Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1110
Inziet in de
Het is gaed gezien van den heer Mengel
berg in het begin ran het winterseizoen
reeds het repertoire van ons
Concertgebouwoichest te verrijken met de verschillende
werken, die in den laatsten tijd zyn versche
nen. Midden in den winter toch \ ordt van
het orchest, vooral buiten de hoofdstad, zooveel
gevergd, dat allicht de tyd te kort zou schie
ten om aan de noviteiten- die conscientieuse
zorg te wijden, die ons steeds zoo weldadig
aandoet, bij al wat ons door dit voortreffelijk
orchest wordt geboden.
Donderdag 15 dezer begon de serie van
avond.uitvoeringen, die steeds meer bezoekers
tot zich trekken, ook zonder het verleidelijke
lokaas van prima donna's en andere aantrek
kelijkheden op solistisch gebied. Dat ik deze
eerste uitvoering niet kon bijwonen spijt mij
het meest, omdat er voor het eerst het
Guntramvoorspel van Rich. Strauss werd gespeeld. De
heer Mengelberg zal het zeker b\j deze eene
uitvoering niet laten, zoodat ik hoop er spoedig
op te kunnen terugkomen. Overigens zal zeker
door heel het muzikale jong-Amsterdam met
groote spanning worden tegemoet gezien, de
uitvoeringen van Alto eprach Zarathustra" en
don Quixote" beiden eveneens van Strauss.
Waarlijk, men moet den heer Mengelberg
dankbaar z\jn voor de voortvarendheid, waar
mede hy de jongste orchestwerken van dien
genialen componist tracht te intr&duceeren.
De uitvoering van 22 dezer bracht ons drie
noviteiten: Eine Lustspiel ouverture" van
V. Reznicek, Le Frintemps (tableau musical)
van Glazounow en SüJslavische Rhapsodie"
van K Bindl.
Von Reznicek is in Duitschland het meest
bekend door zijne «Donna Diana" waarvan de
muziek als zeer geistreich" geroemd wordt.
Zijne Lustspiel-ouverture heeft op my niet
dien indruk gemaakt. Noch aan geest, no.h
aan gedachte biedt dit werk iets, wat zich
ook maar eenigszins onderscheidt van gewoon
maakwerk in Mendelssohnschen stijl met een
ietwat modern orchestgewaad. Doch
Mendelssohn wist zy'n stijl te bezielen met een warm
gevoel l melodisch leven, terwijl Reznicek, zyn
epigoon, het nauwelyks verder brengt dan tot
een rlythmisch figuur, hetwelk op zich zelf
wel aa>dig gevonden is, doch het werk, door
de hardnekkigheid waarmede het worde aange
wend, met tot z gen strekt. Als inleiding voor
een Luitspiel" zal het overigens wel kunnen
dienst doen.
Het werkje van Glazounow is meesterlijk
geïnstrumenteerd en daardoor wel in staat
eene poëtische stemming op te wekken; maar
toch miste ik in de melodische vinding dat
bekoorlijke, dat alleen in staat is op den duur
te blijven boeien.
Een zeer schitterend en kleurrijk
orchestwerk is zeker Bendl's Rhapsodie. My trekt
echter het brokstukachtige van dien kunstvorm
niet bijzonder aan, zoodat ik ook moeilijk over
dit opus als geheel voldaan kan zy'n, hoewel
er zeker zeer fraaie gedeelten in
voorkomenEen der heerl^kste werken uit de Roman
tische school, de derde f-ycnphonie van Schumann,
vulde het tweede deel. Sxlert zeer lang had
ik dit werk niet gehoord. Opnieuw trof het
my', hoe daar een onmetelijke rijkdom van ge
dachte in neergelegd is. Daar, waarin juist
min of meer de drie bovengenoemde werken
een minus aanwijzen, nl. in de conceptie, vindt
men hier een plus.
Dat de instrumentatie niet op de hoogte
staat van meesters, zelfs uit Sehumann's tijtl,
is bekend. De voortreffelijke uitvoering trachtte
zooveel mogelijk over dit manco heen te helpen.
Vooral het eerste deel met zy'n vurige, brui
sende, rhythmisch zoo praegnante hoofdmelodie,
maakte een schitterend eflekt. Alleen zou men
hier het strijkkwartet misscbien wat sterker
gewentcht hebben. Het tweede gedeelte denk ik
mij iets vlugger dan de heer Mengelberg; doch
in het liefelijke derde ged;elte kwamen alle
heerlyke intentiën van Schumann's bloeiende
scheppingskracht tot gelding. De idyllische
portato-figuur van vier zestienden in de
eerste violen en het verrukkelijke klarinet
motiefje werden o. a zoo buitengewoon gracieus
en zoo vol distinctie uitgevoerd, dat letterlijk
niets den indruk van groote bekoorlijkheid
kwam verstoren. Ook is in dit deel, waar
Schumann de trompetten en bazuinen het
zwy'gen heeft opgelegd, de instrumentatie
bepaald zeer schoon en vol weekheid.
Het feierliche" van de Domscene en het
kernachtige van het finale kwamen eveneens
uitstekend tot hun recht.
Het was m\j een groot genot deze heprlyke
symphonie van Schumann weder 'm te hooren
en vooral op zoo voortr. ffelyke wijze,
ANT. AVERKAMP.
?ItlllllMlllltllllllllHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllll
Boek en Tijdschrift.
Tweemaandelijksch Tjjdschrift.
Het lykt me onjuist en ook onbillijk Aletrino
zijn moeiheid te verwijten, hem daarmee te
veroordeelen. De litteratuur van een volk wordt
niet gevormd uit een enkel levenss?ntiment,
maar is de agglomeratie van veel, de woorduit
beelding van velerlei gevoel en velerlei
waarnemin». En hoe meer verscheiden deze scha
keering is, des te iyker wordt de litteratuur.
Hoe men een schrijver kan vragen zich te
vervormen naar een andere, een meer
algemeene, of minder opzettelijke schrijfwijze, is
my onbegrijpelijk. Als Aletrino anders zou gaan
schryven dan hu doet, is hy niet meer wat hy
nu is. Want het geschrevene is toch een deel
van den schrijver zelf, het is in woorden bren
gen van zy'n. eigen levensientimen»', het weer
geven in eigen woorden van het door hem
eigen-geziene en eigen-waargenomene.
Ken litteratuur, die slechts enkele geyjkte
schry'fmanieren had, zou beslist dood zijn, zóó
dood dat er niet meer aan te twijfelen viel,
omdat daarin alleen de vormen zouden spreken
en niet meer het gevoel en de waarneming
van den schrijver die de woorden bezigt. Stad
huis- en andere officieele taaltjes zya er om
het te bewyzen.
Het schryven wordt zoo een aangeleerd
kunstje van lage orde; het eigenst-zelf gaat
verloren in algemeene woorduitdruking. Die
men-chen spreken dan met woorden van ande
ren, zoo goed als iemand, die nooit eea koning
sprak, en. voor 'c eerst van zyn leven hiervoor
geplaatst, de woorden zal bezigen, die hy in
een boek, -of hoe dan ook van anderen heeft
vernomen, en later terdege merkt, dat hij van
zichzelf een heel verkeerd begrip heeft ge
geven.
Voorwaarde tot oprecht en eerlyk werk is
zichzelf- te-latec-gaan, en hinderlijk wordt het
als anderen, omdat zij met dat sentiment niet
instemmen, ex tegen op blijven botsen. In
litteratuur heeft ieder zyn eigen gevoel en
eigen waurneming uit te spreken en de
zielsmoeheid van Aletrino is eve.i goed een
deel van de gevoels-agglomeratie als welk and T
sentiment ook. Wj hebben alleen te
beoordeelen hoever hij het hierin heeft gebracht, en
dan zyn er tegen Aletrino's werk wel eenige
bedenkingen, zooals nu ook weer blijkt by zijn
schets .Avond" in dit tijdschrift.
Aletrino is misschien onze meest precieuse
woordzegger. Hy voelt, dat het woord nooit
precies zegt, slechts benadert, daarom nuafl'
ceert hy en naanceert hy nog eens om zóó toch
te komen tot het juist-dffinieerende. Een enkele
rake zin die het doet, vindt men bij hem zoo
goed als nooit. Het is altyd uitgewreven tot het
chaotische toe, het is het zien van veel kleuren
over elkaar, het voeleri van veel aandoeningen
die in elkaar vervloeien. Hy nuanceert te veel.
Men leze dezjn zin :
.Overbuigecd in een hoog-rustige dippte,
strakte de hemel egaal-kleurend in eeu don
kerblauwe welving boven het lage land, zacht,
tier, heenlossend naar het Westen tot een
week-groene tint waarin de gulden rozing van
het wijkend zonlicht vaagde, vér lichtend in een
beweêglooze gloeiing."
Wanneer men uit dezen zin slechts enkele
woorden licht krijgt men de stemming door
den schrijver gezocht, maar die nu verloren
is in de teere veelheid, van nog-eens en
nogeens nuanceerend te beschrijven.
Meestal blijft er voor den lezer geen anderen
indruk over, dan de stemming uitgedrukt in
de woorden moe en vaag. Maar dit ia niet de
levensmoeheid van den schrijver, meer het ge
volg van het tot-in-het-oneiudige willen
preciseeren van het door hem gevoelde en
waargenomene. Men verwart dit dan.
Van Cyriel Buyitse is er een schets Van
Alleyne's ziel", nader aangeduid als een psycho
logische studie van bijgeloof, 't Is beter werk
dan hij in den laatstea tyd produceerde. Stroeve
woordej, een soort Stadhuistusschenzetsels als:
nochtans", Xen pry'ze", ziehier hoe'', wel
verstaan", byvoorbeeld, zijn er nog wel, maar
?de stijl is beter. Druk misbruikt hy' uog het
woordje alshet ware". Wie litterair werkschryft
moet zoeken naar het preciese woord en zich
niet tevreden stellen met net benaderend als het
ware", maar al te vreemd wordt het als uy^se
zegt van den boer, die meent, dat hy van den
duivel bezeten is, en daaronder lijdt, dat zyn
leven gedurende drie dagen en drie nachten
als liet ivare een afschuwelijke nachtmerrie was.
Ik denk dat dit wel eelmaal een nacht
merrie is geweest. Hieruit is at' te leiden, dat
Buysse het woord gebruikt als een stoplap,
zouder de beteekenis van benaderingswoord er
van te kennen. Mait' is ook een ongeëvenaard
prachdgen starreuhemel." Zoo'n sterrenhemel
zal toen meer voorkomen. Ongeëvenaard is
heel wat anders, maar dit zijn maar kleine
dingen. Er staat heel veel goeds in deze schets.
Als psychologische studie van bijgeloof is ook
nog wei wat at te dingen. Het psychologisch
moment is toch wanneer de boer werkelyk gaat
meenen bezeten" te zyn, wanneer hy in z.ch
begint te voelen de niet te keeren-neiging tot
duivelskunsten. Dit moment, hét moment is wel
wat makkelijk afgedaan. Het is gewoon schets
matig en geen studie van littera» e psychologie.
Wat later komt zyn de gevolgen"; deze z^n met
scherp realistisch talent geschreven. Dan zyn
er nog gapingen : hoe komt de boer b.v. in-eeus
aan de OO frank, de som waarvoor hy zich
eerst aan de duivel ging verkoopeu?
Hetniethebben van die '2M trauk is toch de oorzaak.
Ook als ontleding is dit stuk van Buy se zeer
merkwaardig om te lezen zelfs ondanks de
tekortkomingen.
In deze ati. dan verder nog: een vervolg van
uit de Nieuwe Tuin" van Albert Verwey, een
fragment van Ary Prins, de Heilige Tocht",
het laatste gedee.ie beschouwing over de zaak
Hoogerhuizeu door F. v. d. Goes en een zeer
doorwerkt artikel over Hegel djor prof. Bollaud
dat nog in volgend afl. wordt voortgezet.
* *
*
De Arbeid.
Wie nog niet wist of twijfelde, dat dit
ty'dschrift van jongeren zich NIKT kant tegen de
N. Gidsrichting, al zeggen ze het, maar wel
een verder-gaan er-van ie, zal dit nu wel dui
delijk worden uit de beoordeeling van Van 't
Hoog's verzen in afl. 5.
De April-grap waarmês men bij 't verschij
nen dit tijdschrift plukhaarde was misschien
in zooverre juist, dat de redacteur in zyn
charade, voor een oogenblik zelf geloofde dat
hu' tegen de JT. Gidsrichting was, terwijl het
in waarheid slechts betreft enkele personen
wat het persoonlyke aangaat, en het terug
gaan of stilstaan van de litteraire beweging
in 't algemeen nu enkelen een vaste plaats
hebben bereikt.
Er is in deze afl. een misschien wat druk
van-opzet, maar daarom niet minder knappe,
gevoelige novelette Op de Blauwbaard" van
F. Walraedt van Royen, een procédéom de
oude letterkundigen wanhopig te maken. Dan
nog van den redacteur Ed. Verburgh een ge
deelte tooneelspel de apotheose van Jazu-i
Christus". De Londensche indrukken van Carel
Scharten zy'n wel wat vaag en niet zoo
by'zonder, als zyn ze byzonderlyk gedruk'. Ze kun
nen overal zóó opgedaan worden. Londen zelf
is er maar zeer zwak ia. Dan zyn er gedichten
van Albert v. Traazel en van Scharten, en nog
een vertaling van Robert Brownings In k
B*lcon", door Verburgh.
G. VAK HULZEN.
Schetsen uit de kazerne, door HBNRI
METER. G. Dalwei & Co., Rotterdam.
Op den omslag een soldaat, zooals die in
een kluchtspel wordt geparodieerd, een wezen
in uniform, met een rooden neus en in
kennelyken staat, moeite doende om het militair
saluut te brengen.
Heb ik het wel, dan heeft de teekenaar ons
het beeld willen geven van een remplac/int,
en remplac.anten waren natuurlek altijd
dronken!
De heer Henry Meyer maakt het in zyn
schetsen al niet veel beter dan zyn teekenaar,
alhoewel hy belooft >den lezer een denkbeeld
te geven van la vie intime van den soldaat,"
zooals hy dat heeft bijgewoond.
Zooals hy' dat heeft bijgewoond.... ronduit
gezegd mir fehlt der Glaube.
Neen, als ik wel heb, dan verstaat de heer
Meyer beter het kunstje om aan een bitter
tafeltje heel grappig dicht en ondicht
samenvlechtend iets uit de kazerne te ver
tellen, dan het kazerneleven naar waarheid te
schetsen op het papier. Of staat in de cantine
van het Regiment Grenadiers en Jagers de
jeneveiflesch tot 's avonds laat op tafel, en wor
den daar de jonge miliciens den eersten morgen
na hun komst in de kazerne onmiddellijk beti
teld als «smeerlappen ?" Wordt ook niet in
de residentie een bijzondere zorg besteed aan
het schoeisel der miliciens?
Doch ik laat hier den heer Meyer een
oogenblik zelf aan het woord, waar hy mede
deelt, hoe de compagniesbarbier aangewezen
is om een jong milicien uit Vroomshoop »den
borsteligen ringband te fatsoeneeren," (mili
ciens met ringbaarden zijn overigens niet talrijk)
Trademark
THEE - E. BRANDSMA.
Trademarlt
KOLDEÏEIJ & CORBIÈRE,
|fk L K l SCH KHTK..»«
»" .AAlH'lALItU.A.Al. "W
Groot Beddenmagazgn.
Groote collectie Wegen,
Kinderledtkanten, Luiermanden,
Babytafelljes, Babyba?cules, etc.
etc. Vraagt geïllustreerde catalogus.
Gevestigd te Amsterdam, Damrak 74,
Goedgekeurd hij Koninklijk Jimilmt ran S December lsi)!i, .V». 38.
Maatschappelijk Kapitaal/ 1,800,000.
Directeuren: Mr. C. L. SCOTT en Mr. PAlh, L. MULDER.
Commissarissen: W. J. GEEKTSEMA, Amsterdam; JOAN H. SCHMITZ, Amsterdnm; Dr. JB. VA>
GEUNS, Amsterdam; J. O. VAN GOENS, 'sGrarenhage; Dr. S. J. HALBERTSMA, Itotteraam; l'rof
Dr. W. KAPTEIJN, Utrecht; Mr. J. LUDEN, Amsterdam; Prof. Dr. J. A. C. OUDEMA.VS, Utrecht
Jhr. F. VAN REENEN, Zeist en E. W. SCOTT, Amsterdam.
$jf De Maatschappij verzekert pensioenen, uit te betalen zoo dikwijls en zoolanf;
de verzekerde door invaliditeit, onverschillig of deze voortspruit uit ziekte of on
geluk, buiten staat is zijne beroepsbezigheden te verrichten.
f-EN JONGMENSCH van goeden huize,
Duitscher, zoekt tegen den len
October in Amsterdam, Kamer en
Pension in eene fijne familie, waar hij
zich desnoods bij zou kunnen aansluiten.
Offerten onder I L 6988, aan het bureau
van dit blad.
Persoonlijke Dienstplicht.
Onderlinge Verzeker! u g-Maatschap p ij
j u v K m T r M,
gevestigd te AMSTERDAM. Opgericht 1887.
Afd. I: Verzekering tegen de onkosten en geldelijke nadeelen aan
den Persoonlijken Dienstplicht verbonden.
Billijke premiën volgens verschillende tarieven.
Men vrage prospfctus en verdere inlichtingen aan het Hoofdkantoor, DEN
TEXSTEAAT 41, of bij de verschillende agenten.
PHILIPPONA KETELAAR,
KAL VERSTRAAT 166, AIHSTERUAH.
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en Luiermanden.
Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen franco toegezonden.
KINADRUPPELSvan Dr. DE VRIJ.
Het krachtigst werkend middel tegen
Halaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzucht.
Vraagt overal de [3 verzegelde flacona
a ? 1.?, voorzien van nevensstaand
fabrieksmerk. Hen lette daarop.
Bij overmaking van een postwissel a
/ 1.15 volgt franco toezending door de
Chemische Fabriek
van H. N A N N ING, Den Haag.
Biljartballen
Ie qualiteit Ivoor, met garantie; alsmede Lakens,
Queuen, Pommeranzen en verdere
Siljart-Artikélen, En-gros b\j A. OVERES, 's-Hertogenbosch.
Koopt oude Ballen tegen hoogen prtfs.
DRINKT IIOLLANDIA" TAFELWATEB.
GREEVE
ZOON,
Speciale Magazijnen van Pelterijen.
Kalverstraat 162, AMSTERDAM, Kalverstraat 102,
Maandag 3 October a.s. OPENING van bet Winterseizoen.