De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 2 oktober pagina 6

2 oktober 1898 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

e DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1110 Aan alle geduld komt een eiele. (Punch.) JOHN BULI, (lot den Sultan) : »Nu heb je hier op Creta lang genoeg den boel bedorven. Er uit, hoor, en voor goed !" Alüjil vooruit! (Judgc.) Het oude paardje gaat Uacle Sim niet hard genoeg mede. deinst, grof. (Judge.) MAMA : »En van welk beest krijgen we melk V" FLOORTJE : «Van de melkboer!" Een ondoordachte vraag. Mevr. BEVEHI.Y : »Wat bedoelen ze toch met 't dragen van verborgen wapens V' BEVERLY : »W'anneer je je tong tusschen je tanden houdt." MimiiifimimmmtiliitimiiiiifiiiijjJimiitiiimin iimiliiimit CORRESPONDENTIE. [Wegens plaatsgebrek moest de opnemirg van eenige stukken worden uitgesteld REU.] IIIHHmiHHIItHIIIIIUIIItlllllll) Nogmaals het geslacht Eyertsen, Uit een boek, waarvan ik, helaas ! titel noch schrijver meer weet, nam ik eene geslachtelijk der familie Evertsen over, met 'n enkele aan wijzing van de betrekking, waarin de d;io> opgenoemde personen werkzaam waren H er door ben ik in s'aat, eenige van de door den heer t. C. in 't vorige no. van dit blad ge vraagde aanvullingen te geven, die ik hieronder laat volgen. De broers en zusters van Johan E. (He geslacht) waren: 1. Hendrik E, gehuwd met Neeltje Cornelissen; van Lem staat aangeteekend dat Lij blind was. 2. Ecert E., ("zoon uit het tweede huwelijk) geLuwd met Maayken Hendiickse. 3. Geertje E, geLuwd met Jan GLijselink. Bij Let llle geslacht (kinderen van Johan E en Maayken Jans) vond ik: Earst twee dochters n.l. 1. Maai/ken E, gehuwd met Jan Ie Sage. 2. Tartweken E., geLuwd met Gilles Cornelisz; vervolgens met Rogier Lambrechtsz; eindelijk Hendrik Havichorst. Daarna een zoon. 3. Ecert E., zonder aanwijzing van ge boorte of sterfjiar. Daar echter een in 1003 geboren zoon denzelfden naam ontving, zal Lij wel vóór dien tijd jurg gestorven zijn. Als voornaam van den vroeg overleden zoon van Evert E. (1603?1025) vind ik Eyert opgeteekend. Tusschen Evert E. (geb. 1003) en Pieter E. (geb. l OOG) vond ik nog een 4. l'teter E, die echter al vóór l OOG moet overleden zijn omdat zijn toen geboren broeder denzelfden naam ontving. Als zuster van bovengenoemde wordt nog genoemd: 5. Jmncken E. geLuwd met Jan Rameussen. In Let IVe geslacht worden als kinderen van Johan E en Maayken Cornelissen Gorkoms opgegeven, behalve de twee, ook aan den heer t. C. bekend: 1. Catharina E., hier als gehuwd genoemd met Mattheus de la Pul ma (dus niet Lare tante CntLarira, zooals de Leer t. C. opgaf) 2. Ecert E, geboren 10:30, sterfjaar on bekend. In Letzelfde geslacht, als kinderen van Cornelis E. den Ouden (1010-1000) behalve de reeds opgegevene: 1. -tohan E. 1041?1051). 2. J'icter E. 1048?1703, boekhouder. 3. Maria E. gehuwd met Carel de Ridder. 4 en 5. Twee zoons (felei/n E. beide vóór hun broer Geleyn (1055?1721) geboren en ge storven. 0. Joltanna E. blijkbaar jong gestorven, omdat wij als dochter uit Let tweede Luwlijk nog vinden: 7. Jahanna E. gehuwd met Willem van Grijpskerke; eindelijk: 8. Johan /.celandicus E. 1000?1710 (kinderloos of ongehuwd). De twee jong overleden zoons van Cornelis E. de Jonge (10"28?1070) Ye geslacht waren: Johiin (geb. l'!07) en Cornelis (jeb. 1G70 . De vier kinderen van Herman E. (1057?1730) Ve geslacht, door den heer t. C niet opge noemd, waren : Joltnnnn, (liarlotta Maria, Maria en Anna Maria E.: van allen geboorteen sterfjaar onbekend. liet tweede kind van Johan E. en Catharine Sara Elftdijk, Vle g'eslacht, was: l'ornelis Johan E. De dochter van Cornelis E. en Catharina Elis. de Ridder, Vle geslacht, heette: ^Luria Sara. De niet genoemde kinderen van denzelfden Cornelis E., uit zijn Luwlijk met Martha Cornelia Ockerse zijn de volgende: 1. Jtwoliu. ('orni'lia I''., 2. Mar in JoJianna /?.'., 3. Cornelis E, 4. Mart/arctha Wtlltelmina E., 5. Anna Cornelia E., gehuwd niet Jan Jacob Brahé. 0. Jacoba liicliardina E., gehuwd met Adriaan F. van Deinse. 7. Maria Antonia E., gehuwd met Anthony Huisman. 8. Margaret/ta /'.'., gehuwd met Franrois Pieter Goethem. il. Cornelia Gerurdina. Hun broeder Herman E (1727?1778) huwde eerst met Anna Maria Parker (zoons : Cornelis en Wilhelm) en daarna met Magdalena Maria v. Gelre (zoon: Cornelis Cromstrien). Bij het Vlle geslacht kan ik nog aanvullen : Cornelis E., (zoon van Herman E. en Anna M. Parker), werd geboren in 175,'i en huwde Louisa Wilhelmina van den Broeck. Wilhelm E., (broeder van voornoemden Cor nelis) werd in 1751 geboren en huwde Sara Geertruid Lambrechtsen. die steeds omvangrijker wordt, kan dit kan toor goede diensten bewozen. Men kent het beginsel van de verzekering op allerlei gebied, als: brand*, zee-, land bouw- ca levensverzekering. Samensmelting van Let belang van alle verzekerden waardoor de verdeeling der risico plaa's vindt. Dit goede, wijze en vruchtdragende beginsel wordt ook allengs meer toegepast in de effectenwere'd. De inscLrijving toch is Dinsdag en Woensdag opengesteld geweest bij de gebr. Wiegman ( alhier op drie millioen francs aandeelen in j de Compagnie industrielle de SJgiqae te | Brussel tegen den koers van 125 francs per aand. van fr. 100. Het doal der mp\j is , zegt het prospectus deel te nemen in bel- ' gische en buitenlandsche ondernemingen van allerlei aard op industrieel, handels en finan cieel gebied. De schitterende uitkomsten, door alle onder nemingen, op genoemd beginsel berustende, geleverd, mogen, gaat het prospectus voort, met grond ook voor de genoemde mp\j. ver wacht worden. In verband Liermede beeft de Compagnie auxiliaire industrielle de Bdyique, die over 189? vyfiien percent dividend uit keerde, hare medewerking tot oprichting der nieuwe mpy. verleend. Het ingeteekende be drag is tienmaal grooter dan het gevraagde. C. te G. 1. Ja. 2. Ook de W. St. Pet. Bedenk evenwel dat deze in 1916 a pari aflosbaar zijn en derhalve van de coupon opbrengst een betrekkelijk groot gedeelte voor aflossing moet afgezonderd worien. 3. De middenprijs van ongeveer 65 voor bijna 29 honderd pakken tabak was cxtra-ovdinair ongunstig. B. te Z. Achteruitgang heeft niet plaats geLad. Zie boven. Een matig gedeelte van uw vermogen ku .t ge wel in die stukken belegd laten. D. STIGTEB. A'dam, Alexanderkade 4, 29 Sapt. '98. Cornelis Cromstrien E was getrouwd met Christina Petronulla Angélique Vegelin van Claerbergen; bij heeft nog eeue docbter gehad: Maria, Magdalena E., die gehuwd was met Marinus Wilhelm de Jonge. Eindelijk kan ik in Let VlIIe geslacht nog noemen : als dochters van Johan E. en Cornelia J. van Schuylenburch: Conslantia Juhanna Wilhelmina Helena E., goh. met May van Huuipguen en Hdena Francisca Louise E. In 't zelfde geslacht omtrent de kinderen van Wilhelm E, (1751 -1802), dat Herman E. in 1770, Nicolaas h), in 1778 geboren was en dat de derde zooa den naam droeg van Cornelis Constaiain. Moge de vraag tot aanvulling van hptgeen de t. C. meedeelde en Let niet afkeurens waardige streven r,aar volledigheid de bijzondere j dorheid der bovengenoemde opsomming van namen en jaartallen veroLtschuldigen. J. LOOSJES. Een metalen IrnisriËer. (Ingezonden.) Gaarne vprleenen wij eene plaats nnn het onderstaande se! rijven. (ÜKD.) De oudstrijder Wicher Dalsem, wiens por tret hier boven staat, is geboren den IS November 180") te M>'i>p<>I. In zijne jeugd was hij scbippersknechv reisde door het geheele land, waarvan de oude man nog veel weet te verhalen. Eveneens weet hij veel te vertellen en Lij doet zulks gaarne van den Franschen tij 1 en de Kozakken. Den 10 Dec. l Si;) ging de kleine Wicher eens met zijne moeder wandelen. Kabij de groote kerk gekomen zngori zij dat van den toren de geliefde orarjavlag wer l uitgestoken hetgeen zijne moeder eor.e vreugdekreet ontlokte. Nog weet Dalseru zich de woorden zijner moeder te herinneren: »Goddank, daar waait Viójr d'orarjevlag", sprak zij in ver voering. Kalm en rustig ging zijn leven al schippe rende voorbij totdat d« koning zijn diensten als soldaat vroeg. In 1824 viel hij in de loting en werd Lij bij het voetvolk te Zwolle inge deeld waar destijds de tweede brigade, zevende afdeeling in gan.izoen lag. Dalsem diende ala een flink soldaat, had nooit straf en bracht het spopdig tot korporaal. Toen in het benarde jaar 1825 de Overij^selsche Zeedijken bij Vollenhove doorbraken werd de hulp der militairen ingeroepen. Dalsem hielp daaraan flink mede. In September van dat jaar ging hij met groot verlof en ging weer varende en zeilende zijn geboorteland door tot 1830 ia welk jaar hij huwde en schutter werd. In December werd hij opgeroepen en vertrok naar Koevorden om aldaar vestingdienst te verrichten. De toenmalige bezetting was inmiddels naar Belgiëgezonden en toen Dalsem in April 18 i l bevel kreeg om ook naar de Belgische grenzen op te trekken prijkten de zilveren sergeantsstrepen op 's mans mouwen. In gezwinde pas Irok men op Zwolle aan, vervolgens over Nijmegen en Tilburg naar het kamp van Gilse-Kijen en later naar Aarle- Rixel. Vier jaar bleef Dalsem in Brabant dienen onder opperbevel van den braven Bernard van Saxen. Menige tretl'jnde geschiedenis weet de oudstrijder te verhalen uit die veel bewogen jiren, waarin in de eerste plaats geëiscbt werd >trouw aan Koning en Vaderlai.d". Het kruis waarop deze leuze staat gegrift, werd hem bij het eindigen van zijnen dienst door zijnen commandant op de borst gehecht. Dat kruis heeft hij 04 jaren lang mogen dragen, op dat bronzen eeremetaal is bij trotsch. Na den dood zijner vrouw woont de oude man bij zijn dochter in, die weduwe is, die met hard werken Laar brood, maar dat brood met eere verdient en dit deelt met haar vader. De oudstrijder die nu bijna 93 jaren telt, heeft echter weinigbehoeften, ofschoon kras van geest en fl nk van gehoor, mist hij het gezicht; het licht zijner oogen is door zijne koogen ouderdom bijna uitgebluscht. Het was eene goede gedachte van eenige ingeze tenen aan, Dalsem eene ovatie te brengen op den inhuldigingsdag van II. M. onze Koningin die hij ook van H. M. Willem I. II en Ifl Leeft medegevierd. Met een rijtuig werd hij opgehaald en vergezeld van een paar leden der feestcommissie met een muziekkorps voorop eene tocht gemaakt door de stad en werd tijdens den rondgang eene collecte voor hem gebonden, zoomede op het daarop volgende avondfeest. Voor de hem bewezen eer en voor de ontvangen giften was hij zeer dankbaar. Mogen zich velen genegen toonen den levens avond van den ouden braven man te verlichten en hem te steunen in zijn hoogen ouderdom ! De ondergeteekende, die ook zijn portret maakte, belast zich gaarne met het in ontvangst nemen van gaven voor den 93 jarigen veteraan Wicher Dalsem. Meppel, Sept. '98. K. Sl'AN.IAAKU. QHE1TSJES Een IM der wereM. Naar het Duitscfi, ?van KiitiiE SCHIMIACUER. Auf der Vofftlviete Hal er sis gefragt; Lielist du mich Luise? l'nti sie kat ja geaugt.... Deze straatdeun werd door de trompetten van een klein orkest uitgescbetlerd iu de dans zaal van den dikken herbergier Johaun Grothe. Mannen en vrouwen draaiden daar vol ijver in het rond, zuodat Let stof tot asu de zolderiug opvloog, de bontgeklturde vlaggen en papieren guirlandes aau de muren bijna onzichtbaar maakte, den muzikanten in de altijd droge keel drong, en de foriche dansers en de stevige danseressen menige lach- en hoestbui bezorgde. Alles was tot op da laatste plaats bezet. De planken vloer steunde rbyUimisch onder deu last der dansenden, en zij d e niet mee dansten zaten te rojkeu of te drinken aan de tafeltjes, die roudum langs de muren stonden, cu die alle reeds bedekt waren met klevjrignat.tu kringen, getuigen van een groot bierverbruik. Als roode punten schemerden de lampen in de dikke, warme lucht, waarin de gtur van st.rkeu drank eu bier en van verld'te menschen zich vermengde met petroleumwalm en tabaks rook, zoodat de vensters van de balzaal dik beslagen waren. Geienen iu een drukke winkelbuurt, en tt gelijkertijd in de nabijheid van een groole machinefabriek, was Johann Grothes daushuis «Iu den Wildeman" de verzamelplaats van eeu zeer gemengde clientèle. Ten eerste werd het bezocht duor de zonen van Mercurius uit den omtrek, van den jongsten bediende af tot den eersten verkooper toe. Al deze jongelingen, die over 't algemeen eerder sluuk dan forach ge bouwd wann en zich meer op elegantie en fcie.-lijke imuiereii dau op kracht beroimJeu, prijkten bij deze feestelijke gelegenheid iu lichte pantalons niet breede strepen of groote ruiten. 'L(] droege bonte vesten ea gebloemde dassen niet valsclie doekspelden, golfden hun haar, keuden het gebruik van de vSchnurrburtbinde", roken Laar E m de mille fl:urs i f lavendelwater en drukten de hand hunner danseressen met vingeis, die onechte zegelringen droegen. Zij waren allen zondjr u.Uondering streng conservatief, hadden een gezworen haat tegen cle sociaal-democratie en streefden er laur, welgestelde bourgeois tj worden. Geheel anders waren de werklieden uit de machinefabriek, die de aridere htlft vau Johan Grothe's maninhjke bezoekers vormden. Xj waren grootendeels forten eu breed geschouderd en droegen Zondags vol trots de eenvoudige, maar vari fijn blauw laken vervaardigde jas van deu \ve!gesteldeii werkman. Zij koesterden een diepe minachting voor gekrulde haren en snorren,. bonte dassen, simili-doekspelden, kopereu horlogekettiugeu en onechte ringen. Met kortg:knipt en krachtig geborsteld haar, met een donkere, eenvoudig maar toch vlug gestrikte das, sehachüaarzen aan eu ongeringde handen, zao vertoonden de baukwerkers zich iu da danszaal. Al waren zij ook niet allemaal socialisten, toch gevoelden zij zich tegenover de jongeren vau Mercurius als werklieden, als volk, eu dit droeg niet bepaald er toe bij, den //Wildeman" tot een vreedzame verblijfplaats te maken. Meer dan eens warAi de rijders vaa de el en die van den hamer elkaar ouder de walmende petruleumkmpen eu aan de kleverige bierUftsls m de gefaseerde en steile haren gevloden, eu dikwijls was er uu eens urn een ondoordacht gezegde, daa weer oai een politieke quaestie, en oo't wel eens om de eeu of audere schoone llelena een hevig gevecht ontstaan. * * * De schooae Helena bij JoJiann GtotLe was gewoonlijk de een of audtr<s dienstmaagd in Zoudagstooi. Ia de balzaal van den Wildeman" heerren ten de diens'meisj. s als koninginnen. Zij waren in zooverre allen aan elkaar gelijk, dat zij zes dagen van de we«k den biz :m of den potlepel zwaaiden, op de kinderen pasten of kousen stopteu, maar Zondags vol zahgue.d stofdoeken, emmers en vuilnisvaten vergaten, zich op haar mooist waschten, kamden, friseerdeii. en parfumeerden, de stijf geregen, dikke of slanke tailles in haar Zondagsche japon staken en dan dikwijls met, de geborduurde rokken en de jae schoentjes vau haar mevrou wen aan in den Wildeman" gingen daiiseu. Maar onderscheid was er toch wel tusschen deze schooneii. Om te beginnen waren zij over het algemeen veel cosmopolitischer dan haar dansers. Deze waren, op enkele uitzonderingen ua, allen uit de stad eu haar omstreken afkomstig, maar de meisjes kwamen zoowat uit alle deeleu van Duitbchland. De eene was met een olficiersfamilie uit den Elzas, de andere met een rech ter uit Hannover gekomen. AVeer een ander had verscheiden jareu in Berlijn gewoond eu kon niets anders dan onvervalscht Burlijusch spreken, en sommigen, die uit Lalf-Pooische provinciën afkomstig waren, konden het niet meer nalaten, haar gesprekkeu met tallooze /,8weuta Marja's" te vermengen. Maar ook m maatschappelijke positie was er onderscheid tusschen de dames. Die vau de eerste en tweede verdieping der burgerhuizen hielden zich cenigszins op een afstand van de //meid alleen" van de derde, vierde of vijfde tage. Ook bemoeiden de eersten zich meer met de ridders vau de el, en de laatsten met de hamerzwaaiers. Toch stoorde de alles overwinnende Amor zich niet altijd aan al die maatschappelijke vooroordeelen, integendeel, hij had er dikwijls p'eizier in, de liefiesvlamnen op boosaardige wijze door elkaar te warren. Het ondeugende zoontje van Yeuus voelde zich volkomeu op zijn gemak bij Johann Grothe, iu die atmosfeer van echte, min of meer ruwe vreugde, te mid den vau al die zorgeloos luidruchtige groote kinderen, die een eukele maal ware liefde, maar meestal slechts eeu tijdelijke verkeeriiig", eu altijd oogenblikkelijke verstrooiing kwamen zoeken. * * # Sedert tien minuten draaiden de paren door de zaal rond op de drie-kwarts maat van den //vroolijken kopersmid," de kring werd al dunner en dunner eu ten slotte bleef er nog slechts n vau de dansende paren over. Zij schenen van plan te zijn, de muzikanten door hun uithoudingsvermogen te vermoeien, eu deze, die de grap begr,;pen, bliezen, streken t n trommelden er des te iustiger op los. Door het ongewone vau dit schouwspel ont stond er een heele opschudding iu de zaal, het publiek uit de gelagkamer verzamelde zich aan den ingang van de balzaal, sommigen klom

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl