De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 23 oktober pagina 2

23 oktober 1898 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

2 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. nis mij niets aangaat. Ge houdt er, tegen over John vooral, een politiek van speldeprikken op na, waarmede ge heusch niet verder komt. Het resultaat zal ook nu weer zijn : terugkrabbelen, juist als in de Niger- quaestie, waarover ge zoo'n spektakel hebt gemaakt. En vergeet niet, dat de quaestie van de breede strook van Alexandriëtot Kaapstad door Engeland als een levenequaestie wordt beschouwd, en dat het de excursie van uwen majoor Marchand naar Fashoda natuurlijk een impertinen tie vindt. Wat doet ge daar? t)e wereld is groot genoeg. Vergeet vooral niet, dat uw diplomaten niet tegen Salisbury zijn opgewassen; al lacht ge om zijn dikken rug en zijn logge gestalte, men kan, ook in figuurlijken zin, nog wel tien Delcassés uit hem maken. Uw republiek. . . nu ja, er is tegenwoordig een luchtje aan, maar daar kan mijn neus wel tegen. Doch uw diplomaten moeten zich naar de mijne regelen, anders sta ik voor niets in." Arme Marianne! Den man, dien ze haat met een volkomen haat, ziet ze partont pour la Syrië, waar zij waande den baas te kunnen en mogen spelen. EQ haar ami de, coeur wordt van dag tot dag koeler en gereserveerder. Arme Marianne! Maar als ze tehuis eens groote schoon maak hield, het is er noodig aan toe zou men dan niet weer gevoelig worden voor haar groote bekoorlijkheden? WHHUiiiiitiiiiiiiiiiiiitiimifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiHiiiiiiiiiimiifiiiiti Sodale, iimiKMiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiimiiiiiiiiiiii Een schandaal. UI. »Een schande voor God en het menschdom" mocht, blijkens de feiten, in de vorige artikelen vermeld, de oeconomischen toe stand van de oude en invalide werklieden genoemd worden. Is deze aan eigen schuld te wijten? Neen, is het gepaste antwoord. De staatscommissie immers verklaart, na haar gehouden onderzoek, dat het loon toch in de meeste gevallen den werkman niet in staat stelt om, bij de tegenwoordige eischen van het leven, genoegzaam te sparen of uit eigen inkomsten voortdurend de premie voor verzekering1 van een vol doend pensioen te voldoen. Dezen toestand kan men betreuren, wat wel ieder zal doen, maar bespiegelingen over de wenechelijkheid van eigenhulp, over het nut der toe passing van het particulier initiatief'kunnen hierdoor als overbodig worden beschouwd. Voor hen die versterking voor hun geloof in de verklaring der staatscommissie be hoeven, kan naar het klassieke land van »self help" waar de Trade Unions en de Friendly Societies zoo gunstig bekendstaan, verwezen worden. De getuigenissen van de Royal Commission on ihe Aged Poor ver klaren dat, hoewel de genoemde vereenigingen voor de invaliden en de ouden van dagen veel doen, hare hulp toch te eenenmale onvoldoende moet worden geacht. Er zijn in Nederland gelukkig ook tref fende voorbeelden van belangstelling en toewijding van den kant der werkgevers, betreffende het lot hunner invalide en oude werklieden. Hun handelwijze is de uitzon dering van den tegenovergestelden regel. Bekend in het bijzonder is het, dat de fondsen verbonden aan de machinefabriek van Gebr. Stork te Hengelo, thans zelfs op wetenschappelijken grondslag zijn ge regeld. Dergelijke fondsen kunnen nimmer de veldarbeiders, de ambachtslieden, in kleine bedrijven werkzaam, helpen. Boven dien blijft de oprichting van dergelijke fondsen afhankelijk van de welwillendheid van den patroon en van zijn iinancieele kracht, die niet altijd voldoende is. Ook mag niet vergeten worden dat ontslag, om welke reden dan ook, de stortingen verloren doet gaan, waardoor de vrijheid van den werkman zeer ernstig wordt aangerand. De fabrieksfondsen geven den werklieden geen voldoende zekerheid voor hun ouden dag. Hare soliditeit staat gewoonlijk in nauw verband met die van den patroo-i. Faillis sement en liquidatie bewijzen ir.eermalfcii MiiiiHiiinuiiiniiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiHinmiiiMinn der mtn m ApMorJ. Uil het Eiigclsdi, DOOll JEROME K. JEROME. CSfoU .?Ook bericht van Kipper? zegt ze. Ik heb een paar brieven van hem gehad, mylady, zei ik. O, schei uit, zegt ze. Ik ben misselijk van dat mylady. Praat ngelsch; ik hoor 't zoo zelden." Hoe gaat 't hem ? 't Scbijüt hem goed te gaan, zeg ik. Hij heeft een hotel geopend en de boel marcheert, zooals hij me schrijft. _ 'k Wou dat ik bij hem achter 't buffet stoud, zegt ze. Wat, bevalt dit leventje u dan niet? vroeg ik. _ 't Is net een begrafenis zonder 't lijk, zegt zij. Ik heb in'n verdiende loon; waarom was ik zoo dwaas? Daar kwam de markies terug met haar mantel en ik zeg: //Certainement, madame" en verdwijn. Ze kwam dikwijls en als er gelegenheid toe was, dan sprak ze met me, 't scheen haar goed te doen haar hart te kunnen luchten; maar mij maakte 't zenuwachtig, daar ik altijd bang was dat iemand ons zou hooren, Toen kreeg ik eens een brief vau Kipper, die me schreef dat hij voor z'ii plezier over was, z'n intrek bij Marlt y had genomen en of ik eens bij hem wou komen aanloopcn. Hij was weinig veranderd, alleen wat dikker "eworden en hij zag er welvarender uit. Wc dat' de »verzekerdep" niet verzekerd zijn. 's Gravenhage gaf hiervan niet lans geleden een droevig voorbeeld. Toen een bekende machinefabriek aldaar werd opgeheven, waren de fondsen, waaraan de arbeiders vele jaren hadden bijgedragen, in geen enkel opzicht voldoende. Het was nog een buitenkansje voor hen, dat ze nog een gering bedragje terug ontvingen. Slechts weinige patroons zijn financieel sterk genoeg voor de oprichting en in standhouding van pensioenfondsen. Een zeer bekend fabrikant schreef den heer mr. dr. J. E. Millard, wiens werk ik meer malen noemde, dat de oudste firmant' ?20000 voor de oprichting van een pensi oenfonds beschikbaar sttlde en tevens de loonen verhoogde, om de werklieden in staat te stellen wekelijks 25 cent bij te dragen. Toch stuitte de uitvoering van het goede plan op de onvoldoendheid der geldelijke bijdragen. Een veel grootere wekelijksche bijdrage en een veel grootere kapitaalstorting waren noodig, om allen werklieden, op jarigen leeftijd, een pen sioen van vijf gulden per week te ver zekeren. Nu de staatscommissie onder dezeomstanheden nog kon wijzen op de teleurstellende uitkomsten van instellingen als een door de regeering genoemde Rijkslijfrentebank, verkregen in België, Engeland en Frankrijk, mocht voorzeker wel niet anders verwacht worden dan dat zij de vraag, of het in beginsel raadzaam is te achten de werk lieden en met hen gelijk te stellen personen tot verzekering te verplichten, bevestigend zou beantwoorden. Dat heeft ze met 15 tegen 5 stemmen dan ook gedaan. Be vreemdend is het echter te vernemen, dat diezelfde commissie, door wie erkend wordt, dat het inkomen van den werk man niet voldoende is om geheel uit eigen middelen de premie voor een ouderdomspensioen te betalen, met groote meerderheid besliste »dat het voor den Staat niet raadzaam wordt geacht de verzekering tegen ouderdom of invaliditeit aan te moedigen door zijnerzijds een ge deelte der premiën of een gedeelte van het pensioen te betalen." Is hier geen pijnlijke inconsequentie begaan'.-1 De commissie erkent zelve dat nevenoorzaaken ais doorgaand drankmisbruik, luiheid enz. slechts »een ondergeschikte rol spelen" in de financieele onmacht, der arbeiders om de ge heele premie te voldoen! Het,onlangs door mij besproken rapport betreffende den toe stand der werklieden in de bouwvakken, heeft belangrijke bevestigende bijdragen geleverd voor (ie wisselvalligheid van des werkmans inkomen, ook van de bekwame en fatsoenlijke lieden. Zou het dan >niet raadzaam" zijn dat de Staat, de régulateur der oeconomische organisatie, een handje helpt? De heer Millard schrijft zoo juist: «Wanneer zij, die tot dien stand behooren, steeds gebukt gaan onder het bewustzijn van hun weerloosheid, ingeval ouderdom of invaliditeit hun de mogelijkheid tot arbeiden ontneemt en indien er geen uit zicht voor hen bestaat aan dat toekomstig gebrek te ontkomen, dan kan het niet anders of alle energie en bevensopgewektheid worden in hen uitgebluschr, en hun gemoed wordt vervuld met wrok en verbitte ring tegen een maatschappij, die tengevolge van hare organisatie, hen gebrek laat leiden. Maar voor den bloei en het geluk van een volk zijn niet alleen noodig ondernemingsfeest der kapitalisten en iritcllectutele racht van hen, die met het hoofd arbeiden, maar ook goede wil en levensactiviteit van de zoogenaamde werkende standen. ledere regeling die een van de grofste misstanden. onzer maatschappij kon opheffen, is dus ten zeerste gewetif-cht in het belang van den Staat". Zou het dan niiet raadzaam" wezen ? Hoe kon de commissie dat verklaren na hare voorafgaande erkenning van de onschuld der werklieden en van het gebrek H, GO. De vraag, aan het slot van uw waardeerend schrijven, zal wel ieder toe stemmend beantwoorden. Hooge waardee ring heb ik voor de voortreffelijke bedoeling van de stichters der godshuizen, maar de wijze waarop de oudjes in sommige stich tingen worden gereglementeerd en gedres seerd, doet mij voor deze instellingen de beoordeeling van Dr.Kuyper onderschrijven. D. STIGIER. lltilllNllliiHiiiiiiiiiiiiMiiiiiimmiiiiiiiimi iimiiiiiiiumiliiiiiimliu aan materiale kracht der lfhelp te kunnen toepassen. Zou de conse quentie niet voorschrijven : het is nirl raadzaam dat de Staat langer nalatig blijft om de helpende hand te bieden? Ik zou htt wel denken. Neen, zegt een ander, pensior.ueering geheel of gedeeltelijk uit Staatskas heeft tengevolge dat de een onderhouden wordt met het geld van den ander. Dat mag niet; in elk geval moet dun worden aan getoond op Welken grond laatst bedoelde met dat, onderhoud vau eerstbedoeïde rnag en moet worden belast. Hierover in liet slot-artikel. Mnziek in de Hoofdstad, Het tweede en laatste optreden van mevrouw Sigrid Arnoldson, had J.l. Dinsdag plaats in Tnomab' opera Mignon". Hare creatie van de titelpartij is beroemd en terecht; eene groote bekoorlijkheid gaat in deze rol uit van hare persoonlijkheid, haren zang en haar spel. Haar stem, die ook in de lage tonen prachtig klinkt, was Dinsdagavond wederom kristalklaar. Men zou haast zeggen dat zij in de laatste jaren voller geworden is, in ieder geval staat Ar noldson op de middaghoogte van haar talent en weet zij in een dergelijke partij, die haar zoo goed past, in hooge inate te boeien. Mtj. Francisca stond haar zeer goed ter zijde als t'hiline. Hare coloratuur heeft eene schoone hoogte bereikt. Indien mej. Francisca daaraan onafgebroken wil voortarbeiden, zal zij de ver gelijking met iedere ster" kunnen doorstaan. Ook haar spel gaf reeds blijken van vooruit gang. De uitspraak van htt Hollandsen, was echter nog ontoereikend, hetgeen niet het minst hinderlijk was in de dialoog. Ken bij zonder woord van lof mag men mej. Francisca niet onthouden voor de Titania-aria, welke haar uitstekend gelukte. De heer Phlippeau had eveneens zeer goede momenten. Ik herinner slechts aan de aria Adieu Migni.p, courage", door hem in het Fransch gezongen. Dat was een goed idee van den Heer Phlippeau, jammer dat hij het niet steeds deed. Thans vroeg men zich voort durend at, als de Heer Phlippeau aan het woord moest komen zal het Fransch wezen of Holiandsch wat hij zingen of spreken zal. Mocht ik er verleden week op wijzen dat het beter ware geweest indien bij Uouioa en Julia" allen in het Fransch gezongen hadden, ik wil wel erkennen dat er thans eene groote moeilijkheid te overwinnen zou geweest zijn, door het vele gesprokene dat in deze opera voorkomt. Niet elk der medespelenden zal zooveel vaardigheid in het Fransch bezitten, om gelijk de heer Phlippeau deed, behalve in bovenvermelde aria, ook in de dialoog met movr. Arnoldsor, van die taal gebruik te maken. Voor eenige dagen las ik een bericht in liet \\reek(jla<l voor Muziek, volgens hetwelk de Ned. opera U r w He van een gast, den bas Kmil Fïscher, de WP.I). ure" in het Duitsch wil gaan geven. T'vV'-.'a dit bnricht waarheid bevat, dan komt het mij voor dat de Dirpctie zelve onder den indruk verteert van het wan smakelijke gebruik van twee talen gedurende eene voorstelling en dat zij op «ion weg is daarin die verbeteringen aan te brengen, die mogelijk zijn. En al-J dan eenmaal hot ijs gebroken is wie weet 'i zou dan de opera in drie talen in vervulling gaan ? Maar rcrenou.s' i't nos mcxfonri. De heer Paladie zong voor de eerste maal de Lothario. Daarin verkeerde bij tegenover do andere mede werkenden in mirder gunstige conditiëji, want aan zijn vertolking van die rol viel wei eun weinig de onzekerheid te bespeuren, wt-lke een eerste optreden gewoonlijk kenmerkt, vooral wanneer slecLts een matig aai.tal er.scmblerepetitiën daaraan is vooraf gegaan. De hoer l'alache bezit een zeer schoon, sonoor en krachtig basgeluid, dat over dt-n gehcelen om vang egaal klinkt. De kracht \an zijn orgaan werd hem echter in deze. bij uitsti k lyrische en meestal zsciit gehouden partij, \vel eens tot last, want de halve tinten moeten allen nog vrijer en losser klinken, minder stug en met meer charme in don toori. B:j volgende uit voeringen van dit werk, zal dit wel beter worden. Do parlij va;i I/aër'e werd in spel en parlando zeer goed door den heer Coïni vervuld: zijn zangstem bezit helaas weinig bekoorlijkheid. De Zigeuncrhoofdman werd een weinig rea listisch gespeeld door .... V Op het proUMUMiniiiiiiiniHilliimilitimiiiimiiiiiiiinl immiimmimmmii l miniu;nmiiinuii!i minimi spraken natuurlijk over myladv en ik vertelde hem wat, u*, mij gezegd had. Merkwaar'lig- gocuj^, die vrouwen, zei L ij, ze we.teu nooit recht wat ze tigenlijk willen. Och, Jat weten ze bust, zoodra ze liaar doel bereikt hebber. Hoe kon ze weten wat, 't is een maikieziu te zijn, totdat ze er de proef vau genomen had r Jammer, ei hij nadenkend. Ik dacht dat 't juist iets was waarin ze plezier zou hebben. Ik kwam alleen eens over om naar haar om te kijken en me te overtuigen dat 't haar goed gaat; 't schijnt dat ik beter had gedaan niet weg te blijven. Je hadt er nooit aan gedacht om zelf te trouwen ? Jawel, zei hij. 't Is geen vroolijk leven voor een rnau over de dertig zonder vrouw cu kinderen om 't liem lastig te maken, dat ver zeker ik je, eu voor Don Juan heb ik geen aanleg. Xet a!s ik, zeg ik ; over dag 't werk, en dan genieten vau je pijp aan je eigen haard, met de pantoffels aan de voettii. Dat is mijn ideaal, 't, Zal niet lang duren of je vindt wel iemand die je lijkt. ? Xeen, dat zal ik niet, zegt hij. Ik heb er wel een paar ontmoet die me zouden hebben aangestaan, ware zij er niet geweest, 't Is als met de chique lui die ons willen utiiipeu : Ze zijn groot gebracht met ris de tcau a Iti fiuancicre, en zulk goedje, en dat maakt ze onge schikt voor een burgerpot. Ik stelde haar op tic hoogte zoodra ik baar zasr, en ze ontmoetten elkaar als bij toeval 's morgens in Keasington Garden?. Wat ze met elkaar bespraken weet ik niet, want dienzelfden avond scheepte hij zich weer ir, eu daar we aau 't einde van 't seizoen waren, zag ik mylady iu langen tijd niet terug. De volgende maal dat ik haar zag was 't iu 't hotel Bristol te Parijs, en ze was in den rouw, want acht maanden te voren was de markies overleden. Hertog is hij nooit geworden, want gramma stond de heer v. d. Hoeck, doch ik kon diens stem er niet in herkennen. De geheele voorstelling heeft mij, ondanks enkele onnauwkeurigheden en tekortkomingen, wel bevredigd. Mag men de oorzaak hiervan niet zoeken in de wyze, waarop de orcheBtpartitie weergegeven werd'? In dit seizoen hoorde ik het orchest nog niet ze o delicaat hegeleiden. De Directie besteede steeds den meest mogelijken zorg aan die belangrijkste factor eener dramatische voorstelling. Hoewel ik geene gelegenheid had de geheele uitvoering bij te wonen van het Scb rgstrijkkwartet uit lirusïel, wil ik toch niet nala ten even te vermelden, dat de vier heeren mij groot genot vertchaft hebben met de Nove'etten voor strijkkwartet op. 15 van A. Glazour.ow. Het samenspel stond hierin op zeer groote hoogte. De klank was in alle nuances even mooi en er werd op schitterende wijze partij getrokken van de gelegenheid, die het werk aanbood, om te tooveren met het coloritt. Waarlijk, hoewel deze vier kunstenaars nog geen beroemde nam'n in de weegschaal kunnen w rp'.-n, zal hun artistiek kunnen toch niet te licht bevonden worden. Overal waar men de kunst \an kwartetspel hoog houdt, zal men hun optreden met sympathie begroeten. De Heer Set rg speelde nog solo, de eerste viool sonate van J. S. Bach; daarmede gaf hij blijk van de degelijkheid zijner kunstrichting, zonder echter het pfil van gewone soliditeit in uitvoering te over1 rt rfen. Op het oogenblik dat dit nummer verschijnt, bevinden zich eenige onzer beste Amsterdamsche kunstenaars, de heeren Jos. Cramer, Andró Spoor, H. W. Holmees er en J. Mossel, te Berlijn, tot het geven eencr quartet-soirée. Zij brengen daar ten geboore een quartet in D van Haydn, het f-naol van JJ elhoven op 05 en, met den heer Kd-Hisler. het piaroquintet van Schumann. Het was mij vergund, de beide eerstgenoemde werken dour het viertal kunste naars te hooren spelen en ik aarzel niet te verklaren, dat de opvatting en uitvoering der beide werken geheel een eerstc-rangs gezelschap waardig zijn. liet quartet, dat zich op initiatief van den heer Dan. de Lange geconstitueerd heeft, en zich Amsterdamsen. Conservatoriumquartet noemt, naar de inrichting waar de vier hoeren als leeraar werkzaam zijn, zal zeker in Berlijr, het centrum der muzikale beweging van den tcgenwoordïgen tijd, die waardeering vinden, die het toekomt. Mijne beste weiisclon vergezellen hen op hunne binnen- en hütenlandsche towr.ées. A.NT. AviiliKAMP. Chansons d'ainonr" dix lithographies par AnoLi'm: WII.T.KTTK. Zacht van Hjner.omtrek, teer als weggedoezeld zijn ook weer deze fantazieën, van dien dichterlijken droomer, die vooral ver maard is door zijn, zoo bij uitstek geestige pierrots, De pierrots, die, door maanlicht beschenen, hunne minnezangen tokkelen onder hc-t venster eener aangebedene Colombine; of in optochten komen aanzwever1, voorafgegaan door een zwartgeroktPi vedelman. Die kloii:3 piprrots, in hunne wijde, witte sarnaren, rwt vaak zulke droef senümenteele gezichten, lun liefde biedend aan even teere, brooze blonde pierrettes; of arm in arm voort schrijdend, era vol gel worden, door een van de lievelingsdieren des teekenaars, een groote zwarte angora-kat. Maar iedo.', die eenigsziris belangstelt in de illustratieve kunst der Kransche artiesten, herkont u't veel reeds het werk van Willette, dat zich kenmerkt door een ongeëvenaarde teerheid, i's van in een nevel geziene liguren. Voor nienij een zijn dan ook zijn min of meer satirieke teekeningen voor .de >Cbat Xoir", het tijdseirift dat onf'er redactie stond, van den beküden Uodolphe Suli-;; of zijn vaak politieke platen, voor de ('unrrur l<ï<ti«;itis, geen oiiJikende; terwijl eveneens, ook bijons te lan.le zijn tot kleine bundels verecnigde penteekfiingen bij de verzen van Mélandri eenige wuaardheid bezitten. De nuest bekende hieronder zijn wellicht: »les l'Trot-i", »!es (iibouli'-as d'Avril", »le petit «aporon vomie", en do , Kurandole des Pien-of' door Kmilo Vitta met een vijftiental schets'1, van Wülette. liet nu onlansi bij den uitgever van het aan nnst pn letteren gewijde tijdschriftje la Pint', in de rue lionnpurte verschenen album met ini lithographieën van dezen dichterlijken drocier, die in het mollige procédévan den stee, zijii fantazieüu heeft neergeschreven, gee ons een serie prenten, zonder tekst, los op ich zelf staand. l dat jong bleek loeii steiker dan men dacht, en y as nog altijd springlevend; en zoo gebeurde't dat ze markk'ziii bleef, eu haar vermogen hoewel niet onaardig, was niet heel aanzienlijk, ten minste i.iet voor dien stand. Door een ge lukkig toeval werd ik aangewezen om haar te b; dienen, daar ze om een kelluer verzocht had die Engt Iscli sprak. Ze scheen blij me te zien 111 met me te kunnen spreken. \\ el, zeg ik, ik veronderstel dat u nu wel spoedig eigeuarts zult zijn van dat buiuit i u Kaapstad:' . Praat geen onzin, was haar antwoord. Hoe kan de markiezin van App'.eford een hütelhoudcr trouwen? Waarom niet, als ze er lust in heeft? zeg ik. \Vat voor nut heeft het markiexiii te zijn, als men niet doen kau wat men wil? Dat is 't 'em juist, zegt ze suihbig, dat kan men niet. 't Zou niet netjes zijn tegenover de familie. Neen, vervolgt ze, ik heb van hun geld geleefd, en ik leef er nog van. '/e houden niet vau me, maar toch zullen ze niet vau rne kunnen getuigen dat ik hun oneer heb aange daan. Ze hebben hun gevoel van eer net zoo gotd als ik 't mijne. Waarom 't geld er niet aan gegeven ? zeg ik. Ze zullen blij genoeg zijn 't weerom te krijgnr, want zooals ik haar had hooren zeggen, was 't maar een arme troep. Hoe is dat mogelijk ? zei ze. 't Is eer lijfrente. Ik geniet 't zoolang ik leef, en zoi lang ik leef moet ik markiezin van Applefor( blijven. Ze had haar soep op eu schoof haaj bord oj) zij. Zoo lang ik leef, herhaalde ze i| gedachte. Bij Jupiter! roept ze eensklaps, terwijl; opschrikt, waarom niet: Waarom niet wat? vraag ik. Niemendal, was haar antwoord. Haal i een telegram-formulier voor Afrika, en ha; je wat. . Ik bracht, er haar een, eu zij vulde 't en gaf 't den portier oia 't onmiddellijk' be'nrcu; t oei: gii.ir ze weer zitten eu zette 1-j' maal voort. Ze «as Jaar;.a wat kortaf te:n me, en zoo vond ik 'l m::ar 'r verstandigst L mij op een afstand 1e houdei'. .)cii volgenden morgen kwam 'c antwoord, t1- haar zenuwachtig scheen u: maken, en 'middags vel trok ze. 'i'o'.'u ik weer van haar lorde was 't, een bericht iu i'e krant dat iddc: Dood van de markie/i» van Appieford. ?eurig ougtluk. 't Schei-u 'Jat ze op een van ? italiaaiische meren een. roiutocntje was gaan aken, vergezeld vau slechts céii roeier. til storm was komen opsteken en de boot as omgeslagen. De roeier was naar den ever gezwommen, maar z'n passagier had hij iet kunnen redden, en men had 't lijk niet eruggevon.Ui). Het blad bracht in herinnering oe ze de vroeger zoo gevierde actrice Caroline I'revelyaii was geweest, dochter vau den weljekenden Inditchen rechtsgeleerde van dien naam. Ik was eenige dagen geheel ouder den indruk van dit bericht. Ik bad iiaar van kindsbeen af, om zoo te zegireu, gekend, eu stelde belang m haar. U mag 't dwaas vinden, maar 't was alsof l.ötels en restaurants mij minder belang stelling inboezemden sedert er geen kans meer bestond er baar te ontmoeten. Van parijs trok ik naar een der kleinere l.utels in A euetjc. Mijn vrouw meende dat ik wel zou doeu een mondjevol Italiaansch te leereu, misschien ver langde ze zelve wel Venetiëte zien. Dat is een der voordeden van ons beroep. Je kunt je verplaatsen als ie wilt en wat van de wereld zien. 't \\ as een hotel vau den tweeden rang, en op een avond, even vóór dat de lampen werdeu opgestoken, zat ik iieel alleen in cie eetzaal en had juiit een krant opgenomen, toen ik de deur hoorde opendoeu en me omkeerde. Ik zazj huur de kamer binnenkomen. Ik kon me daarin niet bedriegen. Ze was eenig in haar soort. Met uitpuilende oogen staarde ik haar aan, tot ze vlak bij me was, eu toen zei ik fluisterend; Carrot- ! 't was de naam die me 't eerst inviel. Zeker tot de meest belangrijksten, de meest doorwerkten uit dezen bundel, mogen we rekenen een zacht, teer pierrette-figuurtje, die de kanten strooken van het haar zoo pas om hullend kleedingstuk in de hand houdende, zich nu vertoont in de donzige, mollige vormen van haar klein naakt lichaam, onschuldig en naïef; alsmede een zeer mooi meiajesprofiel met blonde haren, dat zich afteekent tegen een lichte maansikkel, terwijl we beneden haar de donkere silhouetten der stad, zwaar tegen de lucht zien uitkomen. Een kopje, als van een theaterschoone, door voetlicht beschenen, en door lichtende sterren omgeven, en een nevelachtig stadsgezicht van Parijs, in den omtrek van den Moulin-Rouge, waar een begrafenis voorbijtrekt, behooren on getwijfeld eveneens tot de besten uit dit album, waarin we het fijne talent van Willette in enkele zeer goed geslaagde bladen naar waarde kunnen schatten. R. W. T. Jr. Rembrandt's Nachtwacht." Door het bestuur der maatschappij »Arti et Amicitiae" is het volgende verzoekschrift ge richt aan B. en W. van Amsterdam. Atm Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Amsterdam. Geven met verschuldigden eerbied te kennen: Ondergeteekenden, bestuurderen der maat schappij »Arti et Amicitiae" te Amsterdam, dat door de thans plaats hebbende tentoon stelling van Rembrandt's werken gebleken i?, dat de talrijke proeven in het Rijks-museum genomen met de omgeving en verlichting van Ilembrand'ts schilderij de Nachtwacht, niet tot het gewenschte resultaat hebben geleid, terwijl de r,u toegepaste zijde-verlichting, niettegen staande de inrichting van het expositielokaal een provisoir karakter draagt, den weg aan geeft waarop de schilderij tot haar volle recht kan worden gebracht. liedenen waarom Ondergeteekenden beleefd de vrijheid nemen ingevolge hesluit der vergadering van stemhebbende leden hunner maatschappij dd. l>s October 18SI8 U te verzoeken, die stappen te doen en die maat regelen te willen nemen, als door Uw Edel Achtbaar college doelmatig zullen worden ge oordeeld, om het meesterstuk van Ilembrandt, na terugkeer in het Rijksmuseum, die om geving en verlichting te verschaffen, als thans gebleken is voor de schilderij de meest ge wenschte te zijn. Bestuurderen der maatschappij »Arti et Amicitiae" : Bart van Hove, voorzitter; Gco Poggenbeek, -'e voorzitter; John !?'. Huik, secretaris; G. II. Breitner, ie secretaris en C. G. 't Hooft, penningmeester. itiinmiiiiimmtminimimm 40 cents per regel. IIIIIIIIHIHIIIIIHHHIIHHIIIIIIIIHHIIIIMII Bal-Zijde 40 cent tot f l-I.O5 per Meter alsmede zwarte, witte en gekleurde HciincE>crK-£(i«Ie van 3.3 et. tot f 1-f .05 per Meter tïev, ge streept, geruit, gewerkr, damast enz. (ca. K) versch. qual. en UIO versch. kleuren, dessins enz.). Fraufo en vrij van invoer rechten in huis. Stalen ommegaand. Dubbel briel'porto naar Zwitserland. G. Henneberg'* Zijde-Pabriekeii (k. & k. Haflever.), Zürich. en HlWELIJKS-C()M.m\ICATlE.Y, IP1TATIËN, enz. PiOijruiumus, JLenus en Tafdkmirten. K. VA3T JtlABTTdiUJf, Hofleverancier, SINGEL 562, AMSTERDAM, Visitekaarten, - Luxcpapier. ?fllllllHlltMmiMllHniummimtniiiiitiiii lllmlIIMIIMHI Carrois! zepjt ze, en ze gaat vlak tegen over me zitten eu begint te lachen. Ik kon niet spreken, kon me niet bewegen, zoo was ik geheel de kluts kwijt; en hoc, aiiLrstiircr ik keek hoe harder /.ij laclife, totdat ook //Kipper" binnenkwam. Hij had allerminst iets van een qeest, nooit zag ik een mau zoo trotscii en gelukkig. Heb ik vau mijn leren, 't is Enen-, ze£;t hij; en hij geeft me eerj i la p op den rui', Jie me weer bij doet komen. Ik hal gehoord dat je dood waart," sta melde ik, terwijl ik haar bleef aanstaren. Ik las 't bericht in de krant Doocl van de Markieziu van Appieford! Je hebt gelijk, zegt zij. De markiezin vau Appieford is ook zoo dood als een pier, en dat is maar goed ook. N d heet ik Mrs. Captain Kit, uit; Carrots'. _ Je voorspelde hoe ik weldra iemand zou vinden die me paste, zei Kipper, zich tot mij wendende, en bij Jupiter, je hadt gelijk. Ik wachtte op iemand die op mylady geleelc, en ik zou lang hebben kunnen wachten, had ik deze hier niet ontmoet, en daarop pakte hij haar onder den arm juist zooals ik 't hem dien eersten keer had zi(n doen, toen hij haar't koffiehuis binnen bracht, eu mijn hemel, wat was dat een tijd geleden! Dit is ecu der verhalen die Henry, de kellner mij deed. Op zijn verzoek heb ik de namen veranderd. Want hij zegt dat in Kaapstad Cap tain Kil s' eerste rangs hotel voor families en reizigers nog altijd druk wordt bezocht, en dat de vrouw der huizes nog aitijd eea mooie vrouw is, met prachtige oogen en rood haar, die best voor eeue hertogin zou kunnen doorgaan zoolang ze zwijgt want doet ze haar mond open, dan doet haar diahkt wel eenigszins aau Mile Eed Road denken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl