Historisch Archief 1877-1940
No. 1118
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
JlAISOX llli;S< II A ie.
A. 3V£ S T E! H JD A.
3VEArticles de Reclame
Haute» Xouveaulés.
POUB CADEAUX DS ST. NICOLAS
pour
Cheviot pure laine. belle
qualité. La Robe de 5 m. 50 K 'T K
fillettes...
.fl. L50
Inhoa Lainages fantaisie, hautes
tUUüNouveautés. La Robe de K
6 m. pour fl. U.
Lainages, trés-.bon tissu. La >*f KA
Robe de 6 m. pour fl. < ?"v
Lainages tres-belle qualitéO 'J'K
La Robe de 6 m. pour. .fl. O. i (J
Velours, belle qualité. 1 7 KA
La Robe fl. Il ?vv
Velours, tres belle qualité. 1 A
La Robe fl Ivi
de Velours, Haute
Nouveauté. Le Corsage...fl.
l Dames Gloria a lisière fl.
1.95
Astrakan véritable.. .fl.
3,75
Chenille Haute
Nouveauté.. .fl.
7.50
IfdtorlnTi Parapluie de Dames tout
lldldUUl soie ; qualitéextra. Oc
casion hors ligne fl.
Dames Gloria et lisière
Satin Soie fl.
5,50
Hommes Gloria,
solide. ..fl.
2.90
'parapluie Homme tout K
soie. Occasion hors ligne fl. "
PnOTritüO Castor de Colombie
douUldïdlöblees Satin fl.
Chinchilla Asie
doublées Satin..fl.
2-90
Cravates
chèvre Mongoliëfl.
3.75
nnl?Grande taille Chèvre 07^
UUlh Mongolië...fl. v ' "
Pnlo Chèvre Mongoliëgrande
UUlo taille fl.
DUdu queues de renard naturel fl. ?* ? ^"
TJnoo Plume8 Autruche 1 O KA
DüQöbelle qualité.fl. Ifc'.üV
Caracul.
.fl. 3.75
Chinchilla Asie
ie....fl. 4.25
Sealskin Véritable. .fl.
9.75
Jnpois
Moirette fl.
4,90
pékin Soie fl.
7,50
Soie, belle qualit
2 Volants fl.
Boutons qualit
lide La Bolte de
3 paires 3.9O fl.
9.75
solide La Bolte de 1 A K
qualitéLa Boïte de 3 paires 5.25 fl.
lVBltail Gaze Peintureriche..n. J
Plumes'
fl.
3.75
Plumes Autruche ... .fl.
Pnl Pnaïato batiste blanche
UUrUldVdlu Haute Nouveautéfl.
Col-toate
en Soie toutes
nuances
fl. 2,90
Gaze piissée. Haute O f) K
Nouveautéfl. O'&O
Mousseline Soie a pois f*
brodés fl.
Uflanelles fantaisie toutes A AA
nuances fl. ^t§«7V/
Soie fantaisie belle
qualitéfl.
16.75
Soie fantaisie, garnitures
riches fl.
19.75
QnrtÏP rlp Bul DraPeüne doublée
Uül UU Ut) Ddl crêpon, garni Ch
vre Mongoliëfl.
14.75
longue, Drap belle qua
lité, doublée fourrure
occasion fl.
55.
en caracul véritable;
garnie volant de même
tout autour, doublée satin
Duchesse fl.
75.liiiiMUuiiUMumiiiiititumminmmtntn
Lichte lectuur met zware bedoeling,
Men zou geneigd zijn, dit boek te bespreken
in den trant, waarop Frits Lapidotii ia een der
laatste afleveringen van Elsevter's Maandschrift
den roman Fokel van mr. van Loghem heeft
behandeld, een trant, die veel had van de
manier, waarop heeren zich uitlaten over
vroolijke gevatte meisjes, van wie het heet:
Pour Ie badinage, bon; pour Ie mariaye, non!
Maar neen, al is ook dit romannetje uiterst
geschikt om een huisvrouw zóó te boeien, dat
ze aan de thee het inschenken vergeet, wij dur
ven bij dezen nieuwen auteur Parvus, zulk
een schertsenden toon niet aanslaan, en zeggen
den lezers liever in alle heuschbeid, wat ze in
Fataliteit, door Parvus, Haarlem, De Erven F.
Bohn 1898, zullen vinden.
Of de onbekende auteur, die zich Parvus
noemt, schrijver is of schrijfster, is uit zijn
werk niet af te leiden ; de mannelijke uitgang
van den bescheiden pseudoniem zou het eerste,
de onvoltooide, gebrekkige teekening van den
prulligen, mannelijken hoofdpersoon zou, n'en.
déplaise onze dames-auteurs, het tweede doen
vermoeden. Voor de gissing dat we met een
schrijfster te doen hebben, pleiten echter ook
menig gelukkig trekje in de schets van de
jonge-meisjesfiguur, die op den voorgrond treedt,
en de losse natuurlijke stijl der tusschen dames
gewisselde brieven.
Want dit is een roman in brieven. Een paar
dagboekbladzijden wisselen de collectie epistels
af; maar nergens komt de auteur zelf aan het
woord; 't is altijd zijn drie-en-twintigjarig
hoofdpersoontje, dat babbelt met de pen, of wel
het is haar een beetje oudere, getrouwde vrien
din en een enkele maal, als zij uit logeeren is,
komen haar moeder en haar broer of zuster
aan het woord, wi'l te verstaan, met de pen!
Wat zij keuvelen op het papier, is steeds
?vervat in uitmuntend Hollandsch, melodieus en
los, zuiver en sierlijk; blijkbaar is 't geen be
ginneling, die dit stukje fantasiewerk leverde;
zoo vlot en. geleidelijk schrijft slechts iemand,
wien 't vertellen bijzonder gemakkelijk afgaat,
en wie zóó graag en goed vertelt, die heeft
stellig reeds met meer dergelijk werk ons
letterlievend publiek verheugd.
De brieven zijn niet uitgezocht uit stapels
geelgeworden schrifturen, bijeengebonden met
lintjes van verschoten kleuren; er stijgen geen
geuren uit op, die lang vergeten dingen ons te
binnen brengen, neen de poëzie der oude
correspondentiën is vreemd aan dit molerne werk.
jcApril 189." zoo is de eerste brief
gedagteekend en de laatste, die van l Juli is gedateerd,
?werd vijftien maanden later geschreven.
Modern is dit boek in hooge mate; wat de
buitenzij der dingen betreft, is de inhoud zóó
ontleend aan ons heden, tintelend van realiteit.
De meisjes hebben acten voor talen en gaan
op huishoudscholen, en als de studie niet al te
best vlot, leggen ze zich op ziekenverpleging
toe en hebben het geluk, een dokter te leeren
kennen, met wien zij hart en band ruilen,
nadat zij een tijdlang koortsthermometer en
ziekenlijstje met hem hebben gewisseld. Logee
ren zij ergens, waar een klein driejarig jongetje
in huis is, dan mag die wel //Nelly," maar niet
» Tante Nelly" zeggen, want dat'tot Oom en
Tante promoveeren van vreemde menschen is
een van die gelikte lievighedentjes, die mij
hinderen." Ze zeggen jij en jou" tegen hun
Moesje, schrijven dat ook en vinden hun jonger
broertje //allerleukst.'"
Wat de buitenzij der dingen betreft, ja, in
dat opzicht is de werkelijkheid hier weergege
ven, maar naar hun inwendig zijn komen ons
de personen ver van natuurlijk voor. Gegeven
Nelly's vriendelijke, liefhebbende, openhartige
aard, haar vlugheid van bevatting en haar kin
derlijk naïve wijze van optreden, hoe is het dan
mogelijk, dat zij zich voelt aangetrokken en zoo
sterk voelt aangetrokken tot den houterigen,
stijven, koelen, vervelenden en het, zooals later
blijkt, niet weinig achter den mouw hebbenden
Rudolf? Dat zij zich in het begin verbeeldde
van hem te houden, lag voor de hand; de
dagelijksche nabijheid van den niet onknappen,
32-jarigen leeraar moest voor de impressionable
jonge dame, wier leeftijd zich met dezelfde cijfers
m omgekeerde volgorde liet schrijven, gevaarlijk
zijn; maar dat zij, trots de verschilpunten, die
zich tusschen hen openbaarden, hem toch neemt,
dat zij het engagement niet afbreekt, nadat ze
weet, hoe hij een boerenmeisje ongelukkig heeft
gemaakt, dat is leelijk, omdat het volkomen in
strijd is met wat de lezer verwacht.
Misschien was het te boud gesproken, het
«?onnatuurlijk" te noemen; bij de grilligheden,
die de natuur ons in het wezen der menschen
te zien geeft, mag men wel voorzichtig zijn met
de dingen als natuurlijk of onnatuurlijk te be
titelen; maar de fout van Parvus schuilt hierin,
dat hij te bruusk ingrijpt in den gang van de
gedachten zijner lezers, dien gang, waaraan hij
zelf eerst een bepaalde richting had gegeven.
Allerlei aardigs en naïefs vertelt hij ons van
zijn Nelly, die maar niet kan begrijpen, waarom
Rudolf niet bij hen in huis mag blijven wonen,
als ze geëngageerd zijn, en die dan schrijft:
Rudolf eet lederen dag bij ons. Eten schijnt
onschuldiger dan slapen." Nelly, die zoo na
tuurlijk dweept met den uit de verte aangebe
dene en van naar dwepen uiting geeft in opge
wonden brieven aan een goede vriendin; Nelly,
die het gruwelijk vervelend vindt, te winkelen
en boodschappen te doen, die confuus is voor
opdringere wmkelmenschen en geen noties schijnt
te hebbeu van betamelijkheid, maar des te meer
van innige goedheid en hartelijkheid en fijnge
voelige beleefdheid van gemoed.
Zoo iemand zou op den duur genoegen nemen
met een verloofde, die tijdens het engagement
haar voorhoudt, dat er een groot verschil be
staat tusschen liefde en verliefdheid, dat liefde
de essence is van alle verheven, reine gevoelens
en dat kussen en lief koozingen daar niet
bijhooren, dat die maar uitingen zijn der vulgaire
verliefdheid ! De man achtervolgt zijn lief meisje
met meer ongezonde redeneeringen en maakt
haar ziek en akelig bij zijn pogingen om haar
te vervormen. Hij vindt haar gewoonte om te
neuriën en te zingen vervelend en dagen
lang loopt zij rond met een rietje, een paar
grassprieten of een bloem tusschen haar lippen
gekneld. Haar luid spreken en lachen hindert
hem net als alle harde geluiden, ja haar een
beetje krakende huisschoentjes agaceeren hem
zóó, dat zij een paar lijvige pantoffels met vilten
zolen aantrekt.
En, plus fort et plus fort, niet lang vóór het
trouwen bekent hij haar: //Nelly, ik hou
zielsveel van je, maar op n punt mag ik je niet
misleiden. Ik vereer je als een heilige, ik houd
van je als van een zuster, als van iemand, die
men boven alles liefheeft en boven alles ver
kiest, maar verliefd ben ik niet op je, mijn
kind. Niet verliefd in de vulgaire beteekems.
Je lief koozingen zijn mij niet onaangenaam,
geenszins, maar ik mis de impuls, die liefdes
betuigingen hartstochtelijk te aanvaarden of te
beantwoorden."
Misschien zijn er zulke koele naturen, en
met de teekening zou men vrede kunnen heb
ben, als maar niet dat zwartoogige, roodlippige,
kortrokkige boerendeerntje in liet boek zuo'n
fameus gewichtige rol speelde. Zij was dus het
doel van de dagelijksche uitgangen van Meneer
Rudolf", als hij, zooals Nelly aan de vriendin
schrijft, nadat hij eerst in den huiselijken kring
vóór de verandah heeft zitten rooken eii cou
ranten lezen, precies negen uur uitgaat, iedereii
avond. //Hij heeft den huissleutel, zegt ons
goeden naclit eu. wij zien hem niet voor den
volgenden dag terug. Ik hoor hem bijna iederen
avond thuis komen, laat, tegen n uur."
En Nelly u haar moeder weten vóór het
huwelijk van die verhouding; maar een kort
logeeren bij de verstaudige vriendin en haar
man, de doktrr, doen zelfs Nelly over het be
zwaar heenstappen. Halders beweert, dat het
al heel omioozel is, het verleden van een jongen
man even ongerept te eisclieu als dat van een
jong meisje." Zij hebben haar de les gelezen
en gezegd, dat het noodzakelijk was, haar
naïeveteiten, haar onheilbrengende naïeveteiten,
omtrent eenige dingen prijs te geven.
En och, er was zoo weinig noodig, om haar
over te halen. Zij had al vroeger aan de vrien
din geschreven: «Gesteld, dat Rudolf niet ver
liefd op mij was, denk je dan waarlijk, dat ik
om die reden weigeren zou zijn vrouw te wor
den? Hartstocht verdwijnt, liefde blijft." Daar
kwam iets anders bij. Onder het naaien van
haar uitzet, denkt ze steeds aan ander naai
werk, aan 't in elkaar knutselen van //doddige
flanelletjes, hempjes, nachtponuetjes, sokjes en
kapertjes", waar een zoete bekoring van uit
gaat. Een kinderloos huwelijk lijkt haar on
gekend. Zoo'n afschuwelijke onmogelijkheid wil
zij zich niet indenken. Zij begint te begrijpen,
dat een meisje trouwt met een man, voor wien
zij achting, toewijding en vriendschap gevoelt
zonder meer; de geheime gedachte, die haar
tot een huwelijk leidt, is het zalig-bedwelmend
vooruitzicht van het moederschap."
Ziedaar de eerlijke Nelly, scheming als de
slimste intrigante, klaar om zóó te stappen in
een leelijk manage de raison! En zij doet |
dien stap. De te verwachten noodlottige ge- ?
volgen blijven niet uit. i
Toch komen ze in eenigszins andere gestalte, !
dan men zou verwachten.
Als ze nog maar heel kort getrouwd zijn, is
het huwelijk haar al een foltering geworden.
Hoor, wat ze aan haar dagboek toevertrouwt:
//Ons huwelijk is voor Rudolf als het samen
wonen met een zuster, voor wie hij veel sym
pathie heeft, een zuster, die hij vertrouwt en
gaarne om zich heen ziet..." Mijn laatste en
liefste illusie is mij ontnomen ; Rudolf wil geen
kinderen hebben; het was of de bliksem voor
mijn voeten insloeg, toen hij mij dit openbaarde.
Geen kinderen. Ik hecht nergens meer aan.
De starheid, die over mij gekomen is, zal niet
meer wijken. De kussen, op mijn voorhoofd
gedrukt, uit gewoonte 's avonds bij het goeden
nacht zeggen, 's morgens bij het weggaan, 's mid
dags bij het th'iis komen, die kussen, goed ge
meend, worden met den dag grooter kwelling
voor mij."
In de eerste groote vacantie gaat Rudolf
alleen op reis. Niet zoo heel vreemd, als men
hoort, hoe Nelly haar echtvriend beduid heeft,
dat zij voortaan de verhouding wensehte. Toen
Rudolf haar gezegd had, het leven van dien
aard te vinden, dat hij niet het recht gevoelde,
er anderen in te plaatsen, //toen zijn," schrijft
zij, met ijzige kalmte woorden over mijn lippen
gekomen, die mij als doodsklokken in de ooren
luidden, woorden, die mij in het vleesch dron
gen als scherpe distels, woorden die ik moest
spreken en nimmer zal herroepen. Ik zeide,
als zuster met hem te willen samenwonen; ik
eischte onbeperkte vrijheid voor Mijn lichaam,
daartoe gerechtigd, nu zijn levensbeschouwing
mij het geluk ontzegde moeder te worden. Ik
liet hem beloven, mij nimmermeer te dwingen
de natuur te misleiden, te verwringen, te
parodiceren; ik wil mij daartoe niet leenen. Van
mijn kant beloofde ik, alleen op die voorwaar
den zwijgend te berusten in mijn lot."
In de duisternis van dit tegennatuurlijke
huwelijksleven wil Parvus ons doen gelooven,
dat eenig licht wordt ontstoken, doordat zij als
kind aanneemt de kleine baby van Zwarte
etske, 't bewuste boerinnetje, dat na een
alleraandoenlijkst verhaal aan Nelly van haar
groote liefde voor den bedrieger //Dolf," nu zij
verlaten en ellendig is, gaarne het kind, waar
voor zij niets voelt, afstaat. Het bei esprit
van Parvus heeft hier dus dat van Mevrouw
Thérrse Hoven in haar jougste roman Met
Verlof, ontmoet.
Ons blijft nu gelukkig de hoop, dat de arme
Neily wat blijder dagen wachten, al geeft het
slot van haar ontboezemingen daaromtrent geen
al te vaste waarborgen, nu het luidt: Een
zachte stemming is over mij gekomen; ik adem
in een atmosfeer van rust en tevredenheid.
Mijn hartstochtelijke liefde voor Rudolf is dood;
die keert nimmer weer. Het oproerig verzet is
van mij geweken; wrok en bitterheid z,ijn uit
mijn hart verdwenen. Ik voel mij kiachtig
door Rudolfs bewondering. Zijn vereering is
mij lief en onmisbaar geworden."
Pover resultaat! Toch nog 't beste, wat er
te verwachten viel bij twee zoo slecht gepaarde
meiischenkmderea. Zeker hebben Parvus ge
wichtige vraagstukken voor den geest gezweefd,
de verhouding van man en vrouw in het huwe
lijk en dan de reinheidsquaestie, door Bjórnson
jaren geleden in vuott aan de orde gesteld,
maar tot hun oplossing heeft hij niet meege
werkt. Hoe zou dat ook kunnen, waar er
evenveel oplossingen zijn als er meuschenparen
ademen.
Lorheiii.
J. VAN UlLDKIKS.
iiitmiiiimtininitiiiiinmiiiimiMiiiiili
Etiquette. Een dokter voor névrost'es.
Een. ho/berenleider. Fraaie handwer
ken. Cursus voor passementii'erksters.
In Zwitserland.
Weder is een nieuw boekje over etiquette,
manieren, conversatie enz. uitgekomen, Vormen,
door Johanna van Woude. Er wordt wel eens
over zulke boekjes gespot, alsof men er uit
moest leeren »een dame te worden"; toch zy'n
ze niet onnut. Wanneer alle menschen even
intelligent even liefderijk en daarbij even
bescheiden waren, zouden ze misschien niet
noodig zijn; maar sommigen zy'n liefderyk en
onbescheiden, anderen liefderijk en onhandig.
Goedige onbeschaafde of onbescheiden menschen
overstelpen u met beleefdheden, tot zy lastig
worden.
Het waarborgen nu van. wederzydsche wel
willendheid met behoud der wederzydsche
vrijheid, het trekken der grens tusschen wel
gevallige en overtollige hoffelijkheid, is het
doel dezer boekjes.
Een groote vooruitgang bij vroeger is, dat
niet het begrip «manieren" op den voorgrond
gesteld wordt, maar zooals juist is, het begrip
«welwillendheid." Men tracht niet meer «zijn
wereld te weten" oin de omgeving door zy'n
savoir-vivre te overbluffen, op de wijze van
grootmeesteressen aan duodecimo-hofjes, maar
om zichzelyen en de anderen het leven aan
genaam en gemakkelijk te maken. In dien zin
was het te verwachten dat Johanna van Woude
hare taak zou opvatten en dat heeft zij ook
gedaan.
Dit verhindert niet, dat alle bijzonderheden
behandeld worden, die de jonge vrouw in het le
ven ontmoeten kan, groeten en brievenschreven,
visites, bals, diners, omgang met heeren, met
oudere en jongere dames, aanzoek, verloving,
huwelijk (scheiding is vergeten), discours,
jour, diners geven, menu, dienen, enz. Een
paar details laten misschien discussie toe, of
worden door plaatselijke gebruiken gewijzigd, i
b.v. het bekendmaken der verloving, of het l
kennismaken met nieuwe buren, dat in den Haag,
in Amsterdam en in kleinere plaatsen ver
schillend is ; maar over het geheel kan men
Johanna van Woude's etiquette wel de alge
meen gangbare noemen.
Het boekje ziet er heel netjes uit ; van de
banden zouden wij niet den satynen in etui,
maar den linnen stempelband kiezen, hy is
niet zóó besmettelijk, dat men er tegen op
hoeft te zien, het boek voor de hand te
laten liggen.
* »
Dr. Gruby, die dezer dagen te Pary's over
leed, was veertig jaar geleden de grootste
specialiteit voor névrosés en névrosées, neuras
thenie!, overwerkten, zielszieken en wie zich
daarvoor hielden. Zijn groote clientèle bestond
uit vrouwen en kunstenaars; tot zijn patiën
ten hebben Liszt, Heine, Dumas père en flls,
Chopin, Ambroise Thomas en tallooze minder
bekenden behoord.
Zijn groote gave was het vertrouwen dat hij
aan zijn patiënten wist in te boezemen, en
zijne fantazie om hen de wonderlijkste kuren
te laten verrichten. Hij omgaf zich met mys
terie, reed in een rijtuig dat alleen door een
raampje in het dak licht ontving en had voor
wachtkamer een kaal wit vertrek zonder
gordynen, de ramen met klimop begroeid, en de
muren behangen met kooien met apen en vogels.
Hij schreef ellenlange recepten in het latijn,
waarin aqua jnira en dergelijke middelen
rijkelijk voorkwamen, maar vooral: hij liet zijn
zenuwpatienten heele dagen besteden aan aller
lei oefeningen die zij op zijn woord nuttig
achtten, en die per slot van rekening nuttig
werkten.
's Avonds om e!f uur, van waar ook, naar
huis komen om een appel te eten en naar bed
te gaan; 's morgens om vijf uur zich laten
wekken om een stuk koek van bepaalde grootte
met witte kaas te beleggen en op te eten;
zeven en twintig stappen rechts en evenveel
links te doen, waren gewone kleinigheden, en
maar een klein deel van de dagtaak. Een
patiënt die bang was voor zelfmoord werd
scherpelijk ondervraagd. Waar woont u?
Eerste verdieping. In welke windrichting ?
Op het Noorden. Welke kleur van be
hangsel V Van allerlei, rood, bruin, blauw.
Hoe verkeerd ! U moet een woning zoeken op
de vijfde verdieping, gelegen op het Zuid
westen, en alle kamers moet u laten behangen
met groen, niets dan groen, maar iedere kamer
van een andere nuance.
De patiënt bracht drie maanden door met
trappen klimmen, huizen kijken, behangsel
uitzoeken, meubels koopen; daarna was hij
beter.
Een overwerkte mondaine kwam by hem,
moe en zenuwachtig van dansen, concerten,
tentoonstellingen, japonnen passen. U moet
iederen middag te voet naar Ménilmontant
gaan, naar het hópital Tenon. Daar vraagt u
naar de verpleegster zuster X. Die zal u naar
de tweede verdieping brengen, in een witte
kamer. Daar zal zij op een stoel gaan zitten,
u gaat ook zitten en blijft zonder spreken een
uur lang tegenover haar zitten. Dan staat u
op en keert terug langs dien boulevard, die
straten, dat plein.
Toen de dame zich drie maanden later ge
zond, versterkt, gekalmeerd voelde, schreef zy'
dat niet aan het wandelen fl de rust, maar
aan de witte kamer en de verpleegster toe.
De dokter moet een psycholoog en een
humorist gewoost zy'n; hij liet een heer drie uur
lang iederen dag op een houten blok met een
schuimspaan in de hand een soepketel in 't
oog houden; een ander moest, op een blauwen
steen zittend, een bad van 32 graden nemen,
een ander weer naar een bepaalden winkel
gaan, een half uur ver, om een bepaalde soort
meloenen te koopen.
Maar naar het schijnt z\jn er velen genezen.
* *
*
Koningin Victoria is voor haar kleinkinderen
een echte grootmoeder. Dezer dagen reed zij
met de kleine prinsjes van Battenberg, de
kinderen van hare dochter Beatrice, het hek
van het kasteel Balmoral uit, toen de kinderen
een berenleider opmerkten, die op het uitrij
den der familie had staan wachten. Het ry'tuig
mocht stilhouden, de beer zijn kunsten
vertoonen, en toen h« afgeloopen was, moest een
lakei aan den berenleider een guinje brengen,
als belooning. Maar de man weigerde, hij
vroeg of hij in plaats daarvan niet een certi
ficaat kon krijgen, een getuigschrift voor
zy'n beer, vermeldend dat het beest de eer
had genoten, voor hare Majesteit te mogen
dansen. De Koningin vond, dat dit niet ging.
Men kon toch een beest geen Koninklyk ge
tuigschrift geven. «Waarom niet?" zei prins
Henry; »ze hebben te Rome wel een paard
tot consul benoemd !" »Nu," antwoordde de
Koningin, »als je me precies den naam kunt
noemen van den keizer die zoo dwaas geweest
is om dat te doen, zal de beer zy'n getuig
schrift hebben." Het prinsje wist Caligula te
noemen, en 's avonds nog bracht een officier
den berenleider een perkament, met het
koninkly'ke zegel, waarin hij benoemd werd tot
«Hofberenleider van Hare Majesteit de Konin
gin van Groot-Brittanniëen Ierland, Keizerin
van Indië". Er zyn in Engeland al heel wat
hofambten; men troost zich met de gedachte,
dat deze althans aan het land geen geld kost.
* *
*
De afdeeling »Fraaie Handwerken" van de
vereeniging Wees Getrouw, heeft in het lokaal
^Eensgezindheid", op het Spui, deze week een
bazaar gehouden.
* *
*
Een vrouwelyk handwerk dat nog grooten
deels in handen van mannen is, is de
passementerie. Te Berly'n heeft het bestuur der
stedelyke Hoogere Weefschool thans besloten
balfjaarlijksche cursussen voor vrouwen voor
dit vak in te richten. Het onderwys omvat
pracüsche vorming in het maken van allerlei
passementweik, speciaal voor meubels,
garnituur en confectie. Men zal er franjes, kwasten,
randen en embrasses voor gordijnen, en ook
oplegsels en randen voor mantels en capes
leeren. maken. Een teekencursus voor het
schetsen van nieuwere patronen of het
toepasselyk maken van bestaande zal er aan
toegevoegd worden.
Voor toelatii g zy'n de vereischten: het
eindexamen van eene gemeenteschool of school
voor meer uitgebreid lager onderwijs; het
schoolgeld voor de zes maanden is l^i mark.
Meisjes met werklust en aanleg kunnen, als
zij hier de vaardigheid hebben opgedaan,
allicht, hetzij door werk thuis, hetzy als
teekenaarster of opzichteres in fabrieken haar brood
vinden. De school is gevestigd in Berlin O.
Markusstrasse 49; ook buitenlandsche leer
lingen worden toegelaten.
Opmerkelyk is het groote verschil, dat in de
verschillende kantons van Zwitserland, die
daarin geheel onaf hankelyk zy'n, in de
onderwy'stoestanden bestaat. In Bazel heeft een
gewoon schoolmeester gemiddeld 3780 francs
's jaars ; vaak is zy'n vrouw ook oncterwy'zeres
en heeft mede een goed inkomen. In Genene,
Neufchütel, Bern, Lausanne is de toestand
eveneens. Daarentegen nebben in Uri, Schwyz,
Unterwalden, Tessin en bet katholieke deel van
Grauwbundenand de leeraren hoogstens 420
francs 's jaars. Zij geven dan ook maar een
half jaar les; de meeste zy'n met getrouwd,
en oefenen er een ander beroep by uit, of'zy'n
geestelyken. Sedert 1881 is het getal
onderwy'zeressen in Zwitserland met 87 percent
toegenomen, dat der onderwijzers met 10
percent.
E-e.