De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 31 juli pagina 6

31 juli 1898 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1101 Spje's oyerpg ra eene moiarcliie tot een roo?erlioofilffiaüsstaat. (Ülk ) Leve Don Carlos?Breekijzer I! Polielslüte Constantinoiiel, (Simplissimus ) PODBIELSKI (Pruisisch minister van posterijen) tot den Sultan: »Uw harem is prachtig, Majesteit! Zoudt u die dames niet kunnen gebruiken om postzegels te verkoopen ?" Zeer (Punch.) ,-f^r»!^><,..^ S*«»S(BfeB.f.>DOLLY: »Grootpa, wat hebt u langs wenkbrauwen l Hoe komt u daaraan " GKOOITA : »Ik denk dat ik daarmee geboren ben, kindje.'' DOLLY : »Wat zal uw moeder dan van u geschrikt zijn !'' Zijn te. HET WOXDEEKIXD: >AVat zal ik van avond eens spelen, oom George 't" OOM GEOBOE : »0 ! Een heel stil spelletje, op zolder, dan ben je een zoet kind !" voet van dit kunstwerk van Johan Kuynder lezen we: Dit conststnck vint tot Swartesluis Ter eer bewaert op haer Raethuis om daaruit ook te drinken w\jn, wanneer men recht mach vrolick zijn. Even vermaard is de beker der stad Franeker, welks kelk en deksel een globe vormen, waarop de wereldkaart uitvoerig gegraveerd i.°, en die toegeschreven wordt aan Pibo Gualteri van Leeuwarden; alsook een beker in den vorm van een tulp, in 1672 den Amsterdamschen burgemeester dr. Nicolaas Tulp aangeboden, welke beker thans een deel uitmaakt van de collectie van jhr. dr. J. P. Six. Trouwens nog veel meer namen als Paul en Adam van Vianer, Michel Ie Blon, Cornelus de Bonte uit Breda, Mathias Melin, van wien een fraai gedreven relief in het Rijks-Museum aanwezig is, ifruin en meer anderen, wijzen op een bloeiperiode der drijf- en ciseleerkunst, die na hen, bijna geheel te gronde gegaan is. Het is dan ook een gelukkig verschijnsel dat er nu niet alleen belangstelling in deze kunstuiting wederkeert, maar ook een herleving van dit kunstambacht is waar te nemen. Bekers, die tegenwoordig meest gemaakt werden uit een vlakke plaat, die cylinder- of kegelvormig gebogen werd, dan gesoldeerd en waaraan later een losse bodem werd toege voegd, worden nu weder op oude wyze uiteen vlakke plaat geheel omhoog gedreven. Sinds ruim een jaar is er aan de Hollandsche kunst nijverheid een afdeeling voor metaalbewerking toegevoegd, waarvan de heer F. Zwollo, die nu een expositie van zijn werk bij Gebr. Schröder houdt, de practische leiding op zich genomen heeft. Wat de finesses van het werk aangaat, die vinden we zeer merkwaardig opgeteekecd, in een hoogst zeldzaam boekje door Willem van Laer (1), waarin deze mr. Zilver smid tot Zwol zegt: »Het zo genaamd* Dry ven, is een uytwendige verbeeldinge, (op eenig Metaal) het welk door Ponsoenen is gewrogt, men verbeelt daar door alderhande soort van Beelden,Lof en Blom, voors alle soorten van siraaden, die 't oog eens Mens koLnen behaagen. En hoe veel siraat, het aan een Werk daar 't by partyen werd opgebragt bijzet, is des verstandigen genoeg bekend. De Aloude, een vlak stuk Zilverwerk met eenige gedreven ornamenten willende versieren, planeerden zy dat zelve wel glad, en lieten 't niet dikker, als wanneer men daar met een spitse Ponsoen, aan de eene zyde zoetjes opsloeg, het buitje daar door gemaakt: aan de andere zyde, onderscbyndentlyk kost gezien werden, zulken Plaat brogt men hard op de Pek, tykende het gedesidereerde daar op, en volghden die tykentrekken, met een spits (dog van onder rond Ponsoentje) dat men pikkel of ponteljeer Pons noemt, doormiddel, van met een klyn hamertje daar op te slaan, maakende zo putje aan putje, op alle de getykende trekken, zo hart; dat men die Plaat omgekeert zynde, de volkoomen tyktninge, door de geslagen buitjes, aan deszelfs ander zyde kost zien, voors wierd die Plaat van de Pek afgenoomen, gegloeyt en schoon gemaakt, op een zandzak of zaft blok, na die gepikkelde trtk uytgezet, welk uytzetten niet alleen de Figuren, maar ook de grond deede ryzen, en daar door het werk: als bulterig vertoonen." Of de heer Zwollo geheel gehandeld heeft volgens de voorschriften van dezen ouden goudsmid weten we niet, daar we alleen de resultaten van z^jn werk te zien krijgen, en ons dat ook eigenlijk het meest belang inboe zemt. We zien hier, van eenvoudig, uit rood koper gedreven bakjes, bekers en ringen, tot kunstig bewerkte zilveren bokalen toe. Aardig zijn die roodkoperen bakjes die iets primitiefs hebben en door de vlakjes die de hamer in het naar boven gedreven koper maakt er niet vervelend uit zijn gaan zien. Dat de heer Zwollo een goed werkman is blijkt uit verschillende zeer hooggedreven voorwerpen, o. a. een kikvorscbje en een zilveren beker met lelietjes van dalen versierd ; alsook uit een gulden en tienstuiverstukje waaruit kopjes van de koningin gedreven waren. Dit is echter meer virtuositeit van een knap werkmar, dan dat bet getuigt van goed doordachte arbeid. Zoo leek mij een schotel van tomback (een legeering van koper met zink), versierd met klaverbladen en libellen, en een zilver gedreven wandelstckknopje met paauwtjes, veel rationeeler van opvatting, en juist hieruit geloof ik dat we met de groote techniek die de heer Zwollo bezit nog veel goeds van hem mogen verwachten. R. W. P. Jr. 1) ~\\re(/-u-ij:er van aankoomende Goud-en Zilversmeden, te zaamr-n gestelt door Willem van Laer, mr. Zilver-Smidt tot Zwol. Uitgeg. t'Amsterdam by Fredrik Helm, voor den auteur. 17iJl. Haamiylens en omstreken, Ter gelegenheid van ccn bezoek der leden van Architeetura et Ainkitia", en eenige bevriende vereenig;ngcn, aan het kasteel van Haarzuylenp, is over dit zeer belangrijke bouwwi-tk, een boekje verschenen, dat door den uilgever, den heer II. lyleinmann te Ilaatlrm voor zeer geringen prijs in den handel gebracht is. In bet koit behandelt dit de situatie var. het kasteel (en opzichte van omliggende ge meenten, een en ander betn tïendc de familie der Znylens, van wiens voorvaderen men reeds in de zesde eeuw melding maakt; voorts de toestand waarin het kasleel z'ch tot voor eenige jaren bevond, en eindelijk een beschiijving l.oe men uit de oude bouwvallen met behulp van enkele tet keningen de oor spronkelijke toestand weer kon terugbrengen, en in hoeverre men hierin reeds geslaagd is. Ken kwartier uur gaans van het dorp Vleuten, aan de spoorweg Uarmclen-Utrecht, lag tot voor een ztstal jaren een zeer schilder achtige ruïne van een bouwwerk uit de vijf tiend» eeuw, dat echter door nalatigheid der eigenaars en invloeden der atmosfeer, boe langer hoe meer in vervallen toestai d geraakte. Pat dit inoiiiimeritvanvijftier.fi' ecuwsche archi tectuur niet geheel verloren git g is voorrameli.k te .'anken aan jhr. mr. Victor de Stuers, die in -ijds i;i uwktursge teekenii-^en van deze bouwvallen bad laten vervaardigen en wien bet gelukken mocht, den tegenwoordigen eigenaar Eüenne, baron van Ziiylt-n van Nijevelt van de IIa;r. te bewegen, den ouden burcht zijner voorvaderen in zijn vcrigen luister te doen herstellen en de leidirg dezer restauratie in handen te geven van den architect dr. l'. J. U. t'uypers, die als van zelf door zijn groote kennis van rniddeleeuwscbe bouwkunst, hiervoor de aangewezen persoon is. Omstreeks 18'J1 begon de heer Cuypers dan ook in overleg met zyn zoon, den architect ingenieur Jozef Th. J. Cuypera, zijn onderzoek in deze overblijfselen om daaruit de oorspron kelijke toestand te reconttueeren. Het spreekt van zelf dat met de weinige teekeniogen die er van bestonden het dikwijls zeer moeilyk was, na te gaan in hoeverre men op de gegevens dezer ruïne kon voortbouwen. Eenige jaren zijn dan ook noodig geweest voor men uit de overgebleven sporen positief kon vast stellen hoe h«t oude kasteel de Haar er in vroegeren tijd uitgezien had. Bij den opbouw deden zich weder eigenaardige moeilijkheden voor; er mt est namelük rekening gehouden worden met bewoonbaarheid van een dergeüjk vijftiena' eeuwsch kasteel, voor iemand gewend aan de eischen en gemakken der l'Je eeuw; vandaar dat men uitging van het stand punt, als ware het altijd bewoond geweest, en door de opeenvolgende geslachten, gewijzigd caar hun smaak en inzichten, zoodat aen er nu ook voor verlichtingen naast oude kaarsen en petroleum, hoofdzakelijk electr.sch licht zal aantreffen. Wat de verwarming aangait is eveneens rekening gehouden met de nieuwste verbettringer, vandaar dat men centrale atoomverwarming in het gansche gebouw heeft toe gepast. De machines hiervoor bevinden zich in het poortgebouw, van waar uit de geleidingen door een ondergrondsche tunnel het kasteel bereiken. De restauratie van het kasteel had namelijk van zelf de noodzakel^kheid doen inzien van wederopbouw van het poortgebouw, terwijl men eveneens de kerk waarvan i.og een gedeelte aanwezig was, dat echter voor zeer andere doeleinden gebruikt werd, tot zijn oor spronkelijke toestand terug wenschte te brengen. Met het gebouw moest natuurlijk de omgeving, die grootendeels uit weiland bestond, in over eenstemming gebracht worden, en onder leidirg van d> n heer H. Copijn verrezen er fraaie parken en tuinen, deels streng regelmatig, deels meer woest aangelegd. Eigenaardig heden als een labyriuth, hazenloop, rozentuin, etc. ontbreken hier natuurlijk ook niet. Daar men in den korten tijd een gunstig resultaat wen&chte, geschiedde de aanplauting met dikwerf zeer oude boomen, die daartoe een jaar tevoren rondom uitgegraven, en door middel van een door den heer Cop^n bijzonder geconstrueerde wagen, overgebracht werden. Zoo doorsneden dan ook binnen eLkele jaren breede lanen deze eertijds vlakke grond. De grachten rondom het kasteel, die do r puin tot slooten waren versmald, werden weer ver breed en nieuwe vijvers gegraver, zoodat men ook ia het park afwisseling kreeg, door schoone waterpartijen, waar de torens van het kasteel zich in weerspiegelen. Om het geheel te volmaken werden ook de huizen van het dorp wat bouwtrant aangaat, in overeenstemming gebracht met bet huis van den landeigenaar, en tevens de kom der gemeente voor meerdere uitbreiding een kwartier uur verder gebracht. Is dit in hoofdzaak htt plan der restauratie, in hoeverre men daarin reeds geklaagd is, bleek ons bij een bezoek aaa het kasteel zelve. Gaande door het porrtgebouw dat nagenoeg geheel gereed is, met zijn fraaie met ijzer beslagen deuren, die men ter gelegenheid van de tentoonstelling van Hotel en Reiswezen op Oud Holland'' kon bewonderen, komt men o > de Voorburg'', die door een ophaalbrug in verbinding staat met den grooten burg", die insgelijks weder door een ophaalbrug toe gang geeft tot den hoofdingang van het kasteel. Het kasteel zelf dat van buiten nagenoeg voltooid is, maakt een prachtigen greotschen indruk, sta'ig en deftig, met zijn met lei bedekte daken en toren0, die een mooi silhouet tegen de lucht afteekenen. Het is hier echter de plaats niet om in den breede uit te weiden over constructie en archi tectuur van dit kunstwerk, waaruit behalve de groote scheppende kracht, weder de omvang rijke kennis van middeleeuwsche bouwkunst spreekt, die den heer Cuypers in zoo hooge mate kenmerkt. Met dj binnenbetimmering is reeds sedert eenigen tijd een aanvang gemaakt, zco.lat enkele vertrekken gereed zijn om baron van Zuylen tot huisvesting te dienen, wanneer hij eeiiigtn tijd op het kasteel wil vertoevi n. Ecu van de vertrekken die het eerst geheel hersteld en ingericht werden is de boekerij", grenzende aan de groote wapenzaa', die men van uit de lijk gepolychromeerde overdekte binnenhof bereikt. Eenvoudig, degelijk en wel doordacht, alles in overeenstemming met elkaar, maakt de^e zaal een em.tige, rustige indruk. Een zeldzame bekoring spreekt uit de meubels die dr els gebeeldhouwd, deels ge schilderd met fraai smeedwetk versierd zijn. Zoowel do groote archiefkast-, min of meer 13 eeuwsch type, met haro fraaie paneelen, doelende op de vrije kunsten'1, als de platenkast, met haar tijn ijzer beslag, die een latere periode vertegenwoordigt, zijn kunstwerken zoo wel van vinding, als uitvoering. Zeer eigenaardig door compositie, in verbai.-d met de bestemming van dit vertrek, zijn nog een kastje nevens den schoorsteen, in den muur uitgespaaid, om geschiedkundige weiken te bevatten, en versierd met voorstellingen ontleend aan het scheppingsverhaal. Zoo ook een fraaie bank rijk van snijwerk, met in drie ronde paneelen de groote geschiedschrijvers der oudheid: Daviil, Homerus en lierodotus. j De aan de boekery grenzende wapenzaal is i roi.dom met eikei.hout betimmerd, waarboven geweven stoffen komen te hangen. De hooger gelegen slaapkamers, die bij het bezoek van den landheer in gebruik genomen kunnen worden, bkdeu eenige atVisneiing in si ijl aan, als wijzen zij op invloeden van la'.ere ge slachten. IL./e lang het nog duren zal voor deze veel omvatter.den arbeid van den hoogbegaafden architect gchcc! gereed is, kunnen we niet nagaar, maar zeker is het, dat het een monu ment zal worder, waarop Nederland trotsch kan zijp. Het is dan ook een gelukkig feit dat baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar het plan opvatte om ('.en burcht zijner voor vaderen weder te doen verrijzen, en hij in Dr. Cuypers een bouwmeester vor.d, die dit plan op zoo schoor.e wüze verwezenlijkte. 11. W. P. Jr. VERBETERING. Verkeerdelijk stond boven het artikel over Van Moerkerkens houtsnede in het \Veekblad ! van _t Juli: De Parochie van S t. Jan te j Laren". Dit moet vijr.: .De Processie van i St. Jan te Laren". | 11. W. P. Jr. Rembrandt-tentoonstelling. Naar wij vernemen zijn voor de Uembrandttentoonstelling, bij gelegenheid van de inhul diging der Koningin, niet minder dan 111 schilderijen toegezegd. De commissie kan dus van succes spreken, op haar arbeid. De Tooneelschool. Wij hebben in ons vorig nummer een be schouwing over de tooneelschopl overgenomen, waarin het volgende voorkwam. »Zoo werd een leerlinge uit de tweede in de derde klasje bevorderd onder de verbintenis dat zij het volgend jaar tot het eind-examen zou worden toegelaten. Men had deze leerlinge even goed nog een jaar in de tweede klasse kunnen laten". De lezer zal uit het verband dezer vol zinnen reeds hebben opgemerkt dat hier in plaats van onder de verbintenis, zonder de verbintenis enz. moet gelezen worden. Wij vernemen dat sedert de leerlinge uit de tweede klasse Marie Schalkens bij »het Nederlandsen Tooneel" een plaatsing heeft gevonden, onder de voorwaarde dat zij nog een jaar aan de tooneelschool de lessen zal moeten volgen. De vereeniging had dus beter gedaan de uitgaven voor haar onderhoud en onderwijs gedurende een jaar te bekostigen, in plaats van haar aan den schouwburg te verbinden, waar zij weinig zal kunnen uitrichten en van. geen nut kan zijn. NIEUWE UITGAVEN. Nederland en de Serner Conventie, door mr. J. D. VEEGENS. Groningen, P. Noordhoff. Wereldvrede Een ernstig woord aan het geheele Nederlandsche volk hg de aanstaande inhuldigingsfeesten, door J. KUIPER, hoofd der c. school te Schraard, met een inleidend woord van ds. O. Nore', Ned. H< rv. pred. te Wons. Bolsward, K. Falkena Bz. Dr. D. C. NijHOi-T. heeft in een handigboekje het een en ander te samen gebracht over al de Stadhouders en Koningen uit het huis van Oranje, die over Nederland geregeerd hebben ; benevens hunne portretten naar bekende schilders, Koningin Wilhelmina wordt hier gegeven, in de kleedij van Amalia van Solmp, naar de schilderij van Bisschofs en ook nog in lichtdruk van H. Kleinmann & Co. te Haarlem. De uitgaven verscheen bij demaatschappij »Elsevier". De beteekenis der Sclwolliygïne, voor de Volksschool, door Mr. A. P. H. DE LANGU. Alkmaar, Herms. Coster & Zn. Inhoud van Tijdschriften. Het toerk der Liefde : Ons beginsel en ong, doel; Een maatschappelijke ramp (vervolg); Alcoholisme als ziekte ; Uit Madagascar ; Uit Engeland ; Uit Zwitserland ; Een nieuwe aan kondiging van een oud boek ; Fénélon's oor deel over den wijn ; Het tegenwoordig standpunt onzer kennis van de werkingen van alcohol op geestes- en lichaamsarbeid ; Neutraliteit op godsdienstig f n staatkundig gebied ; Een matigbierdrinker (een alcoholproces); Onthouding of matigheid ; Zonde of ziekt? ; Alcoholvrijo dranken ; Nobelrood; Alcoholisme bij vrouwen; Aankondiging van geschriften. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding : G. J. Buys (Amersfoort), Bespiegelingen over de positie en de taak van den onderwijzer aan de lagere school ; Dr. J. II. Gunning Wzn. (Zwolle), Gramatica en lectuur, I; G. J. Biiys(Amersfoort), Over de wenschelijkheid om het beginsel der vrijstellingen van mondeling on derzoek in toepassing te brengen bij de eind examens der hoogere burgerscholen met 5 jari gen cursus, II; Dr. A. van Berkum (Nijmegen), liet eindexamen aan de Duitsche gymnasia, IV ; F. Wesseling (Amersfoort), Het een en ander over onderwijs in Rusland en nog wat, II; G. J. Buys (Amersfoort), De oprichting der hoogeschool voor handelsonderwijs teLeipzig. Noord en Zuid (Blom & Olivierse, Culemborg): dr. A. Kluyver, Over de Methode van het taalkundig onderzoek ; dr. G. A. Nauta, Hantwerkpen ; N. N., Moderne mannenkarakters in den Hollandschen Roman ; C. J. Vierhout. Woorden van gelijke be'eekenis; dr. G. A. Nauta, Sló'jl; mr. C. Bake, Eene Komma kwestie : dr. G. A. Nauta, Het Cambrijnsche vocht; Taco II. de Beer, Jan van Beers, met portret naar eene ets; mr. C. B , Beschikken ; II. Slotboom, Afhankelijke Vragen; II. Slot boom, Primaire en secundaire buiging; mr. C. B., In quarto; v. d. Mate, Synoniem; v. d. Mate, Etymologie ed Taalgebruik ; M. Tarf, K. L. Ledeganck's Aan Brugge"; ** Men moet geen oude palen verzetten; * * Kyrie eleison. lïxjen lluiird, No. 31: Leonie, door Louise B. B , XI ; Zomerstilte, door Ida Haakman ; De Nieuwe-Zijds Kapel te Amsterdam, met afbeeldingen, I. Johan Willem Friso, door Prof. H. C. Rogge, met portret, I. De Serpentines, door Jan de Kijker. De Sultan van Siak, door N. W. Schuurman?, met afbeeldingen. Ver scheidenheid : Een vijand van den perziken boom. Feilleton : De Nieuwe Ivunst, naar het Fransen, van Henri de Lavedan. (jSlot.) Advertenün. De patroon en het oppo^itieblad. De bekende Duitsche groot-industrieel Vort Stumti', een steunpilaar der conservatieve partij, schijnt zi.ne fabrieksarbeiders geweldig onder de plak te houden. Bij de laatste verkiezingen voor den Duitschen Rijksdag werd hij niet dadelijk herkozen ; miuir hij kwam in her stemming en schreef dit onverwacht resultaat toe aan de polemiek van de Netiiikirchiier Zcitiniij. Den dag na de stemming liet hij aan de poorten zijner fabrieken de volgende mededeeling aanplakken : »Daar de Xciiukirdiner Zeitiui/j mij belasterd heeft, beschouw ik het als iets dat van zelf spreekt (seinteer* (iiul'ich), dat geen-arbeider dat blad meer in zijn huis zal dulden.' E. VON' STOIJI. Het bedoelde blal heeft door dezen maat regel bijna al zijn abonnés verloren. En het is niet de eerste keer dat de heer von Stiimm l op deze wij.se polemiseert. Ken ander blad, dat ! hem had aangevallen, werd eveneens door hem j in den l an gedaan, en zelfs verbood hij zijn l arbeiders iets te koopen bij de winkeliers-, ' die aboin.és van het blad verkozen te blijven. ! En het verbod werd stipt gehoorzaamd ! i i Het non-plus ultra der loyaliteit. Het Duitsche blad Siiiij_>liciiisiinus vertelt de volgende anecdote : »Er was niets ter wereld, waarin Z. M. geen belang stelde. Op zekeren dag constateerde de vorst, dat hij wellicht aan de chirurgie nog liet die aandacht had g'schonken, welke hij

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl