De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 28 augustus pagina 2

28 augustus 1898 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1105 Brieyen uit Utrecht, door GIESE VAN DEN DOM. Het voorbeeld voor een paar jaren door de studenten bij hun Lmtrum gegeven, om behalve den gewonen gecottumeerden optocht ook nog een andere voorstelling te geven, die onder den weidschen naam van ridderhof spelen werJ aangekondigd, heeft tnans in een zeer uitgebreidpn zin navolging gevonden voor de aan staande inhuldigingsfeesten. Dan zal namelijk op het daartoe zoo bij uitnemendheid geschikte sportterrein alhier, op initiatief van den heer Yan Huffel, een stuk volksleven uit de 17e eeuw, mitsgaders eenige krijgsbedrijven tusschen de Spaansche en Staattche legers worden te aanschouwen gegeven. En naar. hetgeen ik van de oefeningen te zien kreeg, zal dat een voorstelling zün, die zonder twijfel in den smaak van het publiek valt. Want er heerscht op dat terrein, waar de bekwame handen der heeren Viveen en Wiesman een vestingmuur met torens hebben gebouwd een leven ea een beweging waar men met plezier naar kijkt. Een troep mannen en vrouwen en kinderen uit \V\jk C komen daar buiten de vesting kermis houden. De jongens dansen, erg na tuurlijk, voor de rondgaande muziek uit, en de volwassenen stellen athleten, clowns, een kiezentrekker, een wonderdokter, enz. voor en vermaken de soldaten, die zich om h-n ver zamelen. Dan nadert het Spaansche leger; het volk en de bezetting trekt zich terug in de vesting «n de Spanjolen slaan hun kamp op een afetand van de vesting op. Schermutselingen volgen, heusche gevechten ontstaan en herhaalde aanvallen op de vesting worden moedig door de Staatechen afgeslagen. Vooraf zijn ook nog wapenschouwingen gehouden over het Vendel van Prins Maurits en later over de Spaansche legerhorden en de gebeele voorstelling eindigt patuurlijk met het op de vlucht jagen der Spanjolen. Tijdens de bestorming is er ook een bres geschoten in den muur, waardoor het puin naar beneden knmt vallen en heeft de vyand gepoogd met ladders den muur te beklimmen. Maar moedig werd hij afgeslagen. Zeoal< gezegd: het schouwspel is reeds nu, oftchoon nog niet alle deelnemers goed ge oefend zijn, zoo vol leven, er zit tooveel actie in, dat wanneer straks zoo'n goede vijfhonderd man, ia de kleurige uniform dier dagen ge stoken, de voorstelling geven we heel veel kans hebben daardoor meteen de oplossing te hebben gevonden'van de reeds zoo vaak be sproken vraag: wat zou er toch kunnen ge geven worden inplaats van die vervelende gecostumeerde optochten, waarop de studenten elfee Tyf jaar de bnrgery onthalen? Want die op tochten ieder die ze gezien heef'c zal het toegeven zyn bitter vervelend. Het zijn alleen de schitterende kleuren der kostbare costumes, die het oog aangenaam zouden aandoen .... als er maar een goede gelegenheid was om den geheelen stoet behoorlijk te aan schouwen. Maar uit den aard der zaak trekt de stoet zeer ongeregeld door de straten, zoodat men nu eens heel wat gecostumeerden tegelijk en dan weder een poos lang niets te zien krijgt. En als zij een paar uur gereden hebben dan wordt onze bewondering toch al zeer getemperd door het medelijden, dat we met di« doodelijfc vermoeide en zweetenclo ridders uit vroeger eeuwen hebben, waarbij nog komt dat men in de pauze soms het lach wekkende schouwspel ziet van een 15e eeuwschen ri'Her met een parauluie op, of een dergelijken zwaargeharr asten krijgsheld met een lorgnet op den neus of een cigaret in den mond. Maar zoo'u voorstelling als die we hier nu zullen krijgen wordt veel gemakkelyker door de toe schouwers gevolgd, dan de volgorde van een IHlIllllllUlllllllllllllllllMlllllMIIMMinntllllMI iiiHiiiHiiiiiuiiMiiiiinMtiiiiiHiiitiMiniiftifiiiniuiiiiMifi'iifjriniiuiiiiiir Het peten van Jen marnier. DOOB GRAHAM TRAVERS. II Het werd laat, en de examinatoren waren zeer vermoeid. Waar zij groote behoefte aan hadden, was een flinke caudidaat, om hen wat op te wekken, maar, de flinke caudidaat kwam niet. Goeie hemel !" zuchtte een oude professor, geeuwend en zich rekkend. Ieder heeft tegen woordig den mond vol over het gehalte van d c examens. Ik wou dat ze 't, gehalte der jonge lui wat op wilden voeren ! Wij doen lastiger vragen dan men vroeger deed, maar we krijgen niet half zulke goede antwoorden, 't Is zoo breed als 't lang is of breeder." De spreker was een specialiteit, en zeer ge vreesd door de studenten als een onbarmhartig examinator. Maar kom," ging hij voort, op een toon van berusting, laat de volgende binnenkomen. Hebt u daar zijn papieren? Richard Allison? Hoe staat hij tot au toe?" Onze vriend staarde op de lijst met gefronsde wenkbrauwen. Schriftelijk vrij zwak," zei hij. Klinisch wat beter. Hij zal mondeling een goed liguur moeten maken, wil hij er komen." Zoo staat bet precies met meest allemaal," hernam dj oudste professor, met een diepen zucht,. Gelukkig voor hem, dat uw cijfers een beetje genadiger zijn!" «?Ik vrees dat dit betere door uw vragen weer wat geneutraliseerd zal worden," prevelde de ander met een sarcastisch glimlachje. De deur werd geopend en de candidaat trad binnen. Arme Dick! 't Was een geluk voor zijn gespannen zenuwen dat hij in den langeu, keurig gekleeden examinator den vormloozeu Clirysalis uit zijn spoorweg coupéuiet, herkende. Ik ken weinig dingen zoo merkwaardig als de uiteenloopende opvatting van examinandi omtrent houding, optreden, wijze van zich te uiten, enz., die strekken moeten om den onmeusehelijken examinator gunstig voor hen te stem men. Iemand die zich de moeite wilde geven het te onderzoeker, zou er een boekdeel vol over kunnen schrijven; voor 't oogeiiblik echter kunnen wij volstaan met te zeggen, dat Diek's opvatting van de zaak was: met het grootste zelfvertrouwen, opgewekt en onbevreesd binnen te stappen. Drie goed-gestelde vragen van den oudsten professor, langzaam geuit, en vormelijk, waren voldoende cm dit vernisje totaal te vernietigen. Ka verloop van vijf miuutca wist de goeie Dick niet meer dat er houdingen of iets van dien stoet, waarvan niemand de beteckenis begrijpt. En misschien zal het wat meer voorbereiding kosten om -eenig tooneel uit de geschiedenis het behoeft niet altijd de vaderlandsche te zijn voor te stellen, maar onze burgers tooren nu boe zij met betrekkelijk geringe middelen in een zeer korten tyd, doch onder uitstekend deskundige leiding, iets goeds kun nen tot stand brengen. En het in optocht trekken van de Staatsche en Spaansche troe pen met de hoofdpersonen (die door de ge vechten bekende personen zijn geworden) door de stad geeft dezelfde voldoening aan de thuisgehleven personen als de vijfjatrüjkscbe mas kerades. Het is nu maar te hopen dat het be«oek aan deze feesten zoo groot zal zijn dat de toch altijd nog aanzienlijke kosten gedekt worden, Sommigen klagen dat de entreeprijzen t« boog zijn, maar vergeten dat er drieduizend plaatsen van een dubbeltje zijn, op tribunes waar men even goed ziet ah zij die 50 cent, / l of ? l betalen. Alleen op de overdekte tribune moet ? 5 bstaald worden. Maar, mijn hemel, we doen immers verder ook niets. Omdat de koningin niet hier komt, versieren we niet eens onze huizen, want tm komen er ook geen vreemdelingen en .... verdienen we niets aan onze vreugdebetuigingen over de inhuldiging der geliefde koningin! En nu hebben -we ons in het hoofd gezet hoe we er aan komen mag Joost weten dat de koningin het vol gend jaar komt en dan zullen we geweldig In de bus blazen, want dan komen er vreemdelirgen en dan .... verdienen we wat Min de koningin, 't Is zoo klaar als modder! Maar ik voor my hoop, dat de heeren, die de»e zaak op touw hebben gezet en er zich aoo ont*»|i'gelijk veel moeite voor getroosten dat die althans de voldoening smaken, d»t alle tribunes overbezet zijn en zij dus later niat nogeens in den zak kunnen tasten om de kosten te dekken. Het enthousiasme bij de commissieleden is zóó groot en zij weten daarvan zooveel mede te deelen aan de deelnemers, dat het werkel\jk een lust is om te tien met hoeveel ernst en toewyding de oefeningen worden meegemaakt. De schutterij zou er een puntje aan kunnen zuigen ! Van het welslagen der voorstelling zijn dan ook allen overtuigd. Het groote publiek xal zeker wel het meeste behagen vinden in de zeer natuurlijk voorgestelde gevechten, waarby men, onder het knallen van honderden geweer schoten, op h«t groote slagveld de dooden en gebonden ziet neervallen en wegdragen. Ook het plunderen en in brand steken van een taveerne langs den weg en het terugtraden van de beBtormers boven van don hoogen vestingmuur naar beneden, zijn scènes in de voorstelling. waarvan men gerust op den grootaten bijval van de toeschouwers mag rekenen. De kermis niet het minst, belooft een groot deel van het succes van den dag te zullen hebben. Daar zal men bewoners van wijk C (de Oranjebuurt) in bun volle kracht zien, clowns, kiezentrekkers, kooplieden, handelaars in zuur en eieren, enz zullen er vertegen woordigd zijn en ons doen tcrugleven in d-.:n tijd onzer voorouders. Omdat er in dien tyd ook rog van geen blauwen knoop" sprake was is aan de tent \an die kleur, die er zich ook wilde vestigen een plaatsje geweigerd moeten worden hoe ongaarne ook. Dezo krygsbedry'ven en dit volksleven zullen vertoond worden op den 3en September en wo hebben dus kans, dat de raenschen uit de buurt zich hier etrst wat aan de drukte komen gewennen alvorens zij 's Maandags naar Amster dam gaan. ociale, aan l /> /v» iitltiiiiiiiimiiimmin IIHIllllllllllllllllllllllllllltlllllllllUIII Van een belangstellend echtpaar waarvan de man in zijn hoedanigheid van ingenieur als deskundige mag beschouwd worden ontving ik het volgende stuk. Gaarne verleen ik het plaats tot aanvul ling van mijne opstellen over de volks huisvesting. Het wijst op het verband tuseehen den toestand der werkplaatsen en dien der arbeiderswoningen. In dat ver band is, naar ik meen, de volkshuisvesting nog niet besproken. D. S. Een velu Yan eer! i. Veel wordt er geschreven over den werk man, en hier en daar ook veel gedaan voor zijn gezin, zijn woning, zijn veiligheid, zijn loon en zijn werktijd. In geschriften en daden het valt niet te ontkennen is veel »zoekeu", en al zal ik de laatste zijn om aan dat zoeken de groote waarde te willen ontnemen, toch heb ik mij reeds herhaaldelijk de vraag gedaan of wel altijd juist d aar de klemtoon wordt gelegd, waar zulks vaak het meeste noodig is. Zoo werd o. a. mijn aandacht getrokken door wat gesproken is in den Haag op de drledaagsche samenkomst tot bevordering der openbare zedelijkheid omtrent het ver band, dat er bestaat tu^schen zedelijkheid en arbeiderswoningen. Al zijn hierbij zeer veel factoren in het spel, zoo meende men, veel, wat in het algemeen slecht is, moet in de eerste plaats almede toegeschreven worden aa.n onvoldoende huisvesting. Wie zal dit niet dadelijk toestemmen ? Maatschappelijke ondeugden en nachtverblijf van jongens eu meisjes op n kamertje of zelfs in n bedstede, zeker, daar moet verband bestaan. 'Maar, zoo werd er gezegd, wat baat dik wijls een betere woning als daarvan een verkeerd gebruik gemaakt wordt door het hebben van pronkkamers, zoodat het huis gezin zich dan toch feitelijk blijft behelpen in een te kleine benauwde ruimte, waar alle bezigheden worden verricht. Men moet den man uit het volk leeren, dat het niet aangaat er een pronkkamer op na te houden, terwijl hij zelf met zijn gezin leeft in een hok. Door den menschen de middelen te geven om zich te ve>hiiï.'n, zal zonder dwang een verhoogde ontwik keling der menschlieid volgen. Toe-gegeven, maar nu vraag ik mijzelf' af, of zulk cet:e bewering niet wat ;:1 te vee;l in de lucht hangt; irelkr middelen moet, men >ian geven ? Een machtige factor bij het streven naar verhooging van het peil der zedelijkheid werd gezien in de opvoeding vau het kind. De hygiëne, *??'« waarborg tegen^de onzede lijkheid, vindt hierbij hare toepassing zoo wel bij de verzorging van het lichaam als bij die van den geest. Hoofdzaak zijn j reinheid, xuiver water, frische lucht, goede k l eed in g. Meer nog zou ik kunnen aanhalen uit Vrouwenarbeid" (No. \'2/, n;aar dit schijnt mij minder noodig, die mij verstaan wil, begrijpt mijne bedoeling. aard bestonden. Hij zat daar met een vuurrood gezicht, open mond, zweetdruppels parelend op liet voorhoofd zijn gaiische lichaam een beeld van diepe verslagenheid. Niet dat hij absoluut niets wist! Men zag spoedig dat hij veel gelezen had, en met zorg gelezen. Maar hij had de eigenaardige hebbelijk heid onuitstaanbaar voor examinatoren, waar men op geenerlei gebied ver mee komt altijd om een onderwerp heen te zweven, zonder ooit flink te kunnen doorbijten, 't Is mogelijk dat het zijn schuld niet was, dat hij van nature behoorde tot de groote psychologische klasse der Roat'iilit/. De jongste examinator (rok de wenkbrauwen op, terwijl hij zich bukte over het pipi.tr dat voor hem lag, en dacht bij zichzelf niet voor de eerste maal dien dag dat zijn. confrère we) wat barsch was. Op dit oogenblik kwam de pedel binnen, ging naar den oudsten en reikte hem na eeu Pardon, Professor", een briefje over. Het scheen eeu belangrijk bericht te bevatten, althans de examinator liet zijn slachtoffer los en stond met diepe rimpels in het voorhoofd van zijn stoel op, terwijl hij zacht tot zijn collega zeide: Ga even voort maak er een eind aan. Uit is de laatste candidaa'," en hij verliet het vertrek. De jongste examinator wierp een blik op het mar'elaarsgezicht tegenover hem. Losweg, maar vriendelijk, begon hij: i-Maak u niet zenuwachtig, 't Zal wel gaan. De paar vragen, die ik u nog doen zal, kunt u stellig beantwoorden." Doch de vriendelijke woorden schenen te laat te komen. Dick had een gevoel alsof hij in een bodemloozeu afgrond zonk. Hij wist niet waar hij was, wat, hij deed; een seruiscli in ziju ooren, in zijn hoofd, ziedaar hut ecnige waarvan hij bewustzijn had. Toch was het hem gaandeweg als werd hem iets gevraagd; heel uit de verte klonk een stem, een vreemde, sonore stem, en, met een laatst instinct tol zelfbehoud, trachtte hij eeu antwoord uit te stooten. 't Is voldoende," zei de examinator eindelijk. 't Was alsof de woorden een betoovering verbraken; maar Dick bleef zitten; hij verroerde zich niet. »'t Is voldoende," herhaalde de examinator. U kunt gaan." Kan het wezenlijk voorbij ziju? liet was hem alsof 't eeu eeuwigheid geduurd had, en toch kon hij niet gelooven dat het einde ge komen was. Il ij was al zoo ver, dat hij dacht dat het nimmer zou eindigen, eu EU, onmid dellijk na het gevoel van verluchting, volgde de wanhoop. Hij was weer gezakt, natuurlijk ; nooit, nooit zou hij slagen, eu de arme Kate had te ver geefs haar drie stuivei-.vstukje om den hals ge hangen. Zijn oogen schoten vol tranen; hij keerde den examinator e<u gezicht, toe, waarvan al liet leeiijke verdwenen was. IJijiia had men het kunnen houden voor dat vau zijn zuoter; de examinator dacht op eens aan het iccme&tc. kalf!" De candidaat had het, vertnk verlaten; de beide professoren stonden bij den haard. Lang zaam telde de jongste de cijfers op. Ze warm onvoldoende, daar was geen twijfel aan, of schoon niet zér onvoldoende; ook was hij overtuigd dat het jonge meusch dct wist w-at, iiij weten h/ocfl. EU toch de stakkert had zijn best gedaan ; hij was moreel overtuigd dat di jongen 't nooit verder zon brengen ... De examinator hoorde weer den drogen kuch, hij zag weer het lieve gezichtje aan 't, portier. Niemand zal zien dat 't geen plaid is," klonk de stem van het meisje hem iu de ooren, met iets angstigs, iets moederlijks in den toon. Eu toen toon nam hij zijn pen . .. Goeie hemel!" riep de oude professor een oocenblik later. U wilt toch niet eonstatceren dat dit jonge mensch voldaan heef;,? Ik zou bijna denken dat u vergeet, wat men aan de eer van de Wetenschap verplicht is!" //Er is eenige verandering bij hem gekomen na uw vertrek," antwoordde de ander achteloos met twijfelachtige waarheidsliefde. ,,Ik vrees dat 's mans gezondheid hem inden wes zit." Toen Dick uit de kamer kwam, stonden er een zistal lotgenooten in het zweetkamertje te wachten, eu lieten een verslagen Och '" hooren toen ze op ziju gezicht lazen hoe het geweest was. Ja," zuclitte hij, terwijl hij op een stoel neerplofte. Ik ga mij den hals afsnijden. Ik weet eeen raad, 't, Is nu voor de vijfde maal, eu waarachtig, ik weet mijn zaken ! Zoo waar als ik leef, ik weet, ze. Ik durf niet thuis komen! Ik..." Hij zweeg. Mijn ouwe heer zal ook mooi kwaad ziju," bromde een ander. Oitire In-er!' herhaalde Dick. ,.A!s het, dat, maar was!" Weer bleef hij steken. Zelfs hij kon hier niet over zijn zuster spreken. //'t Schijnt (lat we ditmaal allen in 't zelfde schuitje zitten," merkte er een op, die nog al pliilosophisch gestemd scheen. ////!? vind: Ze doen veel te moeielijke vragen! \Vat duik je dat, een van die kerels aan mij vroeg? //Hoe komt de ],.o(ix uit de fielrisr' Alsof iemand zich daar ooit het, hoofd mee breekt l Ik heb het nooit in 'n boek gevonden. Maar och, 't is " Mr. Galbraith !" riep de pedei. Hemel !" klonk een algemeene, onder drukte uitroep, want het uur was geslagen j waarop ze, beurt voor bcurl, motsten biuneuI komen om hun lot te hooren. Eniigc andere gdeerd'nedeu waren, mei i'e examinatoren, iu e t-u breedcn halven cirkel, deels rond een groene tafel, bijeen. Dick wist nauwelijks hoe hij staan en gaan zou, toen het ziiu beurt, was om voor de rechters te vei schijnen. Het, is mij een gi-mxgeu, mr. Allison," 'neu'Oii de l'residenl, op afgemeten to;>n, ,/u ie zesden, dat, u aan het, examen voldaui hebt." | Dick \\ai.keide, irrcep den rus van een stoel j en stamelde: /,l!e--doelt u, dat ik er door ben?:'' De president knikte en hernam, met den l vinger i.iiar eeltige folianten wijzend: ?/Mag ik u verzoeke:! uw unam Ie leekenen ?'' imilliimiMimil De algemeene waarheid van het gespro kene kan niet verkleind worden, maar algemeene waarheden werken zeiden veel uit. Daarmede zal ik niet de noodzake lijkheid ontkennen om steeds weer die waarheden op nieuw te doen hooren, want nergens wellicht is het «frappez, frappez toujours" zoo heilzaam als in deze zaken, maar het kan ook nuttig zijn op een enkel punt recht op het doel af te gaan. Dat doet in zekeren zin dr. Fred. van Eeden in »een verzoekschrift aan H. M. koningin Wühelmina." Over de strekking van dit verzoekschrift laat ik me niet uit, maar opvallend is de zinsnede: j »Nu, als ik mijn leven lang gewoond »had in .Jordaan of nieuwe buurt, werkend »10 tot 14 uren daags vo »r drie stuivers of «minder per uur, dan zou ook mijn feest vreugde in omgekeerde reden staan tot »imju helderheid van hoofd. Moest ik met »alle geweld pret hebben, dan zou mijn «eerste voorwaarde zijn: bedwelming. Het »is niet alleen belachelijk, maar zelfs dom »en wreed, ons lijdend volk vriendelijk tot »een gepaste nuchtere joligheid uit te moodigeu." Als ik mijn leven lang had moeten wer ken _ in smerige werkplaatsen, in vuile fabrieken, op niet gevaarlijke maar slordige steigers, op vieze straten, in stinkende putten, dan zou ook mijn zedelijk bewust zijn nooit ontwaakt zijn, dan zou de zorg voor mijn kleeding nimmer voldaan hebben aan de meest elementaire eisenen van ge zondheid en orde, dan zou de lust om mijn mijn woning te maken tot een aangenaam verblijf voor vrouw en kinderen nooit tot haar recht zijn gekomen. Kicht yereenigingen op tot verbetering der arbeidswoningen, maak veiligheids wetten, schrijf minimum loon en maximum arbeidstijd voor, en gij doet met dat alles zeker in sommige opzichten een nuttig werkj maar gij begint in veel opzichten aan net verkeerde eind. Wilt gij de urbeiderstoestanden verbe teren, begin dan niet alleen met de mensehen, maar ook met de plaatsen waar de arbeid verricht wordt. Niet omdat een ?plaats meer waard is dan een mensch, maar omdat gij de verbetering van de arbeids plaats gemakkelijker tot stand brengt dan de verbetering van den mensch. De strijd orn liet bestaan, zwaar als hij is, zal liet aan velen niet dadelijk mogelijk maken vrat ik hier vraag, en het 'gij" slaat dan ook nog niet op den werkgever in het algemeen, maar meer bepaald op die werk gevers, die wel in staat zijn om een ver andering en verbetering in te voeren, die zeer ver strekkende, hoogst nuttige gevolgen zal hebben. j licinl/cid, xtifde emir, Ktrni'j," lin-lil, in de meest uitgesuekte betcekenis, zitdaar een machtig hulpmiddel tot verbetering vau menigen misstand. De staat, de gemeen ten mogen uiet alleen volstaan met het werk uittegeveu aan don laagsten bitder, het geldt hit r uiet in de eerste plaats daden van koophandel, het is, vooral voor de gemeente, niei alleen haar laak orn uitsluitend voor het irerk te | /orgei!, maar het is haar plicht daarbij te ! «Yikeu voor hti, ml'Jjii cf«i den tucnsclt, die den avbeid verricht. Dit wordt reeds !cn deele erkend, en vindt, zooal niet altijd even juist, reeds toepassing waar het geldt loon, yeiond/fid en rciliylieid. In deze richting is nog veel | onafgedaan. De rnenscli heeft echter nog1 i meer noodig dun albci: düfijcitr n'at fjceiscl u'onlt root' rerl/crgin/j vnii -:>jn iKxlaan. //Ea nu u wat meer tijd krijgt, mag u wel beginnen met les in het schrijven te nemen," zei een der heereii, toen hij de zenuwachtige krabbels zag, die een handteckeuing moesten verbeeld* n. U schijnt dien uitslag niet verwacht te hebben," mompelde eeu ander, behooreud tot het, Veemïericht. Maar Diek's blijmoedig zelfvertrouwen was met volle kracht teruggekeerd. //Och," zei hij, //ongerust feitelijk was ik niet: maar.. , men kan nooit weten/' »Hm. Morgeu komt, u zeker wel eens terug om uw cijfers te hooreii." Dick kwam al springende het zweetkamertje weer binnen, met de armen in de lucht zwaaiend en rocpjnd: Er door! 'k Ben er door!" En /iju muts grijpend, rende hij de straat op, den weg naar het spoorwegstation inslaand. III. Eenige weken gingen voorbij. Toen de vorst cp'iiuld barstte er eeu kwaadaardige iüluenza uit, en daar er vele doctoren iwéheengingen, hadden tic medici de handen vol. Op zekeren morgen vond onze (xaminator eeu dringend verzoek van een oud academie vriend om hem vau advies te dienen in een zeer moeielijk geval. ..\Velk ecu hydra koppig monster is toch die inilueuza '" besloot hij ziju brief. Dj examinator raadpleegde zijn spoorboekje, en keek nog eens naar den naam van het, stadje op het postintrk. Hij herinnerde zich dat plaatsje... Aha, hij had het! Daar was dat joiisre mensch bij hem in den trein gestapt Dick... Dick... hoe was 't ? I? iehard Allison. Juis', i 't Zou wel aardig zijn eens te hooren hoc 't, hem ging ; en dat mooie zusje van hem .. . Den volgenden dag, na afloop van liet consult, wandelde on.'c viioud met den medicus naar het station terug, toi-n hij eensklaps het gesprek over den patiënt, die het doel van zijn reis wa-, afbrak met de vraau': //A propos, ken je hier toevallig een jong mensch een arts, Kichard Allison!?'' De ander schrikte. Kende je hem ?'' //Een beetje." De examinator lette niet op | het gebruik van den verleden tijd. 't Was i geen licht! Woont hij hier ergens?" j ./Ouder de groene zoden...," klonk het som( bciv, antwoord. Verleden weck is hij gestorven. j 't, \Vas verschrikkelijk, in ou huis heb ik i twee patiënten verloren. Maar 't, was hier een i Wiin!iop^- iccval. 'k (icloof dat ze voor een j groot deel van honger omgekomen zijn." j //Goeie hemel! Is de zuster ook al dood?" j De ander knikte. Dezen kant ; de kortste j weg is over den Singel. 't, Is t o u allerj treurigste sreschiedenis. Je weef, dat Allison ' cciiL'e malen voor arts gezakt, was?'1 l Dat weet, ik?" i .,11 ij had het studeeren vt;l vroeger moeten ! opgeven ; inruil' <!,; fannhc' w;t= zeer sanguinisch ! en terinsrachtig. Diek was hun hoop, hun ? u'ïorie. A'les zou rW-w </..' rv.w ;::jn, wanneer 'hij zijn studies volbracht had. 'l \\"as merkOnlogisch, zeker dikwijls onpraktisch is het, den werkman voor te preeken dat hij zijn woning zoo moet inrichten, of zijn kleeding zus moet kiezen, want het is den mensch ingeschapen om toe te geven aan sleur, die veelal verkeerdelijk met vrijheid wordt verwisseld. Waar zulks uitvoerbaar is, moet allereerst de plaats waar gewerkt wordt het kenmerk dragen van die bijzon dere zorg, die samengaat met eerbied voor den arbeid. Dat kan de staat, dat moet de gemeente eisenen. Zoo goed als de woning, zoogoed vraagt ook de werkplaats, onverschillig waar of hoe die is ingericht, een zekere ^versiering". Versiering, niet in den zin van mooimakoi, want deze beide begrippen liggen hemels breed uit elkaar. Tracht te bevorderen dat het den^arbeider een genot is zijn woning binnen te gaan, maar eixnht dit voor elke werkplaats, hetzij dan in de open lucht, hetzij onder dak. Eischt dit met onverbiddelijke g< streng heid. In het zweet zijns aangezichts zal de mensch zijn brood verdienen, maar be denk dat arbeid nooit een vernedering mag zijn. En vernederend is het vaak honderden, neen duizenden te zien werken onder omstandigheden, die ieder met afkeer moesten vervullen. P. P. f Slot volffï). 40 cents per regel. MIKIIUUIIJIIMInlIllllltlMIMllllllllllUlllllllmlIIMIIMMIIIIIIMIIItllllHHIII Damast-Zijde 65 cent tot f 14. GS per Meter alsmede zwarte, witte en gekleurde Heiineber£>Z1Jde van 35 <*t. tot f 11.65 per Meter effen, gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qua!, en 2000 versch. kleuren, dessins enz.). Franco en vrij van invoer rechten lu buis. Stalen ommegaand. Dubbel briefporto naar Zwitserland. G. Hannebsrg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.), Zürich. MEIJR09S & KALSHOVEN, A r nhe m. Piano-, Orgel- en Muziekliandel. Ruime keuze in Huurpiano's. Dagelijks vertrekt van de RUYTERKADE naast de Ketfingboot 's morgens 10 uur een Stoomjacht naar MAIUtE\ via BROEK IIV WATERL.A3VO en MONJVIKEIVI>A>I, en terug ov»r de ZUIDERZEE. Aankomst AMSTERDAM ca. 4.30 n.m. DE HAVENSTOOMBOOTD1ENST. MiimiiiiiiiimiiiiitiHiiiti waardig hoe ze er nooit aan schenen te twijfe len of de guinjes zouden binneustroomen, zoodra zijn bordje op de deur stond. Twee zusters ziju gestorven tijdens zijn studielijd; verleden najaar stierf de vader, eu liet hem en zijn zuster vrij povertjes achter. Nu, hoe hij 't gedaan gekregen heeft weet ik niet, maar in Januari rolde Dick door zijn artsexamen, cu al was hij minister geworden, ziju zuster had er niet meer drukte vau kunnen maken. Ze . . ." de spreker zweeg even, en brak een takje van eeu half bevroren wils allerliefst meisje ! Ik heb nooit begrepen wat ze toch iu dien jongen zasr, tot, tot, op 't laaWst." /Ik geloof dat er" geducht gefuifd is den avond toen de arme kerel thuis kwam. Z°, luidden een kalkoen ge kregen, en 't zusje had opgespaard voor een flescli champagne. Den volgenden dag reeds was er eeu bordje aan de deur met Uvclnr iichurd Allison. Ik beken eerlijk dat het, me hinderde; de man had er het recht niet toe. De hemel gave dat ik het had laten loopen, maar ik sprak er hem over aan, eu hij . . . cUiu, hij was niet beleefd. Dcnzelfden middag kwam du zuster mij spreken; ze vertelde me dat ze dit bordje al jaren geleden besteld had, toen hij den eersten keer zijn artsexamen ging doen. Ze dachten stellig dat hij slagen zou. Maar hij is tocii dokter, niet waar?" vroeg ze naïef. Zeker," antwoordde ik, volgens de wet is hij evenzeer medicus als ik." Het arme kind ! ze zag er zoo goed uit dien dag; maar de vreugde, de spanning, slechte voeding, enz., hadden haar te veel aangepakt. De familiekwaal tastte haar aan als ecu wolf in een kudde schapen valt. En toen zag ik wat, zij in dien broeder vinden kon." //Hadden zij geen vrienden om hem te helpen?" Och, ze waren trotscli, eu die jongen had heelemaal geen manier om met iemand om te gaan. Voor de zuster zou iedereen alles ge daan hebben, maar hij was onuitstaanbaar pedant, en behoorde tot, die menschen die de hand nemen zoodra men ze een vinger toe steekt. Doch n dame, met wie hij toevallig iu den trein kennis gemaakt had, overlaadde hen niet weldaden, stuurde alle dagen soep, vruchten... maar 't was te laat!" Eu hij?" Ik gaf hem vat werk, voornamelijk om haar ij? Au illusie te laten dat Dick praktijk kreeg. Er was veel influenza; en hij kreeg ze ook. Ik liet hem in bed blijven; 't hielp j niet; zoodra ik weg was, zat hij bij zijn zuster. l Hij haif begrepen dat ze sterven ging, en van | dat oogenblik aan wist de jongen niet meer j dat hij zelf een leven had om voor te zorgen. J jX'acht en dag, tot het einde toe, was hij bij j haar: en toen toen ffing ook hij er mee heen." Het, station was bereikt; de heeren namen l afscheid. Het, geweten van den professor, dat i hem sedert dien Jamiaridag dikwijls geplaagd ! had, was voor gosd tul rust gekomen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl