Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER W E E K U L A U V u O h N E E U L A N D.
1107
De schildery van Jozef Israëls toont weer
boe niet het onderwerp uit zich-zelve de diepe
schoonheid aan een kunstwerk geeft; hadden
Verveer of Sadée deze twee wachtende menschen
aan het schemerende strand gezien, er ware
niets dan duffe sentimentaliteit aan de opper
vlakte van hun gemoed gekomen. Een vrouw
en een kind uitziende over de
grauwonstuimige zee bjj het naderen van den avond;
de ziel van den grooten kunstenaar zag deze
beiden in hun innig verband met de golven
en de wolken en het strand, met de stormen
der zee en de regenvlagen waarvan zy omwaaid
zgn; zy zag hen in het oneindige van den
eenzamen avond, in de melancholie van het
wachten, in het eeuwige ruischen der golven,
en doorgrondde zoo het diepste wezen en de
innigste harmonie der dingen.
Het stuk van Breitner is hem ten volle
waardig: werkpaarden voor het somber ver
schiet eener wereldstad. Meer dan anders ziet
men in die donker-bewalmde huizen het trieste
leven der groote steden verbeeld.
Van Kever is er heel goed werk, zonder de
droogheid die hy zoo vaak heeft. Al gaf Karsen
nog wel fraaier stukjes, toch zijn ook deze
twee avonden zeer mooi. Het schilderijtje Weesp
van C. G. 't Hooft is vry wat beter dan zyn
Keizersgracht die er nog al dor en
aandoeninireloos uitziet. De Weg door den Eng van
F. Hart Nibbrig, een stille paarse lucht boven
het zonnig-bloeiend land, dunkt mjj frisscher
dan zyn Voorjaar en tot het beste hier te
behooren. Dit kan men ook zeggen van een der
leekeningen van Wiggers (landschap te Heel
min), wiens kerkje in maanlicht hier vrij wat
l>eter is dan de schildery er van in Den Haag.
Bauer heeft den Taj Mahal op de aqnarel in
«Ie Teekenmaatschappüin grooter pracht ver
beeld dan hier op het schilderstuk. Van Bastert
i n De Zwart is er frisch en flink werk. De
Haven van St. Ivep, van S. C. Bosch Reitz is
^n voorname teekening, en de Avond en dooi
van D. de Vries Lim uitstekend werk. A. M.
Gorter, met zyn blonde dag, heeft te veel naar
Corot gekeken; en E. Pieters mag er wel aan
denken dat Israëls in zyn soort werk toch niet
te evenaren is.
Er is nog wel meer frissche arbeid, flink en
middelmatig-goed; maar elk stuk op zyn beurt
met een adjectief te voorzien zou slechts tot
grauwe verveling leiden. Ook vindt men nog
liteldhouwwerk op deze expositie; het mag
heel handig en knap wezen, van eenig blyk
van dieper leven is in dit werk niets te zien.
v. M.
Een Lithographie.
By zijn lithographie In zyn eerste levens
dagen" heeft de heer F. Hart Nibbrig nu een
tegenhanger gemaakt «Toen het zomer was",
naar zyn groote schilderij »Zomer", die dezer
dagen in den Haagschen Kunstkring te zien is.
O^er het met leliën omzoomde pad gaat de
slanke figuur eener in paars gekleede jonge
vrouw, die een ouderwetsch Larenseh wagentje
voorttrekt waarin haar kind zit. Achter haar
de helder- gele lading van een hooiwagen en
de warmte der zonnige boekweit en roggevelden.
Het streven om met kleurensteendruk die
zomersene tinteling te verkrijgen welke het
schilderij zulk een stralende schoonheid geeft,
moest hier niet geheel bereikt blyken, daar
vooral een zomerluchten-blauw noen met den
verf der lithographen noch door de materie
zelve van den steen ooit te verkregen is. Ook
heeft het over-elkaar drukken van de kleuren
wél de zuinigheid voor, door het kleiner aan
tal benoodigde steenen; maar de schoonheid
wordt er niet door bevorderd. Het fraaiite en
eerlijkste procédéom de lichtende blankheid
van zomersche kleuren te verkregen, zal zijn
evenals de Japanners met waterverf van hout
blokken te drukken. Toch, al mag men ook
een volgende keer van hout-materiaal vol
maakter kleurenpracht verwachten, heeft de
heer Hart Nibbrig raet slechts drie steenen,
een voor blauw, een voor geel, een voor rood,
een zeer schoon resultaat bereikt en alles er
mee gedaan wat er mede te doen was.
v. M.
en Mllml
De versiering van het boek.
Wij weten dat het eerste middel om gedach
ten zichtbaar mede te deelen, gevonden werd
door afbeeldingen van het voorwerp, waarvan
men iets te zeggen had, te plaatsen tusschen
teekens, die de betrekkingen van dat voorwerp
ten opzichte van andere lichamen, handelingen
of werkingen verduidelijkten.
Door vereenvoudiging dezer afbeeldingen
kwam men allengs tot een samengesteld figuur,
dat in zich bevatte alle keuteekens ter eigen
verklaring, en een zoo gevormd s-ymbool werd
de overgang tusschen het uitdrukken van beel
den en begrippen en het neerschrijven van
klanken. Het is hier niet de plaats na te gaan
hoe uit een en ander de letter is ontstaan, maar
wel merkwaardig is het dat het letterschrift,
afkomstig van beeldteekens, zich verhief tot een
l samenstel van klai.kteekens; in klinker en
medeklinker gescheiden, door samenvoeging het
woord vormend, met een bepaald daaraan ver
bonden beteekenis, toch nooit zijn oorsprong
verloochenend door het beeld te verwaarlooren ;
want het woord had in zijn geworden abstractie
toelichting noodig en voud die in het
geteekende beeld. Nu kunnen we moeielijk van een
ander standpunt uitgaan dan dat de prent te
beschouwen is als samengesteld beeldschiift,
zóó toegepast dat verschillende voorwerpen of
beelden in hun onderling verband voor ons een
beteekenende retks vormen. Maar altijd zal zij
het letterschrift noodig hebben om meer tot
uitdrukking te brengen datgene wat ze niet
duidelijk vermag te zeggen en we kunnen ons |
voorstellen dat de meeste aansluiting en har
monie daar zal ontstaan, waar beiden door een
zelfde hand werden te voorschijn geroepen.
Zoo zou bij het begin der boekdrukkunst, toen
nog de losse typen niet bekend, en ttkst en
prentversiering in n hand waren, de meest
ideale toestand bereikt wezen, en werkelijk is
er in die heerlijke naïviteit van uitvoering, in
een alleruiterst contrast met de te^elfder tijd
hoog opgevoerde manuscripten, een harmonie,
die bij het gebruik maken van losse letters
dadelijk eenigszins vermindert.
Maar van veel beduidenis is dit niet, want
een van de vroegst bekende boeken met losse
typen gedrukt, het Psalterium van Fust en
Schotffer (1457) is van ven zeer groote vol
komenheid, des te merkwaardiger omdat het 't
eerst bekende werk is in kleuren gedrukt, en
dat, wel met een naugezetheid, dat het nu nog
eiken drukker, die weet hoe moeilijk het zuiver
registreeren op gevocht papier is, vol bewonde
ring zal doen staan voor dit machtig voorbeeld
van willen en kunnen.
't Is opmerkelijk, hoe sposdig van het gemak
dat de pers gaf om herhalingen van eenzelfJe
motief als randversiering etc. toe te passen,
werd gebruik gemaakt en verre van hierdoor
de totaal indruk te verzwakkeu, verkreeg men
door het gehetle hoek hier een eenheid en
rust, die, door den oveistelpenden rijkdom van
dergelijke dingea in sommige manuscripten,
vroeger soms vergeefs gezocht werden.
Maar wél was met de toepassing van dit
beginsel meteen de deur geopend voor allerlei
misbruiken. In den beginne bleven de eerste
drukken hun kunstvol karakter behouden, doch
toen men er toe kwam, hoofden, slotvignetten,
en randversieringen door verschillende plaatsing
als 't ware te splitsen voor het gebruik van
verschillende doeleinden, werd de eerste stap
gedaan op een terrein, dat heden ten dage nog
altijd bewandeld wordt door het meertndeel
der drukkers.
De behoefte iets eigens te geven, schijnt ver
dwenen en allen vergasten ons, als het op
vers'erinaen aankomt op fraaigbeden, waar men
een fliLke dosis goed humeur bij Ie pas moet
brengen, om ze te kunnen verduwen. Eu daa
die tegenwoordige zucht bij enkelen om altijd
het nieuwste en zoogenaamd moderne, het eene
al leelijker dan het andere, te geven; dingen
die louter een handelswaarde hebben eu met
het begrip schoonheid niets hebben uit te
staan. Begrijpt men dan niet dat een ver
siering door hare constructie uitermate moet
aansluiten bij de te gebruiken letter eu dat
verschil van lettervorm en grootte ook verschil
van versiering in zich sluit ? 't Is wel jammer
dat het ontwerpen van dergelijke dingen uit
sluitend in handen is van onbevoi g.len, die
blijkbaar om tot hunne commissie te geraken,
een of ander Duitsch mallenboek, voorzien van
de slechtste voorbeelden van Italiaansche en
Duitsche Renaissance, maar hebben op te slaan,
om den geest vaardig over hen te doen worden.
Prenten en \erluchtingen sluiten zich in oude
drukken heel logiscb bij de letter aan, omdat zij
steunen op dezelfde beginselen. Als men een
reeks letters beschouwt, vormen ze voor het
oog een netwerk van gebogen, kromme en
rechte lijnen, die soms kruisend, dan weer even
wijdig loopend, elkaar toch altijd naderen tot
een zekere grens, die niet overschreden wordt.
En zoo ook de prent. De hoevetlheid wit
tusscLen het lijnenstel, dat de voorstelling vormt,
is evenredig met diezelfde hoeveelheid wit in
de leitermassa, vandaar harmonische evenredig.
heid tusschen tekst en plaat.
In htt begin der zestiende eeuw werd dit
verband al minder gevoeld, de plaat trad meer
als een apart iets op den voorgrond, het doel
werd uu, door middel van houtsnee een teeke
ning voor vermenigvuldiging geschikt te maken en
dat gaf aanleiding dat men in hout dikwijls
dingen sneed, die regelrecht indruischten tegen
de techniek dezer kunst, 't Is dan ook niet te
verwonderen dat men spoedig het houtblok
verliet, om de metalen plaat met hare grootere
geschiktheid om fijne lijnen in zich op te nemen,
te gebruiken.
Deze nieuwe, de houtsnee geheel tegenover
gestelde wijze van werken, was n door bare
techniek a omdat zij voor zich zelven een geheel
andere wijze van drukken eischte, oorzaak,
dat de harmonische eenheid in het boek ten
eenenmale te loor ging. Van nu af aan
ging het boek langzaam achteruit en toen ook
de traditie, die lang veel goeds had staande
gehouden, verloren ging, door gemis d r kennis
die vroeger tot de oorzaken dier traditie leid
den, was er niet eer sprake van een
wederopbloei der boekkunst dan in de laatste helft van
deze eeuw. Wel is waar wordt nog allerwege
erg doelloos gescharreld en meer geprobeerd
dan gewerkt, doch een hoopvolle schemering van
een' schoonen dageraad is toch te bespeuren.
In deze eeuw is de houtsi,êj weer in toe
passing gekomen en nu ze langzaam aan ontdaan
wordt van slechte beginselen, die geen rekening
hielden met de eischen van het materiaal, is
voor haar weer een hoopvolle toekomst wegge
legd, te meer nu de teekenaar zelf zich het
handwerk tracht eigen te maktn. Waar nu de
houtsEce als boekverluchting te kostbaar wordt,
is het een gebiedende eiscli van een konsekwent
doorgevoerd principe dat slechts van die me
chanische procédé'.», welke zich volkomen
aansluiteu bij de techniek der boekdrukkunst, worde
gebruik gemaakt; maar ook dan is de teekeuaar
verplicht nauwkeurig de wijze te overwegen,
waarop hij het te verbeelden tot uitvoei i ig brengt.
De autotypie is met hare weeke tintjes en
toontjes in fUgranten strijd met de karakter
volle letter en ze is te meer verwerpelijk omdat
ze uit den aard der zaak altijd een bijzonder
glad soort papier tot afdrukken verlangt. In
het algemeen zal men bij gebruikmaking van
eenig mechanisch procédéwel het beste bij de
gewone zineo varen, maar dan is de teekenaar
o/>k verplicht zich te bepalen tot teekeuingen
in lijnen en die zóó te behandelen dat de
aparte lijn in hare zwaarte niet onevenredig
tegen de letter uitkomst. En laat hij vooral
zijn teekeningea op dezelfde grootte maken als
hij ze in het boek wil afgebeeld hebben; want
behalve dat hij niet gedesillusioneerd zal
wezen als hij zijn werk op dezelfde en niet
op een andere schaal terugziet, bestaat
hiertegen bij het zincographisch proces mits
alles op zuiver wit en tamelijk glad papier
geteekend zij, geen enkel bezwaar. Is men
eenmaal dien weg op, dan kan bij den teekenaar
toenadering tot den drukker niet uitblijven,
want te samen zullen ze beter kunnen over
wegen, hoe en waar de dingen tusschen den
tekst geplaatst moeten worden en gemeenschap
pelijk zal door hen lettergrootte en vorm be
paald worden.
Bij geïllustreerde tijdschriften is men natuur
lijk van te voren gebonden door het gebruikte
lettertype en geeft de hoeveelheid druks tegen
het wit der pagina van zelf dea teekenaar aau
hoe hij de verhouding van zijn teekening moet
inrichten om tot een goed geheel te komen.
Het ware te wenschen dat kustenaars die
veel werken voor geïllustreerde periodieken zich
wat meer rekenschap gaven van hunne verhou
ding tot den drukker; dan zouden zeker grooter
resultaten bereikt kunnen worden dan tot nu
j toe. Drukker en zetter zullen ongetwijfeld een
toenadering heel welkom vinden en de gevolgen
van hunnen gemeenschappelijke!! arbeid zouden
niet uitblijven.
Zoo zou er een bepaalde categorie van teeke
naars ontstaan, die; daar gelaten hunne grootere
of kleinere capaciteiten, overtuigd werk, in vol
komen aansluiting met het boek, zouden geven.
Dit kan twee dingen ten goede komen en
wel in de eerste plaats dat uitgevers en redac
ties terugkwamen van bet denkbeeld dat elk
talentvol schilder tevens een goed illustrator
zou wezen; want dat lijkt er niets na, de
eischen hem hierin gesteld, zijn zoo geheel ver
schillend van zijn ander werk dat, indien hij
niet een bepaalde studie van boekversierings
kunst heeft gemaakt, daaraan moeielijk kau
voldoen; en in de tweede plaats zou het voort
durend gemartel bij het maken der reproduc
ties, een einde nemen.
Indien we dezen weg opgaan, kan er veel ver
beterd worden en zullen ten slotte onze
Hollandsche gtïlldstreerde tijdschriften ieder voor
zich een staf van medewerkende kunstenaars
op boekversieriagsgebied verwerven, die niet
alleen aan het tijdschrift een persoonlijk cachet
geven, maar ook, als gevolg van aller samenwer
king een mooi geheel tot stand zullen brengen.
J. G. V.
MIIIHIHIIIIIIMHIItllHIIIIIUIIItltHHIHHnillllllMinilllllllHIIIIIIHtlllltMt
Yetta Blaze de Bury en hare Dames d'Mep
et (Panionif imi."
(Par os, 1898).
De lezers van Cosmopolis, de Forlnitjhlly
Seciew en wat er nog meer vaa degelyk gehalte
is in de zee van Engelsche magazines zullen
zich den naam van Yetta Blaze de Bury
Trademark
THEE - E. BRANDSMA.
Trademark
Nat. Tentoonstelling
van Vrouwenarbeid
te 's Gravenhage.
-^-f,Zie in de afdeeling Hygiëne
de expositie van
KOLBÏ'
««LEI D H C H
?*" AÜV1IST1CK.
BV Verschillende Nouveauté's.
IJ&COBBfiBE,
Gevestigd te Amsterdam, Damrak 74,
Goedgekeurd W; Koninklijk Henluit van 3 December 189">, N°. 38.
Maatschappelijk Kapitaal ? 1,800,000.
Directeuren: Mr. C. L. SCOTT en Mr. PAUL L. MULDER.
Commissarissen: W. J. GEERTSEMA, Amsterdam; JOAX H. SCHMITZ, Amsterdam; Dr. JB. VAN
GEÜNS, Amsterdam; J. C. VAN GOENS, 'nOracenltage; Dr. S. J. HALBERTSMA, Itvtterdam; Prof.
l)r. W. KAPTEIJN, Utrecht; Mr. J. LUDEN, Amsterdam; Prof. Dr. J. A. C. OUDEJIASS, Utrecht:.
Jhr. F. VAN REENEN, Zeist en E. W. SCOTT, Amsterdam.
$jf De Maatschappij verzekert pensioenen, uitte betalen zoo dikwijls en zoolang
de verzekerde door invaliditeit, onverschillig of deze voortspruit uit ziekte of on
geluk, buiten staat is zijne beroepsbezigheden te verrichten.
PHILIPPONA KETELAAR,
fournisseur de la Cour.
li A I. V K K S T K A A T 166, A M H T K II 1> A
GRANDE SFECIALITE POUR
Troiisseaiix & Layettes.
Sur demande envoi franco de Devis et de modèles.
Cacaofabriek Mexico".
K1NADRUPPELS van Dr. DE VRIJ,
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzncht.
Vraagt overal de Q verzegelde flacons
a f 1.?, voorzien van nevensstaand
fabrieksmerk. Men lette daarop.
Bij overmaking van een postwissel al */?>/-» -*« ? *?
/ 1.15 volgt franco toezending door de j <OOG cl. Q. ZAAIN,
Chemische Fabriek
Cacaofabrikanten,
van H. NANKING, Den Haag.
HOLLAND.
BOEKBINDERIJ.
<Album- en $ortefemllefabriek.
KERKSTRAAT 53, AMSTERDAM.
SPECIALITEIT IIV
Kantkussens voor Kant borduren.
ELIAS P. YAN BOMMEL.
DRIMT HOLLAIVDIA" TAFELWATEB.
Eerste leierlanisctie HfpoMIneflanl,
gevestigd te 's-Gravenhage, Wagenstr. 43.
Directeuren: J. BOOSENBÜRG & C. H. BI ERM A N,
De Bank verstrekt geld tegen matige rente (zonder vooruitbetaling)
onder eerste Hypothecair verband op Huizen en Landerijen en geeft
Algemeene Hypotheekbrieven uit van 4 pCt., tegen den koers
van 100% pCt., in stukken van / 1000.?, /o'.O.?, en ?100.?, interest
l Januari en l Juli.
Door de overeenkomst die de Bank heeft gesloten met het »Algemeen
Administratie- en Trustkantoor" te Rotterdam worden de houders van
Algemeene Hypotheekbrieven onder meer gewaarborgd: dat de Bank
geen hooger bedrag aan Hypotheekbrieren kan uitgeven of in omloop houden,
dan de tot dekking daarvan strekkende waarden; dat de Hyp. inschrijvingen
zonder medewerking van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor niet
mogen worden geroyeerd en dat zij, bij deconfiture der Bank, zonder hun
recht tegen de Bank te verliezen, een uitsluitend recht krygen
op de Hyp. vorderingen waartegenover Al g. H y p.-b r i
even zijn uitgegeven.
Prospectussen en nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Agent
Mr. J. C. BOAS, Amsterdam, Doelenstraat.
4 pCt. Algemeene Hypotheekbrieven verkrijgbaar by de Kassiers der
voornoemde Bank, de Heeren CRAMERÜS & THEIJSE.
IMCHMG TOT VffiVAARIMG VAN LÜXMEÜBELS.
Zult-H o m m «I.
Persoonlijke Dienstplicht.
Onderlinge Verzekering-Maatschap p ij
J C V E i\' X U fe",
gevestigd te AMSTERDAM. Opgericht 1887.
Afd. I: Verzekering tegen de onkosten en geldelijke nadeelen aan
den Persoonlijken Dienstplicht verbonden.
Billijke premiën volgens verschillende tarieven.
Men vrage prospectus en verdere inlichtingen aan het Hoofdkantoor DENT
TEXSTRAAT 41, of hij A', verschillende agenten.
DE IIUI.SI UK l!l!00l!l Alülltk
139 BilJerdijkstraat, 's-Gravenhage,
verzendt na ontvangst van postwissel,
franco door geheel Nederland:
Divers Gebak in trommeltjes en
LUXE TROMMELS waarvan Prijs
courant op aanvrage wordt verzonden.
LUXE TROMMELS inhoudende Zoute
Krakelingen of Zoute Bollen 90 cents;
Zoutstengels 95 cents ? Bitterkoekjes
f 1.50; Zaadkoekjes (Theario) ?1.70.
SPECUL,AAS Frlescbe f 130,
Ie soort ?1.10, 2e soort ?0.95.
N.B. 2 trommeltjes HAAGSCHE
Beschuitjes 95 cents, 2 trommeltjes
Aoysbeschuitjes ? 1.15.
J. ROEIERS v. LENNEP, Directeur.
Professor: Wat zou u doen,
als u ontdekte, dat een menscb, dien
ge bezig, waart te ontleden, nog leefde V
Student: Ik zou 'm vragen, of
by het goed vond, dat ik voortging.
Opstel van e e n j on gen o v er
zeep: Zeep is een soort van stof,
waarvan men kleine, mooie koekjes
maakt, die lekker ruiken, en heel naar
smaken. Zeepsop byt het meest als men
het in de oogen krygt. Pa zegt, de Es
kimo's gebruiken nooit zeep; daarom
eindig ik dit opstel met den wensch,
dat ik ook graag een Eskimo zou willen
worden.