De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 20 november pagina 8

20 november 1898 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1H7 Cyraiio He filheli, (Judge.) Roflin-Salisbnry. (La Sïlhouette.) ?Laat ons oprecht zy'n; ik neem alles en ik laat u de rest." (Vrije vertaling van Lord Salisbwry's rede). Salisbury als Britsche leenw. (MoonsJiine). JOHK BULL : «Bravo, Salisbury ! dat doet me denken aan de dagen van oudsl" Een motief? (Piek-me-Up.) Het eerstvolgende dividendbewijs der eert. v. aand. Deli Langkat Tabakmaatpy', is te realiseeren voor ? 9.90. Petroleumwaarden nogal veranderd. In koninklyke werd nog veel gedobbeld. Bona-fidegeldbeleggers doen verstandig er af te bly'ven. Zy zullen dat te eer doen als ze het gunstig bekende werk »De petroleum industrie, in het bizonder die van Nederl. Oost-Indië, door L. P. de Stoppelaar, uitgegeven bij J. H. de Bnssy" alhier, zullen gelezen hebben in ver band met de berichten en mededeelingen van het bestuur. Met by'zonder veel genoegen las ik dat door den voorzitter der Nederl. indische petr. mpij., (die meer geld behoeft om te kunnen doorwerken) op de buitengewoone algemeene vergadering werd gezegd, wat de «Groene" reeds deed opmerken gedurende de eerste moeielykheden tusschen de Moeara en de koninklijke: «Een uitstekende oplossing zou spreker het vinden, indien alle maatschappy'en in n groote werden omgezet." Werkelyk samen werking wordt allengs meer het parool voor het behalen van billy'ke en ruimere voordeelen voor kapitaal en arbeid. Van de Russische sporen zy'n de liaan Dombrowa en de Zuid-Ooster wat gezakt, de 3 pets Transcaucasische wat verbeterd. Houders van de Iwan Dombrowa zy'n voor het jaar '97 wel met een superdividend verrast, maar het jaarverslag kan hun geleerd hebben dat by' naasting, die na 1900 kan plaats hebben, de omzetting in staatsobligatien tegen hoogstens 96 pet zou berekend worden. Dat is heel wat lager dan de tegenwoordige noteering. Zooals de geheele geldwereld, tot het »call-money" incluis, zich beweegt om het de Bank of England, zoo bewoog de drukte op de beurs, voor zoover daarvan sprake is, om de Amerikaansche Sporen. Een koersvergelyking mag daarom niet achterwege blijven : 10 Nov. 17 Nov. Atchison C. v. g. aand. . . 13 X 16 X dito pref. » . . 37Ji 44 dito Adj. bonds . . . 691A 74 Baltimore C. v. aand.. . . 45% 52 K Central Pacific » . . '. 26*4 28 Chic. N. W. pref. aand. . . 173% 185 dito Gr. W 5 pet. pref. st. A. 27 34 >£ Denver Rio Gr. aand. . . 13% 15% Erie aand 12% 13% dito pref. aand 32K 34K Florida Cent. 2e pref. aand. 42% 46 K. City P. & G. C. v. * 16^ 20 dito Ie hyp. obl 69 % 73 !4 Louisville Gert. v. aand. . 59?4 Miss. Kansas T. . » » . 10% Manitoba » » > . 169 173 Union Pac. » » » . 33 34 % Wederom is het alom : vooruitgang, verbe tering, verhooging. Ik kan verwijzen naar mijn vorige kroniek, onder opmerking evenwel dat voorzichtigheid allengs meer geraden is. Op vallend is het dat ook de JSries wat vaster zijn. Tot nog toe hadden kolenly'nen tevergeefs op betere uitkomsten gewacht. Wie er zonder verlies uit kan, hij doe het zoo spoedig mogely'k. De Western New- York en Pennsyleania heeft in het nieuwe boekjaar reeds heel wat minder ontvangen dan in het vorige jaar. De koers bleef er toch nog vry ongevoelig voor. Sedert langen tijd is het aantal amerikaansche spoorwegpapieren niet vermeerderd. Dat zal nu weldra gebeuren door de inschrijving op Vry'dag 18 dezer op 10 millioen dollars 5 pCts. eerste gec. hyp. goud-. Wig. per 1937 ten laste van de Southern Pacific Spwmpy, in New-York, Londen, Frankfort a/M., Berlyn en te Am sterdam by' de heeren Gebr. Teixeira de Mattos. Daar de inschrijving op deze solide en gewaar borgde 5 pCts obligatiën is opengesteld tegen den koers van 101 }ïpet. en de aflossing eerst na 1905 tegen 107 X pet. mag geschieden, zal men voor heel wat meer mogen inschry'ven dan men verlangt om dit te verkrijgen. Aanbe velingswaardig zyn deze stukken zeker. Over de Great Northern spwgmpij en haar aankoop van aand. Manitoba, de volgende week. * * * Dividendbewijs no. 36 der eert pref. aand. Great Northern is betaalbaar met f 42.80 en ? 21.40 by' de Ontvang- en Betaalkas. Div. no. 7J der eert. v. aand. Manitoba is te verzilveren voor / 36.66 en ? 18.33 ook bij de Ontvang- en Betaalkas. * * # J. te N. U kunt gerust zijn. Houden bly'ft voor u het wachtwoord. S. v. W. te P. De uitlotingen zal ik nazien. De aand. Guyana Goud Placerrnpy. vond ik op 100 pet. genoteerd. Bedoelt u deze stukken ? Twello. Nog geen bericht ontvangen. J, B. Slechts op volledig onderteekende brieven wordt geantwoord. E. te W. L?S mpy'. zoudt ge nog wat kunnen houden. Zie boven. Omtrent »Koetei" kunt u inlichtingen vragen by den directeur, den heer G. v. Gilse v. d. Pais Hz. te Rotterdam. * * * Brieven, prospectussen, verslagen voor deze rubriek te zenden aan my'n adres. Amst, Alexanderkade 4, 10 Nov. '98. D. STIGTEK. iimtimnimiMiuHMiiiiiiiiimiiiiiiJiiiMmniiiiiiiitiiimiiiiiMilH Vriendelijke oude lieer: »Foei! ondeugeude jongen, moet jy zoo'n klein kind slaan ; je moest je schamen.', Jongen: »Nou ! wat nou ? 't is maar 't kind van een smeris !" Boekverkooping. By de firma Burgersdijk & Niermans te Leiden zal van 28 November tot 9 December eene belangrijke boekverkooping gehouden worden. Onder meer komen dan ter vendutie de bibliotheken van dr. J. H. Scholten, pro fessor in de theologie en philosophie aan de Leidsche uriiversiieit, tot op dit jaar door de familie in haar geheel bewaard, dr. J. J. Prins, oud-professor in de theologie aan ideir, dr. E. J. de Vrij, scheikundige in den Haag, Th. W. C. Herckenrath, hoofd ingenieur van den waterstaat in Ned.-Indiëen vele andere nalaten schappen. Annex is het grootste gedeelte van de bibliotheek van den heer H. Witte, ouddirecteur van den academischen plantentuin te Leiden en eene buitenlandsche geneeskun dige boekerij, bevattende belangrijke medische tijdschriften in kompleete seriën. De catalogus van + 5100 nos. is ingedeeld in de navolgende rubrieken: godgeleerdheid, wijsbegeerte, geschiedenis en aardry'kskunde, geslacht- en wapenkunde, munt- en penningkunde, rechtsgeleerdheid en staatsrecht, staat huishoudkunde, taal- en letterkunde, klassieke philologie, bibliographie, kunst, geïllustreerde werken, kleederdrachten, muziek, gezochte werken over dier- en plantkunde (vooral over j insecten en vissthen), scheikunde, wis- en j natuurkunde, zeer belangrijke werken op het gebied der ingenieurswetenschappen, bouwj kunde, geneeskunde, varia, boekenkasten enz. ! Voor ieder man der wetenschap en boekenI liefhebber is deze catalogus belangrijk. Men i zie uitvoerige annonce in dit blad. uit Utrecht, dOOr GlESE VAN DEH DOM. Op den dag laat ik my door zy'licht beschijnen en des avonds, zoodra de zon zich met de be nedenste helft van het menschdom gaat onledig houden, zit ik, op het voetspoor van myn overen andere grootvaders, onder bovenlicht. En nog nooit, al heb ik my in mijn. jeugd die al een poosje voorbij is weieens verbeeld, dat er in een paar mooie donkere oogen aan den overkant een uitdrukking van teleurstelling zichtbaar werd, wanneer het zylicht door een vallend gordy'n werd afgesloten, nog nooit in myn leven heeft iemand zichzelf en mij bezig gehouden met de vraag, welk soort van licht mij nu eigeuly'k het meest flatteerde". Gelukkig, want wat zou my' dat vreeselijk geëmbêteerd" hebben te rekenen naar de gewaarwording, die zich in de laatste weken van |my' meester maakte, als ik geen krant in de handen kon nemen zonder door deskundigen de vraag behandeld te zien of Korporaal Banning van Rembrandt er beter uitzag by boven- dan bij zylicht. Ik geloof dat men artiest moet zijn om de bespreking dier vraag langen tijd met gepaste belangstelling te kunnen volgen en aan gezien onze natie nog altyd voor het meerendeel bestaat uit menschen, die van kunst nog maar heel weinig begrip hebben, is de gedachte weleen» by my opgekomen, of het maar niet beter was dergel^ke onderwerpen te behandelen althans zoo uitvoerig in de uitsluitend of voornamelijk aan de kunst gewijde bladen. Het krantenlezen van den laattten ty'd maakt op mij vaak den indruk, of ik weken lang aan een table d'höte at, waar eiken dag naar de zelfde spy'sly'st werd voorgediend: soep a la Berner conventie ik geef de voorkeur aan de snert in de Poort hoofdschotel ile du Diable alleen al genoeg om de sterkste maag te bederven ; dan Rembrandt, op tienderlei verschillende manieren door bekwame koks toebereid, maar altijd met eenbijsmaakje; daarna een aantal bittere kostjes als opera's, komedies en concerten, alles met een mild glas wijn besproeid en ten slotte als de cham pagne het gezelschap weemoedig begon te stemmen: klaagtonen over de arme schilders. Dit laatste tafereel gaf den menschkundigen oberkellner, die aan de table d'höte gewoonlijk geen champagne drinkt of ze beter verdragen kan dan de gasten, stof tot de opmerking: eerst maken ze de lui gek en als ze gek zijn gaan zij hen beklagen. Er scheen mij wel eenige waarheid in die opmerking te liggen, en niet alleen voor schilders. Want hoevele jongelui (van beider lei kunne) worden er niet door al dat geschrijf van kunst, tot in de kleinste volksbladen toe, in den valschen waan gebracht, dat ook zij wel aanleg voor de een of andere kunst hebben en laten dikwijls een nuttigen werkkring varen om zich te wijden aan het tooneel, de opera, de letteren, de schilderkunst, om een ideaal na te jagen dat door zoovele anderen toch ook maar burgerjongens" bereikt is. Albert Neuhuy's heeft toch ook dagen gekend, dat het er, zooals hij zelf zegt, Spaansch toeging. En Louis Bouwmeester, en Orelio en TJrlus dan? En zoo kunnen wij er nog wel vijf en twintig noemen, die allen eerst na ontzaglijk veel ont beringen geworden zijn, wat zij thans zijn i Dus maar vast begonnen met ontberingen te lyden, dan wordt men van zelf een groot man l 't Is heel mooi, maar er verdwijnt nogal een enkele lang voordat hij een groot man ge worden is. In Amsterdam heb ik een jong schilder van aanleg gekend, die ook veel ge leden heeft. De arme had soms geen geld om verf te koopen! Een jonge vrouw deelde met hem zijn lot en wist hem dagelijks een sma kelijk middagmaal te bereiden, dikwijls ontbyt en avondmaal tevens, van een mud aardappelen dat zij dan toch nog wei in staat was ns in de maand te koopen. En al was er dan geen vleesch bij, kon hij nog blijmoedig zeggen, men bleef er toch van op de been en dat was hoofdzaak. Heel lang is hy er echter niet van op de been gebleven; hij kreeg de aardappelenziekte en ligt nu al een paar jaar op zy'n. dooden rug, de arme kerel! En als men eens een blik kon werpen achter de coulissen van vele tooueelgezelschappen of in de stemkamer van menig orkest!.... Neen, ik geloof dat onze tijd, of beter gezegd onze menschen, er nog niet ryp voor zijn om de kunst zoo te populariseeren, of zooals een consciëntieus chroniqueur te Amsterdam van een der voorname bladen van ons land zou zeggen: te populariser. Die meneer houdt zoo veel van Fransen (en schijnt het veelvuldig gebruik van Fransche woorden als een maatstaf van beschaving te beschouwen) dat hy zijn brieven op de onzinnigste wijze met Fransche woorden doorspekt. Om maar n enkele van talrijke voorbeelden te noemen vertelde hy een poos geleden, dat het tijdens de Rembrandttentoonstelling wel aardig was in de Kal verstraat met dat gedoe van de trangers ctrangers niet cursief, maar met gewone letter gedrukt, precies of hij vreemdelingen" had geschreven, zóó is de Fransche taai in hem of hij in de Fransche taal gegroeid Het verbaasde mij dat hij in een volgenden brief schreef 's middags vijf uur op den Dam te zijn geweest cinq uur zou veel beschaafder hebben gestaan! De stryd, die dezer dagen tusschen Het Geeltje en de N. B. Crt.gevoerd werd over de vrijbiljetten voor de pers in de schouwburgen, heeft voor een oogenblik een hoop bij mij doen ontstaan, die ook alweer bitter teleurgesteld is. Nu zouden we dan toch eindelijk ontslagen raken van al die recensies over alle tooneelvoorstellingen in alle mogelyke krat.ten en krantjes door bevoegden en onbevoegden ons met de noodige pretentie aangeboden. Als er lederen keer voor betaald moet worden, dan zal bij menigen uitgever, zoo dacht ik, de overtuiging wel een weinig aan het wankelen gebracht worden of het wel zoo nuttig is voor het publiek en voor een krant zelve, maar dat is natuurlijk byzaak om telkens een aanzienlijk deel van de kostbare ruimte af te staan voor tooneel beschouwingen. Maar helaas, die strijd is ook alweer op niets uitgedraaid: vrijheid van handelen is voorbehouden ? en nu weien we genoeg. We hebben in ouze stad ook zoo'n paar volksbladen, die zich met geestdrift aan het tooneel wijden. Wekelijks een paar maal kan, wie er van profiteeren wil, een kolom vol tooneelwijsheid opdoen. Nu, zoolang als dat gaat over stukken als de Oude Kleerenjood of Lazaro de Veehoeder of Don Cezaaarrr de Bazan, hindert het niets of niemand, wanneer daarover een oordeel welk dan ook met de noodige vrijmoedigheid wordt ten beste gegeven. Maar betreft het een betere soort stukken dan wordt het weieens ergerlijk laat ik liever zeggen belachelijk. Zoo kon men voor eenigen tijd hier, na opvoering van de Vrek, lezen dat een zich in bespiegelingen verdiepend verslaggever zich maar 'volstrekt niet met de logische ontwikkeling van Molière's stuk vereenigen kon. Trouwens slechte logica was een euvel, waaraan niet «lleem Molière maar ook Shakespeare in hooge mate leed. Maar, voegde de verslaggever er edel moedig by niet schertsend maar in vollen ernst van die twee menschen moest men iets door de vingers zien. Shakespeare! Molière! trek het u niet aan, wat ik u bidden mag. Gooi niet met donder en bliksem, ge zoudt onschuldigen raken! Laat ze maar door de vingers k\jken, want als ze de hand wegnemen zien ze en schryven ze misschien ook tweemaal zooveel als nu! En dan trekken de lezers nog aan het kortste eind! raHimiiiHiinnniuHuiiii HE1TSJES Een concert aan het hof yai een pretendent. Naar het Duitsch, van ADOLF OPPENHEIM. De menschen zijn boosaardig. Welk een on verdraagzame principes heeft men den arme» Don Carlos, den toekomstigen koning Karel VII van Spanje al niet toegeschreven l Ja, er zijn journalisten, die zich zoover tegenover Zijne Majesteit hebben vergeten, dat zy' hem liet alleen van onverdraagzaamheid, maar ook van hardvochtigheid, ja zelfs tegenover hetschoone geslacht hebben beschuldigd. En. bij God en zijn toekomstig koninkrijk durf ik bezweren, dat Don Carlos een hoffely'k, tegenover dames zelfs een uiterst minzaam man is, hetgeen men ook zonder aarzelen mag zeggen van het man nelijk hofpersoneel van den koning. In Veneti ging, langen ty'd geleden, eens een Duitsch operetten-gezelschap failliet, nadat het slechts drie voorstellingen, waarby' zoo goed als geen publiek was geweest, had gegeven. Tot de enkele bezoekers van die drie Duitsche voor stellingen, waarvan de twee mooie operette-zan geressen Fr&ulein Primavesi en Fraulein Zeydler de sterren waren geweest, behoorde ook graaf Melgar, minister van alles van Zyne Majesteit Don Carlos, hertog van Madrid, toekomstig koning van Spanje, wiens residentie het paleis Loredam te Venetiëis. De toestand van het Duitsche geezelschap was ellendig, want de directeur, de heer Ziller, had de arme menschen zonder geld in een vreemd land in den steek gelaten. Toen graaf Melgar door den Oostenrijkschen consul had vernomen, hoe treurig het met het operette-gezelschap was gesteld, liet hy' de« regisseur van den troep aan zich voorstellen, en vroeg hem, of hij niet met de beide prima donna's Primavesi en Zeydler en misschie» met een paar andere aaroige meisjes een concert zou willen geven in het paleis Loredan ter eere van den verjaardag van Hare Majesteit de Koningin van Spanje. Met genoegen," ant woordde de regisseur, en graaf Melgar gaf hem zijn kaartje, waarop hy een paar regels schreef, zeggende, dat hij zich den volgenden dag aan het paleis Loredan moest vervoegen en zich met dat kaartje bij graaf Melgar laten brengen. Waar is het paleis Loredan?" vroeg de regisseur den volgenden morgen aan een gondelier, die, languit op den grond liggend by' zijn vaartuig, op een passagier wachtte. Loredan ? ! Loredan ?!... O ja, dat is het paleis van den hertog van Madrid aan het Canale Grande. Jawel. De ingang van het pa leis is aan den smallen Rio San Vito, de groote hoofddeur aan de Piazza San Vito. Jawel. Jawel." FA wij zullen den regisseur verder laten vertellen, nu volgde er ee» nauwkeurige omschrijving, hoe ik met een gon del of te voet het asyl van den Spaanschen kroonpretendent kon bereiken. En ik bereikte het, en gelukkig nog bijtijds voor het audiën tie- uur. De kleine deur aan den Rio San Vito was open en werd bewaakt door een portier met gryzen baard, die het kaartje van graaf Melgar aan een gondoüer overhandigde, dien hy' uit een soort van wachtkamer riep, welke zich dicht by' den ingang bevond. Ondertusschen had ik gelegenheid eens rond te kijken. Hier is dus het rijk van Karel VII van Spanje? In het paleis Loredan kent men namelijk geen Do» Carlos, hertog van Madrid, zooals de onver standige menschen in de buitenwereld den eeuwigen kroonpretendent verkiezen te noe men. Maar alleen Zijne Majesteit Karel Vil van Spanje. Don Carlos is anders ee» spaarzaam man, maar zijn koninkrijk Loreda» heeft hem een aardig sommetje schulden gekost. Alles is hier koninklijk, dat merkt men dadelyk zoodra men langs de breede trap, waarvan de onderste treden door de golven wordt bespoeld, het hoofdportaal binnentreedt. Daar staat een matroos op wacht. Zoodra Ziine Majesteit de toekomstige koning verschijnt, treedt natuurlijk, om onnoodig opzienbaren te vermijden, binnen de mur<jn de wacht in het geweer en presenteert het geweer voor hun koninklijken gebieder. En opdat de jon gens toch vooral niet zullen vergeten, bij wien zij in dienst zijn, heeft elk hunner een zilveren schild met de buste van koning Karel VII op de borst. In het koninkrijk Loredan is alles toekomst. Wordt men door den bediende in koninklijke livrei de breede trap op naar den ontvangsalon, dan ziet men op het portaal halverwege de trap een fraai gearrangeerde groep van bloemen en planten, waartusschen een groot schilderstuk hangt, dat bijna tot aa» het plafond reikt: Don Carlos, hertog van Madrid, in kroningsornaat met de Spaansche kroon op het hoofd. «Zyne Majesteit," verklaarde de burcht, als gekroonde koning van Spanje!" Hm, is hij dan al gekroond?" waagde ik op bescheiden toon te vragen. Nog niet, maar dat zal niet lang meer duren en dan zal Zijne Majesteit er zóó uitzien!" kreeg ik zonder aarzelen ten antwoord, terwijl ik het toekomstportret bekeek. Mijn nieuws gierigheid scheen mijn geleider genoegen te doen, want toen wij op de eerste verdieping waren gekomen stiet hy de deur open en wees naar binnen. Wanneer gij soms eens wilt zien, hier zijn de standaards en de vaandels van alle Spaansche regimenten, die Zyne Majesteit binnen kort zullen toebehooren. met het naamcy'fer van koning Karel VII erop! Hier " hij wees op een reusachtig kanon hebt gij het model voor een nieuwen vorm van geschut, dat Zyne Majesteit koning Karel VII bij zijn Spaansck leger zal invoeren, ? uitgevonden door hem en generaal Sacernel. Het zal de menschen hij dozijnen tegelyk kunnen dooden!" De be diende klapte vergenoegd met zyn tong. Ook heeft Zijne Majesteit het kruit uitgevonden" ik keek verbaasd op en voelde mij aan merkelijk gerustgesteld toen de knecht er bij voegde: voor dit geschut." Een groot en grootsch schilderstuk ver heerlijkt de aankomst van koning Karel VII,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl