Historisch Archief 1877-1940
No. 1116
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
kregen monopolie steeds verder tracht uit
te breiden, die men moet niet vragen
met welke middelen van den Senaat
de toestemming tot annexatie van Hawa
heeft verkregen, die op Cuba en Portorico
een bij uitstek geschikt operatie-terrein
vindt en die van de Pbilippijnen niet min
der groote verwachtingen koestert.
* *
*
Toen de overwonnen Spanjaarden toe
stemden in de staking der vijandelijkheden
en den aanvang der vredesonderhandelin
gen op den grondslag van den afstand
van Cuba en Portorico, bleef de
Philippijnsehe quaestie uitdrukkelijk gereserveerd,
maar in een vorm, die de annexatie van
den geheelen archipel door de Vereenigde
Staten scheen uit te sluiten. Art. 3 van
het door den Franschen gezant te Wash
ington, den heer Cambon, opgestelde
protocol luidde: »Les Etats-Unis
occuperont et déiiendront la ville, la baie et Ie
port de Manille pendant la conclvision du
traite de paix, qui déterminera Ie contiöle,
la disposilion et Ie gouvernement des
Philippines." Inderdaad gaf deze redactie
den Spanjaarden het recht, niet het ergste
te vreezen. Dat zij een haven, een
kolenBtation, wellicht een klein deel van den
archipel zouden moeten afstaan, hebben
rij sttllig verwacht, maar dat de geheele
eilandengroep door de Vereenigde Staten
zou kunnen worden geannexeerd is hun
vermoedelijk eerst duidelijk geworden, toen
van die annexatie voor de verkiezingen
van den vorigen Dinsdag eene verkiezings
leuze was gemaakt. Het is aan de
Spaaneche gedelegeerden te Parijs gelukt, uitstel
van de onderhandelingen over dit punt te
verkiijgen tot na den afloop der verkie
zingen in de Vereenigde Staten. Waar
schijnlijk htbben zij zich nooit zoo zeer
geïnteresseerd voor de binnenlandsche
politiek der Vereenigde Staten als thans,
en vurig gehoopt op eene overwinning van
de democraten. Maar die hoop is niet
verwezenlijkt, althans niet in die mate,
dat er voor de Spanjaarden meer kans
dan vroeger zou bestaan op het behoud
der Philippijnen.
Voor Spanje is dit alleen eene quaestie
van eer. Wij wezen er reeds vroeger op,
dat het behoud der Philippijnen voor
Spanje geenerlei stoffelijk voordeel zou
opleveren, maar groote offers van den
reeds zoo uitgeputten staat zou eischen.
Voor de Vereenigde Staten is de quaestie
van oneindig grooter belang, althans wan
neer men haar van een praküschen kant
bekijkt.
Uncle Sara moet zich de oude
Hamletvraag stellen, maar in dezen vorm : to be
or nol to be a military nation.
That is the queslion !
Muziek in de Hoofdstad
Wederom beeft Amsterdam eeu waarlijk groot
man mogen huldigen en is deze ook
wederkeerier te recht gevierd geworden. Ditmaal was
htt Dr. Haus Richter, kapelmeester der hof
opera te Weenen. Ziju naam is onaf.-cheidelrjk
verhouden aan de Wagnei-züak van het laatste
vierde dezer eeuw en liet is vooral daaraan dat
Lij zijte beroemdheid te danken heeft. Met den
scherpen blik. die het genie kenmerkt, heeft
Wagner hem uit velen tot zich weten te trekken
en óó groot was zijn vertrouwen iu Richter
dat hij hem in 187G reeds de leiding opdroeg
der eerste //Bühnens-piele" te Bayreuth. Richter
heeft dat vertrouwen niet beschaamd gemaakt,
want zijne opvatting van den Ring des
Nibclungen is van toen af vrijwel algemeen beschouwd
als de juiste en door den metsttr g< sanctioneerde.
Doch niet alleen als dirigent van dramatische
werken heeft richter furore gemaakt, hij heeft
ook als concert leider groote lauweren ingeoogst;
en het is voornamelijk door zijne klassieke rust,
zijn grooten eenvoud, totale zelfnegatie ter wille
van het kunstwerk en liet muurvaste vertrouwen,
hetwelk hij zijne schare weet in te boezemen,
dat hij bij de groote menigte zoo'u indruk maakt.
De vakman col.ter bewondert in hem nog meer
de stijlvolle, onopgesmukte interpretatie, zouder
aanstelleiigbeid en zouder //fratsen."
luchter behoeft ge( n nieuwe thema's uit Beet.
hoven of Wagner op te diepen; maar waarheid
is, dat hij met de grootste plastiek alle thema's
doet uitkomen, die de componisten in hunne
werken hebben neergelegd. Geen uiterlijk vertoon,
geen nerveuze gebaren, slechts een kalme eu
uiterst regelmatige handbeweging, benevens een
levendige oogopslag iijn de middelen waarmede
hij met suggestieve kracht zijn wil aan zijn
troepen weet mede te deelen.
Als eene heerlijke herinnering blijft de
wedergave van Beethoven's Erü'ca in mijn geest
voortleven. Dat was eene vertolking zoo vol
van mannelijken ernst en liooge waardigheid,
dat thans ten duidelijkste uitkwam hoe Beet
hoven met richt mocht schrijven ,/Composta per
festeggiare il sovvenire d'un grand' uomo." Zulke
grootsche gedachten passen bij zulk een groot
componist, maar moeten dan ook zóó weergege
ven worden. Hoe veel eenheid in de rl.ythmische
nuances, en toch hoe veel verscheidenheid in
de beteekenis der motiever, bij het grandioze
eerste deel! Hoe indrukwekkend de aanhef
der //Marcia fui.cbre" en hoe choun daartegen
over het C dur gedeelte ! Doch ook hoe licht
en fraai geaccentueerd het scherzo en hoc mar
kant de variat.ëu van het Finale, na den
onstuimigen aanhef der violen !
Verdtr hebben op mij nog een buil engewoon
grooten indruk gemaakt: h<t Meistersinger
voorspel en het Siegfried-idyll. Beide vertol
kingen rangschik ik tot de beste die ik er van
mocht hooren. Het eerste door het kernachtige
tempo van het hoofdmotief, zoo mooi volgehou
den en slechts afgewisseld door bet poco tenuto
van het motief in fluiten en hobo, totdat aau
het slot een kleine verbreiding van het tempo
meer gewicht kwam bijzetten aan het geheel.
Ik t Siegfriéd-ieyll door de fijae, teedere kleuren
en nuances vol < xpressie.
Het begin der Tann! auser-ouvcrture was
mede zeer schoon. Daar waar echter de
Venusberg-klanken komen opdagen had ik meer gloed,
meer hartstocht gewensciit. Mij dunkt dat het
bloed van den jeugdigen Tannl.iiuser wel vuriger
bruisen moet door de aderen, dan ons zulks de
in rijpen mannelijkeu leeftijd staande Richter,
deee vermoeden, ok heb ik mij La de iuleidii g
der Faust-ouverture, bij het bigin van het
Allegro, het tempo iets vlugger gedacht.
De Chaifreitagszauber uit Parsifal was wederom
verrukkelijk rnooi en weelderig van klank.
Tschaikow^ky's symphoi.ie phtlét.'que bood veel mooie
onderdeden, maar kon mij als geheel niet zoo
meeslepen. Een fijn compliment aau de voor
treffelijkheid van het orchest, maakte overigens
de iilustre gast, door bij het tweede deel in 5/1
maat, na den aanhef de stok neer te leggen,
zoodat het orchest zonder li iding dit gedeelte
ton einde speelde. Het was wel gevaarlijk,
maar bleek toch niet te gewaagd te zijn en
schooner hulde kon aan den heer Mengelberg
zeker niet gebracht worden.
Voorts werden nog uitgevoerd de ouverturen
Fliegende Hollander van Wagner en Akademische
Festouverture van Brahms. Het laatste werk
misschien een hulde van den dirigent aan zijn
overleden vriend Brahms, maar toch, La het
Parsifal-fragmeiit, niet geheel op zijn plaats.
Binnen acht dagen, twee mannen als Strauss
en Richter aau het hoofd van ons orchest en
beiden onuitputtelijk in lof voor ons keur-coips,
mag zeker als een evenement worden aange
merkt in do geschiedenis van ons concertgebouw.
Bij de rechtmatige trots die ons bezielt in het
bezitten van een zoo wonderbaar schoon orchest,
mogen wij niet vergeti u dank te brengen aan
de Directie, die ons de gelegenheid schonk, heer
lijke uren door te brengen vau rein kunstgenot.
Twee mannen gelijk deze, wegen op tegen een
geheelen winter solisten-concerten.
De eerste van het zevental kamermuziek
avonden, door de Amsterdamsche Afdeeling der
Maatschappij tot bevordering der Toonkunst ook
dit jaar wederom georganiseerd, was vooral
daarom hoogst belangrijk, wijl onze meester
zanger Messchaert den zwanenzang van Brahoi?,
zijne ,/ernste Gesange op. 121" voor het eerst
ten gehoore bracht. Hit is alsof Brahms, met
zijne gedachten reeds in betere gewesten ver
toevende, zijne schoone ziel nog eens volop heeft
willen uitstorten in zijne heerlijke kunst. Diep
aangrijpend zijn de verheveu woorden uit den
Biibel weergegeven. Kan men zich schooner
muziek denken, bij de woorden: O Tod,
wie wohl thnst du dem Diirftiger, der da
schwach und alt ist, dir in allen Sorgen steok-t,
und nichts Besseres zu heffen, noch zu erwarten
Lat ?" Maar ook kan men zich die woorden
warmer en pakkender weergegeven denkt n, dan
door onzen Messchaert? Hem t u zijnen vriend
Röntgen onzen inniger dank daarvo- r.
Verdtr werd nog het Piaurquartet op. 81 van
Dvöiak en het Bes-dur trio van Beethoven
gespeeld.
Vooral het laatste werk werd prachtvol uit
gevoerd. Het eeuwig jfugdige van Beethoven
bleek zich wederom zegerijk te kunnen handhaven
tegenover den zeer taleutvollen Czech. Dat de
werken zetr goed werden vertolkt, zal men wel
willen geloovi n, als men weet dat de- uitvoe
renden waren de heeren Röntgen, Cramer,
v. Adelberg, Hofmeester en Mossel.
Hoewel niet geheel vallende in de termen
dezer rubriek, wil ik toch niet nalaten met een
enkel woord *e gewagen van de eerste uitvoe
ring te Utrecht van een otatorium S^ .loseph",
gecomponeerd door een jong R. K. Priester,
den eerw. Heer J. A. S. van Schaik. Een werk
toch, dat van zóó pee l talent getuigt, ma^ hier
niet oubefproktn blijven. Het stuk is in zijn
aanleg gedacht voor eei,e uitvoering met levende
beelden; deze echter bleken, 1.03 zorgvuldig ook
voorbereid, den indruk der muziek te schaden.
De comp isitie op woorden van den eerw. Heer
iiHiiiiiiiiiimiimnimiMiniitimiinmi
OYET yronwenopyoeiling.
Hier en daar zijn eenige stemmen opgegaan
tegen Ililda van Suyienburgh, legen de rede uit
gesproken door dr. Catharina vau Tusschenbrotk
over de vakopleiding voor vrouwen.
Men is het niet eens vooral over de kwestie
wat eigenlijk mannenwerk is en welk werk
meer voer de vrouw is bestemd; eerst dacht
men aan spierkracht, doch als vrouwen steenen
kruien en schuiten voorttrekken terwijl mannen
cigaretten roller, uurwerken maken en .... bor
duren, zal de afscheiding ten gevolge van spier
kracht wel geen doorslag geven ....
Iedereen zal het ook wel eens zijn met prof.
Izoulet *qu'il y a une ine féininine comme il
y a corps léminin" maarrrrr.... l'ame féminiue
steekt niet altijd in een corps féminin En
daar is het juist dat de schoen wringt.
De algemeene opinie volgend, is een man:
flink, groot, sterk, moedig en is een vrouw :
mooi, teer, «.klein und fein," afhankelijk;
de man is voor 't leven daar buiten, de vrouw
voor 't leven in huis enz. enz. dut weten wij
allemaal, maar als wij de waarde van deie ge
meenplaatsen toetsen aan hetgeen wij om ons
heen zien, dan zijn er «-numeriek" even veel
voorbeelden van afwijkingen op dezen regel, als
voorbeelden diti den regel staven. De oorzaak
liervan ligt in 't feit 1. dat er talrijke zielen
zijn die niet behooren bij de geslaohtssoort door
't lichaam hun gegeven. 2. dat de gehetle
lichaamsbouw ook dikwijls niet, in harmonie is
met 't geslacht waartoe men behoort. Htt ge
volg van deien toestand is natuurlijk, dat het
een^valsche maatttaf is om de arbeidsVerdeelmg
volgens het geslacht te regtlen. Alleen vrou
wen die kinderen ter wereld wenschen te bren
gen, zouden op de arbeidsmarkt een aparte
categorie moeten vormen, maar ongehuwde
mannen en vrouwen moesten in eerlijke concur
rentie naast, elkaar kunnen optreden. Nu, daar
voor is natuurlijk ca /topleiding noodig, ioowel
voor nufjes als voor jongens. Multatuh's
pers fluge op het speciatiteittri'dom is geheel waar
deloos in dit opzicht; het is geen ernstig betoog,
het is geen leveren van bewijze u. Pers.floeren
ian men alles, ook het heiligste en hoogste.
Onder vakopleiding is ook niet te verstaan
,é&üenkel vak'' met uitsluiting van alle andt ren.
Als ik dochters had zou ik haar, die gaarne
studeeren, die snel vorderen, de gewone studie
der H. B. S. laten doorloopeu met de eindakte;
daarop zou ik haar laten kiezen, als zij ](>, 17
jaar waren, tusscheu voorbereiding tot universi
teit, polytechnische school, of wel het aanlecren
van vreemde talen, of het zich voorbi reiden tot
akten voor oi.dcrwijs, post, telegraphie «117. Pas
op haar 21ste jaar zou ik hu u f laten lienli s«e/t,
zondu- mijn invloed al te zet r te doen gevoelen,
of zij den ii.geslagen weg al of niet dóór willen
zetten. Als ik echter een dochter had die niet
gaarLe studeerde of wier gezoudluid en aanleg
jniuder geschikt voor de studie bleek, zou ik
haar, na een grondig lager onderwijl en de
noodige kennis van vreemde talen, in elk geval
iris ttitxlfkind laten leercn ; b.v. het
naaistersof moelisU'iivak, handwerken, koken, of wat
dan ook in e at genre ; ik zou niet gedoogen,
(altijd een goede gezondheid op den voorgrond
stellend) dat n mijner dochters na haar l (Je,
17e jaar tehuis bleef huiigen, doelloos, weikeloos,
met een romannetje of haak werkje vau den eenen
fauteuil op den anderen, boodschappen en visites
loopen, dir.cttjes, soireetjes-, concert, toilet
Tot geen prTs !
De ernst "van een taal', van een geregelden
werkkring : dat geluk zou ik haar gunnen,
tot haar 21e jaar althans; vóór dien tijd
is zij stellig niet in staat zelf te kie:eii.
Wat, stellen de meisjes zich niet al voor van
de vrijheid, het uitgaan, de mooie toiletjes tegf n
dat zij ia de wereU zullen verschijnen, als de
kinderjaren en studie voorbij zijn ! Slechts al
te gauw, als //het nieuwe" er af is, voelen zij
hoe leeg, hoe doelloos haar bestaan is.
Ik zie wel eenige jonge vrouwen elie^ zich
tcentten aan dien toestand, die vau haar 17ektot
haar 27e 3ÜJ jaar h^ar leven vullen met het
projecteeren van toiletten, het maken van visites
en het al of niet aannemen van invitaties. Hoe
laag staat haar geest ! Hoe koud is haar hart!
Als°zij dau nog, ter elfder ure, een huwelijk
doen, zijn zij wufte huisvrouwen, zorgelooze
moeders, onverschillige ecbtgenooteu. Als zij
tiet trouwen en tot haar -10e jaar een dergelijk
waardeloos leven lijden, zijn zij verbitterd,
melankoliek, hysterisch en diep te beklagen.
Twee vragen doen zich hier voor: lo. Hoe
ging het vroeger? 2o. Wat zal de vrouw doen
met haar verkregen kennie, b. v. b. op 20-,
28-jangen leeftijd, als zij trouwt of als zij
ongehuwd blijft ?
Vroeger: De statistieken wijzen aan dat het
getal vrouwen toen (ik bedoel 10 a 00 jaar
geleder) minder groot was en dat de mannen
meer trouwden. Welke redenen daarvocr bestaan,
is een andere kwestie, het feit is er. Verder
was de oude, ongehuwde vrouw gewend aan
vernedering. Zij ir ist dat zij gena<leb?oo-l eten
moest, zij liet zich trappen en iu hoi-kjrts stoppen,
ging steeds uit dineeren en logeeren tot tpi^t
van alle bekenden, in n woord, nam, zooals
de slaven, het fatum aan, ieders voetveeg te zijn.
Ik heb ze gekend!... Hoe vele huwelijken,
hoevele kloosterroepingen ontstaan zijn uit^chnk
voor 't monster dat men oude jonge juffrouw
placht te noemen, is niet te constateereu. Nooit
zal ik vergeten, het afgrijzen dat mij doordrong,
toen ik twintig jaar ouil, en eenige dochter
zijnde, zomers buiten 9 zusters ontmoette, die
met hunne ouders eeu naburig ,'andgoed be
woonden, en die om ilfn ilnnfalummen man hup
pelden, onder allerlei gebaren eu gilletjes om
zich verstaanbaar te maken iu rose, gele,
witte-, blauwe japontietjes gekleed tusschen
de 20 en 35 jaar.... de ongelukkige man ! ...
hij trouwde toch.... de jcnyste.
Zóó ging 't vroeger, eu nog in onze dagen
zijn de mei-jes, die z;ch geen levenstaak tot i/oi-l
gesteld hebben, in twee uiteisten vervallen:
het gemaskerde, maar toch koortsig jagen naar
een man; het zich in trots en iroi.ie omhullende
minachten van de huwelijksmarkt. Geen van
beide soorten voelen zich gelukkig, al gaan zij
glimlachend door het lever.
De 2j vraag, wat de vrouw op later leeftijd,
met, de verkregen kennis zal doen, is zeer '.'emak
kelijk te beantwoorden. Als de vrouw trauwt,
dau kan zij, naar omstandigheden, haar weten,
ten bate vau' 't geziu of ter opvoeding van haar
kinderen gebruiken; wordt zij weduwe en heeft
geeu fortuin, dan wijst, zich de broodwinning
vau ztlf aau. Heeft zij fortuin en 't geluk haar
man te behouden, dau kan zij, dor.r liare meer
dere ontwikkeling, den vriendschapsband met, l aar
man bevestigen, als het enthousiasme der liefde
bekoelt, zij heeft niet het, gevoel vau inferiori
teit als de kinderen groeien en knap werden,
zij heeft, het bewustzijn, haar huwelijk uit. liefdi:
te hebben aangegaan eu n.et om geborgen te
zijn. Pxnendieii heeft zij de satisfactie haar
leven vóór haar huwelijk ook nuttig eu t-n,st g
besteed te hebben, de zelfvoldoening, dat al haar
doe 11 en dei.keii niet uitsluitend op de
bemachtigiiig vau een man gericht was. Als de vrouw
niet trouict., kan zij in de beoefening v;in het,
aangeleerde vak, zichzelf eu an-:ieren vau die; st
zijn, zij kan zorgeloos de /'jr/,-i/?/.*-t tegemoet
zien, als de ouji r s zullen zi'.n heengegaan, en
het fortuin, bij de v. rdeelin.', minder groot
blijkt dan men verwacht, had.
Huisgezinnen kc;i ik, waar lie-t aantal dochters
varieert, tusschen -l en 9, fortuin is ei'tamelijk
wel, de mama's liislie.reu la-t, huisgezin, /.cm;cu
dat de diei,st')0ilen het wei k verr.chten, gaan
over linnen- en provisiekast, wasscaeu . .. . de
kopjes. De dochters zijn overtuigd dat zij i.iet
behoeven te trouwen om geborgen" 1e zijn,
zij geven zic'.i dus geen bijzoneli re moeite om
aau een man te behagen, zij zijn tussclien de
IS en 30 jaren.
\\ at LU? Waar zullen zij haar dag mee
vullen? ? En dan, dat doodeude bewustzijn
alleen iets te doen uit tijdyw.werii/y . .. .
Stel u zoü'ii ochtend voor,?na't ontbijt,
in een gezin niet slechts ?! volwassen dochters.
Voor 't onvermijdelijke kopjes wasschen" is
n dochter gedurende n uur voldoende; ge
durende dit uur neemt de HAs een handwerk je
eu de 3e, maakt zich klaar om boodschf . ppcn te
gaan doe'n, of leest wat ; om tien uur 's
nrjrgens is mama klaar met het huishoudelijk be
stier en de 'A dochters hebben eigenlijk otk niets
meer te doen.
Als er geen fortuin i?, gaat, het beter; ik ken
drie meisjes die eiken morgen, per (iets, i.aar
haar respe ctieven werkkring gaan; de moeder
doet" het huishouden met .i meid, de dochters
bekostigen alles van haar eigeu verdiend geld ;
er zijn veel groene planten, veel muziek en
vroolijkheid in dut gezin, als allen om den discli
verzameld zijn ....
Zou het fortuin waarlijk een hinderpaal voor
het geluk wezen ? Ik geloof liet niet, als de
ouders het verstand hebben om de meisjes een
zelfstandigheid te geven die onafhankelijk is
van 't fortuin en de huwelijkskausen.
Tuinbouw-onderwijs voor meisjes.
De vragen door den heer Mercier te B eda
gedaan, omtrent de toekomst welke de oplei
ding aan de school «Sempercrescens'' te Beissum
of' aan een dergelijke school in 't algemeen
bieden kan, werden door een der Ipzers, den
heer A. E. van Gelder, i.-i het Ttiiiibuini.bli.id
geplaatst. Iu het nummer van Z-Uerlag 5
November kan de heer Mereier, en de velen
die zich zeker voor het vraagstuk interesi-eercii j
zullen, het uitvoerig antwoord der redactie
van dat, blad vinden, een antwoord, dat wel
niet geheel bemoedigend ia, met het oog (.p
het kostbare der opleiding, maar waarin toch
de heer Mercier eenige lichtpunten vinden zal.
Okt. '93.
CATII. ALBEKDISGK Tuuii.
\\'interxto(. C,co de JKroile. Ken
pi'ii < int-docent. Scherpschutsters.
Met de slappe snupple plooien die dit jaar
gevraagd worden, terwijl toch de stof ook sterk
moest zijn om het strak trekken op de heupen
te verdragen, is als aangewezen hot laken, en
dat is ilan ook da mo-lestof voor den winter.
Do modtuitgovfirs hebbon het trouwens in hun
voorjaursvergaJerii g gedecreteerd; er is inde
fabrieken voor gewerkt; men moet wel, of men
wil of niet, laken dragen. Op straat ziet men
in plaats van zijle, meest laken; zelfs's avonds
ziet men wit laken, lichtblauw, alle zachte
tinten; langzamerhand verliest het laken ook
hi-t cachet van eenvoud, dat er tot dusver
l'ijbehoorde. Men garneert het met grooto
parement- en borduurselpatronen, met
uitknipsels van dun laken in andere tint. met
matte zijde, met genuanceerde chenille. niet
strepen a jour, met tunica's en quillcs in
de lengte. Oak kni(.t men uit de stof zelf
stukken, waar men ir.crnstaties van tulle inzet,
op zijlen transparant, en hierop weer bloemen
of ii-.;nren van het 1-vkön van bit kleed. De
omtrekken bocht men eenvoudig, t-t' omgeeft
ze in e t chenille. (Jlionille om een zeer levendig
patroon gelegil, maakt den j'ipon terstond
versierd ; orn de randen var, zulk een voi>ierden
j'ipon, om den bolr-ro, den Mediciskraap, de
berthe, le^t men dan randen van marabout
in <!,; kleur.
Men legt niet enkel laken rr.et laken op,
maar ook llav/eel met il'.iwen', hetgeen vroeger
niet geg:iari zou zijp; men leut bijvoorbeeld
t'mirrn vau uitgeknipt zwart t!;iweel op w'.t,
siimn'.gilgroen, tiiikoo:t.blaviv.', ojilieüa; de
:;fscheiuin; wonlt dan met een zijlen feston of
boordsel gemaakt.
* *
Cie'-o Je MéroJo is in het Ce:itr.il-il.''tel te
li'iriij'i geïnterviewd eloor «cn r<-porti r van het
l'ilni'-r Tut/ara/l. '/,\\ ii:;r,ov.s'er'!e h«m door
haar eenvoud en vooin-imei i leg'iMV. /ij is t'
het r.iee'st geratliiieereie sciii'p-i-1 ti-r '-\vreld.
?'4' dat \vat zij se;hiji.t. een eerhj!-1, eenvoudig
mci-je, inderdaad een !<ii''i'".
liet teoneeltje in den \Yintergarten, waarop
zij dansen moet, viel Laar heel erg tegen.
-Wat moet ik 05» dit iiiir,i:ituiirtoor.e>eltje
uitvoeren. /,e verwachten \an mij iets
excentrieks. cai'iP.an eu dergelijke, geloe t' ik. Dat i-i
mijn vak niet en is het nooit geweest. Ik ben
een serieuse darseies; el e klassieke l>:illetdan.s
is mijn vak. Dien heb ik ook in Hamburg
goelanst, eerst een serieuse dans in
Kmpirecostuum, en dan een danse a pointes, de eigen
lijke ]:a; senl van de balletter, in het
traditioneele liallerinencostur.rn. Gelooft u dat ze
daarvoor hier begrip zullen hebben?
Voor een prima ballerina is zeker de
Winterpirten het veld niet. f' har't ia do
Groote Opera moeten optraden, met «-istroilen.
Oei', daar hecht ik niet aan. Te Parijs,
in de h-xe van een reusachtig ensemble op do
Variété-tooneelen, danst bet nojr beter dan in
sommige hetuieaters. De indruk ia heel anders.
Te New-Vork hebben z;>, om mij te omlijsten,
een ballet van tachtig personen uit Londen
laten meekomen ; we hebben er een nieuw
ballet, L\in*l, gedanst, dat nu nog iederen
avond een vol huis maakt.
Cléo hechtte er zeer aan, niet enkel oni haar
schoonheid, maar vooral om haar kunst ge
waardeerd te worden. Zij is in 1*77 ta Parijs
geboren en mocht reeds in 18',*:; solopartijen
dansen, nam les van Mérante en Vasijuez en
acht zich een representante van de Kransche
balletschool.
En wat het overige betreft, ik wil niet voor
een Madonna doorgaan, maar de groote ge
ruchten over Cléo zijn onwaar.
E'n woonlje naar aanleiding van uw schrijven
aan Pater Farnilus.
De vrouwen, die ia gelijke omstandigheden
verkeeren als de in Hilda v. S. geschetsten,
zijii werkelijk slachtoffer van de Wetten en
van de mannen, die deze wetten gebruiken tot
het ongestraft enaeleeL«.i van vrouwen.
Ik geef u toe, dat het grootste deel der
vrouwen htt leven doorgaat zonder eenige
kennis van de wetsartikelen, in haar nadeel
toegepast. Maar dat neemt niet weg dat zij
or.der die wetsartikelen lijden. Dit moet ik
wel doen omdat mijn man het wil; dïit mag
ik niet doen omdat mijn man het niet wil;"
welke getrouwde vrouw lijdt daar niet vaak
En de koning van België, en de hertog
van Orleans ....
Dat gelooft u toch niet? Alles praatjes.
liet is zóó gekomen: de koning bleef buiten
gewoon 'ang achter de coulissen en zat maar
te praten, langer dan hij nog ooit gedaan had.
De pauze werd te lang, het publiek ongedul
dig. Xu, toen moest men eindelijk Zijne,
Majesteit verzoeken ,'>p te stappen en hettoonecl
te verlaten. Hij deed het; dat was alles.
Maar iedereen praatte er i atuurüjk over. Hij
stuurde mij wat sieraden. Maar van elat
achternavaren met dat yacht, dat is alles
verzonner. En die villa van den hertog van
Orleans? Kr is geen woord van waar. Twee
uur van l'aiijs heb ik een klein huisje, maar
dat heb ik met danser, ve rillend. De rest zijn
verzinsels. Ook dat mijn diamanten gestolen
zouden zijn, dat is een vinding van de Ameri
kanen. Er is mij niets ontstolen, niet eens
mijn hart !
Zij toonde den reporter ook eenige toiletten.
Vijfentwintig stuks. Waarvoor zooveel?
Dat weet ik niet. Ik heb maar wat laten in
pakken. D.iar hebt u n.ijn Kinpirecostuum;
mooi, nietwaar? Maar duur l 100) francs. Bij
Londoif gemaakt; eie rest bij Douct-t. V' ziet
het is alles eenvoud'g. Van opdirken houd
ik niet. Ik me>et laten zien wat ik zelf' kan
en zelf ben. Ik dnn;; ook geen schmink;
alleen als het noodig is een weinig; met het
e>og op de verlichtii.fj. Dat Oostersebe
costuum is heel kostbaar. Later dai.s ik hier
ook den pas de i'abeille.
Het Oostersch postuum was een waar won
derwerk. Blauwyroe-i o sluiers mot kleine dia
manten bezet. De dessous zijn lange, t'raijas,
als van Japansche kriilengoruiji.en, van
koranlpaarler.. De boezeai is in goudbrokaat be
sloten, met saifi ren en robijnen in zijden
draden a jour gevat. De danseres is dan in
niet minder dan ',\'l sluiers gehuld, iedere
fclultr van een andere kleur, zoodat /:ij in
het begin geheel changeant schijnt.
Dit costuum is ook mijn hult' vermogen.
Mooi? \Ve geven gauw een nieuw ballet, daar
komt dit costuum in Hebt u hier veei nieuwe
balletten?
Vraag dut maar niet. We hebben hior
geen Deliln s.
Dat moer.t u liet. Kent u l'Ktotle van
Wormser ? Dat is prachtig; dat moet u hier
opvoeren.
Sehiijfc u dut eens aan clc Intendanz ?
Dan doen ze het wel !
* *
*
Te Bern is een dame als privaatdocnnt aan
de L'nive-viteit opgetreden, l-'rl. Dr. A.
Tiimarkin. Zij heeft haar lessen geopend met een
lede: tio<:(h<' <ïbci' d<H \\ r.s; a f/c.s Di'ititi'it.
Eerst was haar daarvoor do geweine geboorzaal
a.'ir.gowezen, maar de toeloop van .studoijtpn,
professoren en leeraren was zoo groot, dat
niüii nog op liet laatste oo^enblik. naar de
Aula verhuisde, en zij daar h,-wr rede hield.
Men vrnel baar stem wat zwak voor het groote
lokaal, maar haar lezing heel belangwekkend.
Kil. Tumarkin is een Kussin uit OJessa.
* *
*
Een bezigheid, die in Zwitserland nu ook
al die der vrouwen w'-rdt, is die van scherp
schutter. T o Attinghansen (L'ri) werd onlangs
een sehutterst'eest gehouden. Het plaatsje telt
r>iH) inwoners, van welke 1S1 schutters, maar van
eiie is l zijn -1:3 vrouwen, en tien eersten prijs
won de 1-1 jarige Catharina Wirsch.
E-e.
j
onder, wanneer het de belangen van hare
kinderen betreft, soms diep, zoi tier dat zij het
wetsartikel kent dat haar tot gehoorzaamheid
aan haar man verplicht? Welke moeder vindt
het i iet vreeselijk zoodra zij bij verschil
van meening tot het besef ervan komt dat
zij niet?, alnoluut niets heeft te zeggen ovrr
haar kind, ook al h>opt dit door de beschik
kingen of de nalatigheid van den vader regel
recht in zijn ongeluk? Zij weet i iet welk
wetsartikel hl r wordt toegepast, maar lijdt zij
daardoor minder? Enz. enz. er.z. enz. te veel
om te Loemen.
Zeker is feitelijk de toestand veel beter dan
ele wet; maar zou dit zoo geworden zijn, wan
neer i,iet af en toe met schrille kleuren op
die slechte toestanden gewezen was; m moet
dat een reden zijn om nu maar te berusten
in alles wat nog verandeitl moet worden omdat
er reedïwat, verbeterd is? En moet de wet
dan niet de zede volgen en ste-nr.eti 'i
U zegt: vrouwen, die door elezo evolutie
niet zijn medegevoerd, zullen ook door den
stok van Mevr. G. jiiet u t haar sfeer worden
gerukt, ten minste niet op eloo'tr. fl'ende mai ier.
Ik ben dit niet met u eens. Er zijn menschep,
ie zóó diep sUj.ep, dat alleen hefiig scl.udden
hen kari doen ontwaken. Niet ieelere vrouw
is in slaat iets te praes'eeren of een initiatief
te nemen. Met een blik op de heeren der
Sch' pping voor wie hoegenaamd geen b: letsel
bentaai om zelfstandig op te groeien, zien wij
dat velen van dez: gelegenheid geen gebruik
maken en dui'.enden een bciuelachtig leven
\e,iden ot een i eroe'p uitoet'ji.en waartoe geen
o; t wikkeling of s udie verei-.ctit wordt.1' Neep,
ijiet ieder vrou* kaa een initiatief vormen
iets praesteeren IMH echter ja moet zelfs
iedereen, elk eip zijn of haar terrein. En
omdat vele niai.'ien beuzelep, mogen, of zelf
moeten, daarom do vrouwen elat ook doen?
Studie ver'a;,gt Mevr. G. Ook niet voor iedere
vronw, maar wel het tegenovergesteld.*} vai
beuzeiep. n.l. werken. U zout liet gaat
daarom niet aan, van elke \rouw te eisehen
dat haar leven nuttig en belangrijk zij. ' Hoe
LU, bestaat er eeiag mentch ('behalve een
idioot) vau wie men niet met het vo!ate recht
mag eiïchen dat zijn of haar leven nutd'g zij?
En belangrijk is icler nuttig besteed leven,
dat van. ei 110 vrouw, die hare plichten als
echtgenoot en moe.Ier nauwgezet vervult, zf ker
niet het minst. U schijnt dit laatste te willen
ov'erstellen tegen riiulig en b langrijk," eene
geringschat!ing, die in. i. deze groutsclie taak
geenszins verdient.
En w»t do dubbele zeeleleer betrfft:
vermoeelelijk verlangen u en Pater Eamilias
e\'ena.li ik van de vrouw reinheid van zeelen ;
welnu, dan kunt u eok nii;t anders doen dan
VMI den u.ari hetzelfde eisenen, want ieelere
onzedelijkheid op M xueel g--bied zijnerzijds heeft
onvermijdelijk (ot voorwaarde: onzedelijkheid
van t ene vrouw. De kuise'hbeid van alle vrouwen
een ideaal is elus uilteraard onbestaanbaar
zonder kiüschheiel eveneens van alle; mannen.
Ik herinner mij trouwei s i-iet op w«lke passage
in Ililda v. S. de beschouwing van Pater Familias
over dit oi.derwerp (bl. ,'ïl) slaat.
U eindigt met te zeggen, dat bij alle gelijk
heid van intellect enz. tus.-chen man en vrouw,
ieders natuur verschillend blijft; dit zal wel
r.iemand u beiw.'sten. Doch waar u zegt: niet
boven, beneden of naast hem moeten wij
(vrouwen) staan, doch tegenover hem'', daar ga
ik niet met u mee. M, i. moeten de st xen niet
tegenover elkaar staan, doch juist naast elkaar.
Kaast elkaar als goede kameraden, gezamenlijk
ieder op zij'i.e wij,e \oigens verschillenden
aanleg strijdende voor het goede en tegen
het kwade. Het zijn juist de Wetten, welke
den man maken tot heerscht-r over de vrouw,
die onderlinge waardeering en hoogschatting in
gevaar brengep. Waar overmacht eenerzijds en
ondergesckiktheid anderzijds bestaan (al is het
maar volgens ele wet), daar is minder kans op
waardeering (mi n ziet het aan de verhouding
van meester tot dienstbode) dan waar men als
gelijkgerechtigden, als vrijen naast elkaar staat.
En daarom moeten deze belemmerende, ver
nederende (eigenlijk beide partijen ve rnederende)
Wetten verdwijnen. En opdat het roepen daarom
steeds luider klinke, zijn boeken als Hilda v. S.,
die de slapenden met kracht waker schudden,
noodig en goed. Eenige overdrijving kan daarbij
geen kwaad wie niet hard roept wordt in
het tegenwoordige rumoerige leven niet gehoord.