De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 24 juli pagina 3

24 juli 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No.. 1100 DE AMSTERDAMMER .WEEKBLAD.VOOR NEDERLAND. het volk, dat om het bezit der koloniën weinig of niets geeft, en in de koloniale oorlogen van de laatste jaren het bloed van vele duizenden zijner krachtigste zonen heeft ten offer gebracht, maar uit vrees voor de regeerende klasse, voor de geestelijkheid en niet het minst voor de generaals, die allen te zamen, toen er in Spanje zelf niets meer te halen viel, die koloniën op de schandelijkste wijze geëxploiteerd en de daar door wanbeheer, afpersingen en malversatiën verkregen schatten hebben belegd .. in soliede buitenlandsche fondsen. Een fransch publicist, Henry de Houx, wijst er op, hoe weinig indruk de katastrophe van Santiago te Madrid heeft gemaakt. »Is het gelatenheid?" vraagt hij. »Is het fatalisme, verblindheid, onverschil ligheid? Het Madridsche volk is altijd tevreden. Het schijnt dat men oorlog voert niet om te overwinnen, maar om de ge schiedenis met een paar fraaie bladzijden te verrijken. Leonidas bij de Thermopylae vernietigd, de Romeinsche consuls onder de furculae Caudvnae doorgaand, of na den slag van Cannae niet aan het vaderland vertwijfelend, dat zijn de navolgenswaardige voorbeelden en dat is genoeg voor den trots dier natie. Daarom zijn de schouwburgen gevuld, de wandelingen be dekt met ruiters en prachtige equipages; daarom hebben de cafés concerts en de muziekuitvoeringen nooit beter zaken ge maakt dan thans. De stierengevechten maken nog steeds furore en de strijd in de arena schijnt de Spanjaarden meer te interesseeren dan die op Cuba." »A basso los politicos!" hoort men hier en daar roepen, maar voorloopig nog slechts in de provinciën. Te Madrid is men nog onverschillig:, niettegenstaande Sagasta's dictatuur. Non hay mas que una Espana en el mundo er is maar n Spanje op de wereld .... Wij zullen de wereld daarom niet be klagen. NllimMMIIIIIIIIIIIIIIIIIlltllllllMllllllllimillMIIIIIIIII Sociale tiiMiniMiiiiiiiiiiiiitiiiiiMiiiiniiiMMtmiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliintitiiiimiiiii De i. In zijn praeadvies over de werkzaamheid van staat en gemeente ter verbetering der volkshuisvesting, door de vereeniging voor staathuishoudkundeen statistiek uitgegeven, zegt mr. F. S. van N ierop een woord naar mijn hart: Zij (de krotten) ---- doen het jongere geslacht opgroeien in een omgeving, die het met moeite en groote kosten in de school gestrooide zaad in de geboorte ver stikt." Juist. Dat was een van de redenen, waarom ik meermalen schreef en ik nu herhaal: persoonlijke dienstplicht is goed, leerplicht is beter, sociaal-economische wet geving is het best. M. a. w. beginnen bij het begin. En het begin van net groote sociale werk behoort allereerst op oeconomische verheffing gericht te zijn. Waarom? Omdat voor verhooging van het moreel en intellectueel leven een zekere mate van oeconomisch bestaan onmisbaar is. Onder wijs aan kinderen, door onvoldoende voe ding versuft, preeken voor volwassenen die het allereerst noodige missen, het is en blijft onvruchtbaar werk. Daarom is sociaaloeconomische politiek allereerst noodig. En daartoe behoort het verruimen van de gelegenheid tot betere huisvesting. Een onderwerp herhaaldelijk tei sprake gebracht, ernstig bestudeerd, veelzijdig berapporteerd, beadviseerd en toch de heeren dronken een glas en lieten de zaak zooals ze was. En toch mag het zoo niet blijven. Goed deed daarom het bestuur van voornoemde vereeniging, door dit onderwerp voor de eerstvolgende algemeene vergadering aan de orde te stellen en de discussie daarover voor te bereiden. Hiertoe kunnen de praeadviezen van mr. S. v. Houten, van prof. mr. H. Krabbe en mr. F. S. Nierop uit muntende diensten bewijzen. De punten van overeenkomst en van verschil zijn niet moeilijk aan te wijzen. Mr. v. Houten verklaart, dat de werk zaamheid der overheid in elk geval onbe perkt gericht kan worden op maatregelen, die: a. de huisvesting verbeteren met gelijk tijdige verbetering der middelen tot levens onderhoud, b. de plaatsing der woning in verband met den arbeid verbaleren, zoodat de bewoner minder tijdverlies heeft, en c. de woningen verbeteren zonder haar duurder te maken. Het was te verwachten dat de heer v. H. zijn betrekkelijk wetsvoorstel van 1889, ingetrokken in 1891, in 1893 opnieuw in gediend met beantwoording van het voorloopig verslag, ter sprake zou brengen. Z. a. bekend is heeft de kamerontbinding van 1894 het ontwerp doen vervallen. Als minister heeft de ontwerper het echter niet aan de orde gesteld. Waarom niet ? De meer radicaal getinte politieke rich tingen droomden toen te veel over afschaf fing van grondeigendom en landnationalisatie om op hun onmisbaren steun te mogen hopen, zegt mr. v. H. Dit schijnt mij minder juist toe. Wel kan gezegd worden dat de samenstelling der Sta ten-generaal te conservatief was om succes te mogen verwachten. Dit gold voor alle partijen. Wat bedoelde dat wetsvoorstel ? De ont eigening door de gemeentebesturen van grond, om het laten bouwen, door anderen, van arbeiderswoningen te vergemakkelij ken. Daartoe geeft de grondwetsherziening van 1887 beter de gelegenheid dan vóór dit jaar. Allereerst heeft de heer v. Houten het oog op de werklieden ten plattelande. Niet ten onrechte. De droevige omstandigheden, waaronder zij verkeeren, veroorzaken den uittocht naar de groote steden, waar de vraag naar goedkoope woningen daardoor sterk toeneemt en voor de allerellendigste krotten, schadelijk voor de gezondhejd, zedelijkheid, kuischheid en huiselijkheid, steeds huurders gereed staan. Wanneer nu evenwel, door onteigening, den arbeiders op goedkoope wijze eene kleine hoeve, een arbeiderstede ter bewoning werd gegeven, dan zou de bebouwing van den grond, bij de woning behoorende, een gelukkige aanvulling van het geringe arbeidsloon kunnen zijn. Verbetering van huisvesting zou hier gepaard gaan aan vermeerdering van inkomen, als althans de loonen door de gunstiger omstandig heden der arbeiders in ander opzicht, niet zouden verminderen. Hiervoor zou, meen ik, ten zeerste moeten gewaakt worden door krachtige arbeidersorganisaties. De toeloop naar de steden zou verminderen. De onteigening voor het stichten van arbeiderswoningen in de nabijheid van fabrieken, zou de nadeelen van het tijd verlies voor komen en heengaan kunnen verminderen, en tevens aan het hoofd van het gezin de gelegenheid geven om te mid den zijner huisgenooten te middagmalen, wat nu nog al eens niet kan plaats hebben. Ook bedoelde het wetsontwerp de ruime onteigening voor den aanbouw van stadskwartieren om, zoodoende, goedkoop het terrein daarvoor te bekomen en alzoo met de minste kosten de behoefte aan huis vesting te bevredigen. Een belangrijk punt hierbij is de grond waarop, de reilen waarom, de heer v. H. de onteigening wil vergemakkelijken. »Het is volstrekt niet noodig schreef hij in imiiiiiiiliiiiiimiiHiMiHiimiiiiiiiiii IIMHimillimiMIIIIHIIIinillMIIIMItlUlilllMltllllllllll de memorie van toelichting zelfs in geen opzicht te billijken, een inrichting van het recht te behouden, die den grond, die in de eerste plaats dient om aan de bevolking gelegenheid te geven tot wonen en werken, tot het voorwerp maakt van speculatiën van kapitalisten, en zulks te minder, omdat die speculatiën veelal recht streeks gericht zijn tegen het hoogste volks belang en de strekking hebben de wonin gen en arbeidsgelegenheden duurder, echaarscher, en slechter te maken dan zij zullen wezen bij aanneming der billijke rechts bepalingen welke in dit wetsontwerp zijn vervat". Op dezen grondslag voor de onteigening, berust ook de bij dat wetsontwerp gevoegde regeling van de schadeloosstelling waarvan het beginsel is, dat de zonder toedoen van den bezitter ontstaande waardevermeerde ring niet vergoed behoeft te worden. Hoe dikwijls toch komt het niet voor, dat de eigenaars van weilanden aan de grenzen der zich uitzettende gemeenten, rustig het vee daarop laten grazen totdat de behoefte aan bouwterrein zóó groot is geworden, dat de verlangde hooge koopsom te ver krijgen is. Deze vormt dan den grondslag voor de huurprijzen der nieuwe woningen Hierdoor wordt belangrijk geinfluenceerd op de steeds doorgaande verdeeling der arbeidsvruchten in de toekomst ten nadeele der huurders. O on die reden verlangde het wetsontwerp van den heer v. Houten de schadeloostelling te bepalen op de kapi taalwaarde van den grond berekend naar de opbrengst ten tijde van de onteigening. In het praeadvies is dat wat veranderd. Daarin wordt voorgesteld in de schadeloos stelling ook op te nemen de waarde welke de grond, tijdens de onteigening reeds aan de mogelijkheid der verandering van be stemming, ontleent. D. ze belangrijke afwij king vond ik in het praeadvies niet gemo tiveerd. Vreemd. Ik mag evenwel niet vergeten te doen opmerken dat de adviseur het wettig oordeelt dat, bij de berekening iiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiMiiiMuiMiiiiiiiitiiintiiiitMiuiniinfiiiiiinitiiiiMMtiiiiiii Vrowenlmlaneen in Berlijn. Dezer dagen werd hier de eerste «Duitsche damesclub" geopend, eene inrichting zooals byna alle wereldsteden ze reeds in getale kent, doch welke voor Berlyn nog totaal nieuw is. De club heeft als elders ten doel een aange naam rustpunt te verschaffen aan vrouwen (boven de 16 jaren) die in afgelegen wy'ken of in de «Vororte" wonen en zich langeren t\jd om allerlei redenen in de stad wenschen op te houden, «en gelegenheid waar zy onge geneerd en op eigen terrein zich kunnen verfrisschen, uitrusten, lezen, schrijven, middagmalen. Het bestuur, bestaande uit bekende dames der professorale en finantieele Oberzehntausendwereld, waarborgt een be schaafd niveau. Het bestaat uit frau prof. v. Leyden, frau v. Hauseman, frau general Meydam, frau v. Witt, frau -Els» Oppenheim, frau commercienrat Friedenthal. Om opge nomen te worden, moet men door 2 leden aangemeld, en door eene majoriteit van % der bestuursleden aangenomen worden. Men betaalt minstens 20 Mark in eens en eene jaarlijksche bijdrage van 20 Mark. Ook buiten Berlijn wonende dames kunnen lid worden. De introduceering van dames als gast is tegen het nemen van een voor n dag geldige introductie-kaart toegestaan, doch dezelfde bestendig in Berlijn wonende dame mag de club niet meer dan drie maal als gast bezoeken. Op buiten de stad wonende dames is deze maatregel niet van toepassing. De club, die dagelijks van 10 uur's morgens tot 12 uur 's nachts geopend is, is gelegen in de Schadowstraeae, dicht bij de Linden, dus in het gediatingueerde centrum der stad. Het omvat 2 .étages, hochparterre en 1ste tage, bevattende een reeks van groote en kleinere vertrekken, die byna allen op een mooien tuin met oude boonien uitzien, waarin men ook van een ruime veranda kan afdalen. Beneden vindt men eerst de eenvoudig, maar smaakvol en gezellig ingerichte ontvangsalons en feestvertrekken, de eetzaal, bibliotheek, courantenleeskamers en correspondentievertrek. Boven: de conferentiezaal, het arbeidsvertrek van het bestuur, eenige bad- en toiletkamers, waar desnoods ook gelegenheid bestaat, in nood zakelijk gewenschte gevallen, te overnachten; een groote, vriendelijk en gemakkelijk inge richte salon met divans, makkelijke stoelen en kleine tafeltjes met rookbenoodigdheden voor hen die moeilijk hunne cigarette kunnen ontberen. Een rijwielstalling is in aanbouw. Mannelijke tegenwoordigheid is volkomen buitengesloten. De club telt reeds 180 leden, en zal stellig. weldra voor de vrouwenwereld in het zich steeds immenser uitbreidende Berlijn met zijne groote-stads-afstanden, [een belangrijke factor worden in hunne onderlinge samenleving. Ook werd .er een andere inrichting geopend die, wanneer inderdaad goed geadministreerd, veel nut kan stichten. Een »Weltbüreau für Frauenerwerb" trad in 't leven. Het stelt zich ten doel op alle mogelijke gebied een actief bemiddelaar te zijn, en de vrouw die eene broodwinning zoekt en raad en informaties wenscht, te helpen om, elk naar bekwaamheid, het beste veld voor hare kundigheden te vinden. De vrouwen zyn menigmaal minder in -de mogelijkheid te weten te komen wat hen zou kunnen dienen, en vele gunstige gelegenheden gaan daardoor voor hen verloren. Deze vraagbaak, die in uitgebreide relatie staat met het buitenland, stelt zich tegen een allergeringste vergoeding, hierbij met raad en daad ten dienste. Een winstgevend beroep voor vrouwen la de heilgymnastiek en orthapaedie. Dit beroepsveld kan nog op uitgebreider schaal door de vrouwen ontgonnen worden, daarom kan het zy'n nut hebben, nog eens een en ander er over mede te deelen. De orthopaedie, of de kunst, ongelijkheden van het lichaam te verhoeden of te heelen, vereischt, al naar de bekwaamheid een vier tot zes maandelijkschen theoretischen en praktischen cursus. De leerlingen worden met de anatomische verhoudingen van het menschehjk lichaam, vooral van het beenderen en spierensysteem evenals met deszelfs voor komende difformiteiten vertrouwd gemaakt, vooral met de verschillende vormen der skoliose en de daarmede verbonden innerlijke en uiterlijke veranderingen. De gymnastische oefeningen en mechanische apparaten, die ter genezing van zulke diffor miteiten plegen te worden aangewend, leeren j de meisjes door praktische lessen, demonstraties, ' eigen oefenirg aan patiënten goed kennen. l In het daarop volgende praktische en theore' tische examen wordt het resultaat van het geleerde vastgesteld. Deze zoo opgeleide orthopaedinnen zijn sinds jaren in de doktoren wereld zeer hoog geschat, zoodat men hen gaarne de hulpbehoevende patiënten ter gymnastische behandeling toevertrouwd. Vooral de turnleeraressen houden zich bezig met de uitoefening van dit zusterberoep, want turnen en heilgymnastiek vullen elkaar weder keerig aan, en de ontwikkelingsloop der turnonderwy'zeres biedt eene zekere basis over de verdere orthopaedische opleiding. In de grootere steden zijn er reeds tamelijk veel orthopaedinnen aan 't werk, doch in kleinere plaatsen is er steeds meer navraag naar, en met nadruk werd hier in Berlijn in vak bladen gewezen op dezen tak van verdienste die voor vrouwen zeer goede vruchten kan afwerpen. Hier in Berlijn berustte de leiding van den heilgymnastischen opleidingscursus een lange reeks van jaren in de handen van de, door een twintigjarige ervaring op dat gebied, gunstig bekende orthopaedin en wetenschap pelijke leerare», frl. J. Peusel, leerling van den vroegeren dr. med. Schildbach in Leipzig en van prof. dr. Augerstein in Berlijn, welke laatste ook jaren lang de examens afnam. Sedert eenige jaren legde frl. Peusel haar taak neder, en droeg het verder op aan hare leerling, frl. M. Pohl Berlijn S. O. Kopenickerstr. G II. Daar bevindt zich een speciaal voor heilgymnastische doeleinden ingerichte turnzaal. Frl. Peusel heeft op 't gebied van heil gymnastiek als vrouwenberoep, baanbrekend gewerkt en deze hier steeds meer bloeiende tak van broodwinning eigenlijk in 't leven geroepen, en vele zeer bekende orthopaedinnen hadden by haar hunne opleiding. Hare opvolg ster wordt hier, ook door de medici niet minder hoog geschat, en warm aanbevolen. Na den dood van prof. dr. Augerstein, neemt een ander even welbekend vakman de examens af. Nog iets ten slotte. Van 'n paar kanten werd mij naar dr. Emile Kempin gevraagd, de bekende juriste, van wier treurige levens wending ik hier voor eenigen tijd melding maakte. Over den tegenwoordigen toestand wordt een volkomen stilzwijisn bewaard; men deelde mij ook mede, dat de familie niet gesticht was geweest over de openbare inzamelingen en dit voor de vriendelijke medezusters die mij schreven over eene eventueele bijdrage al moet hierin elk individueel voelen en oordeelen, een geven hier dunkt mij minder doeltreffend, daar 't nog lang niet zeker i», of de ingekomen gelden niet eveneens aan de schuldeischers zullen moeten vervallen en die zijn er velen. Uit particuliere goede bron werd mij een en ander van deze bizondere vrouw meegedeeld. Getrouwd met een predikant die wegens een zedelijkheidsmisslag veroordeeld en ontslagen werd, kwam zij eerst na dat ongeluk in haar huwelijk, toen zij alleen voor den strijd met 't leven stond, er toe, te gaan studeeren. Zy' promoveerde schitterend in Zwitserland en trok naar Amerika, waar zy veel naam kreeg en zeer goede zaken maakte. Doch zy' heeft nooit gemakkelijk met anderen kunnen omgaan; in Zürich lag zy steeds overhoop met de professoren, in Amerika gebeurde 't zelfde met hare collegas. Daarbij kwelde haar een heimwee naar Duitschland, naar man en kinderen. Zy' kwam zich toen in Berlijn vestigen en zette met een ander advocaat een kantoor op, dat spoedig een gunstige reputatie verkreeg. Toen kwam langzamerhand eene vreemde verandering. De vrouw die hier door de verlichte vrouwenwereld als een apostel was begroet en gevierd, die ook met hart en ziel hare geheele intelligentie had gewy'd aan de vrouwenkwesrie, sloeg naar den tegenovergestelden kant om. Er verschenen brochures die een ieder belangstellende de handen in elkaar deden slaan. Dr. Kempin trad nu met klem op tegen alle emancipatie, betoonde zich het berouwvolle schaap, dat terugkeert tot de groote onver schillig voortsukkelende kudde, predikte alleen huwely'k en huiselijkheid voor de vrouw, kortom, verkondigde daarbij zooveel onlogische dingen, dat na den eersten storm van ergernis en ontstemming, bange twijfel begon op te komen. Met haren compagnon brouilleerde zich weer de eens zoo schitterend begaafde vrouw, en de zaken verliepen. Daarentegen nam de weelde in huis steeds toe. Dr. Kempin stortte zich met hart en ziel in het spiritisme, wees alle juridische vraagstukken af, om niet van hare séances afgeleid te worden. Toen zij fcene vereerende opdracht kreeg om- aan het Victorialyceum voorlezingen over juridische punten te houden, antwoordde zij dat zij wél geneigd was tot voordrachten over spiritisme, tot iets anders wilde zy zich niet meer leenen. Men aarzelde nog steeds met haar onder curateele te stellen, boewei zy aan iedereen vertelde dat zij met Walter Scott die dage lijks met haar samenkwam, verloofd was, en op naam van die», verloofde, die alles betalen zou, geheel nieuwe ameublementen en andere kostbare inkoopen deed. Toen barstte eindelyk de bom los; de volslagen zinnelooze werd met moeite naar een zorgvuldig geheim gehouden gesticht vervoerd, het huis bele gerd door crediteuren, de jongste dochter in betrekking. Ook het huwelyk der andere dochter was de aanleidende oorzaak dat dr. Kempin zeer veel van hare reputatie verloor, en hare zaken zér achteruitgingen. Het meisje had een getrouwden man leeren kennen, en die beiden hadden elkaar liefgekregen. Dr. Kempin bezocht toen de echtgenoote van dezen man, bewerkte, overreedde, betoogde bij deze ongelukkige vrouw zoo lang, tot zij toestemde in echtscheiding, welk zaakje dr. Kempin toen zelf spoedig afwikkelde, waarna hare dochter met den bewuste in den echt trad. Dat was, in de publieke opinie, het begin harer debacle. Natuurlijk is dit droeve einde van een schit terenden levensloop genoegzaam »ausgebeutet" geworden door de tegenstanders van de vrou wenemancipatie. Commentaar overbodig hoe onrechtvaardig en eenzijdig dit weer geoordeeld ware. C. Mrs. Lynn Linton. .Een bal. Natuurbaden, ? Mi's. Chamberlain. Ji'en schei dingsstad.?Geletterde nonnen. Vrouwenvereenif/ingen. llilda nin iiylenltitrg. ]3atanfnc/t-l''ransch. Jieccpten. Corres pondentie. Een Engelsche schryfster van naam, mrs. Lynn Linton, is deze week in den leeftyd van 7G jaar overleden. Als bij vele anderen was er een serisatiewerk noodig om de aandacht te vestigen op het vele goede dat zij vóór dien tijd geproduceerd had. Door de Tnte Uistory uf Joslniu Uaeidson, in 18W versche nen, werd het Engelsch publiek er*p opmerk zaam gemaakt, dat reeds sinds twintig jaren zér goed geschreven romans verschenen van eene ilinke vrouwenhand; met haar volgende romans, van welke Leam Dnndas (in 't Vader land als feuilleton verschenen) hier het moest gelezen werd, werden nu ook haar vroegere gevraagd. Mrs. Lynn Linton (Lynn was haar eigen naam, Linton die van haar man, van wien zij spoedig scheidde) heefc haar roem wel wat overleefd. Tot den laatsten tijd werkte zij ijverig; de kracht van haar stijl was niet verminderd; maar het aangename was er uit verdwenen. Zij was een heel scherpe knorrige oude dame geworden, die zich vreeselijk ergerde aan alle nieuwe dingen, aan de onbeleefdheid en slecht-opgevoedheid der jonge meisjes, aan het verdwijnen van een aantal zoogenaamde Engelsche deugden; men glimlachte meer om haar heel strenge philippica's, dan dat ze eenigen indruk maakten. * * * In 'llie Woman at home geeft Mrs. Sarah Tooley een aardige herinnering uit den tijd van het tweede keizerrijk, toen Sir Edmund en Lady Monson de Engelsche ambassade te Parijs waarnamen. »Het was op een avond dat de keizer en de keizerin het bal in de ambassade zouden bij wonen. Gewoonlijk kwamen zij dan den ingang van de Faubourg St. Honorébinnen en ver trokken door den tuin. Op dien avond, het was midden in den winter en alles lag diep onder de sneeuw, was aan den kant van den Faubourg een talrijke menigte samengestroomd om den keizer en keizerin Eugénie te zien komen; maar de stemming was heel slecht, in de vorige dagen waren aanslagen ontdekt, en men vreesde dat by' het binnenkomen der ambassade weer beproefd zou worden hen neer te schieten. Er werd nu besloten hen te raden, langs den arderen kant binnen te ' komen. Nadat het rijtuig op de gewone wy'ze de Tuilerieën verlaten had, ontmoette het onderweg een bode,die den koetsier de instructie j gaf, den tuin om te rijden, en dan door de ' grille, anders de uitgang-, binnen te komen. »Ik zal nooit vergeten," vertelde later Sir Edmund, »hoe ik met de andere ambtenaren daar stond te wachten tot het rijtuig in het gezicht kwam, en we het over pelouses en bloemperken, alles diep onder de sneeuw, zagen naderen, en hoe gerust we waren toen de keizer en de bekoorlijke keizerin in haar elegant en prachtig toilet, voor de trap uit stapten, terwijl daar de brieschende massa van den Faubourg vergeefs stond te wachten. Den heelen avond stonden soldaten en politie agenten in al de boschjns van mijn tuin en op alle beschikbare plekken. Het is het interessantste bal dat ik ooit heb bijgewoond." * * * In Ojstenryk, te Vel.les in Oberkrain, heeft men een nieuwe toepassing van de szonnebaden", waar ook in Dalmatiëinrichtingen voor zijn. Te Veldes combineert men zonnebad, windbad en waterbad, en «keert tot de natuur terug" zooals het heet. Er is een heerenheuvel en een damesheuvel, «aar patiënten en gasten, alleen met een lapje om de lenden, den heelen dag in zon, wind en regen neergevlijd blijven. »De kleermakerskunst", zegt de dokter, »is anti-hygiënisch, een bron van lichamelijke en zedelyke degradatie". De huid van een aan gekleed mensch werkt lang zoo niet, als de natuur dat bedoeld had. De heer Russell, die er in de Juli-attevering van Strand van vertelt, vond er een honderdtal gasten; zyn meening was dat de kuur tot »spiritualisatie van het lichaam" leidde. * * * In de NciC'York-World wordt al de eer van de toenadering tusschea Amerika en Engeland gegeven aan eene Atnerikaansche, mrs. Chamberlain, geboren miss Mary Endicott, van Boston. Toen zy indertijd met Chamberlain trouwde, was de aristocratische familie te Boston daar zeer tegen, oaidat de bruidegom al te dicht van handelsmenschen afstamde; sedert zal zy daaromtrent wel van gedachte veranderd zijn. * * * North Dakota is van de Amerikaansche Unie de staat waar men het gemakkelijkst echtscheiding kan verkrijgen. In de meeste staten moet men een jaar gewoond hebben; in Noord-Dakota zijn negentig dagen voldoende. Voorts zy'n er tal van redenen, dronkenschap. onvoldoend huishoudgeld, mishandeling, ver lating, die recht tot het vorderen van echt scheiding geven; zoodat het voor Amerikaanj sche paren die hun vrijheid verlangen, een j kleinigheid is, ze daar te verkrijgen. Het stadje Fargo, heeft voortdurend een twee & driehonderd echtparen die er alleen wonen om hun negentig dagen »uit te zitten''. f * * Een klooster van Benedictijner nonnen, allen Engelsche dames, is te Rome opgericht, onder de abdis Dame Mathilde Prynsent. Zy onderscheiden zich hierdoor, dat zij geen strikte afzondering betrachten, zich hierin, naar zij beweren, aan de oorspronkelijke statuten der orde houdend. Voorts houden zij zich voor namelijk met litterair werk bezig, zy hebben eene reeks van biographieën van gecanoni seerde leden der orde uitgegeven, en met succes allerlei Latijnsche bronnen doorzocht. De Zusters van de via Tolentino zyn in de Engelsche kringen te Rome wel bekend en zeer geacht. * * * De »R,echtschutzverein" voor vrouwen te Dresden verschafte dit jaar in 630 gevallen aan hare leden gerechtelijken bijstand. Huwelijksaangelegenheden betroffen 104 gevallen, alimentatie voor natuurly ke kinderenoögevallen. * # * De pensioenvereeniging van onderwijzeressen in Duitschland telt volgens haar jaarverslag 3202 leden; haar vermogen bedraagt ruim 6 millioen mark. * * De algemeene vergadering van den Bond van Duitfche Vrouwenverenigingen zal dit jaar op 3, 4 en 5 October te Hamburg ge houden worden. * * De Duitsche Rijkspost heeft te Berlyn voor 't eerst eene dame als postzegelverkoopster gedurende enkele uren daags aangesteld; als deze proef voldoet, zal de maatregel verder uitgebreid worden. * * * Aan de Universiteit te Freiburg in Baden is voor 't eerst eene dame in de medicijnen gepromoveerd, eene Amerikaansche, miss Pratt. * In Beieren is een nieuwe wet op het recht van vereeniging en-vergadering in bewerking. De commissie van rapporteurs had met 4 tegen 3 stemmen voorgesteld er het artikel uit te schrappen, waarin aan meerderjarige vrouwen het deelnemen aajj alle, ook politieke, verga deringen wordt toegestaan. De rijksraad heeft intusschen dat voorstel met alle tegen 7 stemmen verworpen en het ontwerp onveranderd aan genomen^ heftig debat tusschen den rapporteur Freib. von Soden en den minister Freih. von Feilitzsch. * * * Te Nürnberg is eene tentoonstelling voor verbeterde vrouwenkleeding geopend. Te Karlsruhe is. na veel strijd, in den gemeenteraad besloten tot het oprichten van een meisjes-gymnasium. Prof. Baumeister, leider der christely'k-conservatieven, riep verontwaardigd uit: »Ik vraag het u op uw geweten af, mijne heeren, zou een uwer een gymnasiummeifje willen trouwen?" Te Weenen zy'n dit semester 29 dames als studenten aan de universiteit ingeschreven: alle in de philosophische faculteit. * * # Uit het verslag van de vereeniging voor kunstenaressen en kunstvriendinnen te Berlyn blijkt, dat zij 2^0 kunstenaressen binnen en buiten Duitechland als leden telt, benevens 4G5 kunstvriendinnen en 33 eereleden. Op de kunsttentoonstelling in Februari werden vier stukken door den keizer gekocht; 291 werken waren ingezonden. De teekenschool telt 420 leerlingen; op de Weihnachtsmegse werd in drie weken voor 15000 mark verkocht; het costnumfeest gaf een batig slot van 13.000 mark. * * Van Hilda van Stiyleriburg van mevrouw Goekoop-de Jong van Beek eu Donk, is eene Fransche, Duitsche en Engelsche vertaling in bewerking. * * Een biljet van eene banketbakkersflrma komt ons in handen, dat zeker aan onze Belgische buren weer stof tot lachen zou geven over het Bataafsche Fransch. We vinden er Cttrmel moet (caramels mous), cremfoutè(crème fouettée), baissees (baisers), jtoppouri in caises (potpourri in caisses), nogat (nougat), 's Honor (Saint-Honoré), Vascherin, Morengo, Mascot, compöte, sainêes (?). Laat ons hopen dat de lekkernyen den klanten evengoed smaken zullen alsof het Ujslje door de Académie was gecorrigeerd. * * Zuringsoep. Vier handen vol zuring plukt men van de stelen, wascht de blaadjes, laat ze uitdruipen en stooft ze met 75 gram boter, vermengt ze met twee lepels meel, giet er 21A liter goede bouillon van vleesch of Liebig op, kookt de goep onder vhjtig roeren en giet ze over geroosterd brood. E-e. CORRESPONDENTIE. Aan mevr. »Toos". Het bedoelde berichtje herinneren wy' ons niet, en kunnen het niet vinden. Omtrent het tweede door u gevraagde vindt u iets in het nummer van 17 Juli; ook is het onderwerp deze week op de congressen der Tentoonstelling van Vrouwenarbeid uit voerig besproken. De brief aan «Yolande" zal opgezonden worden; zy is in Indië.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl