Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T E ft D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 1107
onderwerp: de bezoldiging van de leden
van het parlement en de invoering van
algemeen kiesrecht.
Pakkend en overredend was het
slotgedeelte. Daarin behandelde de woordenrijke
en mefieleepeade redenaar de vraag: zou
het magelij k zijn om, bij het bestaan en
het eerbiedigen der groote verscheidenheid
op politiek en oeconomisch gebied, omtrent
vooraf overeengekomen punten gemeen
schappelijk op te treden ? Der toestemmende
beantwoording viel een groot applaus ten
deel. Na indiening van bet yoorste^ot
benoeming van een commissie ad m>c,
hield de redenaar een aangrijpende pero
ratie waarbij hij gebruik maakte van «enige
verzen van den grooten «dichter der nieuwe
aera" William Morris, dien ik meermalen
in deee rubriek besprak.
Belangrijk waren de redevoeringen ten
gunste eener algemeene kan het zijn
internationale samenwerking van alle
arbeidersorganisaties, gehouden door afge
vaardigden van de coöperatieve vereeniging
en van de gedeputeerden der
Amerikaaneobe Trade-unions. Deze laatsten vooral
pleitten voor cosmopolilisch optreden. On
der buitengeworn luidklinkend applaus der
vergadering, sprak de tweede afgevaardigde
van de nieuwe wereld de verwachting uit,
dat op een volgend congres de banieren
van de engelsche en amerikaansche rid
ders van den arbeid zouden omgeven zijn
van die van menige andere natie.
Men aiet het: algemeene vrede, algemeene
samenwerking roept de grootmachtige
russische potentaat den staten toe: zóó ook
doen de leiders der volkspartijen in de ver
schillende landen. Zou dat niet wat beloven?
Al komt het voorstel van den algemeenen
vrede, volgens den afgevaardigde van den
meest democratischer! Staat van de wereld :
Nieuw-Zeeland, van verdachte zijde, toch
bracht hij gaarne des Czaren woord hulde.
Betreffende de belasting van den grond
naar de tegenwoordige waarde deed deze
afgevaardigde belangrijke mededeelingen.
Verzet de eigenaar zich tegen het bedrag
der belasting in hoogste instantie vastge
steld, dan koopt de regeering den grond
tegen een bedrag dat 10 percent de ge
schatte waarde overtreft.
Zeer veel belangstelling boezemde zijn
mededeeling aangaande een voorbeeld van
toepassing der arbeidswetgeving van zijn
land, in. Een arbeidgever die de drie woord
voerders der arbeiders met wie hij strijd
voeide had ontslagen, nadat het
scheiosgerecht zich in de zaak gemengd had, werd
veroordeeld tot een boete van
honderdvijftig pond sterling. Bovendien werd hem
door den rechter de verplichting opgelegd
deze «agitatoren" nog twee jaren in dienst
te houden.
Wel wat vrijdag, zou de Culemborgsche
booze briefschrijver zeggen, dat zijn toch
mijn zaken, daarin doe ik wat ik wil zonder
iemand, wien dan ook toe te staan zich
daarmede te bemoeien. Ge ziet 't lezer, in
Nieuw-Zeeland zou hij buiten de rechter
lijke macht gerekend hebben. Is 't niet al
te gek, dat ook hier heel wat lieden wonen
die de willekeur van de sterk autocratisch
gezinde patroons op deze wijze willen voor
komen ?
*»*
J. B. N. Van den heer S. heb ik nieta
gelezen, al mag ik niet verzwijgen dat ik
zijn brochure ontvangen heb. Ik heb alleen
het wettelijk punt in den strijd besproken.
De toeneming van het aantal apotheken,
voor rekening van naamlooze vennootschap
pen, geëxploiteerd het 11 genoegzaam bewezen
dat in regeeringskringen de wettelijkheid
erkend wordt, Waarom dan daarover nog
verder gediscussieerd;'
Den briefschrijver over statistiek van
kinderarbeid mag ik verwijzen naar den
secretaris der centrale commissie voor de
statistiek dr. C. A. Verr\jn Stuart te
's Gravenhage alsmede naar den chef van
het amsterd. bureau voor statistiek mr.
Pb. Falkenburg.
D. STIGTER.
lHlllftniltUllllUIMtttlllllltttl(IH(lt(MIUlltllU4lt:UtIllUtlllUlllinilll
ONVERSTOORBAAR.
Indische Schets.
door VEIIA.
II.
Tusschen eenige dichtbegroeide rotseilanden,
?waartegen de hevige branding haar wit schuim
hoog opslaat, haar weg kiezend, heeft de
Gocluvenj de reede van Singapore bereikt en, lang
zaam opstoomend in de richting der Tandjong
Pagar Docks, kan ztj weldra haar trossen, uit
brengen, om tegerovcr de uitgestrekte
kolenloodsen haar plaats aan de kade in te nemen.
Mijnssen heeft volop genoten van den
prachtigen aanblik, dien de reede van Singapore in
den vroegen morgen hem biedt, hier eindelijk
niet zonder een bitteren nasmaak evenwel be
denkende, dat eerst Engelsche ondernemingszucht
dit plekje grond» moest maken tot wat 't K,
nadat 't tal van jaren, ongebruikt en vergeten,
als waardeloos kapitaal den Hollander had
toebehoord.
Een tal van s«hepen en kleinere vaartuigen
bedekt de uitgestrekte reede. Uit alle oorden
der wereld samengestroomd zijn ze daar de
Amerikaansche petroleumschepen, ver uit den
wal zacht wiegend op hunne ankers onder den
regelmatigen golfslag, de zeilen opgerold aan
de breede raas kleine kustschoeners en
brikken de blauwe pijp van de Holt-line
naast de gele pijp der Pakketvaartnaaatschappij
zwarte, roode, gele schoorsteenen, al of niet
voorzien van onderscheiden gekleurde banden,
kruisen of sterren, ter aanduiding vaa de maat
schappijen waartoe zij behooren. wit grijs
gekleurd liggen naast elkander, een klein on
beduidend Hollandscb oorlogsscheepje en een
De nieuwe w erïen m Veröi,
Men heeft dikwijls erover geklaagd, schrijft
dr. Leopold Schmidt in het Berliner Tageblatt,
dat wij in een tijd van onvruchtbaar epigonen
dom leven, en nergens lieefe die klacht meer
reden van bestaan, dan op het gebied der muziek.
De groote meesters, aan welke de eerste hplft
onzer eeuw nog zoo rijk was, zijn langzamer
hand uitgestorven, en geen enkele jongere gene
ratie is gebleken sterk genoeg te zijn, om de
groote erfenis Ie aanvaarden. Na den dood
van Richard Wagner, en nu Brahms ook is
gestorven, hebben wij nog slechts n groot
musicus over, en dat is Giuseppe Verdi, de
laatste der vijf koningen op bet gebied der
moderne Italiaansche muziek, zooals von Bülow
hem, half in ernst, half in scherts, in een zijner
brieven heeft genoemd. De beteekenis vai
Verdi is in Duitschland langen tijd niet naar
waarde geschat geworden. Domme partijdigheid,
kleingeestig chauvinisme en niet minder eea
soort van, aestbetisch purisme, dat over bet
begrip van «ernst" en reinheid" in de kunst
zonderlinge denkbeelden koesterde, bleven blind
voor de grootheid van dezen man. En toch is
er onder al diegenen, die meenen de schouders
te mogen ophalen over het zoo dikivijls mis
kende Miserere" uit den Troubadour, geen
enkele, die ia staat zou. zijn tot het schrijven
van zulk een kernachtige gedachte, vaa zulk
een vloeiende, expressieve melodie. Natuurlijk
moet men zich, om dat gtheel te kunnen ge
voelen, op bet standpunt van den Italiaansclien
musicus kunnen stellen. De schoonheid spreekt
nu eenmaal verschillende talen, en men ztgt
nog niet altijd itta anders, wanneer men het
anders zegt. De kracht en oorspronkelijkheid
zijner denkbeelden, zijn muzikaal genie, dat hem,
waar auderen zich met, abstracte tchema's tevre
den stellen, bloeiende klanken laat te voorschijn
tooveren, geven VVrli een plaats in de eerste
rij der scheppende mus'ci. Wat er valt in te
b'engen tegen de wijze van aanwending Vaa
ziju materiaal, geldt alleen de werken zijner
eerste periode; hierin worden krasse eff eten eu
rbythmische banaliteiten, die op het publiek wer
ken, niet door dei; meester versmaad. Doch
hoe ouder hij wordt, des te meer adel komt er
in zijn muziek. Iedere nieuwe compositie bracht
nieuwe verrassing MI. Ontsproten aan eeu ver
ouderd tijdperk der k urn- 1, slaagde hij erin,
zieh de denkbeelden vaa den i ieuwen tijd toe
te eigenen, zouder daarbij zi.ja individualiteit
te verliezen of te verloochenen, en juist in de
veraieagiag dier heide elementen, die geheel
iets anders is dan liet tegenwoordig eclecticisme
ligt de eigenaardige bekoorlijkheid vau zijn
laatste scheppingen vau ,Aï'a," van het Requiem,
van Othello" en Falstaff." In den FalstalT',
waaruit, zooals van Uü'ow zeide, Mate >gm kon
aien, welk een gevaarlijk opvolger »ot)r hem
ontstaan was uit, rijn voorganger", vinden vrij
een door en door oorspronkelijke scheppings
kracht, verbonden met eeu kalme rijpheid van
vorm-beheersching, die in de geheele
muzieklitteratuur haar gelijke r.ist vindt. N» den
»Nibïlungenriui;" (de IVsifrvl" komt hier
nitt ia aanmerking) hteft de dramatisch* muziek
niets te voorschijn gebracht, dat naast deze
part tuur kan worden gesteld.
En nu heeft de eerwaardige goija«ard, die
binnenkort hij is in hetzelfde jaar geboren
als Itichard Wagner ziju S5;n verjaardag zal
vieren, en die, naar men zegt, ook weer aan
een opera bezig is, ons de nieuwste bemerkten
van zijn onvermoeibare werkkracht ge'chor keu.
Dit, maal is het geestelijke muziek. Uit Turijn
hebben wij gehoord, met welk een geestdrift deze
nieuwe werken bij de eerste opvoering op de
Turijfische tentoonstelling zijn ontvangen; mis
schien interesseert het, den lezer, iet* anders te
hooren over de jongste scheppug van den
gcvierden Italiaau.
De nieuwe uitgave, die evenals alle andere
werken van Verdi bij Ricordi te Milaan is ver
schenen, bevat, vier I'czzi Sacri," een /['e
Deum" voor dubbel koor en orkest, een ^Stabat
Mater" voor vierstemmig koor en orkest,, een
,/Ave Maria" voor gemengd soio-quartet en
»Laudi alla Ver?'ine Maria" voor vier vrouwen
stemmen. liet is geen kerkmuziek in dea eigen
lijken. zin van het woord, die Verdi ons hier
geeft, ook dan niet, wanneer mea oordeelt van
af het Italiaansch-Katholicke standpunt. Daartoe
ontbreken twee kenmerkende eigenschappen : de
strenge reinheid van den stijl en ol'jeciiriteit
machtige moderne Engelsche kruiser ginds
in de verte vertrekt eea Rus van de vrijwillige
vloot naar Sachalien met ziju lading ballingen
hier komt onder de opwekkende tonen der
Kellnerkapel een Duitsche Lloydboot
binnenstoomeu. Een onnoemelijk aantal sampats,
platboomde vaartuigen, door de achteropstaau.de
Chineeschc bootvoerdtrs met ongekende snelheid
voortgewiekt, onderhoudt de gemeenschap
tusschen de op de reede ankerende schepen en den
een paar honderd meters in zse uitetekenden,
met een ijzeren kap overdekten Johnstoaspier.
Op den achtergrond liggen de kleiner» vaar
tuigen, Chineesehe jonken met haar grillige
vormen en do vierkante matten zeilen,
visschersschuiten en AJjehsche smokkelprauwen.
Nabij Johustou's Pier vangen de lange huizen
rijen aan, die tusschen donker geboomte op
klimmend tegen de hellingen der heuvels waarop
de stad gebouwd werd, haar bekroning vonden
in de boven al 't omringende uitetekende witte
massa van het Governor1 s l'alace.
Boven de machtige bloeiende handelsstad
breidt zich nu een heldere hemel uit, de vrien
delijke morgenzon lichtbeelden tooverend op 't
zachtgolvend watervlak, een gouden schemer
verleenend aan de rotsmassa's waarin de weg
werd uitgebroken, die van de Docki naar de
stad voert.
[Je Gotlavery ligt stil.
Een talrijk vreemd gespuis overstroomt 't
achterdek, maar ziende, dat 't schip slechts twee
passagiers heeft medegevoerd, verwijderen de
lieden zich snel, in hun verwachtingen teleur
gesteld.
Ook Mynssen wacht een teleurstelling.
Hij heeft zooveel van Singapore hoorea spreken,
dat hij gaarne de merkwaardige stad eens met
eigen oogen had willen aanschouwen dit
genoegen is evenwel thans niet hem weggelegd.
Daar komt de commissaire of administrateur
van 't schip hem waarschuwen, dat de passa
giers onmiddellijk op de groote boot moeten
overstappen, die naast de Godacery langs de
kade ligt. Héja, daar ligt zoowaar de
Meilourne al, die heeft hij geheel over 't hoofd
in de wijze van uitdrukking. Het zou onjuist
zijn, den componist te beschuldigen van opper
vlakkigheid of het zoeken van theatrale effecten;
zijn. muzitk is door en door waar van uitdruk
king en het ontbreekt haar niet asn den ernst
en de wijding, die de behandeling vau transcen
dentale stoffen eischt. Maar Verdi geeft in zijn
muziek geen uiting aan de gevoelens eener ge
meente, doch aan zijn eigen, zuiver persoonlijk
gevoel. Daarmee is het werkelijke verschil
tusscheu kerkelijke en wereldlijke muziek
uitgewischt, en het individualisme der romantische
kunst, die met het R<quiem van denzelfden
meester en met Brahms' //Ein Deutsclies Re
quiem" in de kerkmuziek was binnengedrongen,
tot principe gemaakt. Htt opgeven van stijl
tradities is dan slechts een gevolg van subjec
tiviteit. Deze, men zou .kunnen zeggen: ver
wereldlijkte kerkmuziek zal hoe lange-r hoe meer
de eenig mogelijke worden, omdat zij het in
dividualisme van onzen tijd ook op het kerkelijk
gebied mogelijk maakt.
Onder de vier genoemde werken is, dunkt
mij, het Te Deum het belangrijkste. Het op
schrift; Per doppio Coro" is eigenlijk nitt
volkomen juist. De geheele satz is meer bepaald
acht stemmig, en slechts in het begin treedt de
autiphonische b 'handeling op den voorgrond.
De inleiding is zeer merkwaardig. Eerst door
de bassen, dan door de tenoren, wordt een
rhytmisch vrije, psalmodeerende ;>hrase, een Coïtus
firmiu in een oudere kerktoonaard, gtïntoneerd.
Dan beantwoorden de beide mannenkoren elkaar
pianissi'iio en a rappella in, korte zinnen, totdat,
bij de woorden «Sanctus Dominus Deus Sabaoth"
het geheele koor en het orkest, fortissimo invallen.
Deze introductie, die op de eigenaardige
klankverhoudingen der Italiaansche kerken is berekend,
heeft een min of meer archaLtisch karakter
door de opeenvolging van diatonische drieklatken
die zich op n plaats kalm verhtft boven het
quintenverbod. Het Sauctus," waai bij een
belangrijk thema (1) (plai sunt codi) behoort,
leidt tot een Trui/sr/iluin in Ges; de stemmen
knielen nog eenmaal in een pianissimo neer en
sterven dau weg in een mystieken drieklank.
Nu zetten de houten blaasirjs'rumenten een
nieuw motief in: (2) dat beurtelings door sopraan,
7
alt en tenor wordt gecontraputteerd eu daarop
door de bas wordt, overgenomen. De vierstem
mige satz, die nu door de andere stemmen daar
tegen wordt, gezongen, heeft een eigenaardige
uitwerking door de verdubbeling van de sopraan
door de alt iti het, lagere ociaaf. Uit dit thema
ontwikkelt zich later de heerlijke melodie: (3)
dat na het plotseling met kracht, invallende
J'atrcm immei^ae Majesfatia'1 de geloofsbe
lijdenis ten einde brengt. De volgende
middelsatz geeft ten eeuigszins fugjitibche maar vrije
doorwerking van een uit de' liturgie genomen
denkbeeld, dat, eerst in de trompetten en horens
optreedt bij de woorden: Tu n x gloriae ?."(!?)
Na een halfs'ot op de dominant keert liet
thema der vereering i2) teru<?, ditmaal in Dt-s
en leidt, met het trioleii-motitf tot den prachtigen
n C(ipj)eUit-&a\,ï: (5)
In kunstige bewerking slingeren zich de
motieven (1) en (2; in de inhtrumeutcn en de
zangstemmen door elkaar totdat die heerlijke
melodie (.'!) die reeds in het (.'oiifMut heeft
weerklonken, weer te, voorschijn komt, en tot
het, mystieke , Diguare Domme" (Fis-mol!) leidt.
Deze s>ati wordt door het geheele koor zacht
eu uniscno gezongen. Elkander btantwoordend
klinken afwisselend in dur en moll de //mise
reres" van mannen- eu vrouwen-stemmen
waarop in liet Jint /('v,'/V/v///',/ lut thema vau
het Sdlrum-fci- wei r wordt opgenemen, ditmaal
in E-dur en zacht begeleid door liet orkest. De
cola is gemaal. Driemaal klii.kt, eerst iu de
strijkinslrumen'en, dan in de klarinetten en
fluiten het motitf (1), driemaal blijft een
sologezien.
//Zou ik nog gelegenheid hebben om van
daar'' op de groote boot wijzende," naar de stad
te gaan!J" vraagt liij deu co:nmissaire.
//Ik denk 't uiit./' luidt, 't antwoord, »ze
moeten daar alleen nog eenige stukjes lading van
ons overnemen 't werk van misschien een
uurtje. Men zal u dus niet laten gaan, tenzij
op uw eigen verantwoording."
Dat is een tegenvaller!je. Maar niet de hem
eigen geniakkelijkheid om zich over de kleine
decepties in 't leven heen te zetten, troost hij
zich alras niet de gedachte, dat de geweuschte
gelegenheid zich mogelijk later nog wel eens
voor zal doen. Den vricndelijkcn commissaire
dankzeggend voor de verstrikte inlichtingen
begeeft hij zich daarop naar zijn hut, om alles
voor de verhuispartij in gereedheid te brengen.
Op 't achterdek der lIMoune heerscht
intusschen een levendige drukte onder de van de
meeste in Qost-Aziëvertegenwoordigde natiën
eene staalkaart vormende reizigers.
Eugelscheu vau Hongkong eu uit de Straits,
Eranschen van Cocliin-China, Portugeezen
van imor Delhi en Macao, Spanjaarden van
de. Philippijncn, Duitschers, Hollanders bewegen
zich daar dooreen, enkelen staan blijvend bij
een Hiudoegoocbelaar, die op 't dek zijn kunstje
vertoont vau den mangga-tree, een boompje
ouder de oogen van de omstanders ontspruitend
uit een hoopje losse aarde, anderen weder een
kring vormend om een slangenbezweerder, dan
wel zich natiesgewijze in groepjes opstellend
elkander hunne met de dubbele en meer dan
dubbele waarde betaalde, uit de stad mede
gebrachte koopjes toonend. Tusschea die menigte
loopen kooplieden met gebronsde gezichten, huil
ombavwaren, nagemaakte Kashmere-sjawls en
hoogklëurige met gouddraad doorstikte stoel
en tafelovertrekkeu te koop biedend, liedaard
en ernstig beweegt zich te midden van al die
drukte de" Indische geldwisselaar, af eu toe een
enkelen reiziger staande houdend meteen, ,\vant
to change mouey, sar r"
Op 't plankier der kade hebben de kleine
stem rusten op den toon E; in te speraoi....,
daarna verheft zich het koor met een machtig
crescendo op den drieklank als in bange onzeker
heid in de quint sluitend en de maten van het
orkest vormen het slot van het werk.
Geheel anders dan dit grootscbe »Te Deum"
is het //Stabat Mater." In overeenstemming met
het meer lyrische karakter van de tekstwoorden,
heeft de meester zich onthouden van
gecompliceerden. bouw ; des te meer wordt echter de
aandacht getrokken door de harmonische en
vooral door de meloiische bewerking van dit
vierstemmige koorwerk. Na vier inleidende
maten begint in G-moll unisono en a cappella
de eerste strophe. Smartelijke accenten in gesyn
copeerde rhythmen en een chromatisch afdalend
thema verhoogen de uitdrukking, die zich later
op sommige plaatsen tot dramatische kracht
verheft. Een liefelijke tegenstelling geeft het
volgende gedeelte in B-dur, (G) welks zach
tere en heldere klanken de troostende wer
king der tranen schept af te schilderen. Het
Tui nati in C wordt, eerst door de alt al
leen gezongen en daarna herhaalt het geheele
koor een kwart hooger dea heerlijk uitgesponnen
melodischen satz, die met het schoone melisma (7)
Ar-h
4J18 t J
-j «°«r pTV r
_*^_\1 J.' i_
' » r ? f »^
v.
=
eindigt. Het is onmogelijk, alle bizoaderheden
n voor n na te gaan en daarom wil ik
alleen nog maar even wijzen op het verheven
slot dat Verdi ook aan dit werk heeft weten
te geven. Met de woorden: fac ut animae
donetur Paradisi gloria" stijgen de stemmen
jubelend omhoog ia koene, breede, harmonieën,
terwijl de toon der harpen zich bij de ruisehende
orkestbegeleiding voegt. NOS eens fluistert het
koor in leege intervallen zijn Amen", daarna
sluit het orkest met reminiscenz van het eerste
thema in een phrygische cadenz. De
instrumeafatie is in beide weikeu vol effect, dikwijls
schitterend en dat, het in de partituur ook niet
f ai geestvolle trekjes ontbreekt, spreekt bij Verdi
van zelf. Door het gebruik vau vier horens,
vier fagotten en vier bazuinen, krijgt de klank
kleur er iets verzadigds,hetgeen in het ,/Te Deum"
uog versterkt wordt door een Engelsch-hoorn
en een basklarinet.
Vergeleken bij de twee koorwerken zijn de
voor solostemmen geschreven composities
eenigszins mat. Het Ave Maria is gecomponeerd op
een toonladder, die af wisseli nd aan de vier
verschillende stemmen is toebedeeld (bij tenor
en sopraan een quint hooger (S) ca die de
componist zelf vanwege haar oiiorganischeüaard
,,sca'u euiiïmatica" noemt. De vier harmonisaties
dezer toonladder zijn zeer interessant, vooral
iiuiiiinrr 2 en l klinken zeer goed, T)<: Laudes
M.ariau" zijn uvet belangrijk vau vinding, maar
zeer tccder, litfelijk en welluidend en zullen in
een kerk waarschijnlijk een schoon effect maken.
De tekst is ontleend aan den laai sten zang van
Dante's //Paradiso." Ook hier vinden wij aan
liet slot, eeu behoorlijk Jdaukf ll'ett; pianissimo
zingen de vier vrouwei,stemmcn achtereenvolgens
de drie klaukeu vaa U- en vau G-dur.
* #
*
Tot, zoover dr. L"opold Schmidt, wiens
ana'ysc bij onze lezers zeker dubbele belangstelling
zal wekken, omdat de beide door hem besproken
koorwerken op 17 December ».^. door de
Anisterdaimchc afdeeiing der Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst onder de leiding
vau den lieer Mt;n«cltcrg zullen worden uit
gevoerd.
mimitiiffimiiimiMuimtiMnnmiiHiiiiiiHiMiiifiiinjiiiinfmiiiiiiitufi»
De Impressionisten.
IV (tlot).
De twee artisten dezer groep, over wie mij,
naar aanleiding der tentoonstelling bij
DnrandRuel, te spreken overblijft, Renoir en Sisley,
hebben beide dit gemeen met zoovelen die in
en door de kunst groot zijn geworden, dat
langen tijd voor hen de moeilijkheden van het
leven met die der carrière" zijn samengegaan.
Hun aanvangsti;dperk, dat jaren heeft geduurd,
is een zware strijd geweest, volgehouden met
ijzeren onverzettelijkheid, die ontberirg en mis
kenning niet bij machte waren te verzwakken.
Van geen is misschien, door hen die de
llltllllllllDMIIIIIIIIIimillllllinilllUttllllllMMnl
handelaars zieh opgesteld, hunne koopwaren
uitstallend voor de begeerigc blikken van ma
trozen en bleeke, ongezond uitziende Pransclie
soldaten.
Ginds koopt de quartier-maitre een afgrijselijk
kleurig doekje voor z.ijn Marscillaansch liefje,
zich verwijderend daarop gelukkig en tevreden,
met afgunstige blikken nagestaard evenwel door
zijn mii;der goed bij kas zijnde collega's. Hier
zoekt ook een Frausche tourlourou of legionnairc
voor zijn weinige spaarduitcn een of ander
nuttig artikel uit lovend, biedend, de schreeu
werige stemmen der zich verontwaardigd hou
dende kooplieden daar boven uitklinkend.
Op den achterzrond staan op de kade de first-,
second- en thii'dclass carriages, geel of groen
beschilderd, op den bok de Hindoekoetsiers, de
hoofden gedekt met breede kleurige tulbanden
eu vóór deu toegang tot de aanlegplaats ziet
men de Jinricksjah's, kleine lichte tweewielige
voertuigen met groote grillige Japansche figuren
op 't lakwerk, de Cluneesclie trekmenschen
staande bij de wagentjes in afwachting van een
mogelijk vrachtje, om dan hijgend en dampend
als trekdieren hun loop te hervatten, slechts
n genot kennend in dit leven, de door den
opium opgewekte hallucinaties, om, na verloop
van slechts weinige jaren, afgebeuld door hun
vermoeiend métier, hijgend naar lucht, ziel
togend nog lurkend aaa de pijp, naar Boedha's
hemel te verhuizen ook eea déboucljévoor
Chiua's overbevolking.
III.
't Stormvreiler, waarmede de ^[elbowne na
haar vertrek vau, Singapore en tot zelfs een dag
voorbij Colombo heeft te kampen gehad, heeft
zich plotseling gelegd en op eeu schoonen mor
gen klieft 't prachtige vaartuig met een
vijftienmijlsvaart de zacht rimpelende wateren van den
onmetelijken Oceaan.
De zou, tot dien achter welken verscholen,
heeft zich door 't grauwe scherm weten te bre
ken en als door tooverslag verdwijnen de wolken
van 't firmament, een gouden gloed aan 't hel
kunst en de kunstenaars beoordeelen, zooveel
kwaad gezegd als van Renoir; geen is mis
schien, in den aanvang vaa zijn
kunstenaarsloopbaan, zoo verlaten geweest door hen op
wie hij recht meende te hebben te rekenen
als Sisley. Toch hebben beide bereikt wat, op
weg naar hun ideaal, hun bereikbaar toescheen.
Renoir zou ik aan mijn lezers kunnen voor
stellen als paysagiste; hy is dit met niet minder
recht als Monet, Pissarro, Sisley, daarvan ge
tuigen zijn werken. Toch doe ik het liever als
figurenschilder, omdat als zoodanig zijn
oorsproiikel\jk talent en zijn vnrig temperament
hem een der eerste plaatsen onder zijn
tijdgenooten doen innemen.
Het is een der groote kwaliteiten van dezen
meester dat hij aan z\jn oaaktfiguren een be
koorlijke kuischheid weet te geven, die met een
poëtisch waas het prachtig geklenrde vleesch
en de mooi gelijnde vormen omhult. Het echte
gezonde lever, de krachtige jonge natuur spreken
zich uit in die jonkvrouwelvjke lichamen, waarin
alles harmonie is. Renoir laat gaarne de zon
sch\jnen op zijn naaktfiguren, onder -wier frissche
huid wij het bloed ten polsslag zien gaan. Uit
de talrijke schilderyen die ik van hem zag,
meende ik tot zijn voorkenr voor blond te
moeten besluiten, zooales ik in het kleine voor
hoofd en in de ietwat sterk ontwikkelde
onderkaak bg herhaling hetzelfde type, zoo niet
hetzelfde model, dacht te herkennen.
Bg Durant Ruel gaven twee zeer mooie
naaktgfiuren, een brunette en een blondine, een
voortreffelijke gelegenheid tot vergelijken. Beider
lichamen zijn en profil van de linker zyde; zij
hebben het hoofd zoo gewend dat wy het ge
laat voor drie kwart zien. Het onderscheid in
karakter der beHe jonge vrouwen, niet alleen
in de kleur van haar en oogen, maar in geheel
de tint van bet vleesch en de physionomie,
bijna zou men kunnen zeggen in de anatomie,
van het lichaam is zoo treffend, dat er van
verwarring geen sprake kan zijn, de harmonie
bij beide, ieder voor zich zelve, is volkomen.
Even merkwaardig als colorist van het vrouwe
lijk lichaam, wiens groote gaven als teekenaar
op elk zyner schilderijen aan het licht treedt,
is llenoir als ongemeen opmerker der
mobilités caractéristiques de la pbysionomie
huniaine." De twee schilderijen JDame a la vitte"
en Danse la campagne" bewezen dit, ieder
daarvan stelt een dansend paar voor, het eene
elegant, los, vol bevalligheid, het andere zwaar,
moeilijk in zijn bewegingen.
Een van zijn mooiste schilderijen, lang reeds
bekend, zag ik hier weer; het is Jeunes /(Hes
au )>i(/,no", twee al'erliefste meisjes, de eene
aan het klavier gezeten, de andere er bij
staande, beide vol aandacht voor de muziek;
dit schilderij tinti It van jeugd en onschuld, in
zijn lichte kleuren en tinten die de jonge
uiiimntiiuiniiiiniimitnntiiimitiinimmn
c/licL
40 cents per regel.
iiiimiimiiiitiiiinimiiMiiMiiiiii
MIIIIIIII1II1IIHII
Foulard-Zijde eo et.
tot f :ï.;5.~i p. Meter. Japawche, Chineesehe
enz. in de nUmvste dessins en kleuren, alsmeda
zw.rte, vitre en g<k!eurrl>< HeHoebei'Jj"
Z.tJtle van 35 et. tot f 14.05 p. Meter
(fi^n, gestreept, geruit, gewt-rkf, damast enz.
(ca. 240 versch. qual. en 2000 veracb. kleuren,
dtssins enz.) Franco en vry van
{nvoerrectiten in Uuis. Stak-n omme
gaand. Dubbel brief porto naar Zwitserland.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflöver,), Zürich.
MEIJROOS & KALSHOVEN,
A r nhe m.
Piano-, Orgel- en Muzlekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Dagelijks vertrekt van de ROYTERKADE
naast de Kettingboot 's morgens 10 uur een
Stoomjaebt naar >lAKIiE> via BROEK
IIV WATERLAND en
iHONNIKENI>An, en terug over de ZUIDERZEE.
Aankomst AMSTERDAM ca, 4.30 n.m.
DE HAVENSTOOMBOOTD1ENST.
der uitspansel licht en leven brengend overal.
Schitterend in deu zonneschijn schuiven de
scholen vaa vliegende visschen over 't water,
uit hun zoete rust opgeschrikt, door den nade
renden kolos of eea vervolgenden grooten mede
bewoner der zee.
Op 't achterdek van de MMournc koesteren
de passagiers zich, op de veelsoortige dekstoelen
gezeten, in de door tent en een frisch zeebriesje
getemperde zonnewarmte.
Miji ssen. op de balustrade der verschansing
gezeten met, den rug leunend tegen een in de
davits hangende reddingsloep, laat zijn bukken
gaan over 't geheele gezelschap eu merkt daarbij
tal van nieuwe gezichten op, die hij tot dien
niet heeft ontwaard, wijl de zoo gevreesde
zeeziekte de meeste reizigers aan hun hutten heeft
gekluisterd gehouden.
Een gelaat vooral wekt zijn belangstelling op.
Op een langen Singaporestoel uitgestrekt ligt
met half gesloten oogen een Franscb
souslieutenant, 't doodsbleek, sympathiek gelaat naar boven
gericht, een trek van lijden en pijn zich duide
lijk daarop afteekenend,
//Kameraad, valt 't u ook al op, hoe slecht
mijnheer Delatre er uitziet ?"
Een Fransen officier van de infanterie der
marine, met wieu hij kennis heeft gemaakt,
stoort Mijassen, aldus in zijn beschouwingen.
«U bedoelt dien sous-lieutenant daar ? Ja 't
is ontzettend zoo bleek als hij er uitziet. Hij
is niet jong meer, geloof ik ?"
//Oh neen, hij is heel lang onderofficier geweest
eu toeu voor betoonde dapperheid tot officier
bij de gendarmerie benoemd."
//Zoo? Dat moet dan wel een kranig stukje
zijn geweest, waarvoor men hem zoo schitte
rend beloonde."
4Een heldendaad. Interesseert 't u wellicht':"
«Zeker, u zou mij eeu groot genoegen doen."
//Eh bien" zich raast, zija Hollandschea col
lega plaatsend begint de Franschman al
gesticuleerend zijn verhaal.
(Slot volgt).