Historisch Archief 1877-1940
No.. 1100
DE AMSTERDAMMER .WEEKBLAD.VOOR NEDERLAND.
het volk, dat om het bezit der koloniën
weinig of niets geeft, en in de koloniale
oorlogen van de laatste jaren het bloed
van vele duizenden zijner krachtigste zonen
heeft ten offer gebracht, maar uit vrees voor
de regeerende klasse, voor de geestelijkheid
en niet het minst voor de generaals,
die allen te zamen, toen er in Spanje zelf
niets meer te halen viel, die koloniën op
de schandelijkste wijze geëxploiteerd en
de daar door wanbeheer, afpersingen en
malversatiën verkregen schatten hebben
belegd .. in soliede buitenlandsche fondsen.
Een fransch publicist, Henry de Houx,
wijst er op, hoe weinig indruk de
katastrophe van Santiago te Madrid heeft
gemaakt. »Is het gelatenheid?" vraagt hij.
»Is het fatalisme, verblindheid, onverschil
ligheid? Het Madridsche volk is altijd
tevreden. Het schijnt dat men oorlog voert
niet om te overwinnen, maar om de ge
schiedenis met een paar fraaie bladzijden
te verrijken. Leonidas bij de Thermopylae
vernietigd, de Romeinsche consuls onder
de furculae Caudvnae doorgaand, of na den
slag van Cannae niet aan het vaderland
vertwijfelend, dat zijn de
navolgenswaardige voorbeelden en dat is genoeg voor
den trots dier natie. Daarom zijn de
schouwburgen gevuld, de wandelingen be
dekt met ruiters en prachtige equipages;
daarom hebben de cafés concerts en de
muziekuitvoeringen nooit beter zaken ge
maakt dan thans. De stierengevechten
maken nog steeds furore en de strijd in
de arena schijnt de Spanjaarden meer te
interesseeren dan die op Cuba."
»A basso los politicos!" hoort men hier
en daar roepen, maar voorloopig nog slechts
in de provinciën. Te Madrid is men nog
onverschillig:, niettegenstaande Sagasta's
dictatuur. Non hay mas que una Espana
en el mundo er is maar n Spanje op
de wereld ....
Wij zullen de wereld daarom niet be
klagen.
NllimMMIIIIIIIIIIIIIIIIIlltllllllMllllllllimillMIIIIIIIII
Sociale
tiiMiniMiiiiiiiiiiiiitiiiiiMiiiiniiiMMtmiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliintitiiiimiiiii
De
i.
In zijn praeadvies over de werkzaamheid
van staat en gemeente ter verbetering der
volkshuisvesting, door de vereeniging voor
staathuishoudkundeen statistiek uitgegeven,
zegt mr. F. S. van N ierop een woord naar
mijn hart: Zij (de krotten) ---- doen het
jongere geslacht opgroeien in een omgeving,
die het met moeite en groote kosten in de
school gestrooide zaad in de geboorte ver
stikt."
Juist. Dat was een van de redenen,
waarom ik meermalen schreef en ik nu
herhaal: persoonlijke dienstplicht is goed,
leerplicht is beter, sociaal-economische wet
geving is het best. M. a. w. beginnen bij
het begin. En het begin van net groote
sociale werk behoort allereerst op
oeconomische verheffing gericht te zijn. Waarom?
Omdat voor verhooging van het moreel en
intellectueel leven een zekere mate van
oeconomisch bestaan onmisbaar is. Onder
wijs aan kinderen, door onvoldoende voe
ding versuft, preeken voor volwassenen die
het allereerst noodige missen, het is en
blijft onvruchtbaar werk. Daarom is
sociaaloeconomische politiek allereerst noodig.
En daartoe behoort het verruimen van de
gelegenheid tot betere huisvesting. Een
onderwerp herhaaldelijk tei sprake gebracht,
ernstig bestudeerd, veelzijdig berapporteerd,
beadviseerd en toch de heeren dronken
een glas en lieten de zaak zooals ze was.
En toch mag het zoo niet blijven. Goed
deed daarom het bestuur van voornoemde
vereeniging, door dit onderwerp voor de
eerstvolgende algemeene vergadering aan
de orde te stellen en de discussie daarover
voor te bereiden. Hiertoe kunnen de
praeadviezen van mr. S. v. Houten, van prof.
mr. H. Krabbe en mr. F. S. Nierop uit
muntende diensten bewijzen.
De punten van overeenkomst en van
verschil zijn niet moeilijk aan te wijzen.
Mr. v. Houten verklaart, dat de werk
zaamheid der overheid in elk geval onbe
perkt gericht kan worden op maatregelen,
die:
a. de huisvesting verbeteren met gelijk
tijdige verbetering der middelen tot levens
onderhoud,
b. de plaatsing der woning in verband
met den arbeid verbaleren, zoodat de
bewoner minder tijdverlies heeft, en
c. de woningen verbeteren zonder haar
duurder te maken.
Het was te verwachten dat de heer v.
H. zijn betrekkelijk wetsvoorstel van 1889,
ingetrokken in 1891, in 1893 opnieuw in
gediend met beantwoording van het
voorloopig verslag, ter sprake zou brengen.
Z. a. bekend is heeft de
kamerontbinding van 1894 het ontwerp doen vervallen.
Als minister heeft de ontwerper het echter
niet aan de orde gesteld. Waarom niet ?
De meer radicaal getinte politieke rich
tingen droomden toen te veel over afschaf
fing van grondeigendom en
landnationalisatie om op hun onmisbaren steun te mogen
hopen, zegt mr. v. H.
Dit schijnt mij minder juist toe. Wel
kan gezegd worden dat de samenstelling
der Sta ten-generaal te conservatief was om
succes te mogen verwachten. Dit gold voor
alle partijen.
Wat bedoelde dat wetsvoorstel ? De ont
eigening door de gemeentebesturen van
grond, om het laten bouwen, door anderen,
van arbeiderswoningen te vergemakkelij
ken. Daartoe geeft de grondwetsherziening
van 1887 beter de gelegenheid dan vóór
dit jaar.
Allereerst heeft de heer v. Houten het
oog op de werklieden ten plattelande. Niet
ten onrechte. De droevige omstandigheden,
waaronder zij verkeeren, veroorzaken den
uittocht naar de groote steden, waar de
vraag naar goedkoope woningen daardoor
sterk toeneemt en voor de allerellendigste
krotten, schadelijk voor de gezondhejd,
zedelijkheid, kuischheid en huiselijkheid,
steeds huurders gereed staan.
Wanneer nu evenwel, door onteigening,
den arbeiders op goedkoope wijze eene
kleine hoeve, een arbeiderstede ter bewoning
werd gegeven, dan zou de bebouwing van
den grond, bij de woning behoorende, een
gelukkige aanvulling van het geringe
arbeidsloon kunnen zijn. Verbetering van
huisvesting zou hier gepaard gaan aan
vermeerdering van inkomen, als althans
de loonen door de gunstiger omstandig
heden der arbeiders in ander opzicht, niet
zouden verminderen. Hiervoor zou, meen
ik, ten zeerste moeten gewaakt worden
door krachtige arbeidersorganisaties. De
toeloop naar de steden zou verminderen.
De onteigening voor het stichten van
arbeiderswoningen in de nabijheid van
fabrieken, zou de nadeelen van het tijd
verlies voor komen en heengaan kunnen
verminderen, en tevens aan het hoofd van
het gezin de gelegenheid geven om te mid
den zijner huisgenooten te middagmalen,
wat nu nog al eens niet kan plaats hebben.
Ook bedoelde het wetsontwerp de ruime
onteigening voor den aanbouw van
stadskwartieren om, zoodoende, goedkoop het
terrein daarvoor te bekomen en alzoo met
de minste kosten de behoefte aan huis
vesting te bevredigen.
Een belangrijk punt hierbij is de grond
waarop, de reilen waarom, de heer v. H.
de onteigening wil vergemakkelijken. »Het
is volstrekt niet noodig schreef hij in
imiiiiiiiliiiiiimiiHiMiHiimiiiiiiiiii
IIMHimillimiMIIIIHIIIinillMIIIMItlUlilllMltllllllllll
de memorie van toelichting zelfs in
geen opzicht te billijken, een inrichting
van het recht te behouden, die den grond,
die in de eerste plaats dient om aan de
bevolking gelegenheid te geven tot wonen
en werken, tot het voorwerp maakt van
speculatiën van kapitalisten, en zulks te
minder, omdat die speculatiën veelal recht
streeks gericht zijn tegen het hoogste volks
belang en de strekking hebben de wonin
gen en arbeidsgelegenheden duurder,
echaarscher, en slechter te maken dan zij zullen
wezen bij aanneming der billijke rechts
bepalingen welke in dit wetsontwerp zijn
vervat".
Op dezen grondslag voor de onteigening,
berust ook de bij dat wetsontwerp gevoegde
regeling van de schadeloosstelling waarvan
het beginsel is, dat de zonder toedoen van
den bezitter ontstaande waardevermeerde
ring niet vergoed behoeft te worden. Hoe
dikwijls toch komt het niet voor, dat de
eigenaars van weilanden aan de grenzen
der zich uitzettende gemeenten, rustig het
vee daarop laten grazen totdat de behoefte
aan bouwterrein zóó groot is geworden,
dat de verlangde hooge koopsom te ver
krijgen is. Deze vormt dan den grondslag
voor de huurprijzen der nieuwe woningen
Hierdoor wordt belangrijk geinfluenceerd
op de steeds doorgaande verdeeling der
arbeidsvruchten in de toekomst ten nadeele
der huurders. O on die reden verlangde
het wetsontwerp van den heer v. Houten
de schadeloostelling te bepalen op de kapi
taalwaarde van den grond berekend naar
de opbrengst ten tijde van de onteigening.
In het praeadvies is dat wat veranderd.
Daarin wordt voorgesteld in de schadeloos
stelling ook op te nemen de waarde welke
de grond, tijdens de onteigening reeds aan
de mogelijkheid der verandering van be
stemming, ontleent. D. ze belangrijke afwij
king vond ik in het praeadvies niet gemo
tiveerd. Vreemd. Ik mag evenwel niet
vergeten te doen opmerken dat de adviseur
het wettig oordeelt dat, bij de berekening
iiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiMiiiMuiMiiiiiiiitiiintiiiitMiuiniinfiiiiiinitiiiiMMtiiiiiii
Vrowenlmlaneen in Berlijn.
Dezer dagen werd hier de eerste «Duitsche
damesclub" geopend, eene inrichting zooals
byna alle wereldsteden ze reeds in getale kent,
doch welke voor Berlyn nog totaal nieuw is.
De club heeft als elders ten doel een aange
naam rustpunt te verschaffen aan vrouwen
(boven de 16 jaren) die in afgelegen wy'ken
of in de «Vororte" wonen en zich langeren
t\jd om allerlei redenen in de stad wenschen
op te houden, «en gelegenheid waar zy onge
geneerd en op eigen terrein zich kunnen
verfrisschen, uitrusten, lezen, schrijven,
middagmalen. Het bestuur, bestaande uit
bekende dames der professorale en finantieele
Oberzehntausendwereld, waarborgt een be
schaafd niveau. Het bestaat uit frau prof.
v. Leyden, frau v. Hauseman, frau general
Meydam, frau v. Witt, frau -Els» Oppenheim,
frau commercienrat Friedenthal. Om opge
nomen te worden, moet men door 2 leden
aangemeld, en door eene majoriteit van %
der bestuursleden aangenomen worden. Men
betaalt minstens 20 Mark in eens en eene
jaarlijksche bijdrage van 20 Mark. Ook buiten
Berlijn wonende dames kunnen lid worden.
De introduceering van dames als gast is tegen
het nemen van een voor n dag geldige
introductie-kaart toegestaan, doch dezelfde
bestendig in Berlijn wonende dame mag de
club niet meer dan drie maal als gast bezoeken.
Op buiten de stad wonende dames is deze
maatregel niet van toepassing.
De club, die dagelijks van 10 uur's morgens
tot 12 uur 's nachts geopend is, is gelegen in
de Schadowstraeae, dicht bij de Linden, dus in
het gediatingueerde centrum der stad. Het
omvat 2 .étages, hochparterre en 1ste tage,
bevattende een reeks van groote en kleinere
vertrekken, die byna allen op een mooien tuin
met oude boonien uitzien, waarin men ook
van een ruime veranda kan afdalen. Beneden
vindt men eerst de eenvoudig, maar smaakvol
en gezellig ingerichte ontvangsalons en
feestvertrekken, de eetzaal, bibliotheek,
courantenleeskamers en correspondentievertrek. Boven:
de conferentiezaal, het arbeidsvertrek van het
bestuur, eenige bad- en toiletkamers, waar
desnoods ook gelegenheid bestaat, in nood
zakelijk gewenschte gevallen, te overnachten;
een groote, vriendelijk en gemakkelijk inge
richte salon met divans, makkelijke stoelen
en kleine tafeltjes met rookbenoodigdheden
voor hen die moeilijk hunne cigarette kunnen
ontberen.
Een rijwielstalling is in aanbouw. Mannelijke
tegenwoordigheid is volkomen buitengesloten.
De club telt reeds 180 leden, en zal stellig.
weldra voor de vrouwenwereld in het zich
steeds immenser uitbreidende Berlijn met zijne
groote-stads-afstanden, [een belangrijke factor
worden in hunne onderlinge samenleving.
Ook werd .er een andere inrichting geopend
die, wanneer inderdaad goed geadministreerd,
veel nut kan stichten. Een »Weltbüreau für
Frauenerwerb" trad in 't leven. Het stelt
zich ten doel op alle mogelijke gebied een
actief bemiddelaar te zijn, en de vrouw die
eene broodwinning zoekt en raad en informaties
wenscht, te helpen om, elk naar bekwaamheid,
het beste veld voor hare kundigheden te
vinden. De vrouwen zyn menigmaal minder
in -de mogelijkheid te weten te komen wat
hen zou kunnen dienen, en vele gunstige
gelegenheden gaan daardoor voor hen verloren.
Deze vraagbaak, die in uitgebreide relatie
staat met het buitenland, stelt zich tegen een
allergeringste vergoeding, hierbij met raad en
daad ten dienste.
Een winstgevend beroep voor vrouwen la de
heilgymnastiek en orthapaedie. Dit beroepsveld
kan nog op uitgebreider schaal door de vrouwen
ontgonnen worden, daarom kan het zy'n nut
hebben, nog eens een en ander er over mede
te deelen. De orthopaedie, of de kunst,
ongelijkheden van het lichaam te verhoeden
of te heelen, vereischt, al naar de bekwaamheid
een vier tot zes maandelijkschen theoretischen
en praktischen cursus. De leerlingen worden
met de anatomische verhoudingen van het
menschehjk lichaam, vooral van het beenderen
en spierensysteem evenals met deszelfs voor
komende difformiteiten vertrouwd gemaakt,
vooral met de verschillende vormen der
skoliose en de daarmede verbonden innerlijke
en uiterlijke veranderingen.
De gymnastische oefeningen en mechanische
apparaten, die ter genezing van zulke diffor
miteiten plegen te worden aangewend, leeren
j de meisjes door praktische lessen, demonstraties,
' eigen oefenirg aan patiënten goed kennen.
l In het daarop volgende praktische en
theore' tische examen wordt het resultaat van het
geleerde vastgesteld. Deze zoo opgeleide
orthopaedinnen zijn sinds jaren in de doktoren
wereld zeer hoog geschat, zoodat men hen
gaarne de hulpbehoevende patiënten ter
gymnastische behandeling toevertrouwd.
Vooral de turnleeraressen houden zich bezig
met de uitoefening van dit zusterberoep, want
turnen en heilgymnastiek vullen elkaar weder
keerig aan, en de ontwikkelingsloop der
turnonderwy'zeres biedt eene zekere basis
over de verdere orthopaedische opleiding. In
de grootere steden zijn er reeds tamelijk veel
orthopaedinnen aan 't werk, doch in kleinere
plaatsen is er steeds meer navraag naar, en
met nadruk werd hier in Berlijn in vak
bladen gewezen op dezen tak van verdienste
die voor vrouwen zeer goede vruchten kan
afwerpen. Hier in Berlijn berustte de leiding
van den heilgymnastischen opleidingscursus een
lange reeks van jaren in de handen van de,
door een twintigjarige ervaring op dat gebied,
gunstig bekende orthopaedin en wetenschap
pelijke leerare», frl. J. Peusel, leerling van den
vroegeren dr. med. Schildbach in Leipzig en
van prof. dr. Augerstein in Berlijn, welke
laatste ook jaren lang de examens afnam.
Sedert eenige jaren legde frl. Peusel haar taak
neder, en droeg het verder op aan hare leerling,
frl. M. Pohl Berlijn S. O. Kopenickerstr. G II.
Daar bevindt zich een speciaal voor
heilgymnastische doeleinden ingerichte turnzaal.
Frl. Peusel heeft op 't gebied van heil
gymnastiek als vrouwenberoep, baanbrekend
gewerkt en deze hier steeds meer bloeiende
tak van broodwinning eigenlijk in 't leven
geroepen, en vele zeer bekende orthopaedinnen
hadden by haar hunne opleiding. Hare opvolg
ster wordt hier, ook door de medici niet
minder hoog geschat, en warm aanbevolen.
Na den dood van prof. dr. Augerstein, neemt
een ander even welbekend vakman de examens af.
Nog iets ten slotte. Van 'n paar kanten werd
mij naar dr. Emile Kempin gevraagd, de
bekende juriste, van wier treurige levens
wending ik hier voor eenigen tijd melding
maakte. Over den tegenwoordigen toestand wordt
een volkomen stilzwijisn bewaard; men deelde
mij ook mede, dat de familie niet gesticht
was geweest over de openbare inzamelingen
en dit voor de vriendelijke medezusters die
mij schreven over eene eventueele bijdrage
al moet hierin elk individueel voelen en
oordeelen, een geven hier dunkt mij minder
doeltreffend, daar 't nog lang niet zeker i»,
of de ingekomen gelden niet eveneens aan
de schuldeischers zullen moeten vervallen
en die zijn er velen. Uit particuliere goede
bron werd mij een en ander van deze
bizondere vrouw meegedeeld. Getrouwd met een
predikant die wegens een zedelijkheidsmisslag
veroordeeld en ontslagen werd, kwam zij eerst
na dat ongeluk in haar huwelijk, toen zij
alleen voor den strijd met 't leven stond, er
toe, te gaan studeeren. Zy' promoveerde
schitterend in Zwitserland en trok naar Amerika,
waar zy veel naam kreeg en zeer goede zaken
maakte. Doch zy' heeft nooit gemakkelijk met
anderen kunnen omgaan; in Zürich lag zy
steeds overhoop met de professoren, in Amerika
gebeurde 't zelfde met hare collegas. Daarbij
kwelde haar een heimwee naar Duitschland,
naar man en kinderen. Zy' kwam zich toen
in Berlijn vestigen en zette met een ander
advocaat een kantoor op, dat spoedig een
gunstige reputatie verkreeg.
Toen kwam langzamerhand eene vreemde
verandering. De vrouw die hier door de
verlichte vrouwenwereld als een apostel was
begroet en gevierd, die ook met hart en ziel
hare geheele intelligentie had gewy'd aan de
vrouwenkwesrie, sloeg naar den
tegenovergestelden kant om. Er verschenen brochures
die een ieder belangstellende de handen in
elkaar deden slaan.
Dr. Kempin trad nu met klem op tegen
alle emancipatie, betoonde zich het berouwvolle
schaap, dat terugkeert tot de groote onver
schillig voortsukkelende kudde, predikte alleen
huwely'k en huiselijkheid voor de vrouw,
kortom, verkondigde daarbij zooveel onlogische
dingen, dat na den eersten storm van ergernis
en ontstemming, bange twijfel begon op te komen.
Met haren compagnon brouilleerde zich weer
de eens zoo schitterend begaafde vrouw, en
de zaken verliepen. Daarentegen nam de
weelde in huis steeds toe. Dr. Kempin stortte
zich met hart en ziel in het spiritisme, wees
alle juridische vraagstukken af, om niet van
hare séances afgeleid te worden. Toen zij
fcene vereerende opdracht kreeg om- aan het
Victorialyceum voorlezingen over juridische
punten te houden, antwoordde zij dat zij wél
geneigd was tot voordrachten over spiritisme,
tot iets anders wilde zy zich niet meer leenen.
Men aarzelde nog steeds met haar onder
curateele te stellen, boewei zy aan iedereen
vertelde dat zij met Walter Scott die dage
lijks met haar samenkwam, verloofd was,
en op naam van die», verloofde, die alles
betalen zou, geheel nieuwe ameublementen en
andere kostbare inkoopen deed. Toen barstte
eindelyk de bom los; de volslagen zinnelooze
werd met moeite naar een zorgvuldig geheim
gehouden gesticht vervoerd, het huis bele
gerd door crediteuren, de jongste dochter in
betrekking. Ook het huwelyk der andere
dochter was de aanleidende oorzaak dat dr.
Kempin zeer veel van hare reputatie verloor,
en hare zaken zér achteruitgingen. Het meisje
had een getrouwden man leeren kennen, en
die beiden hadden elkaar liefgekregen. Dr.
Kempin bezocht toen de echtgenoote van dezen
man, bewerkte, overreedde, betoogde bij deze
ongelukkige vrouw zoo lang, tot zij toestemde
in echtscheiding, welk zaakje dr. Kempin toen
zelf spoedig afwikkelde, waarna hare dochter
met den bewuste in den echt trad. Dat was,
in de publieke opinie, het begin harer debacle.
Natuurlijk is dit droeve einde van een schit
terenden levensloop genoegzaam »ausgebeutet"
geworden door de tegenstanders van de vrou
wenemancipatie.
Commentaar overbodig hoe onrechtvaardig
en eenzijdig dit weer geoordeeld ware.
C.
Mrs. Lynn Linton. .Een bal.
Natuurbaden, ? Mi's. Chamberlain. Ji'en schei
dingsstad.?Geletterde nonnen.
Vrouwenvereenif/ingen. llilda nin iiylenltitrg.
]3atanfnc/t-l''ransch. Jieccpten. Corres
pondentie.
Een Engelsche schryfster van naam, mrs.
Lynn Linton, is deze week in den leeftyd
van 7G jaar overleden. Als bij vele anderen
was er een serisatiewerk noodig om de aandacht
te vestigen op het vele goede dat zij vóór
dien tijd geproduceerd had. Door de Tnte
Uistory uf Joslniu Uaeidson, in 18W versche
nen, werd het Engelsch publiek er*p opmerk
zaam gemaakt, dat reeds sinds twintig jaren
zér goed geschreven romans verschenen van
eene ilinke vrouwenhand; met haar volgende
romans, van welke Leam Dnndas (in 't Vader
land als feuilleton verschenen) hier het moest
gelezen werd, werden nu ook haar vroegere
gevraagd.
Mrs. Lynn Linton (Lynn was haar eigen
naam, Linton die van haar man, van wien zij
spoedig scheidde) heefc haar roem wel wat
overleefd. Tot den laatsten tijd werkte zij
ijverig; de kracht van haar stijl was niet
verminderd; maar het aangename was er
uit verdwenen. Zij was een heel scherpe
knorrige oude dame geworden, die zich
vreeselijk ergerde aan alle nieuwe dingen,
aan de onbeleefdheid en slecht-opgevoedheid
der jonge meisjes, aan het verdwijnen van een
aantal zoogenaamde Engelsche deugden; men
glimlachte meer om haar heel strenge
philippica's, dan dat ze eenigen indruk maakten.
* *
*
In 'llie Woman at home geeft Mrs. Sarah
Tooley een aardige herinnering uit den tijd
van het tweede keizerrijk, toen Sir Edmund
en Lady Monson de Engelsche ambassade te
Parijs waarnamen.
»Het was op een avond dat de keizer en de
keizerin het bal in de ambassade zouden bij
wonen. Gewoonlijk kwamen zij dan den ingang
van de Faubourg St. Honorébinnen en ver
trokken door den tuin. Op dien avond, het
was midden in den winter en alles lag diep
onder de sneeuw, was aan den kant van den
Faubourg een talrijke menigte samengestroomd
om den keizer en keizerin Eugénie te zien
komen; maar de stemming was heel slecht,
in de vorige dagen waren aanslagen ontdekt,
en men vreesde dat by' het binnenkomen der
ambassade weer beproefd zou worden hen
neer te schieten. Er werd nu besloten hen
te raden, langs den arderen kant binnen te
' komen. Nadat het rijtuig op de gewone wy'ze
de Tuilerieën verlaten had, ontmoette het
onderweg een bode,die den koetsier de instructie
j gaf, den tuin om te rijden, en dan door de
' grille, anders de uitgang-, binnen te komen.
»Ik zal nooit vergeten," vertelde later Sir
Edmund, »hoe ik met de andere ambtenaren
daar stond te wachten tot het rijtuig in het
gezicht kwam, en we het over pelouses en
bloemperken, alles diep onder de sneeuw, zagen
naderen, en hoe gerust we waren toen de
keizer en de bekoorlijke keizerin in haar
elegant en prachtig toilet, voor de trap uit
stapten, terwijl daar de brieschende massa van
den Faubourg vergeefs stond te wachten.
Den heelen avond stonden soldaten en politie
agenten in al de boschjns van mijn tuin en
op alle beschikbare plekken. Het is het
interessantste bal dat ik ooit heb bijgewoond."
* *
*
In Ojstenryk, te Vel.les in Oberkrain, heeft
men een nieuwe toepassing van de
szonnebaden", waar ook in Dalmatiëinrichtingen
voor zijn. Te Veldes combineert men zonnebad,
windbad en waterbad, en «keert tot de natuur
terug" zooals het heet. Er is een heerenheuvel
en een damesheuvel, «aar patiënten en gasten,
alleen met een lapje om de lenden, den heelen
dag in zon, wind en regen neergevlijd blijven.
»De kleermakerskunst", zegt de dokter, »is
anti-hygiënisch, een bron van lichamelijke en
zedelyke degradatie". De huid van een aan
gekleed mensch werkt lang zoo niet, als de
natuur dat bedoeld had. De heer Russell,
die er in de Juli-attevering van Strand van
vertelt, vond er een honderdtal gasten; zyn
meening was dat de kuur tot »spiritualisatie
van het lichaam" leidde.
* *
*
In de NciC'York-World wordt al de eer van
de toenadering tusschea Amerika en Engeland
gegeven aan eene Atnerikaansche, mrs.
Chamberlain, geboren miss Mary Endicott, van
Boston. Toen zy indertijd met Chamberlain
trouwde, was de aristocratische familie te
Boston daar zeer tegen, oaidat de bruidegom
al te dicht van handelsmenschen afstamde;
sedert zal zy daaromtrent wel van gedachte
veranderd zijn.
* *
*
North Dakota is van de Amerikaansche
Unie de staat waar men het gemakkelijkst
echtscheiding kan verkrijgen. In de meeste
staten moet men een jaar gewoond hebben;
in Noord-Dakota zijn negentig dagen voldoende.
Voorts zy'n er tal van redenen, dronkenschap.
onvoldoend huishoudgeld, mishandeling, ver
lating, die recht tot het vorderen van echt
scheiding geven; zoodat het voor
Amerikaanj sche paren die hun vrijheid verlangen, een
j kleinigheid is, ze daar te verkrijgen. Het
stadje Fargo, heeft voortdurend een twee &
driehonderd echtparen die er alleen wonen
om hun negentig dagen »uit te zitten''.
f *
*
Een klooster van Benedictijner nonnen,
allen Engelsche dames, is te Rome opgericht,
onder de abdis Dame Mathilde Prynsent. Zy
onderscheiden zich hierdoor, dat zij geen strikte
afzondering betrachten, zich hierin, naar zij
beweren, aan de oorspronkelijke statuten der
orde houdend. Voorts houden zij zich voor
namelijk met litterair werk bezig, zy hebben
eene reeks van biographieën van gecanoni
seerde leden der orde uitgegeven, en met
succes allerlei Latijnsche bronnen doorzocht.
De Zusters van de via Tolentino zyn in de
Engelsche kringen te Rome wel bekend en
zeer geacht.
* *
*
De »R,echtschutzverein" voor vrouwen te
Dresden verschafte dit jaar in 630 gevallen
aan hare leden gerechtelijken bijstand.
Huwelijksaangelegenheden betroffen 104 gevallen,
alimentatie voor natuurly ke kinderenoögevallen.
* #
*
De pensioenvereeniging van onderwijzeressen
in Duitschland telt volgens haar jaarverslag
3202 leden; haar vermogen bedraagt ruim 6
millioen mark.
* *
De algemeene vergadering van den Bond
van Duitfche Vrouwenverenigingen zal dit
jaar op 3, 4 en 5 October te Hamburg ge
houden worden.
* *
De Duitsche Rijkspost heeft te Berlyn voor
't eerst eene dame als postzegelverkoopster
gedurende enkele uren daags aangesteld; als
deze proef voldoet, zal de maatregel verder
uitgebreid worden.
* * *
Aan de Universiteit te Freiburg in Baden
is voor 't eerst eene dame in de medicijnen
gepromoveerd, eene Amerikaansche, miss Pratt.
*
In Beieren is een nieuwe wet op het recht
van vereeniging en-vergadering in bewerking.
De commissie van rapporteurs had met 4 tegen
3 stemmen voorgesteld er het artikel uit te
schrappen, waarin aan meerderjarige vrouwen
het deelnemen aajj alle, ook politieke, verga
deringen wordt toegestaan. De rijksraad heeft
intusschen dat voorstel met alle tegen 7 stemmen
verworpen en het ontwerp onveranderd aan
genomen^ heftig debat tusschen den rapporteur
Freib. von Soden en den minister Freih. von
Feilitzsch.
* *
*
Te Nürnberg is eene tentoonstelling voor
verbeterde vrouwenkleeding geopend.
Te Karlsruhe is. na veel strijd, in den
gemeenteraad besloten tot het oprichten van
een meisjes-gymnasium. Prof. Baumeister,
leider der christely'k-conservatieven, riep
verontwaardigd uit: »Ik vraag het u op uw
geweten af, mijne heeren, zou een uwer een
gymnasiummeifje willen trouwen?"
Te Weenen zy'n dit semester 29 dames als
studenten aan de universiteit ingeschreven:
alle in de philosophische faculteit.
* *
#
Uit het verslag van de vereeniging voor
kunstenaressen en kunstvriendinnen te Berlyn
blijkt, dat zij 2^0 kunstenaressen binnen en
buiten Duitechland als leden telt, benevens
4G5 kunstvriendinnen en 33 eereleden. Op de
kunsttentoonstelling in Februari werden vier
stukken door den keizer gekocht; 291 werken
waren ingezonden. De teekenschool telt 420
leerlingen; op de Weihnachtsmegse werd in
drie weken voor 15000 mark verkocht; het
costnumfeest gaf een batig slot van 13.000 mark.
* *
Van Hilda van Stiyleriburg van mevrouw
Goekoop-de Jong van Beek eu Donk, is eene
Fransche, Duitsche en Engelsche vertaling
in bewerking.
* *
Een biljet van eene banketbakkersflrma
komt ons in handen, dat zeker aan onze
Belgische buren weer stof tot lachen zou geven
over het Bataafsche Fransch. We vinden er
Cttrmel moet (caramels mous), cremfoutè(crème
fouettée), baissees (baisers), jtoppouri in caises
(potpourri in caisses), nogat (nougat), 's Honor
(Saint-Honoré), Vascherin, Morengo, Mascot,
compöte, sainêes (?). Laat ons hopen dat de
lekkernyen den klanten evengoed smaken
zullen alsof het Ujslje door de Académie was
gecorrigeerd.
* *
Zuringsoep. Vier handen vol zuring plukt
men van de stelen, wascht de blaadjes, laat
ze uitdruipen en stooft ze met 75 gram boter,
vermengt ze met twee lepels meel, giet er 21A
liter goede bouillon van vleesch of Liebig
op, kookt de goep onder vhjtig roeren en giet
ze over geroosterd brood.
E-e.
CORRESPONDENTIE.
Aan mevr. »Toos". Het bedoelde berichtje
herinneren wy' ons niet, en kunnen het niet
vinden. Omtrent het tweede door u gevraagde
vindt u iets in het nummer van 17 Juli; ook
is het onderwerp deze week op de congressen
der Tentoonstelling van Vrouwenarbeid uit
voerig besproken.
De brief aan «Yolande" zal opgezonden
worden; zy is in Indië.