Historisch Archief 1877-1940
,»'*!, "*.""
DE AMSTERDAMMER W R E K'B L A D VOOR NEDERLAND.
AUX
Nous avons ITionneur d'informer notre honorable clientèle que nos
nouvelles créations en Robes riches et légantes pour toilettes de cour
de Cérémonie, de Soiree etc., devant servir aux fêtes du Couronnement
\4ennent d®rentrer.
Ces modèles spécialement crés a eet effet, forment un ensemble
que nulle autre maison ne saurait offrir.
Choix incomparable de Soieries riches unies et brochées pour Robes
de cour et de Cérémonie depuis 0,95 jusqu'a 15 florins Ie mètre.
IMHMmiMHHMIMMIMimmntlMMMIHMMMMnHMMMimMIMIimmiimilMIMHnMIIIHHMMIMJmilMHimMHmiM
IIMimilimiimilimmlIHIIIMIIIIIIIIIIIIII
Külïjes in een Hollantt bnisïaier,
't Begint te schemeren. In het achterste
gedeelte van de kamer heerscht reeds een
wazig half duister. Aan de rechterzijde echter
helpen de helder opschietende vlammen van
het open baardje het verdwijnende daglicht,
om een bekoorlijk tafreeltje in 't licht te
stellen. Voor den haard zit een jonge vrouw,
gemakkelijk achterover geleund in een laag
stoeltje. Op haar schoot ligt een kleine jongen.
Zooeven heeft ze haar blik door de kamer
laten gaan. Ja, alles in orde! De groote stoel
staat tegenover haar, de pantoffels er voor.
Op tafel is het theeblad klaargezet, de thee
is juist opgeschonken, en staat te trekken op
de waterketel, die gezellig tuit. Een oogenblik
heeft ze in gedachte gezeten: 't gesuis van 't
kokende water brengt aan 't peinzen.
Spoedig is ze opgeschrikt dpor een luid:
>ada, adfc op haar schuot.
»Zoö- ventje, dwsfat je, dat rcarwatje je
vergat? Keen, warempel niet, ik ga je
uitkleeden. Ja, trek nu maar geen lipje! Wil
ik je eens wat vertellen V Aanstonds komt je
vadertje thuis, jongen! 't Is al bij half acht.
en kwart voor achten is 't zyn tijd. Maar dan
moet 't kleine ventje ook uitgekleed zijn,
?hoor! Wat gezellig, hé, als paatje thuiskomt,
dan neemt hij zyn kleine jongen, en doet:
»zóó hoog!" weet je wel vent? en dan kan
mamaatje niet bij je! Kom, jongen, begin
maar niet te huilen! 't is nu de moeite niet
meer waard, je bent zóó klaar! Hoor, daar
komen voetstappen ! ... neen, 't is de krant.. .
jammer, hè?
Ze zeggen, dat je je moedertje nog niet
verstaat, maar de menschen, die dat zeggen,
weten het niet, die hebben zeker nooit zoo 'n
aardig, klein ventje gehad, als jou mamaatje
rijk is, kind!
Zie, zoo, dat is klaar! Nu moog je een
poosje spartelen ! Je bent er maar wat mee
in je schik, hè?"
En 't jonge moedertje lacht en dolt met
haar jongen tot ze even uitgelaten is als hij.
Nu legt ze hem weer stil op haar schoot en
ziet vol trots naar den stevigen knaap. Die
mollige handjes en armpjes zijn onophoudely'k
in beweging, en b.y schopt en trappelt met
de voetjes, alsof hy begreep zooveel mogelijk
partij te moeten trekken van de oogenblikken,
dat ze van alle banden bevrijd zijn. 't Ronde
kopje met die groote blauwe oogen is zoo
guitig naar haar opgeheven, alsof hij wilde
zeggen: »Ja, mamaatje, ik versta M watje
zegt. wij weten het wel saampjes, hoor!''
»Wel jongen, wat word je zwaar, kom eens
hier," en meteen neemt zij hem op en legt
hem voorzichtig languit op 't mollige
haardkleed. Telkens grijpt hij naar de hand, die
zij hem nu eens al spelend voorhoudt, dan
weer plagend terugtrekt.
Daar wordt de deur geopend, en haar man
treedt onopgemerkt binnen. Ken oogenblik
blijft hij met van geluk schitterende oogen
by den ingang staar, zóó boeide hem 't
bekoorlijke tooneeltje ginds, 't Is buiten bijna
geheel donker geworden. De vlammen van
't haardvuur werpen een fantastisch rooden
gloed op de onmiddelijke omgeving. Ze ver
lichten de jor.ge vrouw en het blozende kind,
dat lachend naar zijn moeders hand grijpt,
en kraait van plezier, als hij die te pakken
kan krijgen.
»Dag, Nelly!"
»Dag, Piet, ben je daar al! Kom, jonger,
kijk eens wie daar is! Zeg je vadertje ook
eens goeden dag. Zeg dan: dag papaatje,
wat zijn we blij, dat je thuis bent, we hebben
zoo naar je verlangd."
Hij buigt zich over haar heen en geeft haar
een kue, dien zij even hartelijk beantwoordt.
»Jok dat den kleinen jongen maar niet voor,
Nel, daar meen je niets van. Is 't wel. kleine
bengel ? Meent ze dat wel ? Neen, hè? Piet
ligt voor een oortje thuis tegenwoordig.''
»Ja? doe je? stakker! Als dat waar is, zal
ik eens gauw een kopje thee voor je inschen
ken. Je zult er wel naar verlangen."
«Natuurlijk, 'k wacht er al een eeuw op.
Maar sedert die kleine schreeuwer er is, tel
ik niet meer mee."
»Nu, pas dan maar even op hem, hij ligt
wel veilig, maar je kunt nooit weten! Laat
hem heel stil liggen, ja?"
Vlug is ze de kamer uitgewipt, en als ze
even later binnenkomt, ziet ze met een ver
genoegd gezicht naar 't haardkleed.
Haar man heeft jas en hoed op een stoel
geworpen en ligt nu languit op den grond,
terwijl hy den kleinen jongen met beide handjes
in zyn baard laat woelen, 't Ventje maakt
ruimschoots gebruik van de gelegenheid, hij
is er van overtuigd, dat zijn vader alleen een
baard draagt, om er hem aan te laten trekken.
«Maar, Piet, schaam je je nu toch niet ?
Dat moesten de jongens van de hoogere bur
gerschool eens zien, dat hun leeraar languit
op den grond ligt; 't zou goed zijn om je
prestige in eens te verliezen."
Hy' ziet lachend naar haar op en kijkt vlak
in het stralende gezichtje, dat tevergeefs naar
eene afkeurende uitdrukking zocht.
»Dag Nel, kom je bjj ons liggen? O, 't is
hier zoo gezellig!"
»'k Zal er wel heilig op passen, dat strookt
niet met my'n waardigheid! Wat moetje zoon
wel van je denken ?"
»0, die denkt natuurlijk: Waarvoor heb je
een vader, als je niet mtt zy'n baard mag
spelen ?"
Al babbelend heeft ze thee geschonken en
gaat nu, voorzichtig over de lange beenen
van haar man heenstappend, weer in haar
stoeltje zitten.
Met een bedenkelijk gezicht zegt ze zuchtend:
»Aan jou is niets meer te verbeteren, Piet,
je bent totaal door de wol heen!" en dan
met oneindige teederheid in haar blik op man
en zoon neerziende, gaat ze zacht voort :
»Wat een paar kinderen bij elkaar. Wie zou
nu de verstandigste wezen van de twee ? '
Hij gaat zitten op den grond, knikt haar
toe en zegt: »Toe, wijf, geef me even mijn
kopje aan, als je wilt.''
Na een paar oogenblikken van welbehagelijke
stilte, waarin ze beide hun kopje thee ge
nieten, en alleen de kleine jongen nog af en
toe hoorbaar blijk van zijn tegenwoordigheid
geeft, zegt ze: »Toe, geef mij nu even den
kleinen jongen aan. 't Wordt zijn bedtijd, vent'.
Hèneen, Piet, maak hem nu niet zoo erg
dol, anders kan hij zoo meteen niet slapen."
»Nu, daar heb je hem dan!"
Met een kus op 't ronde gezichtje legt hij
haar 't kind op schoot. Bij 't schijnsel van
den haard trekt ze hem zijn ponnetje aan en
maakt zijn verder nachttoilet in orde. Dan
zorgt ze dat hij zijti buikje vol krijgt....
Onderhand is hij zachtjes ingesluimerd.
't Jonge moedertje leunt achterover in haar
stoel. Haar man is even de kamer uitgegaan.
Ze ziet op haar kind neer, en vraagt in stilte
de toekomst af: »Wat zal er van hem worden?"
En haar moedertrots antwoordt : ><lv;n man
met een helder hoofd en een groote wilskracht,
iemand, die 't ver zal brengen in de wereld."
En haar moederhart bidt: »Esn edele,
nobele verschijning, iemand die velen tot
troost en steun zal zijn."
Daar voelt ze een arm om zich heen. Ze
ziet op, en blikt haar man in de oogen. Hij
is naast haar neergeknield, en terwijl hij vrouw
en kind met zijne sterke armen omvat, zegt
hij, met iets roerend zachts in het anders zoo
strenge gelaat: »0, Nelly, heb je ooit durven
hopen, dat we zóó gelukkig zouden worden ?!"
T l N K E.
ModeïmoriiE
De hervormsters der mode hebben in de
laatste tijden vrij wel succes op haar werk.
In Duitschland zijn, ? te Berlijn, te Dresden,
te Frankfort zeer werkzame vereenigingen,
en ofschoon deze een heel gevaarlijk propa
gandamiddel gekozen hebben, namelijk het
tentoonstellen der door haar bedachte toilet
ten, hebben zij heel veel leden geworven.
Dit ligt voornamelijk aan de medewerking
der mode zelf. Nu slanke heupen alles zijn.
is het dunne middel bijzaak; of lie\cr, wie
nu een van nature breede taille overdreven
inperst, verraadt zich door de onnatuurlijke
uitzetting der heupen. De losse blouses, losse
jaquettes, bolero's, zijn alle in het voordeel
der reform-toiletten ; de blouse russe. het
wiel| rijderscostuum, de cape, de boa, dit alles is
er mede overeen te brengen.
Van de hierbij gevoegde costumen heeft
No. l, een Dresdener model, het korte
tigarojakje, dat wel niet zoo veel meer gedragen
wordt als vorige jaren, maar toch in Duitsch
land nog wel gezien wordt. Het keurs-je wordt
aan den rok geknipt en reikt tot onder het
figarojakje ; het wordt daar vastgeknoopt aan
een voeringlijf zonder mouwen, van voren
met een bouffderend piastron voorzien
Voor oudere dames dient No. '2, dat een
los jacquet heeft; dit zit gemakkelijk en
schijnt niet plomp. Het opent zich op een
bouillonnévan kant, naar verkiezing door
een ingehaald zijden stuk te vervangen. Men
moet natuurlijk niet vorderen dat dit alles
zeer modern, elegant, hoog artistiek zal zijn;
maar de meening der hervormingsdames is
ook, dat het artistieke alleen voor sommige
uitgelezenen zal zijn, en de alledaagsche men
schen, die toch geen modeplaten kunnen
worden, daar ook geen moeite voor zullen doen.
Bij het derde costuum heeft men getracht
de lastige vraag dezer tijden op te lossen:
waar zal de zak, veel liever de zakken,
geplaatst worden? Het onaesthotisch grabbelen
naar den zak is velen in de laatste tijden een
ergernis geweest, en wat men er in bergen
kon, was al heel luttel. Het bedoelde costuum
bevat 11 zakken, alle zoo geplaat.-t dat zij
werkelijk gebruikt kunnen worden. Dit is
voor de talrijke vrouwen, die hun brood
buitenshuis moeten verdienen, een groot voor
deel ; liet costuum is overigens in 't geheel
niet opzichtig gemaakt, als versiering dienen
de gestikte naden, die voor de samenstelling
ervan noodig zijn.
De plaatsing der zakken is zoo: drie in het
vest, als in een heerenvest, en, als in vele
heerenvesten, een binnenzak. In het jacquet
zes zakken, waarvan twee op de revers van
de mouwen; en vier in den rok, waarvan twee
rechts en links van de voorbaar, en twee in
de plooien van achteren.
Het vierde costuum maakt aanspraak op
modieusheid. Het is niet voor «werkende
vrouwen", het heeft een sleepje en een
Empiretaille ; men rekent er intusschen op, dat het
gemakkelijk zitten zal. Wanneer van dit
costuum, zooals van al de andere, de
draagster een elegante, mooie vrouw is, met
slanke taille, rijzig figuur, gracieuse bewe
gingen, za! dit aan het costuum zeker geen
kwaad doen.
iHiimumiimiiiiiimmiMiiiiiim
Undoricijieresacn in Fnnikrijk.
Anncnisch iccrk. Ju Alyiers. l'-en
rrjii'iclkasf.,?JlucL'cn over --ih'. rrouiv.''
Er komt in Frankrijk een strooming om
vreemde talen te willen leeren, en deze kan
wellicht ook aan Ilollandsche meisjes ten goede
komen, want de .Duitsche profiteeren er al
druk van. En nog missen deze dikwijls een
deel van hetgeen de Fransche huisvrouw
meestal eischt. Zij vraagt Engelsch spreken
en schrijven, Duitsch spreken en schrijven,
maar daarenboven ook, dat de juffrouw het
Frar.sche huiswerk van de kinderen zal nazien.
Voor onze meisjes met lager onderwijs en
aanteekeningen is dit dus een gelegenheid.
Muziek is aanbeveling, wiskunde of dergelijke
vakken niet, want als men die wil laten leeren,
neemt men er privaat!et=raren voor, die aan
huis komen.
Een bezwaar is soms de godsdienst. Men
vraagt fit' katholiek, fit' in de protestantsche
familiën zeer fijn-protestantsch, zoodat het
liberaal-onverschillige van onzen middenstand,
waaruit de meeste onderwijzeressen voortkomen,
er niet welkom is.
Een gevolg van de verschillende inrichting
der huishoudens is, dat men bier en daar van
de gouvernante diensten eischt, die er in
Holland niet bij behooren, bij voorbeeld het
schoonhouden der slaapkamer en bet poetsen
van de schoenen harer leerlingen ; hiertegen
over staat, als men het goed treft, soms eene
positie van vertrouwen en achting, zooals men
ze in Hollai.dsche fainihün niet vaak vindt.
Oui op een betrekking te wachten worden
eenige zeer goede on eenvoudige pensions
aanbevolen; bv. bij Mm. Mereier. I!ue u'
Amsterdam, waar voor twintig dames plaats is,
en de vrouw des huizes niet hare moeder
desverlangd ook Fransche les' geven. Kost en
inwoning l!' francs 's weeks; de maaltijden
zijn: om «s uur brood en koftia, om IL' uur
di'jeuner, (soep, vleesdj, groente, en een
toetje"), om S uur iner (vleescii, groente,
dessert). Voorts Institution Madame
BizavI'eltier, l Avenue C'arnot, Ie Uaincy, Saine-Oise:
T.'i francs 's maands, rnet een uur Fransche les
daags er onder begrepen. Madame linrbin, l
Hue Garantiere, Paris, 1^0 ,i 1:!0 francs. Made
moiselie Fontaine, i'l lïue de Chartres,
Neuiliysur-Seine, l'aris, !:.',"> francs 's maands. Men
zorgt, den tijd dat men in afwachting is, goed
te besteden en gaat 's morgens naar de
Sorbonne, het Col!('ge de France of andere
cours; Maandags en Donderdags gaat men
de klassieke stukken en declamatiën in het
Odéon bijwonen, hetzij gratis of voor heel
weinig geld in den vorm van plaatsbospreking.
Behalve deze adressen en inlichtingen kan
men bij het bestuur der Alliance-frarnise. te
Amsterdam en elders, nog heel wat bemid
deling bekomen.
* *
*
De Duitsche «Ililfsbund fur Armeniën'"
heeft een eigenaardige en verstandige manier
gekozen om hare proté0és te helpen. In plaats
van aalmoezen te zenden heeft zij de Arme
niërs aan het werk gezet en gezorgd, voor de
afzet van dat werk, in het Weston débouchés
te openen. In Duitschland, Oostenrijk, Zweden,
Zwitserland kan men Armenisch borduursel
krijgen, rechtstreeks geïmporteerd, en op ten
toonstellingen heeft men het werk kunnen zien ;
te Frankfort, Hanai', Dessau, Darmstadt, zijn
zulke tentoonstellingen gehouden. Men zager
Turksche tafelkleeden, satijnen dekens, bor
duursel en relief, goud- en zilverborduursel,
tafelloopers, draperieën, pianoloopers, allerlei
van saty'n, Broussa-gaaa, Broussa-alpaca,
kamerschutten (onopgemaakt), kussens en
kleedjes van allerlei aard en grootte, ceintuurs,
damesvesten, cosies, pompadourtasschen, zak
doeken, pantoffels, sjaals. Men kan onder
eer ige condities eene verzameling op zicht
krijgen.
*Een Frar.sche vrouw te Algiers, madame
Delfau, heeft sedert eenige jaren een ai beid
onderkomen, tot zegen van de kolonie en vin
de Arabische vrouwen. Deze weefden sedeit
onheuglijke tijden haar bedkloedjes en
slaaptapijten, maar vv:i blechte wol en met veel
minder smaakijplie patronen dan de werksters
van Smyrna en Broussa. Haar weefgetouwen
waren ook wanhopig primitief. Madame Del
fau nu schafte weefstoelen en goede wol aan,
liet mooie patronen uit Klein-Aziëkomen en
gaf de werksters onderricht. Zy betaalde hun
l fr. 25 daage, wat veel meer was dan zij
anders verdienden, en toch, nu madame
Delfau voor den verkoop zorgde, geen
te hooge prijs was. Na acht of tien
maanden kunnen zij zelfstandig werken en
keeren dan naar haar familie terug. Mad.
Delfau heeft van de regeering verkregen, dat
deze een voorschot geeft voor het koopenvan
weefstoelen, want die kosten 300 francs, en
het is de gewoonte der Arabische vrouwen,
haar geld liever in kettingen, ringen en andere
kostbaarheden te beleggen, die zij telkens weer
van de hand kunnen doen. Opmerkelijk is
het, dat, terwijl mad. Delfau 90 kweekelingen
plaatsen kan, er altoos een menigte op plaat
sing wachten ; in de scholen daarentegen willen
ze niet komen. Eene vrouw die op de
Europeescbe scholen gegaan heeft, wordt door
haren stam uitgestooten ; die tapijtweven ge
leerd hebben daarentegen, zijn zeer welkom,
ofschoon ze ook veel Europeesch hebben
aangenomen en niet juist het beste.
Iets nieuws voor cadeau is een »rijwielkast',
die onderscheidelijk voor dames en heen n
gemaakt kan worden. Als heerenrij wielkast
neemt men een kast van eenvoudig hout.
meter lang, IL'I) cM. hoog en «SO diep ; men
maakt haar zonder bodem, om het rijwiel niet
te behoeven op te tillen. De bovenplank be
kleedt, beschildert, bebrandt of versiert men
op verschillende wijze ; de deuren evenzoo of
beslaat ze met groote ijzeren of koperen
scharnieren, sloten, banden enz. In de ruimte,
die van binnen vrij blijft, kan men rekjes,
plankjes en tascbjes voor olittlascbje,
poetsgerei en diverse instrumenten bevestigen.
Voor damesfietsen, neemt m&n liefst twee
plankjes, naast elkaar, het eene zoo hoog, dat
bet even boven het wiel komt, het andere zoo
hoog, dat het stuur er onder kan. Men be
vestigt ze aan den muur met consoleijes;
spijkert aan het laagste een in plooien hangend
gordijn, en maakt om het hoogste eene roede,
zoodat er schuifgordijuen aan kunnen komen.
Dit verschil geeft aanleiding tot een aardig
arrangement; het bovenste plankje beset men,
als een penanttafeltje, met kleinigheden ; het
lagere er naas*", met een enkele vaas, en laat
eene draperie van het hoogere om het lagere
loopen, met kwasten en franje.
* *
*
Naar aanleiding van de Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid heeft de firma Martinus Nijhoff
te 's-Gravenhage een catalogus doen verschijnen
van oude eji nieuwe boeken, platen en plaat
werken, door of over vrouwen. De afdeelingen
costuum, keuken, dans, huwelijk zijn zeer
uitvoerig vertegenwoordigd; maar ook over
vrouwenrech', onderzoek naar het vaderschap,
prostitutie, echtscheiding vindt men het een
en ander; en de verzameling platen, gravures,
portretten, is vrij talrijk. E e.
iiinim IIIHHÏI i n Minimin iiiiiiniimi«iimi
CORRESPONDENTIE.
F. J. D. te W. Wij zullen informeeren en
hopen u wel een paar titels te kunnen opgeven.
E-e.