Historisch Archief 1877-1940
e
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1110
Aan alle geduld komt een eiele.
(Punch.)
JOHN BULI, (lot den Sultan) : »Nu heb je hier op Creta lang
genoeg den boel bedorven. Er uit, hoor, en voor goed !"
Alüjil vooruit!
(Judgc.)
Het oude paardje gaat Uacle Sim niet hard genoeg mede.
deinst, grof.
(Judge.)
MAMA : »En van welk beest krijgen we melk V"
FLOORTJE : «Van de melkboer!"
Een ondoordachte vraag.
Mevr. BEVEHI.Y : »Wat bedoelen ze toch met 't dragen
van verborgen wapens V'
BEVERLY : »W'anneer je je tong tusschen je tanden houdt."
MimiiifimimmmtiliitimiiiiifiiiijjJimiitiiimin
iimiliiimit
CORRESPONDENTIE.
[Wegens plaatsgebrek moest de opnemirg
van eenige stukken worden uitgesteld
REU.]
IIIHHmiHHIItHIIIIIUIIItlllllll)
Nogmaals het geslacht Eyertsen,
Uit een boek, waarvan ik, helaas ! titel noch
schrijver meer weet, nam ik eene geslachtelijk
der familie Evertsen over, met 'n enkele aan
wijzing van de betrekking, waarin de d;io>
opgenoemde personen werkzaam waren H er
door ben ik in s'aat, eenige van de door den
heer t. C. in 't vorige no. van dit blad ge
vraagde aanvullingen te geven, die ik hieronder
laat volgen.
De broers en zusters van Johan E. (He
geslacht) waren:
1. Hendrik E, gehuwd met Neeltje
Cornelissen; van Lem staat aangeteekend dat Lij
blind was.
2. Ecert E., ("zoon uit het tweede huwelijk)
geLuwd met Maayken Hendiickse.
3. Geertje E, geLuwd met Jan GLijselink.
Bij Let llle geslacht (kinderen van Johan
E en Maayken Jans) vond ik:
Earst twee dochters n.l.
1. Maai/ken E, gehuwd met Jan Ie Sage.
2. Tartweken E., geLuwd met Gilles
Cornelisz; vervolgens met Rogier Lambrechtsz;
eindelijk Hendrik Havichorst.
Daarna een zoon.
3. Ecert E., zonder aanwijzing van ge
boorte of sterfjiar. Daar echter een in 1003
geboren zoon denzelfden naam ontving, zal
Lij wel vóór dien tijd jurg gestorven zijn.
Als voornaam van den vroeg overleden zoon
van Evert E. (1603?1025) vind ik Eyert
opgeteekend.
Tusschen Evert E. (geb. 1003) en Pieter E.
(geb. l OOG) vond ik nog een
4. l'teter E, die echter al vóór l OOG moet
overleden zijn omdat zijn toen geboren broeder
denzelfden naam ontving.
Als zuster van bovengenoemde wordt nog
genoemd:
5. Jmncken E. geLuwd met Jan Rameussen.
In Let IVe geslacht worden als kinderen
van Johan E en Maayken Cornelissen Gorkoms
opgegeven, behalve de twee, ook aan den heer
t. C. bekend:
1. Catharina E., hier als gehuwd genoemd
met Mattheus de la Pul ma (dus niet Lare
tante CntLarira, zooals de Leer t. C. opgaf)
2. Ecert E, geboren 10:30, sterfjaar on
bekend.
In Letzelfde geslacht, als kinderen van
Cornelis E. den Ouden (1010-1000) behalve
de reeds opgegevene: 1. -tohan E. 1041?1051).
2. J'icter E. 1048?1703, boekhouder. 3.
Maria E. gehuwd met Carel de Ridder. 4
en 5. Twee zoons (felei/n E. beide vóór hun
broer Geleyn (1055?1721) geboren en ge
storven. 0. Joltanna E. blijkbaar jong gestorven,
omdat wij als dochter uit Let tweede Luwlijk
nog vinden: 7. Jahanna E. gehuwd met Willem
van Grijpskerke; eindelijk: 8. Johan
/.celandicus E. 1000?1710 (kinderloos of ongehuwd).
De twee jong overleden zoons van Cornelis
E. de Jonge (10"28?1070) Ye geslacht waren:
Johiin (geb. l'!07) en Cornelis (jeb. 1G70 .
De vier kinderen van Herman E. (1057?1730)
Ve geslacht, door den heer t. C niet opge
noemd, waren : Joltnnnn, (liarlotta Maria,
Maria en Anna Maria E.: van allen
geboorteen sterfjaar onbekend.
liet tweede kind van Johan E. en Catharine
Sara Elftdijk, Vle g'eslacht, was: l'ornelis
Johan E. De dochter van Cornelis E. en
Catharina Elis. de Ridder, Vle geslacht, heette:
^Luria Sara.
De niet genoemde kinderen van denzelfden
Cornelis E., uit zijn Luwlijk met Martha
Cornelia Ockerse zijn de volgende: 1. Jtwoliu.
('orni'lia I''., 2. Mar in JoJianna /?.'., 3. Cornelis
E, 4. Mart/arctha Wtlltelmina E., 5. Anna
Cornelia E., gehuwd niet Jan Jacob Brahé.
0. Jacoba liicliardina E., gehuwd met Adriaan
F. van Deinse. 7. Maria Antonia E., gehuwd
met Anthony Huisman. 8. Margaret/ta /'.'.,
gehuwd met Franrois Pieter Goethem. il.
Cornelia Gerurdina.
Hun broeder Herman E (1727?1778) huwde
eerst met Anna Maria Parker (zoons : Cornelis
en Wilhelm) en daarna met Magdalena Maria
v. Gelre (zoon: Cornelis Cromstrien).
Bij het Vlle geslacht kan ik nog aanvullen :
Cornelis E., (zoon van Herman E. en Anna
M. Parker), werd geboren in 175,'i en huwde
Louisa Wilhelmina van den Broeck.
Wilhelm E., (broeder van voornoemden Cor
nelis) werd in 1751 geboren en huwde Sara
Geertruid Lambrechtsen.
die steeds omvangrijker wordt, kan dit kan
toor goede diensten bewozen.
Men kent het beginsel van de verzekering
op allerlei gebied, als: brand*, zee-, land
bouw- ca levensverzekering. Samensmelting
van Let belang van alle verzekerden waardoor
de verdeeling der risico plaa's vindt. Dit
goede, wijze en vruchtdragende beginsel wordt
ook allengs meer toegepast in de effectenwere'd.
De inscLrijving toch is Dinsdag en Woensdag
opengesteld geweest bij de gebr. Wiegman (
alhier op drie millioen francs aandeelen in j
de Compagnie industrielle de SJgiqae te |
Brussel tegen den koers van 125 francs per
aand. van fr. 100. Het doal der mp\j is ,
zegt het prospectus deel te nemen in bel- '
gische en buitenlandsche ondernemingen van
allerlei aard op industrieel, handels en finan
cieel gebied.
De schitterende uitkomsten, door alle onder
nemingen, op genoemd beginsel berustende,
geleverd, mogen, gaat het prospectus voort,
met grond ook voor de genoemde mp\j. ver
wacht worden. In verband Liermede beeft de
Compagnie auxiliaire industrielle de Bdyique,
die over 189? vyfiien percent dividend uit
keerde, hare medewerking tot oprichting der
nieuwe mpy. verleend. Het ingeteekende be
drag is tienmaal grooter dan het gevraagde.
C. te G. 1. Ja. 2. Ook de W. St. Pet.
Bedenk evenwel dat deze in 1916 a pari
aflosbaar zijn en derhalve van de coupon
opbrengst een betrekkelijk groot gedeelte voor
aflossing moet afgezonderd worien. 3. De
middenprijs van ongeveer 65 voor bijna 29
honderd pakken tabak was cxtra-ovdinair
ongunstig.
B. te Z. Achteruitgang heeft niet plaats
geLad. Zie boven. Een matig gedeelte van
uw vermogen ku .t ge wel in die stukken
belegd laten.
D. STIGTEB.
A'dam, Alexanderkade 4, 29 Sapt. '98.
Cornelis Cromstrien E was getrouwd met
Christina Petronulla Angélique Vegelin van
Claerbergen; bij heeft nog eeue docbter gehad:
Maria, Magdalena E., die gehuwd was met
Marinus Wilhelm de Jonge.
Eindelijk kan ik in Let VlIIe geslacht nog
noemen : als dochters van Johan E. en Cornelia
J. van Schuylenburch:
Conslantia Juhanna Wilhelmina Helena E.,
goh. met May van Huuipguen en Hdena
Francisca Louise E.
In 't zelfde geslacht omtrent de kinderen
van Wilhelm E, (1751 -1802), dat Herman
E. in 1770, Nicolaas h), in 1778 geboren was
en dat de derde zooa den naam droeg van
Cornelis Constaiain.
Moge de vraag tot aanvulling van hptgeen
de t. C. meedeelde en Let niet afkeurens
waardige streven r,aar volledigheid de bijzondere j
dorheid der bovengenoemde opsomming van
namen en jaartallen veroLtschuldigen.
J. LOOSJES.
Een metalen IrnisriËer.
(Ingezonden.)
Gaarne vprleenen wij eene plaats nnn het
onderstaande se! rijven. (ÜKD.)
De oudstrijder Wicher Dalsem, wiens por
tret hier boven staat, is geboren den IS
November 180") te M>'i>p<>I. In zijne jeugd
was hij scbippersknechv reisde door het
geheele land, waarvan de oude man nog veel
weet te verhalen. Eveneens weet hij veel te
vertellen en Lij doet zulks gaarne van
den Franschen tij 1 en de Kozakken.
Den 10 Dec. l Si;) ging de kleine Wicher
eens met zijne moeder wandelen. Kabij de
groote kerk gekomen zngori zij dat van den
toren de geliefde orarjavlag wer l uitgestoken
hetgeen zijne moeder eor.e vreugdekreet
ontlokte. Nog weet Dalseru zich de woorden
zijner moeder te herinneren: »Goddank, daar
waait Viójr d'orarjevlag", sprak zij in ver
voering.
Kalm en rustig ging zijn leven al schippe
rende voorbij totdat d« koning zijn diensten
als soldaat vroeg. In 1824 viel hij in de loting
en werd Lij bij het voetvolk te Zwolle inge
deeld waar destijds de tweede brigade, zevende
afdeeling in gan.izoen lag.
Dalsem diende ala een flink soldaat, had
nooit straf en bracht het spopdig tot korporaal.
Toen in het benarde jaar 1825 de Overij^selsche
Zeedijken bij Vollenhove doorbraken werd de
hulp der militairen ingeroepen. Dalsem hielp
daaraan flink mede.
In September van dat jaar ging hij met
groot verlof en ging weer varende en zeilende
zijn geboorteland door tot 1830 ia welk
jaar hij huwde en schutter werd. In December
werd hij opgeroepen en vertrok naar
Koevorden om aldaar vestingdienst te verrichten.
De toenmalige bezetting was inmiddels naar
Belgiëgezonden en toen Dalsem in April 18 i l
bevel kreeg om ook naar de Belgische grenzen
op te trekken prijkten de zilveren
sergeantsstrepen op 's mans mouwen. In gezwinde pas
Irok men op Zwolle aan, vervolgens over
Nijmegen en Tilburg naar het kamp van
Gilse-Kijen en later naar Aarle- Rixel. Vier
jaar bleef Dalsem in Brabant dienen onder
opperbevel van den braven Bernard van
Saxen. Menige tretl'jnde geschiedenis weet
de oudstrijder te verhalen uit die veel
bewogen jiren, waarin in de eerste plaats
geëiscbt werd >trouw aan Koning en
Vaderlai.d". Het kruis waarop deze leuze staat
gegrift, werd hem bij het eindigen van zijnen
dienst door zijnen commandant op de borst
gehecht. Dat kruis heeft hij 04 jaren lang
mogen dragen, op dat bronzen eeremetaal is
bij trotsch. Na den dood zijner vrouw woont
de oude man bij zijn dochter in, die weduwe
is, die met hard werken Laar brood, maar
dat brood met eere verdient en dit deelt met
haar vader. De oudstrijder die nu bijna 93
jaren telt, heeft echter weinigbehoeften, ofschoon
kras van geest en fl nk van gehoor, mist hij
het gezicht; het licht zijner oogen is door
zijne koogen ouderdom bijna uitgebluscht. Het
was eene goede gedachte van eenige ingeze
tenen aan, Dalsem eene ovatie te brengen op
den inhuldigingsdag van II. M. onze Koningin
die hij ook van H. M. Willem I. II en Ifl
Leeft medegevierd. Met een rijtuig werd
hij opgehaald en vergezeld van een paar leden
der feestcommissie met een muziekkorps voorop
eene tocht gemaakt door de stad en werd
tijdens den rondgang eene collecte voor hem
gebonden, zoomede op het daarop volgende
avondfeest. Voor de hem bewezen eer en
voor de ontvangen giften was hij zeer dankbaar.
Mogen zich velen genegen toonen den levens
avond van den ouden braven man te verlichten
en hem te steunen in zijn hoogen ouderdom !
De ondergeteekende, die ook zijn portret
maakte, belast zich gaarne met het in ontvangst
nemen van gaven voor den 93 jarigen veteraan
Wicher Dalsem.
Meppel, Sept. '98.
K. Sl'AN.IAAKU.
QHE1TSJES
Een IM der wereM.
Naar het Duitscfi,
?van KiitiiE SCHIMIACUER.
Auf der Vofftlviete
Hal er sis gefragt;
Lielist du mich Luise?
l'nti sie kat ja geaugt....
Deze straatdeun werd door de trompetten
van een klein orkest uitgescbetlerd iu de dans
zaal van den dikken herbergier Johaun Grothe.
Mannen en vrouwen draaiden daar vol ijver
in het rond, zuodat Let stof tot asu de zolderiug
opvloog, de bontgeklturde vlaggen en papieren
guirlandes aau de muren bijna onzichtbaar
maakte, den muzikanten in de altijd droge
keel drong, en de foriche dansers en de stevige
danseressen menige lach- en hoestbui bezorgde.
Alles was tot op da laatste plaats bezet.
De planken vloer steunde rbyUimisch onder
deu last der dansenden, en zij d e niet mee
dansten zaten te rojkeu of te drinken aan de
tafeltjes, die roudum langs de muren stonden,
cu die alle reeds bedekt waren met
klevjrignat.tu kringen, getuigen van een groot
bierverbruik.
Als roode punten schemerden de lampen in
de dikke, warme lucht, waarin de gtur van
st.rkeu drank eu bier en van verld'te menschen
zich vermengde met petroleumwalm en tabaks
rook, zoodat de vensters van de balzaal dik
beslagen waren.
Geienen iu een drukke winkelbuurt, en
tt gelijkertijd in de nabijheid van een groole
machinefabriek, was Johann Grothes daushuis
«Iu den Wildeman" de verzamelplaats van eeu
zeer gemengde clientèle. Ten eerste werd het
bezocht duor de zonen van Mercurius uit den
omtrek, van den jongsten bediende af tot den
eersten verkooper toe. Al deze jongelingen, die
over 't algemeen eerder sluuk dan forach ge
bouwd wann en zich meer op elegantie en
fcie.-lijke imuiereii dau op kracht beroimJeu,
prijkten bij deze feestelijke gelegenheid iu lichte
pantalons niet breede strepen of groote ruiten.
'L(] droege bonte vesten ea gebloemde dassen
niet valsclie doekspelden, golfden hun haar,
keuden het gebruik van de vSchnurrburtbinde",
roken Laar E m de mille fl:urs i f
lavendelwater en drukten de hand hunner danseressen
met vingeis, die onechte zegelringen droegen.
Zij waren allen zondjr u.Uondering streng
conservatief, hadden een gezworen haat tegen
cle sociaal-democratie en streefden er laur,
welgestelde bourgeois tj worden.
Geheel anders waren de werklieden uit de
machinefabriek, die de aridere htlft vau Johan
Grothe's maninhjke bezoekers vormden. Xj
waren grootendeels forten eu breed geschouderd
en droegen Zondags vol trots de eenvoudige,
maar vari fijn blauw laken vervaardigde jas van
deu \ve!gesteldeii werkman. Zij koesterden een
diepe minachting voor gekrulde haren en snorren,.
bonte dassen, simili-doekspelden, kopereu
horlogekettiugeu en onechte ringen.
Met kortg:knipt en krachtig geborsteld haar,
met een donkere, eenvoudig maar toch vlug
gestrikte das, sehachüaarzen aan eu ongeringde
handen, zao vertoonden de baukwerkers zich
iu da danszaal. Al waren zij ook niet allemaal
socialisten, toch gevoelden zij zich tegenover
de jongeren vau Mercurius als werklieden, als
volk, eu dit droeg niet bepaald er toe bij, den
//Wildeman" tot een vreedzame verblijfplaats te
maken.
Meer dan eens warAi de rijders vaa de el
en die van den hamer elkaar ouder de walmende
petruleumkmpen eu aan de kleverige bierUftsls
m de gefaseerde en steile haren gevloden,
eu dikwijls was er uu eens urn een ondoordacht
gezegde, daa weer oai een politieke quaestie, en
oo't wel eens om de eeu of audere schoone
llelena een hevig gevecht ontstaan.
* *
*
De schooae Helena bij JoJiann GtotLe was
gewoonlijk de een of audtr<s dienstmaagd in
Zoudagstooi. Ia de balzaal van den Wildeman"
heerren ten de diens'meisj. s als koninginnen.
Zij waren in zooverre allen aan elkaar gelijk,
dat zij zes dagen van de we«k den biz :m of
den potlepel zwaaiden, op de kinderen pasten
of kousen stopteu, maar Zondags vol zahgue.d
stofdoeken, emmers en vuilnisvaten vergaten,
zich op haar mooist waschten, kamden,
friseerdeii. en parfumeerden, de stijf geregen, dikke
of slanke tailles in haar Zondagsche japon
staken en dan dikwijls met, de geborduurde
rokken en de jae schoentjes vau haar mevrou
wen aan in den Wildeman" gingen daiiseu.
Maar onderscheid was er toch wel tusschen
deze schooneii.
Om te beginnen waren zij over het algemeen
veel cosmopolitischer dan haar dansers. Deze
waren, op enkele uitzonderingen ua, allen uit
de stad eu haar omstreken afkomstig, maar de
meisjes kwamen zoowat uit alle deeleu van
Duitbchland. De eene was met een
olficiersfamilie uit den Elzas, de andere met een rech
ter uit Hannover gekomen. AVeer een ander
had verscheiden jareu in Berlijn gewoond eu
kon niets anders dan onvervalscht Burlijusch
spreken, en sommigen, die uit Lalf-Pooische
provinciën afkomstig waren, konden het niet
meer nalaten, haar gesprekkeu met tallooze
/,8weuta Marja's" te vermengen.
Maar ook m maatschappelijke positie was er
onderscheid tusschen de dames. Die vau de
eerste en tweede verdieping der burgerhuizen
hielden zich cenigszins op een afstand van de
//meid alleen" van de derde, vierde of vijfde
tage. Ook bemoeiden de eersten zich meer
met de ridders vau de el, en de laatsten met
de hamerzwaaiers.
Toch stoorde de alles overwinnende Amor
zich niet altijd aan al die maatschappelijke
vooroordeelen, integendeel, hij had er dikwijls
p'eizier in, de liefiesvlamnen op boosaardige
wijze door elkaar te warren. Het ondeugende
zoontje van Yeuus voelde zich volkomeu op
zijn gemak bij Johann Grothe, iu die atmosfeer
van echte, min of meer ruwe vreugde, te mid
den vau al die zorgeloos luidruchtige groote
kinderen, die een eukele maal ware liefde, maar
meestal slechts eeu tijdelijke verkeeriiig", eu
altijd oogenblikkelijke verstrooiing kwamen
zoeken.
* *
#
Sedert tien minuten draaiden de paren door
de zaal rond op de drie-kwarts maat van den
//vroolijken kopersmid," de kring werd al
dunner en dunner eu ten slotte bleef er nog
slechts n vau de dansende paren over. Zij
schenen van plan te zijn, de muzikanten door
hun uithoudingsvermogen te vermoeien, eu deze,
die de grap begr,;pen, bliezen, streken t n
trommelden er des te iustiger op los.
Door het ongewone vau dit schouwspel ont
stond er een heele opschudding iu de zaal,
het publiek uit de gelagkamer verzamelde zich
aan den ingang van de balzaal, sommigen
klom