Historisch Archief 1877-1940
No. 1099
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
volgehouden manier van denken, die niet de
e'eoig mogelijke en in onze dagen onder de
denkers niet de heerschende ie, wordt door
hem met volle overtuiging voorgedragen.
Daarom juist verdient zyn boek door wie
op een aangename wyze ven het oude leeren
wil en zich niet diets maakt, dat de bescha
ving met de modernen begonnen is, ijverig
gelezen te worden.
Utrecht, l Juli 1898. VAN DER WYCK.
lliiiiiiiiimuiuiiiiiiiiiii
liunimuiiiiiiiiiMliiliilillll
TERjlN
Cantate van mej, Yan Oosterzee.
De Cantate door Cornélie van Oosterzee
gecomponeerd op woorden van mevrouw Snyder
van Wissfinkerke, voor de opening van de
Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid,
verdient in hooge mate de aandacht, omdat
het w«rk zich verre verheft boven bet gewone
niveau der gelegenheidscompositiën.
De tekst is het product van een e bizonder
gelukkige inspiratie; bij teekent met treffende
nauwkeurigheid, wat het ideale beginsel der
zoogenaamde vrouwenbeweging zijn moet, en
spreekt, van het hart gekomen, direct tot het
hart.
. Dat de inkleeding van zulke gelukkige ge
dachten niet zoo goed geslaagd is, in de verzen
van het standpunt des toondichters be
schouwd hier en daar wat stroef zyn, heeft
blijkbaar voor de componiste geen bezwaar
opgeleverd.
Het oprecht-gemeende en innig-gevoelde van
het gedicht heeft haar blijkbaar onmiddellyk
gepakt, en zoo is, door de samenwerking dezer
twee zoo begaafde en echt-artistieke vrouwen,
een kunstwerk van superieure hoedanigheden
ontstaan.
De qualiteiten die in vroegere compositiën
van C. v. O. aan het licht kwamen, zijn ook
in dit werk in ruime mate aanwezig.
Ook hier een absoluut meesterschap over
het orchest; een z'ch-bewust-zijn van de voor
geschreven klankeffecten, dat met vaste hand
aan de muzikale gedachten gestalte en kleur
geeft.
Ook hier, in ruime mate de bewijzen hoe
groot hare gave is van onmiddellijk de juiste
stemming te treffen en te w.ekken.
De sombere inleiding en het klagende eerste
koor: de zang van de lichte gestalte, zoo
verheven en verheffend; het eerste koor van
het tweede gedeelte, waar de wufte zieltjes
zonder-zorg, hare zusterkens trachten over te
halen liever te gaan spelen met de golfjes aan
't strand, dan ernstig en moeizaam werk aan
te vatten, maar vooral de omirekeer in dat
zelfde stuk, wanneer het naderend onheil
wordt geschilderd, en ten slotte de hoogver
heven opwekking tot het streven naar »der
Menschheid ideaal" met het grandiose naspel
voor orkest (waarvan helaas! het publiek de
grootsche werking wreed verstoorde, duor een
welgemeend, maar hier nooit te excuseeren
applaus voor de zangeres) dat alles zijn echte
stemmingsbeelden.
Het slotkoor zet in met eene fuga. Ofschoon
erkend moet worden dat de componiste
ook daarin een meesterstuk leverde, mag niet
worden verzwegen dat die oude voroi, tusschen
al dat moderne, vreemd viel.
Het ware meer dan jummer wanneer deze
Cantate, omdat ze als gelegenheids-compositie
moest dienst doen, voorgoed op zij gelegd moest
worden.
Zangvereenigingen die over een geschoold
en tamelyk talrijk vrouwenkoor kunnen be
schikken, zouden in dit werk zeker een succes
nummer vinden, en door de uitvoaring ervan
eene welverdiende hulde bewijzen aan de
componiste, die ook in dit stuk weer getoond
heeft onder de Nederlandsche
toonkunstenaressen de allereerste te zijn, en met dit nieuwste
werkt ons alweer eene belofte voor de toekom-st
gaf, naar welker vervulling wy met verlangen
uitzien.
WOUTER HUTSCHENRUYTER.
Een symphonie (?) van Mascagni.
Do jonge Italiaansche school verricht won
deren. Uit Kome vernemen wij, dat Maseagni
voor de viering van het eeuwfeest van Leopardi
een nieuwe symphonie heeft gecomponeerd.
Dit bericht is al onrustbarend genoeg voor
ieder, die het Intermezzo sinfonico uit de
Cavalleria kent, en dus weet, wat Mascagni onder
een symphonie verstaat: een duo voor harp en
viool. Maar het ergste komt nog. De bericht
gever vertelt, dat Mascagni, geïnspireerd door
Leopardi's gedichten, »in chronologische volg
orde de kindsheid van den dichter, zijn klachten
over zijne te korte jeugd, zijne teleurstellingen
in de liefde, zijne vurige vaderlandsliefde en
zijn wanhoop over de nietigheid van het leven,
in muziek heeft gezet." In chrono'o^iiclie volg
orde ! Dat is bepaald bewonderenswaardig....
Het valt niet te ontkennen, dat Mascagni
hiermede den grondslag heeft gelegd voor een
nieuwe kunst: de biographische muziek, of
de muzikale biographie, juist zooals men
wil. Mascarille heeft de Romeinsche geschie
denis in madrigalen gezet: Mascagni zal de
geschiedenis van groote mannen in romances
zetten. En het mooist van de zaak is, dat
alles, de kinderjaren van den dichter, zijn
klachten, zy'n illusies, zijn vaderlandsliefde,
de te korte jeugd en het nietswaardige van
het bestaan zonder onderscheid wordt uit
gedrukt in polka's en meer of minder lang
zame walsen. Men behoeft de nieuwe syraphonie
niet eens te hebben gehoord, om daarvan zeker
te zijn. Het is voldoende, wanneer men de
andere werken van den maestro kent, of zelfs
maar n daarvan ; zij gelijken op elkaar als
zusters .... Het laatste gedeelte van het bericht
heeft niets verrassends meer. «Uitgevoerd door
vijf en negentig leerlingen van het Conserva
torium Rossini te Pesaro, onder leiding van
den heer Mascagni zelf, die directeur is van
deze voortreffelijke inrichting, is het nieuwe
werk van den jongen Italiaanschen meester
met opgewonden
Natuurlijk.
toejuichingen ontvangen."
iiMiiimiiiiimiiiimuiiiHiiiiMmumiiniiiniuumiiHHHmMiiiiiiiiiiiiiii
Mweit en
Er zal een boek, een tijdschrift, wat dan
ook, verschijnen ; n auteur n uitgever n
drukker, innig overtuigd, dat, wat aanstonds
in het leven zal geroepen worden, den stempel
moet dragen van aller zuivere, eensgezinde
samenwerking, doen hun best de te ver
werken stof op te voeren tot de meest
mogelijk-bereikbarj volmaaktheid. De schrijver
nauwlettend wakend dat de dcor hem met
voorkeur behandelde stof belichaamd wordt in
eene hare passende gedaar.t;; drukker en
uitgever hem hierin gemeenschappelijk steunend ;
allen zóó overtuigd doorbouwend op een zelfde
idee als grondplan dat, bij het vertchijnen van
hunnen gezatnenlijken arbeid bet aanwezig
zijn van een harmonisch geheel in het materieele
werk daarvan de uitdrukking is.
Zóó zou het ten minste zijn, indien niet
de werkelijkheid heel anders, ea van een
bereiken dier innige eenheid al heel zelden
sprake ware. Zóó zeldzaam doet zich zelts die
zuivere uiting van eenheid in willen en kunnen
voor, dat alieen bij exceptie een boek, of laten
we in het algemeen zeggen, drukwerk, wordt
aangetroffen, waarin d) waarde van een leidend
beginsel wordt erkend; en als we daarbij de
stellige overtuiging vasthouden dat de drukker
alle krachten inspande om tot iets goeds te
komen, dan is het treurig te moeten ervaren,
dat, met het verlies van het streven naar een
grondgedachte, tevens de waardeering voor
hetgeen anderen in vroegere tij len, goeds
volbrachten, te niet ging.
Het tegenwoordige drukw rk draagt in hooge
mate de kenmerken van begirselloosheid en
sluit daardoor in zich onbekendheid met de
lijnen die de zet'er heeft te volgen om te
geraken tot harmonische verhoudingen en
schoonheid in zijn moeitevol werk. Een vast
plan, waarop gewerkt wordt, waarnaar drukwerk
gezet wordt, waarop de verhouding van lengte
en breedte van het bedrukte deel op de pagina
bepaald wordt, waarnaar het evenwicht geregeld
wordt tusschen den druk en de marg« wit van
het papier schy'nt niet te bestaan. Dergelyk
werk is dikwijls een totale ontkenning van
verhoudingen, het is maar op de een of andere
het meest voor de hand liggende wyze in elkaar
gezet, zonder dat blijkbaar overdacht is, dat
niet elke lengte en breedteverhouding evenredig
kan zijn met lettergrootte, interlinie, marge
wit, wat niet al. Gewoonlijk openbaart zich
de technische vaardigheid van den zetter-?en
ik wil hierbij nogmaals gezegd hebben dat hy
het met de overtuiging doet goed werk te
leveren in een apotheose van allerlei kunstig.
knaphandige oplossingen, dia ontzaggnlijk veel
moeite en tijd kosten, ferwiyl hij daarbij veelal
zijn geheele voorraad verschillende lettersoorten
de revue laat passeeren, dusdoende niet be
grijpend dat 't al h el moeielijk is verschillende
karakters in n kader te plaatsen en dat de
kwantiteit de kwaliteit te gronde richt.
En waar n schuilt toch de corzaak van het
voortdurend gebruiken van interlinies? Ik
wil volstrekt niet ontkennen dat bij een kleiner
lettertype, ik zou zeggen van af parel tot
misschien dessendiaan, wil alles behoorlijk
leesbaar blijven, de interlitde bezwaarlijk gemist
kan worden, maar zou het dan nut beter zijn
een lettergrootte te bezigen, waar de interlinie
niet strikt noodig is ? Daardoor zal tevens de
hoeveelheid druks op een pagina verkregen,
grooter worden, hiermede tegelijk tegemoet
komend aan economische eischen. Maar blijft
ten slotte toch het bezwaar van mindere lees
baarheid zich gevoelen, dan zal dit wel ge heel
voor rekening komea van de magerte der
te/enwoordige letter.
Boeken in vorige eeuwen gedrukt bewijzen
dat zonder interlinies 'i een goed ge eel tegen
het wit van di pagina werd verkregen n
dnidelrjke leesbaarheid.
Ik noem b.v. de Hypnerotomachia Poliphili
door Aldus Manutius te Venetiëgedrukt, de
Qaatriregio van Frezzi, het Li^er-E^istola-um
van Barzizius en tal van Hollandsche werken
uit later tyd, zooals het Groot Schilderboek
van Gerard de Lairesse (174 >) e c.
IIIH11MIHIIHI1lltllHMmllHMHIlnllMHHtiimUIIIHHHIIIIHHIIItllllllmillimlM»UIIIIIIMIIIIII
miiiiMMiiiiiiiiiiimliiiiiiiiii
YOOÏ( DAMEjS.
De Forestiera" te Rome.
Het ligt op het oogenblik niet in mijne
bedoeling, te schrijven over de «Vreemde
Vrouw", die in gezelschap van landgenooten
voor veertien dagen, hoogstens drie weken
te Rome het hotel- of het pensionleven
meemaken komt; noch uit te weiden over de
rijke Amerikaansehe, Engelsche of Russische,
die hier een weelderig ingericht appartement
bewoont en dagelijks, vanaf een
hoogenjachtwagon, lelve haar prachtig tweespan door het
volla »Corso" naar den «Monte Pincio" voert,
maar iets te vertellen over het leven van de
hier arbeidende «forestiera", dus van de
vreem- delinge, die zich beweegt op het gebied der
kunst, der letteren, dar journalistiek, van het
onderwas, enz. ent
Deze hetft in den regel een of twee kamers
betrokken by' de een of andere Romeinsche
familie, die gewoon is een gedeelte van het
huis aan de vreemdelingen af te staan.
Het wonan op kamers, brengt vanzelf mede,
dat het middagmaal buitenshuis gebruikt wordt
in eene van de meest bekende restauraties,
onder artiesten en journalisten, is de kleine
kosmopolitische «Flora", in de Via Sistina.
Daar treffen alle naties elkandw aan om n
uur, daar wordt gelachen en gediscuteerd
door mannen «n door Trouwen, d«tr biedt
zelfs de Italiaan der vreemdelinge eene
cigarette aan; want hoe bekrompen dit volk ook
moge wezen in het toekennen van vrijheid
aan eigen dschteren jonge vrouwen en jonge
meisjes mogen hier nimmer onbegeleid over
straat gaan der vreemde vrouw is daaren
tegen de grootst mogelijke vrijheid toegestaan
en deze laat niet na, daarvan zoo ruim mo
gelijk gebruik te maken.
Doch niet alUeu, dat ze ongestoord ieder
koffiehuis en iedere restauratie binnentreden
-kan, maar zelfs keert ze 's nachts geheel
alleen van het theater huiswaarts.
Hetvreemdelingenmerb, dat ze mat aich draagt in
uiterlijk en manieren, vrijwaart haar voor
iedere onaangename bejegening.
Natuurlijk spruit die toegevendheid van
den Italiaan bij bötelhouders, gidsen en der
gelijke lieden voort uit eigenbelang, maar bij
den vry'denkenden Italiaan berust die welwil
lendheid op bewondering voor de vrouw, die
zich door eigen kracht en arbeid een weg
baande door het leven,en belangeloos is hij steeds
gereed te helpen, waar hy' zulks slechts vermag.
Vanzelf spreekt, dat een groot deel der hooge
aristocratie de vry'e levenswijze dezer
»forestiera" afkeurt, maar wijl ze direct noch
indirect in aanraking komt met dat deel der
maatschappij, ondervindt ze geen onaange
naamheden daarvan. Niet alleen echter verschilt
het materieele leven der vreemdelinge van dat
der vrouw in het noorden, doch ook werkt
ze op eene meer aangename wyze en daarvan
is vooral het mildere klimaat de oorzaak.
De zon schenkt aan bet dagely'ksch leven
hier eene poëzie, die in het zenuwachtig
arbeidende noorden wordt gemist. De stroeve
ernst, welke iedere »forestiera" uit haar
vaderland meebracht naar het vroolyke zuiden
wordt langzamerhand gedood onder dea invloed
van een hoogen blauwen hemel. Men arbeidt,
maar het leven is hier goedkoop en Italiens
natuur spreidt zulk eene weelderige
liefelykheid ten toon, dat men onwillekeurig naar
bniten gedreven wordt en meegenieten wil
van zooveel heerlyks.
En hetzij de vrouw arbeidt in haar atelier,
of studeert in bibliotheken en museums; hetzij
zij de lessen aan de universiteit bijwoont, of,
zooals enkele Zweedsche en Finsche jonge
vrouwen, haar brood verdient door »massage"
te geven, nimmer drukt het leven hier, nimmer
wordt de vroolykheid gedood.
Er wordt tijd gezocht en gevonden voor
wandel- en fietstochten, want sedert een paar
jaren verrijzen zelfs in de «stad der zeven
heuvelen" de pista's, waar les gegeven wordt
in het wielryden, als paddestoelen uit den
grond. In de heetste maanden van Juli
tot half September verlaat de »forestiera"
Rome en trekt de Saby'nsche of Albaansche
bergen in, alleen of in afspraak met anderen.
Gewoonlijk gaat ze niet ver weg van Rome,
want er ligt een groote bekoring in de ge
dachte, dat de »stad der steden", binnen een
paar uren te bereiken is.
Hieruit volgt dus, hoe oni/egrond het oordeel
van de meeste vreemdelingen genoemd mag
worden, over de in Italiëheerschende onvei
ligheid. Ik zelf heb geheel dit land door
getrokken, ik heb gedoold in al de omstreken
van Rome en bezocht met de grootste gerust
heid Sicilië. Nimmer heb ik meer
vriendelykheid ontmoet, dan juist in die zoogenaamde
»bandietenstreek." En toen ik te Reggio weer
op Italiaanschen bodem stond en over zee
heenblikte naar hetschoone zoaneneüand, toen
was het met den wensch, da»r nog eenmaal
terug te keeren !
YOLAKDA.
HMIIIIMMMMIMHtllMMJMHUMyillllllHIMIMUIItUMHIlWttMVIItllMIVIIMt
TesselschaHe,
Het zes-en-twintigste jaarverslag der
algemeene Nederl.vrouwen-vereenig. /letselschade",
van l April 1897 tot 31 Maart 1898, zou, om
zy'n belangrijkheid en uitvoerigheid, verdienen,
dat men er een aantal kolommen aan wijdde.
De werkkring der vereeniging toch breidt zich
steeds uit, en hare inwendige organisatie schijnt
op zulk een uitbreiding berekend te zy'n. Men
verschafte als steeds werk thuis, verkocht het
in bazaars en depots, hielp door
bemiddelingsbureaux meisjes aan betrekkingen. Het mocht
aan de directrice te Haarlem gelukken twee
jonge meisjes te plaatsen als controle-beambten,
en aan den Haag eene dame eene betrekking
te bezorgen aan een ministerie, iets wat, zoover
bekend, nog niet bij «Tesselschade" voorkwam,
en misschien iets meer belooft voor de
toekomst. De 14 depöthoudsters, ook
behoorende tot de vrouwen, die door
«Tesselschade" geholpen worden om in eigen onderhoud
te voorzien, verdienden wederom tezamen aan
salaris en pCt. ongeveer f 3000, benevens
voor sommigen vrije woning en vergoeding
voor vuur en licht. Veel nut stichten
zeker de voorlichtings-bureaux; zij geven vaak
aanleiding om de aanvraagsters te verwijzen
naar de bemiddelings-bureaux die h>n verder
helpen.
Eene vraag die juist in dit Weekblad uit
voerig behandeld is, vindt in dit verslag ook
eene bespreking: de waarde van
tuinbouwopleiding als vak voor meisjes. Het resultaat
is voorloop!^ dit, dat gelegenheid tot opleiding
op verscheidene wijze kan gevonden worJen,
doch dat plaatsing na volbrachte studie of
practische oefening, in kweekerijen zeer moei
lijk te vinden is. Uit de inlichtingen, inge
wonnen door de directrice te 's Hage, blijkt
dat in het Westland alleen ongeveer 800
kweekeryen, elk 2 H.A. groot, gevonden wor
den, die wanneer de tuinder kennis van zaken
heeft, een goed bestaan opleveren. Die kwee
keryen of liever tuinderijen zijn echter te klein
dan dat daar vrouwelyke hulp kan worden
gebruikt, en evenzoo is het gesteld in de
tuinderyen in den omtrek van Haarlem. In
het bloembollenvak zou wellicht voor admi
nistratief werk vrouwelyke hulp kunnen ge
bruikt worden, doch op het veld en in de
schuur is het werk van dien aard, dat dit
voor de Tesselschade-candidate ongeschikt is,
en zy'n de verdiensten zoodanig, dat zij geen
bestaan opleveren. Alleen voor het tijnere
tuinwerk, het sorteeren en kantoorwerk, kon
de vrouw geschikt worden geacht.
Op l April 1S98 telde »Tesselschade" 45i')9
leden. Beschermvrouw is II M. de
KoninginWeduwe-Regentes van het Rijk; leden van
het hoofdbestuur zyn: Jonkvr. J. de Bosch
Kemper, voorzitster, Amsterdam, Zandpad G,
mej. J. A. J. Testas, vice-voorzitster, Den
Haag, Borneostraat 35, mej. D. A. Tak, Ie
penningmeesteres, Den Haag, Javastraat G2,
mej. C. D. Rueb, 2e penningmeesteres, Rot
terdam, WillPmskade 19, mevr. Boidaert
S:huurbeque Boeye, Ie Secretaris, Ommen bij
Zwolle, mevr. Van der Liau -de Joode, 2d
secretaris, II >arlem, Leeghwaterstraat 11, mevr.
Van der Kiay Biskanter, Den Haag, Lian
Copes v. C. 41, mevr. Cadet?Kampers, Den
Haag, Nassau-O Jy'ckstraat 03, mej. L van
Haeften, Almeloo; Eerelid raej. I. C. M. van
Houten, Arnhem, Jansbinnensingel. Leden
van de Bazaar-commissie zijn: mej. J. A. J.
Testas, voorzitster, mej. C. J. A. van Dorssw,
Ie penningmeesteres, Dordrecht Singel 130,
mevr. Stoop Bsse Mackay, e
penningmeesteres, Nymegen, Van Welderenstraat, m«j.
H. M. Chabot, Ie S^cretares, Rotterdam, Wes
terstraat 38, mej. J. Reijers, 2e secretaris,
Arnhem, Eusebiusbuitensingel 41, mej. L. van
Haaften, mej. D. A. Tak en mevr. Cadet
Kemperp. Van de commissie tot instandhouding
en uitbreiding der vereeniging: mevr. van
der Kaay?Biskanter, mevr Cadet?Kempers:
directrice van het Centraal-Bureau: mevr. Van
der Laan?de Joode; nihliothecares: mevr. Cadet
Kempew; leden vandefond8kas-commissie:mej.
D. A. Tak, m vr Van der Kaay?Biskanter; leden
van de Zegers-Veeckens-fonds-commissie : mej.
J A. J. Teslas, mevr. Hanegraaff?Havelaar,
secretares, Rotterdam, Westzeedijtt *.), mej. D.
A. Tak; redactie van het correspondentie
blaadje : jonkvr. J. de B >sch Kemper, Amster
dam, mevr. Boddaert?S^huurbeque Boeye;
In het comitéder KunNtnaaldwerkklasse hebban
namens «Tesselschade" zitting : jonker. J. De
Bosch Kemper, Amsterdam, Roemer
Visscherstraat (S, merr. Wad. Wertheim?-Bicker, Am
sterdam, Nieuwe Prinsengracht 41.
?UIIIHMIIIIIIIHtHIIHHMirllMIIIMIIIIIIItlMHIMIIIIUilllBimlIlHIHIimlim
Lady Wancick's landbotuncliool. Putti
en Zeep. Kinder ziekeneeryleegxters.
Poreuze onderkleeding. Azijn.
Frowtoen-f/ewnKjenisse». Par/iuiie
iewinkds. Recepten.
In alle landen wordt de aandacht gevestigd
op groententeelt, bloemkweekery,
kippenfokken, bijenhouden, eierverkoop als hand
werk voor vrouwen. Uit Duitschland namen
wij herhaaldelijk programma's over ; de inrich
tingen van mevrouw Budberg in Rusland hopen
wij eeu andermaal te beschrijven; in Engeland
had de J<'ortni<jlttlty een plan van lady
\Varwick, dat miss Elith Bradley verder heeft
uitgewerkt.
Lady Warwick had er drieërlei doel mede:
1. een nieuwen werkkring te openen voor de
vrouw, vooral de domineesdochter, de dochter
van dendorpsschoolmee^ter.van den kleinen win
kelier, enz. "2. het ontvolken der
plattelandsdorpen tegen te gaan; ,'j. een deel van het
geld, dat nu jaarlijks naar Frankrijk en Itali
stroomt voor jonge groenten, kippen, eieren
en blot'xen, in Engeland te houden.
Zij denkt vooreerst een Landbouwschool
voor vrouwen te stichten, en hier omheen, op
hetzelfde landgoed, tien of twaalf boerderijen
te bouwen, ieder met drie of vier bunders
grond er bij, a!s landbouw kolonie. De school
zou het middelpunt zijn, en onder een uiterst
bekwaam bestuur staan, mannen of' vrouwen:
men zou er als theorie botanie, geologie,
entomologie, tuinbouw, de leer omtrent kippen,
by'jn, bloemen en vruchten kweeken, en boek
houden bestudeeren ; het practische werk omvat
natuurlijk het kweeken en behandelen van de
planten en dieren, voorts inmaken, geleienen
vruchtenwijn bereiden, melk, boter en kaas
maken volgens de beste methoden. Voorts het
opkweeken van varkens, kippen, kalkoenen,
ganzen, eenden, en het utiliseeren der bijpro
ducten.
Lady Warwick heeft ook willen zorgen dat
de leerlingen in voeling waren met de be
schaafde wereld, en lezingen, het gebruiken
der bibliotheek, voordrachten, conversatie,
debatteeren in haar programma opgenomen.
Aan leerlingen zullen kleine gedeelten van
het landgoed in gebruik of' in pacht worden
afgestaan; men rekent natuurlijk dat eenige
ervan als werkelijke pachters van de groote
grondeigenaars zullen optreden.
Evenals in Duitschland wil lady Warwick
ook het dienstbodenwerk laten doen door per
sonen, die in ruil voor haar werk het onder
wijs genieten.
Met het bouwen der huizen is men reeds
begonnen; deze zullen elk verhuurd worden
aan tweetal dames, die elk een inkomen van
240 tot GOO guldens 'sjaars moeten hebben;
zy zullen G gulden per week of meer moeten
betalen, haar terrein pachten en door middel
der school de producten verkoopen.
Van Patti gaat, zooals men weet. de legende
zy' zich nooit wascht, en daardoor haar schoon
heid en haar teint bewaart. Dit is zeker
overdreven; toch mag nog wel eens gewezen
worden op het verderfelijke van scherpe zeepen
voor vele gezichten. De eej e huid is teerder
dan de andere. Van zeep krijgen sommige
gezichten blinkende plekken, die afschuwelyk
zijn, andere ruwe plekken die men niet weg
kan kry<en. Het aangewezene zy'n emulsie»,maar
emuUies maken is een heel werk, omdat ze maar
twee of drie dagen goed blijven, en men er
dan wel een kamenier op na mag houden die
er iederen dag een uurtje aan besteedt; de
emulsies die in de winkels verkocht worden
zijn door het bederfvverend element dat er aan
toegevoegd wordt, soms even scherp en
sehadelyk als zeep. Geraiitm is dus, voor wie een
teero huid heeft, te doen zooals Patti, zich
's morgens en 's avonds het gezicht mat
coldcream in te wrijven en het er met een fijn
linnen lapje en lauw water, dat gekookt heeft,
weer af te wryven. Het gezicht wordt op die
wys waarlijk niet miuder gereinigd dan met
zeep en koud water.
Wie roode plekken op de wangen heeft,
doet goed, bij het waschwater wat borax te
doen, 100 gram borax op l liter kokend water
in een rltssch en daarvan telkens 4 a 5
eetlepels in het waschwater en na het wasschen
wat kamfer-coldcream op te leggen. Een voile
en wat poudre-de-riz bij bet wand Jen kan
ook geen kwaad ; voorts vermijde men peper
en speceryen ; daarentegen veel visch, groenten
en vruchten. Het gelaat is de spiegel der
ziel, maar soms ook der digestie.
Te Bad-Nauheim, in het *E nmaheim", is
een cursus voor Kinder-ziekenverpleegsters,
onder directie van S initatsrath dr. Minier en
zijn vrouw. De cursus duurt ze-ven maanden,
l April tot l November; er is veel vraag naar,
gewoonlyk is op l December de lijst voor het
volgende jaar af vol. DJ kosten zijn 210 mark,
vooruit te betalen, en een uitzet naar voor
geschreven model ; vereischten zijn voorts :
leeftyd tussehen 18 en 30 jaar, gezond gastel
met attest van een dokter, eigenhandig opge
stelde levensloop, eene aanbeveling van het
hoofd der gemeente of een bekend persoon,
en schriftelijke toestemming van ouders of' voog
den. De leerlingen doen ook alle huiswerk;
zij kunnen bij gebleken ongeschiktheid elk
oogenblik ontslagen worden ; ze kunnen zich
met 14 dagen opzeggeus zelf' terugtrekken ;
wie linksch is, wordt niet aangenomen. Na
het doormaken van een cursus .en het arl^ggen
van examen kan men een getuigschrift krijgen,
en gewoonlyk heeft de directrice reeds aan
vragen voor plaatsing; die zich door vlijt en
goed gedrag onderscaeiden, kunnen in het
«Moederhuis" een tijdlang plaatsing afwachten.
*
Eene aardige reclame maakt de firma Seh
nherr & Co, Patent Fiaehs-wirkerei .Küln" te
Keulen a U., door den afnemers van hun poreus
linnen en netwerk, bij eene e enigszins belang
rijke bestelling, een album cadeau aan te bieden
van de stad Keulen en eeüige voorname
g«zichten van den Uijn.
Bij deze poreuze onderkleeding schij t de
meest gewenschte verhouding verkregen te zijn j
tusschen te veel en te weinig warmteverlies,
en het gevaar van kou vatten op vernuftige
wijze vermeden te zijn. Door de eigenaardig
heid van het weefsel kan de overvloedige
warmte, welke wij produceeren, door de ope
ningen in het weefsel ontsnappen, zonder dat
te veel verloren gaat en ons lichaam dus met
een mantel van lucht van middelmatige tempe
ratuur omgeven is en de huid zelve altijd
droog blijft, wat in ons klimaat, met zulk een
afwisselende temperatuur, vooral voorsportsmen
van groote waarde is.
* *
Da desinfecteerende kracht van azijn is niet
meer zoo erkend als vroeger, toch is het een
middel dat men steeds bij de hand heeft en
vaak met nut kan aanwenden. Mondspoelen
met water in een paar druppels azijn, is uit
stekend desiafecteerend ; gorgelen mnt water,
azyn en zout is een middel tegen heeschheid.
Compressen met water en azijn helpen tegen
hoofdpijn; wasschen met azijn tegen flinwten.
Den rug met azijn wasschen is versterkend ;
de huid in der handen wordt er blanker en
harder door. Bijna dit alles gescBiedt nog beter
met citroen, maar azyn is bereidbaarder.
Het verdampen van azyn in kamers waar
kinderen »rooden hond" hebben, verschaft
verlichtirg; ook meubels die een leelijken reuk
hebben worden door het verdampen vanaziji
gedesinfecteerd. Azyn kan als voorloopig
tegengif dienen bij een aantal vergiften, als
alcoholische, loog, potasch, en de narcotische
o,.ium, belladonna, nicotine|; bij vele
ontbindingsverg ften, als worst-, vleesch-,
vischvergif, en eenige plantaardige, als schierling,
helleborus, champignons.
* *
*
Voordat de koffiehuizen en bierhuizen in
de mode waren, kwam men, zooals bekend is,
bij den barbier bijeen, of bij den confi-eur.
Te Madrid ontmoet men elkaar nog bij den
barbier; te St. Petersburg . zy'n de banket
bakkerswinkels no? Daarvoor aangewezen, die
dan ook niet veel van conditoreien of cafés
verschillen. Londen heeft in dat opzicht iets
af zonderlij ks; men spreekt wel af elkaar in
parfumeriewinkels te ontmoeten, l it schijnt
te dateeren uit het begin der vorige eeuw,
toen de heer William Bayley, het hoofd van
een heele dynastie van parfumeurs, de
Ersbouijuet uitvond, die aan het hof fureur
maakte. Vele Eiigelsche koningen waren dol
op parfumerieën. Genrge III en Georg IV
besteedden minstens GOO pond sterling 's jaars
aan odeurs; William IV diarentegen gaf er
in zijn geheele regeering niet meer dan 30
pond voor uit. De familie Bayley heeft nog
de snuifdoos, dien haar stichter gebruikte als
hij ten hove ging. Hy vulde haar telkens
met snuif, op een nieuwe wyze geparfumeerd,
liet den koning snuiven en nam weer een
bestelling mee naar huis. In William Bayley's
winkel voerden Pitt en Burke vele hunner
belangrijkste gesprekken. Nelson deed er de
inkoopen voor lady Hamilton; Johnson had
zy'n plaatsje in den geurigen winkel en con
fereerde er met letterkundigen en de diplomaten.
Er was een raam dat men het »KoyaI
\Vindow" noemde, waar de hertogin van Clarence
en York gewoonlijk haar plaats na nen.
Het uithangbord van het huis was door
Hogarth geteekend. De Bnyley's gaven voor,
dat zy' voor de samenstelling der Ei-bouquet
rhiuocroshoorügebruikten.
t f
*
Sok ji-ite. De tong wordt een oogenblik in
melk gelegd, dan afgeveegd, door meel ge
haald en in een pan gelegd met gesmolten
geklaarde boter, aan eene zij Ie gebakken, om
gekeerd, met een weinig zout bestrooid, aan
de andere zijde gebakken, en met een halven
citroen gediend.
Sole au vin bliinc. Da tong wordt, als sole
/rite, een oogenblik in melk gelegd, afgeveegd,
door meel gehaald en aan beide zijden half
gebakken; dan legt men haar in een
gratineerschotel. snijdt haar langs de graat open, neemt
deze er uit, sluit den visch weer, giet er een
blonde saus met witten wijn en gekookte cham
pignons over, en zet haar 20 a 25 minuten,
met paneermeel bestrooid, in den oven.
/?Me nonnande is tong, a's sole au vin liane
in melk gelegd, door meel gehaald, aan beide
zijden half gebakken, opengesneden en van de
graat ontdaan. In de plaats van de graat legt
men een streepje boter, sluit den visch weer en
legt hem op een gratineerschotel op een laagje
roomsaus of béchajnel, omgeven met cham
pignons, oesters, truffels en garnalen ; daarover
weer een laag saus. Men bestrooit met paneer
meel, voegt er stukjes boter bij en zet den
schotel 25 minuten in een zachtwarmen oven.
De sole a In Jnles Janin is gevuld met
vischfarce ; de sole a la bretonne omgeven met
worteltjes, peterselie, boonen en champignons;
voor de sole a la Mogador gebruikt men enkel
de filets met saus van garnalen en oesters;
voor sole l'amirale met kleine kreeften en
trutt'els; voor sole régertce met hanekaonnea
en mergballetjes ; voor sole a la Oflij laat men
de filets, alvorens ze te bakken, in citroensap,
zout en peper een uur lang marineeren.
B-e.