Historisch Archief 1877-1940
Na. 1100
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het diner aan boord van de Rapido was zeer
: geanimeerd. Fernandez was verrukt over het
prachtige schip, dat de Spaansche regeering
zooals bekend is, eerst kort van te voren van
den Norddeutschen Lloyd" had gekocht. De
Spaansche officieren erkenden, dat zij eenige
moeilijkheden ondervonden bij de behandeling
van zulk een Leviathan; de Duitsche officieren
hadden zelfs de verleidelijkste aanbiedingen, om
zoolang de oorlog duurde aan boord te blijven,
afgeslagen. »Maar wij hopen toch." zeiden do
officieren, //dat wij de Amerikanen op een eer
biedigen afstand zullen houden. Komt u onze
suelvuurkanonuen ns bekijken!"
Ferriandea del Campo bekeek de kanonnen
en btkeek nog van alles en nog wat in Cadix
en in de buurt van Cadix. In Carracca woonde
hij een stierengevecht bij en bij die gelegenheid
gelukte het hem een twist, die tusschen Spaan
sche soldaten en matrozen ontstond, vreedzaam
bij te leggen. Toen kwam de minister van
marine, admiraal Auuon, in Cadix, om het
eskader van Camara te bezichtigen. Het spreekt van
.zelf, dat hij ook kennis maakte met Fernandez.
Deze vertélde dat hij bezig was, een regiment
Mtxicaausche Guerilla's tegen de Amerikanen
'te organiseeren om de Amerikanen te dwingen
tot splitsing hunner strijdkrachten. De Spaansche
minister van marine wildenog meer van Mtxico's
^plannen weten, maar Fernandez vond, dat hij
al bijna te veel had gezegd.
Aan alles komt een einde. Op een goeden
dag zeide Feruandez dus tot zijn vrienden,
de land- en zee-officieren, dat de tijd van zijn
verblijf in Spanje ten einde liep, eji^bij naar
Mexico moest terugkeeren. *Blijf nög~een paar
?dagen", zeiden de officieren. Vandaag is het
"Vrijdag, en het eskader dat zeggen wij u
in het diepste vertrouwen vertrekt aanstaan
den Donderdag."
Maar Fernandez had nog een andere reden
?om te vertrekken. Hij had zeer veel geld ver
teerd en zijn hotel-rekening was hoog
opgeloopen. Toch bleef hij. In zijn laatste onderhoud
met den hertog van Najera, beklaagde deze
zich over verscheiden correspondenten van
tmitenlandsche bladen die in Cadix waren
ge4omen. Eén hunner had hij verbannen en bij
was op het punt, twee anderen eveneens te
verbannen."
»Maar grj hebt mij toch gezegd" antwoordde
ernandez, ,dat de correspondenten niets anders
deden dan om de stad wandelen, de uitzichten
bewonderen en hun indrukken uitwisselen."
«?Mijn waarde heer," antwoordde de hertog.
Men kan niet voorzichtig genoeg zijn. Wanneer
die heeren spionnen zijn, zullen ze het ons niet
zeggen. Gij hebt geen denkbeeld van de listen
?en streken, waarvan de Yankees zich bedienen,
?om informaties te krijgen."
Fernandez bleef nog tot aan het vertrek van
Let eskader en woonde de gebeurtenissen bij
aan boord van een der admiraliteits-barken.
«?Wij varen naar de andere zijde van de baai,"
zeide een der officieren tot hem, »want de
kanalen, die gij hier ziet, zijn door torpedo's
afgesloten, voor het geval, dat de Amerikanen
naar Cadix toe komen."
Een paar dagen later liepen, vroeg in den
morgen, drie heeren heen en weer voor het
tötel de Paris; zij schenen op iemand te
wachten. Door een spleet van de neergelaten
jaloezieën wierp Eernandez een blik op straat,
maar trok plotseling zijn hoofd weer terug. De
drie heeren wachtten een uur en toen wachtten
zij nog een uur. De klokken van alle kerken
in Cadix sloegen twaalf uur, toen de drie heeren
het hotel binnentreden, en zeiden, dat zij Senor
Fernandez del Campo gaarne wilden spreken.
Gij hadt iets vroeger moeten komen." zeide
de portier, ».hij is hier niet."
Wanneer komt hij terug? Wij hebben bevel
faem in hechtenis te nemen!"
Hij heeft van morgen vroeg zijn rekening
betaald, zijn bagage aan boord van de boot naar
Tanger laten brengen, en toen heeft hij door
de achterdeur het hotel verlaten. De boot is
een half uur geleden vertrokken."
Ongeveer een week geleden, zoo vertelt
de correspondent verder, was ik in Tanger
«n stond op het terras van mijn hotel. Daar
zag ik tegenover mij een man staan, die door
een verrekijker oplettend de Spaansche kust
bekeek, welke men dien dag duidelijk kon zien
van Gibraltar tot aan San Fernando bij Cadix.
Toen hij zich omkeerde herkende ik den Mexicaan.
Hallo, Fernandez, wat doet gij hier? Ik
dacht, dat gij met de volgende boot weer naar
?Cadix zoudt terugvaren?"
Ik ga in 't geheel niet naar Cadix terug."
Wat is er gebeurd ? Gij spreekt op 't
oogenblik uitstekend Engelsch en gij hebt zelfs het
?echte Amerikaansche accent."
Ik ben ook een Amerikaan."
Ik meen geen Amerieano!
(Hispano-Amerikaan.)"
Dat meen ik ook niet. Ik ben burger der
Yereenisrde Sta'en, Amerikaansch officier. Ik
heb in West-Point (de Amerikaansche militaire
academie) gestudeerd en ben kapitein bij het
"tweede Texaansche linie-regiment."
Ik stond verstomd. Dat alles zeide Mj in
onberispelijk Engelsch en met zoo'n echt Ame
rikaansch accent, dat er geen twijfel meer
mogelijk: was. Zoodra ik weer spreken kon,
vroeg ik: Goed, maar dan heet gij toch niet
Fernandez P"
O, ja wel. Ik stam af van een oude Texaansche
familie, daarom spreek ik Spaansch, alsof
het mijn moedertaal was. Ik ben zes weken in
Cadix geweest als geheim agent van de regeering
der Vereenigde Staten. Ik heb de Spanjaarden
mooi voor den gek gehouden."
Wat zei de minister van marine wel van
uw verhaal over de Mexicaansche Guerilla's?"
vroeg ik.
Dat was een leelijke leugen. Maar en ge
durende de laatste dagen moest ik heel wat
onzin vertellen. Het spelletje heeft zes weken
geduurd, maar ten slotte merkte ik, dat 'en
paar menschen argwaan begonnen te krijgen, en
daarom maakte ik mij gereed, om gauw weg
te kunnen komen, 't Was overigens volstrekt
niet noodig geweest, dat ik den minister van
marine zelf sprak, want hij kon mij toch niets
vertellen, wat ik niet al wist. Admiraal Auüon
vertelde mij, dat de Spaansche vloot de hoogste
trap van voortreffelijkheid had bereikt. Jij oude
gek, dacht ik bij mij zelf, wil je iemand foppen,
die het zoo goed als jij weet, wat de Spaansche
vloot waard is! Ik ga nu over Engeland
naar Aaierika terug. Ik heb gewichtige zaken
gedaan voor mijn land, eiken dag stuurde
ik inlichtingen. Onze regeering wist den dag
van de afvaart van Camara's vloot een dag van
te voren. Zij kent op den man af de Spaansche
strijdkrachten, wapenen en ammunitie; wij weten
tot op een ton, hoe groot de kolenvoorraad der
Spanjaarden is, en wanneer de regeering mij de
een of andere vraag stelt met betrekking tot
de militairen en maritiemen toestand van Spanje,
dan ben ik in staat, haar het juiste antwoord
te geven."
Een uitkomst voor versleten champion-fietsers en voor de vaderlandsche zuivel-industrie.
RECORD
1000
RECORD v
250 I\1LO BOTE1\
Karnmachine. Nu iedereen fiets" rijdt, heeft men deze beenen-gymnastiek dienstbaar gemaakt aan de zuivel-industrie. Het karnen geschiedt door een persoon, die op een fiets-zadel
zit en op de gewone manier twee trappers in beweging brengt, terwyl hij zich vasthoudt aan twee stangen, aangebracht ter boogte waar zich bij de fiets het stuur bevindt. Van da
trappers wordt de beweging overgebracht op een as, die door de karnton, of liever den karncylinder gaat, en daar twee vertikale schijven in beweging brengt, welke zijdelings een aantal
kleine schoepen dragen. De schijven zijn hol en kunnen worden gevuld met koud, lauw of warm water, om de melk op de vereischte temperatuur te houden.
Inlichtingen omtrent deze machine worden gegeven door den gepensioneerden kapitein M. Pleszner, Berlin W., Pallasstrasse 1. De hiergegeven oppervlakkige beschrijving is ontleend
aan het technisch byblad van de ^Deutsche Warte", van 17 Juli 1.1.
cïna&zonbm.
Een dame o?er fle arcMeien.
Mijnheer de Redacteur,
Zou u zoo vriendelijk willen zijn, het volgende
in uw blad op te nemen ?
In de Amsterdammer van 27 Juni valt de
heer B.. B A een stuk aan, dat onder dezen
titel uit de Hollandsche Lelie is overgenomen
in het Nederlandache Archievenblad,
Ter opheldering verklaar ik hierbij, dat de
daarin afgedrukte brief bestaat uit brokstukken
van een particulier schrijven van mij; dat deze
brief dus nooit voor publicatie bestemd was;
dat ik mijn toestemming voor het gedeeltelijk
afdrukken daarvan, op het laatste oogenblik
gevraagd, niet zonder aarzeling gaf zelfs voor
de Hollandsche Lelie, een onschuldig jongedames
blaadje, dat denkelijk niemand wetenschappelijk
au serieus neemt; dat echter door weglatingen
aan het begin en midden in de zin hier en daar
totaal veranderd is; dat de tractementen inder
daad gewijzigd zijn.
Nu een woord van repliek aan mijn geachten
opponent, de heer B A.
Om te beginnen is het niet bovenmatig
oprecht, dat hij schrijft. Deze dame moet dan
werkzaam zijn, op 't archief te Utrecht." Hij weet
zeer goed, welke dame daar werkzaam is en
heeft er haar meermalen gezien.
Tot mijn leedwezen kan ik zijn hulde niet
aannemen voor mijne bereidwilligheid, om mijne
geslachtsgenooten te helpen in het veroveren
van een positie; want ik schreef niet met eenig
feministisch oogmerk, maar alleeu om mevrouw
v. W. J., die mij indertijd wel eens een genoegen
deed, dat te reciproceeren. Om dezelfde reden
kan ik den wensch, waarmee de heer B A
zijn ingezonden stuk besluit, niet beamen.
De bewering, dat, algemeen ontwikkelde vrou
wen, vooral zij die aan een hoogeschool juridische
opleiding hebben gehad, kunnen dingen naar de
betrekking van archivaris" komt geheel voor
rekening van mevrouw v. W. J.; haar valt dus
ook het genoegen ten deel, in dezen met den
heer B A te harmonieeren.
.Rijks- en gemeente-archief heb ik niet door
een geward, maar ik heb geschreven, dat bij
ons" Rijks- en gemeente-archief zich in n ge
bouw bevinden en ook, dat ik alleen kon spreken
over Utrecht, dat ik van andere archieven even
weinig wist als de redactrice zelf. Intusschen
kon de heer B A dat niet weten, omdat
hij niet weet, door welke coupures mijn brief
is gemaltraiteerd.
Het is waar, dat ook doctoren in de
Nederlandsche letteren betrekkingen bekleeden aan
archieven en ik wist dat. Dit is een der on
volledigheden van mijn haastig schrijven, die
ik voorzag en waarvoor ik de redactrice der
Hol andsche Lelie tijdig waarschuwde.
Over de spierkracht van dames moeten we,
dunkt me, maar niet twisten: wie weet trouwens,
hoe het door den heer B A voorgestelde
examen zou afloopen in onzen tijd van sport.
Maar mij werden de folia'nten, die ik noodig
had en lijvige zijn er onder ! altijd ge
bracht door den conciërge, niet door een der
klerken.
Dat de tractementen te Utrecht hooger
zouden zijn dan elders, heb ik niet medegedeeld.
Alleen onderstellenderwijs schreef ik, dat ze
elders »eer lager dan hooger" zouden zijn.
Of weinig gemeenten een eigen archivaris
hebben? Weinig en veel zijn maar betrekkelijke
aanduidingen, waaromtrent dus verschil van
opinie mogelijk is. Blijkbaar bestaat dat
verschil tusschen ons.
Evenzoo is het met het woord volontair. De
heer B A schijnt hét woord vrij beperkt
te willen opvatten; ik nam het in den
algemeenen zin van vrijwilliger" en achtte den
naam ook toepasselijk op wie geregeld komt
werken in het gebouw, dat rijks- en gemeente
archief bevat, zouder er van rijks- of gemeente
wege een aanstelling te hebben. En met een
volontair van dien aard gebeurt het wel degelijk,
dat een archivaris samenwerkt op de door mij
aangegeven wyze. Maar ik acht mij niet ge
rechtigd, over het voorbeeld, dat ik zou kunnen
noemen, in het publiek uit te weiden. Want
niet mijn naam is daarin betrokhen, maar dat
zijn wel twee andere.
Wat de heer B A noemt als het werk
van een volontair, is dat inderdaad vrij wel in
mijn geval. Alleen pleegt de archivaris te
verzoeken," niet op te dragen".
Stellig bestaat er kans, dat een archivaris liever
geen volontair heeft. Ik heb mijn toelating hier ook
nooit beschouwd als een recht, maar als etn zeer
te waardeeren gunst, niet verleend om eenige
verdienste van mij, maar op voorspraak van een
derde, aan wien ik al evenveel verplichting heb
als aan den archivaris zelf. Ook voor de lei
ding, die ik hier genoot, heb ik mij altijd har
telijk dankbaar gevoeld en naar ik vertrouw
ook getoond. Recht had ik daarop zeer zeker niet.
Omtrent de prijzen voor copieerwerk moet ik
mijn mededeelingen ten stelligste handhaven.
Wat ik opgaf is een vast tarief, dat mij als
zoodanig werd opgegeven, door den archivaris
zelf en door een der klerken. Maar wat ik
copieerde was altijd van vóór 1700, dat is waar.
Een regel waarop 27 letters staan wil ik den
heer B A wel eens vertoonen; maar ik
denk ook wel, dat ze zeldzaam zijn en dat
niemand onzer zijn letters telt. Mijn tijd al
thans is me daarvoor te kostbaar. Een vast
tarief echt-er moet vaste cijfers hebben en dat
tarief spreekt van 30 regels per folio-blad, 27
letters per regel.
Eindelijk komt er een insinuatie tegen
wat ik wel moei weten: mijn opgave omtrent
de hoeveelheid copie, die ik per uur pleeg
af te doen : een beschuldiging van opzettelijke
onwaarheid dus. Wijzer was het misschien,
daarop niet in te gaan. Want ik heb maar n
l woord en wie dat de eerste maal niet als waar
accepteert, zal ook wel geen reden hebben een
tweede betuiging van hetzelfde voor ontwijfel
baar waar te houden.
Maar met den heer B A heb ik vele
uren vreedzaam neergezeten aan de voeten van
oenen Gamaliël; en daarom spijt het mij, dat
juist hij, een commilito in zekeren zin, mijn
waarheidsliefde in twijfel trekt. En ook: de
heer B A doet een verzoek; hij doet het
schuchter, beschroomd, met stippeltjes zelfs tus
schen de gedrukte woorden, om de aarzeling
scherp te marqueeren. En een verzoek, een
bescheiden verzoek, afslaan was nooit mijn fort.
Daarom, als het hem daarmee ernst is, zij het
verzoek van den heer B A toegestaan.
En dat is vrij. gemakkelijk, als de archivaris ous
zijn welwillenden steun wil verleenen. De ar
chivaris van Utrecht nu is niet hardvochtig en
zal ons vermoedelijk een gemeenschappelijk ver
zoek niet weigeren. Laten we dan vragen om
eenig oud Latijnsch handschrift, niet het las
tigste, niet het gemakkelijkste, maar een wille
keurig handschrift, zooals dat pleegt voor te
komen als copie wordt aangevraagd. Dan neem
ik aan, binnen een uur 2 ii 3 pagina's (dat is
tarief-pagina's: minstens 30 regels a 27 letters)
te schrijven, duidelijk leesbaar. De heer
B A mag zelfs met het horloge in de
hand komen controleeren, of alles eerlijk toegaat.
Aangenomen ?
De hoop van den heer B A, dat ik het
i hem niet ten kwade zal duiden, dat hij mijn
j inlichtingen verbeterde hier en daar, is niet ijdel;
j integendeel, voor de verbeteringen ben ik dank
baar, evenals voor den kostelijken raad, om een
cursus aan de ccole des chartes" te volgen.
Want die raad is kostelijk en gaarne zou ik
zelf dien opvolgen, als ik in de gelegenheid was.
Met dank aan den heer B A voor zijn
verbeteringen en aan de redactie voor
| de plaatsruimte.
! Utrecht. LrciE MIEDEJIA.
Geachte Redactie.'
Ik zie daar met genoegen dat men op
den Dam begonnen is met juffrouw Een
dracht en de verzameling voetstukken
waarop zij staat op te bergen in een kast,
die door de goede zorgen der Gemeente al
dadelijk rentegeyend wordt gemaakt door
haar voor publiciteit te verpachten.
Zóó, mag ik het zien, dat is een goed idee I
Welja! laat iedereen iets mee betalen aan de
onkosten voor het versieren van het akelige
ding, dat op 't midden van den Dam reeds
jaren lang iedereen in den weg is en ergert.
Reclame! ad verteeren! 't is schering en
inslag tegenwoordig. Heel goed dus! er
kunnen heel wat annoncen en reclames op
die verbazend groote houten schotten.
De pacht zal wel naar rato zijn, want goed
koop is »de stad" nooit.
Simplex staat er al op, een «tochtje naar
Marken" wordt er op aanbevolen, en wie
weet wat er nog meer op zal te lezen zijn ?
Natuurlijk Van Houten's of Blooker's cacao,
Thomson's Thee en Odol Best! ik gun de
stad, een voordeeltje door al die reclame'?,
't helpt altijd weer 'n beetje, als is 't ook maar
n druppeltje geheven uit den oceaan
van geldnood, dien ze hier nooit overkomen.
Maar laat de stad Amsterdam toch n
schot van de acht voor zich zelf en voor
enkele vriendjes houden. Nooit mooier
gelegenheid dan nu, om voor al de stedelijke
en gemeentelijke instellingen reclame te
maken. Hoe is 't mogelijk dat er nog
niemand op die gedachte kwam; 't is al
weer het ei van Columbus, maar ze leggen
hier in den gemeenteraad dergelijke eieren
niet, ze broeien eerder allerlei andere din- |
gen uit, die u en mij het geld uit den zak ;
kloppen. Enfin: 't is niet anders, en ik ver
oorloof mij u bijgaande eenige concepten van
aankondigingen en reclame-annonces aan
te bieden, die m. i. op dien houten mantel
van de nationale peperbus op den Dam,
niet misplaatst zouden zijn. Zeer terecht heeft
uw geestige teekenaar deheerBraakensiek
in uw vorig No. een plaatje gegeven, waarbij
deNederlandsche maagd het heelemonument
laat amoveeren. Maar ik wensch nog een
anderen voorslag te doen, nl. deze: laat
men het monument van 1830?31 van den
Dam nemen en bewaren om het te plaatsen
als grafnaald op de laatste rustplaats van
den laatsten oudstrijder van 30?31.
Zoo langzamerhand sterven die oudjes uit,
zonder het pensioeutje waarop zij hun leven
lang hebben gehoopt en gewacht. Laat het
monument >Aan den Volksgeest gewijd",
dan de plaats aanwijzen, waar de laatste
held van Ao 30 uitrust van den strijd voor
't vaderland en den strijd om 't bestaan.
De bijgaande advertentiën kunnen
desverkiezend met toepasselijke teekeningen
worden geïllustreerd of met gekleurde
letters op de schotten worden geschilderd.
Dankend voor de plaatsing dezer regelen,
Uw dienstw.,
H. C. VKOLIKS.
Levert Amsterdam bij buien
Tijdens, voor en na het spuien !
Overal in stad verkrijgbaar in verschil
lende soorten. Meest aanbevolen parfums:
Heeren-, Prinsen-, Keizers- en Singel-tfavor.
Baangracht-Odor (triple extract). Levering
gratis en overvloedig !
Negen centen maar
Per kubieke meter.
't Kost niet minder dan voorheen
En... het brandt niet beter!
Nadere inlichtingen geeft de L C. G.
ODOR!
Nieuwste gracht odeur
Heerlijk en pikant van geur
De gezondste en befete tafeldrank wordt
door de gemeente Amsterdam tot civielen
prijs geleverd aan burgers, die gelijkvloers
of n-hoog wonen.
TELEFOON!
De Gemeente Amsterdam, vestigt de
algemeene aandacht op haar Telefoon-net met
de nieuwst-uitgevonden ondergrondsche
geleiding op heimasten (systeem Treub). De
abonnementsprijs is minder dan dien van
de Bell-Telefopn, maar daarentegen is
de bediening niet beter. Voor liefhebbers
van bellen is de Gem. Telefoon een goede
gelegenheid om zich te oef enen. Het bureau
is gevestigd op een bovenhuis driemaal
bellen!
Amsterdamsche
Handschoenen-Specialiteit!
Halt! Ga de nieuwe aanvoer van hand
schoenen zien! In het magazijn »De
Wapenstok" zijn versch ontvangen, de be
roemde militaire en civiele handschoenen,
waarmede tegenwoordig alles zoo netjes
wordt aangepakt. Alle nummers zijn voor
handen. Prijzen billijk!
Specialiteit witte garen en castoren
GantSmeris, volgens officieel model.
NB. Men pakke hier in stad voorzichtig alles
aan,
Dit wordt elk ambtenaar niet klem en
kracht geleerd.
Geen diender mag een burger slaan,
Dus loopt hij geganteerd!
PRIJSVRAAG.
De AMSTERDAMSCHE STEDEMAAGD looft
tegen de a.s. Inhuldigingsfeesten een fraaien
prijs en premie uit voor de beste plannen
tot rijkste en doelmatige versiering der
Boldoot-karren. Desinfecteerende vloeistof
fen, als carbol of creolin, die vroeger niet
bij die wagens geleverd werden, zullen nu
van gemeentewege ruimschoots worden
verstrekt.
Zij die mede wenschen te dingen zenden
hunnen plannen in aan de Gem. Reini
gingsdienst.
IIH, Schutters. Attentie!
De ondergeteekenden berichten dat zij de
gunstig bekende affaire van den Heer VAN
DER BORREL hebben overgenomen en
voortgaan met het bewaren van Schutters
geweren. HH. Schutters die er iets tegen
hebben om met hun «spuit" over straat te
loopen, vinden voor hun »potlood" voor
f 2.50 gedurende een geheel jaar logies en
insmeersel. Meer dan 250 geweren, die door
ons bewaard worden, zullen gaarne de beste
getuigenis onzer solide behandeling afleggen.
Vischsteeg. VAN SLOK & Co.