De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 14 augustus pagina 2

14 augustus 1898 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No.' 1103 \ Engelsche zijde de verdachtmakingen ge komen van Duitschland's politiek; vooral van de verschijning van een Duitsch eskader in de wateren vaa Manilla, was handig partij getrokken. De Duitsche ge zant te Washington heeft niet weinig moeite gehad om president Mac Kinley te overtuigen, dat aan de Duitsche regee ring voortdurend motieven en bedoelingen werden toegedicht, die haar te eenen male vreemd waren. Tot zoover het Pittsburger blad, welks mededeelingen vrijwel overeenstemmen met hetgeen ook van andere zijde is bekend geworden. Van interventie zou alleen nog sprake kunnen zijn bij de vredesonderhandelin gen. De Temps, die even als de meeste Fransche bladen steeds sympathie voor Spanje heeft getoond, noemt het in Sagasta een bewijs van zedelijken moed, dut hij de vredes-onderhandelingen heeft aange knoopt en dus niet opzettelijk de oogen heeft gesloten voor de harde noodzakelijk heid. »Sagasta vreest noch de Weyler's, noch de Komero Robledo's. Hij heeft klaarblijkelijk het hoofd gebogen voor het noodlot. Hij bewijst aan Spanje den grootsten dienst, door het juk der klin kende frasen en der ongezonde inbeel dingen af te schudden. Wij zijn overtuigd dat hij daarvoor beloond zal worden, en dat wel op de eenige wijze, die een patri ottisch staatsman oetaamt. Men mag hopen, dat de edele gelatenheid van Spanje president Mac Kinley op eene gevoelige plek zal treffen, en dat deze het zich tot een eer zul rekenen te toonen, dat de Vereenigde Staten op hunne beurt krach tig, groot en edelmoedig genoeg zullen zijn om een overwonnen vijand te sparen, om geen misbruik te maken van de over winning, en om, door de edelmoedigheid van hun optreden en de gematigdheid hunner eisenen, van het vredestraktaat met een volk, dat zij op het slagveld hebben leeren eerbiedigen, een vriend schapstraktaat te maken.:' Dat is alles zeer schoon gezegd: een ware parel van verheven gevoel. Maar wellicht denkt de Spaansche Regeering in haar hart: »Dien parel kunt ge wel houden. Le moindre gram de m il fcrait mieux mon affaire. Is er waarlijk geen reden voor u, om een vinger uit te steken ? Kan het u onverschillig zijn, u, houders van Spaansche schuldbrieven, dat men ons onze koloniën ontneemt, maar ons onze koloniale schulden laat? Gaat het u niet aan, als de Amerikanen vasten voet verkrijgen op de Philippynen, waar door zij in het Oosten van Aziëvoor u dubbel gevaarlijke concurrenten zullen worden?" De 'groote massa van het Spaansche volk schijnt voor den loop, dien de zaken hebben genomen, tamelijk onverschillig te zijn. En dat niet slechts uit aangeboren apathie. Het weet maar ai te goed, dat het van de koloniën sedert lange jaren niets dan nadeel en schade heeft gehad. De koloniën waren slechts nuttig voor de groote heeren, die zich daar door afper singen rijkdommen konden verwerven; het arme volk moest de honderdduizenden soldalen leveren, waarvan de meesten in de koloniale oorlogen ellendig zijn te gronde gegaan. Reeds bij den aanvang van den oorlog heeft zich bij het volk eene sterke gevoelsuiting geopenbaard, die den vrede eischte, ook als de koloniën daarvan de prijs moesten zijn. Wat de schuld betreft, erger dan thans kan de belastingdruk niet worden; mogelijk zal hij na de nederlaag wat gelijkmatiger worden en ook gelegd iiniiiHimiHHiiinnnMiiiiiniiiiiiiniiHinit iiiiuiiiiimiiiiiium I1X HET GEMEP". (Een G ooi s c h e schets). DOOK TRUI D A KOK. (Slot.) Als een reusachtige, dikke si ing ging daar in de verte de Gooische stoomtram, midden door die verre, witte velden. De j^gende, dreigende wolken trokken haastig van Blaricum naar Huizen, naar de zee. We krijgen dooiweer, regen en storm, hoor de tortel eens kirren, ruig weer, hoor ! . .. Zeg, meid wat lijk jij toch op je moeder." Ja?" Nou, of je, en zie jö, Grootje is oud en af en toe wat kribbig, als jij jongens in 't hoofd hebt of je hebt gescharrel met den een of ander en Grootje laat je niet genoeg uitgaan, naar Laren of weet ik waar, dan zeg je 't mij maar, want ik hen je vader, en op mij komt alles neer, wij staan elkander nader dan 't oudjs daar ginder hoor," en hij wees naar de deur waarachter het geluid klonk van ringen, die op het fornuis werden gelegd. Oude menschen kunnen soms zoo mal prakkizeeren, als ze je te kort houdt, zeg 't mij maar!" Best, vader, maar ik heb geen gescharrel en jongens in 't hoofd, hoor, en, o, je lakt te dik, Grootje zal knorren." Mijn zorg!" maar het dekseltje van het trommeltje werd toch minder kwistig bedoeld. De boekweit was binnen, 't koren stond aan schoven en de heuvelachtige, Gooische heide bloeide. In de trillende lucht boven do warme hei, zoemden en gonsden de insect <M en fladderden de geelwitte en bonte kapellen. Jana trok de gelagkamerdeur achter zich toe. ,.Dat is maar een Jantje Pret, alle dagen,'' knorde vader. Deugt alleen nog maar om te slapen en op de kermis in Hilversum te loopen." Wat een vrijers, moeder!" 't Mocht wat!" Nou, ik heb mijn oogen niet in mijn zak, ik heb met Jana zoo eens gesproken, ik als ?/ader, weet je, gisteren op de markt op de worden op de schouders van hen, die zich tot nu toe boven alle offers verheven waanden. En de Philippijnen ? Wat heeft men er aan? Zou hun behoud niet de uitzending eiaqhen van een Spaanech leger van minstens zestigduizend man? Daarom weg met al die lastposten! Zoo zal de Spaansche Begeering wel genoodzaakt zijn, in alles toe te geven, al ware het alleen om dat verder verzet nog veel meer impopulair zou zijn dan het voortzetten van een hopeloozen oorlog. Daarom is het te wenschen, dat de mogendheden zich ook thans zullen ont houden van iedere interventie. Hier geldt het voorzeker:" »Besser ein Ende mit Schrecken als Schrecken ohne Ende!' Mltinilllllllftlllll.HIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMlIIIIIIIIIIIIIIIII liiiiimilliniiuilluilliiiiiriiiiiiiiiiiiimimimiiiiHiiiiiiiiiiii ..... immii (Slot). Gr3ld zei ik is bovendien noodig. Waarom? Behalve regeling van het aantal bewoners, in verband met de inrichting der woningen, is de zorg voor een voldoend aantal allereerst noodig. De onbewoonbaarverklaring dient aan de beschikbaar stelling van gezonde woningen gepaard te gaan. Ja, sommigen meenen verder te kunnen gaan : geel gelegenheid tot betere huisvesting tegen lage huur, dan. blijven de krotten vanzelf onbewoond. Niet geheel onwaar. Om die reden verdienen de ver een igin gen, hier en elders, die hare kapi talen tegen hoogstens vier percent zonder meer aanwenden tot het bouwen van ge zonde en welingerichte arbeiderswoningen, hooge waardeering. Niet geheel zonder beteekenis van algemeen standpunt ge zien is het goede door haar verricht. Toch mag van dat edel pogen niet bijzonder veel verwacht worden, tenzij de wetgever zijn machtige hulp verleent ter verkrijging van groote kapitalen tegen lage rente en van bouwgronden tegen billijken prijs. Belgiëen Frankrijk hebben een goed voorbeeld gegeven. De belgische wet van 9 Aug. 1889 beeft de postspaarbank ge machtigd een gedeelte van de haar toe vertrouwde kapitalen ter beschikking te stellen voor hel bouwen of aankoopan van arbeiderswoningen, onder voldoening van de gestelde voorwaarden voor het be houd van het verstrekte kapitaal. Ia verband hiermede, mag de postspaar bank het geld slechts door tusschenkomst van credietvereenigingen beschikbaar stel len. Het bestuur bepaalt het reateperoent. Tot nog toe is dit op drie percent vastge steld ; het mag evenwel tot 2}/$ pCt. dalen. De fransche wet van 30 Nov. 1894 geeft aan de Caisse des depots et consignations de bevoegdheid om een vijfde van de door haar uit de belegging der gelden van de' spaaili.inken gevormde reserve, die onge veer 75 rnillioen francs bedraagt, niet alleen voor arbeidersvfoningen maar, in het alge meen, voor yoedkoope woningen ter beschik king te stellen. Ojk in Duit chland blijft men niet geheel achter. Ais uitvloeisel van een voorschrift der rijkswet op delavalidiüts-und Altersversicheiungsanstalten is door enkele van deze instellingen aan Baugenossenschaften, voor het bouwen van arbeiderswoningen, geld geleend. Te vergeefs hebben de kamerleden Kerdijk en Drucker, bij gelegenheid van de, wijzi ging der wet op de rijkspostspaarbank in 1895 getracht, door amendement, hier Ie lande het goede voorbeeld van onzo buren te doen volgen. Minister Sprenger van Eyk bestreed namens de toenmalige regeering, bet voorstel. Met 47 tegen :M mimimmiiniiiiiii Groest" .... Jina, zal jou niet zeggen, wie 't wezen zal," viel groetje in, dat zeg je als je jong bent. alleen onder vrouwenvolk aan eliaar." \Vie denk jij. Kolen?1' 't Mocht wat Kolen,... Piet Majoor, hoor ja.'1 Andries Kolen, moeder, ze hadden 't er gisteren nog over, Kolen." Majoor, en geen ander, let op nivjn woorden, Jan. Ken vrouw ziet scherp3r inet zulk soort van dingen." K'ilen" mompelde Jan half onverstaanbaar. .Majoor," riep Grootje kribbig. Ze ging naar Laren, niet het binnenpad, maar langs den grooten weg. Van tijd tot trjd bukte ze zich om een braam te plukken en keek heel even naar 't smalle hei paadje, waar een kleine, dikke boer alkwam. Wacht, daar hadt je nog een rijpi. even bukksn en door de haag kijken. Nou was hij vlak bij, nou zou ze 't hem straks kunnen zeggen als hij 't vroeg. Hij begon altijd over haar uitgangen en 't was zoo goed als zeker, want had Kolen gezegd: Janna, Vrijdag /ui 't er spannen!" Kyke Kolen. Wat zou I! ar m een oogen opzetten. gekke ophakker. Xou al naar Hilversum, Jannetje?" zXcen. een nieuw halsdoekj i in Laren halen, voor morgen avond, Ilarmpie." O, zoo! Ga js van avond niet" Ik moet eens op assm komen." Hadt je er geen een voor van avond." Jawel, Kolen, Andries Kolen, maar ik ga liever morgen avond." Zoo! lur wordt machtig over j)u gepraat, Jana." Dat kan we'." Over j u en Kolen en M'joor ook nog er bij. der zal wel wat van an zijn, en Kolen heelt centen." ...la," antwoordde ze kort en keek hem even van terzijde aan: weetje wel, Harra,datwc vroeger nooit op 'c zelfde kanlj-i van den weg liepen, ik mocht nooit op jou kant loopen, dan duwde je rae altijd weg, hier, lust je wat bramen?" Ze hield hem haar klein, stevig. bruin handje voor. Geef op maar, 't is weer ec:is een andere smaak ia je mond. Die Kolen heet A;>dri<;s of Jaap? Xecn Andries." Ken triomfantelijk iachj;kwam even om baar trotsch mondje. Jaap hal thuis bij de Koiens niks in te brengen, Andrie-", dat wa.s de lirarn van 't lieele hiii.i.1' -Jongens, jongens, die Andriex nou hoor! stemmen verwierp de Kamer het amende ment om, onder de voorwaarde en waar borgen, bij algemeenen maatregel van be stuur vast te stellen, een tiende der gelden van de bank te doen beleggen in schuld bekentenissen ten laste van vennootschap pen en vereenigingen die zich verbetering van de huisvesting der mingegoeden ten doel stellen. Amslerclam's gemeenteraad die in 1875 twee millioen gulden tegen, voor dien tijd, billijke rente aan een bouwonderneming leende en bouwterrein beschikbaar stelde, handelde kloeker ; zóó deed ook de geaieenteraad van Leiden toen hij zich, in 1894, tot een rentegarantie ten bedrage van f 100.000 verbond: dat deed eveneens de gemeente Groningen toen ze, twee jaren geleden, voor een obligatieleening groot f 180.000 eener bouvyonderneming, 3 pCt. rente en l pOt. aflossing waarborgde. Haar schuld was het niet dat, wegens de vele bezwaren der regeering voor het verleenen der rechtspersoonlijkheid aan de bedoelde vereeniging »Werkmanssteun", het goede plan onuitgevoerd bleef. Meer nog is de medewerking van den Staat noodig ten behoeve van het verkrijgen van den noodigen bouwgrond tegen matigen prijs. Van het wetsvoorstel daartoe door het kamerlid mr. v. Houten gedaan, heb ik in mijn eerste opstel melding gemaakt. Dit betrof onteigening van nog onbebouwden grond. Deze is evenwel nog niet vol doende. De fictieve directeur, in het praeadvies van mr. v. N ierop, rapporteerde dat alleen van een opruiming der ongezonde perceelen een afdoende verbetering was te verwachten. Het goede plan, eenige jaren geleden, om in de Jordaan een reeks oude krotten te doen afbreken en die door ge zonde goedkoope woningen te vervangen, mislukte omdat bij publieke veiling de perceelen te hoog bedrag opbrachten. Hoeveel behoort de schadeloosstelling in dit geval te wezen ? De tweede adviseur, mr. Krabbe, antwoordt: «Staat men dus voor de onteigening van een slecht gebouwd of slecht onderhouden buis, dat door over bevolking den eigenaar veel rendeert, dan behoeft als schadeloosstelling niet alleen niet te worden bataald de marktprijs, d. w. z. de prijs die er bij exploitatie op den be staanden voet voor te bedingen is, maar ook niet den kostendou prijs van een be hoorlijke woning, omdat het huis geen vol doende woning is, zoodat aüeen in verhou ding tot dien prijs de schadeloosstelling behoort te worden bepaald. Is het buis absoluut onbewoonbaar, dan zou of oyereenkomstig de eivjdxeh", wet van 1SÜU niets behoeven te worden uitgekeerd, of' alleen de waarde van de materialen, eventueel de waarde, die het huis als bergplaats of soortgelijke bestemming heeft" .... »Dat bij, die zulk een erbarmelijk bedrijf uitoefent als het exploiteeren van de slechte woningtoeslaixlen, iu zijn beurs getrolTeti w on U, hem geschiedt recht." Een der raadsleden in de geestige pbuntiisiu van mr. van Nierop, den derden praea Iviseur, is, oiuüent de schadeloosstelling, van dezelfde meerling. Uit dit antwoord zal de ontwikkel ie lezer die dit hoogst belangrijke innar moeilijke onderwerp volgde -- de gevolg trekking ail -k!--'i. dat prof. Krabbe do schaueioosbleliii'ï'; voorde onteigening' van on bebouwden gi'oi.d, wenscht vast te stellen zooals mr. Van Houten dat in 'ui voor stelde '.Uit de zonder toed 'en van don bezitter ontstaande waardevermeerdering, niet behoeft vergoed te worden". Vooreen stuk weiland, midden in <ie stad gelegen, zou derhalve slechts vergoed worden wat het als weiland waard is. In mijn eerste opstel heb ik doen opmerken, dal tuiert 'l'l de heer v. Houten in dil opzicht wat teruggckrabbeld is. Onder instemming niet en wannlperingvoor het voorstel v. Houten betrtti'.'iide onteigening voor arbeiderswoningen alleen door de gemeenten, die dan de bouwter reinen beschikbaar zouden stellen, doet mr. Krabbe evenwel opmerken dat daarin de zekerheid gemist wordt, dat de ontIleb je Za'crdag nog vrij?" Meen, dat dei.k ik niet." Ik wai er al ba-ig voor." Ze liepen nu zwijgend naast elkaar. In wolkjes van stof, kwamen de schapen over de heide. De herder niet langgerekte stappen er achter. Helder klonïhst geklingklang van den belhamel door den stillen zomeravond. Xou zou ik het niet meer doen," verbrak Ilarm ineens de stilte. V\"at doen?" vroeg ze. Wel, nou, js nog van mijn kantje afduwen. nou zou ik heel anders doen. als ik mocht en 't spijt me machtig, dat ik nou te laat hen o m zoo te zeggen, want ik wil Andries geen woord te na sproken, hoor je. maar wij kennen elkaar, wij weten wat voor vJeesch we in de kuip hebben, alle donders,dat ik nou te laat ben." 't Is nog niet heelemaal klaar, Ilarm,'' z;;ids ze ongewoon zacht. Niet?" 't Klonk iils een juicltkreet en hij trok haar aan haar pols moe, oen diep zar.dweggetje in. .lana haalde l.ivige hoo'.sunettin, die aan cou haag hingen iif.ar zich toe en wond ze om haar vinger. Ik wist niet, dat jij om mij gaf, je was altijd zoo leeiijk tegen me. ,..la, ja, dat WAS 't hem LOU juist, ik was zoo kriegel op je-, maar ik zocht je toch altijd veer op, ik wist zelvers niet, dat ik zoo mal op je was." Ik ook niet, Ilarm." Is 't nog tijdig genoeg. Jannetje, wil je 't om zoo te zeggen wel met me probeeren?" Jawel, Ilarm.... maar A'ulrie.s, wat met Andries?" Wat heeft hij tegen je gezegd?" Dat 't er morgen spannen zou,'' Ja. wit zal ik zeggen," en Ilarm keek heel bedenkelijk. 't Mut maar kommen, zuoals 't komt," be sloot Ja'.a, ik ga owrniorgen mot jou en ik schrijf hem op een briefkaart af" Ja. mooi zoo," on hij zag haar bewonderend aan. De zon was onder gegaan achter h«t SintJaïiM-Kerkhot. «og enkele geeJarhtig-roze wolkjes dreven aan den hemel eu du maan scheen ai als e.'n sikkel. i In de diepte, aan hun vosten lag Laren met j die maansikkel boven de netm. laag afhangende j dakeii. iit de open deelücr.i'on .'?> hü-i;e;.: liiuw..' l lidii.itrepcn, en klmike:1. gedempte geluiden van kinderstemmen, hondengoblaf en heel in de verte een har.iioiiica. eigende gronden niet in bezit zullen komen van bouwspeculanten. Om die reden zou hij waarborgen, in deze richting, verlangen in de wet die het bedoelde onteigeningsrecht aan de gemeente zou geven. Naar ik meen, terecht. * * * De drie adviseurs komen hierin overeen : a. dat ze allen de regeling van de volks huisvesting, als een onderwerp van speciale gemeentezorgen beschouwen ; b. dat het onteigeningsrecht en de regeling van de schadeloosstelling dringend wijzi ging behoeven. Tegenover de meening van v. Houten, betoogt prof. Krabbe dat aanvulling en verbetering van de wetgeving, in het bijzon der in zake de bouwpolitie, noodig is om aan de gemeenten de zelfstandigheid in autonomie en bestuur, door de grondwet zoo ruim, zoo positief omschreven, te geven. Deze meen ing was ook de raad van de phantasie-gerneente, van den heer F. S. v. Nierop, toegedaan. Ik heb beproefd dit moeilijke staats rechtelijke onderwerp, voor den ontwikkel den lezer niet geheel vreemd, duidelijk te maken. Ik deed het gaarne omdat ik hierbij mijn eigen meening tevens verdedigde. E veneens stemmen de laatste twee overeen aangaande de wenschelijkheid, om een ge deelte der spaarpenningen van de volkskringen onder de noodige waarborgen voor soliditeit voor het bouwen van arbeiderswoningen te doen aanwenden. Twijfelachtig is het, of de meerderheid van den fictieven gemeenteraad (van den derden adviseur) het ook eens is met de door mr. Krabbe billijk en rechtmatig ge achte regeling der schadeloosstelling. Wél heeft de meerderheid de wensche lijkheid uitgesproken, dat het RVjk, onder een of anderen vorm, een bijdrage in de kosten van onteigening en schadeloosstel ling, aan de gemeenten uitkeert. Na den wetgevenden arbeid, door de drie adviseurs verlangd en na verbetering van de wetgeving door den tweeden en der den adviseur noodig geoordeeld, zullen de gemeenten beter aan hare groote sociale roe ping kunnen voldoen. Ik zeg: beter kioiiicn voldoen. Zullen ze het doen ? Die vraag mag de Staat niet onbeantwoord laten. Goede huisvesting is een algemeen volksbelang, eveneens als goed onderwijs. Men zou kunnen zeggen in nog meerdere mate dan dat. Terecht zeide mr. F. S. v. N. immers : »Zij (de krotten) doen het jongere geslacht opgroeien in een omgeving, die het met moeite en groote kosten in de school gestrooide zaad in de geboorte verstikt." Om deze reden acht ik het wenschelijk, dat de Staat de zorg voor goede volkshuis vesting tot een der plichten van de ge meentebesturen maakt en dat hij de vervulling van dien plicht) doe controleeren. Zoo oordeelt men blijkbaar ook in van Xierop's denkbeeldige kleine wereld. De) gemeenteraad dü.'i", zou tegen de aanstelling van rijks-woningopzichtei'j geen bezwaar hebben. Zullen deze maatregelen eeii -jplossing van liet woningvraagstuk" kunnen geven ? Natuurlijk neen ! antwoordt prof. Krabbe. Het verband met andere vraagstukken zou moeten leiden tot een onderzoek van veel ruimer strekking dan hier aan de orde is, met name zou onze recbtsordening moeten worden onderzocht naar den in vloed dien zij op <ie goederenverdeeling heeft.'1 Daarvan, of' beter gezegd : van de toepassing van zulk onderzoek houdt men nog niet in invloedrijke kringen. Daarom schreef ik in het eerste artikel over dit onderwerp : liet is herhaaldelijk ter sprake gebracht, prnstig beMuiieei'd, veelzijdig; berapporteerd, beadviseerd en toch. . . . de heeren dronken een glas en lieten de zaak zooals ze was. Na dergelijke beschouwing, in andere woorden, eindigt prof. Krabbe aldus: ?Zóó is het gegaan met de volkshuisvesting, lJat is g.?en kermismuziek, Jana." .Jongens neen, maar, Ilarm?" Watte?" Groo'je en vader, en ik zou maar oven een boodschap doen, gauw mee, naar huis!" 't Staat baar niet knap." bromde vaderen ging, nadat hij even op den weg gekeken had, ot ze er al aankwam m:;t een plof op 't bankje zitten. ,.Nou. ik ga in huis, 't is al over negenen, een echte straatmeid die Jana. jij a's vader hebt niet zó'Weel over haar te zeggen," en ze bhcs over haar schrompelhandja. Kn j:j, als Grontje mo3St zorgen, dat ze thuis meer werk had, dan kon ze er maar niet zoo uit loopen, 't is mooi laat." Dat heet op asem kommen van de kerrnisdrukte, een ordentelijk meisje blijft zoolang niet wc-g in zoo'n k^rmistijd." Ze keken elkaar boos, grimmig aan en Groatje ! bi-gon oji te bergen eu te sluiten. Der in. Jan. oi wou je nou maar weer net doen, alsof er niks gebnird was, ais die kwaje meid thuiskomt?' Neen, alles sluiten, pot dicht, laat ze voor mijn part maar eens een poos op straat blijven staan.'' q'iasi wojdend driftig, maar in zijn hart doodsbang, dat moeder het door zou zetlun. ,.1'raafjes, jj blijft op, ik ga naar bod en büjf wakker om haar nog eens te zeggen, hoe mooi we wel van haar denken." Stil, mensc.h, Kik blaft, daar zal je die weergascïic meid eindelijk hebben.''' Groo'j-js oude oogen probeerden da duisternis te doorzien. Alleen. Jan?" Xeen met zijn tweei;:i, zou ik zeggen, een manspersoon is er bij " Keu lange ?" Zoo matig, zon ik denken meer breed" ... Hij mot lang wezen." zei 't ondj ; driftig, i .,nn sta jij nou niet als een kwajongen om cj:i hoek te gluren, kom hier. onder 't lamplicht." .,7..io. G roof j?., vader, ik 'oen wat in de latighcid, onderweg opgehouden," klonk Jana's heliU-re stem. Dat zou ik meenen" bromde Grootj j en ?»vat staat daar achter j -. vooruit die daar achter süuil !" Verlegen lachend, met strompelige stooterige pasten kwam Ilarra oror hot dro<npel(j'\ .. N'on, we zijn het om zoo te zeggen, eens," hakkelde hij. Ja, 't is Ilarm," viel Jana haastig in, jelui zult er wel niemendal op tegea hebben." en zoo zal het gaan met alle hervormingen van socialen aard totdat de rfaadkomt, die vrij maakt, die het door eindeloos wikken en wegen getroebeld verstand klaart en verheldert en, doende wat de hand vindt om te doen, de middelen leert kennen om het doel, wordt het waarachtig gewild, te verwezenlijken." »Aan hen, die den Staat besturen, de verantwoordelijkheid waar zij uitblijft." A. te C. Uw boozen brief zal ik de vol gende week plaatsen en u vriendelijk antwoorden. D. STIGTKR. Amst. , Alexanderkade 4, 11 Aug. '98. iimiitimMiiiummiimiiiiiiiiiiiiiinnimiiiimiiiiiimiiuiiiittiiiiiiimiii Inhoud van Tijdschriften. Wetenschappelijke bladen, Augustus 3 SOS: Landbouw-kolonie en stads-kolonie. Be schouwingen over de geschiedenis der Ver eenigde Staten. De Dreyfus-zaak en de jodenhaat. De ironie. Het rassenvraagstuk in Oost-Aziëen Oceanië. Napels. Waarom Vegetariër ? Eigen Haard, No. 33 : Leonie, door Louise B. B., XIII. De llotterdamsehe Industrieschool voor Meisjes, door Ida Heijermans, met afbeeldingen. (Slot.) Vader en moeder Kimpelman, door «jee. Een militaire excursie naar Midden- Lombok (G Sept. tot (! Nov. 1897), door H. M. Neeb, Off. van Gez. 2e kl., met afbeeldingen naar photografieën van den schrijver, I. Verscheidenheid. iniuiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnimnnnmiiuiiiniiiiiniinmnu 40 cents par regel. HIIIIIIIIUIIIflIHfaflIfUI'flttUlfHflIlHilllHIMIfMtfflIitUitlIilmlIlHHIII TRADE MARK. MARTERS COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle soliede Wijnhandelaars en bij de representanten M V*S «V BRU te Amsterdam. fWEIJROOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Kuime keuze in Huurpiano's. Naar bet Eiland Dagelijks vertrekt van de RUYTERKADE naast de Eettingboo^ 's morgans 10 uur een Stoomjaebt naar MARKJBX via BROEK. IIV WATERLAND en JWOMVIKEXl>An, en terne; ovr de ZUIDERZEE. Aankomst AMSTERDAM ca. 4.30 n.m. DE HAVENSTOOMBOOTDIENST. MliMiuiiiiMMtmliMHiniim Nou, atjuus, Ilarm." Buiten in het donker, namen ze haastig afacheil en Jana stevende even later met een ik val omver van slaap,'' naar liovcn, 'c krakende trapje op naar haar bedstede. Ze kan je zoo overduvelen, waar moeder? . . . IlarmenV" ,..la. 't is gnieperig van haar.'' Nou, llarmen kennen we, niks tegen te zeggen en die Majoor moet al drie winters achter elkaar de nieuwe ziekte gehad hebben, steekt ook niet iri een best vel." Zoo, en Koiens moeder mot zoo'n kwaa aardig wijüe wezen, niemendal voor onze Jana." Toch een de Weert rnet een van der Klis, moeder." Hou op met je gekke praat, denk jij daar nou nog over, Matj>~! een vrouw van in de vijftig, ze sfaat al met haar eene been in 't sraf-" Jij zeker niet," bromde Jan maar floot van plezier .... dat op asem komen was nog beter dan een kermisavond geweest.... die aardige, knappe Jana, ze had maar goed uit haar oogen gekeken. Vergeet niet te sluiten, Jan," waarschuwde moeder, kermis in Hilversum geef,: rissen landloopers iu de buurt, als je dat maar weet' Mut klein Matje op haar arm ging ze weer naar de Berkenhoeve, waar ze niet Ilarm bij moeder Matje inwoonde. Wat hebben ze j? daar ginder weer bedorven in 't Paard", waar MoppieV" 't Was heet, de felle Junizan scheen warm over do korenvelden die telkens van tint wis selden, paarsgrijs boven, groengrijs beneden, wuivende halmen, golvend als de Zuiderzee. Ze veegde met de vrije hand o'/er haar bepareld voorhoofd en nam 't kind op haar anderen arm. Wel, Matje wat een dikzak bon je, heb je wel gemerkt, wat Grootvader jou in je knuistje stopte, twee Willemijmjes, hoor, en (irootjo, toen grootvader je een gouds bloem in je jurk stak, gaf 't oude inensch me nog wat mooiers, eü'^ntjes er bij gaan zitten, Mat!" Uit haar zak haalde ze een klein Eiiosrtje bloadkralen, die ze om 't blanke halsje sloot. Och, wat een lief slotje, kind, wat zal vader opkijken. Ze wouen 'c niet voor elkaar weten in 't Bonte Paard", ze zijn daar zoo grieperig mot die dingen, altijd geweest, maar 't is een goeie gnieperigheid, knip maar eens tegen de zon met jo heldere oogjes en wees er maar gerust op. mijn hartje!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl