De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 23 oktober pagina 6

23 oktober 1898 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1113 De bedroefde looier. (Lustige Ittatter.) Officier van den Gemralen Staf: «Mijnheer de president, als 't zóó doorgaat, moeten we van leer trekken." FAURE': »En ik zeg u, als 't zoo doorgaat, trek ik weer naar 't leer." De Gallische Haan, (Jagend) AVaarom kraait het vroolijke haantje niet meer ? Hij heeft wat in z'n keel, dat drukt hem zeer, En krijgt hij 't niet bij tijds uit zijn keeltje vandaan, Dan is 't gedaan met den vrooüjken haan. O je ! o je ! o je ! (Kinderrijinpje) Het trof hem niet. (l'uck.) Doodelijk verschrikte oude jujj' ouw: <-0 lieve man, denk aan je moeder, denk aan je moeder." Inbreker (koeltje*): >Dat pakt niet bij me, juffrouw, ik ben in een couveuse opgebracht." Koud aMeescli, (Pidk-me-vp.) lior.BY ^'///i.'s voor gedankt." Miai nn we hebben er gisteren ai Afgetroefd. (Lustige ~i:/"tter.) Een straatjongen fjn'itigt liuigs den itull'imt liecii en U'ccr en een menscldieceitd heer roejit lictii toe, : v\Yil je we! eens daar vandaan gaan, bengel, je valt nog in 't water !'' De jongen: >Wat V ik in de gracht val/er, jij me naspringen. me 'r uit halen, reddingsmedalje kiijgen en vijf pop neen mannetje; daar komt niets van in !'" Mineapolis van IVs pet. vastgesteld. Zoodra het verslag verschenen is kom ik op deze maatschappijen terug. Men spreekt van het voornemen om de aand. der St. Paul Minea polis tegen die der Greath Northern te ver wisselen in de verhouding van 4 tegen 5. Van de trammen zijn de aandeelen in de Amsterd. Omnibus-maatschappij verminderd van 170 a 176 tot 162 a 165. Dat is de schuld van den gemeenteraad. Een schuld evenwel die in z\jn credit behoort geboekt te worden, naar ik meen. * * * C. N. 1. Ja zeker. 2. De koers is nu reeds 35 in verband met den algemeen minder ontmoedigenden toestand van de markt. Houden. K. te S. De 4^ pets. oblig. »Waterleiding exploitatie mpij. Rotterdam" zijn in 1803 om gezet in preferente aandeelen der door u bedoelde Waterleiding-mpij. gevestigd te Rot terdam. Bedoelde obliegatieleening was groot (i millioen gulden. Bovendien is het aandeelen kapitaal vermeerderd met een uitgifte van 235 duizend gulden. Bovendien zijn nog uit gegeven 425 gewone aand. van ?2000. Hierop werd naar aanleiding van den verkoop der waterleiding te Zutphen ?56 betaald waarvoor de stukken werden afgestempeld. De pref. aand. ontvingen toen ? 100. De gewone aand. worden echter niet geno teerd op de officieele koerslijst. Ge kunt ze vooreerst rustig bewaren. C. B. A. te D. 1. Omdat de door u ge noemde stukken op de officieele koerslijst niet voorkomen. 2. In het restantenboek. 3. lu verband met het bedrag der verschillende soorten waaruit uw bezit bestaat, zoudt ge voor Let verlangde bedrag het aantal uwer russen kunnen verminderen. Amst, Alexanderkade 4, 20 Oct. '03. D. STIGTKK. limmiiiimiiiiiiiiimimiii NIEUWE UITGAVEN. Verzamelde Romantische Mrerken,van M.T II. PEHELAEH. ij4 en 35ste all. Amsterdam, Uit gevers-Maatschappij Elzevier. Orer de Acqiiivalentie van Man en Vrouw, door Dr. ('ATHARINE VAN TI'SSCIIEMSROEK. Weer legging van de biologische beschouwing van Dr. W. H. Cox te Deventer. Amsterdam, II. J. Poutsma. Catalogus der belangrijke bibliotheken, nage laten door wijlen de heeren ds. J. A. P. Pas Lambers Hz. te Barneveld, L. Janse Bz. te Amsterdam, Louis Kuinders te Baarn, J. G. L. Rieke te Amsterdam, J. L. Santman te Batavia, waarvan de publieke verkooping zal plaats hebben op Dinsdag 25 October 181)8, en volgende dagen. Amsterdam, II. G. Bom. bedenkingen tegen den aanleg i'tm eene SommenhuKen te ticheveningen door X. Y. Z. Haarlem, II. D. Tjeenk Willink. Inhoud van Tijdschriften. Taal en Letteren. Aflevering 10.15 Oktober. Jacob Ek Jzn., Van Helene Swarth Woord verklaring: B. H., Buiten-beentje ; P. H. van Meerkerken, Flatteren. Poëzie. (Willern Kloos); Over Folklore. (Dr. L. Knappert); Psychologie (A. van Breull) ; Prof. dr. J. Franck, Schriften zur Liuiburgischen sprache und litteratur; Indiese Litteratuur (Ilenri Borel); Voor tachtig (II. P. G. Q.uack). De Landsverdediging, Tweede jaargang. '21e serie. Ie afl : Aan de Koningin, door Investigatores ; Kan het niet zoo l door T. v. A. ; Ouderdom en geschiktheid. Leeftijdsgrenzen, door H. E. W. B. ; Kader bij de VestingArtillerie, door Simplex, Ingezonden stukken. Eigen Haard No. 41!: Viva, door M. S. de Meerulaer, I. Do Orarije-Nassau Tentoon stelling, door F. A. Buis. met portret en afbeeldingen. (Slot.) Piigèn en Omstreken, door ,1. E. Jasper, ambtenaar B. 15., met afbeeldingen naar phot. van IS. Versnel en L. André, I. Mr. Aaron Ado'f de I'into, door Mr. J. A. Levy, met portret. Feuilleton. LERLE1 Het Duivelseiland. ?. fParamaribo \' v --; v-.M'Ubiff«l v»*?",5 _ die vroeger bestond, is nu aan de eilandenontnomen en naar Cayenne overgebracht, zoodat Na het eiland van Ilobinson Crusoë, zijn er maar weinig plekjes op den aardbodem te vinden, die zóó gedachten en verbeelding bezig houden, als het zoogenaamde Dnivelseiiand, in den Atlantischen Oceaan, nabij Guyana gelegen. De treurige verniaardheid, weike dat eiland, behoorende tot de «lies du S:;iut" zoo plotseling veroverd heeft, door het verblijf van den rampzaligen, Franschtm ka pitein Dreyfus, heeft de aandacht van heel de beschaafde wereld op dat onherbergzame oord gevestigd, en velen zullen het misschien de moeite waard vinden, er iets naders van te vernemen. ILEDUDÏABU maar weinig plekjes ter wereld, in zoo volslagen afzondering gehouden worden. Museum van Kunstnijverheid. Op het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem, is thans tentoongesteld het practische werk der leerlingen, die gedurende een jaar den cursus voor artistieke metaalbewerking gevolgd hebben. Eenige teekeningen en boetseerwerken van dezelfde leerlingen zijn daaraan toegevoegd, waardoor men een algemeen over zicht verkrijgt van de wijze waarop het onderwijs in de verschillende afdeelingen, voor hen, die zich aan de artistieke metaal bewerking wijden, op genoemde school is ingericht, en men tot de overtuiging komt, dat de theorie met de practijk hand in Land gaat. De tentoonstelling van gebatikte stoffen werd dezer dagen nog met enkele merkwaardige stukken aangevuld en zal vermoedelijk tot l November geopend blijven. Naar wij vernemen, zijn twee medaillons in marmer, naar Panders ontwerp van een relief borstbeeld van II. M. de Koningin, voor een beeldenaar van onze nieuwe munt, in opdracht der Regeering vervaardigd, verkocht. Maatschappij Zeeland''. De Maatschappij »Zeeland" zendt ons hare nieuwe dienstregeling, in de Duitsche en Engelsche talen. Exemplaren van deze handige boekjes, uitstekende gidsen voor den reiziger van en naar Engeland, alsmede van de kleine uitgaaf in de Nederlandsche taal, zijn koste loos bij de directie te Vlissingen verkrijgbaar. llllltilMllllllltli liet Duivelseiland, dat door riilen omgeven is, zou geheel ongenaakbaar zijn, indien niet een nauw vaarwater of geul, tusschen klippen en banken, althans eenige gemeenschap vormde tussehen het eiland en het nabij gelegen Ile Itoyale. Niet zonder gevaar, worden langs dozen ! smallen doortocht, de benoodigde levensmidde! len aan het Duivelseiland verstrekt, dat buiten l de bewakers van den politieken balling, geene ] bewoners telt. \"roeger was het eiland de verblijfplaats van de op Guyana talrijk voorkomende melaats-chen. waarvoor men bij de komst van Dreyfus. op Maroni een nieuw leprozenhuis bouwde. Alle gebouwen op het Duivelseiland werden verbrand 8n alles wat gevaar op kon leveren, ontsmet, terwijl men op de Z. W. punt van het eiland, uitzicht gevende op het >-lle Royale'' eene woning inrichtte voor den ge vangene, met nevengebouwtjes voor zijne bewake.'s. Schepen mogen »les Hes du Saint" niet naderen; zelfs de geregelde postdienst De Nachtwacht" en het Katholicisme. De Nieuwe Rottcrdamsche Courant verwijt aan de Xedcrlandsche Spectator dat deze door haar plaat op de Nachtwacht" den godsdienst ijver geprikkeld heeft en daardoor het debat op een verkeerd terrein heeft overgebracht. Wij wenschen evenmin de bedoelde plaat als de redactie van dat weekblad in bescherming te nemen, waarmede wij in vele opzichten van meening verschillen. Wij bedoelen voor het oogenblik alleen tegenover enkele beschouwin gen van het Rotterdamsche blad een woord van protest aan te teckenen. Men moet niet vergeten, aldus redeneert de JV. R. C. dat dr. Cuypcrs een eminent katholiek is", die op ieder bouwwerk ziin per soonlijkheid, dus ook zijn godsdienstige over tuiging afdrukt. Is een kunsteraar als Cnypers, vraagt het blad (-en man om een geest als llembrar.dt te kunnen begrijpen ? Zou een man als Jozef Iwaels Vondol kunnen illustreeren ''. Wij vragen op onze beurt, waarom niet ? NVat belet oen katholiek de poëzie van een Miltcm, zijn Verloren Paradijs te bewonderen en wat verhindert een protestantsch Neder lander Vondiil's Lucifer" ah een hooge kunst uiting te waardeeren, ook zelfs, wanneer Vondel, zoo als van deskundige zijde wordt beweerd, den afval der Nederlanden van hun wettigen vorst heeft wilk-n kastijden. Waarom zou een Israëliet, die mi-schien beter dan menig christen in den geest van het Oude Testament is door gedrongen, niet Vondei's bijbelsche drama's kunnen versieren V Het kenmerk der groote kunstenaars bestaat juist hierin dat zij niet tot een bepaald kerkgenootschap, maar aan de geheeïe merisc'iuuid behooren. Zoo hebben wij in de Madonna's van Itafaël niet zoozeer liet katholiek dogma der Mariavereering, maar de verheerlijking der moederlijke liefde, als het symbool der hernelsche liefde te zien. Zoo is het bekend dat in Hembrandt's kunstverzame lingen zich vela afbeeldingen der schilde rijen van katholieke mee-.tcrs bevonden die hij, niettegerstaande het verschil in opvatting, (och hoogelijk vereerde. Zin hebben protestantsche toonkmisienaars missen cecomponeerd en katholieke compon'ston psalmen, van Ilebrceuwscue dichters op muziek gezet. In Lessing's Nalhuu <!er IIV/',?</ worden, hoewel de dichter zei! protestant was, de humanitaire denkbeelden door een Israëliet verkondigd en toegepast. Wij h'-bivn immers, volgens den schrijver in de -TV. 7>'. CL, met de kunit en niet met den godsdienst te doen." Indien dr. Cuypers zich in zijn bouwwerken niet van zijn godsdienstige overtuiging kan losmaken, kan hij misschien de eminente ka tholiek'"' blijven, maar kunnen wij in Zijn l'Jrninentie-" onmogelijk den eminenten bouw meester" hu'diijen als hoedanig hij door velen beschouwd wordt. Dan behoor; zijn werkkring tot het bouwen van kerken, kloosters en katho lieke gestichten beperkt to blijven. I >in behoort de zorg voor onze openbare burgerlijke gebou wen aan anderen te worden opgedragen. Indien wij ons niet bedriegen i's dr. C'uvpors dan ook oorspronkelijk als kerkelijk bouwmeester, onder aanbeveling van den bisschop van Roermond, opgetreden en is hij eerst later, met medewer king van de heeren Alberdinck Thijrn en mr. de Stuers, ook eminente katholieken", tot rijksbouwmeostcr benoemd en werd hem dan ook :n die hoedanigheid het bouwen van het Uijk.-museiim, na mislukking van den prijska'iip en in afwijking van het oorspron kelijk bouwplan, opgedragen. Zo) zouden wij de Carolingische Kapel in het museum, die als een overbodig aanhangsel moet worden be schouwd, maar dk' misschien als geloofsbelijdenis waardeering verdient, gaarne voor een lietcre verlichting van de Nachtwacht'' wenschen in te ruilen. Een der voornaamste eii-chen aan het gebouw gesteld, was dat het voor een be hoorlijke plaatsing van de Holland'che schilders stukken uit de zeventiende eeuw moet zijn ingelicht. Wat minder katholicisme en wat meer eerbied voor onze schildersschool; ook waar deze in het algemeen een protestantsch of profaan karakter mocht hebben, zou dus gewenscht zijn geweest. A. Drie vragen aan de Redactie van den Amsterdammer, Weekblad voor Nederland. Mijne Heeren! Sedert eenigen tijd verschijnen in uw voor treffelijk geredigeerd weekblad De Amsterdam mer overzichten over de tijdschriften dermaand, geteekend door zekeren G. v. H. Mijn eerste vraag is, of deze rubriek wel in den Amsterdammer thuis hoort? Uw blad wordt door alle beschaafde Nederlanders ten onzent en in de Koloniën gelezen, mannen en vrouwen, die gewoon zijn al onze tijd schriften geregeld te volgen of in te zien. Overzichten over den inhoud van tijdschriften zijn voor hen nutteloos. Bij de afschaffing dezer rubriek zou tevens iets te winnen zijn. Er zouden niet meer aangetroffen worden tegen enkelen uwer lezers belecdif/ingen, die geheel aandruisen tegen bet degelijk karakter van uw Amsterdammer. Zoo zag ik in uw laatste nummer, dat de gezegde G. v. H. over mijne Zaterdagsche feuilletons in de Telegraaf schreef en oor deelde. Hij beweert, dat mijn arbeid : »Xaterdagsch geleuter" is. Ik zou mij willen verootmoedigen voor dit edelmoedig vonnis, maar het wordt door geen zweem van bewijs gesteund. Hier wordt met majesteit en eenvoud de waarheid ter zijde geschoven. Daarom richt ik een tweede vraag tot u: Is de majestueuze G. v. II. een man van gevorderden lestijd ? Heeft hij een veertig jiar lang door letter kundige werken zijn naam gemaakt van Rottum tot Maastricht, van den Hoek van Holland tot Nijmegen? Worden zijne geschriften in de Oost en de West gelezen ? Betaalt men op eene boekenvendutie te Batavia voor een stuk gelezen exemplaar zijner werken het vijfdubbele vaa den oorspronkelijken prijs ? Is hij een man van uitgebreide letterkundige kennis en beschaving ? Zoo ja dan zal zijn vonnis wel juist zijn en moet ik mij nederig voor hem buigen, beloovende in mijne volgende Zaterdagsche feuilletons n >oit meer te slenteren". Maar nu een darde vraag. Is de majestueuze G. v. H. soms een obscuur jongmensch, die onder het masker zijner initialen den lust niet kan bedwingen zijne meerderen met scheldwoorden aan te randen ? Zoo ja mijne Heeren ! dan hoop ik voor de eer van den Amsterdammer, dat aan dit laaghartig bedrijf paal en perk zal worden gesteld. Met de oude vriendschappelijke gevoelens, nsti'airdig JAK TKN Op de drie vragen van onzen vriend ant woorden wij : 1. Wij kunnen de rubriek niet opheffen^ omdat een aantal beschaafde lezers, minder bevoorrecht dan de Heer ten Brink, gaarne op deze wijs in kennis worden gesteld van het geen de tijdschriften, die zij niet of eerst voel later lezen, bevatten. ?2. Dat we nog nimmer iets vernomen heb ben van beleedigingen, in deze rubriek schrij vers aangedaan ; al mogen er verscheidene zijn, die en dit is zeer menschelijk den lof hun toegemeten, te gering achten. 3. dal het woord geleuter, hoogstwaarschijn lijk een veel te krasse term was, om mr. v. Ilall's oordeel over de Zaterdagsche feuilletons weer te geven, maai) toch weer niet zoo heel kras kon zijn, waar zie het nr. van verleden week, ten Brinks collega prof. Boiland het zelfs aangaande de filosofen heeft gebruikt. 4. dat de Zaterdagsche feuilletons ean zóó gering deeltje zijn van den reuzen-arbeid van Prof. ten Brink, dat hij, boven op den toren staande, door hem in veertig jaar gebouwd, niet aan die enkele steentjes ai te zeer zijn aandacht moet wijden. 5. dat de heer G. v. H. naar zijn eigenen. ons oordeel allerminst majestueus toch ook geen obscuur jongmensch is; wat zijn leeftijd, ons niet precies bekend, aangaat, wij kunnen onzen vriend verzekeren, dat het bedoelde indi vidu des levens lente reeds lang achter den rug heeft. (>. dat wij hopen, dat Prof. ten Brink nog menig Ziterdagsch feuilleton raoge schrijven. ter leering van zoovelen, voor wie d;t de eenige vorm is, waarin zij zich omtrent ietttrkundige aangelegenheden laten onderrichte i. PiKH. iimiiiiimiiimiHl! Jülius Pi'üelaiaa Bronimeijer. Brrr! wat was ! dat verleden Za terdag guur. 't Leek wel alsof'al het wanne leven, dat je in je hadt, heelemaal naar binnen werd ge jaagd, zoodat je eigen verkleurde buitenkant, kil en klam door den regen, je vanzelf aan een schijndoode deedt deu ken. Toen ik van de beurs kwam, droop ik maar weinigniinderdan mijnpaiapluie, en Jacob, de vent is anders niet overgevoelig had zoo met me te doen, dat hij bij 't aannemen vau mijn regenscherm zijn hoofd schudde, en met een bescheiden re primande aan het Al bestuur zich verstoutte ie zuchten : wat een weer mijnheer, 't is haast ongepermitteerd! Ik heb de vaste gewoonte op al die soort van gezegden, vooral als er zoo iets geinoedelijks in doorschemert, geen acht ie slaan; want je hart is juist de z'.vakke zij, waarop je dienstpersoneel speculeert om vat op je te krijgen en je er in te laten loopen ; maar nu moest ik toch wel even knikken. En is de kachel aan, Jacob,'.vroeg ik.Waarachtig, die toevoeging »Jncob': had de kerel door zijn medelijdend woordje er al bij ^mij weten uit te krijgen; want ik geloof niet, dat ik hem anders meer dan eens in een halfjaar bij zijn naam noem; maar toen hij antwoordde: mijnheer dat zou ik u niet kunnen zeggen, was ik dade lijk mezelf weer meester, en snauwde hem toe: zoo dat behoorde jij dan toch wel

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl