Historisch Archief 1877-1940
2
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. nis
mij niets aangaat. Ge houdt er, tegen
over John vooral, een politiek van
speldeprikken op na, waarmede ge heusch niet
verder komt. Het resultaat zal ook nu
weer zijn : terugkrabbelen, juist als in de
Niger- quaestie, waarover ge zoo'n spektakel
hebt gemaakt. En vergeet niet, dat de
quaestie van de breede strook van
Alexandriëtot Kaapstad door Engeland als een
levenequaestie wordt beschouwd, en dat
het de excursie van uwen majoor Marchand
naar Fashoda natuurlijk een impertinen
tie vindt. Wat doet ge daar? t)e wereld
is groot genoeg. Vergeet vooral niet, dat
uw diplomaten niet tegen Salisbury zijn
opgewassen; al lacht ge om zijn dikken
rug en zijn logge gestalte, men kan, ook
in figuurlijken zin, nog wel tien Delcassés
uit hem maken. Uw republiek. . . nu ja,
er is tegenwoordig een luchtje aan, maar
daar kan mijn neus wel tegen. Doch uw
diplomaten moeten zich naar de mijne
regelen, anders sta ik voor niets in."
Arme Marianne! Den man, dien ze
haat met een volkomen haat, ziet ze
partont pour la Syrië, waar zij waande den
baas te kunnen en mogen spelen. EQ
haar ami de, coeur wordt van dag tot dag
koeler en gereserveerder.
Arme Marianne!
Maar als ze tehuis eens groote schoon
maak hield, het is er noodig aan toe
zou men dan niet weer gevoelig worden
voor haar groote bekoorlijkheden?
WHHUiiiiitiiiiiiiiiiiiitiimifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiHiiiiiiiiiimiifiiiiti
Sodale,
iimiKMiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiimiiiiiiiiiiii
Een schandaal.
UI.
»Een schande voor God en het
menschdom" mocht, blijkens de feiten, in de vorige
artikelen vermeld, de oeconomischen toe
stand van de oude en invalide werklieden
genoemd worden. Is deze aan eigen schuld
te wijten? Neen, is het gepaste antwoord.
De staatscommissie immers verklaart, na
haar gehouden onderzoek, dat het loon
toch in de meeste gevallen den werkman
niet in staat stelt om, bij de tegenwoordige
eischen van het leven, genoegzaam te
sparen of uit eigen inkomsten voortdurend
de premie voor verzekering1 van een vol
doend pensioen te voldoen. Dezen toestand
kan men betreuren, wat wel ieder zal doen,
maar bespiegelingen over de
wenechelijkheid van eigenhulp, over het nut der toe
passing van het particulier initiatief'kunnen
hierdoor als overbodig worden beschouwd.
Voor hen die versterking voor hun geloof
in de verklaring der staatscommissie be
hoeven, kan naar het klassieke land van
»self help" waar de Trade Unions en de
Friendly Societies zoo gunstig bekendstaan,
verwezen worden. De getuigenissen van de
Royal Commission on ihe Aged Poor ver
klaren dat, hoewel de genoemde
vereenigingen voor de invaliden en de ouden van
dagen veel doen, hare hulp toch te
eenenmale onvoldoende moet worden geacht.
Er zijn in Nederland gelukkig ook tref
fende voorbeelden van belangstelling en
toewijding van den kant der werkgevers,
betreffende het lot hunner invalide en oude
werklieden. Hun handelwijze is de uitzon
dering van den tegenovergestelden regel.
Bekend in het bijzonder is het, dat de
fondsen verbonden aan de machinefabriek
van Gebr. Stork te Hengelo, thans zelfs
op wetenschappelijken grondslag zijn ge
regeld. Dergelijke fondsen kunnen nimmer
de veldarbeiders, de ambachtslieden, in
kleine bedrijven werkzaam, helpen. Boven
dien blijft de oprichting van dergelijke
fondsen afhankelijk van de welwillendheid
van den patroon en van zijn iinancieele
kracht, die niet altijd voldoende is. Ook
mag niet vergeten worden dat ontslag, om
welke reden dan ook, de stortingen verloren
doet gaan, waardoor de vrijheid van den
werkman zeer ernstig wordt aangerand. De
fabrieksfondsen geven den werklieden geen
voldoende zekerheid voor hun ouden dag.
Hare soliditeit staat gewoonlijk in nauw
verband met die van den patroo-i. Faillis
sement en liquidatie bewijzen ir.eermalfcii
MiiiiHiiinuiiiniiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiHinmiiiMinn
der mtn m ApMorJ.
Uil het Eiigclsdi,
DOOll
JEROME K. JEROME.
CSfoU
.?Ook bericht van Kipper? zegt ze.
Ik heb een paar brieven van hem gehad,
mylady, zei ik.
O, schei uit, zegt ze. Ik ben misselijk van
dat mylady. Praat ngelsch; ik hoor 't zoo
zelden." Hoe gaat 't hem ?
't Scbijüt hem goed te gaan, zeg ik. Hij
heeft een hotel geopend en de boel marcheert,
zooals hij me schrijft.
_ 'k Wou dat ik bij hem achter 't buffet
stoud, zegt ze.
Wat, bevalt dit leventje u dan niet?
vroeg ik.
_ 't Is net een begrafenis zonder 't lijk,
zegt zij. Ik heb in'n verdiende loon; waarom
was ik zoo dwaas?
Daar kwam de markies terug met haar mantel
en ik zeg: //Certainement, madame" en verdwijn.
Ze kwam dikwijls en als er gelegenheid toe
was, dan sprak ze met me, 't scheen haar goed
te doen haar hart te kunnen luchten; maar mij
maakte 't zenuwachtig, daar ik altijd bang was
dat iemand ons zou hooren,
Toen kreeg ik eens een brief vau Kipper,
die me schreef dat hij voor z'ii plezier over
was, z'n intrek bij Marlt y had genomen en of
ik eens bij hem wou komen aanloopcn.
Hij was weinig veranderd, alleen wat dikker
"eworden en hij zag er welvarender uit. Wc
dat' de »verzekerdep" niet verzekerd zijn.
's Gravenhage gaf hiervan niet lans geleden
een droevig voorbeeld. Toen een bekende
machinefabriek aldaar werd opgeheven,
waren de fondsen, waaraan de arbeiders
vele jaren hadden bijgedragen, in geen
enkel opzicht voldoende. Het was nog een
buitenkansje voor hen, dat ze nog een
gering bedragje terug ontvingen.
Slechts weinige patroons zijn financieel
sterk genoeg voor de oprichting en in
standhouding van pensioenfondsen. Een
zeer bekend fabrikant schreef den heer
mr. dr. J. E. Millard, wiens werk ik meer
malen noemde, dat de oudste firmant'
?20000 voor de oprichting van een pensi
oenfonds beschikbaar sttlde en tevens de
loonen verhoogde, om de werklieden in
staat te stellen wekelijks 25 cent bij te
dragen. Toch stuitte de uitvoering van
het goede plan op de onvoldoendheid der
geldelijke bijdragen. Een veel grootere
wekelijksche bijdrage en een veel grootere
kapitaalstorting waren noodig, om allen
werklieden, op jarigen leeftijd, een pen
sioen van vijf gulden per week te ver
zekeren.
Nu de staatscommissie onder
dezeomstanheden nog kon wijzen op de teleurstellende
uitkomsten van instellingen als een door
de regeering genoemde Rijkslijfrentebank,
verkregen in België, Engeland en Frankrijk,
mocht voorzeker wel niet anders verwacht
worden dan dat zij de vraag, of het in
beginsel raadzaam is te achten de werk
lieden en met hen gelijk te stellen personen
tot verzekering te verplichten, bevestigend
zou beantwoorden. Dat heeft ze met 15
tegen 5 stemmen dan ook gedaan. Be
vreemdend is het echter te vernemen, dat
diezelfde commissie, door wie erkend
wordt, dat het inkomen van den werk
man niet voldoende is om geheel uit
eigen middelen de premie voor een
ouderdomspensioen te betalen, met groote
meerderheid besliste »dat het voor den
Staat niet raadzaam wordt geacht de
verzekering tegen ouderdom of invaliditeit
aan te moedigen door zijnerzijds een ge
deelte der premiën of een gedeelte van het
pensioen te betalen." Is hier geen pijnlijke
inconsequentie begaan'.-1 De commissie erkent
zelve dat nevenoorzaaken ais doorgaand
drankmisbruik, luiheid enz. slechts »een
ondergeschikte rol spelen" in de
financieele onmacht, der arbeiders om de ge
heele premie te voldoen! Het,onlangs door
mij besproken rapport betreffende den toe
stand der werklieden in de bouwvakken,
heeft belangrijke bevestigende bijdragen
geleverd voor (ie wisselvalligheid van des
werkmans inkomen, ook van de bekwame
en fatsoenlijke lieden. Zou het dan >niet
raadzaam" zijn dat de Staat, de régulateur
der oeconomische organisatie, een handje
helpt? De heer Millard schrijft zoo juist:
«Wanneer zij, die tot dien stand behooren,
steeds gebukt gaan onder het bewustzijn
van hun weerloosheid, ingeval ouderdom
of invaliditeit hun de mogelijkheid tot
arbeiden ontneemt en indien er geen uit
zicht voor hen bestaat aan dat toekomstig
gebrek te ontkomen, dan kan het niet
anders of alle energie en
bevensopgewektheid worden in hen uitgebluschr, en hun
gemoed wordt vervuld met wrok en verbitte
ring tegen een maatschappij, die tengevolge
van hare organisatie, hen gebrek laat leiden.
Maar voor den bloei en het geluk van een
volk zijn niet alleen noodig
ondernemingsfeest der kapitalisten en iritcllectutele
racht van hen, die met het hoofd arbeiden,
maar ook goede wil en levensactiviteit van
de zoogenaamde werkende standen. ledere
regeling die een van de grofste misstanden.
onzer maatschappij kon opheffen, is dus
ten zeerste gewetif-cht in het belang van
den Staat". Zou het dan niiet raadzaam"
wezen ? Hoe kon de commissie dat verklaren
na hare voorafgaande erkenning van de
onschuld der werklieden en van het gebrek
H, GO. De vraag, aan het slot van uw
waardeerend schrijven, zal wel ieder toe
stemmend beantwoorden. Hooge waardee
ring heb ik voor de voortreffelijke bedoeling
van de stichters der godshuizen, maar de
wijze waarop de oudjes in sommige stich
tingen worden gereglementeerd en gedres
seerd, doet mij voor deze instellingen de
beoordeeling van Dr.Kuyper onderschrijven.
D. STIGIER.
lltilllNllliiHiiiiiiiiiiiiMiiiiiimmiiiiiiiimi iimiiiiiiiumiliiiiiimliu
aan materiale kracht der
lfhelp te kunnen toepassen. Zou de conse
quentie niet voorschrijven : het is nirl
raadzaam dat de Staat langer nalatig blijft
om de helpende hand te bieden? Ik zou
htt wel denken.
Neen, zegt een ander, pensior.ueering
geheel of gedeeltelijk uit Staatskas heeft
tengevolge dat de een onderhouden wordt
met het geld van den ander. Dat mag
niet; in elk geval moet dun worden aan
getoond op Welken grond laatst bedoelde
met dat, onderhoud vau eerstbedoeïde rnag
en moet worden belast.
Hierover in liet slot-artikel.
Mnziek in de Hoofdstad,
Het tweede en laatste optreden van mevrouw
Sigrid Arnoldson, had J.l. Dinsdag plaats in
Tnomab' opera Mignon". Hare creatie van de
titelpartij is beroemd en terecht; eene groote
bekoorlijkheid gaat in deze rol uit van hare
persoonlijkheid, haren zang en haar spel. Haar
stem, die ook in de lage tonen prachtig klinkt,
was Dinsdagavond wederom kristalklaar. Men
zou haast zeggen dat zij in de laatste jaren
voller geworden is, in ieder geval staat Ar
noldson op de middaghoogte van haar talent
en weet zij in een dergelijke partij, die haar
zoo goed past, in hooge inate te boeien.
Mtj. Francisca stond haar zeer goed ter zijde
als t'hiline. Hare coloratuur heeft eene schoone
hoogte bereikt. Indien mej. Francisca daaraan
onafgebroken wil voortarbeiden, zal zij de ver
gelijking met iedere ster" kunnen doorstaan.
Ook haar spel gaf reeds blijken van vooruit
gang. De uitspraak van htt Hollandsen, was
echter nog ontoereikend, hetgeen niet het
minst hinderlijk was in de dialoog. Ken bij
zonder woord van lof mag men mej. Francisca
niet onthouden voor de Titania-aria, welke
haar uitstekend gelukte.
De heer Phlippeau had eveneens zeer goede
momenten. Ik herinner slechts aan de aria
Adieu Migni.p, courage", door hem in het
Fransch gezongen. Dat was een goed idee van
den Heer Phlippeau, jammer dat hij het niet
steeds deed. Thans vroeg men zich voort
durend at, als de Heer Phlippeau aan het
woord moest komen zal het Fransch wezen
of Holiandsch wat hij zingen of spreken zal.
Mocht ik er verleden week op wijzen dat
het beter ware geweest indien bij Uouioa en
Julia" allen in het Fransch gezongen hadden,
ik wil wel erkennen dat er thans eene groote
moeilijkheid te overwinnen zou geweest zijn,
door het vele gesprokene dat in deze opera
voorkomt. Niet elk der medespelenden zal
zooveel vaardigheid in het Fransch bezitten,
om gelijk de heer Phlippeau deed, behalve in
bovenvermelde aria, ook in de dialoog met
movr. Arnoldsor, van die taal gebruik te maken.
Voor eenige dagen las ik een bericht in liet
\\reek(jla<l voor Muziek, volgens hetwelk de
Ned. opera U r w He van een gast, den bas
Kmil Fïscher, de WP.I). ure" in het Duitsch
wil gaan geven. T'vV'-.'a dit bnricht waarheid
bevat, dan komt het mij voor dat de Dirpctie
zelve onder den indruk verteert van het wan
smakelijke gebruik van twee talen gedurende
eene voorstelling en dat zij op «ion weg is
daarin die verbeteringen aan te brengen, die
mogelijk zijn. En al-J dan eenmaal hot ijs
gebroken is wie weet 'i zou dan de opera
in drie talen in vervulling gaan ?
Maar rcrenou.s' i't nos mcxfonri. De heer
Paladie zong voor de eerste maal de Lothario.
Daarin verkeerde bij tegenover do andere mede
werkenden in mirder gunstige conditiëji, want
aan zijn vertolking van die rol viel wei eun
weinig de onzekerheid te bespeuren, wt-lke
een eerste optreden gewoonlijk kenmerkt, vooral
wanneer slecLts een matig aai.tal
er.scmblerepetitiën daaraan is vooraf gegaan. De hoer
l'alache bezit een zeer schoon, sonoor en
krachtig basgeluid, dat over dt-n gehcelen om
vang egaal klinkt. De kracht \an zijn orgaan
werd hem echter in deze. bij uitsti k lyrische
en meestal zsciit gehouden partij, \vel eens tot
last, want de halve tinten moeten allen nog
vrijer en losser klinken, minder stug en met
meer charme in don toori. B:j volgende uit
voeringen van dit werk, zal dit wel beter
worden. Do parlij va;i I/aër'e werd in spel
en parlando zeer goed door den heer Coïni
vervuld: zijn zangstem bezit helaas weinig
bekoorlijkheid.
De Zigeuncrhoofdman werd een weinig rea
listisch gespeeld door .... V Op het
proUMUMiniiiiiiiniHilliimilitimiiiimiiiiiiiinl
immiimmimmmii l miniu;nmiiinuii!i minimi
spraken natuurlijk over myladv en ik vertelde
hem wat, u*, mij gezegd had.
Merkwaar'lig- gocuj^, die vrouwen, zei L ij,
ze we.teu nooit recht wat ze tigenlijk willen.
Och, Jat weten ze bust, zoodra ze liaar
doel bereikt hebber. Hoe kon ze weten wat, 't
is een maikieziu te zijn, totdat ze er de proef
vau genomen had r
Jammer, ei hij nadenkend. Ik dacht dat
't juist iets was waarin ze plezier zou hebben.
Ik kwam alleen eens over om naar haar om te
kijken en me te overtuigen dat 't haar goed
gaat; 't schijnt dat ik beter had gedaan niet
weg te blijven.
Je hadt er nooit aan gedacht om zelf te
trouwen ?
Jawel, zei hij. 't Is geen vroolijk leven
voor een rnau over de dertig zonder vrouw cu
kinderen om 't liem lastig te maken, dat ver
zeker ik je, eu voor Don Juan heb ik geen
aanleg.
Xet a!s ik, zeg ik ; over dag 't werk, en
dan genieten vau je pijp aan je eigen haard,
met de pantoffels aan de voettii. Dat is mijn
ideaal, 't, Zal niet lang duren of je vindt wel
iemand die je lijkt.
? Xeen, dat zal ik niet, zegt hij. Ik heb er
wel een paar ontmoet die me zouden hebben
aangestaan, ware zij er niet geweest, 't Is als
met de chique lui die ons willen utiiipeu : Ze
zijn groot gebracht met ris de tcau a Iti
fiuancicre, en zulk goedje, en dat maakt ze onge
schikt voor een burgerpot.
Ik stelde haar op tic hoogte zoodra ik baar
zasr, en ze ontmoetten elkaar als bij toeval
's morgens in Keasington Garden?. Wat ze met
elkaar bespraken weet ik niet, want dienzelfden
avond scheepte hij zich weer ir, eu daar we
aau 't einde van 't seizoen waren, zag ik mylady
iu langen tijd niet terug.
De volgende maal dat ik haar zag was 't iu
't hotel Bristol te Parijs, en ze was in den rouw,
want acht maanden te voren was de markies
overleden. Hertog is hij nooit geworden, want
gramma stond de heer v. d. Hoeck, doch ik
kon diens stem er niet in herkennen.
De geheele voorstelling heeft mij, ondanks
enkele onnauwkeurigheden en tekortkomingen,
wel bevredigd. Mag men de oorzaak hiervan
niet zoeken in de wyze, waarop de
orcheBtpartitie weergegeven werd'? In dit seizoen
hoorde ik het orchest nog niet ze o delicaat
hegeleiden. De Directie besteede steeds den
meest mogelijken zorg aan die belangrijkste
factor eener dramatische voorstelling.
Hoewel ik geene gelegenheid had de geheele
uitvoering bij te wonen van het Scb
rgstrijkkwartet uit lirusïel, wil ik toch niet nala
ten even te vermelden, dat de vier heeren mij
groot genot vertchaft hebben met de
Nove'etten voor strijkkwartet op. 15 van A. Glazour.ow.
Het samenspel stond hierin op zeer groote
hoogte. De klank was in alle nuances even
mooi en er werd op schitterende wijze partij
getrokken van de gelegenheid, die het werk
aanbood, om te tooveren met het coloritt.
Waarlijk, hoewel deze vier kunstenaars nog
geen beroemde nam'n in de weegschaal
kunnen w rp'.-n, zal hun artistiek kunnen toch
niet te licht bevonden worden. Overal waar
men de kunst \an kwartetspel hoog houdt,
zal men hun optreden met sympathie begroeten.
De Heer Set rg speelde nog solo, de eerste
viool sonate van J. S. Bach; daarmede gaf hij
blijk van de degelijkheid zijner kunstrichting,
zonder echter het pfil van gewone soliditeit
in uitvoering te over1 rt rfen.
Op het oogenblik dat dit nummer verschijnt,
bevinden zich eenige onzer beste
Amsterdamsche kunstenaars, de heeren Jos. Cramer, Andró
Spoor, H. W. Holmees er en J. Mossel, te
Berlijn, tot het geven eencr quartet-soirée. Zij
brengen daar ten geboore een quartet in D
van Haydn, het f-naol van JJ elhoven op 05 en,
met den heer Kd-Hisler. het piaroquintet van
Schumann. Het was mij vergund, de beide
eerstgenoemde werken dour het viertal kunste
naars te hooren spelen en ik aarzel niet te
verklaren, dat de opvatting en uitvoering der
beide werken geheel een eerstc-rangs gezelschap
waardig zijn. liet quartet, dat zich op initiatief
van den heer Dan. de Lange geconstitueerd
heeft, en zich Amsterdamsen.
Conservatoriumquartet noemt, naar de inrichting waar de
vier hoeren als leeraar werkzaam zijn, zal
zeker in Berlijr, het centrum der muzikale
beweging van den tcgenwoordïgen tijd, die
waardeering vinden, die het toekomt. Mijne
beste weiisclon vergezellen hen op hunne
binnen- en hütenlandsche towr.ées.
A.NT. AviiliKAMP.
Chansons d'ainonr"
dix lithographies par AnoLi'm: WII.T.KTTK.
Zacht van Hjner.omtrek, teer als
weggedoezeld zijn ook weer deze fantazieën, van
dien dichterlijken droomer, die vooral ver
maard is door zijn, zoo bij uitstek geestige
pierrots,
De pierrots, die, door maanlicht beschenen,
hunne minnezangen tokkelen onder hc-t venster
eener aangebedene Colombine; of in optochten
komen aanzwever1, voorafgegaan door een
zwartgeroktPi vedelman.
Die kloii:3 piprrots, in hunne wijde, witte
sarnaren, rwt vaak zulke droef senümenteele
gezichten, lun liefde biedend aan even teere,
brooze blonde pierrettes; of arm in arm voort
schrijdend, era vol gel worden, door een van de
lievelingsdieren des teekenaars, een groote
zwarte angora-kat.
Maar iedo.', die eenigsziris belangstelt in de
illustratieve kunst der Kransche artiesten,
herkont u't veel reeds het werk van Willette,
dat zich kenmerkt door een ongeëvenaarde
teerheid, i's van in een nevel geziene liguren.
Voor nienij een zijn dan ook zijn min of meer
satirieke teekeningen voor .de >Cbat Xoir",
het tijdseirift dat onf'er redactie stond, van
den beküden Uodolphe Suli-;; of zijn vaak
politieke platen, voor de ('unrrur l<ï<ti«;itis,
geen oiiJikende; terwijl eveneens, ook bijons
te lan.le zijn tot kleine bundels verecnigde
penteekfiingen bij de verzen van Mélandri
eenige wuaardheid bezitten.
De nuest bekende hieronder zijn wellicht:
»les l'Trot-i", »!es (iibouli'-as d'Avril", »le
petit «aporon vomie", en do , Kurandole des
Pien-of' door Kmilo Vitta met een vijftiental
schets'1, van Wülette.
liet nu onlansi bij den uitgever van het
aan nnst pn letteren gewijde tijdschriftje la
Pint', in de rue lionnpurte verschenen album
met ini lithographieën van dezen dichterlijken
drocier, die in het mollige procédévan den
stee, zijii fantazieüu heeft neergeschreven,
gee ons een serie prenten, zonder tekst, los
op ich zelf staand.
l
dat jong bleek loeii steiker dan men dacht, en
y as nog altijd springlevend; en zoo gebeurde't
dat ze markk'ziii bleef, eu haar vermogen
hoewel niet onaardig, was niet heel aanzienlijk,
ten minste i.iet voor dien stand. Door een ge
lukkig toeval werd ik aangewezen om haar te
b; dienen, daar ze om een kelluer verzocht had
die Engt Iscli sprak. Ze scheen blij me te zien
111 met me te kunnen spreken.
\\ el, zeg ik, ik veronderstel dat u nu
wel spoedig eigeuarts zult zijn van dat buiuit
i u Kaapstad:'
. Praat geen onzin, was haar antwoord.
Hoe kan de markiezin van App'.eford een
hütelhoudcr trouwen?
Waarom niet, als ze er lust in heeft? zeg
ik. \Vat voor nut heeft het markiexiii te zijn,
als men niet doen kau wat men wil?
Dat is 't 'em juist, zegt ze suihbig, dat
kan men niet. 't Zou niet netjes zijn tegenover
de familie. Neen, vervolgt ze, ik heb van hun
geld geleefd, en ik leef er nog van. '/e houden
niet vau me, maar toch zullen ze niet vau rne
kunnen getuigen dat ik hun oneer heb aange
daan. Ze hebben hun gevoel van eer net zoo
gotd als ik 't mijne.
Waarom 't geld er niet aan gegeven ? zeg
ik. Ze zullen blij genoeg zijn 't weerom te
krijgnr, want zooals ik haar had hooren zeggen,
was 't maar een arme troep.
Hoe is dat mogelijk ? zei ze. 't Is eer
lijfrente. Ik geniet 't zoolang ik leef, en zoi
lang ik leef moet ik markiezin van Applefor(
blijven. Ze had haar soep op eu schoof haaj
bord oj) zij. Zoo lang ik leef, herhaalde ze i|
gedachte.
Bij Jupiter! roept ze eensklaps, terwijl;
opschrikt, waarom niet:
Waarom niet wat? vraag ik.
Niemendal, was haar antwoord. Haal i
een telegram-formulier voor Afrika, en ha;
je wat.
. Ik bracht, er haar een, eu zij vulde 't
en gaf 't den portier oia 't onmiddellijk'
be'nrcu; t oei: gii.ir ze weer zitten eu zette
1-j' maal voort. Ze «as Jaar;.a wat kortaf
te:n me, en zoo vond ik 'l m::ar 'r verstandigst
L mij op een afstand 1e houdei'.
.)cii volgenden morgen kwam 'c antwoord,
t1- haar zenuwachtig scheen u: maken, en
'middags vel trok ze. 'i'o'.'u ik weer van haar
lorde was 't, een bericht iu i'e krant dat
iddc: Dood van de markie/i» van Appieford.
?eurig ougtluk. 't Schei-u 'Jat ze op een van
? italiaaiische meren een. roiutocntje was gaan
aken, vergezeld vau slechts céii roeier.
til storm was komen opsteken en de boot
as omgeslagen. De roeier was naar den
ever gezwommen, maar z'n passagier had hij
iet kunnen redden, en men had 't lijk niet
eruggevon.Ui). Het blad bracht in herinnering
oe ze de vroeger zoo gevierde actrice Caroline
I'revelyaii was geweest, dochter vau den
weljekenden Inditchen rechtsgeleerde van dien naam.
Ik was eenige dagen geheel ouder den indruk
van dit bericht. Ik bad iiaar van kindsbeen
af, om zoo te zegireu, gekend, eu stelde belang
m haar. U mag 't dwaas vinden, maar 't was
alsof l.ötels en restaurants mij minder belang
stelling inboezemden sedert er geen kans meer
bestond er baar te ontmoeten. Van parijs trok
ik naar een der kleinere l.utels in A euetjc.
Mijn vrouw meende dat ik wel zou doeu een
mondjevol Italiaansch te leereu, misschien ver
langde ze zelve wel Venetiëte zien. Dat is een
der voordeden van ons beroep. Je kunt je
verplaatsen als ie wilt en wat van de wereld
zien. 't \\ as een hotel vau den tweeden rang,
en op een avond, even vóór dat de lampen
werdeu opgestoken, zat ik iieel alleen in cie
eetzaal en had juiit een krant opgenomen, toen
ik de deur hoorde opendoeu en me omkeerde.
Ik zazj huur de kamer binnenkomen. Ik kon
me daarin niet bedriegen. Ze was eenig in haar
soort.
Met uitpuilende oogen staarde ik haar aan, tot
ze vlak bij me was, eu toen zei ik fluisterend;
Carrot- ! 't was de naam die me 't eerst inviel.
Zeker tot de meest belangrijksten, de meest
doorwerkten uit dezen bundel, mogen we
rekenen een zacht, teer pierrette-figuurtje, die
de kanten strooken van het haar zoo pas om
hullend kleedingstuk in de hand houdende,
zich nu vertoont in de donzige, mollige vormen
van haar klein naakt lichaam, onschuldig en
naïef; alsmede een zeer mooi meiajesprofiel
met blonde haren, dat zich afteekent tegen
een lichte maansikkel, terwijl we beneden haar
de donkere silhouetten der stad, zwaar tegen
de lucht zien uitkomen.
Een kopje, als van een theaterschoone, door
voetlicht beschenen, en door lichtende sterren
omgeven, en een nevelachtig stadsgezicht van
Parijs, in den omtrek van den Moulin-Rouge,
waar een begrafenis voorbijtrekt, behooren on
getwijfeld eveneens tot de besten uit dit album,
waarin we het fijne talent van Willette in
enkele zeer goed geslaagde bladen naar waarde
kunnen schatten.
R. W. T. Jr.
Rembrandt's Nachtwacht."
Door het bestuur der maatschappij »Arti et
Amicitiae" is het volgende verzoekschrift ge
richt aan B. en W. van Amsterdam.
Atm Edel Achtbare Heeren
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen:
Ondergeteekenden, bestuurderen der maat
schappij »Arti et Amicitiae" te Amsterdam,
dat door de thans plaats hebbende tentoon
stelling van Rembrandt's werken gebleken i?,
dat de talrijke proeven in het Rijks-museum
genomen met de omgeving en verlichting van
Ilembrand'ts schilderij de Nachtwacht, niet tot
het gewenschte resultaat hebben geleid, terwijl
de r,u toegepaste zijde-verlichting, niettegen
staande de inrichting van het expositielokaal
een provisoir karakter draagt, den weg aan
geeft waarop de schilderij tot haar volle recht
kan worden gebracht.
liedenen waarom Ondergeteekenden beleefd
de vrijheid nemen ingevolge hesluit der
vergadering van stemhebbende leden hunner
maatschappij dd. l>s October 18SI8 U te
verzoeken, die stappen te doen en die maat
regelen te willen nemen, als door Uw Edel
Achtbaar college doelmatig zullen worden ge
oordeeld, om het meesterstuk van Ilembrandt,
na terugkeer in het Rijksmuseum, die om
geving en verlichting te verschaffen, als thans
gebleken is voor de schilderij de meest ge
wenschte te zijn.
Bestuurderen der maatschappij »Arti et
Amicitiae" : Bart van Hove, voorzitter; Gco
Poggenbeek, -'e voorzitter; John !?'. Huik,
secretaris; G. II. Breitner, ie secretaris en
C. G. 't Hooft, penningmeester.
itiinmiiiiimmtminimimm
40 cents per regel.
IIIIIIIIHIHIIIIIHHHIIHHIIIIIIIIHHIIIIMII
Bal-Zijde 40 cent
tot f l-I.O5 per Meter alsmede zwarte,
witte en gekleurde HciincE>crK-£(i«Ie van
3.3 et. tot f 1-f .05 per Meter tïev, ge
streept, geruit, gewerkr, damast enz. (ca. K)
versch. qual. en UIO versch. kleuren, dessins
enz.). Fraufo en vrij van invoer
rechten in huis. Stalen ommegaand.
Dubbel briel'porto naar Zwitserland.
G. Henneberg'* Zijde-Pabriekeii
(k. & k. Haflever.), Zürich.
en HlWELIJKS-C()M.m\ICATlE.Y,
IP1TATIËN, enz.
PiOijruiumus, JLenus en Tafdkmirten.
K. VA3T JtlABTTdiUJf,
Hofleverancier,
SINGEL 562, AMSTERDAM,
Visitekaarten, - Luxcpapier.
?fllllllHlltMmiMllHniummimtniiiiitiiii
lllmlIIMIIMHI
Carrois! zepjt ze, en ze gaat vlak tegen
over me zitten eu begint te lachen.
Ik kon niet spreken, kon me niet bewegen,
zoo was ik geheel de kluts kwijt; en hoc,
aiiLrstiircr ik keek hoe harder /.ij laclife, totdat ook
//Kipper" binnenkwam. Hij had allerminst iets
van een qeest, nooit zag ik een mau zoo trotscii
en gelukkig.
Heb ik vau mijn leren, 't is Enen-, ze£;t
hij; en hij geeft me eerj i la p op den rui', Jie
me weer bij doet komen.
Ik hal gehoord dat je dood waart," sta
melde ik, terwijl ik haar bleef aanstaren. Ik
las 't bericht in de krant Doocl van de
Markieziu van Appieford!
Je hebt gelijk, zegt zij. De markiezin vau
Appieford is ook zoo dood als een pier, en dat
is maar goed ook. N d heet ik Mrs. Captain Kit,
uit; Carrots'.
_ Je voorspelde hoe ik weldra iemand zou
vinden die me paste, zei Kipper, zich tot mij
wendende, en bij Jupiter, je hadt gelijk. Ik
wachtte op iemand die op mylady geleelc, en ik
zou lang hebben kunnen wachten, had ik deze
hier niet ontmoet, en daarop pakte hij haar onder
den arm juist zooals ik 't hem dien eersten keer
had zi(n doen, toen hij haar't koffiehuis binnen
bracht, eu mijn hemel, wat was dat een tijd
geleden!
Dit is ecu der verhalen die Henry, de kellner
mij deed. Op zijn verzoek heb ik de namen
veranderd. Want hij zegt dat in Kaapstad Cap
tain Kil s' eerste rangs hotel voor families en
reizigers nog altijd druk wordt bezocht, en dat
de vrouw der huizes nog aitijd eea mooie vrouw
is, met prachtige oogen en rood haar, die best
voor eeue hertogin zou kunnen doorgaan
zoolang ze zwijgt want doet ze haar mond
open, dan doet haar diahkt wel eenigszins aau
Mile Eed Road denken.