Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1H7
Cyraiio He filheli,
(Judge.)
Roflin-Salisbnry.
(La Sïlhouette.)
?Laat ons oprecht zy'n; ik neem alles en ik laat u de rest."
(Vrije vertaling van Lord Salisbwry's rede).
Salisbury als Britsche leenw.
(MoonsJiine).
JOHK BULL : «Bravo, Salisbury ! dat doet me denken aan de
dagen van oudsl"
Een motief?
(Piek-me-Up.)
Het eerstvolgende dividendbewijs der eert.
v. aand. Deli Langkat Tabakmaatpy', is te
realiseeren voor ? 9.90.
Petroleumwaarden nogal veranderd. In
koninklyke werd nog veel gedobbeld.
Bona-fidegeldbeleggers doen verstandig er af te bly'ven.
Zy zullen dat te eer doen als ze het gunstig
bekende werk »De petroleum industrie, in het
bizonder die van Nederl. Oost-Indië, door
L. P. de Stoppelaar, uitgegeven bij J. H. de
Bnssy" alhier, zullen gelezen hebben in ver
band met de berichten en mededeelingen van
het bestuur. Met by'zonder veel genoegen las
ik dat door den voorzitter der Nederl. indische
petr. mpij., (die meer geld behoeft om te kunnen
doorwerken) op de buitengewoone algemeene
vergadering werd gezegd, wat de «Groene" reeds
deed opmerken gedurende de eerste
moeielykheden tusschen de Moeara en de koninklijke:
«Een uitstekende oplossing zou spreker het
vinden, indien alle maatschappy'en in n
groote werden omgezet." Werkelyk samen
werking wordt allengs meer het parool voor
het behalen van billy'ke en ruimere voordeelen
voor kapitaal en arbeid.
Van de Russische sporen zy'n de liaan
Dombrowa en de Zuid-Ooster wat gezakt, de
3 pets Transcaucasische wat verbeterd. Houders
van de Iwan Dombrowa zy'n voor het jaar '97
wel met een superdividend verrast, maar het
jaarverslag kan hun geleerd hebben dat by'
naasting, die na 1900 kan plaats hebben, de
omzetting in staatsobligatien tegen hoogstens
96 pet zou berekend worden. Dat is heel
wat lager dan de tegenwoordige noteering.
Zooals de geheele geldwereld, tot het
»call-money" incluis, zich beweegt om het de
Bank of England, zoo bewoog de drukte op
de beurs, voor zoover daarvan sprake is, om
de Amerikaansche Sporen. Een
koersvergelyking mag daarom niet achterwege blijven :
10 Nov. 17 Nov.
Atchison C. v. g. aand. . . 13 X 16 X
dito pref. » . . 37Ji 44
dito Adj. bonds . . . 691A 74
Baltimore C. v. aand.. . . 45% 52 K
Central Pacific » . . '. 26*4 28
Chic. N. W. pref. aand. . . 173% 185
dito Gr. W 5 pet. pref. st. A. 27 34 >£
Denver Rio Gr. aand. . . 13% 15%
Erie aand 12% 13%
dito pref. aand 32K 34K
Florida Cent. 2e pref. aand. 42% 46
K. City P. & G. C. v. * 16^ 20
dito Ie hyp. obl 69 % 73 !4
Louisville Gert. v. aand. . 59?4
Miss. Kansas T. . » » . 10%
Manitoba » » > . 169 173
Union Pac. » » » . 33 34 %
Wederom is het alom : vooruitgang, verbe
tering, verhooging. Ik kan verwijzen naar mijn
vorige kroniek, onder opmerking evenwel dat
voorzichtigheid allengs meer geraden is. Op
vallend is het dat ook de JSries wat vaster
zijn. Tot nog toe hadden kolenly'nen tevergeefs
op betere uitkomsten gewacht. Wie er zonder
verlies uit kan, hij doe het zoo spoedig
mogely'k. De Western New- York en Pennsyleania
heeft in het nieuwe boekjaar reeds heel wat
minder ontvangen dan in het vorige jaar. De
koers bleef er toch nog vry ongevoelig voor.
Sedert langen tijd is het aantal amerikaansche
spoorwegpapieren niet vermeerderd. Dat zal
nu weldra gebeuren door de inschrijving op
Vry'dag 18 dezer op 10 millioen dollars 5 pCts.
eerste gec. hyp. goud-. Wig. per 1937 ten laste
van de Southern Pacific Spwmpy, in New-York,
Londen, Frankfort a/M., Berlyn en te Am
sterdam by' de heeren Gebr. Teixeira de Mattos.
Daar de inschrijving op deze solide en gewaar
borgde 5 pCts obligatiën is opengesteld tegen
den koers van 101 }ïpet. en de aflossing eerst
na 1905 tegen 107 X pet. mag geschieden, zal
men voor heel wat meer mogen inschry'ven dan
men verlangt om dit te verkrijgen. Aanbe
velingswaardig zyn deze stukken zeker.
Over de Great Northern spwgmpij en haar
aankoop van aand. Manitoba, de volgende week.
* *
*
Dividendbewijs no. 36 der eert pref. aand.
Great Northern is betaalbaar met f 42.80 en
? 21.40 by' de Ontvang- en Betaalkas.
Div. no. 7J der eert. v. aand. Manitoba is
te verzilveren voor / 36.66 en ? 18.33 ook bij
de Ontvang- en Betaalkas.
* *
#
J. te N. U kunt gerust zijn. Houden bly'ft
voor u het wachtwoord.
S. v. W. te P. De uitlotingen zal ik nazien.
De aand. Guyana Goud Placerrnpy. vond ik op
100 pet. genoteerd. Bedoelt u deze stukken ?
Twello. Nog geen bericht ontvangen.
J, B. Slechts op volledig onderteekende
brieven wordt geantwoord.
E. te W. L?S mpy'. zoudt ge nog wat
kunnen houden. Zie boven. Omtrent »Koetei"
kunt u inlichtingen vragen by den directeur,
den heer G. v. Gilse v. d. Pais Hz. te Rotterdam.
* *
*
Brieven, prospectussen, verslagen voor deze
rubriek te zenden aan my'n adres.
Amst, Alexanderkade 4, 10 Nov. '98.
D. STIGTEK.
iimtimnimiMiuHMiiiiiiiiimiiiiiiJiiiMmniiiiiiiitiiimiiiiiMilH
Vriendelijke oude lieer: »Foei! ondeugeude jongen, moet jy
zoo'n klein kind slaan ; je moest je schamen.',
Jongen: »Nou ! wat nou ? 't is maar 't kind van een smeris !"
Boekverkooping.
By de firma Burgersdijk & Niermans te
Leiden zal van 28 November tot 9 December
eene belangrijke boekverkooping gehouden
worden. Onder meer komen dan ter vendutie
de bibliotheken van dr. J. H. Scholten, pro
fessor in de theologie en philosophie aan de
Leidsche uriiversiieit, tot op dit jaar door de
familie in haar geheel bewaard, dr. J. J. Prins,
oud-professor in de theologie aan ideir, dr. E.
J. de Vrij, scheikundige in den Haag, Th. W.
C. Herckenrath, hoofd ingenieur van den
waterstaat in Ned.-Indiëen vele andere nalaten
schappen. Annex is het grootste gedeelte van
de bibliotheek van den heer H. Witte,
ouddirecteur van den academischen plantentuin
te Leiden en eene buitenlandsche geneeskun
dige boekerij, bevattende belangrijke medische
tijdschriften in kompleete seriën.
De catalogus van + 5100 nos. is ingedeeld
in de navolgende rubrieken: godgeleerdheid,
wijsbegeerte, geschiedenis en aardry'kskunde,
geslacht- en wapenkunde, munt- en
penningkunde, rechtsgeleerdheid en staatsrecht, staat
huishoudkunde, taal- en letterkunde, klassieke
philologie, bibliographie, kunst, geïllustreerde
werken, kleederdrachten, muziek, gezochte
werken over dier- en plantkunde (vooral over
j insecten en vissthen), scheikunde, wis- en
j natuurkunde, zeer belangrijke werken op het
gebied der ingenieurswetenschappen,
bouwj kunde, geneeskunde, varia, boekenkasten enz.
! Voor ieder man der wetenschap en
boekenI liefhebber is deze catalogus belangrijk. Men
i zie uitvoerige annonce in dit blad.
uit Utrecht,
dOOr GlESE VAN DEH DOM.
Op den dag laat ik my door zy'licht beschijnen
en des avonds, zoodra de zon zich met de be
nedenste helft van het menschdom gaat onledig
houden, zit ik, op het voetspoor van myn
overen andere grootvaders, onder bovenlicht. En
nog nooit, al heb ik my in mijn. jeugd die
al een poosje voorbij is weieens verbeeld,
dat er in een paar mooie donkere oogen aan
den overkant een uitdrukking van teleurstelling
zichtbaar werd, wanneer het zylicht door een
vallend gordy'n werd afgesloten, nog nooit in
myn leven heeft iemand zichzelf en mij bezig
gehouden met de vraag, welk soort van licht
mij nu eigeuly'k het meest flatteerde".
Gelukkig, want wat zou my' dat vreeselijk
geëmbêteerd" hebben te rekenen naar de
gewaarwording, die zich in de laatste weken
van |my' meester maakte, als ik geen krant in
de handen kon nemen zonder door deskundigen
de vraag behandeld te zien of Korporaal Banning
van Rembrandt er beter uitzag by boven- dan
bij zylicht. Ik geloof dat men artiest moet zijn
om de bespreking dier vraag langen tijd met
gepaste belangstelling te kunnen volgen en aan
gezien onze natie nog altyd voor het
meerendeel bestaat uit menschen, die van kunst nog
maar heel weinig begrip hebben, is de gedachte
weleen» by my opgekomen, of het maar niet
beter was dergel^ke onderwerpen te behandelen
althans zoo uitvoerig in de uitsluitend
of voornamelijk aan de kunst gewijde bladen.
Het krantenlezen van den laattten ty'd maakt
op mij vaak den indruk, of ik weken lang aan
een table d'höte at, waar eiken dag naar de
zelfde spy'sly'st werd voorgediend: soep a la
Berner conventie ik geef de voorkeur aan
de snert in de Poort hoofdschotel ile du
Diable alleen al genoeg om de sterkste
maag te bederven ; dan Rembrandt, op
tienderlei verschillende manieren door bekwame
koks toebereid, maar altijd met eenbijsmaakje;
daarna een aantal bittere kostjes als opera's,
komedies en concerten, alles met een mild
glas wijn besproeid en ten slotte als de cham
pagne het gezelschap weemoedig begon te
stemmen: klaagtonen over de arme schilders.
Dit laatste tafereel gaf den menschkundigen
oberkellner, die aan de table d'höte gewoonlijk
geen champagne drinkt of ze beter verdragen
kan dan de gasten, stof tot de opmerking:
eerst maken ze de lui gek en als ze gek zijn
gaan zij hen beklagen.
Er scheen mij wel eenige waarheid in die
opmerking te liggen, en niet alleen voor
schilders. Want hoevele jongelui (van beider
lei kunne) worden er niet door al dat geschrijf
van kunst, tot in de kleinste volksbladen toe,
in den valschen waan gebracht, dat ook zij wel
aanleg voor de een of andere kunst hebben en
laten dikwijls een nuttigen werkkring varen
om zich te wijden aan het tooneel, de opera,
de letteren, de schilderkunst, om een ideaal
na te jagen dat door zoovele anderen toch
ook maar burgerjongens" bereikt is. Albert
Neuhuy's heeft toch ook dagen gekend, dat het
er, zooals hij zelf zegt, Spaansch toeging. En
Louis Bouwmeester, en Orelio en TJrlus dan?
En zoo kunnen wij er nog wel vijf en twintig
noemen, die allen eerst na ontzaglijk veel ont
beringen geworden zijn, wat zij thans zijn i
Dus maar vast begonnen met ontberingen te
lyden, dan wordt men van zelf een groot man l
't Is heel mooi, maar er verdwijnt nogal een
enkele lang voordat hij een groot man ge
worden is. In Amsterdam heb ik een jong
schilder van aanleg gekend, die ook veel ge
leden heeft. De arme had soms geen geld om
verf te koopen! Een jonge vrouw deelde met
hem zijn lot en wist hem dagelijks een sma
kelijk middagmaal te bereiden, dikwijls ontbyt
en avondmaal tevens, van een mud aardappelen
dat zij dan toch nog wei in staat was ns in
de maand te koopen. En al was er dan geen
vleesch bij, kon hij nog blijmoedig zeggen, men
bleef er toch van op de been en dat was
hoofdzaak. Heel lang is hy er echter niet van
op de been gebleven; hij kreeg de
aardappelenziekte en ligt nu al een paar jaar op zy'n.
dooden rug, de arme kerel!
En als men eens een blik kon werpen achter
de coulissen van vele tooueelgezelschappen of
in de stemkamer van menig orkest!....
Neen, ik geloof dat onze tijd, of beter gezegd
onze menschen, er nog niet ryp voor zijn om
de kunst zoo te populariseeren, of zooals een
consciëntieus chroniqueur te Amsterdam van
een der voorname bladen van ons land zou
zeggen: te populariser. Die meneer houdt zoo
veel van Fransen (en schijnt het veelvuldig
gebruik van Fransche woorden als een maatstaf
van beschaving te beschouwen) dat hy zijn
brieven op de onzinnigste wijze met Fransche
woorden doorspekt. Om maar n enkele van
talrijke voorbeelden te noemen vertelde hy een
poos geleden, dat het tijdens de
Rembrandttentoonstelling wel aardig was in de Kal verstraat
met dat gedoe van de trangers ctrangers
niet cursief, maar met gewone letter gedrukt,
precies of hij vreemdelingen" had geschreven,
zóó is de Fransche taai in hem of hij in de
Fransche taal gegroeid Het verbaasde mij dat
hij in een volgenden brief schreef 's middags
vijf uur op den Dam te zijn geweest cinq
uur zou veel beschaafder hebben gestaan!
De stryd, die dezer dagen tusschen Het
Geeltje en de N. B. Crt.gevoerd werd over de
vrijbiljetten voor de pers in de schouwburgen,
heeft voor een oogenblik een hoop bij mij doen
ontstaan, die ook alweer bitter teleurgesteld
is. Nu zouden we dan toch eindelijk ontslagen
raken van al die recensies over alle
tooneelvoorstellingen in alle mogelyke krat.ten en
krantjes door bevoegden en onbevoegden ons
met de noodige pretentie aangeboden. Als er
lederen keer voor betaald moet worden, dan
zal bij menigen uitgever, zoo dacht ik, de
overtuiging wel een weinig aan het wankelen
gebracht worden of het wel zoo nuttig is voor
het publiek en voor een krant zelve, maar
dat is natuurlijk byzaak om telkens een
aanzienlijk deel van de kostbare ruimte af te
staan voor tooneel beschouwingen. Maar helaas,
die strijd is ook alweer op niets uitgedraaid:
vrijheid van handelen is voorbehouden ? en
nu weien we genoeg.
We hebben in ouze stad ook zoo'n paar
volksbladen, die zich met geestdrift aan het
tooneel wijden. Wekelijks een paar maal kan,
wie er van profiteeren wil, een kolom vol
tooneelwijsheid opdoen. Nu, zoolang als dat gaat over
stukken als de Oude Kleerenjood of Lazaro de
Veehoeder of Don Cezaaarrr de Bazan, hindert
het niets of niemand, wanneer daarover een
oordeel welk dan ook met de noodige
vrijmoedigheid wordt ten beste gegeven. Maar
betreft het een betere soort stukken dan wordt
het weieens ergerlijk laat ik liever zeggen
belachelijk. Zoo kon men voor eenigen tijd hier,
na opvoering van de Vrek, lezen dat een zich
in bespiegelingen verdiepend verslaggever zich
maar 'volstrekt niet met de logische ontwikkeling
van Molière's stuk vereenigen kon. Trouwens
slechte logica was een euvel, waaraan niet «lleem
Molière maar ook Shakespeare in hooge mate
leed. Maar, voegde de verslaggever er edel
moedig by niet schertsend maar in vollen
ernst van die twee menschen moest men
iets door de vingers zien.
Shakespeare! Molière! trek het u niet aan,
wat ik u bidden mag. Gooi niet met donder
en bliksem, ge zoudt onschuldigen raken! Laat
ze maar door de vingers k\jken, want als ze
de hand wegnemen zien ze en schryven ze
misschien ook tweemaal zooveel als nu! En
dan trekken de lezers nog aan het kortste eind!
raHimiiiHiinnniuHuiiii
HE1TSJES
Een concert aan het hof yai
een pretendent.
Naar het Duitsch,
van ADOLF OPPENHEIM.
De menschen zijn boosaardig. Welk een on
verdraagzame principes heeft men den arme»
Don Carlos, den toekomstigen koning Karel VII
van Spanje al niet toegeschreven l Ja, er zijn
journalisten, die zich zoover tegenover Zijne
Majesteit hebben vergeten, dat zy' hem liet
alleen van onverdraagzaamheid, maar ook van
hardvochtigheid, ja zelfs tegenover hetschoone
geslacht hebben beschuldigd. En. bij God en
zijn toekomstig koninkrijk durf ik bezweren,
dat Don Carlos een hoffely'k, tegenover dames
zelfs een uiterst minzaam man is, hetgeen men
ook zonder aarzelen mag zeggen van het man
nelijk hofpersoneel van den koning. In Veneti
ging, langen ty'd geleden, eens een Duitsch
operetten-gezelschap failliet, nadat het slechts
drie voorstellingen, waarby' zoo goed als geen
publiek was geweest, had gegeven. Tot de
enkele bezoekers van die drie Duitsche voor
stellingen, waarvan de twee mooie operette-zan
geressen Fr&ulein Primavesi en Fraulein Zeydler
de sterren waren geweest, behoorde ook graaf
Melgar, minister van alles van Zyne Majesteit Don
Carlos, hertog van Madrid, toekomstig koning
van Spanje, wiens residentie het paleis Loredam
te Venetiëis. De toestand van het Duitsche
geezelschap was ellendig, want de directeur,
de heer Ziller, had de arme menschen zonder
geld in een vreemd land in den steek gelaten.
Toen graaf Melgar door den Oostenrijkschen
consul had vernomen, hoe treurig het met het
operette-gezelschap was gesteld, liet hy' de«
regisseur van den troep aan zich voorstellen, en
vroeg hem, of hij niet met de beide prima
donna's Primavesi en Zeydler en misschie»
met een paar andere aaroige meisjes een
concert zou willen geven in het paleis Loredan
ter eere van den verjaardag van Hare Majesteit
de Koningin van Spanje. Met genoegen," ant
woordde de regisseur, en graaf Melgar gaf
hem zijn kaartje, waarop hy een paar regels
schreef, zeggende, dat hij zich den volgenden
dag aan het paleis Loredan moest vervoegen
en zich met dat kaartje bij graaf Melgar
laten brengen.
Waar is het paleis Loredan?" vroeg de
regisseur den volgenden morgen aan een
gondelier, die, languit op den grond liggend
by' zijn vaartuig, op een passagier wachtte.
Loredan ? ! Loredan ?!... O ja, dat is het
paleis van den hertog van Madrid aan het
Canale Grande. Jawel. De ingang van het pa
leis is aan den smallen Rio San Vito, de
groote hoofddeur aan de Piazza San Vito.
Jawel. Jawel." FA wij zullen den regisseur
verder laten vertellen, nu volgde er ee»
nauwkeurige omschrijving, hoe ik met een gon
del of te voet het asyl van den Spaanschen
kroonpretendent kon bereiken. En ik bereikte
het, en gelukkig nog bijtijds voor het audiën
tie- uur.
De kleine deur aan den Rio San Vito was
open en werd bewaakt door een portier met
gryzen baard, die het kaartje van graaf Melgar
aan een gondoüer overhandigde, dien hy' uit
een soort van wachtkamer riep, welke zich dicht
by' den ingang bevond. Ondertusschen had ik
gelegenheid eens rond te kijken. Hier is dus
het rijk van Karel VII van Spanje? In het
paleis Loredan kent men namelijk geen Do»
Carlos, hertog van Madrid, zooals de onver
standige menschen in de buitenwereld den
eeuwigen kroonpretendent verkiezen te noe
men. Maar alleen Zijne Majesteit Karel
Vil van Spanje. Don Carlos is anders ee»
spaarzaam man, maar zijn koninkrijk Loreda»
heeft hem een aardig sommetje schulden gekost.
Alles is hier koninklijk, dat merkt men
dadelyk zoodra men langs de breede trap, waarvan
de onderste treden door de golven wordt
bespoeld, het hoofdportaal binnentreedt. Daar
staat een matroos op wacht. Zoodra Ziine
Majesteit de toekomstige koning verschijnt,
treedt natuurlijk, om onnoodig opzienbaren
te vermijden, binnen de mur<jn de wacht
in het geweer en presenteert het geweer voor
hun koninklijken gebieder. En opdat de jon
gens toch vooral niet zullen vergeten, bij wien
zij in dienst zijn, heeft elk hunner een zilveren
schild met de buste van koning Karel VII op
de borst. In het koninkrijk Loredan is alles
toekomst. Wordt men door den bediende in
koninklijke livrei de breede trap op naar den
ontvangsalon, dan ziet men op het portaal
halverwege de trap een fraai gearrangeerde
groep van bloemen en planten, waartusschen
een groot schilderstuk hangt, dat bijna tot aa»
het plafond reikt: Don Carlos, hertog van Madrid,
in kroningsornaat met de Spaansche kroon
op het hoofd. «Zyne Majesteit," verklaarde de
burcht, als gekroonde koning van Spanje!"
Hm, is hij dan al gekroond?" waagde
ik op bescheiden toon te vragen.
Nog niet, maar dat zal niet lang meer duren
en dan zal Zijne Majesteit er zóó uitzien!"
kreeg ik zonder aarzelen ten antwoord, terwijl
ik het toekomstportret bekeek. Mijn nieuws
gierigheid scheen mijn geleider genoegen te
doen, want toen wij op de eerste verdieping
waren gekomen stiet hy de deur open en wees
naar binnen.
Wanneer gij soms eens wilt zien, hier
zijn de standaards en de vaandels van alle
Spaansche regimenten, die Zyne Majesteit binnen
kort zullen toebehooren. met het naamcy'fer
van koning Karel VII erop! Hier " hij wees
op een reusachtig kanon hebt gij het model
voor een nieuwen vorm van geschut, dat Zyne
Majesteit koning Karel VII bij zijn Spaansck
leger zal invoeren, ? uitgevonden door hem
en generaal Sacernel. Het zal de menschen
hij dozijnen tegelyk kunnen dooden!" De be
diende klapte vergenoegd met zyn tong. Ook
heeft Zijne Majesteit het kruit uitgevonden"
ik keek verbaasd op en voelde mij aan
merkelijk gerustgesteld toen de knecht er bij
voegde: voor dit geschut."
Een groot en grootsch schilderstuk ver
heerlijkt de aankomst van koning Karel VII,