De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 24 juli pagina 2

24 juli 1898 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1100 benoodigd 24 ritmeesters en 65 luitenants. Er zijn 31 ritmeesters en 87 luitenants, ergo 7 ritmeesters en 22 luitenants te veel. Aannemende dat de kommando's en het toezicht van het escadron ordonnancen, van het depöc-escadron, en van hetrernontedepöt feitelijk ritmeesters kommando's zijn, zijn er 4 hoofdofficieren te veel. De militaire administratie werd sedert vermeerderd met l kolonel, 2 luitenantskolonels, 5 kapiteins en 6 Ie luitenants. De geneeskundige dienst met l kolonel, 2 luitenants-kolonels, 6 kapiteins, 12 Ie luitenants en 48 reserve officieren van gezondheid. Zoo stijgt dagelijks het oorlogsbudget zonder dat er iets meer dienst door het leger verricht, of van hetzelve geeischt wordt;wij moeten met den tijd mee, zegt men. Eene vermindering met 5 generaal-majoors, 3 kolonels, 15 luitenant-kolonels, 50 kapi teins en 170 luitenants is nuttig en noodig, tenzij de legersterkte op voet van oor log gebracht wordt Het leger vermindert er nu niets door in kracht; de overblijvers behoeven er geen dienst meer om te ver richten ; men verwijdert alleen de overtollige, nuttelooze krachten en bespaart den lande een belangrijke som. Nu nog een paar woorden ter aansporing van bezuiniging bij het militair onderwijs. De krijgsschool met 63 leerlingen, waarvoor zijn aangewezen 23 officieren en burger leeraren. De militaire akademie 260 leerlingen met 50 officieren en burgerleeraaren. De kadettenschool 140 leer lingen met 18 officieren en burgerleeraren. De hoofdcursus 100 leerlingen met 18 officieren en burgerlèeraren. De regiments cursussen met 36 officieren en eenige burgerleeraren. Om jaarlijks pi. m. 130 2e luitenants te vormen, zijn noodig 122 officieren en burgerleeraren, Men kan wel zien dat er een overcompleet aan officieren is, uit de gemakkelijke wijze waarop ze kunnen gemist worden. Wat een weelde vergeleken bij het burgerlijk onderwijs; zie de opmerking der commissie van onderzoek omtrent den ?werkkring (dienietbekendisj van 8officieren aan de militaire akademie. Op hoeveel komt zoodoende ieder aangesteld 2e luitenant den lande wel te staan P Dat dure militaire onderwijs heeft er toe bijgedragen, om de uitgaven verbazend op te drijven. Een paar jaren had de krijgsschool in Breda in het geheel 5 officieren leeraren, thans 23 officieren en burgerleeraren. De militaire akademie 45 officieren en burgerlèeraren, thans 64; voeg hierbij de 15 officieren, die de kadettenschool eischt, en men ziet dat er 42 officieren meer noodig zijn voor dat militair onderwijs dan 10 jaar geleden. Wat zullen er een tactische bollen ge kweekt worden, die per keuze wenschen te promoveeren. Een krachtige geest, een gezond verstand en een sterk lichaam zijn bij den krijgsman factoren van meer waarde, dan geleerde theoriëo. Waar gaan wij zoo voortgaande heen ? Het snoeimes moet geducht in al die luxe gezet worden. Beginnen wij met het opheffen van de iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIItlllllllllllllllllllllIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIII door TYRA. »Zeg man, is het voor de inhuldiging ?" vroeg mevrouw de Klaver, bij afwisseling ziende naar de circulaire in haar eega's hand, en naar de slappe thee die zij voor het ontbijt van haar gezin inschonk. Natuurlijk heette zij mevrouw" want haar man was //ambtenaar", onder welke veelomvat' tende benaming de hoogste en de laagste rangen kouden vallen; het was dus een titel die overal een goeden klank had. De heer des huües, fcteeds lezende, bleef het antwoord schuldig. Dit was een eigenaardigheid die zijn echtgenoote gedurende hun geheele huwlijksleven steeds uitermate zenuwachtig gemaakt had. Zoo ook thans."Het wilde echter nog wel eens helpen, wanneer de vraag in een anderen vorm gekleed werd. //Is het van de versierings-vereeiiigiBg ?" Voortgezet zwijgen. »Van de wijkcommissie ?" Klimmende verontwaardiging van mevrouw, die eindelijk tot eenig antwoord de circulaire zelf in handen kreeg, terwijl meneer nadenkend ziju slappe thee begon te drinken, niet lettend op de vragende blikken zijner twee volwassen dochters en van zijn schoolgaanden zoon. //En-ne, wat denk je te doen ?" begon mevrouw polsend nadat ze de lectuur geëin digd had, terwijl ze, het papier in de hand houdende, met de nagels de vouwen scherp er in streek. De gevreesde circulaire had wel reeds lang als een dreigend zwaard boven hunne hoofden gehangen, maar de vraag wat er gedaan zon worden als zij verscheen, was nooit opgelost. Gewend aan het feit, dat ze op een eerste vraag nooit antwoord kreeg ging ze voort: Je behoeft immers niet er aan mee te doen?" Het klonk informeerend, tevens echter een zacbten drang tot weigeren verradend. ,llc kan er mij niet aan onttrekken," luidde het gewichtig terug. Meneer de Klaver had gedurende zijn lang ambtenaarsleven een zekere waardigheid verkregen, die weinig van ministerieele deftigheid verschilde. Mevrouw zuchtte, wetend wat dit inhield. In de quaestie van _het vlaggen had haar echt genoot immers ook'gezegd, dat hij, in 'slands dienst zijnde, verplicht was de driekleur te laten wapperen. De dames hadden beweerd, dat het er, zoo ver van het centrum der stad, in eea nieuwe buurt niet zoo op aan kwam ea dat het zoo duur was. De jonge meisjes von den, dat het geld voor toilet of amusementen gedurende de feesten beter besteed kon worden. Maar toegegeven had de man en vader niet, slechts zijn goedkeuring hechtend aan het voor stel der vrouwen : ordinair katoen vlaggedoek, door hen zelf genaaid, en een gewone droogkostschool der militaire academie (de cadettenschool); zonder filiaal kan de militaire academie een benoodigd aantal luitnnants gemakkelijk leveren. Van de jaarlijks pi. m. 130 benooiigde luitenants, kan de akademie er 60 70, de hoofdcursus 50 en de gereconstrueerde militaire school in Indië20 leveren. Tot de militaire academie geve men zonder examen toegang aan jongelieden met diploma's-eindexamen, H. B. school, gymnasium en staatsexamen. Stel den studietijd voor de infanterie en cavalerie op 2 jaren, voor artillerie en genie op 3 jaren (zoo noodig). Wordt de H. B. S. gereorganiseerd in den geest van dr. Bronsveld, (zie N. E. Ct. van 12 Maart jl.) dan kan het toelatings examen voor de militaire akademie voor jongelui met eindexamen zeker worden afgeschaft; wij noemen het nu reeds eene absurditeit. Op de H. B. scholen krijgen de aan staande kadetten een uniforme, algemeen ontwikkelender opleiding, dan op de dril scholen »die examenfiihig maken''. Parti culiere opleiding op die scholen kan blijven bestaan, mits de candidaten van deze een toelatingsexamen doen voor de militaire akademie, gelijk aan het eindexamen H. B. school. De vrees, dat er bij het opheffen der kadettenschool, geen voldoend aantal aspiranten voor de militaire akademie zal komen, is ongemotiveerd. Voor 25 jaar kon die vrees gewettigd worden genoemd, thans nu de strijd om het bestaan jaarlijks zwaarder wordt is er geen sprake meer van. Alle vakken en bedrijven zijn overvol. Artsen, controleurs, notarissen, ingenieurs enz, zijn er al vrij wel te veel. Jongelieden met einddiploma's moeten zich voortaan naar de militaire akademie richten. Ook de hoofdcursus kan jaarlijks wel 50 luitenants leveren; en wordt de militaire school in Indiëin eere hersteld, dan kunnen er daar 20 a 25 luitenants jaarlijks aan gesteld worden. Op het oogenblik zijn in Indiöeen tal van jongelui met diploma eindexamen H. B. school, die met het oog op het gering aantal plaatsen bij het binnenlandsch bestuur, nu hun toevlucht nemen tot klerken-, opzichters of betrekkingen op plantages. Door het opheffen der militaire school is hen de pas afgesneden om in Indië, hun tweede vaderland, officier te worden. Met hunne diploma's naar Nederland overkomen, kunnen de meesten niet om finantieele reden, en al konden ze dit, dan nog zouden bij het vergelijkend toelatings examen de meesten hunner worden afge wezen nu de diploma's in Nederland verkregen, nog geen waarborg geven bij de hooge eischen die men thans stelt om vechtofficier te worden. Voor deze Indische jongens dus niet alleen, maar ook voor ontwikkelde onderofficieren van beide legers is de militaire school in Indiëeen weldaad. Vele onderofficieren, die in Nederland op den cursus waren, zijn door de groote concurrentie belet officier te worden. Zij zijn in Indiöbun toevlucht gaan zoeken in het burgerlijke, wat zij zeker niet fflIlllllllllltlllimilMIMimitlllHIMIMMIIIIIIIIIIIIIlllltllllMIIIHIIIIllimilll stok, die niet met de nationale kleuren beschil derd zou worden. De ververs rekenden daarvoor zooveel. Ze hadden naar alles reeds te voren gtïnformeerd. Neen, onttrekken... onttrekken... maar je kunt toch wel op een andere manier versieren, dan door een hoop geld aan een commissie te geven, waarvan je niets geen eer hebt." j>Dat kan niet" was het besliste antwoord van meneer, die echttr in het diepst van zijn ziel hoopte, dat hij door een wonder gered zou kunnen worden van zijn verplichting tot het brengen van een geldelijk offer. Werden niet telkens de belastingen hooger, en werd niet voortdurend zijn hoop op promotie verijdeld ? lederen keer dat er hoopvolle geheimzinnige geruchten de rondte deden onder de ambtenaars wereld, waarin hij verkeerde en ook hij gedeeld had in de gespannen verwachting op rangs- of tractementsverhoogiug, iederen keer was het bij hem op een armzalige gratificatie uitgeloopen, reeds bijna geheel uitgegeven voor die nog ontvangen was. En dan moest men zijn stand nog ophouden ! Je zou je juist onderscheiden door particulier iets te doen, wat anderen niet deden" begon zijn vrouw weer. ,Wat bedoel je dan ?" vroeg hij toen, steeds met de dwarrelende cijfers van belastingen, waterleiding en woninghuur voor oogen. Wel, bijvoorbeeld de buste van de koningin voor het raam, die zijn niet duur, en ik kan daaromheen met de meisjes een draperie maken... ,En dan de ii signes er bij" viel Wiilem op eens in, //Die kan ik van karton en goudpapier maken: de kroon, den scepter en den rijksappel." Dit laatste verklarend tot zijn auditorium, dat niet zooals hij de emblemen van het koningschap pas op school had hooren behandelen. Hij had al lang gehoopt op een gelegenheid om een proeve van zijn kunstvaardigheid te geven voor net inhuldigingsfeest. Allerlei plannen waren al in zijn brein opgerezen. In gedachte had hij zelfs al een lofspraak over zijn werk in de courant gelezen: »Een versiering in de straat, no trok buitengewoon de aandacht." Mama knikte goedkeurend, als altijd vol bewondering voor den stamhouder. ,Allemaal prulleboel" klonk het ten laatste uit vaders mond. //Ik moet voor een zeker be drag teekenen; men moet mijn naam op de lijst zien. Ah? ik het nalaat kan het invloed hebben op mijn carrière." Dit, de alpha en omega van alle redeneeringen, was een argument waarvoor de heele familie moest zwichten. Wiilem had het eind van het discours niet afgewacht en was vroeger dan anders naar school gegaan, de deur hard toeslaand en in zichzelf mompelend: //prulleboel!" Toch nam moeder nog eens het woord: //Denk er aan bij je uitgaven, dat er geld moet zijn voor nieuwe japonnen voor de meisjes." //Jawel, dat kan je begrijpen. Wou je ze soms ook een abonnement geven voor hetKurhausr" Meneer de Klaver kon sarcastisch zijn. »Dat zou de schapen wezenlijk wtl toekomen. zouden gedaan hebben als er daar nog eene gelegenheid ware geweest om officier te worden. Het dienstnernen van ontwik kelde jongelieden is sedert de opheffing der militaire school, zoowel bij hetinstructiebataillon.als in Indiöbelangrijk verminderd. Vroeger namen vele zonen van Indische officieren en ambtenaren, zoomede van gegoede particulieren, dienst onder den naam van «volontairs, aspirant-officier"; wat ze nu niet doen. Het intelligente kader verdwijnt geheel uit de Indische gelederen. Voor vele ouders in Indië, die onmogelijk hunne kinderen naar Europa kunnen zenden en al kunnen ze dit, »wat toch een hard gelag" zou het een weldaad zijn als de militaire school weer werd opgericht. Een leger zonder n enkele inrichting om officier te worden, is toch wat al te kras. Alle officieren voor dat leger in Nederland te vormen, is ten opzichte der in Indiëwonende Nederlanders toch wel wat arbitrair. Er moet daar een hoofdcursus zijn, waarpan de eischen tot toe'ating gelijk kunnen zijn als in Neder land, en dit kan, nu het middelbaar onderwijs in Indiëeen hooger vlucht neemt. Door ingespannen studie, zullen de candidaten voor die hoofdcursus, zich wel spoedig met die eischen assimileeren. Moge het onze geëerbiedigde koningin behagen daartoe bij hare troonsbestijging den last uit te vaardigen, als eene belooning voor het Indisch leger voor trouw aan koningin en vaderland. Dan zullen vele Indische jongins voor dat leger behouden blijven, wier vaders op de militaire school-tot officier opgeleid tot onze kranigste officieren hebben behoord. Zij het mij vergund eenige namen te noemen: generaal-majoor Segov; kolonels Van de Pol, Bouraan, Prak kers, Seheuer; luitenant-kolonels Booms, Meijer, Snelle, Bendien, Popelier, met nog vele namen van kranige figuren van vroeger en later jaren, X. Cosas de Espana. In Spanje is de dictatuur afgekondigd. De rechten en waarborgen, welke de grondi wet den Spanjaarden en den in Spanje | gevestigden buitenlanders verzekerd, zijn i voor onbepaalden tijd opgeheven. Tot dusver moest in Spanje ieder, die in hechtenis genomen werd, binnen vieren-twintig uren op vrije voeten worden gesteld of aan den bevoegden rechter wor{ den overgeleverd; deze rechter moest bini nen drie dagen beslissen, of het arrest zou worden opgeheven, of dat de gearres teerde naar de gevangenis zou worden over gebracht. Sedert den loden Juli kunnen politie en militaire macht met hunne arres tanten doen wat zij goed vinden en be hoeven zij de tusschenkomst der justitie alleen dan in te roepen wanneer dit hun j goeddunkt. Sedert het decreet in de Gacele de ' Madrid werd gepubliceerd mag de regeering. hare handlangers ieders woning ongevraagd Wat hebben ze er aan dat ze in den Haag wonen ? Maar japonnen moeten ze hebben." Jawel, goeden morgen." Het bleef in liet midden, of dit laatste als ironisch antwoord dan wel als afscheidsgroet moest gelden, want de heer de Klaver was op gestaan en begaf zich naar het bureau, evenals Wiilem vroeger dan gewoonlijk. Met een paar woorden stelde moeder de Klaver haar dochters gerust aangaande de japonnenquaestie; zij zou er nog wel eens op terug komen. Toen gingen ze allen aan den dagelijkschen arbeid. Mevrouw tobde en peinsde onder het werk steeds voort. Waar diende dat, geld voor die wijkversiering voor? In het water gegooid was het. Zoo'n man had ook niets geen idee, dat zoo'n meisjestoilet een voornaam ding was. En bij de feesten zouden ze toch meer op straat komen dan anders, en opgelet worden misschien. Wie weet wat er nog eens gebeuren kon. Ja, die inhuldiging kostte haar anders al wat hoofd breken. Je zou zien, dat er allemaal menschen kwamen die anders nooit aan je dachten. Wie weet of neef en nicht uit Druten niet met de kinderen zouden komen opdagen. Bij zoo'n ge legenheid weten ze je altijd te vinden. De goede vrouw vergat dat zij het vorige juar toen Mientje influenza gehad had, zich ook plotseling die Geldersche familie herinnerd had, waaraan ze zich te voren niets had laten ge legen liggen. Ze had toen bedacht, dat ze in haar jeugd zoo wel was geweest met neef Piet en dat het zoo aardig was den band te onder houden. En het eind van de nieuw aangeknoopte relatie was, dat Mientje in de Geldersche lucht was gaan aansterken na de ioflueaza. Wat zou ze met die menschen beginnen? Je moest ze allemaal maar te eten geven. En een huishoudgeld, dat toch al uiterst rekbaar moest zijn, verloor ten laatste zijn elasticiteit. Warm eten behoefde niet, daarvan was iedereen ge scuseerd onder voorwendsel, dat je zelf en je dienstbode om beurten op zoo'n dag eens uit gingen. Nicht Dien ia Leiden gaf immers ook een koude tafel met de maskerade. Dat was geen bezwaar; daar waren ze wel eens met z'n zevenen komen aanzetten. Jawel, geen bezwaar, maar zoo'n koude ham was lang geen gekheid, en voor zooveel menschen zou er heel wat noctdig zijn. Maar ham kon ook wel vervallen; het moest maar heeten dat er met den toeloop van menschen haast niets te krijgen was en men het dus met het aller eenvoudigste had voor lief te nemen. Bij het feest van de koningin van Engeland las je ook in de courant, dat de menschen al blij waren, dat ze iets eetbaars hadden bemachtigd. Vervuld met al deze gedachten moest ze er zich eens over uiten tegenover het dienstmeisje. De de Klavers hielden er steeds een halfwas" dienstbode op na, die nog niet in de belasting viel. Zoodoende was er tamelijk dikwijls afwisseling van personeel, en het kwam den heer de Klaver vaak voor, dat iedere gedienstige met haar ge boortedag steeds twee jaren tegelijk ouder werd, zóó spoedig bereikte elk meisje den leeftijd van belastingschuldige. laten binnendringen, en mogen huiszoe kingen worden gehouden ook bij afwezig- l heid van den belanghebbende of van ! getuigen. j Het staat der regeering vrij, zonder ! voorafgaand rechterlijk vonnis en zonder j motiveering harerzijds, iederen Spanjaard of in Spanje wonenden buitenlander over de grenzen te zetten of hem een bepaalde woonplaats aan te wijzen. Eu eindelijk: de vrijheid van spreken en schrijven, de vrijheid van drukpers, het recht van vereeniging en vergadering worden met n pennestreek aan de be volking ontnomen. Beter dan door lange betoogen en door uitvoerige beschouwingen wordt door difc óéne bedroevende en beschamende feit be wezen, hoe gespannen de binnenlandsche toestand is, en hoe de regeering, wat haar aan innerlijke kracht ontbreekt, door ge weld tracht aan te vullen. Zeker, de minis ters hebben verklaard dat het niet hunne bedoeling was, d»''rechten en vrijheden al te zeer te beperken : men moest zich echter onthouden van te spreken en te schrijven over de koninklijke familie, de regeering, het leger, de marine, den oorlog of den vrede, de handhaving der openbare orde, want een vrije gedachte-uiting of-wisseling over elk van deze onderwerpen wordt door de regeering gevaarlijk geacht. Geen blad mag verschijnen, zonder aan de censuur der militaire autoriteit te zijn onderworpen, en dat die censuur hare taak ernstig opvat blijkt uit het groote aantal witte plekken, dat de te Madrid verschijnende couranten vertoonen. » Welke verschrikkelijke dingen zouden daar wel gestaan hebben ?" vragen de couranten lezers zich af, en zoo is de censuur eerder bevorderlijk aan het ver meerderen dan aan het verminderen van de algemeene ongerustheid. Wat heeft de regeering bewogen tot het invoeren van een maatregel, die de deuren wijd open zet voor de ergerlijkste wille keur? Sommigen beweren, dat het doel is, de Alphonsistische monarchie te redden door de republikeinen en de Carlisten in bedwang te houden. Anderen meenen, dat de regeering voor haar eigen behoud be vreesd is, en dat zij, na den oorlog zoo slecht mogelijk te hebben geleid, thans, achter den rug van het volk en de volksver tegenwoordiging om, den vrede wil sluiten. Spanje kan den oorlog niet voortzetten, nu het geen vloot meer bezit. Dat is ook voor den minst scherpzinnige duidelijk. Sagasta heeft eene groote fout begaan, toen hij op de vraag, of niet het tijdstip voor het aanknoopen van onderhandelingen was gekomen, met een hoogmoedig »nooit!" antwoordde, en Thiers heeft indertijd dubbel en dwars gelijk gehad, toen hij met eene wijsgeerigheid, die hem niet altijd is bijge bleven, zeide: il ne faut jamais dire jamais. Op de monarchistische gevoelens der Spanjaarden kan men weinig staat maken. Zoolang alles goed gaat, loopt de monarchie geen gevaar. Maar bij nationale rampen is men maar al te zeer geneigd, de schuld aan de monarchie te ^even, en dan maken de Spanjaarden met haar korte metten. Nu da Koning een onmondige knaap is en de Regentes eene vrouw, die wel geacht MIIIIIIMIIIIIMIIIIMIHMIIIII Mevrouw begon dan over den drukken dag die het wezen zou bij den intocht der koningin. Nou, of het" was het antwoord »We zulleu het druk genoeg hebben" ging de huisvrouw voort. //Ja, u en de juffrouws zullen poot an moeten spelen." //En jij in de eerste plaats." Ik? Keen, ik ben er den heelen dag niet." //Wat zeg je ?'' We moeten met onze vereeniging er bij zijn." Mevrouw wierp tegen, dat die uitvoering toch o,p een andereu ciag en 's avonds was. Zij had het bespottelijk gevonden, dat het meisje lid was gewoiden van een zangvereeniging, maar daar het op haar uitgaansavondje viel kon het haar verder niet schelen. Hij deze gelegenheid zou er een uitvoering worden gegeven, en het meisje had uitgeweid over de liederen, waarin wel twintig maal //Oranje boven" werd aange heven en een heelen tijd gezongen werd over maar een enkelen regel. Dit laatste scheen haar het hoogste wat op het gebied van kunst kon bereikt worden. Neen, het is niet de uitvoering, maar er wordt een optocht georganiseerd van alle vereenigingen, dus daar moet ik ook bij zijn." //Er komt niets van in." ,,lk neem toch den heelen dag vrij." //Ik zal... je zult. .. Mevrouws drift vond op eens een uitweg, en zij eindigde den volzin met waardigheid: Dan kan je met Augustus vertrekken." Onder de koffie deelde ze dit besluit nog niet mede. Zij wist dat haar heer en meester haar wel eens in het ongelijk stelde tegenover de dienstboden, en eerst moest het punt van het inschrijvingsbiljet afgehandeld worden. Het bleek, dat meneer de Klaver niet van meening veranderd was: hij moest teekenen en van een andere versiering was volstrekt geen sprake. Wiilem liep boos weg, zijn met den voet getrapte insignes als een looden gewicht mee slepende. Bons! bij het wegloopen kwam hij in botsing met het juist binnenstuivende dienst meisje. Nou Mevrouw, als dat ik dan maar dadelijk beeu ga. Mijn boeltje is al gepakt. En voor het loon zal moeder Jater wel komen Meneer, Mevrouw, juffers, atjuus." Weg was ze, Mevrouw haar na in de gang, vanwaar van een levendige woordenwisseling de quintessence tot de kamer doordrong; ze kreeg geen cent van haar loon en daarmee uit! Vuurrood kwam Mevrouw weer binnen, gedwon gen thans tot een explicatie. Meneer de Klaver die nog verstomd was over de ijzingwekkende snelheid waarmede deze ge dienstige den belastingschuldigen leeftijd had bereikt, opperde na de verklaring zijner wederhelft de vraag, of ze dien dag dan maar niet vrij had moeten geven. //Natuurlijk, ik heb het weer gedaan." En dan, met een zucht van gelaten onderwerping en bij zichzelf overwegende, dat het meisje toch onhan delbaar zou geweest zijn als ze met Augustus wegging, kwam haar de belofte aan haar dochters is, maar als buitenlandsche weinig prestige bezit, staan de kansen voor de Alfonsistische monarchie werkelijk vrij slecht. De Carlisten. en de Republikeinen bestrijden haar open lijk, en op de generaals, de mannen van de militaire pronunciamientos, kan zij niet meer vertrouwen. Reeds heeft een van deze laatste, de maarschalk Martinez Campos, die tot nog toe als haar hechtste steun pilaar werd beschouwd, haar in den steek gelaten. In een onderhoud verklaarde deze moderne Warwick: »Men heeft ten onrechte van mij beweerd, dat de toestand van de Koningin-Regentes mij meer ter harte gaat dan het verlies der vloot van admiraal Cervera; weliswaar geloof ik, dat Spanje en de monarchie ten nauwste met elkaar verbonden zijn, maar ik ben in de eerste plaats Spanjaard en heb mijn vaderland lief boven alles." Arme Regentes, wier vrienden haar nu reeds beginnen te ver loochenen ! Sagasta heeft natuurlijk weinig lust om zijn naam te zetten onder een verdrag, dat het verlies van Spanje's koloniën erkent en bevestigt. Niet uit vrees voor 40 cents per regel. IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIirttlllltlllllllHIH Henneberg-Zijde alleen echt, indien direct van mij a fibriekea betrokken, zwart, wit en gekleurd van 35 et« tot f 14.O5 per Meter effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qual. en 2000 versch. kleuren dessins, enz.). Franco en vrij van invoerrechten in huls. Stalen ommegaand Dubbel brief porto naar Zwitserland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.), Zarich. Hoofd-Depót VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Normal-ffolartMeii'. K. F. DEUSCHLB-BENOEB, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederl. MEIJROOS & KALSHOVEN, A r nhe m. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Hnurpiano's. Dagelijks vertrekt van de RUYTERKADE naast de Kettingboot 's morgens 10 uur een Stoomjacht naar MARK.EX via BROEK IN WATERLAND en MONNIKEN DAM, en terug lover de ZUIDERZEE. Aankomst AMSTERDAM ca. 4.30 n.m. DE HAVENSTOOMBOOTDIENST. te binnen. Hoe stond het met de quaestie van de japonnen ? Meneer beweerde op nieuw, dat hij voor toiletzaken geen geld disponibel had en voegde er bij: «/De meisjes zien er immers keurig netjes uit.1' Maar wanneer hij gerekend had daarmee de gemoederen tot kalmte te brengen, had hij buiten den waard gerekend. Neen Pa, we kunnen niet meer zoo loopen." Hèpapa, we zijn tien modes ten achteren." Neen man, daar heb je nu niets geen verstand van ; je hebt geen oog voor vrouwenkleeding." Nu was hij in zijn err getast. Zoo, denk je niet, dat ik laatst best heb gezien, dat Mevrouw van Spree heel goed gekleed was, bijzonder goed zelfs." Welzeker, kijk jij maar naar andere vrou wen, naar de vrouwen van je superieuren nog wel," zei Mevrouw beleedigd. Meneer de Klaver voelde dat hij te ver was gegaan en begon weer, nu gemoedelijk: //Eu denk toch eens door, als het mijn promotie in den weg stond . .." » Poeh, die promotie !" Lag er twijfel, wantrouwen, minachting in dit gezegde? Hoe het zij, Meneer de Klaver gevoelde dat in den toon een wereld lag. Met een strenge uitdrukking in de oogen, wierp hij zijn wederhelft een vernietigenden blik toe. Hoe durfde zij ? Eu thans gevoelde zij de neiging in haar schulp te kruipen, onderdanig antwoordende: Je begrijpt toch ook dat ik voor de meisjes opkom ... een vrouw denkt meer over derge lijke dingen na ... je wilt ze toch ook de kans wel gunnen op een goed huwelijk." Maar haar echtgenoot, getroffen in het diepst van zijn wezen, was nog niet tot bedaren gekomen. Een goed huwelijk, jawel! Rijke jongelui zullen naar haar omkijken' En als ze zonder geld trouwen en hun heele leven moeten rondtobben en ploeteren zooals ... zooals ... dan is het maar beter ..." Zulk een uitlating is voor een vrouw te veel. Bevead van woede en nanwlijks bij machte te spreken viel Mevrouw uit: »Dat is zooveel gezegd, alsof je je eigen huwelijk betreurt... Neen Jan, dat kan ik nooit vergeten ..." De een na de ander waren de meisjes reeds schreiend de kamer uitgegaan. Thans verdween ook haar moeder hevig snikkend. Met een slag die de ramen deed rinkelen, trok het dienst meisje de voordeur toe. Meneer de Klaver bleef alleen. Hij zuchtte. Daar was nu het heele gezin overstuur. En dat hij zelf in een rooskleurige stemming verkeerde met alle uitgaven die hij in het verschiet zag, kon hij ook niet beweren. Ik wou dat de Koningin ..." begon hij. Het is niet te zeggen naar welke plaats hij zijn iouvereine zou toegewenscht hebben indien hij zich niet bijtijds bedacht had. Maar als staats ambtenaar gewend zijn gevoelens behoedzaam te uiten, legde hij thans ook zijn gedachten aan banden en voltooide den begonnen volzin aldus: r al goed en wel ingehuldigd was!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl