Historisch Archief 1877-1940
DE A M STERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. me
heilige overtuiging uwe krijgsmacht tot op dit oogeti ?
blik niet ifl st iat is, de onai'Uunkelijkheid van liet
Rijk te wanrborgen.
Zonder Opperbevelhebber van leger en vloot, om
in Uw Naam de verdediging te lijden; zun'lcr Aan
voerder van het leger; het gehoel georga lisecrd vol
gens verouderde en ondeugdelijke begrippen, of niet
georganiseerd; een vloot in verval; het p Tsoneel
ongeoefend in krij^stuchtelijken en technischen zin en
te zwak voor z'.jn taak; in al zijn gelediugen ont
moedigd en zonder gcesdrilt of gloed, sukkelt de
kïijjjsmacht van Uw Koninkrijk als een uitgeteerde
slaperig voirt, millioenen opslorpend zon.ler nut.
Een stee la sterker wordende partij erkent met ons
den teurigeu toestand onzer verdediging en helpt
oas zoeken naar genezing.
Helaas, er zijn ve'en o:ider Uwe oflieieren, die in
die militaire wereld vol leugen en bedrag vcriurea
hebben alle geloof en alle hoi]), cii die in et een
medel'jdendcn glimlach OTH pogen tut vevVti'ïing voorbij
gaan, naïef als ze ons vinden mi't ons vertrouwen op
de toekomst.
Want eerlijk en onbaatzuchtig als Uw krijgsmacht,
in geldelrjken zin is God lof y,oo oneerlijk en
zelfzuchtig is diezelfde krijgsmacht, zoodra 'i geldt
promotie-belangen of zoodra de rustige kalmte van
het bureel-leven bedreigd wo:dt met vreemdiglieid.
Moedig als Uw krijgsmacht zal zijn, ivanueer er
levensgevaar dr.;igt, zoo laf is ze, waar Int geldt op
te k<>raen tegen sleur, leugen, belro.;, te^^n rappor
ten: aan Uwe Majesteit die valse!) zijn."
Maar het volk mocht dit niet hooren,
ofschoon de redactie van het Tijdschrift
zóó duidelijk deed uitkomen, hoe gewenscht
het was, dat dit tot dusver verzwegene
zou doordringen ook tot de ooren van de
Koningin!
Waarom betoonde de pers zich zoo
schroomvallig en geheimzinnig hier,
waar een «steeds sterker wordende partij'1
van land verdedigers het volk wilde in
lichten omtrent een allergewichtigst lands
belang ?
* *
*
Intusschen, men oordeele niet te hard.
Allereerst bedenke men, onaangename
waarheden te verzwijgen, is in Nederland,
onder fatsoenlijke inenschen, gewoonte, en
dus ook bij de Pers of juister gezegd,
vooral bij de 'Pers. In dit opzicht kan
men haar veilig nationaal noemen, zich
onderscheidende door de eigenschappen
van den landaard, tot welken onder meer
behoort, de liefde tot een rustig, bedaard,
bezadigd bestaan, en mitsdien een af
keer van alles wat opzien, beweging en
gejaagdheid veroorzaakt, om van ontstel
tenis en schrik maar niet te spreken.
Wat Poot van den akkerman zong: hoe
genoeglijk rolt het leven des gerusten
landmans voort, had hij, ook aangaande ons
volk in het algemeen kunnen getuigen
een Nederlander houdt er van met een
stil gemoed zijn koetjes te melken, zijn
appeltjes en peertjes te plukken en zijn
schuur te vullen; alleen, voor wie hem
daarin stoort, is hij niet mak; den zooda
nige ziet hij aan met een boozen blik, als
de boer een hagelbui in den zomer.
Dit is den bladen bekend, en zijlichten
zich daar naar. Daarom oefenen zij zich
in bescheiden spreken... en nog meer in
zwijgen. Dientengevolge heeft elk blad, dat
iets beteekencn wil, niet alleen een
hoofdredsiclem-schrijver, maar ook een
hoofdredacteur-^w^r, en de laatste betrekking
is het belangrijkste, wordt in den regel
het best gesalarieerd. Niet dat het schrij
ven zelf ook geen zaak van gewicht zou
zijn; hoe kwam er zonder schrijven ooit
een krant gevuld! Maarhet zwijgen is
toch eigenlijk de grootste kracht en
de grootste kunst. Precies te weten
wanneer men zijn lippen op elkaar moet
houden, beteekent in een welgeordende
maatschappij immers veel meer, dan zoo
maar altijd voor 't vaderland weg te ver
tellen wat men denkt en weet. Zoo'n
flapuit te zijn, vereischt volstrekt geen
diplomatie, of eenig soort van die faraeuse
schranderheid, waardoor men de
menschen of al ware 't alleen maar
zichEen eenvoudig boeketje.
Naar het Noorscli,
VAN
LARS DILLING.
Achter de manege, dicht bij den
artisteningang.
Een lucht van zaagsel, ga? en nieuwe planken,
zooals altijd in een circus heer=cht. Achter
klonk het getrappel der paarden, vóór do
roffelende circus-muïiek van pauken en trommen.
Door een opening in het groote gordijn, dat
de deur naar de manege afsluit, zag men de
Loofden der toeschouwers amphitheatersgewijze
oprijend in de cirkelvormige ruimte. Een jonge
paardrijdster vertoonde haar sprongen door
brandende hospels, twee clowns begeleidden
haar met de gebruikelijke grappen en het
naï/e deel van het publiek applaudisseerde
als gewoonlijk.
In de smalle gang, die om het circus heen
liep lagen eenige decoratiestukken voor de
pantomime, een opgerold tapijt voor de acro
baten en een paar barrières.
Een verkleumde kunstrijder in een winterjas
over zijn tricotpak, stond tegen den wand
geleund en onderhield zich met een paar
cavallerieofflcieren, die een allerjammerlijkst
Fransch spraken, terwijl eenige stalknechts
heen en weer liepen.
In den hoek naast de portière stond een
familiegroep. De vader was een zwaargebouwd,
corpulent man met een vaalbleek gezicht, in
een zwarte frak met gele handschoenen en
een groate, nagemaakte diamanten dasspeld
op de borst. Hij was reeds te stram van
beenen, om te rijden, maar zag er onnatuurlijk
jeugdig uit met zijn glimmende zwarte pruik
en zwartgeverfden snor. De moeder was een
tengere, tanige, donkere verschijning met ruig
zwart haar en stekelige zwarte oogen. Zij
droeg een dunnen wollen kwistig gegarneerden
rok met vetvlekken, een verschoten met bont
omzoomden peluchen mantel met de razende
mot er ia, en op het hoofd een gedeukten
zelf brengt waar men wezen wil. Zwijg,
over alles wat niet in uw kraam te past
komt; over lastige waarheden die u in 't
oog springen; over de denkbeelden, de
vertoogen, de argumenten van uw tegen
partij, en gij zijt de ware journalist. Juist
die redacteurs-zwijgers, maken in staat en
maatschappij en vooral in de pers zelve,
bij ons te laade de toestanden zoo gezond.
Zoo zijn dan ook Investigatores, de
redacteuren van het tijdschrift de
Landsverdeging de Nederlandsche pers, bij
gemoede van haar redacteuren-zwijgers,
heeft dat aanstonds gevoeld de ware
broeders niet. Welk een onvaderlandsche
geest om moord en brand te roepen, ter
wijl de natie zoo genoegelijk haar pijpje
zat te rooken, in de vaite overtuiging dat
het leger en de vloot haar tegen, alle
mogelijk gevaai' beveiligd had. Verbasterde,
ontaarde Bataven, die zulke Investigatores
zijn! Roervinken, die geen zwijgen hebben
geleerd. Neen, dan was de
hoofdredacteurzwijger van het Nieuws een ander m^nsch.
Terwijl de hoofdredacteur-schrijver, Ritter,
zijn getrouwen ver'amslde om twee doelen
Gedenkboek, met hen vol te schrijven, waakte
zijn c )llega-zwijger er voor, dat ook van
datgene, wat verzwegen moest worden,
geen woord zou worden gekikt. En nu is
er wel een duivelskunstenaar gekomen,
die hoofdredacteur-zwijger, in den droom
misschien, zijn geheimen heeft ontlokt, om
ze onder den t'üel Een Vergelen Hoofdstuk
uit te geven; 't doet er niet toe, 't Histo
risch Gedenkboek zelf bleef van datgene,
wat zonder gevaar niet onder ieders oogen
kon gebracht worden, vrij.
Dweep nu met openbaarheid en onpar
tijdigheid zooveel ge wilt, maar ve.'heug
u tevens, dat de pers aldus is ingericht.
Op deze wijs toch alleen is zij bestaanbaar.
Wie zou nog journalist willen zijn, indien
het zijn plicht ware het voor en tegen, zijn
eigen en anderer opinie, gelijke eer te be
wijzen? Wat zou het lot van den hoofd
redacteur-schrijver worden, als de hoofd
redacteur-zwijger niet bestond? In plaats
van altijd, zou hij op eens misschien bijna
nooit meer gelijk hebben. Alle aardigheid
van het krantenmaken was er af. De
hemel behoede ons, dat het ooit zoo ver
mocht komen!
te Amsterdam.
GeacUte Reductie!
Mag ik u eens dat treurig geval vertellen
bij ons uit de buurt 'l Daar zijn verleden week
twee inboede's tegelijk voor schuld verkocht.
't Had zich zóó toegedragen: de kruidenier
van den hoek had een heel aardig klantje
aan eene familie die een paar buizen verder
was komen wonen, 't K'in ook zijn dat de
familie er eerst was, en de kruidenier zich later
had gevestigd, een feit is dat bij zich aanbeval
in de gunst, die hij verkreeg. Na een poos van
wederzijdsche tevredenheid wou de kruidenier
het wel eens probeeren wat meer te verdienen ;
hij zei aan de mei i dat de kofii^ was opgeslagen,
later de suiker, de rijst, de zeep, letterlijk alles ;
afslaan deed er nooit iets. 't Liep lekker, de
fatniliebetaalde even geregeld, en kocht er niet
minder om ; ze had het noodig. Een enkele maal
informeerde zij eens bescheiden of er niet een
stilstand in dat opslaan kon komen, of een
vorige lagere prijs hersteld de kruidenier
zei dat hij zich er op ingericht had en de
grootere ontvangst niet missen kon. Toen ahe
artikelen twee, driemaal hunne beurt hadden
gehad, dacht de sloo(J3sman dat die familie
wel onuitputtelijk rijk moest zijn, maar hij
wilde ze niet ontstemmen. .. . hij sloeg niet
meer op. maar knauwde in 't gewicht, eerst
aarzelend, later meer, eindelijk schrikwekkend,
zoodat de familie altijd op bescheiden
wijze liet vragen of zij zich vergiste of de
kruidenier. Het antwoord luidde dat bij zich
niet vergissen kon, met geen mogelijkheid, en
sfroohoed met verkreukelde veeren. Niemand
zou het haar aangezien hebben, dat zij in haar
jeugd een circus-prima-donna was geweest en
onder hoorngeschal en zweepgeknal op den
rug van haar paard de arena had rond/ejiagd,
terwijl August de Domme achter haar malle
grimassen maakte ei het publiek bravo"
schreeuwde. Nu was baar g;wone plaatsje
voor bij de deur, achter het loketje waar zij
zat, met de handen in een versleten mof, om
de kaartjes aan te nemen. Heden avond was
zij echter vrij, want haar dochter Paola zou
voor de eerste maal optreden,
Dat was een gewichtige gebeurtenis, bijna
oen levensvraag voor het gezin; want als artisten
oud worden, leven zij van de kinderen. De
vader fungeert voor impresario en teekent
contracten, terwijl da moeder eten kookt, dj
wasch doet en costuraes met loovertjes, valsche
parelen en franje van onecht gouddraad beslikt.
Papa en mama Carambino waren oud en nu
was hun dochter hun eenige hoop. Hun zoon
Richard was een handig goochelaar en verstond
de kunst met borden en koperen ballon te
jongleeren; maar dat waa niet genoeg om fat
soenlijk van te kunnen leven. Paola daaren
tegen kon haar fortuin maken ; als zij maar
verstandig genoeg was om deugdzaam te blijven
en zich niet aan den eerste de beste te ver
slingeren, kon zij wellicht een graaf of baron
trouwen, misschien zelfs wel een prins of een
rijke bankier; zoo iets was meer voorgekomen.
En zij was schoon, zooals zij daar stond, de
kleine Paola, ietwat angstig en rillend, maar
liefelijk in haar jeugdige frisschheid met de
stralende donkere oogen en het walige zwarte
haar, waarin een paar groote rozen staken.
Haar tiguur kon men niet zien, daar zij in
een ouden, witten mantel gehuld was, die haar
moeder zorgvuldig om de ontbloote schouders
bijeen hield.
Het nummer was afgeloopen. Bijvalskreten
klonken uit de zaal. De rijdster werd nog
maals binnen geroepen en snelde toen hijgend
de renbaan uit.
Nu kwam Paola aan de beurt.
Een sneeuwwit paard met een witzijden
schabrak, bestikt met rozen, werd voortgeleid.
Mama Carambino nam voorzichtig den mantel
van haar djchters schouders en daar stond
Paola, stralend van jeugd en schoonheid, als
eeno kleine fee in een wolk van rozenrood gaas.
Het lijfje was van roséatlas, bezaaid met
zildat bovendien zijn geheele affiire op die hoe
veelheden voor die prijzen was ingericht. Als
de famil e niat langer van hem gediend was
moest ze maar heengaan; in de andere straat
was het niet beter. De familie mokte wat,
morde zelfs een klein beetje, maar 't bleef
zoo. De kruidenier zag de gewijzigde toe
standen zich gaandeweg «aanpassen"; hij mengde
de peper met zand, de krenten met steentjes,
de thee met gedroogde bla-en! En hij bbef
zich inrichten naar de grootere winsten, kon
niet terug. De familie werd armer en armer
en verleden week hoorden wij dat beiden op
de fl^sch waren! De kruidenier had de familie
uitgeschud, zonder zelf rijker te worden : hij
droeg het geld los in den zak, en zoo we nu
hooren, was een gaatje daarin.'
Geachte Redactie, ik beoog allerminst U te
vleien als ik zeg sedert een reeks van j iren
Uw artikels te lezen, de nieuwheid en het
overtuigende Uwer argumenten wekken altijd
mijne bewondering. Mag ik eens op Uwe pen
beroep doen om of aan mijn betoog klem hij
te zetten of mij het verkeerde van mijn inzicht
aan td toonen ? Ik beweer dat in Amster lam
in zake belastingheffing der billijkheid wordt
geweld aangedaan, en van de draagkracht van
een groot deel der bevolking te veel gevergd.
Een pruttelaar of onwillige om belasting te
betalen, ben ik nooit geweest; van de eisenen
eener groote gemeente-huishouding vlei ik mij
eenig begrip te hebben, maar van onze wet
gevers is het te vergen dat zij de rekening
der ingezetenen kunnen maken, on bovenal
dat rechtvaardigheid worde beoefend.
Ou een lief ding zou ik wenschen te weten
wie aan het raadhuis het recht heeft do inge
vulde aangif.e-biljetten voor de inkomsten
belasting als even zoovele leugens te beschou
wen. Nooit is de mijne aangenomen, altijd
was mijn aanslag op eene of twee klassen
hooger berekend, ik betaalde toch. vernemend
dat bezwaar indienen tot niets leidt, en in de
bijna volstrekte onmogelijkheid om zooveel tijd
beschikbaar te stellen als eene oproeping vor
dert om ten stadhuize te verschijnen. Men
waarschuwde mij dat die gedweeheid eenmaal
zou leiden tot een grooten slag, betoogde dat
de gewoonte om spoedigst mogelijk den aan
slag in eens te voldoen, verdeifelijk was. . ik
versmaadde die armdoenerij, maar heb er voor
geboet! Verleden j-iar werd de aanslag schier
verdubbeld, thans door reclame gevolgd. Aan
het stadhuis zette ik alles uiteen, men gaf
mij een biljet, door mijn patroon te
onderteekenen. Deze weigerde, uit principe, doch
verklaarde zich bereid mijne aangifte monde
ling als juist te bevestigen. Ik schreef dat
aan den ambtenaar, niemand kwam vragen, en
de aanslag bleef gehan-'lhaafj. Van betcijx dat
ik faalde, geen spoor; bewijs dat ik de waar
heid gesproken had kon door mij buiten
mijn toedoen! niet worden overgelegd.
Willekeur werd boven recht gesteld, ook door
Gedeputeerde Staten, die mij hoorden noch
ontboden.
Ik verzeker u, geachte Redactie, sinds dien
tiji wreve'ig te zijn tegenover den iUciis. Ik
betaal nu te red, mér dan ik schuldig ben,
vél meer dan ik kan dragen.
Maar nu komt de tweede kneep. Op grond
van mijn aanslag in een klasse, waarin ik niet
behoor wat drommel, waarom beeft men het
cijfer niet nog hooger genomen ? wordt
thans het schoolgeld voor mijne vier kinderen
verdubbel,'! ! 't Kan beter van eene stad dan
van een dorp, en daarom wordt schoolgeld
geheven naar drwiijkrricltt ! Ik laat bier de
psychologie van dit beginsel onbesproken, al
zorg ik ook dat de jeugd niet ti weten kome
dat voor ben thans meer wordt betaald dan
voor het meerendeel hunner vriend j .-59. Nog
minder zal ik bier de motieven aanvoeren,
waarop ik, indien het lidmaatschap van den
gemeenteraad tot mijne functiën behoorde, mijne
stem aan het voorstel zou hebben onthouden.
Maar weten mag wél de meerderheid, die er
toe besloot dat het samenstel van maatregelen
thans zóó netjes in elkaar zit en de lnt>i<liui]> zoo
nauwkeurig is geregeld, dat voor eenige speling
geen ruimte meer overblijft, en de z.g. middeninan
zóófeel moet opbrengen dat Lij het meerdere
inkomen boven deu óók z.g. minderen
man precies moet afstaan. Aan huur, belas
ting, schoolgeld en verlichting moet ik thans
vijftig percent <l.e helft van mijn inko
men missen. De wederhelft is volstrekt
onvoldosride om vrouw en kinderen te onderhouden
en te kleeden. En daar we dit toch niet mogen
veren loovertj<;s, en om baar hals en armen
vonkelden sieraden van toone^ljuwcelen.
Mama Carambino ordende met zorgvuldige
hand de gazen ro'ijos, hechtte een (uiltje rozen
aan den oenen schouder en sch'kte het kapsel
een weinig terecht. Daarna kuste zij haar
dochter, waarbij een paar tranen op baar
vcrsL;ten mof druppelden.
Paola stampte eenige malen op bet met krijt
bestrooide lord bij den ingang en sloeg met
de boenen uit als esn kip in een bloemperk;
vervolgens kuste zij haar vader en reikte hem
de hand.
Papa Carambino richtte zich fier op. legde
den stereotypen artisten glimlach om zijn lippen,
en trad naar den ingang. De muziek speelde
oen .opwekkende quadrille-melodie, het gordijn
wcrJ weggeschoven, de stalknechts in liverci
schaarden zich in twee rijen aan den ingang
en Paola zweefdj aan de hand van haar vader
het circus binnen en groette het publiek met
een glimlach.
Een oogenblik stond zij verward, door bat
gasl'.cht verblind en verschrikt over den muur
van hoofden, die zich rondom baar opstapelde;
maar terstond vatte zij moed en sprong be
vallig op bet paard, streek de roségazen rokjes
een weinig giad, zette zich en liet. spelend
met haar karwa'sje met zilveren knop, de oogen
over bet publiek heenglijden, terwijl het paard
in telgang de verhooging langs het circus
rondging.
Een kleine jongen in blauwe liverei met
verscheidene rijen vergulde knoopjes ging de
bankenrijen langs en droeg een hariger van
ijzerdraad met kleine boeketjes, die bij te koop
aanbood.
Het waren dood eenvoudige boeketjes van
immortellen. gekleurd mos en bonte grasspriet jes,
maar zij zagen er in het gaslicht aardig uit.
Toen Paola voorbij reed, zag zij in de voorste
rij stalles, waar de lions" zaten, een jonge
man met zulk een boeketje in de hand staan.
Zij herkende hem dndolijk. '/-ij bad hem
den vorigen dag bij de middagrepetitie gezien.
Hij was den stal door gekomen en stond bij
den artister.ingang cri hield don voorhang open,
terwijl hij het circus binnenkeek en haar met
schaamteloos verliefde blikken opnam. Zij
bloosde over het sjofele werkpakje, waarin zij
les placht te nemen een blauwe wollen
blouse en groczelig wit mousseline rokje en
reci haastig de arena uit.
ontberen onze bestemming kan toch niet
uitsluitend zijn om belasting op te brengen
ben ik verplicht om kleiner, d. i. onvoldoend»
huisvesting te zoeken, en op bescheiden ge
noegens te bezuinigen, wat weder ongunstig
inwerkt op anderer inkomen. Mijne slotvraag
is of niet dergelijke opvoering van lasten zich
veroordeelt, en of niet eindelijk de kruidenier
dient op te houden met ki.ijpen?
E-me opmerking nog om te eindigen; ik
maak ze in ernst, al is de schijn, eene
aardigl.t'id te zoeken, tegen mij. De
schoolgeld; nslog moot voldaan worden in het gebouw
? Bank van leening; ik zette nog nimmer
? e voeten daarbinnen, maar moet vreezen
e. '-an te zullen moeten gewennen. Zou de
f ? rite dat hebben bedoeld 'i
zeg U, geachte Iledauti1, beleefd dank
vii i ''e plaatsing van het voorgaande. Voor
dt; i ; s noem ik mij,
Een (jeijriefd Amsterdammer.
De vertfezinp in ik Yemiiiifle Staten.
Op den Ssten November hebben in de
Vereenigde Staten een groot aantal poli
tieke1 verkiezingen plaats gehad. Vooreerst
die voor het Ilepreseritantenhuis, dat 357
leden telt. Dan die voor de wetgevende verga
deringen in de afzonderlijke staten; hierdoor
wordt beslist over het lot van het derde deel
van den Senaat, dat op 4 Maart a.s. aftreedt,
want zooals men weet worden de Senatoren
door de Staten gekozen. Verder moesten in
de helft dr-r Staten nieuwe gouverneurs wor
den benoemd, en tevens eene menigte van
Staats-thesauriers, rechters, en plaatselijke
ambtenaren.
Deze eerste verkiezingen na den oorlog
hebben eene zeer bijzondere beteekenis.
De groote vraag was namelijk, hoe de
kiezers zouden oordeeleu over de zoo ge
noemde expansie politiek. Zullen de
Vereenigde Staten eene groote militaire en
koloniale mogendheid worden, of zullen zij
de traditie der vaderen blijven handhaven?
Het was niet gemakkelijk gedurende
deri oorlog op die vraag een antwoord te
geven. Patriottische opgewondenheid is in
zaken van blijvende politieke beteekenis
zoo al geen slechte, dan toch eene weinig
betrouwbare raadgeefster. Onder de leuze
vrenicinbcr the Maiiie' kon men wel niets
minder doen, dan Cuba en Portorico aan
de Spanjaarden ontnemen. De
Monroeleer is rekbaar, en laat desnoods de
annexatie toe van alle Antillen. Maar de
de Philippijnen? Dat was de test i/uc.^lion.
De annexatie dier eilandengroep, op verren
afstand aan de kust van Oost-Aziëge
legen, kon niet anders worden opgevat
dan als het begin van een koloniaal rijk.
De nabijheid van China, waar de
Europeesche groote mogendheden reeds be
gonnen zijn den buit te verdeelen, zou
het voor de nieuwe bezitters van de
Philippijnen zoo goed als onmogelijk
maken, bij verwikkelingen in Oost-Azii'
de rol van lijdelijk toeschouwer te spelen.
Het bezit van dien archipel zou dus de
Vereenigde Staten noodzaken tot het aan
schaffen en onderhouden van eene machtige
oorlogsmarine, instaat om met die van
Engeland, van Rusland, van Frankrijk,
van Duitschland te wedijveren.
Het is te begrijpen, dat voor eene
quaestie van zoo ingrijpenden aard en
van zoo overwegend belang allerlei andere
groote vraagstukken moesten achterstaan.
Zelfs de zilverquaestie, die jaren lang de
gansche politiek van de Yereenigde Sta
ten heeft beheerscht, scheen hare tot strijd
prikkelende eigenschappen te hebben ver
loren. Maar al was thans de quaestie betrek
kelijk eenvoudig en duidelijk, dit kon niet
getuigd worden van de houding welke de
heide groote partijen, de republikeinen en
de democraten, tegenover haar innamen.
UMiitmimiiiiliiiiiii
lliniiiiiiiilllltii
Do directeur had gezegl dat hij een graaf
was, en dat zou ook wel zoo zijn, want hij
zag er zoo knap en elegant uit.
Een koatbare pelsjas omsloot zijn slanke ge
stalte, zijn gelaat was lijn besneden, maar
tamelijk bleek en een klein, kort geknipt
kneveltje o/er^chaduwile zijn dunne lippen met
den ietwat weeken trek om zijn mo id.
Xti stond hij daar en zag haar met
denzelf len schaamteloozen, b igeerigen blik aan
en hield een boeketje in de hand. Dat was
zeker voor haar.
Haar hart klopto van verrukking. Hij was
ook zoo'n knap. voornaam heer, en het was
haar eerste boeket.
Papa Carambino die met trolsch opgeheven
hoofd en zijn stereotypen glimlach naast het
paan! voortstapte, liet, r.n de lange zweep
knallen en het paard stoof in galop vooruit.
l'aola bad zich opgericht en stond in be
vallige houding boven op de met zilveren rozen
beslikte schabrak en voerde onder stormachtige
toejuichingen een paar fraaie toeren uit.
Toen zij den jongen man voorbij reed. boog
d^ze zich voorover en slingerde het boeketjj
met zekeren worp juist tegen baar borst.
Zij ving het met een glimlach op, maar in
hetzelfde oogenblik deed het paard een
onverwachten sprong, zij verloor het evenwicht, viel
met het hoofd op den rand der verhooging en
bleef bewusteloos, met de kleine hand kramp
achtig om het boeketje gekneld, liggen.
Dit alles geschiedde in een seconde. Het
publiek slaakte een angstkreet en papa
Carambino snelde als krankzinnig op zijn dochter toe
en droeg baar met behulp van een paar
rijknechts naar buiten.
De muziek was verstomd en een dof gemompel
als het ruischen van de zee bij storm, golfde
door de zaal.
De elegante jonge man stond op en ging
heen. Zijn bleek gezicht was nog iets bleeker
dan anders.
Daar achter in de gang op het
acrobatentapijt lag Paola met gesloten oogen, het
boei keije was nog steeds krampachtig tegen baar
borst gedrukt. Het vale gezicht van den vader
geleek een dooder.masker; de moeder lag
snikkend aan haar voeten. Rondom stonden
de artisten en onder hen de oude clown,
Mister Botlle.
Hij had l'aola nog als klein kind op den arm
gedragen, want hij had baar moeder reeds
En even onzeker was de houding van de
regeering. Want al verklaarden enkele
ministers, in redevoeringen buiten het
Parlement gehouden (een Araerikaansch
»minister" komt nooit in het Parlenaent),
dat de sterrenbanier, waar zij eens heeft
gewapperd, nooit mag worden omlaag ge
haald om voor eene andere plaats te ma
ken, president Mac Kinley was en bleef
uiterst voorzichtig en liet de «imperialisten"
in twijfel, of zij hem als een (Ier hunnen
mochten beschouwen. De president heeft,
als een dood gewoon Europeesch constitu
tioneel vorst, den uitslag der verkiezingen
afgewacht. Of hij riu daarin een richt
snoer voor zijne verdere handelingen zal
vinden, kan niemand zeggen, hij zelf mis
schien óók nog niet.
Laat ons voor een oogenblik aannemen,
al is het zeker niet geheel juist, dat de
republikeinen (als wier candidaat Mac Kin
ley is gekozen) «imperialisten1' en
»annexionisten" zijn, en de democraten niet.
De democraten hebben bij de verkiezingen
voor het R^presentatHenhuis eene groote
overwinning behaald; zij wonnen ruim 30
stemmen. Maar die overwinning is eene
betrekkelijke, geen volstrekte, want de
Republikeinen behouden in het
Reprensentantenhuis nog altijd eene meerderheid,
zij het dan ook eene zeer kleine. En ia
den Senaat blijft hem de meerderheid ver
zekerd. Men kan er Mac Kinley dus geen
verwijt van maken, ook niet van een
Europeesch-constitutioneel standpunt, als
hij zijn besluiten in overeenstemming brengt
met hetgeen hem voorkomt de wensch van
die republikeinsche meerderheid te zijn.
Het is alleen te betreuren, dat twee tame
lijk verdachte factoren tot de vorming van
dien wensch hebben medegewerkt: voor
eerst de »Yellow Press1', die met haar
onzinnige, kwaadstokende sensatie-artike
len, onder den dekmantel van patriot
tisme, heeft gespeculeerd op de laagste
hartstochten van de natie, en ten tweede de
Sujnr Trust, die het in de Vereenigde
Staten op vaak gewetenlooze wijze
veriiiniiiiitiiiiiiiiii
40 cents per regeL
mnmiiiMiiiiiiiiim iniiimiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiinMtlirt
TRADE
MARK.
COGNAC,
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle soliede
Wijnhandelaars en bij de representanten
JiOOI»MA\(J cV BUI IMKK,
te Amsterdam.
lioofcl-Depöt
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
ilK. F. DF.USCIILE BEXGER,
Amsterdam, Kalverstr: 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederl.
iiHiimiiimtniiiiiiMiiii
HIIIIIIIIIIIIMIIIII
gekend, ten tijde dat zij, een verlepte,
opgesrhilderde schoonheid, Carambino met haar
hand gelukkig maakte.
Dat vervloekte boeket is de scbuld van het
lieele ongeluk", mompelde de clown.
liet was haar eerste boeket" snikte de
moeder.
Een dood gewoon ruikertjV, smaalde een
der dames verachtelijk.
Mama Carambino hief het hoofd met de
betraande oogen op.
't Zijn imroortellen", zeide zij, die verwel
ken niet. Mijn eerste boeket was van rozen,
en ze verwelkten, en daarbij ze... kostten te
duur!"
De directeur verwijderde zich weer. KT was
immers om een dokter gestuurd. En het pu
bliek moest gekalmeerd worden.
Hij trad binnen en kondigde aan dat
mademoisclle Paola buiten alle gevaar verkeerde.
De clown, Mister B>ttle, moest optreden,
mair het publiek lachte niet om zijn grimassen,
en hij was ook niet bijzonder grappig. De
tranen trokken dikke strepen door het schmink
op zijn wangen, maar bij liet zich dikwijls op
den neus in bet zaagsel vallen, om de
menscben niet te laten zien, dat hij schreide.
Intusschen lag l'aola nog altijd bewusteloos.
Een enkele maal opende zij de oogen, drukte
het boeketje glimlachend aan haar borst en
sloot ze weder, voorgoed.
De dokter kwam, maar verklaarde dat hij
hier niets meer kon uitrichten
De directeur had gelijk. Paola was buiten
alle gsvaar, buiten alle gevaar van het
artistenleven.
Zij was heengegaan, rein en onschuldig, te
midden van een storm van bijval, in het ge
lukkigste oogenblik haars icvens.
Zooals zij met een glimlach op de lippen
daar nederlag, scheen zij slechts t« zijn inge
sluimerd met een boeketje op de borst.
Het was geen kostbaar prima-donna boeket
van prachtvolle rozen, die zoo schielijk ver
welken en die de kunstenares vaak met baar
eer betalen moet.
Het was een eenvoudig immortellen boeketje;
maar die verwelken met en kunnen ook bet
graf tooien.