Historisch Archief 1877-1940
F. 1111
DE AMSTERDAMMER
. 1898.
WEEKBLAD VOOE NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAURIK Jr.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, ir. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Bit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucines tcgeuover het
Grand Café, te Parijs.
Zondag 9 October,
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces uit Duitschlancl, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen, door
de firma HUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma.
INHOUD
VAN VEEBE EN VAN NABIJ: De Tram-Voor
dracht. Rotterdam's scheepvaartbeweging.
Laster. Na den oorlog. SOCIALE AANGE
LEGENHEDEN: Een schandaal, door D. Stigter.
(I.) Signalementen nit den Dtrechtschen Ge
meenteraad, door Jan van 't Sticht. TOONEEL
EN MUZIEK: Loevesteyn, door F. v. d. G.
Muziek in de hoofdstad, door Ant. Averkamp.
KUNST EN LETTEREN: Les fêtes réelles, door
v. M. Kunst-historisch congres te Amsterdam,
door B. "W. P. Jr. Tentoonstelling van gebatikte
stoffen, door E. W. P. Jr. Bembrandt iu 't Ste
delijk museum, door D. C. E. (Ingezonden.)
De Nachtwacht" onder den domper, door W. S
Boek en Tijdschrift, door G. v. H. FEUILLETON:
De geest der markiezin van Appleford, uit het
Engelsch, door Jerome K. Jerome. (I.)
BECLAMES. VOOR DAMES: Theorie en praktijk,
door Cath. Alberdingk Th\jm. Allerlei, door
E?e. SCHAAKSPEL. Spoorweg-tarieven enz.
Beschermende Rechten. H. M. de Regentes over
de Drentsche heide, door J. B. Cohen. (Ingezon
den ) FINANCIEELE EN OECONOMISCHE
KRONIEK, door D. Stigter. SCHETSJE: Uit
het leven van een journaliste, naar het Engelsch
Tan Francis Gribble. (I.) ALLERLEI. PEN
EN POTLOODKR ASSEN. ADVERTENTIËN.
IIIIIHIIIIIIIIIIIII
De Tram-Voordracht.
Wat is dat weer raar gegaan!
April verleden jaar machtigde de Raad
B. en W. met de heeren Sanders c. s. en
met de A. O. M. te onderhandelen. Gelijk
men weet was tot den heer Sanders in
1895 de wensch uitgesproken het eind
punt voor den locaal-spoorweg naar Haar
lem in verband te brengen met eene aan
vraag tot concessie voor een ceintuurbaan
met zijtakken.
B. en W. gaan onderhandelen d.
w. z. zij noodigen den heer Sanders
uit met de A. O. M. in overleg te treden
om over een verdeeling van de tramlijnen
het eens te worden. De A. O. M. wil
van zulk een verdeeling niets weten. Dat
was haar recht. Een standpunt als een
ander. De heeren Sanders e. s. geven van
dit negatief resultaat bericht aan B. en W.
en vragen : wat nu ?
B. en W. willen opnieuw met de heeren
Sanders c. s. onderhandelen en met
de A. O. M.
Op een goeden dag breken zij de onder
handelingen met de heeren Sanders c. s.
af en zetten die met de A. O. M. voort.
Zij weigeren zelfs een mondeling onder
houd en nader overleg, dat hun wordt
aangeboden door Sanders c. s., of liever,
verklaren eenvoudig, dat zij over dit on
derhoud nog eens met elkander moeten
beraden.
De heeren Sanders c. s. hooren verder
niets meer, tot l Juli van dit jaar de
voordracht verschijnt, met de verzekering,
dat de concessie-aan vraag-Sanders c. s.
niet aannemelijk was voor de gemeente,
daar er bezwaren tegen hun aanbieding
bestaan, die niet zijn weg te nemen; be
zwaren evenwel, waarover B. en W. niet
nader hebben willen spreken.
B. en W. dus, door den Raad gemach
tigd met twee lichamen te onderhandelen,
ten einde voor de gemeente het
voordeeligste aanbod te verkrijgen, braken eenvou
dig die onderhandelingen met een der
twee, vóór zij geëindigd waren, af, en dat
nog wel juist met die combinatie, wier
aanbod, werden de bezwaren opgeheven,
naar hun eigen verklaring, en naar die
van de Commissie van Bijstand in het
beheer der Publieke Werken en van de
Commissie van Bijstand in het beheer der
gemeente-financiën, alsmede naar het oor
deel van den directeur van Publieke Wer
ken en van den inspecteur der
gemeentefinanciën, verreweg de voorkeur verdiende.
En wat lezen wij nu, in een schrijven
van den heer Sanders aan den Raad?
Dat die bezwaren werkelijk uit den weg
hadden kunnen geruimd worden, indien
B. en W. maar niet moedwillig, zonder
eenig teeken van leven te geven, alle na
der overleg hadden afgesneden. En dat
in zulk een belangrijke aangelegenheid!
* *
*
Nietwaar, wat is dat weer raar gegaan!
Dit doet zoo denken aan den goeden
ouden tijd, dien wij nu meenden, dat voor
goed geëindigd was. Wie herinnert het
zich niet, een jaar of tien geleden, zat
Amsterdam vol quaesties... het was zelf
haast een quaestie, en men kon al kon
kelende er maar geen enkele van kwijt
raken, tot eindelijk Vening Meinesz
verscheen, en de een na de ander is uit
gedreven. Maar ziet, daar komt de oude
kwaal weer te voorschijn... n quaestie
wil men toch behouden e» liefst met die
maatschappij, van welke men weet, dat zij
de onhandelbaarste en conservatiefste is,
een die meer dan eenige andere de snelle
ontwikkeling van de hoofdstad naar de
eischen van den nieuwen tijd, heeft tegen
gehouden.
Immers reeds bijna twintig jaar geleden
was het uitbreidingsplan voor tramwegen
hier ter stede, waarover nu gehandeld wordt,
in hoofdzaak door Sanders ontworpen, en
al dien tijd heeft de invloed van de A.
O. M. in het belang harer aandeel
houders en directie zulk een uitbreiding
verijdeld, tot, zeer groot nadeel van de ont
wikkeling van Amsterdam.
Zelfs in de oude stad heeft de A. O. M.
alleen door dwang zich er toe laten brengen
nu en dan een enkele lijn aan haar net
toe te voegen, die, hoezeer noodig, het
dividend der maatschappij niet beloofde
te zullen verhoogen.
Zeker, haar Ardenners logenstraffen de
opmerking, dat de paarden, welke den
fcaver verdienen, dien niet krijgen ; en haar
wagens doen in gemakkelijkheid en netheid
niet onder voor de beste trekschuit, die
ooit in de vaart is geweest tusschen twee
Hollandsche steden. Maar terwijl er ook
ritten zijn, waarvan de prijs van het ver
voer niet te hoog is gesteld; een kwartier,
twintig minuten gaans en dat is de
lengte der afstanden door de meesten
afgelegd kosten nog altijd, bij gebruik
van een overstapkaartje, 121/2 cent. En
vóór de A. O. M. zich er toe liet vinden
voor haar personeel te zorgen natuur
lijk eerst toen de gemeente haar daartoe
verplicht had! wie weet niet hoeveel
voeten dat in de aard heeft gehad; zij
zon op allerlei middelen van uitstel, ze
kon er maar niet toe komen l
Nu behoeft dit alles geen reden te zijn
om niet met haar te willen onderhandelen.
Een mensch, en zoo ook een Maatschappij,
kau haar leven beteren. Maar om nu
juist alleen te willen onderhandelen
met een maatschappij, die bij een zeer
voortreffelijk beheer in het belang harer
aandeelhouders, twintig jaar lang de zeer
noodige uitbreiding van het trarnwegnet
heeft tegengehouden, de opkomst van
nieuwe buurten heeft belemmerd, geen
oog gehad heeft, of met opzet haar oog
gesloten heeft voor de nieuwe eischen
van stadsontwikkeling en verkeer; een
maatschappij, die door haar tarieven de
tram meer bepaald ten dienste stelde van
de bezittende klassen, welke op geen stuiver
of dubbeltje behoeven te zien ; die bij zeer
hooge dividenden en tantièmes voor aan
deelhouders en direktie, haar personeel
niet eens een behoorlijk pensioen waar
borgde. Nog eens: niet oofc, maar uit
sluitend met zulk een maatschappij te
onderhandelen, dat is voor B. en W. van
een gemeente als Amsterdam toch wel
wat vreemd, dat is wat al te zeer uit den
ouden tijd, uit de oude doos, de doos van
Pandora, waaruit zooveel quaesties zijn
voortgekomen ! met niet eens de hoop op
den bodem. En, geheel en al is ons dit
onbegrijpelijk, als wij bedenken dat die
A. O. M., allesbehalve een toeschietelijk
lichaam, veel minder gunstige voorwaarden
stelt dan de andere gegadigde, Sanders
c. s., terwijl de gemeente, voor wie B. en
W. optreden, juist aan Sanders c. s.
groote verplichtingen hebben en aan de
A. O. M. geen enkele, voor zoover wij
weten. Want had de A. O. M. de tram
uitgevonden, we zouden haar eeuwig dank
baar moeten zijn. Maar een tram aan te
leggen, terwijl men wel reeds in honderd
steden kon zien, wat een tram was, hoe
zij geëxploiteerd moest worden, ziedaar
een zegening, die ons toch niet onthouden
zou zijn, als de heeren Schadd, e. a. niet
de eerste geweest waren, om zulk een
onderneming onder ons te beproeven.
Welnu de gemeente Amsterdam heeft
de A. O. M. voor haar welgeslaagde proef
neming beloond met een kwart- eeuw van mo
nopolistische-concessie; zij heeft dit onhan
delbaar, .steeds tegenstrevend lichaam, door
haar beschermende hand over haar uit
gestrekt te houden, de zakken gespekt; door
haar (naar de teekenachtige uitdrukking
van Mr. de Vries,) al de vette lijnen te
gunnen en haar ter wille te zijn, in haar
tarieven; minder vragende wat de bur
gerij noodig had, dan wat de bevoorrechte
concessionaris begeerde. Zoo ooit een reke
ning met rente op rente is voldaan, dan
zeker deze, en hiertegenover staat de reke
ning met Sanders c.s. die nog op geen
eukele manier, tot ook maar het geringste
deel van het bedrag, gequiteerd is.
Immers de heer Sanders heeft gedurende
bijna twintig jaar, door zijn concessieaan
vrage, door zijn geschriften, door zijn
tramspooraanleg met de hoofdstad tot uitgangs
punt, een zeer grooten invloed geoefend
op de denkbeelden aangaande tramverkeer
en op het tot stand komen van lijnen binnen
onze stad en daar buiten, gelijk ook thans
weer, de concessie voor een locaal-spoorweg
Amsterdam?Haarlem en de Haarlem
mermeer lijnen door hem werd verkre
gen. Wie kan betwijfelen, dat alles wat
in de laatste jaren ter uitbreiding van het
tramwegnet in de hoofdstad is geschied, voor
een goed deel het gevolg is geweest van zijn
werkzaamheid, gelijk dan ook alles wat
thans wordt gevraagd, door hem het eerst
is aangewezen? Wat meer zegt, hoe opper
machtig zou gedurende dat tijdperk de
A. O. M. niet zijn geweest, als de onder
nemingsgeest van Sanders en zijn mede
standers den zoo bevoorrechten concessio
naris niet tot toegevendheid bad genoopt?
De gemeente heeft nu reeds jaren lang
met Sanders kalf geploegd. Zoo iemand,
dan had hij recht te schrijven gelijk we
in zijn missive aan den Raad lezen: »Moet
echter de A. O. M. de concessie hebben,
dan is het niet de taak van
ondergeteekende om te dienen tot het verkrijgen van
voordeeliger bepalingen van dien uitver
kozen concessionaris' doch dit neemt niet
weg, dat waar hij zelf zich geenszins die
taak heeft willen opleggen, B. en W. tot
dusverre nooit een ander gebruik dan het
hier bedoelde van zijn arbeid hebben ge
maakt!
En waarom moest nu dezen concessie
aanvrager de gelegenheid worden onthou
den, bezwaren uit den weg te ruimen, en
alleen zijn tegenstander wél ten einde toe
te woord worden gestaan ? Maar daar is
iets, wat de houding van B. en W. nog
raadselachtiger maakt.
De gemeente heeft groot belang bijeen
uitstekend geregeld communaal verkeer,
maar evenveel, en misschien nog meer,
belang bij een uitgebreid inter-communaal
verkeer. Amsterdam vooral mag deze zijde
van het tram-vraagstuk niet uit het oog
verliezen. De bloei va d^het verjongde Am
sterdam, dat van de.-grooie zeehaven ge
hoopt werd, is nog maar in zeer geringe
mate waar te nemen. Zal de stad haar
oude beteekenis behouden, dan mag zij
de voordeelen niet versmaden, welke haar
als centrum kunnen toekomen. Zij moet
het middenpunt zijn, vanwaar uit tal van
lijnen naar steden en dorpen gaan, die
haar op de gemakkelijkste en goedkoopste
wijs, de duizenden landbouwers, met hun
koopkracht en hun producten toevoeren.
De welvaart van een aanmerkelijk groot
deel stedelingen hangt in meerdere of
mindere mate af van het aantal en de
inrichting der vervoermiddelen, waarmee
de stad te bereiken is. Nu heeft ten deze
zich voor Amsterdam niemand verdienste
lijker gemaakt dan de heer Sanders. De
tram naar Sloterdijk, de stoomtram naar
Edam, naar Purmerend en Alkmaar, de
concessie Amsterdam?Haarlem, Amster
dam?Haarlemmermeer, de lijn Amsterdam
Zaandam?Wormerveer, in 't verschiet,
allemaal bekende zaken; en van den on
dernemingsgeest en de bekende bekwaam
heid van den heer Sanders mag men in
deze richting meer verwachten. Maar al
ware er nu alleon de concessie Haarlem
en Haarlemmermeer, van hoeveel belang
moet het niet geacht worden, dat er een
uitstekende verstandhouding zal bestaan
tusschen de exploitanten der stadslijnen en
die der intercommunale lijnen, welke van
de stad uitgaan? Het springt in het oog,
hier is samenwerking een allereerste
vereischte. Zijn de twee lichamen, waarvan
het een voor het stedelijke, het ander voor
het intercommunaal verkeer zorgt, naijverig
op elkaar, om welke reden dan ook el
kander niet goed gezind, de burgerij moet
daar de dupe van worden. En nu B. en W.
weten, dat dit bij een verlenging van de
concessie aan de A. O. M. zoo goed als
zeker het geval zal zijn, raadplegen
zij alleen de A. O. M. ten einde toe,
die voor intercommunaal verkeer, nooit
het geringste bewijs van belangstelling
heeft getoond. Zeggen wij te veel als
wij dit vreemd en bizonder kortzichtig
noemen ?
Zulk een handelwijs, dachten wij, is
geheel uit den tijd: volstrekt in strijd
met de behoefte van een stad als Am
sterdam, die alle zeilen moet bijzetten om
niet achteraan te komen. Welk soort van
conservatisme heeft dan toch het Dag.
Bestuur bevangen, dat het de conserva
tieve A. O. M., welke met alle mogelijke
hervormingen minstens tien jaar te laat
komt, zulk een plaats geeft in zijn bart?
Die Schadd, wat heeft* hij in zijn oogen,
dat hij juist weihouders zóó betoovert!
Betoovert zeggen wij, want inderdaad
ets als een magische kracht moet op
B. en W. gewerkt hebben. Immers, als
volgt onderscheiden zich de beide aan
biedingen van elkander:
A. O. M. Sanders, c. s.
Tarief:
7 M en 10 cents, over- 6 cents, met inbegrip
stap 1234 cents. van overstap bij electr.
Dit tarief wordt nog trekkracht.
verhoogd voor lange Overstap op lijnen
lijnen. met paardentrekkracht
9 cents.
Kinderen 4 cents.
Uitkeering aan de Gemeente:
5 pCt. der bruto ont- 7% pCt. der
brutovangst. Boven 4 pCt. ontvangst.
en 6 pCt. dividend ont- Voor lederen ?100,000
vangt de Gemeente re- bruto-ontvangst boven
speotievelijk 1A en 2/3 2,000,000 l pCt. meer.
der overwinst.
Bijdrage Openbare Werken:
f 250,000. ?1,000,000.
Vervolgens geeft de aanvrage) S anders,
een vrijzinniger regeling van het mede
gebruik der rails door anderen, en vrijgevi
ger bepalingen tot regeling vaii de belangen
der arbeiders en beambten, dan de voor
stellen der A. O. M.
Bedenkt men nu verder, dat de Heeren
Schadd c. s. B. en W. hebben weten te
belezen tot het indienen eener
concessievoordracht, die eigenlijk meer een
compagniesehaps-voQrdr&cht verdient te heeten,
waarbij alle risico voor de gemeente blijft,
daar de A. O. M. het recht behoudt de
zoogenaamde concessie op te zeggen, indien
de aandeelhouders gedurende twee jaar
minder dan 3!/2 pCt. zullen hebben ge
noten; en voorts, dat de uitbreiding,
die B. en W. thans aan het net willen
geven, volgens de Commissie van Bijstand
voor Publieke Werken nog niet eens aan
de matig gestelde eischen van het oogenblik
voldoet terwijl het B. en W. bekend
is, dat ze te doen hebben met een Maat
schappij die steeds, om de dividenden en
tantièmes te behouden billijke uitbrei
ding van het net heeft tegengegaan,
welk een kracht moet men dan aan
Schadds'blikken niet toeschrijven! Bedenkt
men dit alles, en men weet daarenboven
dat B. en W. de onderhandelingen met
Sanders zoo maar hebben afgebroken,
en 't schijnt ongelooflijk, maar het
wordt ons bericht, zóó dat twijfel uitge
sloten is, dat men den Heer Sanders
? SOOO in de gemeente-kas heeft laten
storten om zijn plannen van gemeentewege
voor de (A. O. M. ?) te doen onderzoeken !
zal het woord betoovering, dat wij bezigden,
niet te zwak zijn; en moeten wij niet
denken aan een proeve van bewerking door
biologie of in spiritistische séance ? Had
Blooker zelf niet alle recht zich dokter te
noemen, wij zouden vragen : weet u u ook
te herinneren of er op den een of anderen
avond in presentie van Schadd en zijn
vrienden iets met u is gebeurd ? Hebt ge
niets bijzonders gevoeld ?
Zouden wij dus willen adviseeren den
heeren Sanders c.s. de concessie te geven,
op de door hem aangeboden voorwaarden,
met opheffing der bezwaren, gelijk de heer
Sanders, na het verkrijgen van de con
cessie voor de lijn Amsterdam Haarlem,
mogelijk heeft verklaard ?
Indien er alleen keus bestond tusschen
het compagnieschap?»A. O. M." en de
consessie-aanvrage?Sanders, zeer zeker.
Veel lager tarieven, grooter uitkeering aan
de gemeente, hooger bijdrage voor open
bare werken, vrijzinniger regeling voor mede
gebruik, milder bepalingen voor het per
soneel, en zooals de Inspecteur der
Gem.-Fin. erkent, »eeu ruimer opvatting der
tramexploitatie dan die der A. O. M."
of, naar de woorden van den Directeur
van Pub. Werken: »een veel ruimere op
vatting van de behoefte, waarin reeds
thans moet worden voorzien" en wat
misschien nog meer zegt, een open oog
voor het belang der gemeente bij aansluiting
van het communaal tram-verkeer bij het in
tercommunaal tram-verkeer,dit alles plaatst
zijn aanvrage zóó ver boven het aanbod
der A. O. M. dat elke redeneering
overbodig schijnt.
Een concessie, zooals de A. O. M. nu
wenscht te accepteeren, zou, al waren ove
rigens hare voorwaarden gelijk aan die
door de heeren Sanders c. s. gesteld, vol
strekt onaannemelijk zijn, daar zij het
leeuwendeel der finantieele voordeelen
voor zichzelf bedingt, terwijl de risico aan
de gemeente wordt gelaten. Ook indien
er alleen sprake ware van het zoeken van
een exploitant der tramlijnen voor de ge
meente, zou, na alles wat we met de
A. O. M. beleefd hebben, zeker niet aan
haar de voorkeur kunnen gegeven worden.
Daar zij steeds het tramverkeer beschouwd
heeft volstrekt eenzijdig, als een middel
om er geld uit te slaan voor haar aan
deelhouders, en nooit als een der met
den dag in beteekenis toenemende factoren
voor de ontwikkeling onzer tot nieuw leven
gewekte hoofdstad.
Maar we behoeven niet te kiezen tus
schen de A. O. M. en de concessie-aan
vraag?Sanders.
Zooveel weet ieder, die de
Amsterdamsche concessies heeft zien werken, nu
wel: dat geen concessie, altoos nog te ver
kiezen is boven de beste concessie, welke
te verkrijgen is, en dan bij een zaak aan
zóó groote wisseling van verhoudingen onder
hevig als het tramverkeer in de stad, en
dat tramverkeer in verband met de onmis
bare intercommunale lijnen, die steeds tal
rijker moeten worden. Het recht om elk
oogenblik te kunnen doen wat in haar
belang is mag de stad niet prijs geven,
al werd dat niet reeds geboden door het
financieel belang, dat eigen-exploitatie aan
beveelt. Want nu de trekkracht voor trams,
niet langer een animale, maar een mecha
nische zal wezen, zullen er, het blijkt ge
noeg uit de aanbieding-Sanders, bij zeer
lage tarieven nog groote winsten zijn te
behalen. Maar van veel meer beteekenis
dan de financieele voordeelen zijn de stoffe
lijke belangen van de inwoners, die de
tram gebruiken of door de tram, op welke
wijze ook, gebaat worden in hun nering
of bedrijf. Zulk een factor tot vermeerde
ring van welvaart mag de gemeente niet
ter beschikking afstaan aan gegadigden,
die onmogelijk in de eerste plaats iets
anders kunnen bedoelen dan hun eigen
belang.
De Gemeente boude dus de tram onder
eigen beheer.
Met de nu voorgedragen concessie blijft
eenvoudig de tramquaestie bestaan. Vol
komen juist is in deze het advies van den
Directeur der Publieke Werken, den heer
Lambrechtsen:
,J)e gevolgen, welke de nieuwe Amsterdamsche
Omnibusmaatschappij-concessie hebben zal voor de
Gemeente, hangen uitsluitend af van de opvattingen,
welke wederzijds zullen gehuldigd worden betreffende
dn strekking d- r talrijke bepalingen, in die concessie
vervat, in het bijzonder aangaande uitbreiding, tarie
ven, medegebruik, en aandeel kosten te dragen iu
die ten behoeve van de openbare wegen en de kunst
werken in die wegen, bij den aanleg van tram
lijnen."
Welnu, wat opvattingen, wederzijds te
huldigen, betreffende talrijke bepalingen,
beteekenen, bij concessies , toelichting
behoeft dit zeker niet.
Op grond van alles wat wij in het mid
den brachten kan o. i. de concessie aan de
A. O. M. niet gegeven worden, maar boven
dien, zij mag dat niet, immers wie zou
durven aannemen, dat de Raad van Am
sterdam, wetende hoe B. en W. de onder
handelingen hebben gevoerd, aan zulk
een onbillijke daad hun goedkeuring zou
den hechten ?
Het is treurig, maar zelfs nu is deze
beslissing, die inderdaad spoed eischt en
den hoogsten ernst, niet voorbereid.
Van de vier zaken, die de Raad dient
te weten, is hem nog maar n bekend,
d. i. hoe ver de A. O. M. wil gaan.
Hij moet nog ingelicht worden omtrent
de plannen-Sanders, na het verkrijgen
van de concessie voor Haarlem. Hij heeft
niet voor zich liggen een behoorlijk uitge
werkt plan van gemeentelijke-exploitatie, en
evenmin een plan tot het doen exploiteeren
van het tramwegnet door derden voor
rekening der gemeente.
Nietwaar deze vier mogelijke oplos
singen van de tramquaestie moeten helder
en klaar den Raad, die een keus heeft
te doen, en dus met kennis van zaken
dient te kunnen vergelijken, zijn voorge
legd; en daarbij had vooral niet mogen
ontbreken, een berekening van
eleclrischetram-exploitatie, met het oprichten van
een gemeentelijke fabriek voor electriciteit
tot verlichting en als beweegkracht.
Toen de gemeente de gasfabricatie op
zich nam, hebben wij dadelijk gezegd : dit
dwingt haar tot naasting van de installatie
voor het verschaffen van electrisch licht.
Men kan als gemeente geen concurrent
naast zich laten bestaan, en met het oog
op de tram en zooveel meer, wordt zij
toch eenmaal electriciteitsfabrikant wil
zij niet afhankelijk zijn van concessiona
rissen.
Welnu .,. wat is de Raad omtrent deze
gansche zoo uitgebreid materie meegedeeld ;
welke inlichtingen heeft zij ontvangen ?
Zij tast immers geheel in het duister.
Is dit nu de arbeid van het
Dagelijksch Bestuur eener stad als Amster
dam? Moet zulk een bestuur vóór het in
zoo belangrijke zaak van den Raad
een beslissing vraagt, niet althans een
precieze voorstelling hebben van de v-ter
mogelijkheden, waar tusschen een keuze
zal worden gedaan ?
Wat is de voorbereiding van dat werk,
bij al den tijd, die er voor gebruikt werd
nog kinderachtig gebleven!