Historisch Archief 1877-1940
No. 1106
DE A M S T E R D A M M ER WEEKBLAD VOOR N E D E R L A N D.
Hoerend is iet einde, als Hij die de
onvergankelijke jeugd-«n het eeuwige leven verwierf,
in de vallei der weeën gaat en door een
onstilboar Jieinnree wordt bevangen. En eeuwen
waren sinds voorb\jgegt an en op de oude
woeste wereld stonden steden. In den bouwval
van het slot zijner geboorte doolde bij weenend \
rond, en zijn eigen dood streek als een adem
tocht langs hem: Wees welkom; want als
gjj nog langer gewacht had, zoude ik zelf niet
meer zijr, gij zoudt mij niet meer gevonden
hebben. Toen viel hy roerloos me-.
Men moge wellicht een andere opvatting van
verluchten hebben en gelijk in de cathedralen
der middeneeuwen muurschilderingen den zin
der heilige schrifturen verklaarden de ver
siering van het woord tot een betoog over het
verborgen begrip willen maken, aldus te toe
lichting boven de begeleiding verkiezend,
wij vragen slechts waar op aarde de kunste
naar leeft die met de pracht van het woord
zoo glorieuze droomen samenweeft als in dit
heerlijk werk wij aanschouwen mogen. In j
Bau-er's prenten is een afglans van het mysterie j
dier eindelooze melancholie van den avond,
als het goud der zon verbleekt achter de
verre koepels en torens der wereldstad , een
glans van, gelijk Baudelaire zegt:
»La gloire du soleil sur la mer violette,
La gloire des cités dans Ie soleil couchant", .. .
De beweging zijner lijnen is zoo schoon. Niet
is het de expressieve contour der
middeneeuwers of de beslistheid der XlVe d'eeuwsche
duitsche meesters; maar een teedere ragging
van herfstdraden suggereert ons de hoogste
gratie en majesteit van gebaar.
Geen lichte taak was het deze etsen van
Bauer te begeleiden met passende ornamenten;
maar inniger harmonie dan Dysselhof dit boek
gaf met zijn ranke vignetten, was bij etsdruk
niet denkbaar.
Deze eenheid nu van leidende gedachte, in
verhaal verluchtii g en versiering, nheid
ontstaan uit liefdevolle samenwerking, bewon
deren wij in dankbaarheid.
v. M.
De waDdscMlileriflg CMsliis Conselator,
van JAN BLEYS.
In de kapel van htt O. L. V. gasthuis aan
de Oosterparkstraat is voor eenige dagen eene
wandschildering geplaatst, door den heer Jan
Bleys geschilderd.
Boven den boogen bcog van het koor troont
de Christus Consolator, de vertrooster der
armen en zwakken; met vriendelijk gebaar
reikt bij de handen aan wie tot hem komen
om verzachting van leed. In de eenvoudige
architectuur der kapel zijn de kleuren dezer
schildering wel harmonieus; met de in
geelgrijze tinten gehouden muren, waarop tot nog
toe de roode voegen der steenen de eenige
en uit het metselwerk vanzelf voortkomende
versiering zijn, werken zij mede tot den
plechtigen h.druk die in dit kleine heiligdom
de ge.'oovigen eens zullen ontvangen. Het zijn
niet alleen de armen aau aardsche goederen,
die de schilder heeft verbeeld; ook de zwak
ken van maatschappelijk hoogt ren rang heeft
hij in zijne voorstelling van Christus' ver
troosting opgenomen. Dat zijn werk gelijk
zou staan met de overweldigende lijnenpracht
en de wièrg;:élooze kleurenschoonheid der
middeneeuwsche wandschilderingen, zij niet
beweerd; want de strakke statigheid dier
tijden missen wij hier, al zou ook de krachtige
architectuur dezer kapel, door des schilders
vader gebouwd, zich uitstekend daarvoor
leenen; maar, voldoende aan de hem gestelde
eischen, hield hij toch de idóe van
»wandbeschildering" in 't oog, en schilderde met
bijna vlakke tinten de stil-gekleurde figuren
tegen den gouden fond. Daar het vochtige
klimaat dezer streken de directe schildering
in natte kalk, gelijk in zuidelijker streken
geschiedt, niet toelaat, werkte de kunstenaar
op doek met tempera-verf.
Mogen de vromen, als zij opzien naar de
zachte kleuren van den hoogen boog boven
het altaar, den troost o. tvangen die de Christus
Consolator den menschen schenkt. En BK ge
het voorbeeld, hier gegeven, navolging vinden,
en de schoone architectuur der kerken weer
opgeluisterd worden door de aan haar dienst
bare kunsten, die in deze samenwerking
zichzelve verhoogen zullen.'
v. M.
Een kronings geschenk.
Zooals bekend is zal Maandagmorgen, 5 Sep.
tember, op de scholen van lager onderwijs aan
de leerlingen onder anderen een bordje worden
uitgereikt, geschonken door »IIet verheugd
Amsterdam aan zijne kinderen. Inhuldiging
18'J8", gelijk de achterzijde in eenvoudige
duidelijke letters vermeldt. De duizenden
bordjes zijn door Regout te Maastricht gebak
ken, en versierd naar het ontwerp van C. A.
Lion Cachet. De reden waarom ik met een
enkel woord van dit aardig geschenk melding
maak, is deze : het is zoo prettig te zien dat
ook l>ij zulke kleinigheden het zuivere inzicht
van den kunstenaar de nijverheid ter hulpe
gaat zijn. Ware dit werk aan indnstrieelen
zelf ter ontwerping overgelaten, allicht zou
het groote aantal smakelooze kronings-voor
werpen der laatste weken weer met een ver
meerderd zijn. Maar nu kregen wij eon ver
siering te zien, waarvan het vooral merkwaar
dige mij toeschijnt, dat met twee kleuren,
heider-rood en donker-bruin, en in de kroon
een weinig goud, een rijkheid werd verkregen,
die geheel in het volkskarakter is en doet
denken aan de kleurige schoonheid der woelige
Jordaanstraten. liet kan, dunkt mij, niet anders
of het eenvoudige versieringsmouef van dit
aardige bordje moet wel in den smaak vallen
van het jonge Amsterdam. v. M.
Maarte weeftat.
Door vriendelijke tusschenkomst van de
redactie van het ILundd'blwl ontvingen we een
boekje met tapijtontwerpen, van Italiainschen
oorsprong, die allen het zelfde type vertoonen,
dat zich kenmerkt door zigzag-lijnen, en
bekend is onder den naam van Ftamme Penigine.
Do overlevering vertelt ons, dat, zeer lang
geleden een zwakke in lompen gi-kleeden
grijsaard, om ondersteuning kwam vragen, aan
het klooster der Dertditten te Perugia. Hij
droeg een vreemd voorwerp bij zich, een soort
weefgetouw, van zeer primitieven vorm, waarop
men een grof weefsel zag in veelkleurige
zigzag-lijnen, gekronkeld als slangen. De
zusters beschouwden dit met verbazing; een
van hen echter kwam bij nader onderzoek,
tot de overtuiging dat hier een schat van
groote artistieke waarde in verborgen lag, en
men, geleid door een vindingrijke geest en
bekwamen hand, hiermede veel schoons zou
kunnen voortbrengen.
Zij liet zich bet weefgetouw geven, en in de
uren der afzondt-rirg, in de stilte van haar
cel, probeerde zij, telkens op nieuw, tot zij op
eenmaal aan de ve: baasde oogen van de vrouwen
en van den grijsaard een tapijt ontrolde, met
lange en vreemde lijnen, die overgingen in
fraaie kleurnuanceeringen.
Van nu af aan was de toekomst dezer indus
trie verzekerd ; de grijsaard stond zijn uitvin
ding der nonnen af, en men richtte in het kloos
ter een soort weverij op, welker producten
men langzamerhand in al de kerken var. Umbrie
kon bewonderen.
Maar toen in 1800 de Italianen Perugia
innamtn, werd dit klooster der Derelitten op
geheven en de zich daar nog bevindende weef
getouwen vernield, en scheen deze industrie
voor altijd verloren te zijn gegaan.
Eai.ige jaren geleden echter ranak-e gravin
Luchino Del Magno een reis door Urabriëen
werd daar getroffen door de schoone overblijf
selen van tapijten, die zij in de kerken te
Perugia vond en die allen dezelfde vreemde
veelkleurige vlammen vertoonden.
Haar belangstelling, hierin eenmaal gaan de
gemaakt, deed haar besluiten, deze verloren
gegane kunst weder te doen herleven. Zij
ondervroeg oude boerinnen, die haar de ge
schiedenis van den grijsaard vertellen, en.
waarvan enkele haar zelfs kleine aanwijzingen
batrtftVmde de tpclmiek van dit oude handwerk
konden verschaften.
Fragmenten van een oud weefgetouw werden
gi vonden, waardoor men in staat was nieuwen
ie vervaardigen en tegelijk waar zulks noodig
bleek te verbeteren.
Bijgestaan, door enkele invloedrijke personen
en de artistieke leiding van een bekend
schi!der, kon er een kleine wever\j opgericht
worden, waarvan wij onlangs in d« gelegen
heid waren eenige proeven te bezichtigen.
Deze »Fiamme Perugine" worden vervaar
digd in drie qualiteiten, n. 1. enkel zijde,
geheel wol, en een combinatie van beiden.
De kleuren zijn hier en daar zeer mooi, en
de eigenaardigheid der lijnen kan, daar men
deze stof niet alleen als tapijten maar ook
als gordijnen en meubelbekleedingen gebruik*,
dikwijls een aangenaam effect maken; het
komt ons echter voor, dat er over gro >ta
vlakker, te veel n richting uit spreekt, wat
licht tot eentonigheid aanleidirg geeft.
R. W. P. Jr.
La salie des Moulages au Musée
du Louvre.
De »sa!le du Manege ' die een collectie gips,
afgietsels naar Giieksche beeldhouwwerken
bevat, is onlai gs voor het publiek opengesteld.
Deze zaal, met baksteen gewt Iven. wordt ge
dragen door kolommen, waarvan de kapiteelen
door honden, paarden en wilde zwijnen wor
den gevormd.
De verzameling afgietsels, daar geplaats1-,
is bijeengebracht door den heer Charles
Ravaisson-Moiliers waaraan toegevoegd is een
collectie door «ijn vader M. Rivaisson inder
tijd aan het Louvre geschonken, die echter
nog niet voor het publiek toegankelijk was.
Men vindt hier Grieksche kunst uit verschil
lende tijdperken als de Hennes van Praxiteles,
de Vtctoire van Pa-onius, de Arteiiiin van
Ddlos enz. De het-r Ravaisson-Moliier heeft
deze verzameling bestaande uit eenige dozijnen
grooten en honderden kleinere beelden, bijeen
gebracht, uit de verschiüende'musea van Lon
den, Athene, het Capitool, Napels, Munchen
en enkele particuliere eabinetten. Hoewel
natuurlijk nog zeer incompleet, kan men hier
een goed overzicht krijgen van de Grieksche
beeldhouwkunst in de verschillende tijdperken.
Yoorloopig ia deze zaal alleen des Dinsdags
en des Zaterdags voor het publiek geopend.
11. W. P. J r.
Het Théatre de roden en de Sameiis
In mijn voorgaande causerie heb ik het maar
niet gezegd, maar 't is gewoonlijk pufwarm in
die Parysche collegezalen en ... di hooge
warmtegraad is hier helaas nog niet de onaan
genaamste eigen;cbap der atmo feer. Heeft de
professor zijn slotwoord gesproken, dan haakt
men er gewoonlijk naar, wat trissche lucht te
scheppen, en werkt het weder wat mee, dan
voelt men gewooi.lijk een s'erke neiging tot
slenteren. Voortslentere.-d, hetzij den Boule
vard af en verder langs het hek van den
Jardin du Luxembourg omslaand, ofwel, korter,
door de rue Racine, be'andt men als van zelf
onder de Arcades van het Théa're de i'Odéon.
Dit is eene bekende verzamel plaats der
FranEche studenten. Echt gezellig, die steenen
galerijen, welke de beide zijkanten en den
achtergrond van het theater volgen. Een heer
lijke gelegenheid om zelfs by rrgen, rustig te
fiai.eeren (zoovele latere beroemdheden hebben
ervan gesproken in hun werken) en dan die
verleidelijke b.ekenstalletjrs, in dichte drommen
aaneengesloten aan den binnenkant, maar ook
hier en diar aan den buitenkant vakken in
beslag nemend. Aan den eenen kant zijn het
boeken van de tirma Flanamarion, aan oen
anderen kant weer van anderen en voor eiken
eigenaar een caisse. Heerlyk hier zoo alle
nouveauté's te vinden, zoo maar open en bloot,
zonder het lastig in en u.tgaan in een winkel
en ze te kunnen betasten en opnemen, en dan
muziek en platen, alles veel voordeeliger dan
bij de boekhandelaren. En wat reeds gebruikte
boeken be'reft, kan men waarl\,k er zich rijk
koopen ! B v. zoo'n heelen Victor Hug^,
Lamartine, de Musset of Chateaubriand, keurig
gebonden, verguld op snee en op den koop toe
nog zeer goed geconserveerd, mais pour rien,
absolument pour rien.
Ook verbeeld -ik me, wel eens een of anderen
student te hebben zien rondslenteren bij groe
pen uitgestalde en. geprijsde boeken, zenuw
achtig omkijkend, wanneer ze de aandacht van
vermoedelijke koopers trokken. Voor hem hing
waarschijnlijk veel al van den spotprijs, dien
ze zouden opbrengen. Verder ziet men er
ook heele uitstallingen waar alles per stuk 50
centimes kost, of desnoods 40 of 35 ; 't is wel
eigenaardig om eens na te gaan, wat er al
iiiet bij elkaar is geraapt van wijsgeerige be
schouwingen, lyrische oictboezemii gen, weten
schappelijke leeringen en vooral veel aventures
et voyages." Doch deze goedkoope schatten
inoet "men liefst alleen bekijken en nitt aan
raken, zelfs met geen tang
Maar niet alleen deze galerij, ook het theater
zelf hoort aan hit Quarier Latin en is der
studerende jongelingschap onmisbaar, en hier
door krijgt het voor mij eei.e hoogere en voor
namelijk eene meer eigenaardige waarde, dan
door den wijdschen titel van Second Théatre
Frar<;ais," waarop zijn acteurs zoozeer roem
dragen. Hier wort'en jonge, nog onbekende
auteurs aangemoedigd, men speelt hun stukken
<>n zoekt jonge artietten van talent om die
B' ukken tot hun recht te laten komen. En in
dit opzicht heeft geen Parijs-ch theater een
.geschild, nis a's het O. on, want hier toch
voïstreden de jonge romantieken hun
overmoedigen strijd tegen een verouderd en verilauwd
classicisme, hier werden voor 't eerst opgevoerd
die stukken van Hugo en Dumas père en zoo
vele anderen, stukken welke thai.s zoo vast
staan, op h<t répert ire van het Théatre Fran
cais. Maar het Odéon is ook het theater, waar
onbekende of vergeten klass'eke stukken nog
eens worden opgedol'-en en waar men die
stukken r.og eer s monteert, zonder
verwachtirgen van lang succes, alleen omdat men
?weet, dat het ii teressaut is voor hen die ze
'lazen en bestudeerden, of op de colleges er
over hoorden, die stukken ook nog eens in
hun actie te kunnen bcoordeelen.
Vreemdelingen gaan gewoonlijk naar het
Tb.ta.tre Frai cais om klassieke stukken te zien
en die worden daar cok herhaaldelijk opge
voerd met zeldzame perfectie van taal en be
wegingen. Maar dat zijn de onbtf rfelijke
meesterstukken, de sterren, die men waardig
keurt te blijven schitteren, het beste van
Racine en Moliè: e en dan nog wat van Corneille.
En de Parisiennes gaan daar ook wel eens
heen, al worden ze meer aangetrokken door
alle mogelijke nouveautés, maar toch zoo wel
een?1, zoo om die actrice of dezen acteur, c-f
omdat ze we'en, dat het heel mooi is, al is
het ook fcon',s joliment emlêtant, ma cLère.
In het Odéon geeft men zulke bekende
stukken ook, en dan op populaire a vonder,
tegen halven prijs. Men kan dan voor 2 francs
b.v. eene plaats hebben in de stalles de la
deux me galerie, wat in dit theater vols'.rekt
geen slechte plaats iü.
Maar de onbekende stukken, die weike ge
geven worden ter eere der jeugd en verdere
beoefenaars der Fransche literatuur, die komen
gewoonlijk r p les ruatir.ées du jeudi, den
Parijschen vacar,tiedag, en wo. den bij wijze van
letterkundige inleiding, door eene conlérer.ce
voorafgegaan. Aan zulke conférences heeft
Francisque Sarccy een groot deel van zijn
populariteit te danken.
't Is eigenaardig wat men al niet ophaaU,welke
nauw bekende namen op de affiches verschijnen.
Ik wil hierover nu niet uitwijden, doch alleen
spreken over La Fai ce du Toi.i.elier'1' welke twee
winters geleden eens op het programma stond. Dit
eigenaardig exemplaar eei;er middoleeuwsche
klucht zou misschien ooknut.ige wenken kunnen
bevatten voor hederdaagsche echtgenooten die,
naar men beweert,?maar ik moet bekennen
niet volkomen op de hoogte te zijn, gevaar
loopen weldra gebukt te zullen gaan onder
huishoudenjken arbeid. Bij oizen Tonnelier
was het zoo erg, dat hij niet alleen al het
huiswerk moest verrichten, maar al zijn plichten
op ejn biiefje had staan en zoo hij maar
eenigermate tekort schoot, streng gegispt werd
door vrouw en schoonmoeder. Op zekeren dag
viel zijn vrouw in de waschtobbe, door eigen
onvoorzichtigheid moet gezegd worden, want
haar mar, die wel gebeld was op rechtvaardige
verdeeling van arbeid, had een te goede natuur
om haar uit wraakzucht een duwtje te geven.
Van u t de diepte rof pt de drenkelinge haar
echtvriend te hulp, maar deze verklaart dat
hij eerst zijn lijstje moet raadplegen en komt
daa terug om te zeggen, dat vrouwlief uit 't
water halen" er niet op staat. En, kranig op
eens, houdt hij vol, tot hij, du fond delacuvo,
de plechtige verzekering het ft, dat huishouden
vrouwenwerk is en de belofte dat zijn egade
z.'ch voortaan van hare plichten zal kwijten.
En de man kreeg een prinsenleven.
Doch ik wil nu verder geen farces vertellen,
hoe klasr-itk en actueel tevens, ze ook zijn
mogen; ik wilde liever het gebouw van het
Odéon (ens beter bekijken.
Ik zal maar niet trachten aan den
uitwendigen bouw iets moois, of liever ie!s minder
leelijks te vinden, want leelijk is die muizenval
van vuile, grauwe steenen, en die beurs,
waarmi Amsteri'am zich nu nog behelpt, zou Gr
naast nog een vrij goed figuur maken.
't Is ook geen oud gebouw. Het werd voor
't eerst geopend in 178'2. brandde tweemaal
af in 17Ï)'J en 1818, zoodat het tegenwoordige
gebouw van 1819 dagteekent Een korte ge
schiedenis dus, maar roemrijk.
Maar van binnen is alles keurig; een ilink
tooneel, een ruime sierlijke zaal; breedc bilkons,
prettige loges en een uitstekende acuustiek;
doch dit alles verwacht men en ik zou eene
provinciale lijken door er te Isuig bij stil te
staan. Maar ik wilde spreken van den foyer,
dit is een juweel'j.% alleen helaas wat klein.
voor de vele menschen, die er zich gewoonlijk
verdringen. Den escalier d'honneur opgaar.de
komt men in e( n marmeren hall met spiegel",
lustres en verguldsel», enfin, dit alles is bekend.
Opmerkelijk is echter eene rij van bustes die
de vier wanden van het vertrek volgen. Het
begint met geprnikte grootheden: Corneille,
Racine, Molière, Boilcaii, Diderot, Beaumarchais
met Yoltaire en Ilos&eau als overgang en dan
staat men voor de welbekende trekken van
nauw overleden tijdgenooten, waarvan men ir
had kunnen ontmoeten.Chateaubriand en Musset-,
George Sand als deftige matrone en dan
Altred de Vigry met zijn nobele doch droeve
trekken.
Grooter verrassing echter is het keurige
voorzaaltje, dat toegang verleend tot et n ruim
terras. Dit zaaltje, keurig, beschilderd en met
goud virsierrl, is eene galerie d'Apollon" in
't klein, doeh de portretten, levensgroot ten
voeten uit, welke de wandvakken bedekken
zijn h!er geen. historische personen, maar hot
zijn groote, karakteristieke tiguren van het
Fransche tooneel met de persoonlijkheid en
den blik. dien talentvolle artisten eraan gegeven
hebben.
Fen wilde blik uit diepe fanatieke oogen
treft u en ge staat voor den lei uw der
Kastiliaai svhe bergen, den prinselijken bandiet-,
den orgelukkigen bruidegom van Doiia SoJ, ge
staat voor Ilerr.ani.
Maar naa>t hem trekt een krijgsman uw
aai dacht, van 't hoofd tot de voeten met dichte
mailen bedekt. Maar 't is niet daarom, dat
zijn blik bij gelijke onverschrokkenheid, kalmer,
ja b'jna vroom is. 't Is omdat bij vast is in
zijn vertrouwen, dat het j,ocd is te strijden
voor eer en plicht-, want bij is de Cid".
Maar die droeve plooien onder t'e oogen en
om ilen mond, die spreken van diepe smart,
omdat hij de verloofde is v&n Chin.ène.
We zien wat verder twee lieve
vrouwenfiguurtjes, ma quise en soubrette, Sylvia en
Lisette, in die fijn opgedirkte kleedij der
achttiende eeuw en we bewonderen den schilder,
die even talentvol als ("e schrijver in zijn stuk
(Marivaux. Le j' u de "amour et du hazand)
mecstercsse en dienstmei je wist te onder
scheiden. Maar in eer,s zien we van verre in
diepe, doodsweemoedigc cogprt, waarin ligt een
wrreld van smart, van de eerste zelf bekentenis
tot de laatste wrofging de geheele
lijdensge! schiedeuis van een arm vrouwci.hart, dat,
vervolgd door 't noodlot, bezweek voor attratie
waar ze onverschillig had moeten zijn; eene
attractie, zoo onweerstaanbaar, dat ze volgen
moest, al schoot haar, na langen stiijd, niets
over dan een dood vol schande.
En uit de oogen het meest, maar evenzeer
uit den mond, die ingevallen wangen, die
doodsblauwe lippen; uit dat geheele lichaam,
door wroeging verteerd, door ziele-pijn uitgepu*-,
spreekt dat lijden, en ge blijft.vasigckiuisterd,
zonder naar iets anders om te zien. en ge
wist, zonder het onderschrift gelezen te hebben,
dat ge voor Phcdre stond.
Batavia, '2 Juni. VOYAGEUSB.
Sarali Grand OTGF de Oude en de Nieuw e Frtw.
Misschien is het artikel, door Sarah Grand
in het Augustusnummer van The Lrtili/'s Jietilm
geschreven, niet geheel onpartijdig of
onbevooroordeeld. '/.ij maakt eene reeks van tegen
stellingen tusschen de Oude en de Nieuwe
Vrouw, en alle deze komen in het voordeel
der Nieuwe uit. Het is waar, ,>De Nieuwe Vrouw
bekent dat zij vol gebreken is/' maar dit is
vooral om de openhartigheid bij de rest van
haar deugden te voegen. Xij is ijdel, haar
wetenschap is slecht verteerd en oppervlakkig.
Zij schrijft niet correct en geeft daar niet om,
maar wat een catalogus van deugden en be
koorlijkheden staat daar tegenover.
»De Nieuwe Vrouw is edelmoedig van nature,
en zij kan dat ook zijn, want al wat het leven
de moeite waard ninakt. behooit haar. Inzake
het hart is de Nieuwe Vrouw rijk begiftigd,
zoowel a.'s in al het andere. Hare gezondheid
is stralend, hare manieren innemend, haar
geestigheid verrassend, haar zedelijkheid onbe
rispelijk, haar wil is eene macht waar men
rekening mee houdt. Hare fouten zijn alleen
overvloeiingon liarer lijke, weelderige natuur.
Haar gevoel van humor is altoos op het
(juivive ... Er is een tikje jongensachtii;heid in
haar, voor het pikante, maar al wat niet jongens
achtig i«, is dame.''
»De Nieuwe Vrouw is reiner; de Oude Vrouw
erkende andere vrouwen alleen in hunne be
trekking tot den mar, en dan nog alleen in de
sexueele betrekking; de Nieuwe Vrouw veracht
alle onmatigheid; zij het ft ook geeu lijd om
iets anders dan een gezonde teug te nemen.
Zij is een goed geüvenredigd schepsel, met
talloo/.e redenen om in het leven belang te
stellen en geniet die alle zonder
buitensporigheid. Zij is eerlijk, gezond van geest. Haar
boezeinvriendinnen behoeven niet n oog op
haar en een ander op hunne mannen te
houden. Haar kussen zijn voor haar eigen
man en haar kinderen, en dat is meer dan
de Oude Vrouw in den regel zeggen kon. . ..-"'
IXt is zeker wat kras gezegd, en het zou
ons niet verwonderen als de een of andere
«.Oude Vrouw", waar er toch bij zijn die heel
aardig met de pen terecht kunnen, Sarah (jrand
eens terecht zette.
»De Oude Vrouw is een schepsel van kleeren ;
zij neemt iedere indecente of belachelijke
mode over, die de journalen haar brengen ;
maar zich kleeden, dat kan zij niet leeren.
Zij heeft, geslachten lang, zooveel van haar
bovenlijf laten zien als zij durfde, en met
genoegen naar bet ballet gekeken ; maar snatert
teg«n het nieuwe biryclecostuuin, een gans als
, zij is. Wanneer het gevecht om h;jt > ieutve
tietscostuum voorbij is, zal de Oude Vrouw
i ontdekken dat het even bescheiden kan
ge! dragen worden als een rijdcostuum of een
badcostuum, en dan zal zij hot ook gaan dra
gen, minjje Oude Vrouw .' '
Ken ernstiger toon en met wat meer waar
heid erin wellicht volgt dan:
»De Oude Vrouw bekommert zich om anderen
alleen in zooverre zij iets tot haar genoegen
in het leven bijdragen. Zij neemt het kwalijk
als in haar weelde melding gemaakt wordt
van den arbeider. Wie is hij anders dan een
machine om haar rozen te kweeken 'i Een
leelijke machine, die men in de loods moet
zetten, zoodra er mee gewerkt is. Zij moet
natuurlijk zooveel die hebben, dat zij niet piept,
maar er naar te kijken en haar desnoods op
te poetsen, daar is geen sprake van. Over den
werkman te spreken in gezelschap der Oude
Vrouw is onbehoorlijk en onbeleefd, wie dat
doet kent zijn wereld niet. Met de Nieuwe
Vrouw is dat anders. Zij lijdt met wie lijden,
van de dienstsiaven tot de robben en tot den
armen zangvogel, dien men om zijn pluimen
vervolgt."
In dit laatste opzicht, de groote open
hartigheid der Nieuwe Vrouw, orn voor hare
opvattingen van recht en menschelijkheid uit
te komen, heeft Sarah Grand allicht gelijk ;
in vele anderen was de »0ude Vrouw'' nog
zoo kwaad niet.
iiimiiiiiimimi
Mo/h. Vroiiw
studenten.
f). Dttmes
tttn,
GeKomt de sleep terug 'i Er schijnt veel kans
op te zijn ; aan de badplaatsen ziet men de
witte gazen en mousseline de soie japonnen
meest met een korten wijden sleep, en het is
van dezen gewoonlijk de eigenaardigheid dat
hij steeds langer wordt.
Met de witte japonnen is het karakteristieke
van den zomer de bon, genaamd lour de cou,
maar die zoo lang en zoo gestoffeerd gemaakt
word*, dat men er bijna de heele dame in
wikkelen kan. Meters bij meters tulle grec
of changeant taf, zwart en mosgroen, zwart
en violet, zwart en marine of andere com
binaties, wordt gegauttreerd of
geplisseerd, met bouillonnés van zijden mousseline
omzet, met marabout geboord, met ruban
corijüle of v.ilenciennes of smalle guipure
beplooid. Men maakt een eenvoudig halsinode!
van voering en opstaande baleinen als steun,
omzet dit van binnen en van buiten met de
j eerste laag, en drapeert verder naar verkiezing
i en naar den voorraad jdis>édien men bereid
? heeft, den boa bij. SJILS zijn ze, met
schou-ier! stukken eu itolavormig afhangend voorgedeelte,
zoo groot, dat ze een waren mantel vormen,
en ofschoon de stelten dun zijn, kan deze op
koele zomeravonden genoeg beschutting bieden.
i * * *
Het eertte jaarverslag der vereeniging «Onder
linge Vrouwenbescherming" 1S!I7-1S!»8, is
verschenen, en het geeft ons eenige voldoening
er den aanhef van aantehalen.
;Zoo ergens, dan behoort hier in dit eerste
jaarverslag vermeld te worden, hoe eenige
vrouwen lang vóór het ontstaan onzer
vereeniging, pogingen in het werk stelden, om
iets dergelijks op te richten. Het was eene
jonge dame, die, getroffen door eenige artikelen
over de MutuaiitéMaternelle te Pirijs door
Sacius in het Weekblad J)e Aiititerdutiiincr
geplaatst, het eerst blijk van belangstelling in
deze zaak toonde. Weldra volgde eene op
roeping van mevrouw A. W. L.
Ver-JuijsPoelman te Amsterdam, waaraan verschillende
personen gehoor gaven. In 's (iravenhage waren
het de dames liremmer-üeekhuis en De
VogelSchuld, in Rjtterdam was het mevrouw M.
W. 11. Kntgers-IIoitsema, die de pogingen
van mevrouw Versluijs steunden. Hulde aan
de wakkere vrouwen, die niet schroomden
eene zoo onbekende en ongeliefde zaak reeds
toen openlijk te steunen, al bleven hare po
gingen vooreerst ouk vruchteloos'.
l Juli 18!>7 mocht dr. J. Rutgers te Rot
terdam er in slagen, eene eerste vergadering
aldaar bijeen te brengen; met behulp van
mevrouw1 Versluijs-Poelman werd overgegaan
tot de oprichting der «Onderlinge Vrouwen
bescherming'", tot het kiezen van een bestuur,
en beslist, de koninklijke goedkeuring op de
pas aangenomen statuten aan te vragen.
Mevrouw II. Boeman- Frank nam lut pre
sidium op zich; mevr. J. M. H. van
LoonVan den Berge werd secretaris-pennij gmeester
en dr. J. Rutgers, derde bestuurslid. In Sep
tember werd het bestuur aangevuld met mevr.
Yersluijs-Poelman en mevr. Nellie van Kol;
eerstgenoemde meende evenw l Ui Maart l s; H
te moeten bedanken, zoodat thans het bestuur
uit 4 leden bestaat.
De jorge vereeniging telt nu 7Üleder,
haar werkkring bepaalt zich tot dusverre
vooral tot het ondersteunen van eenige onge
huwde moeders en haar kinderen, zooals ook
in art. 3 en art. 3:_' van het huishoudelijk
reglement is voorgeschreven.
Over het beginsel werd voorts druk in de
pers gedebatteerd, en een prijsvraag, voor wier
beantwoording de som van 1000 gulden kon
uitgeloofd worden, geplaatst in /let Paleis run
Justitie en andere vakbladen en naar de
Juridische facufteiten verzonden; en hoewel
pas na l Januari 18!)!), als wanneer de ant
woorden ingekomen moeten zijn, mee te deelen
is of eene gewenschte oplossing is gevonden,
stellig z&l weer op nieutv gebleken zij», hoe
hoogst noodig het is, eene betere wetgeving
op huwelijk en scheiding wat te bespoedigen,
Betreurenswaardig is het, dat de Bond tot
verhooging van het Zedelijk Bewustzijn in
Nederland op veel punten met de Onderlinge
Vrouwenbescherming van meening verschilt;
reeds lar/g voor de oprichting was van de
zijde van ds. Pierson te Zetten op 't gevaar
van eene dergelijke vtreeniging gewezen en
er tegen geijverd.
In twee groote artikelen in de »Groene
Amsterdammer", werd door mevr. Bosman
het standpunt der Vereeniging uiteengezet,
met waardeering voor het streven van de
Ileldrings-gestichten, niet vergeter.de, dat van
daar in ons land voor 't eerst de helpende
hand aan de ongehuwde moeder werd toege
stoken ; beide vereenigingen hebben toch tot
beginsel : «Naastenliefde en R3chtsgevoel".
* *
Te Kiel zijn aan de Universiteit dit se
mester ^1 toehoorderessen ingeschreven; alle
in de philosophie. Zich als studenten te laten
inschrijven is niet geoorloofd.
In Ziirich studeeren dit semester 1ÏM dames,
waarvan 1(11 studenten en ;.!() toehoordercssen ;
to Bern l:)li. te Bazel 11 dames ; het im
erendeel is in Zwitserland voor de medicijnen
bestemd ; wat de nationaliteit betreft, zijn de
meeste Russen.
*
In Berlijn, waar men in navolging van Parijn,
heel veel werk begint te maken van het tee
kenen van aanplakbiljetten, is dit een speciale
vrmnvenindustrie geworden. (Kik (e Weenen
doen dames er veel aan, zoodat de
FrauenErworh-Verein aldaar aan zijn teekei cursus
speciale lessen in leiterteeke;;en met ilit doel
heeft verbonden. De meisjes leeren daar
Ijafijr.sche, Romeinscfap, R naissance.
Romaansfhe en Gothische letters, en de daarbij
behoorende versieringen en kleuren.
* *
*
Van Mej. Suze Gro.-hans is een kleine brochure
verschenen, fct.i v r er rr/>ini:cnk/eci]in// eu
</czondheitl, waarin de bekende bezwaren en
waarschuwingen togen corset, hooge hakken,
nauwe schoenen, hooge hoaden, lange sleepen.
déeoüeié, nogmaals welsprekend uiteengezet
worien. De Vernis van Miio is er weer bij,
en de twee bekende plaatjes met de normale
en de misvormde ribben ; ook zijn er een
->modedame" en eenige confectielmstas bij afgebeeld.
Men zou meenen dat dit aliea, ZOD lang bekend
en besproken, het boekje eigenlijk overbodig
moest maken; toch kan men zich dagelijks
overtuigen dat het erkennen der waarheid en
de wil om er naw te handelen, twee geheel
verschillende dingen zijn.
De maatschappij tot exploitatie van de
Victoriabron te Oberlahnstein heeft als
feestgave een kleine collectie portretten en paleizen
van de koningin, in kleurendruk, dotn verschij
nen. De maatschappij heeft alle reden tot deze
beleefdheid, daar het Victoriawater tafeldrank
van het koninklijk h-nis is, op aanbeveling
van thans wijlen dr. Vinkhuijzen, lijfarts van
Z. M. koning Willem III. E?e.