Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1105
Brieyen uit Utrecht,
door GIESE VAN DEN DOM.
Het voorbeeld voor een paar jaren door de
studenten bij hun Lmtrum gegeven, om behalve
den gewonen gecottumeerden optocht ook nog
een andere voorstelling te geven, die onder
den weidschen naam van ridderhof spelen werJ
aangekondigd, heeft tnans in een zeer
uitgebreidpn zin navolging gevonden voor de aan
staande inhuldigingsfeesten. Dan zal namelijk
op het daartoe zoo bij uitnemendheid geschikte
sportterrein alhier, op initiatief van den heer
Yan Huffel, een stuk volksleven uit de 17e
eeuw, mitsgaders eenige krijgsbedrijven tusschen
de Spaansche en Staattche legers worden te
aanschouwen gegeven. En naar. hetgeen ik
van de oefeningen te zien kreeg, zal dat een
voorstelling zün, die zonder twijfel in den smaak
van het publiek valt. Want er heerscht op
dat terrein, waar de bekwame handen der
heeren Viveen en Wiesman een vestingmuur
met torens hebben gebouwd een leven ea een
beweging waar men met plezier naar kijkt.
Een troep mannen en vrouwen en kinderen
uit \V\jk C komen daar buiten de vesting
kermis houden. De jongens dansen, erg na
tuurlijk, voor de rondgaande muziek uit, en
de volwassenen stellen athleten, clowns, een
kiezentrekker, een wonderdokter, enz. voor en
vermaken de soldaten, die zich om h-n ver
zamelen. Dan nadert het Spaansche leger;
het volk en de bezetting trekt zich terug in
de vesting «n de Spanjolen slaan hun kamp op
een afetand van de vesting op. Schermutselingen
volgen, heusche gevechten ontstaan en herhaalde
aanvallen op de vesting worden moedig door
de Staatechen afgeslagen. Vooraf zijn ook nog
wapenschouwingen gehouden over het Vendel
van Prins Maurits en later over de Spaansche
legerhorden en de gebeele voorstelling eindigt
patuurlijk met het op de vlucht jagen der
Spanjolen. Tijdens de bestorming is er ook
een bres geschoten in den muur, waardoor
het puin naar beneden knmt vallen en heeft
de vyand gepoogd met ladders den muur te
beklimmen. Maar moedig werd hij afgeslagen.
Zeoal< gezegd: het schouwspel is reeds nu,
oftchoon nog niet alle deelnemers goed ge
oefend zijn, zoo vol leven, er zit tooveel actie
in, dat wanneer straks zoo'n goede vijfhonderd
man, ia de kleurige uniform dier dagen ge
stoken, de voorstelling geven we heel veel
kans hebben daardoor meteen de oplossing te
hebben gevonden'van de reeds zoo vaak be
sproken vraag: wat zou er toch kunnen ge
geven worden inplaats van die vervelende
gecostumeerde optochten, waarop de studenten elfee
Tyf jaar de bnrgery onthalen? Want die op
tochten ieder die ze gezien heef'c zal het
toegeven zyn bitter vervelend. Het zijn
alleen de schitterende kleuren der kostbare
costumes, die het oog aangenaam zouden
aandoen .... als er maar een goede gelegenheid
was om den geheelen stoet behoorlijk te aan
schouwen. Maar uit den aard der zaak trekt
de stoet zeer ongeregeld door de straten,
zoodat men nu eens heel wat gecostumeerden
tegelijk en dan weder een poos lang niets te
zien krijgt. En als zij een paar uur gereden
hebben dan wordt onze bewondering toch al
zeer getemperd door het medelijden, dat we
met di« doodelijfc vermoeide en zweetenclo
ridders uit vroeger eeuwen hebben, waarbij
nog komt dat men in de pauze soms het lach
wekkende schouwspel ziet van een 15e eeuwschen
ri'Her met een parauluie op, of een
dergelijken zwaargeharr asten krijgsheld met een lorgnet
op den neus of een cigaret in den mond. Maar
zoo'u voorstelling als die we hier nu zullen
krijgen wordt veel gemakkelyker door de toe
schouwers gevolgd, dan de volgorde van een
IHlIllllllUlllllllllllllllllMlllllMIIMMinntllllMI
iiiHiiiHiiiiiuiiMiiiiinMtiiiiiHiiitiMiniiftifiiiniuiiiiMifi'iifjriniiuiiiiiir
Het peten van Jen marnier.
DOOB
GRAHAM TRAVERS.
II
Het werd laat, en de examinatoren waren
zeer vermoeid. Waar zij groote behoefte aan
hadden, was een flinke caudidaat, om hen wat
op te wekken, maar, de flinke caudidaat
kwam niet.
Goeie hemel !" zuchtte een oude professor,
geeuwend en zich rekkend. Ieder heeft tegen
woordig den mond vol over het gehalte van d c
examens. Ik wou dat ze 't, gehalte der jonge
lui wat op wilden voeren ! Wij doen lastiger
vragen dan men vroeger deed, maar we krijgen
niet half zulke goede antwoorden, 't Is zoo
breed als 't lang is of breeder."
De spreker was een specialiteit, en zeer ge
vreesd door de studenten als een onbarmhartig
examinator.
Maar kom," ging hij voort, op een toon van
berusting, laat de volgende binnenkomen.
Hebt u daar zijn papieren? Richard Allison?
Hoe staat hij tot au toe?"
Onze vriend staarde op de lijst met gefronsde
wenkbrauwen.
Schriftelijk vrij zwak," zei hij. Klinisch
wat beter. Hij zal mondeling een goed liguur
moeten maken, wil hij er komen."
Zoo staat bet precies met meest allemaal,"
hernam dj oudste professor, met een diepen
zucht,. Gelukkig voor hem, dat uw cijfers een
beetje genadiger zijn!"
«?Ik vrees dat dit betere door uw vragen
weer wat geneutraliseerd zal worden," prevelde
de ander met een sarcastisch glimlachje.
De deur werd geopend en de candidaat trad
binnen. Arme Dick! 't Was een geluk voor
zijn gespannen zenuwen dat hij in den langeu,
keurig gekleeden examinator den vormloozeu
Clirysalis uit zijn spoorweg coupéuiet, herkende.
Ik ken weinig dingen zoo merkwaardig als
de uiteenloopende opvatting van examinandi
omtrent houding, optreden, wijze van zich te
uiten, enz., die strekken moeten om den
onmeusehelijken examinator gunstig voor hen te stem
men. Iemand die zich de moeite wilde geven
het te onderzoeker, zou er een boekdeel vol
over kunnen schrijven; voor 't oogeiiblik echter
kunnen wij volstaan met te zeggen, dat Diek's
opvatting van de zaak was: met het grootste
zelfvertrouwen, opgewekt en onbevreesd binnen
te stappen.
Drie goed-gestelde vragen van den oudsten
professor, langzaam geuit, en vormelijk, waren
voldoende cm dit vernisje totaal te vernietigen.
Ka verloop van vijf miuutca wist de goeie Dick
niet meer dat er houdingen of iets van dien
stoet, waarvan niemand de beteckenis begrijpt.
En misschien zal het wat meer voorbereiding
kosten om -eenig tooneel uit de geschiedenis
het behoeft niet altijd de vaderlandsche te
zijn voor te stellen, maar onze burgers
tooren nu boe zij met betrekkelijk geringe
middelen in een zeer korten tyd, doch onder
uitstekend deskundige leiding, iets goeds kun
nen tot stand brengen. En het in optocht
trekken van de Staatsche en Spaansche troe
pen met de hoofdpersonen (die door de ge
vechten bekende personen zijn geworden) door
de stad geeft dezelfde voldoening aan de
thuisgehleven personen als de vijfjatrüjkscbe mas
kerades.
Het is nu maar te hopen dat het be«oek
aan deze feesten zoo groot zal zijn dat de toch
altijd nog aanzienlijke kosten gedekt worden,
Sommigen klagen dat de entreeprijzen t« boog
zijn, maar vergeten dat er drieduizend plaatsen
van een dubbeltje zijn, op tribunes waar men
even goed ziet ah zij die 50 cent, / l of ? l
betalen. Alleen op de overdekte tribune moet
? 5 bstaald worden. Maar, mijn hemel, we
doen immers verder ook niets. Omdat de
koningin niet hier komt, versieren we niet eens
onze huizen, want tm komen er ook geen
vreemdelingen en .... verdienen we niets aan
onze vreugdebetuigingen over de inhuldiging
der geliefde koningin! En nu hebben -we ons
in het hoofd gezet hoe we er aan komen
mag Joost weten dat de koningin het vol
gend jaar komt en dan zullen we geweldig In
de bus blazen, want dan komen er
vreemdelirgen en dan .... verdienen we wat Min de
koningin, 't Is zoo klaar als modder! Maar ik
voor my hoop, dat de heeren, die de»e zaak
op touw hebben gezet en er zich aoo
ont*»|i'gelijk veel moeite voor getroosten dat die
althans de voldoening smaken, d»t alle tribunes
overbezet zijn en zij dus later niat nogeens in
den zak kunnen tasten om de kosten te dekken.
Het enthousiasme bij de commissieleden is
zóó groot en zij weten daarvan zooveel mede
te deelen aan de deelnemers, dat het
werkel\jk een lust is om te tien met hoeveel ernst
en toewyding de oefeningen worden meegemaakt.
De schutterij zou er een puntje aan kunnen
zuigen !
Van het welslagen der voorstelling zijn dan
ook allen overtuigd. Het groote publiek xal
zeker wel het meeste behagen vinden in de
zeer natuurlijk voorgestelde gevechten, waarby
men, onder het knallen van honderden geweer
schoten, op h«t groote slagveld de dooden en
gebonden ziet neervallen en wegdragen. Ook het
plunderen en in brand steken van een taveerne
langs den weg en het terugtraden van de
beBtormers boven van don hoogen vestingmuur
naar beneden, zijn scènes in de voorstelling.
waarvan men gerust op den grootaten bijval
van de toeschouwers mag rekenen.
De kermis niet het minst, belooft een groot
deel van het succes van den dag te zullen
hebben. Daar zal men bewoners van wijk C
(de Oranjebuurt) in bun volle kracht zien,
clowns, kiezentrekkers, kooplieden, handelaars
in zuur en eieren, enz zullen er vertegen
woordigd zijn en ons doen tcrugleven in d-.:n
tijd onzer voorouders. Omdat er in dien tyd
ook rog van geen blauwen knoop" sprake
was is aan de tent \an die kleur, die er zich
ook wilde vestigen een plaatsje geweigerd moeten
worden hoe ongaarne ook.
Dezo krygsbedry'ven en dit volksleven zullen
vertoond worden op den 3en September en wo
hebben dus kans, dat de raenschen uit de
buurt zich hier etrst wat aan de drukte komen
gewennen alvorens zij 's Maandags naar Amster
dam gaan.
ociale,
aan
l /> /v»
iitltiiiiiiiimiiimmin
IIHIllllllllllllllllllllllllllltlllllllllUIII
Van een belangstellend echtpaar
waarvan de man in zijn hoedanigheid van
ingenieur als deskundige mag beschouwd
worden ontving ik het volgende stuk.
Gaarne verleen ik het plaats tot aanvul
ling van mijne opstellen over de volks
huisvesting. Het wijst op het verband
tuseehen den toestand der werkplaatsen en
dien der arbeiderswoningen. In dat ver
band is, naar ik meen, de volkshuisvesting
nog niet besproken. D. S.
Een velu Yan eer!
i.
Veel wordt er geschreven over den werk
man, en hier en daar ook veel gedaan voor
zijn gezin, zijn woning, zijn veiligheid, zijn
loon en zijn werktijd.
In geschriften en daden het valt niet
te ontkennen is veel »zoekeu", en al
zal ik de laatste zijn om aan dat zoeken
de groote waarde te willen ontnemen, toch
heb ik mij reeds herhaaldelijk de vraag
gedaan of wel altijd juist d aar de klemtoon
wordt gelegd, waar zulks vaak het meeste
noodig is.
Zoo werd o. a. mijn aandacht getrokken
door wat gesproken is in den Haag op de
drledaagsche samenkomst tot bevordering
der openbare zedelijkheid omtrent het ver
band, dat er bestaat tu^schen zedelijkheid
en arbeiderswoningen. Al zijn hierbij zeer
veel factoren in het spel, zoo meende men,
veel, wat in het algemeen slecht is, moet
in de eerste plaats almede toegeschreven
worden aa.n onvoldoende huisvesting. Wie
zal dit niet dadelijk toestemmen ?
Maatschappelijke ondeugden en nachtverblijf
van jongens eu meisjes op n kamertje
of zelfs in n bedstede, zeker, daar
moet verband bestaan.
'Maar, zoo werd er gezegd, wat baat dik
wijls een betere woning als daarvan een
verkeerd gebruik gemaakt wordt door het
hebben van pronkkamers, zoodat het huis
gezin zich dan toch feitelijk blijft behelpen
in een te kleine benauwde ruimte, waar
alle bezigheden worden verricht.
Men moet den man uit het volk leeren,
dat het niet aangaat er een pronkkamer
op na te houden, terwijl hij zelf met zijn
gezin leeft in een hok. Door den menschen
de middelen te geven om zich te ve>hiiï.'n,
zal zonder dwang een verhoogde ontwik
keling der menschlieid volgen.
Toe-gegeven, maar nu vraag ik mijzelf'
af, of zulk cet:e bewering niet wat ;:1 te
vee;l in de lucht hangt; irelkr middelen
moet, men >ian geven ?
Een machtige factor bij het streven naar
verhooging van het peil der zedelijkheid
werd gezien in de opvoeding vau het kind.
De hygiëne, *??'« waarborg tegen^de onzede
lijkheid, vindt hierbij hare toepassing zoo
wel bij de verzorging van het lichaam als
bij die van den geest. Hoofdzaak zijn
j reinheid, xuiver water, frische lucht, goede
k l eed in g.
Meer nog zou ik kunnen aanhalen uit
Vrouwenarbeid" (No. \'2/, n;aar dit schijnt
mij minder noodig, die mij verstaan wil,
begrijpt mijne bedoeling.
aard bestonden. Hij zat daar met een vuurrood
gezicht, open mond, zweetdruppels parelend op
liet voorhoofd zijn gaiische lichaam een
beeld van diepe verslagenheid.
Niet dat hij absoluut niets wist! Men zag
spoedig dat hij veel gelezen had, en met zorg
gelezen. Maar hij had de eigenaardige hebbelijk
heid onuitstaanbaar voor examinatoren, waar
men op geenerlei gebied ver mee komt altijd
om een onderwerp heen te zweven, zonder ooit
flink te kunnen doorbijten, 't Is mogelijk dat
het zijn schuld niet was, dat hij van nature
behoorde tot de groote psychologische klasse
der Roat'iilit/.
De jongste examinator (rok de wenkbrauwen
op, terwijl hij zich bukte over het pipi.tr dat
voor hem lag, en dacht bij zichzelf niet voor
de eerste maal dien dag dat zijn. confrère
we) wat barsch was.
Op dit oogenblik kwam de pedel binnen,
ging naar den oudsten en reikte hem na eeu
Pardon, Professor", een briefje over.
Het scheen eeu belangrijk bericht te bevatten,
althans de examinator liet zijn slachtoffer los
en stond met diepe rimpels in het voorhoofd
van zijn stoel op, terwijl hij zacht tot zijn
collega zeide:
Ga even voort maak er een eind aan. Uit
is de laatste candidaa'," en hij verliet het vertrek.
De jongste examinator wierp een blik op het
mar'elaarsgezicht tegenover hem.
Losweg, maar vriendelijk, begon hij:
i-Maak u niet zenuwachtig, 't Zal wel gaan.
De paar vragen, die ik u nog doen zal, kunt
u stellig beantwoorden."
Doch de vriendelijke woorden schenen te
laat te komen. Dick had een gevoel alsof hij
in een bodemloozeu afgrond zonk. Hij wist
niet waar hij was, wat, hij deed; een seruiscli
in ziju ooren, in zijn hoofd, ziedaar hut ecnige
waarvan hij bewustzijn had. Toch was het
hem gaandeweg als werd hem iets gevraagd;
heel uit de verte klonk een stem, een vreemde,
sonore stem, en, met een laatst instinct tol
zelfbehoud, trachtte hij eeu antwoord uit te
stooten.
't Is voldoende," zei de examinator eindelijk.
't Was alsof de woorden een betoovering
verbraken; maar Dick bleef zitten; hij verroerde
zich niet.
»'t Is voldoende," herhaalde de examinator.
U kunt gaan."
Kan het wezenlijk voorbij ziju? liet was
hem alsof 't eeu eeuwigheid geduurd had, en
toch kon hij niet gelooven dat het einde ge
komen was. Il ij was al zoo ver, dat hij dacht
dat het nimmer zou eindigen, eu EU, onmid
dellijk na het gevoel van verluchting, volgde
de wanhoop.
Hij was weer gezakt, natuurlijk ; nooit, nooit
zou hij slagen, eu de arme Kate had te ver
geefs haar drie stuivei-.vstukje om den hals ge
hangen.
Zijn oogen schoten vol tranen; hij keerde
den examinator e<u gezicht, toe, waarvan al liet
leeiijke verdwenen was. IJijiia had men het
kunnen houden voor dat vau zijn zuoter;
de examinator dacht op eens aan het iccme&tc.
kalf!"
De candidaat had het, vertnk verlaten; de
beide professoren stonden bij den haard. Lang
zaam telde de jongste de cijfers op. Ze warm
onvoldoende, daar was geen twijfel aan, of
schoon niet zér onvoldoende; ook was hij
overtuigd dat het jonge meusch dct wist w-at,
iiij weten h/ocfl. EU toch de stakkert had
zijn best gedaan ; hij was moreel overtuigd dat
di jongen 't nooit verder zon brengen ...
De examinator hoorde weer den drogen kuch,
hij zag weer het lieve gezichtje aan 't, portier.
Niemand zal zien dat 't geen plaid is," klonk
de stem van het meisje hem iu de ooren, met
iets angstigs, iets moederlijks in den toon. Eu
toen toon nam hij zijn pen . ..
Goeie hemel!" riep de oude professor een
oocenblik later. U wilt toch niet eonstatceren
dat dit jonge mensch voldaan heef;,? Ik zou
bijna denken dat u vergeet, wat men aan de
eer van de Wetenschap verplicht is!"
//Er is eenige verandering bij hem gekomen
na uw vertrek," antwoordde de ander achteloos
met twijfelachtige waarheidsliefde.
,,Ik vrees dat 's mans gezondheid hem inden
wes zit."
Toen Dick uit de kamer kwam, stonden er
een zistal lotgenooten in het zweetkamertje
te wachten, eu lieten een verslagen Och '"
hooren toen ze op ziju gezicht lazen hoe het
geweest was.
Ja," zuclitte hij, terwijl hij op een stoel
neerplofte. Ik ga mij den hals afsnijden. Ik
weet eeen raad, 't, Is nu voor de vijfde maal,
eu waarachtig, ik weet mijn zaken ! Zoo waar
als ik leef, ik weet, ze. Ik durf niet thuis
komen! Ik..." Hij zweeg.
Mijn ouwe heer zal ook mooi kwaad ziju,"
bromde een ander.
Oitire In-er!' herhaalde Dick. ,.A!s het, dat,
maar was!" Weer bleef hij steken. Zelfs hij
kon hier niet over zijn zuster spreken.
//'t Schijnt (lat we ditmaal allen in 't zelfde
schuitje zitten," merkte er een op, die nog al
pliilosophisch gestemd scheen. ////!? vind: Ze
doen veel te moeielijke vragen! \Vat duik je
dat, een van die kerels aan mij vroeg? //Hoe
komt de ],.o(ix uit de fielrisr' Alsof iemand
zich daar ooit het, hoofd mee breekt l Ik heb
het nooit in 'n boek gevonden. Maar och, 't is "
Mr. Galbraith !" riep de pedei.
Hemel !" klonk een algemeene, onder
drukte uitroep, want het uur was geslagen
j waarop ze, beurt voor bcurl, motsten
biuneuI komen om hun lot te hooren.
Eniigc andere gdeerd'nedeu waren, mei i'e
examinatoren, iu e t-u breedcn halven cirkel,
deels rond een groene tafel, bijeen. Dick wist
nauwelijks hoe hij staan en gaan zou, toen het
ziiu beurt, was om voor de rechters te vei schijnen.
Het, is mij een gi-mxgeu, mr. Allison,"
'neu'Oii de l'residenl, op afgemeten to;>n, ,/u ie
zesden, dat, u aan het, examen voldaui hebt."
| Dick \\ai.keide, irrcep den rus van een stoel
j en stamelde: /,l!e--doelt u, dat ik er door
ben?:''
De president knikte en hernam, met den
l vinger i.iiar eeltige folianten wijzend:
?/Mag ik u verzoeke:! uw unam Ie leekenen ?''
imilliimiMimil
De algemeene waarheid van het gespro
kene kan niet verkleind worden, maar
algemeene waarheden werken zeiden veel
uit. Daarmede zal ik niet de noodzake
lijkheid ontkennen om steeds weer die
waarheden op nieuw te doen hooren, want
nergens wellicht is het «frappez, frappez
toujours" zoo heilzaam als in deze zaken,
maar het kan ook nuttig zijn op een enkel
punt recht op het doel af te gaan.
Dat doet in zekeren zin dr. Fred. van
Eeden in »een verzoekschrift aan H. M.
koningin Wühelmina." Over de strekking
van dit verzoekschrift laat ik me niet uit,
maar opvallend is de zinsnede: j
»Nu, als ik mijn leven lang gewoond
»had in .Jordaan of nieuwe buurt, werkend
»10 tot 14 uren daags vo »r drie stuivers of
«minder per uur, dan zou ook mijn feest
vreugde in omgekeerde reden staan tot
»imju helderheid van hoofd. Moest ik met
»alle geweld pret hebben, dan zou mijn
«eerste voorwaarde zijn: bedwelming. Het
»is niet alleen belachelijk, maar zelfs dom
»en wreed, ons lijdend volk vriendelijk tot
»een gepaste nuchtere joligheid uit te
moodigeu."
Als ik mijn leven lang had moeten wer
ken _ in smerige werkplaatsen, in vuile
fabrieken, op niet gevaarlijke maar slordige
steigers, op vieze straten, in stinkende
putten, dan zou ook mijn zedelijk bewust
zijn nooit ontwaakt zijn, dan zou de zorg
voor mijn kleeding nimmer voldaan hebben
aan de meest elementaire eisenen van ge
zondheid en orde, dan zou de lust om mijn
mijn woning te maken tot een aangenaam
verblijf voor vrouw en kinderen nooit tot
haar recht zijn gekomen.
Kicht yereenigingen op tot verbetering
der arbeidswoningen, maak veiligheids
wetten, schrijf minimum loon en maximum
arbeidstijd voor, en gij doet met dat alles
zeker in sommige opzichten een nuttig
werkj maar gij begint in veel opzichten
aan net verkeerde eind.
Wilt gij de urbeiderstoestanden verbe
teren, begin dan niet alleen met de
mensehen, maar ook met de plaatsen waar
de arbeid verricht wordt. Niet omdat een
?plaats meer waard is dan een mensch, maar
omdat gij de verbetering van de arbeids
plaats gemakkelijker tot stand brengt dan
de verbetering van den mensch.
De strijd orn liet bestaan, zwaar als hij
is, zal liet aan velen niet dadelijk mogelijk
maken vrat ik hier vraag, en het 'gij" slaat
dan ook nog niet op den werkgever in het
algemeen, maar meer bepaald op die werk
gevers, die wel in staat zijn om een ver
andering en verbetering in te voeren, die
zeer ver strekkende, hoogst nuttige gevolgen
zal hebben. j
licinl/cid, xtifde emir, Ktrni'j," lin-lil, in de
meest uitgesuekte betcekenis, zitdaar een
machtig hulpmiddel tot verbetering vau
menigen misstand.
De staat, de gemeen ten mogen uiet alleen
volstaan met het werk uittegeveu aan don
laagsten bitder, het geldt hit r uiet in de
eerste plaats daden van koophandel, het
is, vooral voor de gemeente, niei alleen
haar laak orn uitsluitend voor het irerk te |
/orgei!, maar het is haar plicht daarbij te !
«Yikeu voor hti, ml'Jjii cf«i den tucnsclt,
die den avbeid verricht.
Dit wordt reeds !cn deele erkend, en
vindt, zooal niet altijd even juist, reeds
toepassing waar het geldt loon, yeiond/fid
en rciliylieid. In deze richting is nog veel |
onafgedaan. De rnenscli heeft echter nog1 i
meer noodig dun albci: düfijcitr n'at fjceiscl
u'onlt root' rerl/crgin/j vnii -:>jn iKxlaan.
//Ea nu u wat meer tijd krijgt, mag u wel
beginnen met les in het schrijven te nemen,"
zei een der heereii, toen hij de zenuwachtige
krabbels zag, die een handteckeuing moesten
verbeeld* n.
U schijnt dien uitslag niet verwacht te
hebben," mompelde eeu ander, behooreud tot
het, Veemïericht.
Maar Diek's blijmoedig zelfvertrouwen was
met volle kracht teruggekeerd.
//Och," zei hij, //ongerust feitelijk was ik
niet: maar.. , men kan nooit weten/'
»Hm. Morgeu komt, u zeker wel eens
terug om uw cijfers te hooreii."
Dick kwam al springende het zweetkamertje
weer binnen, met de armen in de lucht zwaaiend
en rocpjnd: Er door! 'k Ben er door!" En
/iju muts grijpend, rende hij de straat op, den
weg naar het spoorwegstation inslaand.
III.
Eenige weken gingen voorbij. Toen de vorst
cp'iiuld barstte er eeu kwaadaardige iüluenza
uit, en daar er vele doctoren iwéheengingen,
hadden tic medici de handen vol.
Op zekeren morgen vond onze (xaminator
eeu dringend verzoek van een oud academie
vriend om hem vau advies te dienen in een
zeer moeielijk geval. ..\Velk ecu hydra koppig
monster is toch die inilueuza '" besloot hij ziju
brief.
Dj examinator raadpleegde zijn spoorboekje,
en keek nog eens naar den naam van het, stadje
op het postintrk. Hij herinnerde zich dat
plaatsje... Aha, hij had het! Daar was dat
joiisre mensch bij hem in den trein gestapt
Dick... Dick... hoe was 't ? I? iehard Allison.
Juis', i 't Zou wel aardig zijn eens te hooren
hoc 't, hem ging ; en dat mooie zusje van hem .. .
Den volgenden dag, na afloop van liet consult,
wandelde on.'c viioud met den medicus naar
het station terug, toi-n hij eensklaps het gesprek
over den patiënt, die het doel van zijn reis
wa-, afbrak met de vraau': //A propos, ken je
hier toevallig een jong mensch een arts,
Kichard Allison!?''
De ander schrikte. Kende je hem ?''
//Een beetje." De examinator lette niet op
| het gebruik van den verleden tijd. 't Was
i geen licht! Woont hij hier ergens?"
j ./Ouder de groene zoden...," klonk het
som( bciv, antwoord. Verleden weck is hij gestorven.
j 't, \Vas verschrikkelijk, in ou huis heb ik
i twee patiënten verloren. Maar 't, was hier een
i Wiin!iop^- iccval. 'k (icloof dat ze voor een
j groot deel van honger omgekomen zijn."
j //Goeie hemel! Is de zuster ook al dood?"
j De ander knikte. Dezen kant ; de kortste
j weg is over den Singel. 't, Is t o u
allerj treurigste sreschiedenis. Je weef, dat Allison
' cciiL'e malen voor arts gezakt, was?'1
l Dat weet, ik?"
i .,11 ij had het studeeren vt;l vroeger moeten
! opgeven ; inruil' <!,; fannhc' w;t= zeer sanguinisch
! en terinsrachtig. Diek was hun hoop, hun
? u'ïorie. A'les zou rW-w </..' rv.w ;::jn, wanneer
'hij zijn studies volbracht had. 'l \\"as
merkOnlogisch, zeker dikwijls onpraktisch is
het, den werkman voor te preeken dat hij
zijn woning zoo moet inrichten, of zijn
kleeding zus moet kiezen, want het is den
mensch ingeschapen om toe te geven aan
sleur, die veelal verkeerdelijk met vrijheid
wordt verwisseld. Waar zulks uitvoerbaar
is, moet allereerst de plaats waar gewerkt
wordt het kenmerk dragen van die bijzon
dere zorg, die samengaat met eerbied voor
den arbeid.
Dat kan de staat, dat moet de gemeente
eisenen.
Zoo goed als de woning, zoogoed vraagt
ook de werkplaats, onverschillig waar of
hoe die is ingericht, een zekere ^versiering".
Versiering, niet in den zin van mooimakoi,
want deze beide begrippen liggen hemels
breed uit elkaar.
Tracht te bevorderen dat het den^arbeider
een genot is zijn woning binnen te gaan,
maar eixnht dit voor elke werkplaats, hetzij
dan in de open lucht, hetzij onder dak.
Eischt dit met onverbiddelijke g< streng
heid. In het zweet zijns aangezichts zal
de mensch zijn brood verdienen, maar be
denk dat arbeid nooit een vernedering
mag zijn. En vernederend is het vaak
honderden, neen duizenden te zien werken
onder omstandigheden, die ieder met afkeer
moesten vervullen. P. P.
f Slot volffï).
40 cents per regel.
MIKIIUUIIJIIMInlIllllltlMIMllllllllllUlllllllmlIIMIIMMIIIIIIMIIItllllHHIII
Damast-Zijde 65 cent
tot f 14. GS per Meter alsmede zwarte,
witte en gekleurde Heiineber£>Z1Jde
van 35 <*t. tot f 11.65 per Meter effen,
gestreept, geruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240
versch. qua!, en 2000 versch. kleuren, dessins
enz.). Franco en vrij van invoer
rechten lu buis. Stalen ommegaand.
Dubbel briefporto naar Zwitserland.
G. Hannebsrg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflever.), Zürich.
MEIJR09S & KALSHOVEN,
A r nhe m.
Piano-, Orgel- en Muziekliandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Dagelijks vertrekt van de RUYTERKADE
naast de Ketfingboot 's morgens 10 uur een
Stoomjacht naar MAIUtE\ via BROEK
IIV WATERL.A3VO en
MONJVIKEIVI>A>I, en terug ov»r de ZUIDERZEE.
Aankomst AMSTERDAM ca. 4.30 n.m.
DE HAVENSTOOMBOOTD1ENST.
MiimiiiiiiiimiiiiitiHiiiti
waardig hoe ze er nooit aan schenen te twijfe
len of de guinjes zouden binneustroomen, zoodra
zijn bordje op de deur stond. Twee zusters
ziju gestorven tijdens zijn studielijd; verleden
najaar stierf de vader, eu liet hem en zijn
zuster vrij povertjes achter.
Nu, hoe hij 't gedaan gekregen heeft
weet ik niet, maar in Januari rolde Dick door
zijn artsexamen, cu al was hij minister geworden,
ziju zuster had er niet meer drukte vau kunnen
maken. Ze . . ." de spreker zweeg even, en
brak een takje van eeu half bevroren wils
allerliefst
meisje
! Ik heb
nooit begrepen wat ze toch iu dien jongen
zasr, tot, tot, op 't laaWst." /Ik geloof dat
er" geducht gefuifd is den avond toen de arme
kerel thuis kwam. Z°, luidden een kalkoen ge
kregen, en 't zusje had opgespaard voor een
flescli champagne. Den volgenden dag reeds
was er eeu bordje aan de deur met Uvclnr
iichurd Allison. Ik beken eerlijk dat het, me
hinderde; de man had er het recht niet toe.
De hemel gave dat ik het had laten loopen,
maar ik sprak er hem over aan, eu hij . . .
cUiu, hij was niet beleefd. Dcnzelfden middag
kwam du zuster mij spreken; ze vertelde me
dat ze dit bordje al jaren geleden besteld had,
toen hij den eersten keer zijn artsexamen ging
doen. Ze dachten stellig dat hij slagen zou. Maar
hij is tocii dokter, niet waar?" vroeg ze naïef.
Zeker," antwoordde ik, volgens de wet is
hij evenzeer medicus als ik."
Het arme kind ! ze zag er zoo goed uit dien
dag; maar de vreugde, de spanning, slechte
voeding, enz., hadden haar te veel aangepakt.
De familiekwaal tastte haar aan als ecu wolf
in een kudde schapen valt. En toen zag ik
wat, zij in dien broeder vinden kon."
//Hadden zij geen vrienden om hem te helpen?"
Och, ze waren trotscli, eu die jongen had
heelemaal geen manier om met iemand om te
gaan. Voor de zuster zou iedereen alles ge
daan hebben, maar hij was onuitstaanbaar
pedant, en behoorde tot, die menschen die de
hand nemen zoodra men ze een vinger toe
steekt. Doch n dame, met wie hij toevallig
iu den trein kennis gemaakt had, overlaadde
hen niet weldaden, stuurde alle dagen soep,
vruchten... maar 't was te laat!"
Eu hij?"
Ik gaf hem vat werk, voornamelijk om
haar ij? Au illusie te laten dat Dick praktijk
kreeg. Er was veel influenza; en hij kreeg
ze ook. Ik liet hem in bed blijven; 't hielp
j niet; zoodra ik weg was, zat hij bij zijn zuster.
l Hij haif begrepen dat ze sterven ging, en van
| dat oogenblik aan wist de jongen niet meer
j dat hij zelf een leven had om voor te zorgen.
J jX'acht en dag, tot het einde toe, was hij bij
j haar: en toen toen ffing ook hij er mee
heen."
Het, station was bereikt; de heeren namen
l afscheid. Het, geweten van den professor, dat
i hem sedert dien Jamiaridag dikwijls geplaagd
! had, was voor gosd tul rust gekomen.