De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 21 augustus pagina 3

21 augustus 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

,»'*!, "*."" DE AMSTERDAMMER W R E K'B L A D VOOR NEDERLAND. AUX Nous avons ITionneur d'informer notre honorable clientèle que nos nouvelles créations en Robes riches et légantes pour toilettes de cour de Cérémonie, de Soiree etc., devant servir aux fêtes du Couronnement \4ennent d®rentrer. Ces modèles spécialement crés a eet effet, forment un ensemble que nulle autre maison ne saurait offrir. Choix incomparable de Soieries riches unies et brochées pour Robes de cour et de Cérémonie depuis 0,95 jusqu'a 15 florins Ie mètre. IMHMmiMHHMIMMIMimmntlMMMIHMMMMnHMMMimMIMIimmiimilMIMHnMIIIHHMMIMJmilMHimMHmiM IIMimilimiimilimmlIHIIIMIIIIIIIIIIIIII Külïjes in een Hollantt bnisïaier, 't Begint te schemeren. In het achterste gedeelte van de kamer heerscht reeds een wazig half duister. Aan de rechterzijde echter helpen de helder opschietende vlammen van het open baardje het verdwijnende daglicht, om een bekoorlijk tafreeltje in 't licht te stellen. Voor den haard zit een jonge vrouw, gemakkelijk achterover geleund in een laag stoeltje. Op haar schoot ligt een kleine jongen. Zooeven heeft ze haar blik door de kamer laten gaan. Ja, alles in orde! De groote stoel staat tegenover haar, de pantoffels er voor. Op tafel is het theeblad klaargezet, de thee is juist opgeschonken, en staat te trekken op de waterketel, die gezellig tuit. Een oogenblik heeft ze in gedachte gezeten: 't gesuis van 't kokende water brengt aan 't peinzen. Spoedig is ze opgeschrikt dpor een luid: >ada, adfc op haar schuot. »Zoö- ventje, dwsfat je, dat rcarwatje je vergat? Keen, warempel niet, ik ga je uitkleeden. Ja, trek nu maar geen lipje! Wil ik je eens wat vertellen V Aanstonds komt je vadertje thuis, jongen! 't Is al bij half acht. en kwart voor achten is 't zyn tijd. Maar dan moet 't kleine ventje ook uitgekleed zijn, ?hoor! Wat gezellig, hé, als paatje thuiskomt, dan neemt hij zyn kleine jongen, en doet: »zóó hoog!" weet je wel vent? en dan kan mamaatje niet bij je! Kom, jongen, begin maar niet te huilen! 't is nu de moeite niet meer waard, je bent zóó klaar! Hoor, daar komen voetstappen ! ... neen, 't is de krant.. . jammer, hè? Ze zeggen, dat je je moedertje nog niet verstaat, maar de menschen, die dat zeggen, weten het niet, die hebben zeker nooit zoo 'n aardig, klein ventje gehad, als jou mamaatje rijk is, kind! Zie, zoo, dat is klaar! Nu moog je een poosje spartelen ! Je bent er maar wat mee in je schik, hè?" En 't jonge moedertje lacht en dolt met haar jongen tot ze even uitgelaten is als hij. Nu legt ze hem weer stil op haar schoot en ziet vol trots naar den stevigen knaap. Die mollige handjes en armpjes zijn onophoudely'k in beweging, en b.y schopt en trappelt met de voetjes, alsof hy begreep zooveel mogelijk partij te moeten trekken van de oogenblikken, dat ze van alle banden bevrijd zijn. 't Ronde kopje met die groote blauwe oogen is zoo guitig naar haar opgeheven, alsof hij wilde zeggen: »Ja, mamaatje, ik versta M watje zegt. wij weten het wel saampjes, hoor!'' »Wel jongen, wat word je zwaar, kom eens hier," en meteen neemt zij hem op en legt hem voorzichtig languit op 't mollige haardkleed. Telkens grijpt hij naar de hand, die zij hem nu eens al spelend voorhoudt, dan weer plagend terugtrekt. Daar wordt de deur geopend, en haar man treedt onopgemerkt binnen. Ken oogenblik blijft hij met van geluk schitterende oogen by den ingang staar, zóó boeide hem 't bekoorlijke tooneeltje ginds, 't Is buiten bijna geheel donker geworden. De vlammen van 't haardvuur werpen een fantastisch rooden gloed op de onmiddelijke omgeving. Ze ver lichten de jor.ge vrouw en het blozende kind, dat lachend naar zijn moeders hand grijpt, en kraait van plezier, als hij die te pakken kan krijgen. »Dag, Nelly!" »Dag, Piet, ben je daar al! Kom, jonger, kijk eens wie daar is! Zeg je vadertje ook eens goeden dag. Zeg dan: dag papaatje, wat zijn we blij, dat je thuis bent, we hebben zoo naar je verlangd." Hij buigt zich over haar heen en geeft haar een kue, dien zij even hartelijk beantwoordt. »Jok dat den kleinen jongen maar niet voor, Nel, daar meen je niets van. Is 't wel. kleine bengel ? Meent ze dat wel ? Neen, hè? Piet ligt voor een oortje thuis tegenwoordig.'' »Ja? doe je? stakker! Als dat waar is, zal ik eens gauw een kopje thee voor je inschen ken. Je zult er wel naar verlangen." «Natuurlijk, 'k wacht er al een eeuw op. Maar sedert die kleine schreeuwer er is, tel ik niet meer mee." »Nu, pas dan maar even op hem, hij ligt wel veilig, maar je kunt nooit weten! Laat hem heel stil liggen, ja?" Vlug is ze de kamer uitgewipt, en als ze even later binnenkomt, ziet ze met een ver genoegd gezicht naar 't haardkleed. Haar man heeft jas en hoed op een stoel geworpen en ligt nu languit op den grond, terwijl hy den kleinen jongen met beide handjes in zyn baard laat woelen, 't Ventje maakt ruimschoots gebruik van de gelegenheid, hij is er van overtuigd, dat zijn vader alleen een baard draagt, om er hem aan te laten trekken. «Maar, Piet, schaam je je nu toch niet ? Dat moesten de jongens van de hoogere bur gerschool eens zien, dat hun leeraar languit op den grond ligt; 't zou goed zijn om je prestige in eens te verliezen." Hy' ziet lachend naar haar op en kijkt vlak in het stralende gezichtje, dat tevergeefs naar eene afkeurende uitdrukking zocht. »Dag Nel, kom je bjj ons liggen? O, 't is hier zoo gezellig!" »'k Zal er wel heilig op passen, dat strookt niet met my'n waardigheid! Wat moetje zoon wel van je denken ?" »0, die denkt natuurlijk: Waarvoor heb je een vader, als je niet mtt zy'n baard mag spelen ?" Al babbelend heeft ze thee geschonken en gaat nu, voorzichtig over de lange beenen van haar man heenstappend, weer in haar stoeltje zitten. Met een bedenkelijk gezicht zegt ze zuchtend: »Aan jou is niets meer te verbeteren, Piet, je bent totaal door de wol heen!" en dan met oneindige teederheid in haar blik op man en zoon neerziende, gaat ze zacht voort : »Wat een paar kinderen bij elkaar. Wie zou nu de verstandigste wezen van de twee ? ' Hij gaat zitten op den grond, knikt haar toe en zegt: »Toe, wijf, geef me even mijn kopje aan, als je wilt.'' Na een paar oogenblikken van welbehagelijke stilte, waarin ze beide hun kopje thee ge nieten, en alleen de kleine jongen nog af en toe hoorbaar blijk van zijn tegenwoordigheid geeft, zegt ze: »Toe, geef mij nu even den kleinen jongen aan. 't Wordt zijn bedtijd, vent'. Hèneen, Piet, maak hem nu niet zoo erg dol, anders kan hij zoo meteen niet slapen." »Nu, daar heb je hem dan!" Met een kus op 't ronde gezichtje legt hij haar 't kind op schoot. Bij 't schijnsel van den haard trekt ze hem zijn ponnetje aan en maakt zijn verder nachttoilet in orde. Dan zorgt ze dat hij zijti buikje vol krijgt.... Onderhand is hij zachtjes ingesluimerd. 't Jonge moedertje leunt achterover in haar stoel. Haar man is even de kamer uitgegaan. Ze ziet op haar kind neer, en vraagt in stilte de toekomst af: »Wat zal er van hem worden?" En haar moedertrots antwoordt : ><lv;n man met een helder hoofd en een groote wilskracht, iemand, die 't ver zal brengen in de wereld." En haar moederhart bidt: »Esn edele, nobele verschijning, iemand die velen tot troost en steun zal zijn." Daar voelt ze een arm om zich heen. Ze ziet op, en blikt haar man in de oogen. Hij is naast haar neergeknield, en terwijl hij vrouw en kind met zijne sterke armen omvat, zegt hij, met iets roerend zachts in het anders zoo strenge gelaat: »0, Nelly, heb je ooit durven hopen, dat we zóó gelukkig zouden worden ?!" T l N K E. ModeïmoriiE De hervormsters der mode hebben in de laatste tijden vrij wel succes op haar werk. In Duitschland zijn, ? te Berlijn, te Dresden, te Frankfort zeer werkzame vereenigingen, en ofschoon deze een heel gevaarlijk propa gandamiddel gekozen hebben, namelijk het tentoonstellen der door haar bedachte toilet ten, hebben zij heel veel leden geworven. Dit ligt voornamelijk aan de medewerking der mode zelf. Nu slanke heupen alles zijn. is het dunne middel bijzaak; of lie\cr, wie nu een van nature breede taille overdreven inperst, verraadt zich door de onnatuurlijke uitzetting der heupen. De losse blouses, losse jaquettes, bolero's, zijn alle in het voordeel der reform-toiletten ; de blouse russe. het wiel| rijderscostuum, de cape, de boa, dit alles is er mede overeen te brengen. Van de hierbij gevoegde costumen heeft No. l, een Dresdener model, het korte tigarojakje, dat wel niet zoo veel meer gedragen wordt als vorige jaren, maar toch in Duitsch land nog wel gezien wordt. Het keurs-je wordt aan den rok geknipt en reikt tot onder het figarojakje ; het wordt daar vastgeknoopt aan een voeringlijf zonder mouwen, van voren met een bouffderend piastron voorzien Voor oudere dames dient No. '2, dat een los jacquet heeft; dit zit gemakkelijk en schijnt niet plomp. Het opent zich op een bouillonnévan kant, naar verkiezing door een ingehaald zijden stuk te vervangen. Men moet natuurlijk niet vorderen dat dit alles zeer modern, elegant, hoog artistiek zal zijn; maar de meening der hervormingsdames is ook, dat het artistieke alleen voor sommige uitgelezenen zal zijn, en de alledaagsche men schen, die toch geen modeplaten kunnen worden, daar ook geen moeite voor zullen doen. Bij het derde costuum heeft men getracht de lastige vraag dezer tijden op te lossen: waar zal de zak, veel liever de zakken, geplaatst worden? Het onaesthotisch grabbelen naar den zak is velen in de laatste tijden een ergernis geweest, en wat men er in bergen kon, was al heel luttel. Het bedoelde costuum bevat 11 zakken, alle zoo geplaat.-t dat zij werkelijk gebruikt kunnen worden. Dit is voor de talrijke vrouwen, die hun brood buitenshuis moeten verdienen, een groot voor deel ; liet costuum is overigens in 't geheel niet opzichtig gemaakt, als versiering dienen de gestikte naden, die voor de samenstelling ervan noodig zijn. De plaatsing der zakken is zoo: drie in het vest, als in een heerenvest, en, als in vele heerenvesten, een binnenzak. In het jacquet zes zakken, waarvan twee op de revers van de mouwen; en vier in den rok, waarvan twee rechts en links van de voorbaar, en twee in de plooien van achteren. Het vierde costuum maakt aanspraak op modieusheid. Het is niet voor «werkende vrouwen", het heeft een sleepje en een Empiretaille ; men rekent er intusschen op, dat het gemakkelijk zitten zal. Wanneer van dit costuum, zooals van al de andere, de draagster een elegante, mooie vrouw is, met slanke taille, rijzig figuur, gracieuse bewe gingen, za! dit aan het costuum zeker geen kwaad doen. iHiimumiimiiiiiimmiMiiiiiim Undoricijieresacn in Fnnikrijk. Anncnisch iccrk. Ju Alyiers. l'-en rrjii'iclkasf.,?JlucL'cn over --ih'. rrouiv.'' Er komt in Frankrijk een strooming om vreemde talen te willen leeren, en deze kan wellicht ook aan Ilollandsche meisjes ten goede komen, want de .Duitsche profiteeren er al druk van. En nog missen deze dikwijls een deel van hetgeen de Fransche huisvrouw meestal eischt. Zij vraagt Engelsch spreken en schrijven, Duitsch spreken en schrijven, maar daarenboven ook, dat de juffrouw het Frar.sche huiswerk van de kinderen zal nazien. Voor onze meisjes met lager onderwijs en aanteekeningen is dit dus een gelegenheid. Muziek is aanbeveling, wiskunde of dergelijke vakken niet, want als men die wil laten leeren, neemt men er privaat!et=raren voor, die aan huis komen. Een bezwaar is soms de godsdienst. Men vraagt fit' katholiek, fit' in de protestantsche familiën zeer fijn-protestantsch, zoodat het liberaal-onverschillige van onzen middenstand, waaruit de meeste onderwijzeressen voortkomen, er niet welkom is. Een gevolg van de verschillende inrichting der huishoudens is, dat men bier en daar van de gouvernante diensten eischt, die er in Holland niet bij behooren, bij voorbeeld het schoonhouden der slaapkamer en bet poetsen van de schoenen harer leerlingen ; hiertegen over staat, als men het goed treft, soms eene positie van vertrouwen en achting, zooals men ze in Hollai.dsche fainihün niet vaak vindt. Oui op een betrekking te wachten worden eenige zeer goede on eenvoudige pensions aanbevolen; bv. bij Mm. Mereier. I!ue u' Amsterdam, waar voor twintig dames plaats is, en de vrouw des huizes niet hare moeder desverlangd ook Fransche les' geven. Kost en inwoning l!' francs 's weeks; de maaltijden zijn: om «s uur brood en koftia, om IL' uur di'jeuner, (soep, vleesdj, groente, en een toetje"), om S uur iner (vleescii, groente, dessert). Voorts Institution Madame BizavI'eltier, l Avenue C'arnot, Ie Uaincy, Saine-Oise: T.'i francs 's maands, rnet een uur Fransche les daags er onder begrepen. Madame linrbin, l Hue Garantiere, Paris, 1^0 ,i 1:!0 francs. Made moiselie Fontaine, i'l lïue de Chartres, Neuiliysur-Seine, l'aris, !:.',"> francs 's maands. Men zorgt, den tijd dat men in afwachting is, goed te besteden en gaat 's morgens naar de Sorbonne, het Col!('ge de France of andere cours; Maandags en Donderdags gaat men de klassieke stukken en declamatiën in het Odéon bijwonen, hetzij gratis of voor heel weinig geld in den vorm van plaatsbospreking. Behalve deze adressen en inlichtingen kan men bij het bestuur der Alliance-frarnise. te Amsterdam en elders, nog heel wat bemid deling bekomen. * * * De Duitsche «Ililfsbund fur Armeniën'" heeft een eigenaardige en verstandige manier gekozen om hare proté0és te helpen. In plaats van aalmoezen te zenden heeft zij de Arme niërs aan het werk gezet en gezorgd, voor de afzet van dat werk, in het Weston débouchés te openen. In Duitschland, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland kan men Armenisch borduursel krijgen, rechtstreeks geïmporteerd, en op ten toonstellingen heeft men het werk kunnen zien ; te Frankfort, Hanai', Dessau, Darmstadt, zijn zulke tentoonstellingen gehouden. Men zager Turksche tafelkleeden, satijnen dekens, bor duursel en relief, goud- en zilverborduursel, tafelloopers, draperieën, pianoloopers, allerlei van saty'n, Broussa-gaaa, Broussa-alpaca, kamerschutten (onopgemaakt), kussens en kleedjes van allerlei aard en grootte, ceintuurs, damesvesten, cosies, pompadourtasschen, zak doeken, pantoffels, sjaals. Men kan onder eer ige condities eene verzameling op zicht krijgen. *Een Frar.sche vrouw te Algiers, madame Delfau, heeft sedert eenige jaren een ai beid onderkomen, tot zegen van de kolonie en vin de Arabische vrouwen. Deze weefden sedeit onheuglijke tijden haar bedkloedjes en slaaptapijten, maar vv:i blechte wol en met veel minder smaakijplie patronen dan de werksters van Smyrna en Broussa. Haar weefgetouwen waren ook wanhopig primitief. Madame Del fau nu schafte weefstoelen en goede wol aan, liet mooie patronen uit Klein-Aziëkomen en gaf de werksters onderricht. Zy betaalde hun l fr. 25 daage, wat veel meer was dan zij anders verdienden, en toch, nu madame Delfau voor den verkoop zorgde, geen te hooge prijs was. Na acht of tien maanden kunnen zij zelfstandig werken en keeren dan naar haar familie terug. Mad. Delfau heeft van de regeering verkregen, dat deze een voorschot geeft voor het koopenvan weefstoelen, want die kosten 300 francs, en het is de gewoonte der Arabische vrouwen, haar geld liever in kettingen, ringen en andere kostbaarheden te beleggen, die zij telkens weer van de hand kunnen doen. Opmerkelijk is het, dat, terwijl mad. Delfau 90 kweekelingen plaatsen kan, er altoos een menigte op plaat sing wachten ; in de scholen daarentegen willen ze niet komen. Eene vrouw die op de Europeescbe scholen gegaan heeft, wordt door haren stam uitgestooten ; die tapijtweven ge leerd hebben daarentegen, zijn zeer welkom, ofschoon ze ook veel Europeesch hebben aangenomen en niet juist het beste. Iets nieuws voor cadeau is een »rijwielkast', die onderscheidelijk voor dames en heen n gemaakt kan worden. Als heerenrij wielkast neemt men een kast van eenvoudig hout. meter lang, IL'I) cM. hoog en «SO diep ; men maakt haar zonder bodem, om het rijwiel niet te behoeven op te tillen. De bovenplank be kleedt, beschildert, bebrandt of versiert men op verschillende wijze ; de deuren evenzoo of beslaat ze met groote ijzeren of koperen scharnieren, sloten, banden enz. In de ruimte, die van binnen vrij blijft, kan men rekjes, plankjes en tascbjes voor olittlascbje, poetsgerei en diverse instrumenten bevestigen. Voor damesfietsen, neemt m&n liefst twee plankjes, naast elkaar, het eene zoo hoog, dat bet even boven het wiel komt, het andere zoo hoog, dat het stuur er onder kan. Men be vestigt ze aan den muur met consoleijes; spijkert aan het laagste een in plooien hangend gordijn, en maakt om het hoogste eene roede, zoodat er schuifgordijuen aan kunnen komen. Dit verschil geeft aanleiding tot een aardig arrangement; het bovenste plankje beset men, als een penanttafeltje, met kleinigheden ; het lagere er naas*", met een enkele vaas, en laat eene draperie van het hoogere om het lagere loopen, met kwasten en franje. * * * Naar aanleiding van de Tentoonstelling van Vrouwenarbeid heeft de firma Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage een catalogus doen verschijnen van oude eji nieuwe boeken, platen en plaat werken, door of over vrouwen. De afdeelingen costuum, keuken, dans, huwelijk zijn zeer uitvoerig vertegenwoordigd; maar ook over vrouwenrech', onderzoek naar het vaderschap, prostitutie, echtscheiding vindt men het een en ander; en de verzameling platen, gravures, portretten, is vrij talrijk. E e. iiinim IIIHHÏI i n Minimin iiiiiiniimi«iimi CORRESPONDENTIE. F. J. D. te W. Wij zullen informeeren en hopen u wel een paar titels te kunnen opgeven. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl