De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 17 juli pagina 3

17 juli 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1099 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. volgehouden manier van denken, die niet de e'eoig mogelijke en in onze dagen onder de denkers niet de heerschende ie, wordt door hem met volle overtuiging voorgedragen. Daarom juist verdient zyn boek door wie op een aangename wyze ven het oude leeren wil en zich niet diets maakt, dat de bescha ving met de modernen begonnen is, ijverig gelezen te worden. Utrecht, l Juli 1898. VAN DER WYCK. lliiiiiiiiimuiuiiiiiiiiiii liunimuiiiiiiiiiMliiliilillll TERjlN Cantate van mej, Yan Oosterzee. De Cantate door Cornélie van Oosterzee gecomponeerd op woorden van mevrouw Snyder van Wissfinkerke, voor de opening van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid, verdient in hooge mate de aandacht, omdat het w«rk zich verre verheft boven bet gewone niveau der gelegenheidscompositiën. De tekst is het product van een e bizonder gelukkige inspiratie; bij teekent met treffende nauwkeurigheid, wat het ideale beginsel der zoogenaamde vrouwenbeweging zijn moet, en spreekt, van het hart gekomen, direct tot het hart. . Dat de inkleeding van zulke gelukkige ge dachten niet zoo goed geslaagd is, in de verzen van het standpunt des toondichters be schouwd hier en daar wat stroef zyn, heeft blijkbaar voor de componiste geen bezwaar opgeleverd. Het oprecht-gemeende en innig-gevoelde van het gedicht heeft haar blijkbaar onmiddellyk gepakt, en zoo is, door de samenwerking dezer twee zoo begaafde en echt-artistieke vrouwen, een kunstwerk van superieure hoedanigheden ontstaan. De qualiteiten die in vroegere compositiën van C. v. O. aan het licht kwamen, zijn ook in dit werk in ruime mate aanwezig. Ook hier een absoluut meesterschap over het orchest; een z'ch-bewust-zijn van de voor geschreven klankeffecten, dat met vaste hand aan de muzikale gedachten gestalte en kleur geeft. Ook hier, in ruime mate de bewijzen hoe groot hare gave is van onmiddellijk de juiste stemming te treffen en te w.ekken. De sombere inleiding en het klagende eerste koor: de zang van de lichte gestalte, zoo verheven en verheffend; het eerste koor van het tweede gedeelte, waar de wufte zieltjes zonder-zorg, hare zusterkens trachten over te halen liever te gaan spelen met de golfjes aan 't strand, dan ernstig en moeizaam werk aan te vatten, maar vooral de omirekeer in dat zelfde stuk, wanneer het naderend onheil wordt geschilderd, en ten slotte de hoogver heven opwekking tot het streven naar »der Menschheid ideaal" met het grandiose naspel voor orkest (waarvan helaas! het publiek de grootsche werking wreed verstoorde, duor een welgemeend, maar hier nooit te excuseeren applaus voor de zangeres) dat alles zijn echte stemmingsbeelden. Het slotkoor zet in met eene fuga. Ofschoon erkend moet worden dat de componiste ook daarin een meesterstuk leverde, mag niet worden verzwegen dat die oude voroi, tusschen al dat moderne, vreemd viel. Het ware meer dan jummer wanneer deze Cantate, omdat ze als gelegenheids-compositie moest dienst doen, voorgoed op zij gelegd moest worden. Zangvereenigingen die over een geschoold en tamelyk talrijk vrouwenkoor kunnen be schikken, zouden in dit werk zeker een succes nummer vinden, en door de uitvoaring ervan eene welverdiende hulde bewijzen aan de componiste, die ook in dit stuk weer getoond heeft onder de Nederlandsche toonkunstenaressen de allereerste te zijn, en met dit nieuwste werkt ons alweer eene belofte voor de toekom-st gaf, naar welker vervulling wy met verlangen uitzien. WOUTER HUTSCHENRUYTER. Een symphonie (?) van Mascagni. Do jonge Italiaansche school verricht won deren. Uit Kome vernemen wij, dat Maseagni voor de viering van het eeuwfeest van Leopardi een nieuwe symphonie heeft gecomponeerd. Dit bericht is al onrustbarend genoeg voor ieder, die het Intermezzo sinfonico uit de Cavalleria kent, en dus weet, wat Mascagni onder een symphonie verstaat: een duo voor harp en viool. Maar het ergste komt nog. De bericht gever vertelt, dat Mascagni, geïnspireerd door Leopardi's gedichten, »in chronologische volg orde de kindsheid van den dichter, zijn klachten over zijne te korte jeugd, zijne teleurstellingen in de liefde, zijne vurige vaderlandsliefde en zijn wanhoop over de nietigheid van het leven, in muziek heeft gezet." In chrono'o^iiclie volg orde ! Dat is bepaald bewonderenswaardig.... Het valt niet te ontkennen, dat Mascagni hiermede den grondslag heeft gelegd voor een nieuwe kunst: de biographische muziek, of de muzikale biographie, juist zooals men wil. Mascarille heeft de Romeinsche geschie denis in madrigalen gezet: Mascagni zal de geschiedenis van groote mannen in romances zetten. En het mooist van de zaak is, dat alles, de kinderjaren van den dichter, zijn klachten, zy'n illusies, zijn vaderlandsliefde, de te korte jeugd en het nietswaardige van het bestaan zonder onderscheid wordt uit gedrukt in polka's en meer of minder lang zame walsen. Men behoeft de nieuwe syraphonie niet eens te hebben gehoord, om daarvan zeker te zijn. Het is voldoende, wanneer men de andere werken van den maestro kent, of zelfs maar n daarvan ; zij gelijken op elkaar als zusters .... Het laatste gedeelte van het bericht heeft niets verrassends meer. «Uitgevoerd door vijf en negentig leerlingen van het Conserva torium Rossini te Pesaro, onder leiding van den heer Mascagni zelf, die directeur is van deze voortreffelijke inrichting, is het nieuwe werk van den jongen Italiaanschen meester met opgewonden Natuurlijk. toejuichingen ontvangen." iiMiiimiiiiimiiiimuiiiHiiiiMmumiiniiiniuumiiHHHmMiiiiiiiiiiiiiii Mweit en Er zal een boek, een tijdschrift, wat dan ook, verschijnen ; n auteur n uitgever n drukker, innig overtuigd, dat, wat aanstonds in het leven zal geroepen worden, den stempel moet dragen van aller zuivere, eensgezinde samenwerking, doen hun best de te ver werken stof op te voeren tot de meest mogelijk-bereikbarj volmaaktheid. De schrijver nauwlettend wakend dat de dcor hem met voorkeur behandelde stof belichaamd wordt in eene hare passende gedaar.t;; drukker en uitgever hem hierin gemeenschappelijk steunend ; allen zóó overtuigd doorbouwend op een zelfde idee als grondplan dat, bij het vertchijnen van hunnen gezatnenlijken arbeid bet aanwezig zijn van een harmonisch geheel in het materieele werk daarvan de uitdrukking is. Zóó zou het ten minste zijn, indien niet de werkelijkheid heel anders, ea van een bereiken dier innige eenheid al heel zelden sprake ware. Zóó zeldzaam doet zich zelts die zuivere uiting van eenheid in willen en kunnen voor, dat alieen bij exceptie een boek, of laten we in het algemeen zeggen, drukwerk, wordt aangetroffen, waarin d) waarde van een leidend beginsel wordt erkend; en als we daarbij de stellige overtuiging vasthouden dat de drukker alle krachten inspande om tot iets goeds te komen, dan is het treurig te moeten ervaren, dat, met het verlies van het streven naar een grondgedachte, tevens de waardeering voor hetgeen anderen in vroegere tij len, goeds volbrachten, te niet ging. Het tegenwoordige drukw rk draagt in hooge mate de kenmerken van begirselloosheid en sluit daardoor in zich onbekendheid met de lijnen die de zet'er heeft te volgen om te geraken tot harmonische verhoudingen en schoonheid in zijn moeitevol werk. Een vast plan, waarop gewerkt wordt, waarnaar drukwerk gezet wordt, waarop de verhouding van lengte en breedte van het bedrukte deel op de pagina bepaald wordt, waarnaar het evenwicht geregeld wordt tusschen den druk en de marg« wit van het papier schy'nt niet te bestaan. Dergelyk werk is dikwijls een totale ontkenning van verhoudingen, het is maar op de een of andere het meest voor de hand liggende wyze in elkaar gezet, zonder dat blijkbaar overdacht is, dat niet elke lengte en breedteverhouding evenredig kan zijn met lettergrootte, interlinie, marge wit, wat niet al. Gewoonlijk openbaart zich de technische vaardigheid van den zetter-?en ik wil hierbij nogmaals gezegd hebben dat hy het met de overtuiging doet goed werk te leveren in een apotheose van allerlei kunstig. knaphandige oplossingen, dia ontzaggnlijk veel moeite en tijd kosten, ferwiyl hij daarbij veelal zijn geheele voorraad verschillende lettersoorten de revue laat passeeren, dusdoende niet be grijpend dat 't al h el moeielijk is verschillende karakters in n kader te plaatsen en dat de kwantiteit de kwaliteit te gronde richt. En waar n schuilt toch de corzaak van het voortdurend gebruiken van interlinies? Ik wil volstrekt niet ontkennen dat bij een kleiner lettertype, ik zou zeggen van af parel tot misschien dessendiaan, wil alles behoorlijk leesbaar blijven, de interlitde bezwaarlijk gemist kan worden, maar zou het dan nut beter zijn een lettergrootte te bezigen, waar de interlinie niet strikt noodig is ? Daardoor zal tevens de hoeveelheid druks op een pagina verkregen, grooter worden, hiermede tegelijk tegemoet komend aan economische eischen. Maar blijft ten slotte toch het bezwaar van mindere lees baarheid zich gevoelen, dan zal dit wel ge heel voor rekening komea van de magerte der te/enwoordige letter. Boeken in vorige eeuwen gedrukt bewijzen dat zonder interlinies 'i een goed ge eel tegen het wit van di pagina werd verkregen n dnidelrjke leesbaarheid. Ik noem b.v. de Hypnerotomachia Poliphili door Aldus Manutius te Venetiëgedrukt, de Qaatriregio van Frezzi, het Li^er-E^istola-um van Barzizius en tal van Hollandsche werken uit later tyd, zooals het Groot Schilderboek van Gerard de Lairesse (174 >) e c. IIIH11MIHIIHI1lltllHMmllHMHIlnllMHHtiimUIIIHHHIIIIHHIIItllllllmillimlM»UIIIIIIMIIIIII miiiiMMiiiiiiiiiiimliiiiiiiiii YOOÏ( DAMEjS. De Forestiera" te Rome. Het ligt op het oogenblik niet in mijne bedoeling, te schrijven over de «Vreemde Vrouw", die in gezelschap van landgenooten voor veertien dagen, hoogstens drie weken te Rome het hotel- of het pensionleven meemaken komt; noch uit te weiden over de rijke Amerikaansehe, Engelsche of Russische, die hier een weelderig ingericht appartement bewoont en dagelijks, vanaf een hoogenjachtwagon, lelve haar prachtig tweespan door het volla »Corso" naar den «Monte Pincio" voert, maar iets te vertellen over het leven van de hier arbeidende «forestiera", dus van de vreem- delinge, die zich beweegt op het gebied der kunst, der letteren, dar journalistiek, van het onderwas, enz. ent Deze hetft in den regel een of twee kamers betrokken by' de een of andere Romeinsche familie, die gewoon is een gedeelte van het huis aan de vreemdelingen af te staan. Het wonan op kamers, brengt vanzelf mede, dat het middagmaal buitenshuis gebruikt wordt in eene van de meest bekende restauraties, onder artiesten en journalisten, is de kleine kosmopolitische «Flora", in de Via Sistina. Daar treffen alle naties elkandw aan om n uur, daar wordt gelachen en gediscuteerd door mannen «n door Trouwen, d«tr biedt zelfs de Italiaan der vreemdelinge eene cigarette aan; want hoe bekrompen dit volk ook moge wezen in het toekennen van vrijheid aan eigen dschteren jonge vrouwen en jonge meisjes mogen hier nimmer onbegeleid over straat gaan der vreemde vrouw is daaren tegen de grootst mogelijke vrijheid toegestaan en deze laat niet na, daarvan zoo ruim mo gelijk gebruik te maken. Doch niet alUeu, dat ze ongestoord ieder koffiehuis en iedere restauratie binnentreden -kan, maar zelfs keert ze 's nachts geheel alleen van het theater huiswaarts. Hetvreemdelingenmerb, dat ze mat aich draagt in uiterlijk en manieren, vrijwaart haar voor iedere onaangename bejegening. Natuurlijk spruit die toegevendheid van den Italiaan bij bötelhouders, gidsen en der gelijke lieden voort uit eigenbelang, maar bij den vry'denkenden Italiaan berust die welwil lendheid op bewondering voor de vrouw, die zich door eigen kracht en arbeid een weg baande door het leven,en belangeloos is hij steeds gereed te helpen, waar hy' zulks slechts vermag. Vanzelf spreekt, dat een groot deel der hooge aristocratie de vry'e levenswijze dezer »forestiera" afkeurt, maar wijl ze direct noch indirect in aanraking komt met dat deel der maatschappij, ondervindt ze geen onaange naamheden daarvan. Niet alleen echter verschilt het materieele leven der vreemdelinge van dat der vrouw in het noorden, doch ook werkt ze op eene meer aangename wyze en daarvan is vooral het mildere klimaat de oorzaak. De zon schenkt aan bet dagely'ksch leven hier eene poëzie, die in het zenuwachtig arbeidende noorden wordt gemist. De stroeve ernst, welke iedere »forestiera" uit haar vaderland meebracht naar het vroolyke zuiden wordt langzamerhand gedood onder dea invloed van een hoogen blauwen hemel. Men arbeidt, maar het leven is hier goedkoop en Italiens natuur spreidt zulk eene weelderige liefelykheid ten toon, dat men onwillekeurig naar bniten gedreven wordt en meegenieten wil van zooveel heerlyks. En hetzij de vrouw arbeidt in haar atelier, of studeert in bibliotheken en museums; hetzij zij de lessen aan de universiteit bijwoont, of, zooals enkele Zweedsche en Finsche jonge vrouwen, haar brood verdient door »massage" te geven, nimmer drukt het leven hier, nimmer wordt de vroolykheid gedood. Er wordt tijd gezocht en gevonden voor wandel- en fietstochten, want sedert een paar jaren verrijzen zelfs in de «stad der zeven heuvelen" de pista's, waar les gegeven wordt in het wielryden, als paddestoelen uit den grond. In de heetste maanden van Juli tot half September verlaat de »forestiera" Rome en trekt de Saby'nsche of Albaansche bergen in, alleen of in afspraak met anderen. Gewoonlijk gaat ze niet ver weg van Rome, want er ligt een groote bekoring in de ge dachte, dat de »stad der steden", binnen een paar uren te bereiken is. Hieruit volgt dus, hoe oni/egrond het oordeel van de meeste vreemdelingen genoemd mag worden, over de in Italiëheerschende onvei ligheid. Ik zelf heb geheel dit land door getrokken, ik heb gedoold in al de omstreken van Rome en bezocht met de grootste gerust heid Sicilië. Nimmer heb ik meer vriendelykheid ontmoet, dan juist in die zoogenaamde »bandietenstreek." En toen ik te Reggio weer op Italiaanschen bodem stond en over zee heenblikte naar hetschoone zoaneneüand, toen was het met den wensch, da»r nog eenmaal terug te keeren ! YOLAKDA. HMIIIIMMMMIMHtllMMJMHUMyillllllHIMIMUIItUMHIlWttMVIItllMIVIIMt TesselschaHe, Het zes-en-twintigste jaarverslag der algemeene Nederl.vrouwen-vereenig. /letselschade", van l April 1897 tot 31 Maart 1898, zou, om zy'n belangrijkheid en uitvoerigheid, verdienen, dat men er een aantal kolommen aan wijdde. De werkkring der vereeniging toch breidt zich steeds uit, en hare inwendige organisatie schijnt op zulk een uitbreiding berekend te zy'n. Men verschafte als steeds werk thuis, verkocht het in bazaars en depots, hielp door bemiddelingsbureaux meisjes aan betrekkingen. Het mocht aan de directrice te Haarlem gelukken twee jonge meisjes te plaatsen als controle-beambten, en aan den Haag eene dame eene betrekking te bezorgen aan een ministerie, iets wat, zoover bekend, nog niet bij «Tesselschade" voorkwam, en misschien iets meer belooft voor de toekomst. De 14 depöthoudsters, ook behoorende tot de vrouwen, die door «Tesselschade" geholpen worden om in eigen onderhoud te voorzien, verdienden wederom tezamen aan salaris en pCt. ongeveer f 3000, benevens voor sommigen vrije woning en vergoeding voor vuur en licht. Veel nut stichten zeker de voorlichtings-bureaux; zij geven vaak aanleiding om de aanvraagsters te verwijzen naar de bemiddelings-bureaux die h>n verder helpen. Eene vraag die juist in dit Weekblad uit voerig behandeld is, vindt in dit verslag ook eene bespreking: de waarde van tuinbouwopleiding als vak voor meisjes. Het resultaat is voorloop!^ dit, dat gelegenheid tot opleiding op verscheidene wijze kan gevonden worJen, doch dat plaatsing na volbrachte studie of practische oefening, in kweekerijen zeer moei lijk te vinden is. Uit de inlichtingen, inge wonnen door de directrice te 's Hage, blijkt dat in het Westland alleen ongeveer 800 kweekeryen, elk 2 H.A. groot, gevonden wor den, die wanneer de tuinder kennis van zaken heeft, een goed bestaan opleveren. Die kwee keryen of liever tuinderijen zijn echter te klein dan dat daar vrouwelyke hulp kan worden gebruikt, en evenzoo is het gesteld in de tuinderyen in den omtrek van Haarlem. In het bloembollenvak zou wellicht voor admi nistratief werk vrouwelyke hulp kunnen ge bruikt worden, doch op het veld en in de schuur is het werk van dien aard, dat dit voor de Tesselschade-candidate ongeschikt is, en zy'n de verdiensten zoodanig, dat zij geen bestaan opleveren. Alleen voor het tijnere tuinwerk, het sorteeren en kantoorwerk, kon de vrouw geschikt worden geacht. Op l April 1S98 telde »Tesselschade" 45i')9 leden. Beschermvrouw is II M. de KoninginWeduwe-Regentes van het Rijk; leden van het hoofdbestuur zyn: Jonkvr. J. de Bosch Kemper, voorzitster, Amsterdam, Zandpad G, mej. J. A. J. Testas, vice-voorzitster, Den Haag, Borneostraat 35, mej. D. A. Tak, Ie penningmeesteres, Den Haag, Javastraat G2, mej. C. D. Rueb, 2e penningmeesteres, Rot terdam, WillPmskade 19, mevr. Boidaert S:huurbeque Boeye, Ie Secretaris, Ommen bij Zwolle, mevr. Van der Liau -de Joode, 2d secretaris, II >arlem, Leeghwaterstraat 11, mevr. Van der Kiay Biskanter, Den Haag, Lian Copes v. C. 41, mevr. Cadet?Kampers, Den Haag, Nassau-O Jy'ckstraat 03, mej. L van Haeften, Almeloo; Eerelid raej. I. C. M. van Houten, Arnhem, Jansbinnensingel. Leden van de Bazaar-commissie zijn: mej. J. A. J. Testas, voorzitster, mej. C. J. A. van Dorssw, Ie penningmeesteres, Dordrecht Singel 130, mevr. Stoop Bsse Mackay, e penningmeesteres, Nymegen, Van Welderenstraat, m«j. H. M. Chabot, Ie S^cretares, Rotterdam, Wes terstraat 38, mej. J. Reijers, 2e secretaris, Arnhem, Eusebiusbuitensingel 41, mej. L. van Haaften, mej. D. A. Tak en mevr. Cadet Kemperp. Van de commissie tot instandhouding en uitbreiding der vereeniging: mevr. van der Kaay?Biskanter, mevr Cadet?Kempers: directrice van het Centraal-Bureau: mevr. Van der Laan?de Joode; nihliothecares: mevr. Cadet Kempew; leden vandefond8kas-commissie:mej. D. A. Tak, m vr Van der Kaay?Biskanter; leden van de Zegers-Veeckens-fonds-commissie : mej. J A. J. Teslas, mevr. Hanegraaff?Havelaar, secretares, Rotterdam, Westzeedijtt *.), mej. D. A. Tak; redactie van het correspondentie blaadje : jonkvr. J. de B >sch Kemper, Amster dam, mevr. Boddaert?S^huurbeque Boeye; In het comitéder KunNtnaaldwerkklasse hebban namens «Tesselschade" zitting : jonker. J. De Bosch Kemper, Amsterdam, Roemer Visscherstraat (S, merr. Wad. Wertheim?-Bicker, Am sterdam, Nieuwe Prinsengracht 41. ?UIIIHMIIIIIIIHtHIIHHMirllMIIIMIIIIIIItlMHIMIIIIUilllBimlIlHIHIimlim Lady Wancick's landbotuncliool. Putti en Zeep. Kinder ziekeneeryleegxters. Poreuze onderkleeding. Azijn. Frowtoen-f/ewnKjenisse». Par/iuiie iewinkds. Recepten. In alle landen wordt de aandacht gevestigd op groententeelt, bloemkweekery, kippenfokken, bijenhouden, eierverkoop als hand werk voor vrouwen. Uit Duitschland namen wij herhaaldelijk programma's over ; de inrich tingen van mevrouw Budberg in Rusland hopen wij eeu andermaal te beschrijven; in Engeland had de J<'ortni<jlttlty een plan van lady \Varwick, dat miss Elith Bradley verder heeft uitgewerkt. Lady Warwick had er drieërlei doel mede: 1. een nieuwen werkkring te openen voor de vrouw, vooral de domineesdochter, de dochter van dendorpsschoolmee^ter.van den kleinen win kelier, enz. "2. het ontvolken der plattelandsdorpen tegen te gaan; ,'j. een deel van het geld, dat nu jaarlijks naar Frankrijk en Itali stroomt voor jonge groenten, kippen, eieren en blot'xen, in Engeland te houden. Zij denkt vooreerst een Landbouwschool voor vrouwen te stichten, en hier omheen, op hetzelfde landgoed, tien of twaalf boerderijen te bouwen, ieder met drie of vier bunders grond er bij, a!s landbouw kolonie. De school zou het middelpunt zijn, en onder een uiterst bekwaam bestuur staan, mannen of' vrouwen: men zou er als theorie botanie, geologie, entomologie, tuinbouw, de leer omtrent kippen, by'jn, bloemen en vruchten kweeken, en boek houden bestudeeren ; het practische werk omvat natuurlijk het kweeken en behandelen van de planten en dieren, voorts inmaken, geleienen vruchtenwijn bereiden, melk, boter en kaas maken volgens de beste methoden. Voorts het opkweeken van varkens, kippen, kalkoenen, ganzen, eenden, en het utiliseeren der bijpro ducten. Lady Warwick heeft ook willen zorgen dat de leerlingen in voeling waren met de be schaafde wereld, en lezingen, het gebruiken der bibliotheek, voordrachten, conversatie, debatteeren in haar programma opgenomen. Aan leerlingen zullen kleine gedeelten van het landgoed in gebruik of' in pacht worden afgestaan; men rekent natuurlijk dat eenige ervan als werkelijke pachters van de groote grondeigenaars zullen optreden. Evenals in Duitschland wil lady Warwick ook het dienstbodenwerk laten doen door per sonen, die in ruil voor haar werk het onder wijs genieten. Met het bouwen der huizen is men reeds begonnen; deze zullen elk verhuurd worden aan tweetal dames, die elk een inkomen van 240 tot GOO guldens 'sjaars moeten hebben; zy zullen G gulden per week of meer moeten betalen, haar terrein pachten en door middel der school de producten verkoopen. Van Patti gaat, zooals men weet. de legende zy' zich nooit wascht, en daardoor haar schoon heid en haar teint bewaart. Dit is zeker overdreven; toch mag nog wel eens gewezen worden op het verderfelijke van scherpe zeepen voor vele gezichten. De eej e huid is teerder dan de andere. Van zeep krijgen sommige gezichten blinkende plekken, die afschuwelyk zijn, andere ruwe plekken die men niet weg kan kry<en. Het aangewezene zy'n emulsie»,maar emuUies maken is een heel werk, omdat ze maar twee of drie dagen goed blijven, en men er dan wel een kamenier op na mag houden die er iederen dag een uurtje aan besteedt; de emulsies die in de winkels verkocht worden zijn door het bederfvverend element dat er aan toegevoegd wordt, soms even scherp en sehadelyk als zeep. Geraiitm is dus, voor wie een teero huid heeft, te doen zooals Patti, zich 's morgens en 's avonds het gezicht mat coldcream in te wrijven en het er met een fijn linnen lapje en lauw water, dat gekookt heeft, weer af te wryven. Het gezicht wordt op die wys waarlijk niet miuder gereinigd dan met zeep en koud water. Wie roode plekken op de wangen heeft, doet goed, bij het waschwater wat borax te doen, 100 gram borax op l liter kokend water in een rltssch en daarvan telkens 4 a 5 eetlepels in het waschwater en na het wasschen wat kamfer-coldcream op te leggen. Een voile en wat poudre-de-riz bij bet wand Jen kan ook geen kwaad ; voorts vermijde men peper en speceryen ; daarentegen veel visch, groenten en vruchten. Het gelaat is de spiegel der ziel, maar soms ook der digestie. Te Bad-Nauheim, in het *E nmaheim", is een cursus voor Kinder-ziekenverpleegsters, onder directie van S initatsrath dr. Minier en zijn vrouw. De cursus duurt ze-ven maanden, l April tot l November; er is veel vraag naar, gewoonlyk is op l December de lijst voor het volgende jaar af vol. DJ kosten zijn 210 mark, vooruit te betalen, en een uitzet naar voor geschreven model ; vereischten zijn voorts : leeftyd tussehen 18 en 30 jaar, gezond gastel met attest van een dokter, eigenhandig opge stelde levensloop, eene aanbeveling van het hoofd der gemeente of een bekend persoon, en schriftelijke toestemming van ouders of' voog den. De leerlingen doen ook alle huiswerk; zij kunnen bij gebleken ongeschiktheid elk oogenblik ontslagen worden ; ze kunnen zich met 14 dagen opzeggeus zelf' terugtrekken ; wie linksch is, wordt niet aangenomen. Na het doormaken van een cursus .en het arl^ggen van examen kan men een getuigschrift krijgen, en gewoonlyk heeft de directrice reeds aan vragen voor plaatsing; die zich door vlijt en goed gedrag onderscaeiden, kunnen in het «Moederhuis" een tijdlang plaatsing afwachten. * Eene aardige reclame maakt de firma Seh nherr & Co, Patent Fiaehs-wirkerei .Küln" te Keulen a U., door den afnemers van hun poreus linnen en netwerk, bij eene e enigszins belang rijke bestelling, een album cadeau aan te bieden van de stad Keulen en eeüige voorname g«zichten van den Uijn. Bij deze poreuze onderkleeding schij t de meest gewenschte verhouding verkregen te zijn j tusschen te veel en te weinig warmteverlies, en het gevaar van kou vatten op vernuftige wijze vermeden te zijn. Door de eigenaardig heid van het weefsel kan de overvloedige warmte, welke wij produceeren, door de ope ningen in het weefsel ontsnappen, zonder dat te veel verloren gaat en ons lichaam dus met een mantel van lucht van middelmatige tempe ratuur omgeven is en de huid zelve altijd droog blijft, wat in ons klimaat, met zulk een afwisselende temperatuur, vooral voorsportsmen van groote waarde is. * * Da desinfecteerende kracht van azijn is niet meer zoo erkend als vroeger, toch is het een middel dat men steeds bij de hand heeft en vaak met nut kan aanwenden. Mondspoelen met water in een paar druppels azijn, is uit stekend desiafecteerend ; gorgelen mnt water, azyn en zout is een middel tegen heeschheid. Compressen met water en azijn helpen tegen hoofdpijn; wasschen met azijn tegen flinwten. Den rug met azijn wasschen is versterkend ; de huid in der handen wordt er blanker en harder door. Bijna dit alles gescBiedt nog beter met citroen, maar azyn is bereidbaarder. Het verdampen van azyn in kamers waar kinderen »rooden hond" hebben, verschaft verlichtirg; ook meubels die een leelijken reuk hebben worden door het verdampen vanaziji gedesinfecteerd. Azyn kan als voorloopig tegengif dienen bij een aantal vergiften, als alcoholische, loog, potasch, en de narcotische o,.ium, belladonna, nicotine|; bij vele ontbindingsverg ften, als worst-, vleesch-, vischvergif, en eenige plantaardige, als schierling, helleborus, champignons. * * * Voordat de koffiehuizen en bierhuizen in de mode waren, kwam men, zooals bekend is, bij den barbier bijeen, of bij den confi-eur. Te Madrid ontmoet men elkaar nog bij den barbier; te St. Petersburg . zy'n de banket bakkerswinkels no? Daarvoor aangewezen, die dan ook niet veel van conditoreien of cafés verschillen. Londen heeft in dat opzicht iets af zonderlij ks; men spreekt wel af elkaar in parfumeriewinkels te ontmoeten, l it schijnt te dateeren uit het begin der vorige eeuw, toen de heer William Bayley, het hoofd van een heele dynastie van parfumeurs, de Ersbouijuet uitvond, die aan het hof fureur maakte. Vele Eiigelsche koningen waren dol op parfumerieën. Genrge III en Georg IV besteedden minstens GOO pond sterling 's jaars aan odeurs; William IV diarentegen gaf er in zijn geheele regeering niet meer dan 30 pond voor uit. De familie Bayley heeft nog de snuifdoos, dien haar stichter gebruikte als hij ten hove ging. Hy vulde haar telkens met snuif, op een nieuwe wyze geparfumeerd, liet den koning snuiven en nam weer een bestelling mee naar huis. In William Bayley's winkel voerden Pitt en Burke vele hunner belangrijkste gesprekken. Nelson deed er de inkoopen voor lady Hamilton; Johnson had zy'n plaatsje in den geurigen winkel en con fereerde er met letterkundigen en de diplomaten. Er was een raam dat men het »KoyaI \Vindow" noemde, waar de hertogin van Clarence en York gewoonlijk haar plaats na nen. Het uithangbord van het huis was door Hogarth geteekend. De Bnyley's gaven voor, dat zy' voor de samenstelling der Ei-bouquet rhiuocroshoorügebruikten. t f * Sok ji-ite. De tong wordt een oogenblik in melk gelegd, dan afgeveegd, door meel ge haald en in een pan gelegd met gesmolten geklaarde boter, aan eene zij Ie gebakken, om gekeerd, met een weinig zout bestrooid, aan de andere zijde gebakken, en met een halven citroen gediend. Sole au vin bliinc. Da tong wordt, als sole /rite, een oogenblik in melk gelegd, afgeveegd, door meel gehaald en aan beide zijden half gebakken; dan legt men haar in een gratineerschotel. snijdt haar langs de graat open, neemt deze er uit, sluit den visch weer, giet er een blonde saus met witten wijn en gekookte cham pignons over, en zet haar 20 a 25 minuten, met paneermeel bestrooid, in den oven. /?Me nonnande is tong, a's sole au vin liane in melk gelegd, door meel gehaald, aan beide zijden half gebakken, opengesneden en van de graat ontdaan. In de plaats van de graat legt men een streepje boter, sluit den visch weer en legt hem op een gratineerschotel op een laagje roomsaus of béchajnel, omgeven met cham pignons, oesters, truffels en garnalen ; daarover weer een laag saus. Men bestrooit met paneer meel, voegt er stukjes boter bij en zet den schotel 25 minuten in een zachtwarmen oven. De sole a In Jnles Janin is gevuld met vischfarce ; de sole a la bretonne omgeven met worteltjes, peterselie, boonen en champignons; voor de sole a la Mogador gebruikt men enkel de filets met saus van garnalen en oesters; voor sole l'amirale met kleine kreeften en trutt'els; voor sole régertce met hanekaonnea en mergballetjes ; voor sole a la Oflij laat men de filets, alvorens ze te bakken, in citroensap, zout en peper een uur lang marineeren. B-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl