Historisch Archief 1877-1940
No. H06
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
1898, door J°. de Vries, met portretten op
verschillenden leeftijd, en afbeeldingen. Een
hulde uit Insulinde, door H, W. Schuurman»,
met portretten van H.U. de Sultans van Siak,
van Koetei, van Sambas, van Lingga en Riouw
«n van Pontianak. De Koninginnesloep, met
afbeeldingen. Feuilleton.
«mmmmmmimmummmmmmmmuimn
De onderzeesclie loot,
Naar hat Engelsch
van F R B D. HOOD.
Het denkbeeld, ontploffingsmiddelen op snelle
en zekere wijtfi onder een vijandelijk schip te
brengen, om dit in de lucht te l»ten springen,
tieeft geleid tot de uit?ioding van dd
onder.zeeselie vaartuigen.
Steeds was het de oorlog, die aanlaiding gaf
tot de pogingen om dit vr»agstuk op te lossen.
De eerste poging in deze richting deed d
Amerikaan .Bushnell in den oorlog tussehen
Engeland en de Amerikaansehe koloniën. Tij
bouwde een onderzeesehe boot, die, als we de
onvolkomenheid van de hem ten dienste staande
technische middelen in acht nemen, van veel
stoutmoedigheid en vernuft getuigt. Bushnell
is de eenige man, die zich ooit ond :r de kiel
van een vijandelijk schip begeven heeft. Gedurende
den oorlog beproefde hij, eeil Eagelsch fregat
in de lucht te doen springen, doch het gelukte
hem slechts, eenige kajuitvensters te verbrijzelen.
Met beter gevolg werkte zijn landgenoot
Hobert Fulton: deze bracht werkelijk een aan
het doel beantwoordende boot tot stand, en bij
zijn proefaetuisK te Brest 'bleef hij vier ureu
onder water. Hij bewapende deze boot met
ontplof bare toestellen, die hij torpedo's noemde,
maar hij vond ook geen goede gelegenheid, om
aan de Engelsche schepen schade te berokkenen.
De Amerikaansoh* burgeroorlog tusscben '00
en '70 gaf opnieuw aanleiding tot pogingen
om onderzeesohe torpedobooten te vervaardigen,
maar met treurige gevolgen. Ha de proefnemingen
in de haven, die vele menschenlevens gekost
hadden, stak in een nacht van het jaar 1SG3
de onderzeeeche boot //David", een sigaarvormig,
door menschenhanden gedreven vaartuig in zee,
om het gepantserde schip </Housatonie" aan te
vallen. Zij had een bemanning van acht koppen
en droeg aan een spar een torpedo. Het Luk
moest vóór het zinken gesloten en dichtgedraaid
worden. De bemanning, door de ongelukkige
proefnemingen in de haven beangstigd, eischte
echter, dat het open zou blijven.
De //David" het zijn torpedo juist op de
waterlijn van het vijandelijke schip ontploffen,
«u dit, zonk als een baksteen. Doch de golven,
die daarbij opgeworpen werden, drongen door
tet luik in de boot en zes personen verdronken.
Deze gebeurtenissen waren nu juist niet
geschikt, om tot nieuwe pogingen aau te moedigen.
"Toch heeft men verder proeven genomen met
«nderzeesche vaartuigen van allerlei constructie,
«n eerst in den laatsten tijd is men tot zeer
verrassende resultaten gekomen. Ouder degenen,
die ten slotte hun pogingen met goed gevolg
bekroond zagen, moet de ingenieur Charles
Goubet genoemd worden; volgens alles, wat
daarover bekend is, moet zij a onderzeesche boot
als een echt wonder van moderne
iugeniearskunst beschouwd worden.
Hilliard Alteridge, een Engelsen journalist,
die op uituoodiging van den uitvinder een korte
vaart met de /,Goubet" deed, schildert in CasselCs
Magazine zeer aanschouwelijk de door hem.
ontvangen indrukken en geeft ons een voor
stelling van de inrichting van het vaartuig, die
levendig aan Jules Verae herinnert.
De iGoubet" lag in het dok van het
?Queenskana*!. Behalve een paar barken was er
niets op het water te rien, zoodat er genoeg
ruimte was voor de bewegingen van het vaartuig.
Het lag aan de lage kade bij het dok voor
jvnker. Voor- en achtersteven van de
sigaarvormig gebouwde boot waren ouder water.
Slechts het middelste deel van het gewelfde
dek, dat uit geklonken stalen platen bestond,
met acht kleine, ronde venstertjes, was te zien.
In het midden van het dek slaat een ovale
stalen kap. Zij rust op een stalen ring, die in
doorsnede ongeveer twee -voet meet, van zes
raampjes voorzien is en het luik van de boot
omsluit.
Ik stond naast Goubet op het stalen dek.
/,Ik hoop, dat gij uw testament gemaakt hebt,"
zeide hij naar beneden gaande, nadat hij mij
verzocht had, hem te volgen. Ik antwoordde
tem, dat ik met mijn onbegrensd vertrouwen
in zijn uitvinding aan zulk een voorzorgsmaat
regel niet gedacht had. Langs een kleine ijzeren
ladder daalde ik in het binnenste van de boot
&f. Toen ik beneden stond, was ik met ruijn
hoofd juist op een rechte lijn met, den ring van
Jen koepel. Toch heeft de boot hier in liet
midden de grootste hoogte, terwijl de uiteinden
sigaarvormig in twee punten uitloop^n.
De lengte van de boot bedraagt, dertig voet.
De vlak onder den koepel aangebrachte zitplaats
voor den commandant kan hij als een pianokruk
op zijn voetstuk draaien. Daarachter, met den
rug naar den achtersteven, zit de electricien,
een van Goubet's assistenten. De plaats in den
boeg, die anders voor een tweeden ingenieur
bestemd is, moest ik nu innemen. Goubet ver
zocht mij, zijn bevelen nauwkeurig na te komen.
Langs het onderste deel van den wand bevin
den zich de bergplaatsen voor de accumulatoren,
de noodige proviand, drinkwater en andere voor
werpen van de uitrusting. Boven mij, aan beide
zijden van mijn plaats, waren twee van de ronde
venstertjes, in gepolijst metaal gevat. Hierdoor
en door den geopeuden koepel drong het felle
licht van de middagzon naar binnen. De machine
?was met hout en metalen platen bekleed;
slechts hier en daar kwamen eeuige rood ge
verfde hefboomen en kranen te voorschijn. Aan
de andere zijde van den kfeinen koepel stond
de dynamo, een zware metaalmassa.
Goubet nara nn de ijzeren ladder weg, waar
langs wij afgedaald waren, en legde haar aan
de eene zijde van de boot. Toen sloot hij het
luik met de volkomen lucht- en waterdicht slui
tende klep. Wij waren nu goed bewaard en
verzegeld.
Hoe staat het hisr echter met het ademha
len? Voor een kort oponthoud van ongeveer
?een half uur is de in de boot aanwezige lucht
voldoende, terwijl men bij langer verblijf den
in buizen gecomprimeerdcn voorraad gebruiken
moet. De afvoer van de bedorven lucht geschiedt
door een kleine, door electriciteit gedreven
perspomp. Er is natuurlijk voor gezorgd, dat de
dichtheid van de lucht in de boot overeenkomt
men de gewone drukking van de atmosfeer.
Zoo kan de bemanning op vrij groote diepte
onder de zelfde voorwaarden ademen en werken
als aan de oppervlakte van het water. Men kan
in de Goubet-boot zelfs een sigaar rooken, alsof
men zich in de kajuit van een stoomschip bevond.
//Na het sluiten van den koepel,"gaat Alteridge
voort, »wees Gmbet mij een paar metalen kra
nen rechts en links vaa mij. Deze dienen om
buizen af te sluiten waardoor het water in
celvormige vergaarbakken onder de kiel stroomt, om
da boot te bezwaren erj zoo te doen zinken. De
kraan wordt geopend, men hoort het geruisch
van het binneustroomende water, en langzaan
rolt een donkere golf over de kleine vensters
in het dak. Het vaartuig zinkt rustig en
loodrecht in de diepte.
De veiligheid van de boot wordt verder daar
door gewaarborgd, dat het water niet in a
grooten vergaarbak, maar in een rij van kleine
bakken stroomt. Elk oogenblik kan de boot
door het sluiten der kranen in hj,t zinken tegen
gehouden worden. Wij zinken dieper, tot dat
de koepel zeg duim en de raampjes, waardoor
ik rechts en links in het water kijk, twee voet
onder water zijn. Het is een heldere vloeistof,
die het kanaaluekken vult. Zij is parelgrijs en
bijna ondoorzichtig, als er een wolk voorbij de
zon trekt. Maar zij wordt met een gouden
gjans verlicht, als de dagvorstin onbewolkt aan
den hemel prijkt.
Plotseling vliegt buiten het venster iets als
een lichtstraal voorbij. Ik kijk nog tijdig genoeg,
om een in de duisternis verdwijnend vischje te
zien. Maar tergelijkertijd verschijnt er een tweede;
het drukt zich evenals een goudviecb in een
aquarium tegen het glas, met stareude oogen
en trillende vinnen. Daar komt nog een van
zijn makkers en spoedig is het dozijn vol, om
steeds op nieuw te beproeven, door het glas
te zwemmen. Onwillekeurig denk ik er over na,
wat voor wonderbaarlijke dingen men wel te
zien zou krijgen, als men in zulk een boot een
tocht naar de diepte van de tropische zeeën
kon ondernemen, zooals Jules Verue zijn kapi
tein Nemo laat doen.
Nu toonde G Jubet mij, hoe men de voor
werpen aan de oppervlakte van het water zien
kan. Een koperen buis voert door den koepel
naar een waterdichten pakring. Dit toestel is van
spiegels ea lenzen voorzien, zoodat een
miniatuurbeeld van hetgeen aan de oppervlakte gebeurt,
naar beneden geprojecteerd wordt. Hier kan
het of onmiddellijk met het oog waargenomen
worden of op een klein, beschaduwd vlak gewor
pen worden tegenover de plaats van den stuur
man. Het objectief kan naar alle r.chtingen
van den horizon gedraaid woideu, zoodat men
van de boot uit in de rondte kan zien.
Moet de boot weer stijgen, dan worden krach
tige electrische pompen eenvoudig door het
neerdrukken van een hefboom in werkiug ge
steld, om met groote snelheid het water uit de
vergaarbakken te verwijderen.
Wat gebeurt er echter, als de pompen den
dienst weigeren of iets anders aan de machine
defect is ? Natuurlijk heeft men aan deze moge
lijkheid gedacht. De boot weegt ongeveer 11.000
K.G. Hierbij is het gewicht van een ovalen
klomp lood van ongeveer 1000 K.G. mede gere
kend, die buiten aan den boeg van het vaartuig
bevestigd is. Ingeval van het defect raken van
de machine, grijpt de kapitein naar een rad,
onder zijn plaats, draait het snel rond en maakt
zoo de schroef los, die den klomp lood vasthoudt,
zoodat deze zinkt. Van dien last bevrijd, stijgt
de boot snel.
Wij weten nu, dat het vaartuig als een soort
duikerklok zinkt en stijgt. Hoe ontstaat echter
de voortbeweging onder water? De dynamo
werkt op een as, die aan het einde vau een
scheep'schroef voorzien is. Dit toestel dient
zoowel tot voortbewegen als tot sturen van de
boot. Dit is een zeer vernuftige uitvinding.
De schroef is niet onbewegelijk aan de as beves
tigd, maar is er door een soort van
univcrsaaltap mee verbonden. Di« laatste vond Goubet
eenige jaren geleden voor een ander doel uit.
Het is gepatenteerd en bij de Fransclie werk
tuigkundigen ouder den naam vau
Arlir/tl/itioiiGouJjit, bekend. Het kan of recht naar achteren
worden gedraaid, of, wanneer dit noodig is, naar
rechts of links, zoodat het een hoek met de as
maakt.
Jlet behulp van dit eigenaardig; toestel kan
de koers vau de boot elk oogcublik veranderd
en geregeld worden. Licht ea snel als eeu
visch. baant het vaartuig zich een weg door het
natte element. Maar zelfs als het roer brak,
zou de boot nog niet ten ondergang gedoemd
zijn. Ylak tegen de wanden liegen een paar
korte, stalen riemen met breede bladen, die duor
hefboomeu in werking gesteld kunnen worden.
Met behulp hiervan bracht Goubet bij zijn
proefnemingen te Cherbourg lecge torpedo's in
de nabijheid van schepen. Verder sneed hij
boeien en netten vau hun, ankers af en omwik
kelde de schroef vau een geankerd schip met
zware kettingen, zoodat bij het inwerking bren
gen van de machine de schroef bladen vernield
werieu. Dit alles gebeurde, zonder dat een
boven op het schip opgestelde schildwacht iets
daarvan bemerkte. Welk een beteekeiiis al deze
maatregelen in een zeeoorlog kunnen hebben,
behoeft nauwelijks uiteengezet, te worden.
Van de diepte uit kan Goubet ook boodschap
pen sturen a'in een schip, dat, hem begeleidt.
Hiervoor gebruikt hij een geïsolcerden telefoon
draad, die met, het, schip of met een veilige
plaats aan wal verbonden is. Ook kan hij
depêches naar boven sturen. Ze worden in een
klein, eivormig, houten busje in zee eu naar
boven geworpen. Het, is ook niet lastig, eeu
lichtstraal als nachtsignaal naar buiten te werpen.
Mijn zegsman vertelt nu verder, hoe de
opstijging geschiedt, liet commando, de pompen
in werking te ttellen en naar de oppervlakte
te stijgen, weerklonk. Door de raampjes drong
meer licht binnen en wij kwamen precies bij
den havenmuur aan. Goubct draaide aan de
schroef en opende den koepel. Ik klom er uit
en ging aan wal. Mijn verblijf van twintig
minuten onder water had mij zoozeer van de
veiligheid en de gemakkelijke inrichting vau de
boot overtuigd, dat ik een uitnoodigitig, om
dairin het Kanaal onder water te doorkruisen
dadelijk zou hebben aangenomen.
Nu wees Goubet mij, hoe men
Whitelieadtorpcdo's ouder water kon afschieten. Hij zette
zulke vernielingswerktuigen aan elke zijde vau
de boot vast in stalen ringsn, die aan breede,
voor en achter den koepel om den romp gaande
banden bevestigd waren. De Whitehead-torpedo's
hebben hun eigen beweegkracht. Men behoeft
ze slechts uit, den ring, die ze omsluit, !os te
maken en tegelijkertijd door het uittrekken van
den veiligheidssleutel het mechanisme in werking
te stellen. Dit, alles geschiedt uit het binnenste
vau de boot door liet, neerdrukken van een hef
boom. De Goubet" kan liet vijandelijke schip
tot op een afstand van d-O a 30 ellen naderen."
De onderzeesche boot is niet alleen een
oorlogswerkt.uig. Zij kan voor wetenschappelijke
doeleinden, voor onderzoek van het dierlijk
leven in de diepte gebruikt, worden, en aan de
onderzeesclie ingenieurskunst., zooals het. ber
gen en lichten van gezonken schepen, gewichtige
Na het manifest van den Czar.
M.\uiAXNi: (tot Xikolnas): »Heel aardig voor u, die geen oude schuld te verdienen hebt, maar il; moet er niets van hebben!"
diensten bewijzen. Mannen vau zaken hebben
aan het practische nut van de onderzeesche booten
reeds lang hun aandacht geschonken. Voorloopig
echter zullen zij wel voornamelijk voor militaire
doelftinden op groote schaal gHmiikt worden ;
de boot, waarin de schrijver aan den tocht deel
nam, behoort tot een vloot van tien vaartuigen,
die Goubet volgens een contract, met de regecring
van eeri groote mogendheid verplicht is te bou
wen.
pot, maar die smakelijk was gemaakt mot een
enkele druppel geurige olie.
Hoorn, '22 Aug 'U.S. Dr. J. MUF.KS.
Een laatste «d
Ik ben dr. Enklaar zeer dankbaar voor zijn
verweer. Hij heeft daardoor zoo duidelijk
mogelijk gemaakt, dat mijn kritiek op mijn
Gidsartikel juist is. Voor een enkel punt wil
ik die bewering bewijzen, omdat dit het eenige
is, waarbij de S. mij beschuldigt zijne woorden
verkeerd te hebben weergegeven.
Dr. E. had geschreven: »Als door een
herziene wet op het M. O veel in genoemden
geest veranderd en op den nieuwen grondslag
een betere samenwerking tussehen ouders en
onderwijzers verkregen is," en ik heli dat dus
weergegeven: »En die betere verhouding van
het gezin tot de schoei moet komen door een
herziening van de met op het M. O." Waarde
lezer, zijt ge 't niet eens met dr. E., dat die
twee uitingen hemelsbreed verschillen? /iet
ge niet duidelijk dat ik, maar niet dr. E., een
dwaasheid heb gezegd'! Toch is deze daarop
niet geheel gerust. Want hij geeft in zijn ver
weer een uitlegging van die woorden, die
stellig niet voor mij, maar voor het publiek
bestemd is. Die uitlegging luidt: »M. a. w. de
herziening in den geest van het opstel en de
verkrijging van betere samenwerking tussehen
huis en school zijn twee, maar de verandering
van de school is voorwaarde en moet voor
afgaan."
Nu ben ik wel, volgens dr. E., mijn logika
volkomen kwijt, maar zooveel herinner ik mij
nog wel daarvan, dat een voorwaarde, die aan
een verschijnsel moei voorafgaan, tot de oor
zaken van dat verschijnsel behoort. /oo wordt
dan de verandering van de school (door de
herziening van de wet op het M. O.) een der
oorzaken van de betere samenwerking tussehen
huis en school. Dr. Iv, geeft dus aan zijn
woorden dezelfde uitlegging als ik. Maar ik
liet hem, zoo zegt hij, een dwaasheid zeggen.
Wat de S. van »onze jongens" verder tegen
mijn kritiek aanvoert, is nog minder steek
houdend. Ik laat dat dan ook verder rusten.
Alleen nog dit. Mijn lust om mijn oordeel
over »onze jongens" onder de oogen van do
tulrijke lezers van dit weekblad te brengen
werd vooral opgewekt, omdat dat opstel een
plaats verworven had in ons voornaamste tijd
schrift. Naar die plaats wordt het door het
groote publiek gewaardeerd en niet naar den
inhoud. Die plaats heeft het te danken aan
den goed verzorgden stijl. De Gidsredactie
zelf heeft kort geleden openlijk verklaard, dat
zij verscheidene artikels over onderwijs, degelijk
van inhoud, geweigerd heeft te plaatsen omdat,
naar haar oordeel, de stijl niet goed verzorgd
was. Op den inhoud schijnt die redactie
minder te letten, /ij heeft ten minste in een
kort tijdsverloop penige artikels gepubliceerd.
die niets anders waren dan een aaneenrijging
van gemeenplaatsen, maar gesteld in goed
verzorgden stijl. Ik vond het dezen keer zaak
er op te wijzen, dat de Gidsredactie aan hare
lezers een soep had voorgezet, die geen andere
kracht bevatte dan de bekende van den ijzeren
De zwemnrie Nachtwacht,
De tentoonstelling van Kembrandt's kunst
werken te Amsterdam moet, uit een artistiek
oogpunt, als de belangrijkste gebeurtenis der
huldigingsfeesten wordea beschouwd. Ieder die
iets kan bijdragen om het welslagen der onder
neming te verzekeren of' haar luister te
verhoogen, is daartoe zedelijk verplicht. Het geldt
hier een zaak van nationaliteit. Bij een ten
toonstelling van Kembrandt's schilderijen in
zijn geboorteland mogen de hier aanwezige
meesterwerken niet ontbreken. Dit heeft het
stedelijk bestuur van Amsterdam ook begrepen,
toen het vergunning gaf de Staalmeesters",
de Joodsehe bruid" a's ook de Nachtwacht"
naar het Stiasso museum over te brengen. Daar
het overbrengen van schilderijen van buiten
gewone afmetingen steeds met gevaren verge
zeld gaat, zooals nu wederom is gebleken,
verdient het ernstige overweging de laatst
genoemde schilderij te laten waar zij zich thans
bevindt, te meer wanneer zij door een doel
matige plaatsing en betere verlichting beter
tot haar recht zal komen dan vroeger het
geval was.
Het Rijksmuseum zal daardoor een zijner
grootste aantrekkelijkheden verliezen. Dit zou
tevens, de verdiende straf zijn voor de ontwer
pers en stichters van genoemd gebouw, toen
zij meer met hun eigen f ma ik en fantaisie
zijn te rade gegaan, dan rekening hebben
gehouden met de voorschriften van het pro
gramma voor den prijskamp en de eisenen der
werkelijkheid.
Het blijft mij nog altijd onverklaarbaar hoe
men op het ongelukkig denkbeeld is gekomen
om een schilJerij, voor wie de rustige omgeving
eener deftige regentenkamer uit de zeventiende
eeuw de meest passende omlijsting zou zijn
geweest, in een bont versierd; eerezaai", die
ten slotte büjkt een mausoleum te zijn ge
weest, een zoogenaamde ecreplaats te geven,
een schilderij die door haar buitengewone
eigenschappen in iedere verzameling een
artistiek middenpunt zou hebben gevormd.
Ieder man van smaak weet, of behoort te
weten dat door iedere ondoelmatige of over
dadige versiering de indruk met verhoogd maar
verzwakt wordt, omdat daardoor de aandacht
van de hoofdzaak wordt afgeleid.
Dit is reeds zoo dikwijls verkondigd dat hot
een banale waarheid is geworden. Er zijn
echter lieden, die ziende blind en hoorend
doof zijn. J. E. IÏANCK.
?ItlUUIllllllHIIIIIIIIMtntlllllllMIIMIIUIIIIIIIIIIIIIIIltlHIIMIlllllllllllllllll
L L E R L E I
De wensch van den
minister-president.
'f Nu de Fransche conxeih flcniran.r weder
zoo velerlei «wenschen" uitspreken, komt ook
de spotvogel Alfred Capus en schildert in
den J-'i</<tro de volgende wenschscène:
De heer I! r i s s o n (de couranten lezend,
terwijl de lieer Cavaignac en zijn collega's
ministerraad houden), l,aten de wenschen van
de coHsti/s i)r,n'-'-<iii f eens inzien". (Hij leest,)
»Wat zijn zij toch gelukkig dat zij hun wenschen
kunnen uiten, ik zou wel graag in hun plaats
willen zijn."
C a v a i g n a o ('nadertrjdend en eenige pa
pieren voorleggend): AYilt gij onderteckenen,
waarde collega !"
]{ r i s s o n : »Is de ministerraad geó'indigd V'
C a v a i g n a c : »Ja, onderteeken alsjeblieft,
daar en daar."
B r i s s o n : »Sta mij toe, dat ik ze even
inkijk. . ."
C a v a i g n a c : »Laat ons toch onzen kost
baren tijd niet verliezen. Wat gij onderteekent,
zult gij later wel in het Journal <>//leid lezen."
B r i s s o n : »Gij fcebt gelijk." (Hij
onderteekend.) »Zal het er werkelijk in staan?"
Cavaignac: sik beloof het u. Hebt u
verder niets te zeggen, mijnheer de president?"
I! r i s s o n : »Par jon ... Ik wenschte ... als
het mogelijk was . . ."
Cavaignac (de wenkbrauwen optrekkend):
»WatV"
B r i s s o n : »Ik zou willen wanneer gij
er niets onbehoorlijks in ziet, dat te kunnen
doen, wat een gewone raad mag doen."
Cavaignac: AYat dan 'i '
B r i s s o n : »Een wer.sch uit te spreken. Ik
verlang volstrekt niet mijn opinie te uiten, of
invloed op uw besluiten uit te oefenen, waarde
collega, ik wilde slechts een wensch, een be
scheiden wensch uiten."
Cavaignac: »Xu. een wensch kan men
wel toelaten. Wat wenscut gij dan?"
Brisson (schrijvend en lezend): >De heer
Brisson spreekt den wensch uit dat de presi
dent van deu ministerraad van nu af op de
hoogte van de politiek van het kabinet worde
gehouden."
Cavaignac (droog) : Jk zal er over laten
stemmen." (De wensch van den heer Brisson
wordt eenstemmig geweigerd.)
Hoofdpijn.
Onder den algemeenen naam van hoofdpijn
worden, zooals iaën weet, aandoeningen van
allerlei oorsprong en pijnen van allerlei aard
te zameng'ivoegd. Een l.ondensch geneesheer
heeft in de Verslagen van de universiteits
kliniek aldaar getracht in dezen chaos wat
orde te brengen. Zie hier in 't kort zijn
adviezen.
Ondervindt men een onaangenamer! druk
op het voorhoofd, boven de oogen, en heeft
men daarbij aanvallen van duizeligheid en
gebrek aan eetlust, dan is een bedorven maag
de oorzaak en eene kleine hongerkuur het
beste middel.
Is de pijn in het voorhoofd zeer hevig en
gaat zij van koorts-verschijnselen vergezeld,
dan is naar alle waarschijnlijkheid eene ziekte
in aantocht en doet men verstandig als men
een arts raadpleegt.
Een aanhoudende pijn in het voorhoofd
zonder duizelingen of koorts wijst er op, dat
in de adembalingsorganen iets niet in orde is.
Heeft men dikwijls last van pijn in het
achterhoofd, dan kan er sprake zijn van een
begin van leververhardinc, waarvoor veel be
weging het beste geneesmiddel is.
Een stekende, borende pijn in de slapen
wijst op bloedarmoede.
Hevige hoofdpijn aan óéne zijde van het
hoofd (zoogenoemde scheele hoofdpijn of mi
graine) is een teeken van nervositeit; bet beste
middel daartegen is, eenige uren in volkomen
rust en stilte in het donker door te brengen.
/it de pijn boven in het hoofd, zoodat men
het gevoel heeft als of' men een
centenaarsgewieht op zijn schedeldak had. dan kan men
met groote zekerheid onderstellen, dat gees
telijke overspanning de oorzaak van het lijden
is. Beperking van arbeid, verkeer in de bui
tenlucht en krachtige voeding zijn dan aan
gewezen.
Doen zich de pijnen gevoelen niet korte
tusschenpoozen en trekken zij door het geheele
hoofd, dan zijn zij van rhenmatischen aard
en ontstaan tengevolge van koude of tocht.
Hier helpt het best, het hoofd warm te houden
of een ilink zweetbad te gebruiken.