De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 21 augustus pagina 2

21 augustus 1898 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1104 staan terrein te winnen, ons geen vrienden hebben weten te maken van onze gelukkige mededingers. Wij hebben aanleiding ge geven tot onnoodige ergernis en tot kwade vermoedens, zonder als vergoeding eenig belangrijk voordeel te verkrijgen. Wij hebben de wrange vruchten geplukt eener samenkoppeling van eene politiek van verzet, en van eene politiek van toegeef lijkheid." i ......... iiniiiiiiiiiiiiii ..................... UMI .......... minimi ....... iiiiiini Sociale, De booze brief en de wertetalimr, Drie weken geleden schreef ik : Zou het waar zijn dat de kleermakerspatroon Ausums te Culemborg werklieden ontslaat omdat ze gebruik willen maken van het recht van vereeniging en vergadering, door de grond wet erkend en door de wet omschreven in het belang der openbare orde ? Als het waar is, dan mag die vrije Nederlander wel een lesje nemen in het staatsrecht van zijn land. Hij zal toch niet willen doen, wat zelfs aan de koningin verboden is : de grondwet buiten toepassing stellen. Voor hem lid van den raad zijner gemeente mag dit volstrekt niet ver wacht worden. Hij heeft immers den eed, .voorgeschreven bij art. 39 der gemeentewet, luidende : Ik zweer trouw aan de grondwet en aan de_ wetten des rijks ..... afgelegd. Een consciëntieus man zal toch niet de opmerking willen maken : dien eed deed ik als lid van den raad ; als ondernemer echter treed ik op als onbeperkt heerscher in onzen constitutioneelen Staat. Den aandachtigen lezer zal het wel op vallen dat ik verlangend uitzag naar een officieel tegenbericht, dat ik dit zelfs ver wachtte, dat ik daarop, in ieder geval, hoopte. De heer A. J. Ausems te Culemborg zendt echter wel een uitvoerigen brief blijkbaar in groote opgewondenheid ge schreven maar houdt zijn antwoord achterwegp. Toch wil ik aan zijn verzoek om plaatsing, voldoen. Hij schrijft aan de Redactie. »In uw nommer van 31 Juli, veroorlooft de heer Stigter zich, een vraag te stellen. Dit op zich zelf is reeds ongepast, waar het dingen betreft, die hem niet aangaan. Nog meer ongepast is het, wanneer hij zich veroorlooft mij voortescb rijven, wat ik wél en wat ik niet tot mijn plicht te rekenen heb. Daartoe is zeer zeker niet hij de aan gewezen man, die liefhebhert in sociale en nnancieele aangelegenheden, het een ter wille van den werkman, het ander ter wille van den kapitalist. En als raadslid n als werkgever doe ik, wat rntjn geweten en mijn gezond ver stand mij voorschrijven, zonder iemand wien ook het recht toetekennen zich met mijn zaken te bemoeien. 't Is niet aan den heer Stigter en niet aan de lezers van uw blad dat ik rekenfchap verschuldigd ben. En daarom wensch ik het door hem geschrevene noch te weer leggen, noch te bespreken. Mocht ik er ooit toekomen, over mijn bijzondere aangelegenheden in debat te treden, dan zal 't zeker niet zijn daar, waar het door onbevoegden zooals de heer Stigter ---op een wijze wordt ingeleid die, op zijn zachtst uitgedrukt, partijdig en arrogant te noemen is". De heer A. had kunnen volstaan met : Dat bericht is niet waar, uw vermoeden omtrent mijn constitutioneelen zin was juist. Of wel : De mededeeling was waar, uw meening daarentegen aangaande mijne hpoge waar deering voor onze grondwet, onjuist. Noch het een, nog het ander. Waarom zoo boos meneer A ? U doet hierdoor een vermoeden in uw nadeel ontstaan. Ja, laat ik het maar bekennen : juist in strijd met uw bedoeling, zegt uw brief: 't Is wel waar maar ik wil het niet bekennen. Dat her innert aan de bedeesdheid der jeugd of aan de houding van een autoeraat die zich hemelhoog boven zijn medemenschen ver heven acht. Dit laatste zal bij u niet het geval zijn ; maar waarom dit vermoeden Het peten van ien examinator. DOOR GRAHA.M TRAVERS. Misschien moet ik beginnen met te zeggen, dat ds examinator er een geweten op nahield. Ik wil hieromtrent, aan 't begin van mijn verhaal, terstond allen twijfel wegnemen, niet omdat ik de scherpzinnigheid van den lezer wantrouw, maar och! titels ziju misleidend iu onzen tegenwoordigen tijd! en bovendien, wut de philosophen ook zeggen mogen, het geweten van den een is niet als het geweten van den ander. Natuurlijk heeft ieder eeuige examinatoren onderzijn kennissen, aardige oude heeren meestal, die allerlei anecdoten weten op Ie disschen omtrent hun bevende slachtoffers. 't Was een bitter koude, sombere winterdag. De bloemen stonden op de raampjes van den spoorwegcoupé, zoodat de examinator zijn muts over de oogen trok en de kraag van zijn pels opzette, toen hij op zijn gemak in een hoekje dook. Men deed het waarachtig niet voor z'n pleizier in zulk weer op reis te gaan oai examen af te nemen; bovendien was het Januarij-examen zelfs met mooi winterweer een ware corvéo. Knapps jongelieden, die hun zaken wisten, kwamen in April of ;n Juli. Maar in Januari kreeg men rommelzèo", jongelui die al een paar maal gezakt waren. De examinator was jong en enthousiast; hij kende zijn zaken, dus trok hij zich zijn deel van het programma niet zwaar aan; ook bezat hij de gave voor examinatoren van veel be lang ! om met vaste hand het roer van een Tiva voce vast te houden, in plaats van het zich door den slimmen cindidaat te laten ont futselen; en toch,- als hij een enkele maal in de verzoeking kwam om er de proef van te nemen, had hij er wel eens schik in en volgde hij met een glimlach, of met een knikje van dan, in onzen democratischen tijd, bij de booze wereld opgewekt ? U kent het absolute voorschrift van de grondwet betreffende de drukpersvrijheid. U weet dat de vrije uiloefening daar van als eerste voorwaarde geldt voor de handhaving van ons parlementair staats recht; daarom immers waren despoten van drukpersvrijheid zoo afkeerig, zoo bang. Telkens als derhalve de grondwet of een wettelijk voorschrift geschonden wordt, is het de taak van ieder die de grondwet waardeert en in 't bijzonder van de pers, eerbied voor 's lands wetten te verzoeken. Zij behoort althans op die overtredingen de aandacht te vestigen tot voorlichting van regeering en wetgever. Om die reden deed de Groene de vraag: Zou het waar wezen, dat de heer A. zijn werklieden belet van hun grondwettelijk recht gebruik te maken ? Een dergelijke handeling is immers van staatsrechtelijken aard, geen onderonsje, een publiekrechte lijke overtreding, een daad van revolutio nairen geest niet geheel vrij. Wist u dit niet? U behoort n als raadslid n als werk gever de grondwet en dd hier betrekkelijke wet van 1855 te eerbiedigen »al schreven uw geweten en uw gezond verstand u ook voor" wat wel niet het geval zal zijn om het tegendeel te doen. Dat kan in een geordenden Staat niet anders.' Orde moet er zijn. De wetten moeten door ieder wor den gehoorzaamd en in acht genomen. Dit mag niet overgelaten worden aan ieders bijzondere meening. Overtreding van dien plicht is een publieke zaak, waartegen de pers allereerst behoort te waken. Het recht van vereeniging en vergadering behoort, in 't bijzonder, door ieder burger geëerbiedigd te worden. Verlangt u de uitspraken van enkele autoriteiten ? Prof. Pekelharing zegt: Zonder het recht van vereeniging en vergadering kan geene staatsburgerlijke maatschappij gedijen.Prof. de Louter: Onder het vertegenwoordigend stelsel onmisbaar, heeft het onder een autocratisch bestuur zijn bedenkelijke zijde. Pro»'. Buys: Het was mi gepote e« gotde gedachte van de staatscommissie om een vrijheid, schier even cnmisbaar voor onze maatschappij als die van welke de art. 8 en 9 gewagen, onder bescherming van de grondwet te stellen. De oud-minister Heemskerk, de grondige kenner van ons staatsrecht, wijst op de bezwaren die uit het gemis van het recht van vereeniging en vergadering voortvloeien, »inz >ndeiheid de vermenigvuldiging van geheime genoot schappen en besloten vergaderingen van gelijke soort." Tot die middelen wilt g\j toch d« werk lieden niet verleiden V Ik kan mij wel voorstellen dat gij de opmerking van de pers ongepast vond t.- O.utrent den arbeid en den arbeider bij de heidensche Grieken en Romeinen veracht bestaan nog zoo weinig voorschriften in de \vet. De onder nemers, de bazt-n, zijn gewoon alle voor waarden schier geheel eenzijdig vasttesteilen, ja, niet eens vastteslellen, maar incidenteel voorteschrijven. Dit gebrek aan maat schappelijke organisatie kweekt en ver sterkt de neiging tot alleenheerschappij. Mr. J. Heemskerk Az. wijst op die neiging door als motto van zijn bekend werk : De praktijk onzer grondwet, aan te halen de Woorden van Montesquieu : maisc'esturie expérjence ternelle que tout hornme qui a. du pouvoir, est portéen abuser; il va jusqu'a ce qu'il trouve des limites. Alleenheerschappij evenwel is geheel in strijd met reineii, verheven christelijken zin, met den geest van onzen parlemen tairen regeeringsyorm, die gelukkig bij de zoogen, lagere kringen allengs meer ingang begint te vinden. Eerbiediging van ons staatsrecht, gehoorzaamheid aan de wet door ieder, zal daartoe kunnen bijdragen. In die goede richting zal ik durf het toch nog vermoeden de heer Ausums willen medewerken, 't zij door zijn verbod, waartoe hij niet bevoegd was, intetrekken, 't zij door openlijk te verklaren dat hij gedwaald heeft, toen hij meende, dat het beletten aan andere staatsburgers, het recht van vereeniging en vergadering uit te oefenen, tot zijn «bijzondere aangelegen heden" behoorde. Op zooveel grootmoedig heid duif' ik wel' hopen. iiMiiiiiimimmimiiMiiiii iitiHiiiniiuifi bewondering, het gebruik dat de arme joegen er van maakte. Het blijkt dus duidelijk dat, behalve een geweten, de examinator ook takt bezat, en dat, als hij zondigde, men van hem niet kou zeggen waar afgewezen candidaten altijd mee klaar staan dat hij zondigde uit onwetendheid. De trein stopte aan een provinciestadje; een snerpende wind woei de coupéin toen 't portier geopend werd. De examinator huiverde en keek met een boozen blik op, doch trok zijn zwijgend protest terstond weer in, toen zijn oog viel op een allerliefst meisjesgezichtje, omlijst door sijdcachtig bruin haar en een bonten mautelkraag ? ordinair bont, maar iegant model. Kom Dick, stap in!" klonk haar heldere, vroolijke stem. Dick had evenals zij een blanke tint en een geteekend kleurtje, maar mooi was hij niet. Hij was eer leelijk, en zelfs niet flink uit de kluiten gegroeid. Blijkbaar had de natuur aan hem geprobeerd wat ze maken kon, eer ze zijn zuster de wereld inzond. //Hier instappen!" lachte hij spottend, waar door hij twee rijen leelijke tanden liet zien. 't Ia eerste!" Ja zeker; eerste klasse," herhaalde zij, met moederlijke liefde en bezorgdheid iu haar toon. Ik heb je kaartje al, dus er is niets meer aan te doen. 't Is erg genoeg dat je, met dien hoest, in dit weer op reis moet, jongenüef! " Terwijl ze dit zeide, hoestte ze zolve, en dreef hem zachtjes den coupéin. Geen van beiden letten op den passagier in den hoek; trouwens de man was zoo in zijn pels gemof feld, dat mea hem eer voor een chrysalis ver sleten zou hebben dan voor een mensch van vleesch en bloed. Je weet," vervolgde het meisje, zachter sprekend, als jij er eenmaal door bent, dan komt alles wel in orde. En ik ben er zeker van, dit keer kom je er stellïg\ Je hebt zoo hard gewerkt!" Ja ...," kwam hij met een zwak, blij glim lachje. Ik geloof ook dat ik er nu wel komen zal, als ik maar een examinator krijg die zijn zaken weet." O . .., dat zal wel, deze keer! Maar vergis je nu niet tusschen aconiet en atropine, zooals verleden jaar. "\Veet je wat ik daar juist vond, Dick toeu k een kaartje voor je nam'r De onvriendelijke woorden aan mijn per soonlijk adres, waarschijnlijk gevolgen van misverstand en van onbekendheid met den grondslag van ons staatsrecht, vergeef ik gaarne. f * Hecht is een woord van betrekkelijke beteekenis die afhankelijk is van de denk beelden waaronder we zijn opgevoed, van het milieu waarin we verkeeren In verband hiermede kan het wel niet anders of de bovenbedoelde autocratische gewoonten in der bazenkring mij van nabij bekend doen r^eht noemen, wat bij de allengs meer ontwikkelde arbeidersgroepen als zoodanig wordt veroordeeld. Recht vinden vele ontwikkelde werk lieden, volgens hun rechtsgevoel eerst dan, als de voorwaarden omtrent loon, werktijd, ontslag, boeten, in n woord, als de arbeidsvoorwaarden in het algemeen, door ondernemers en werklieden, als gelijk gerechtigde partijen, zijn vastgesteld. Vele ondernemers en daaronder vooral de oudere opgevoed in de autocratische leer, in de autocratische praktijk, achten 'n der gelijken eiseh onrechtmatig; andere gaan niet zoover maar zullen toch eerst onder sterken drang tot onderhandeling met de arbeiders als gelijkgerechtigde partij overgaan. Zoolang het meer moderne, het hooger ontwikkelde rechtsgevoel der ontwikkelde arbeidersgroepen, nog niet algemeen in de kringen der patroons is doorgedrongen, zoolang bestaat n der groote redenen voor de vele droevige botsingen van onzen tijd. Amsterdam heeft daaronder de laatste weken geleden materieel en moreel. Wat was de hoofdgrief van de amsterdamsche timmerlieden? Gemis van een behoorlijke regeling van het loontarief voor het stukwerf bij de eigenbouwers. Hiertoe behooren 'allerlei menschen, zelfs zandschippers en schoenmakers die, geheel buitan het eigenlijke bouwvak staande, met crediet en geleend geld, onder zeer bezwarende omstandigheden verkregen, op den woningnood en lage loonen speculeeren, die dikwijls werk leveren verre beneden de waardigheid der echte vakman nen. Door vijf' vereenigingen : «Concordia inter nos", »Uoor eendracht verbetering", «Eendracht zij ons doel'', de vakafdeeling van Patrimonium en Si. Jozef gezellen van deroomsch katholieke volksbond, was, ?in onderling orerleg, een tariefboekje voor het stukwerk bij ^j eigenbouwers vastge steld. Op invoering was herhaaldelijk ge hoopt. Eveneens was steeds de hoop ge koesterd door de andere timmerlieden, dat <>de papieren-beloften'' van de aannemers tot invoering van het '^5 cent uurloon met een dagtaak van 10 uren, zouden worden vervuld. Om, zoo noodig, dringend optetreden was de gemeente in vijf' kwartieren ver deeld. De weigering d t r eigenbouwers tot invoering van het stukloontarief saamgesteld in aigemeene harmonie door de geloovige,. ongeloovige, vooruitstrevende, niet-strevende en socialistische leden der genoemde vereenigingen, werd nu beant woord door siaking, voorloopig in het van Lennepkwartier. De stakers zouden door de werkende werklieden worden onder steund. Inmiddels zoudan de gezellen, bij de aannemen en de burger bazen werk zaam, aandringen, hoewel niet door staking, op vervulling der bovengenoemde -papierenbeloften", die echter, volgens <le bemidcleliugscommissie niet op papier gegeven waren. Door de, in verband hiermede, opgestelde circulaire, achtten de onder nemers zich bedreigd. Om die leden ver klaarden zij zich solidair met de eigen bouwers. Een niet ongewettigd middel van verweer. 13ij de staking waren reeds dadelijk honderden huisgezinnen, duizenden per sonen rechtstreeks betrokken. Belangstel ling in en medelijden met hun lot, deed de heer Kouveld, het bekende gemeenteraadslid de eerste poging tot bemiddeling beproeven. Een zeer verdienstelijke, niet genoeg te waardeeren arbeid. De heer Hovy, ook een goede bekende der amsterdamsehe vroede vaderen, van gelijke gezindheid als zijn ambtgenoot, sloot z:ch bij den heer Kouveld aan. De beide ijverige getneente illiililllllliiHlllliliilinimiiiiiiiiniiiiinimmimmmiiM Kijk eens!" Ze hield een platgetrapt, gedeukt driestuiversstukje omhoog, met een gaatje er in. Dat voorspelt geluk, hè? Wat deuk je dat beter is, dat ik het om mijn hals draag of jij 'f' Och, me dunkt jij .. ." Goed, dan doe ik het om, eu ik zal iedere minuut aan je denken, tot het oo,renblik dat je weer thuis bent. , ik weet zelcf dat je er nu komt; maar, zeg eens," zij aarzelde, zul je 't je niet te erg aantrekken als het mis is? O, je gaat! Toe, neem miju shawl mee om over je kaken te leggen!" Een dames shawl!" zei hij, met een minac'itend lachtje. '/jK liet haar stem nog meer dalen, eu vleiend, overredend kionk het: Toe, doe 't maar! Hij is zoo warm. Eu niemand ziet dat het geen plaid is. Daar! pak aan. Adieu! God zij met je!" De trein zette zich in beweging, maar om een oogeiiblik laier weer stil te staan, en wer kelijk, daar verscheen het zonnige gezichtje weer aan 't portier l Z,eg, wat denk je dat er vau ochtend geko men is? Eeu kalkoen van oom Jacob! Dus 't gemeste kalf is reeds voor je klaar! Een goed voorteeken, Biet? Oom Jacob begint zeker te vinden dat je nog zoo min niet bent! Wat zullen we feestvieren als je tmis bent!" Tlians reed de trein werkelijk weg, en de examinator gluurde door het reetje tusschen ziju muts en den kraag van ziju pels naar zijn nieuwen reisgenoot. Ei ei, dit was dus een caudidaat! hm dit ventje, dat zich vergiste tusschen aconiet en atropiue''; en nu... stel hij haalde zijn diploma... wat aut zou 't hem doen als hij zich in dergelijke hoofdpunten kon vergissen'? Och hemel, de studie had bijua niets van 't mannetje overgelaten. Er was geen weer standsvermogen om een praktijk te beginnen l De ondervinding leerde dat een dokter het doen kan zonder: of een zeer sterk gestel of beschaving of handigheid uf kennis; maar de goegemeente, die zich anders graag liïei nemen laat, zou zeker liever niet alle vier missen! De examinator zuchtte. Hij was gewoon aan candidaten, die eigenlijk achter de ploeg hoorden, maar men kon zich dezen armen jongen onmogelijk achter de ploeg voorstellen. Waar hij thuis hoorde in het pian der Natuur zou raadsleden vonden al spoedig alle partijen bereid, tot de samenstelling van een be middelingscommissie mede te werken. Bei den kregen in die commissie zitting. Onbegrijpelijk veel is door haar, onder de krachtige leiding van den qnvermoeiden heer Kouveld, gearbeid. ^Vie eenigszins bekend is met den vermoeienden arbeid van dergelijke vergaderingen, zal dit kunnen beamen als ik hem mededeel dat de com missie 15 zittingen, dikwijls van een uur tot na middernacht heeft gehouden! De zware, de veeleischende arbeid scheen te zullen slagen. Dinsdag 26 Juli ontstond er, vooral door het overredende en krach tige woord van den voorzitter, verteedering der harten. Op de toen gehouden gecombineerde vergadering der commissie met de besturen en gecombineerde patroonsvereenigingen, de afgevaardigden der eigen bouwers en van de vijf vakvereenigingen der timmerlieden, werd een bemoedigend besluit genomen. De gedeputeerden der werkliedenvereenigingen en die van de eigenbouwers, zoudenTn hun vereenigingen adviseeren tot goedkeuring der voorstellen van de bem-iddeJingsciirnmissie om gemeen schappelijk een lountarief vast te stellen en in te voeren. De besturen der patroonsvereenigingen verklaarden zich van hun zijde bereid, om krachtig mede te werken tot aigemeene in voering van het uurloon van 25 cent bij een dagtaak van tien uren, als de gemeenteraad mocht besluiten die voorwaarden in de bestekken voor de gemeentewerken voor te schrijven. Daartoe zouden de beide bekwame en werkzame gemeenteraadsleden voornoemd, het initiatief nemen. Het resultaat was echter, dat de timmer lieden wél, de eigenbouwers niet, althans voorloopig nog niet, toestemden. Hun afge vaardigden hadden bij hen dus vruchteloos gepleit. Vooral de voorloopig aangehouden be slissing, de twijfelachtige houding der eigen bouwers, die over 't algemeen in het bouw vak om bovengenoemde reden niet hoog staan aangeschreven, voedde het wantrou wen der werklieden. Zij vreesden dat de eigenbouwers de zaak op de lange baan wilden schuiven. Hierbij kwam de'drang der stakende werklieden van de eigenbou wers. Zij vorderden een afdoende regeling of' een aigemeene staking en bedreigden niet hervatting der werkzaamheden. Vreeseliik moeilijk was nu de taak der leiders. Patrimonium had zich terugge trokken. De St. Jo/.ef'sgezellen weifelden of' wellicht beter gezegd : het bestuur nam een weifelende houding aan. \Vatte doen'? Wat aan de vergadering der timmerlieden voor te stellen 't Van de zijde van de bemiddelingsconimissie zijn, tot het laatste oogenblik toe, pogingen aangewend om de aigemeene staking te voorkomen. Vooral haar voorzitter, voorts de heeren C. B. Posthumus Mtyes en Jozef' Cuypers hebben daartoe alles gedaan wat nog mogelijk was. Een vergadering der aannemers kon niet meer tijdig bijeengeroepen worden. Onder overredenden aandrang van _ genoemde heeren, heeft toen de heer Hendrix, de voor zitter der patroonsvereeniging, aan de tim merlieden geschreven dat hij op gede cideerde scheiding tusschen de aannemers en eigenbouwers zooveel mogelijk zou aan dringen en dat het hoogst \venschelijk was de belangrijke beslissing nog 2i uren uit te stellen. Die brief is echter nM aan, de vergadering voorgelezen. De stemming over het voorstel tot aigemeene staking is gehouden zonder dat het bestuur den inhoud van dien brief vóóraf had meegede. d ! De staking niet die van alle gezellen werkzaam bij de c-iyenbowccrs in de rijf kwartieren neen van alle timmer| lieden ook van die, bij de aannemers werk zaam, werd geproclameerd. Zonder weerstandskas, zonder een goed gedisciplineerde aansluiting, werd de oorlog begonnen. Dat men de minderheid, die zou blijven werken, tot mede-staking zou over reden of ten slotte zou dwingen, mocht niet gehoopt worden. Wél hebben de patroons der engelsche machinebouwers, wél hebben ook de bakkerspatroons te H_amburg tegenover hun collega's die be reid waren toe te geven, dwang uitgeoefend, maar op goede uitkomst mocht daarom nog iiHiiiiiiNimiiiiNiiiHiiiimmiiiuimnmiiiMiimHiiMNiiiiiJiniiii» moeielijk te zeggen zijn. Het, jonge mensch had een afgelezen boek uit zijn jaszak gehaald, waar hij ijverig in ging zitten lezen, al prevelend iu zichzelf en met een vochtigen vinger de bladzijden omslaand. De examinator kende het boek. Het was een handboek, waaraan hij een bijzonderen hekel had. Soms hield de lezer plotseling op om een paar bladzijden terug iets op te slaan, met een ontsteld gezicht, zeker omdat hij merkte dat hij vergeten had wat hij juist had gelezen. De examinator had moeite om zich in te houden. »Ben je gek, kerel, gooi toch weg dat boek!" had hij dolgraag willen roepen." Je arme hersens ziju waarlijk al genoeg in de war.'" Toen de trein weer stilhield, kwam er een oude dame in de coupé. 7/ij keek met moe derlijke belangstelling den student aan, en nam de eerste de beste gelegenheid waar om hem een borstearmel te presenteeren tegen ziju hoest. Haar sympathie scheen hem goed te doen. Vervelende dingen, die examens!" prevelde hij. //Zoo! ... gaat u examen doeu'? Hoe akelig! Maar 't zal heerlijk voor u zijn als u er door is." Hij schudde twijfelend het hoofd 't Is de vraag of ik er door kom!" Haar vriendelijk, moederlijk uiterlijk wekte hem onwillekeurig op tot oniioodige mededeelzaamheid, en hij liet er op volgen: Ik ben al vier maal gezakt." Arme man! Hoe akelig! Maar ik wed dat u nu uw zaken wel weet! 't Is of men aan u zien kan dat u hard gestudeerd hebt." Hij schudde het hoofd, en zei moedeloos: »lk weet het nu niets beter dan den vorigeu keer ! 'k Begrijp niet dat ik er toen niet doorgekomen ben.'t Is allemaal geluk. Sommige examinatoren, wreet u, hebben zelf boeken ge schreven, en houden er aparte theoricn op na; heeft men nu toevallig dat boek niet gelezen, of nooit van die theorie gehoord, dan ja, dan is 't mis! Er ziju er zooveel; exami natoren, bedoel ik en men weet nooit vooruit wien men krijgt. En, met den besten wil van de wereld, men kan toch niet alles lezen ''. !" De dame zette ceu verschrikt gezicht waar ze wel reden toe had en zei: Dat is toch niet eerlijk. En hoe Utingacslig /" De examinator gloeide inwendig van veront waardiging, maar hij vocht niet met vijanden ziju staal onwaardig, en de situatie wtsniet niet gerekend worden. Was dat voorbeeld van die patroons wel navolgenswaardig ? Mocht onder die omstandigheden op een goed einde gehoopt worden, met zooveel goeden grond, als de verhouding tot de op offering die door de staking gevorderd wordt, eischt ? De uitkomst heeft ongetwijfeld geleerd dat in de arbeiderswereld nog enorm veel te doen is om meer aigemeene samen werking, om samensmelting van bestaande vereeni gingen, te verkrijgen. De arasterdamsche patroons tponen nu de grootmoedigheid die den overwinnaar siert en de verzoening ver gemakkelijkt ! Moge inmiddels evenwel -de weldadige arbeid van kamers van arbeid reeds zoo opvoedend werkzaam zijn in de kringen van de ondernemers zoo wel als in die der werklieden, dat het hooger ontwikkelde rechtsgevoel overleg tusschen beide groepen als gelijkgerechtigde partijen vordert, eischt, om tot gewichtige besluiten over te gaan. Als dan de wet, als uitdrukking van dat rechtsgevoel, dwingende kracht aan de uitspraken van de kamers van arbeid ver leent, dan zal wellicht werkstaking de oeconomische oorlog even af keurens waard als elke oorlog niet meer noodig zijn ter verkrijging van de inwilliging van billijke aanspraken. Zóó kunnen de meeste wenschen der stakers wel genoemd worden. Komen daarom toch spoedig de regeling van het arbeidscontract, de kamers van arbeid, de bescherming der wet. »Entre Ie fort et Ie faible, c'est la libertéqui opprime et la loi qui aff'ranchlt". * * * Den heer en mevrouw P. P. Met veel waardeering heb 'ik van den inhoud van uw uitvoerig stuk kennis genomen. Van die zijde is het woningvraagstuk nog niet besproken naar ik meen. Gaarne zal ik uw opstel plaatsen. D. STIGTBR Am s t., Alexanderkade 4, 17 Aug. :98. iiminniiiHinMiiniiniiiHiiiiiiiinintiiiiiiiiimnlililliuiiiiiinmmiilili 40 cents per regel. lummiiMiiiMMimiMllllI Henneberg-Zijde alleen echt, indien direct van mij i f ibrieken betrokken, zwart, wit en geVleurd vin!ï3 et. tot f 1-I.O5 per Meter efl'en, gestreept, geruit, gewerkt, damast ena. (ca. 24) versch. qual. en 2000 versch. kleuren dessins, enz.). Franco en vrij van invoerrechten in hui*. Stalen ommegaand Dubbel bKefporto naar Zwitserland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hofiever.), Zimcli. Iloofd-Uepót VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Somaal-Wfllarttota. K. F. DEÜSCHLE-BENGER, AmsterdatK, Kalvertstr. 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederl. MEIJROOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. Dagelijks vertrekt van de RUYTERKADE naast de Kettingboot 's morgens 10 uur een Stoomjacht naar MARKEN via ISItOEK IN WATERLAND en MONNIKEN1>AW, en terug over de ZUIDERZEE. Aankomst A91STERDAÏV1 ca. 4.30 n.m. DE HAVENSTOOMBOOTDIENST; lllllmlIlllltlllllMMIIHIlmlIMIH zouder humor! Bovendien, als hij zich nu be kend maakte, zou hij ter elfde ure liet ventje gehfel van de wijs brengen. //Tvu, als u er door is," vervolgde de vrien delijke oude dame, //dan hoop ik dat u dien lastigen hoest kwijt raakt. Kunt u niet een poosje naar het Zuiden gaan ?" //O, liemel neen! Ik ben zoo gezond als een viscli ! We hebben in den laatsten tijd nog al treurigheid in de familie gehad," Lij wierp een blik op het rossige krip om zijn arm ? //maar als ik mijn dokters rekeningen kan gaan schrijven, /.al 't wel beter worden." Haar lieve oogen zagen hem medelijdend aan. //Maar het duurt altijd een beetje eer men zoo ver is... weet u dat wel?" Hij lachte en wreef zich de handen. Neen, daar beu ik niet bang voor! Eeu massa menscbeu hebben mij in den laatsten tijd reeds ge consulteerd over kleinigheden; natuurlijk kouden ze niet van betaling spreken zoolang ik nog niet klaar was. Dat is een groot geluk voor me : ik kan nog al goed met de menschen opschieten. Dat doet veel voor een dokter een beetje xaeolr-ticre te hebben !" Haar gezicht betrok. De arme jongen! Dus sai-oir vicre daar hing voor liem yeel vau af ?... »lk zou wel graag uw naam en uw adres noteeren,'' hernam ze, een paar minuten later. //Wie weet of ik niet eens iets voor u doen kan." //Zeer aangenaam." Hij scheurde een blad zijde uit zijn notitieboekje en bood ze haar aan met een buiging, die waarschijnlijk van zijn saeoir vivre getuigen moest. Juist, reed de trein het eindstation binnen. liet jonge mensch was er spoedig uit en voegde zich bij eenige jongelui die op het perron stonden. De examinator zag hem met zijn hoofd een wenk geven in de richting van de moederlijke oude dame. Zoo'u rakkert van een jongen !" mompelde hij, terwijl hij de bonten muts voor een deftigen hoed verwisselde. Je vertelt ze zeker dat je ,die oude jonge juffrouw" hebt ingepalmd." Ik zou jou wel eens willen inpalmen, als de natuur het niet reeds gedaan had!" (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl