De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 7 augustus pagina 3

7 augustus 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1102 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. AUX DAMES. Nous avons Phonneur d'informer notre honorable clientèle que nos nouvelles créations en Robes riches et légantes pour toilettes de cour de Cérémonie, de Soiree etc., devant servir aux fêtes du Couronnement viennent de rentrer. Ces modèles spécialement crés a eet effet, forment un ensemble que nulle autre maison ne saurait offrir. Choix incomparable de Soieries riches unies et brochées pour Robes de cour et de Cérémonie depuis 0,95 jusqu'a 15 florins Ie mètre. VOOE^ DAME$. Nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid. De directiën der Staats-, Centraal- en Hpll. Ijzeren Spoorweg -maatschappij en hebben zich bereid verklaard, van af heden tot 28 Augustus, en van 16 September tot sluiting der tentoon stelling, door de navolgende stations coupon boekjes te laten uitgeven tegen betaling van f 0.50 per stuk. Deze boekjes bevatten een bon, tegen afgifte waarvan aan genoemde stations een retourbiljet naar den Haag, naar verkiezing in de eerste, tweede of derde klasse, verkrijgbaar zal zijn, tegen betaling van den gewonen enkelen reisprys. Deze retourbiljetten zullen geldig zyn voor den dag van uitgifte en volgende drie dagen; het afbreken der reis zal niet worden toege staan. Verder bevatten de couponboekjes twee toegangsbewijzen tot de tentoonstelling (beiden zjjn geldig voor ns en kunnen onverschillig op welken dag der week gebruikt worden, uitgezonderd des Dinsdags). De couponboekjes zjjn verkrijgbaar aan de volgende stations: Amsterdam (C. S., M. P. en W. P,), Amersfoort, Baarn, Utrecht, Gouda, Arnhem, Zutphen, Groningen, Assen, Meppel, Zwolle, Nijmegen, Venlo, Roermond, Maastricht, 's-Hertogenbosb, Tilburg, Breda, Middelburg, Leeuwarden, Dordrecht, Rotterdam (B. en D. P j, Schiedam, Delft, Leiden, Haarlem, Zaandam, Wormerveer, Alkmaar, Schagen, Helder, Pnrmerend, Hoorn, Enkhuizen en Deventer. Een praatje iet Telen. ra. In het Juni-nummer vau de Vragen van den Dag" verkreeg mej. Martina G. Kramers plaats voor haar artikel: De Nationale Vrouwenarbeid van Canada. Zg ziet in die vereeniging een belangrijk voorbeeld, en ongetwijfeld velen onzer met haar. Degenen, welke den Nationalen Vrouwenraad nog niet bij reputatie kennen, zullen wel doen met het opstel van mej. Kramers in zijn geheel te lezen. Dat is echter gemakkelijker aanbevolen, dan voor de meesten gedaan. Daarom hier even heel in 't kort het een en ander meegedeeld omtrent die vereeniging. IIHinilllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIHIIHIHI FEUILLETON. [iiiiliiiiiiiitiiiifiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiniiiiiiiiMiMiiifi Gebraden kalfsvleesch. Weekoverzicht van een huisvader. Zondag. »0!" (Het stuk gebraden kalfsvleesch wordt opgediend, kolossaal, gebruind en heerlijk geurend). »Zoo'n goed, lekker stuk gebraden kalfsvleesch is toch iets kostelijks. Wat glimt het! Wat ruikt het lekker! Het gezicht alleen doet iemand al goed. Licht en onhoor baar glijdt het mes door het sappige, roos kleurige vleesch; als van zelf vlijen de gladde, bruingerande plakken zich op elkander. Zoo'n gebraad voor te snijden is een waar genot, een lust! Waarlijk ! je verdient een orde voor het klaar maken, lieve Ottilie! Je stukken gebraden kalfsvleesch moesten bekroond worden. Ik twijfel of de keizerlijke tafel op zoo'n prachtexemplaar te roemen heeft. Wat is een gans daarbij ? Een samenstel van vel en been, waarna men hongerig opstaat, of een taaie roastbeef waarop men zich de tanden stukzaagt? Ik zeg, er gaat niets in de wereld boven een goed, solide stuk gebraden kalfsvleesch! Over 't geheel is het recht gemoedelijk en aangenaam leven in dit zoogenoemde en veelbelasterde tranendal. Zooals wij hier nu by voorbeeld samen zitten, mijn lief vrouwtje tegenover mij, Frits en Mariefje met verge noegde gezichten en goede weekrapporten; daarbij een welverdiend glaasje rooden wijn. Waarlijk! ik zou niet willen ruilen met een der goden van den Olympus. Ik zeg maar, wanneer men maar van elkaar houdt en alle dagen genoeg te eten heeft, dat is de hoofdzaak! Wie meer verlangt van den lieven God en de wereld, dat is onbeschaamdheid, grootheidswaanzin. De menschen weten in 't geheel niet, hoe Haar grondslag ligt in de wereldtentoon stelling van Chicago met haar afdeeling: Vrouwenarbeid, waarvan een internationaal vrouwencongres uitging. Dat congres had tot staartje een samenkomst met alle buitenlandsche afgevaardigden en toen aanwezige tentoonstellingbezoeksters-, daarin werd met algemeene stemmen besloten, dat in elk be schaafd land pogingen zouden aangewend worden tot de stichting van een Nationalen Vrouwenraad, nu opnieuw zoo treffend was bewezen, dat alleen door samenwerking iets groots en goeds kan tot stand komen. De verschillende Nationale Raden zouden zich vereenigen tot een Internationalen Vrouwenraad, en daardoor samenwerking zijn gebracht tusschen de ontwikkelde vrouwen van alle werelddeelen. Aldus geschiedde, Vry' spoedig toch waren er voldoende Nationale Raden gevestigd, om een Internationalen Raad mogelijk te maken. Aan een vereeniging zijn onafscheidelijk statuten verbonden, al zien velen van hen, die in het belang der maatschappij werkzaam zijn en dus uit ondervinding kunnen spreken, er niet veel anders dan een noodzakelijk kwaad in. De internationale vrouwenraad moest dus ook zijn wettelijke regeling hebben, maar kon er natuurlijk slechts een gebruiken, die door de meest uiteenloopende elementen zou onder schreven kunnen worden. Dit wil zeggen: de grondslag moest zoodanig wezen, dat alle wel denkende en wei-willende vrouwen van dat beginsel haar werk wenschen te doen uitgaan. Dit indachtig werd vastgesteld, dat de Golden Rule" het fondament zou vormen. Nu daarmede kan voorzeker een ieder zich vereenigen, want de gouden regel is niet anders dan een ver korte uitdrukking van: Wat g\j niet wenscht, dat u geschiedt, Doe dat dan ook aan andren niet. Dit werd echter in verscheiden landen, ook het onze, niet geweten en heeft op de sympathie nadeelig gewerkt. Door juffrouw Kramers artikel toch is het niet voor den eersten keer, dat by ons de aandacht v. ordt gevestigd op den internationalen vrouwenraad. Er is reeds verscheiden malen over geschreven, over gesproken en over vergaderd, maar tot nu zonder dat de stichting van een nationale bond NIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIillllllHIUIIIIIHIilllllllllllllllllllllMlllllllllllllillllll goed ze het hebben. Hoe denk je over een tweede portie gebraden kalfsvleesch, vrouw tjelief ? Zoo Frits, nu is het genoeg. Vandaag hoeft het nog niet op,koud smaakt het ook uitstekend." Maandag. »Ei, ei, onze vriend van gisteren ! De arme jongen ziet er lang zoo gezellig niet meer uit. Hy heeft iets van een half vergaan schip van daag. Nu we willen hem om zy'n eervol ver kregen wonden niet minder achten. O wee! daar zit ik op het been vast. Ik zal het eens van den anderen kant probeeren. Merkwaardig hoevele kanten zoo'n stuk gebraden kalfsvleesch heeft, en zooveel als er van te maken is. Houdt je dapper, kinderen. Het is voorhanden, God dank. Tast toe! Ja, ja, een mooi ding is de tevredenheid, en wie gauw voldaan is heeft overal genoeg, zegt de onsterfelijke Goethe zeer juist. Bedenkt dat, kinderen, en neemt een goed voorbeeld aan jullie ouders. Die hebben ook dikwijls hunne moeite en zorgen, hoe ze het klaar moeten spelen, en als je moeder niet zoo'n uitstekende huisvrouw was, zou ze dikwijls niet toekomen. Proost, vrouwtje! Wij zullen ons daar nu niet naar om maken en ons den eetlust niet laten bederven." Dinsdag. »Nu ben ik toch erg benieuwd met wat mamaatje ons vandaag verrassen zal. Ik rook zoo iets op de trap, dat geurde naar pekelvleesch en zuurkool, mijn lievelings-gerechten. Zou dat iets... ? O, ons gebraden kalfsvleesch! Men zou het nauwelijks gelooven. Nu, hem zullen we vandaag den bons geven, zoodat hij het wederkomen vergeet. Frits, flink vleesch eten, en jij ook Marietje! We laten hier niets op ons bord. ilama zal het voor je snijden, wanneer je er niet mee voort kunt. Een beetje knoestjes kan geen kwaad en is gezond voor de tanden. Dat zou wat moois zijn, wanneer je die gave van God verachten woudt. Vleesch kost geld, vooral in de tegenwoordige, dure er net gevolg van was. Eenigen wenden zich af, om de vaagheid van het beginsel; ze ver wachten alleen heil van een streng omschreven doel. Daartegen valt niet anders te zeggen, dan dat dezulken zich vergissen. Elke nadere omschrijving zou zoo niet deze dan gene groep buitensluiten, en buitengesloten mag er juist niemand worden. Een ieder, die de maat schappij een goed hart toedraagt, is een welkom lid, hetzelfde met welk deel der samenleving men meent te moeten beginnen. Anderen zagen in de vereeniging een utopie zonder menschkundigen ondergrond. Hoe zouden vrouwen van allerlei gezindten, van elk politiek geloof en van uiteenloopende sociale gevoelens hand aan hand werken? Dat kan natuurlijk zeer goed en dat het mogelijk is zal blyken, wanneer maar streng gehouden wordt aan: blijven pp eigen terrein, en zonder aanstoot geven of aanstoot nemen aanzien, dat een ieder werkt op zy'n maaiaj» Omvangrijk is het arbeidsveld van den internationalen vrouwenraad onweersprekelijk. De bij dezen aangesloten nationale raden behooren gevormd te zijn uit zooveel van alle bestaande bonden en vereenigingen als maar mogelijk is; maatschappijen, die ijveren voor verfijning van het zedelijkheidsgevoel; voor betere armenzorg; voor voorkoming van misdaad; voor bijbelverspreiding; voor kerkely'ken zin; voor ziekenverpleging; voor kinder verzorging; voor leerplicht; voor vakonderwijs enz. enz. moeten deel van hen uitmaken, zelfs sportclubs mogen niet buitengesloten worden; zy' toch beoogen versterking van het lichaam en werken dus regelrecht in het belang der maatschappij. Dat tot heden de stichting van een nationalen vrouwenraad niet gelukt is, mag stellig geen reden wezen aan de mogelijkheid er van te twijfelen. Een nieuw denkbeeld, hoe goed het ook wezen mag, vindt zelden aanstonds ingang, allerminst by ons Nederlanders, die maar al te dikwijls blijk geven van de vrees zich zelfs aan koud water te zullen branden. Het eenige wat te doen staat, is er een poosje later weer mede aan te komen, en daarmede zoolang voort te gaan, totdat eindelijk het ware oogenblik bly'kt daar te zijn. My nu zou het niet verwonderen, wanneer itiiiiimiiiiiiiiiiitmimiiiittmuitiinnmintmuniimunHiiiiniiiiiiiliHi tijden. Jelui weet nog niet, wat het beteekent, voor een huisgezin te zorgen, alle dagen vleesch op tafel te hebben. Denkt eens aan al die arme menschen, die niets hebben dan brood en aardappels en nu en dan een mageren haring. Dan hebben jullie het nog heel anders en kunnen niet dankbaar genoeg zijn. En als men nu bedenkt, dat er volken zy'n, die zich met aarde en wortelen moeten voeden, en dat tydens de belegering van Parijs ratten en muizen gegeten werden ... Wat zouden die luidjes voor een opgewarmd stuk gebraden kalfsvleesch gegeven hebben ? Geef mij de saus en de groenten nog eens aan, vrouwtje: We zullen ook nog wat vleesch voor die luidjes overlaten. De brave man denkt aan zich zelf het laatst." Woensdag. (Een gedekte schaal wordt binnengedragen). »Een ragout, een verkort weekoverzicht. .. Hm hm dat been komt me bekend voor. Zou dat niet.... maar neen .... Zon dag, Maandag, Dinsdag, Woensdag .... waar achtig ! Hy' is het. Fabelachtig, zoo lang als het vleesch zich in dit jaargetijde goed houdt ! Geloof je, dat het werkelijk praktisch is, zoo veel vleesch in eens te koopen, lieve Ottilie ? Ja ik weet het, kalfsvleesch laat veel van zich maken. Het is uiterst veelzijdig en dankbaar. Dankbaarheid is een schoone deugd. Zoo had ik eens een ouden buckskin broek, die de overgrootvader van mijn grootmoeder zaliger... Wil je wel eens eten, Frits? Dat kunsten vertoonen en gezichten trekken moet je laten of je gaat de kamer uit. Denk je dat ik je iederen dag lampreien kan voorzetten V Ik dank mijn Schepper, dat ik jullie iederen dag genoeg kan geven. Och God! Men heeft toch al heel weinig aan het leven, wanneer men een arme kerel is. Wanneer ik zoo anderen zie, bijvoorbeeld vriend Werner, die alle dagen champagne drinkt en oesters eet! Ik wil het hem niet misgunnen, maar de ver deeling der aardsche goederen is wel onrechtI vaardig, dat moet ik toch zeggen." voor de vorming van een nationalen vrouwen raad, het juiste tijdstip was aangebroken. Herhaaldelijk reeds is gezegd, dat de Nat. Tentoonst.van Vrouwenarbeid niet beoogt te zijn doel, maar middel om tot een schoon doel te geraken. Gebleken al is, dat dit plan was een goed gekozen middel om in de Nederlandsche vrouwen te wekken: zin voor werken in het groot, aan een algemeen belang, waarbij eigen-ik ver op den achtergrond staat. Het bracht honderden in aanraking, die elkander anders nooit hadden leeren kennen en leeren waardeeren. Dat onderlinge verkeer, die onderlinge gedachtenwry'ving zal nog eenige maanden blijven bestaan, maar dan zal de band breken, onherstelbaar. Zou dit niet te voorkomen wezen? Indien een van de resultaten van onze tentoonstelling eens was: de stichting van een nationalen vrouwenraad, d. i. de vorming van een band, die bindt zonder te knellen? ELISB A. HAIOHTON. HimiiHiiiuiiiiiiHmiuiiiiiiiittitiuiiiwiiiiHiiiiiuiiiiiiiiiMiimiiiimim Bosnische sieraden. Vrouwenge vangenissen. Recepten. Iets heel moois wordt uit Bosniëin den handel gebracht, voorloopig alleen nog in Weenen, maar het zal niet lang duren of de voorname stijl en de volmaaktheid der tech nische afwerking zullen er de gunst van een grooter publiek voor winnen. Het is zwart hout, met inlegsels van zilverdraad; men maakt er allerlei voorwerpen van, kleine ornamenten tot zelfs groote meubels, spiegelly'sten, tabouretten, tafeltjes, kastjes; de Oostenryksche regeering steunt zeer de weder opkomst dezer oude industrie. De sty'l is Oostersch; de voorwerpen doen zoowel aan de muzelmansche modellen als aan het koperwerk van Benares denken; ongetwijfeld is deze kunst vroeger verwant geweest aan het damasquineeren van metaal. Te Serajewo, Foca en Livno heeft de Oostenrijksche regeering bekwame arbeiders aan het hoofd van scholen gesteld; maar de tech niek is heel eenvoudig; vooral nauwgezetheid is noodig. In het zwartgemaakte hout worden met de naald kleine figuren geprikt, met de IIHlllllllllllllllllllllllllllllMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIItlllMIIII Donderdag. >Balletjes, croquetjes, boulettes .... By het corps noemden we het »Maria Stuart". 't Was het eenige gerecht, waaraan zich nooit iemand overeten heeft. Nu, Frits, wat heb je daar weer met je vork te zitten peuteren. Eet en ga recht zitten ! Een welopgevoed mensch eet alles wat hem wordt voorgezet. Doe de oogen toe, als het anders niet naar beneden wil! ... Denk aan de geschiedenissen van die matrozen in je Kerstmisboek, die altijd in het donker moesten gaan zitten als ze aten, en wees blij dat je het zoo goed hebt! Apropos, vrouwtje, gisteren stond in de krant, dat het varkensvleesch is afgeslagen. Ik wou het je maar zeggen ; je hebt er misschien niet op gelet. God ja ! Het zijn slechte tyden. De strijd om het bestaan is zwaar; ons arme rijksamb tenaren wordt hij hoe langer hoe zwaarder ge maakt. Dan daarby' de hooge vleeschpryzen, de belastingen en het mager tractement. Waar achtig, met alle trouw en plichtbesef erby, zou je sociaal-democraat kunnen worden. Zoo'n croquetje heeft eigenlijk ook iets communis tisch, iets gelijkmakends.... 't is eigenlijk in 't geheel geen vr.. .. geen eten voor een konink lijk Pruisisch stafofficier. Enfin, het is voeding. De schillevrouw ziet er zoo hongerig uit 's morgens, heb je dat opgemerkt, vrouwtje ? Kan je haar niet eens een goede portie vleesch meegeven ? dat zou een weldaad zijn. Men kan toch niet alles ten goede opgebruiken;... oud vleesch bijvoorbeeld." V r ij d a g. Aha, wat gebakkens! Vrijdag is de dag van meel en eieren. Nu ben ik toch benieuwd naar den inhoud. Wat vleeschigs? . . . Ahem, ahem ... Pardon, Ottilie,.. . het komt me voor,... bij de soep heb ik het al gemerkt. .. vind je niet, dat het vleesch al een beetje . .. hé. .. ik heb een heel lijnen neus voor zoo iets. . . Nu, schwamm drüber ! . . . Denk maar dat ik niets gezegd heb. Laat het je goed smaken, kinderen! Honni soit qui mal y pense ! priem verdiept, en daarin het zilverdraad van verschillende dikte, aan den eenen kant scherp geslagen, ingedrukt; dan alles glad geklopt en gepolyst. Het karakteristieke is, dat de figuren zoo dicht by elkaar zyn, dat alles als met een zilverglans overdekt schijnt; toch duidelijk en onderscheiden. Een verwante kunst, die heel veel op het Bosnische werk gelijkt, is door een Engelschman uit Indiëaan de bewoners van een Tyroolsch dorpje, Cortina d'Ampezzo, meege deeld ; de school van Lacedelli en Zamma aldaar maakt ook meubelen en sieraden van hout en zilverdraad. *.* In the Contemporary heeft mrs. Sheldon Amos een artikel over de behandeling van vrouwen in Engelsche gevangenissen geschreven. By de nieuwe Engelsche gevangeniswet, nu in be handeling, is voorgesteld, dat in ieder bestuur van eene vrouwengevangenis eene vrouw zit ting zou hebben, Mrs. Sheldon Amos vindt dat niet genoeg; tey zou ook eene doctores, liefst specialiteit in zielsziekten, aan iedere gevangenis verbonden willen hebben. Aan de vrouwengevangenis te Aylesbury wenscht zy' eene directrice in plaats van een directeur te geven; ook zou zy den regel, dat by het onderhoud tusschen de godsdienstonderwijze ressen en de vrouwen steeds een cipier moet tegenwoordig zy'n, willen doen afschaffen. Zy zou ook gemeenschappelijke leesavonden in de gevangenissen aanraden. Ondanks deze nieuwigheden, maakt het artikel den indruk van practisch en niet ziekelijk te zy'n. *** Framboises sur canapé. Men raspt van be schuitbollen of kadetjes de korst af en snijdt het brood in kleine sneedjes, die men belegt met wat frambozen, met suiker en het kruim van de korst vermengd. Men bakt deze sneedjes in boter, ze maar even in de pan houdend, zoodat alleen de onderkant en niet de fram bozen geraakt worden, laat ze dan afkoelen, bedekt ze met geklutst eiwit of slagroom en zet ze een oogenblik in den oven. E?e. ? IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHH Ik voel mij namelijk vandaag niet heel prettig, vrouwtje, ik heb zeker een sigaar gerookt die wat zwaar was. Het moet je niet verwonderen als ik vandaag je kookkunst niet de behoorlijke eer bewy's. Eigenlijk een origineel idee, zoo het vleesch in deeg verstoppen ; wat zijn jelui vrouwen toch vernuftig. Zoo vertelde me Reuter onlangs een verhaal, hoe zijn hospita hem een paar leeren pantoffelzolen in een pannekoek gebraden had, hij had ze duidelijk herkend aan een gat by den grooten teen. Ja, wie weet wafj wij nog toe komen I Ze beweren dat je van zaagsel en boomschors ook al dik kunt worden. Onze kleinkinderen knabbelen misschien wel kiezelsteenen. Het gaat met de menschheid aardig de laagte in. Lucullus draait zich om in zy'n graf." Zaterdag. (Voor den eten, heel haastig).?«Vrouwtje, het spy't me heel erg, maar werkelijk ik kon er niet af. De oude Bormann komt voor n dag in de stad en schreef, of ik vandaag bij Heller met hem kon gaan eten. Hij heeft iets belangrijks met me te bespreken, dienstzaken, en absoluut geen ty'd om hier te komen. Je moet hem voor dit maal ver ontschuldigen, hartje, ik zal je een haas mee brengen, dien we ons morgen goed zullen laten smaken. Om 3 uur ben ik er weer. Smakelijk eten! (Bij Heller, met een zucht van genoegen): »Kelhierrrr l" »Majoor l" ... »De spijskaart!" Kalfskop en tortue. Kalfsrug. Hamburger kalfsbout. Kalfscoteletten. Kalfsoesters. Kalfslever. Kalfsgulasch. Ris de veau. lïissolette de veau. God zegene ons arm volk ! Wij verkalveren!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl