De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 27 november pagina 9

27 november 1898 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

MMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. «aderen van dagen, met belangstelling, ja ont roering, gelezen worden. Den schrijver kout de verdienste toe, dat ?-" 1»$ d«ze treurige, roerende bladzijde uit de .geschiedenis van onze njjvere visschers, met groote aansehonwelgkheid en levendigen ver/"? haal trant heeft weergegeven, zoodat wy dan ook niet twijfelen aan het ruime debiet ran ?dit interessante werkje. Don Quichot van la Mancha. Naar Miquel Cervantes de Saavedra. Op nieuw bewerkt door J. J. A. GOEVERNEUB. Geïllustreerd door J. H. JUREES. Derde druk. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Er zyn meesterwerken, die de tijden trot?eeeren. Daarom verwondert het ons niet, dat de Spaansche Don Quichot weder eens gestoken werd in een nieuw Nederlandsen kleed, hetwelk aan keurigheid in elk opzicht niets te wenschen overlaat. Onderhoudend en geestig is dit heel eenige boek, en daarbij zoo geschikt om door moeders en tantes voorgelezen te worden aan de jeugd, ?die er zich ongetwijfeld bizonder mede amu seeren zal. De illustraties zijn zér goed ge slaagd. In de eerste r\j der nieuwe prentenboeken in dit seizoen moet vermeld worden: ' - De Schoone Slaapster in het Bosch, Een sprookje van moeder de Gans. Dit prenten boek is vervaardig door de Amsterdamsche :Steendrukker:y Senefelder, naar de uitstekende teekeningen van J. G. van. Caspel en wordt uitgegeven door H. Gerlingg te Amsterdam. De firma Lentz & De Haan te Utrecht zond -ons weder eenige zeer goed vervaardigde prentenboeken, alle afkomstig uit de bekende ateliers van de firma Mester & Co. te Neuren berg, als : a. Duinroosjes, een gecartonneerd prententioek met lieve verhaaltjes en versjes van Christine Doorman en Beata. b. Goudvischjes, eveneens een gecartonneerd ?prentenboek met verhaaltjes van Christine Doorman. c. Zoo zijn onze manieren, met verhaaltjes van Cristine Doorman. d. een paar prentenboeken in groot 4 ?formaat met tekst van Bsata en getiteld Kleine Marmotjes en Flik Flak Flok en A. B. C. Dezelfde firma zond ons ook ter aankondi ging vier verschillende kalenders, alle uit muntende door fraaie artistieke uitvoering. a. L'année 1899, teekeningen van deNiederhaasern met fransche citaten. 1). De Delft-kalender voor 1899. c. Het Bloemenjaar, kalender voor 1899. d. De scheurkalender Onze Tijdgenooten. e. De bekende Maleia Scheurkalender. De firma Lentz en De Haan te Utrecht brengt eveneens in den handel geïllustreerde briefkaarten, de fraaiste punten in ons land voorstellende en geteekend door H. Cassiers NIEUWE UITGAVEN. Cyrano de Bergerac, heldenkomedie door EDMOND ROSTAND, vertaald door Willem Kloos. Amat. W. Versluys. Uit Kennemerland, Sch«tsen en Beelden -door NOEA. Amst. N. J. Boon. In den maalstroom des levens, door W. BE BRUYN. Amst. N. J. Boon. De Nieuwe Tuin, door ALÜERT VERWET. C. FLAMMABION: Het vergaan der wereld. Volkuitgave. Naar het Fransch door Dr. B. C. GOUDTMIT, afl. I Zntfen, W. J. Thieme & Co. De beknopte Gezondheidsleer in verband met de middelen ter bestrijding OOM het Alcoholisme, door C. OOSTERBAAN. Geïllustreerd. Groningen, J. B. Wolters. Haar Hooglied, door CKRIBTINE DOOBMAN. Utrecht, W. de Haan. Drie Vrienden, door JOHAN v. LOENEN. Utrecht, "W. de Haan. De Corneille a Zola. Leiden J. M. N. Kapteyn. Een volksvriend om onder curateele te stellen, (Naar aanleiding van «Een vergeten hoofdstuk") door M. V. S. Amsterdam, N. J. Boon. De Schoone Slaapster in het bosch, met teekeningen van J. G. v. Caspel. Amsterdam, H. Gerlings. Algemeene Grondstellingen, door HEBBEHT SPENCER, afl. 11 vertaald door mr. Th. VAN TRICHT. Amsterdam, S. L. v. Looy. De kleine Johannes, door FREDEKIK v. EEDEX, met illustratiën van EDZABD KONING, 's Gravenhage, Mouton & Co. Een kvjksprookje voor zijn Vriendinnetjes en Vriendjes bedacht en geteekend door OOM BEN. Amsterdam, H. Gerlings. Arbeidsbeurzen, door mr. GEWIN. Utrecht, A. J. v. Hnffel. De oude vrijsters-dub, naar 't Engelsch van ZANOWILL door C. M. DE MÉTIER, 2 dln. Amst. H. J. W. Becht. Bloed en Vuur, roman door PAL-L MEEHTENS 2 dl. Amersfoort, G. J. Slothouwer. A. C KUYPER, Om aan de kleintjes voor te lezen. Geïll. Haarlem, Erven Loosjes. Wagners Natuurlijke Historie, door D. HORN afl. 2. Schelleman en v. Belkum, Zutfon. Co educatie bij het Ilooger onderwijs, (ISTaar aanleiding van Cox'a brochure) door l'rof. HECTOR TEEUB. Amsterdam, Scheltema & Holkema's boekhandel. De Strijd om den Wereldvrede, vrij bewerkt naar het EngeUch van Louis TKACY, met platen. Haarlem, de erven F. Bonn. Alles Leugen? Een roman van JOZEPII HOC-KING, uit het Engelsch door E. J. T.. Zufphen, W. J. Thieme & Co. De Smarten van Satan, of de zonderlinge lotgevallen van den millionnairGeoffry Tempest, Een roman van MABIE CORELLI, bewerkt door Maria Wansink. Leiden, E. J. Brill. Güsta Berling, Een roman in twee deelen van SET.MA LA OERLOF, uit het Zweedsch ver taald door MARGARBTHA MEYBOOM. De teekening van den omslag door mej. L. v. i>. HAKT. Amsterdam, H. J. W. Becht. Uit de dagen van Hannibal, (Levensherinne ringen van een Griek) naar het Engelsch van A. H. GILKES door A. DOLK, versierd met vele platen. Zutphen, W. J. Tiiieme & Co. Dit boekwerk kan ook als jongensboek dienst doen. Deficit, door CAKMKN Sri.VA. Nieuwe goedkoope uitgave, in 2 deeltjes. Amst. L. J. Veen. De firma Valkhoff en Van den Dries te Amsterdam zond ons: Een meisjesboek getiteld Flora van Mareksveld, door TRUIDA KOK en geïllustreerd door WM. STEELINK. Een jongensboek De Club »Van zessen klaar" door C. Jou. KIEVIT, met platen van C. C. KOPI'ENOL. Kapittel-stokjes, door Jhr. Mr. II. S:.IISSAKUT. N. V. Amsterfl. Courant. Nadepauze, bewerktdocrMr. G. S. BHA.VIISMA. Amsterdam, Cohen-Zonen. Haar Buurman, Oorspronkelijke Roman, door GERAHD KJSLLEB. Amsterdam, CohenZonen. Warendorfs Geïllustreerde Familie- Kalender, met afbeeldingen en bijlagen, en novellen van JüSTLTS VAN MALTR1K, TttUIDA KOK, L. VAN DE VELDE, PH. S. VAN VEEN, A. PBBLL, enz. Amsterdam, van Ilolkema en Warendorf. Toevaltreffers, door N". VAN HARPEN, met 24 penteekeningen van H. M. KRABBÉ. Amster dam, L, J. Veen. Het Letterkundig Leven in Frankrijk. Stu diën en Schetsen, door A. G. VAN HAMEL. Met portret van den Schrijver. Amsterdam, P. N. van Kampen en Zn. *Quo Vadis". Een verhaal uit den t\jd van Nero, door HENRYK SIENKIEWICZ, vertaald door H. PYTTEHSEN TZN. 2 dln. 's Gravenhage W. P. van Stockum & Zoon. Amsterdamsch Jaarboekje voor 1899. onder redactie van E. W. MOES. Amsterdam L. J. Veen. Studiën,, door HENKI BOKEL, Amst. L. J. Veen. De Vrouw en de Studie, door prof. dr. HECTOB TKETJB en prof. dr. C. WINKLES. Haarlem, De Erven F. Bohn. »De Oranje-Nassau Boekerij en de OranjePeoningen in de Koninklijke Bibliotheek en in het Koninklijk Penning- Kabinet te 's Gra venhage. (1450?1702"). Haarlem, H. Kleinmann en Co. Weekblad voor Kunst en Letteren, onder redactie van mevr. ANNA E. SCHUURMAN. Ge-illustreerde St. Nicolaas Gids. Amsterdam, Allert de Lange. Catalogus der Uitgaven van P. N. VAX KAMPEN & ZOON, te Amsterdam. Catalogus van Boeken voor de Jeugd, uitgegev.en door W. DE HAAX te Haarlem. Catalogus van SCIIELTEMA EN HOLKEMA'S Boekhandel, Amsterdam. Inhoud van Tijdschriften. Eigen Haard No. 48; Viva, door de Meerulaer, VI. De »Werf Conrad" te Haarlem, door D. v. V., met afbeeldingen. (Slot). Haar man's rechterhand, door Geertruida Carelsen. Gezicht op Ba^llbek, raar een aquarel van C. W. M. vaa de Velde, in Teyler's Museum te Haarlem. C. W. M. van de Velde, door J°de Vries, met portret en atbeeldingen. Gebrek aan heeren, door G. S. d. C. Verscheidenheid. Feuilleton. Friesche Tijdschrift »S7 jucht en EjncJit" No. 43: Sybrich feu Botnia, S. K.; De dübelde wearde, Sj. de Z.; In fabel, D. H. Z.; By 't naeht-waechsjen, Jan fen'e Gaestmar; Demeaner, Tb. v. d. S.; Nijerwetsk, Fo. de Zee; Iliedling; Ut de Transvaal, In pear Friezen; Briefwiksel; Ut 'e niten (mei plaetsjes), D. II. Z . Een concert aan net hof yan een pretendent, Naar het Dttitsch, van ADOLF OPPENHEIM. (Slot.) Den volgenden dag kwam ik terug en werd weer in de voorkamer van de audicntiezaal ge laten. Hier vond ik precies dezelfde meiiscben van gisteren en slechts twee nieuwe afgevaardigden, die, naar ik hooide, uit Navarra kwamen. //Aha, die menschen zijn gisteren niet aan de beurt gekomen en zijn vandaag teruggekomen, om toegelaten te worden," dacht ik. Na eenigen tijd kwam de secretaris ; bij zeide, dat ik mor gen op hetzelfde uur weer op audiëntie moest komen, hoewel ik eigenlijk niets meer niet den graaf te bespreken had, daar het programma al vastgesteld was. Als een van mijn. vriendea ook nog het geluk wilde smaken, Zijne Majes teit te zien, dan moest ik hem maar meebren gen. Na veel moeite vond ik nog drie nieuws gierigen. Toen de secretaris mij met drie men schen zag aankomen, glimlachte hij vergenoegd en geleidde ons uaar de voorkamer van de audiëntiezaal. Hij fluisterde ons geheimzinnig toe, dat er heden leiders uit Atagon op audiën tie ontboden waren. Wij gingen de voorkamer binnen; zij was weer gevuld met meuschen. Maar vreemd, het waren weer dezelfde personen met dezelfde verzoekschriften. Dezelfde overste, dezelfde kardinaal, dezelfde vrouw met de drie kinderen, dezelfde oude Spaausche soldaat niet n been, dezelfde monniken, en ook de in 't zwart gekleede dame en de blonde dochters ontbraken niet. Het was hetzelfde gezelschap van eergisteren, uitgezonderd twee heeren in Carlisten -uniform, de afgevaardigden uit Aragon. Toen wij binnenkwamen, keken de anderen ons met een glimlach en een blijk van verstand houding aan. Men wees ons plaatsen aan en wij kortten ons den fijd met het, bekijken van het zonderlinge gezelschap. Ue kardinaal knoopte een halfluid gesprek met den eeneu Carlistenleider aan; evenals eergisteren prees hij Juide de mildheid van Zijne Majesteit, die hem in twee maanden reeds 300.000 peseta's voor de Kerk gegeven had. JJe monniken mengden zich er in en vet telden, dat verscheiden gevluchte Span jaarden reeds een jaar van de goedheid van Zijne Majesteit leefden. Wederom vergoot de weduwe met de drie kinderen tranen van vreugde, omdat de koningin zoo goed voor haar zorgde. Ook de dame in den rouw met de blonde dochters keek bij deze woorden met denzcifden dankbaren blik ten hemel als gisteren en eergisteren en zeker zou ook de eenbeenige begonnen zijn, als graaf Meigar niet uit liet kabinet vaii Zijne Majesteit gekomen was, om de twee Carliste leiders binnen te voeren. Nauwelijks waren de twee heeren weg, of de secretaris kwam binnen en riep halfluid : »Allons!" De menschen stonden van hun plaatsen op. De kardinaal rekte zieh uit, de vrouw nam haar kinderen bij de hand, de overste streek zijn lange snor op en rekte zijn bcencn uit. De monniken gingen vergenoegd naar de deur, de anderen volgden. //Wat beduidt dat al/ons.'" vroeg ik den kamerheer. «.Wel, de audiëntie is ten einde!" //Maar ik heb toch mijn vrienden meegebracht, die Zijne Majesteit wilden zien en spreken !" /Aaudaag uiet, een anderen keer, als er weer eens bezoek uit Spanje komt, kunt gij hier komen; gij krijgt dan 3 lire, maar gij moet netjes gekleed zijn !" en hij ging bij de deur staan en gaf elk lid van het gezelschap naar zijn rang 3 of 5 lire. De kardinaal kreeg, evenals de overste, 5 lire, de monniken en de andere burgerlijke personen 3 lire. Beneden in de wachtkamer trokken, zij hun costuums uit eu hun gewone kleederen aan. Dauk zij de vrien delijkheid vau den kardinaal kreeg ik de vol gende inlichtingen : //Alle menschen, die gij hier ziet, worden, als er bezoek uit Spanje komt, besteld om de voor kamer van Zijne Majesteit te vullen eu de nieuw aacgekomenen vau de welwillendheid van Zijne Majesteit te overtuigen. Dat zijn nu de reclame-n qucslranten van Zijne Majesteit, den toekomstigen koning van Spanje." Precies om G uur bigon het concert. Dou Carlos in de fantastische 'uniform der Carlistcn m f- 1 de orde van het Gulden Vlies om den hals zat op de voorste rij naast zijn gemalin, een Thesée?Faure en Hippolyte?Dreyfus. O ciel'. Henry est mort, est Esterhasy fuit! (i>,u'o:ïrappe]Ie mr,n lils, qu'il vienne se défendre, (?^u'il viem;e me parier, je suis pret de l'enseiidre. Ne prccipite point tes f'unestes bienfaits, J'aime rnieux n'étve exaucéjamais, J'ai peut-ótre trop cru des témoins peu fidèles, Er j'ai trop tut vers tui leve mes mains cruelles. Ah! de quel désespoir mes voeux seraient suivis! RACINE. Plièdre. Acte V, Scène V. geboren prinses llohan, omgeven door den Infant Jayme, een lange, flinke, jonge man met een sierlijk gekruld snorretje, prins Ilenri van Bourbon-Parma, graaf Bardy, graaf Melgar, generaal Sacernel en de leden van de hofhou ding. Het concert vond zeer grootcn bijval; vooral de mooie soubrette Primavesi mocht zich iu den bijzonderen lof van den koning verheugen. Om half negen was het programma afgeloopen en de secretaris fluisterde mij toe, dat graaf Melgar het honorarium aan Tri. Primavesie zou geven. liet was reeds donker. Toen V1. Grimavesi in het hotel aangekomen was, diende de kellner gvaaf Melgar aan. Hij kwam, zooals hij zeide, op bevel van zijn gebieder en van de koningin om haar geluk te wenschen met haar schitte rend succes. Tegelijkertijd overhandigde hij haar een etui met een zilveren medaille, die de koning voor buitengewone verdiensten op kunst gebied had laten slaan en tevens voor het, ge zelschap een honorarium van H>0 lire. Nadat liij haar nog- eenige complimenten gemaakt !iad, noodigde hij haar uit om met hem een reeds besteld souper te gebruiken. De kunstenares bedacht zich niet lang, want, van haar aandeel in de enorme som van 100 lire zou zij toch niet haar genoegen kunnen eten, en nam de uitnoodiging aan. De kellner dekte de tafel eu juist wilden zij iu de beste stemming aan tafel gaan, toen er een jonge man aangediend werd. De verlegenheid was groot ea daar de graaf niet gezien wilde worden, verschool hij zich in de zijkamer, waarvan de vensters in den tuin uitk wamcn. Nauwelijks was de deur achter hem gesloten of de iiifant Jayme trad binnen. Hij was aan de militaire academie te Wiener?Neustadt op gevoed en s.pri>k vrij goed Duitse!). Hij kwam, zeide hij, op verzoek van zijn vader, om de kunstenares, die hei geheele hof in verrukking gebracht had, zijn hulde eu waardeering aan te bieden eu nam de vrijheid bij deze woorden haaide hij een etui uit zijn zak haar op verzoek van zijn vader deze medaille te over handigen, l'rl. Primavesi keek vreemd op, toen zij de tweede medaille echter zag, kou zij haar lachen slechts met moeite inhouden. De prins zag de gedekte tafel en vroeg: //Gaat gij soupeereu 'r Veroorloof mij dan, dat ik u gezelschap houdt. Maar er is voor twee personen gedekt!" zeide hij verrast. Ja," zeide l'rl. Primavesi verlegen, //er zou een vriendin bij mij komen eten." ,/Veroorloof mij dan, dat ik de plaats van uw vriendin inneem." Als ik er u een genoegen mee kau doen, antwoordde de zangeres vroolijk, //zeer gaarne!" Voor dat het paar tijd had gehad, te gaan zitten, werd er geklopt en kwam de kellner binueu met het bericht, dat er <;eu heer was, die de kunstenares volstrekt moest spreken. De toestand was uu bepaald kritiek, zoowel voor haar als voor den prins, die niet gezien wilde worden, en er bltof haar, om niet over vallen te worden, niets anders over, dan den infaiit snel in de zijkamer te laten gaan, waar graaf Melgar zich reeds bevond. De licur was nauwelijks gesloten, t.oeu de hoogügestalte van Don Carlos in burgerkleeren verscheen. Ilij verzckmle haar iu gebroken UuUbd), dat, hij slechts gekomen was, om haar voor het genot te bedanken, dat zij hem en het geheele gezel schap bereid had. Frl. Primavesi antwoordde verlegen, dat zij zich zeer vereerd gevoelde: zij durfde het haast niet vragen, om de genade te smeeken, dat Zijne Majesteit zich zou verwaardigen in haar bescheiden woning plaats te nemen. Zeer gaarne, maar ik zie, dat gij juist aan tafel wildet gaan. En voor twee personen gedekt verwacht gij iemand ?" »Eeu vriendin," antwoordde zij snel, die echter verhinderd is te komen." Zijne Majesteit verwaardigde zich te schertsen en vervolgens genadiglijk het souper te verorberen, dat de kunstenares hem aanbood en dat de minister betaald had. Het ging in de kleine kamer vau de kunstenares zeer vroolijk eu gezellig toe. Li toen Zijne Majesteit een paar uur later in de beste stemming vertrok, haalde hij een etui niet de medaille uit zijn zak en gaf haar aan de schoone zangeres met de woorden ; //Iets om om den hals te dragen!" //Iets om in de porte-monnaie te dragen zou mij welkomer zijn", antwoordde de kuusteuares, die een beetje vrijmoedig geworden was. Verontwaardigd over deze prozaïsche uitlating verliet Don Carlos het vertrek. De iafaat Jayine, die, uadat hij zijn papa her kend bad, evenals graaf Melgar door het venster gevlucht was, moet over het verloren souper nog verontwaardigder geweest zijn dan de graaf. Een De tragische dood van dr. Muller te Weenen, gevallen als een slachtoffer van de pest, doet de herinnering opleven aan een overeenkomstig geval in Nederland, waardoor tevens bewezen wordt, dat dezelfde kalme doodsverachting, j waar het geldt een ambtelijke plicht te ver vullen, ook de medici hier te lande niet vreemd is. Het was in het jaar ISiiti; enkele ouderen van dagen zullen zich nog herinneren op welk eene verschrikkelijke wijze de cholera toen ook ons land heeft geteisterd en vooral in de drie akademiesteden hare slachtoffers heeft gezocht. Groningen had toen ter tijde eene bevolking van .'J7312 inwoners, waarvan velen waren opgehoopt in nauwe gangen en stegen binnen de toen nog bestaande vesüngmuren en welker bewoners in grooten getale het eerst als slachtoffers vielen der verradelijke ziekte. Eerst later, nis 't ware tegen het einde der epidemie, breidde zij zich ook uit over het midden der stad en maakte menig slachtoffer in de beste wijken en onder de gegoede klasse der burgerij; de naam van >armelui's ziekte", waarmee in den beginne de cholera werd aangeduid, verdween daarmee dan ook daarmee voor goed. In het geheel j stierven binnen een tijdstip van nauwelijks ! drie maanden 101(i personen aan deze ziekte, dus l op ,">"> inwoners, eene sterfte, waardoor de totaalsterfte per jaar bijna werd verdubbeld; deze toch bedroeg in gewone jaren toen ter tijde l op ongeveer :>?> inwoners *) en in dit choWajaar l op IS inwoners der stad. Het aantal zieken en vreesachtigen, die ziek meenden te zijn ui' bang waren het te worden, was natuurlijk meer dan evenredig aan dit groot nantal sterfgevallen. De gewone geneesj kundige hulp bleek niet voldoende om hierin itiuuiiiiimimiimiiiiiuumiuiiiiiuiuiiimiiii te voorzien. Ten einde daaraan te gemoet tekomen, maakte de toenmalige minister Heems kerk gebruik van het recht hem door de wet toegekend om enkele nog niet geheel bevoegde studenten in de geneeskunde uit te noodigen hulp te verleenen. Hoewel de epidemie juist samenviel met de groote vacantie gaf toch een half dozijn hunner onmiddellijk gehoor aan deze roepstem om geheel kosteloos de choleralijders te behandelen. Onder de eersten be hoorde ook Popko Hermanus Swaagman, de eenige zoon van een algemeen geacht genees heer te Groningen, een jongmensch op wiens toekomst de schoonste verwachtingen mochten worden gebouwd, uitmuntende in aanleg en werklust boven velen zyner tydgenooten. Ijverig en vol toewijding had hij, trouwens even als alle anderen, zyn taak vervuld gedurende den gansenen loop der epidemie; de slachtoffers werden iedere week al minder en minder, en bij het dalen der temperatuur in de herfstmaanden scheen de ziekte geweken, slechts hier en daar nog haar voortwoekeren verradende door een enkel vaak onverwacht sterfgeval. Zoo stierf' ook, als een offer van zijn plicht, een der vrijwilligers door den minister uitgenoodigd de bovengenoemde doctorandus in de medicijnen, P. II. Swaagman, merkwaardiger wijze als het allerlaatste slachtoffer der ziekte binnen Groningen ; nog den vorigen dag had hij enkele zieken bezocht en den volgenden avond zaten zijne wanhopende familieleden en talrijke vrienden aan zijn doodsbed. Een nieuw geslacht is sedert dat tydstip opgegroeid, frisch groene zoden hebben sints lang het graf van den overledene onkenbaar gemaakt, het leven is voortgegaan en de her innering is bijna uitgewischt, toch meen ik als een der getuigen uit die dagen het droevig geval uit de vergetelheid te mogen opdiepen om te doen zien, nu de dood van Dr. Muller aller harter beroert, dat waar noodzakelijkheid en plicht het eischen toewijding en doodsver achting een eigenschap is van geneeskundigen in alle tijden en landen, ook in Nederland. Br. *) Welk eene verbetering sedert dien tijd is ingetreden blijkt uit de omstandigheid, dat op dit oogenblik de sterfte in Groningen ia. l op 53 inwoners. Tooneelvoorstelling. De Vaudeville-club zal op den avond van Maandag i'8 November in de groote tooneelzaal van het gebouw Maison Stroucken eene op. voering geven van »Bandiet of niet'', operette in drie bedrijven, bewerkt door Hendrik Wiering, muziek van Th. T. Wiering. Hoofd personen en koor tellen tezamen ongeveer 40 personen. Voor de zusterverenigingen stelt de Vaude^ villo-club op aanvraag kaarten beschikbaar aan haar repetitielokaal a;h Rembrandtplein S) en bij den voorzitter. Ie Jan van der Heydenstraat 130.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl