman, maar we
loopen er niet in hoor !
Nou! loop er dan uit voor mijn part
meneer maar ik ben toch blij dat ik weer
eens Hollandsch heb kunnen spreken en voor
je glas bier en je sigaartje 't is bijna op
blijf ik je dankbaar, evenwel je bent tegen je
zelf, want in Holland maken ze zulke kijkers
niet, maar enfin je wil nou eenmaal geen goed
gedaan wezen. Welzeker meneer, as&ieblieft
met genoegen.
Hè, wat bedoel je?
O, excuseer ik dacht als dat u vroeg of
ik r.ög zoo'n sigaartje wou.
Ha, ha, ha ! Ziedaar ouwe heer !
Merci ! 'k Zal eerst dit eindje heelemaal
oprooken, ze bonnen fijn, zeker Havana hij
stak de sigaar in zijn zak en vroeg:
Blijit u nog lang te Parijs ?
Nog een dag of zes.
En gaat u dan weer naar Amsterdam ?
Natuurlijk !
Doe me dan plezier en zeg de
Jodenbrcéstraat van me goeien-dag. 'k Ben d'r groot
geworden, \atje. 't Is mijn geboortegrond, daar
blijlt een mensch altijd wat voor voelen. Is
die groote winkel van de Vries van Buureii
d'r nog ?
Zeker !
Schuins d'r over kocht ik altijd m'n siga
ren in een klein winkeltje, lekkere zware
seedleaf sigaren, de man die ze maakte was een
klein, dik kereltje met een groot hoofd, klein
du.mpie" roemden we hem. En bestaat die
koi-kbakkcrij van Frankfort nog?
Bij de Hoogstraat ?
Dezelfde. Man '. wat 'n overheerlijke boter
koek bakten ze daar, 'k Kan d'r naar ver
langen en gemberkoek cu raangelenkoek en
kaakics ! Laat ze nou zoggen wat ze zeggen
willen meneer, trgen die dingen kunnen do
Frar.sche patistiers niet aan. Zij gebruiken die
goeie, koschere boter niet zooals bij ons en
nkt zulke tijne ingièdienten .. .. en zie je op
de BiTestraat nog zooveel wagens met zuur en
schelvisch en van die emmers vollever?
Manlit'f 'k wou dat ik die schelvischlever hier had,
dat is een eten, nou ! Zijn oogen glinsterden.
Daar weten ze hier niet van. Ja Frankryk
is een best land, maar boterkoek, zuur en viich
nebben ze een boel beter in Holland.
Mcsdamcs! Mijnheer Ncgutiant stond op
maakte een sierlijke buiging, pakte zijn
jumelles en pince nez bij elkaar en zei: Mesdames,
Messieurs ! j'ai l'honneur de vous saluer ik
ga near de kazerne. Daar zal ik varavond
nog wel een paar van die jonge snuiters virden,
die een monocle noodig hebben. Charme d'avoir
fait votre connaissancc, wel thuis en de com
plimenten aan de Breestraat !
Nog even keerde hij zich om, toen hij een
pas of' tien van ons verwijderd was, hield de
parelmoeren jumelle even vcor de oogen, en
maakte toen een vragond gebaar met het
hoold en beide handen.
Wij schudden: neen."
Negotiant haalde met een medelijdend iacbje
da schouders op en verdween in de richting
der kazerne.