Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1119
op te treden; op welke wijze hulp kan
worden verleend; welke middelen moeten
worden aangewend om gezinnen op te
heffen uit den staat van moreel verval.
Zoodra het den heer B. wenschelijk
voorkomt, draagt hij het onderzoek aan
den heer A. op, evenwel met dien ver
stande, dat ze voorloopig gezamenlijk de
gezinnen blijven bezoeken en de rapporten
na gemeenschappelijk overleg worden op
gesteld.
Na déien proeftijd kan worden gecon
stateerd of de heer A. geschikt mag ge
acht worden om als zelfstandig bezoeker
op te treden. Mogelijk is het, dat hij als
armbezoeker minder bruikbaar wordt
bevonden. In dit geval is het een
froote geruststelling dat, door de
tusschenomst van den heer B., de belangen der
gezinnen bij de genomen proef niet be
nadeeld zijn.
Van veel belang is het, dat in het
corps armbezoekers niet te veel wisseling
plaats heeft.
Maar al te vaak is men geneigd na
eenige jaren van werkzaamheid als be
zoeker zijn functie neer te leggen in de
meening, dat men nu genoeg gedaan heeft.
Vooral bij de kerkelijke armenzorg komt
het dikwijls voor, dat de diakenen voor
eene herbenoeming niet in aanmerking
wenschen te komen. Ze verliezen daarbij
doorgaans uit het oog, dat juist door de
praktische ervaring door hen opgedaan,
hunne bekwaamheid is toegenomen en dat
het derhalve dubbel jammer is, indien ze
zich aan verdere deelneming van dit be
langrijk onderdeel van armenzorg gaan
onttrekken.
Wij houden ons overtuigd, dat bij con
centratie van onderzoek ook deze schaduw
zijde van de tegenwoordige liefdadigheid
meer en meer zal verdwijnen, ja dat men
het als een onderscheiding zal rekenen te
worden geroepen tot een betrekking »welker
vervulling een groote mate van naasten
liefde en een ernstigen zin voor recht
vaardigheid vereischt."
Amsterdam.
H. O. G BOSJE AS.
llniflIIIIMIIIIIIIllllllllllMIIIIHII
A. C. Wentel en Se Kist
ir.
Nu de, illusiën mijner jeugd door de
ervaringen van rijperen leeftijd zijn
gegewijzigd geworden, begin ik te wan
hopen aan de poging om het nationaal
tooneel tot den rang van een kunst
instelling te verheffen. Het is niet alleen
een zaak van geld, van tijd en vlijt, om
daarin een verandering ten goede te bren
gen. Het is een gevolg van
maatschapIIHtliliititiiinilliiM
HllHIIIIItHIIHnilllIIIIMIMIlllHllltlllin
IIIIIIIIItlllllltlMlIlHIIIK
3D&
Naar het Fransch
VAN
JEAN AICARD.
I.
Ik had hem op straat leeren kennen, vóór de
boekenstalletjes, den ouden heer Aiberga.
Als nederig ambtenaar op het stadhuis leefde
hij uiterst bescheiden, maar hij kocht boeken ?
zeldzane boeken nog wel, ofschoon .voor weinig
geld. En zijn collectie was bewonderenswaardig.
Op zekeren dag inviteerde hij mij, zijn ver
zameling eens te komen zien en wij werden
dikke vrienden.
g; Dat is twiutig jaar geleden; hij was toen
twee en zestig.
l? Tien jaren later staakte hij zijn bezoeken aan
de boekenstalletjes en verkoopingen.
Asthmatiscli, jichtig, half verlamd, hield .hij ziju kamer
en leefde hij zouder eenigen omgang alleen te
midden van zij a geliefde boeken. Een oude
vrouw beredderde zijn. huishouden en bracht
hem 's morgens en 's middags ziju bescheiden
maal; hij zag haar lederen dag met weerzin
komen, ergerde zich als zij de stapels boeken
afstofte, die om hem heen ttonden te waggelen
«n zond haar steeds zoo gauw mogelijk weg.
Hij hield niet van mensclien. Boeken waren
hem voldoende.
Met mij maakte Lij een uitzondering. ns
per jaar, op zijn geboortedag, die met dien van
den. goeden kindersint samenviel, mocht ik hem
komen feliciteeren; hij eindigde zelfs met naar
mijn bezoek te verlangen en verklaarde dat hij
mijn visite zou missen, als ik zijn verjaardag
oversloeg.
Ik vergat hem echter nooit.
Dat jaar vond ik mijn ouden vriend op den
5en December erg vdown" zooals men dat noemt.
Het vorige jaar sleepte hij zich reeds met moeite
van deu eenen hoek van zijn kamer naar den
anderen, zich overal aan vasthoudend en de
eene hand niet loslatend eer hij een veilig
steunpunt voor de andere had gevonden.
i-Wel, mijnheer Aiberga? Hoe gaat het? Ik
kom u weer even gelukwenschen."
*0ch, ben jij 't, mijn jongen zoo was hij
mij altijd blijven noemen dat zal wel voor
de laatste maal zijn !"
//Kom, kom!... wat brengt u op zulke ge
dachten ?"
Dat zijn geen gedachten; dat zijn van die
dingen die men voelt. Zie je, als oude
menschen zoo den heelen dag over de herinneringen
uit hun jeugd gaan malen, is het een teeken,
dat het met hen ten einde loopt. Ik raak op.
't Is trouwens natuurlijk genoeg !"
Vermoeid viel hij in den leunstoel terug,
waaruit hij was opgestaan, om mij te
verwelpelijke toestanden en verhoudingen, die
grootendeels van onzen wil en onze wen
schen onafhankelijk zijn.
Het schouwburgbezoek vormt bij ons
geen integrerend deel van het volksleven.
De zin voor huiselijkheid is bij ons meer
ontwikkeld dan de zucht om zich in het
openbaar te bewegen en hoe
achtingivvaardig deze eigenschap op zich zelve moge
zijn, voor den schouwburg werkt zij nadeelig.
Wij hebben in onze groote steden een aantal
habitués, in de residentie een kring van
geabonneerden, die,waar zij een zekere stabi
liteit aan de inkomsten verschaffen, deze met
groote nadeelen doen gepaard gaan. Dit is
een der oorzaken, die tot gestadige wisseling
van het repertoire leiden, waarbij dikwijls
meer van den ijver, toewijding eti routine
der kunstenaars wordt gecischt dan zij in
werkelijkheid geven kunnen. Men gunt
zich niet den tijd een stuk behoorlijk voor
te bereiden, zoodal de vruchten, eer zij
gerijpt zijn, ons in onsmakelijken vorm
worden aangeboden.
Wanneer een stuk niet »trekt", hetgeen
soms reeds na enkele voorstellingen ge
schiedt, wordt er, gelijk hij het lottospel,
een groep in den zak gedaan en een nieuw
«nummer" te voorschijn gehaald. Deze ver
gelijking is meer aan de werkelijkheid ont
leend, dan men oppervlakkig vermoeden
zou, waar sommige direcüen, uit vrees voor
ontijdige onthullingen, bij derolverdeeling
niet den naam van het stuk vermelden, maar
het nummer waaronder het op den catalogus
der tooneelbiblioiheek geboekt staat. Onder
zulke omstandigheden kan er van goed
verzorgde voorstellingen geen sprake zijn.
Het groote publiek, dat den doorslag
geeft, beschouwt een gang naar de comedie,
meer als een gelegenheid tot ontspanning
dan tot het smaken van kunstgenot. Het
mag vooral niet te kort duren, want als
men tijdig huiswaarts keert, is men niet
»uit" geweest. Vandaar dat de lange pauzen
met muziek moeten worden aangevuld,
waardoor de exploitatie kosten van sommige
schouwburgen belangrijk verhoogd worden.
Bij enkele buffetverpachtingen, en ik meen
dat dit nog bij den Amsterdamschen
Schouwburg het geval is, wordt, met het
oog op de verteringen, door den pachter
de voorwaarde gesteld dat de groote pauze
niet korter dan een kwartier of 20 minuten
mag duren. Men deed beter de pachtsom te
verminderen dan zich zulke voorwaarden
te getroosten.
Een blik op het verleden is niet bemoe
digend voorde toekomst, in zooverre daaruit
kan blijken, dat het tooneel bij ons nooit
als een instelling van kunst, maar steeds
als een induslrieele onderneming werd be
schouwd. Zoo herinner ik mij, hoe een
aantal jaren geleden, onder de directie der
heeren llooboi en Tjasink, bij verschillend*
boekhandelaren toegangsbewijzen voor den
schouwburg tegen een aanzienlijk rabat
verkrijgbaar waren, als middel om de lieden
naar den schouwburg te Jokken. In die
dagen was het ballet de groote aantrek
kingskracht. U ij de kleinere schouwburgen
was in den r^eds laag gestelden entree
prijs de vertering begrepen. Wordt gij door
de «diaconie'' gesteund of behoort j;ij tot de
«bedeelden'', zoo vroeg men mij in die c'agen.
Ik heb destijds van beide zijden «onder
stand" genoten. liet gebeurde wel eens dat
een grootmoedig vriend zijn vertering ten
mijnen behoeve afstond en in dat geval
verkreeg ik dus ten »extra bedeeling", maar
dit zijn zeldzame uitzonderingen geweest,
die in mijn dagboek, als de heilige dagen
in den kalender, met rooden inkt staan
aangeteekend.
Als een bijdrage tot het kleinsteedsch
?imMIIIIHIHIIIIHmHmHIIIMIIIMIIlmlIlllmlIimilHlmillllHMM
komen en wees mij een stoel naast den zijne aan.
Ik zweeg; ik durfde niet verder vragen, om
den ouden mau niet te verontrusten ; het is
trouwens nooit mijn gewoonte geweest om
couiideiitiëu uit te lokken. De m"nsehen zeg
gen van zelf wel wat, ze kwijt willen wezen.
Ea als men hun waarlijk genegen is vind ik dat
een reden te meer Oiu hun vrijheid te
respecteeren.
Hij keek mij aan, begreep mij en glimlachte.
II.
//Zea en zeventig jaren ziju er over heen ge
gaan," begon hij. Mijn moeder verdiende met
moeite den kost met naaien. Mijn vader, luite
nant i-ij de infanterie, was in deu slag bij
Waterloo gesneuveld. Op mijn zesde jaar werd
ik zwaar z;ck. Mijn moeder achtte mij verloren,
de dokter gaf geen ho p meer. De crisis giug
wel voorbij, maar ik bleef zóó zwak, dat ieder
een treloofde, dat ik er nooit bovenop zou komen.
//Wat mag hij hebben.:" vroi'g mijn mouler.
»Alles waar hij om viaagt!" zei de dokter.
Mijn moeder had bedoeld welk voedsel zij
mij niocfet geven, maar ik maakte mij haar vraag
en het antwoord van deu doktor ten uutte, om
eeii stuk speelgoed machtig te worden. Te arm
om dergelijke artikelen vaa weelde voor mij te
koopeu, gaf mijn moeder mij op mijn
veijaurdag en voor St. JXicolaas altijd ^nuttige" ge
schenken: kousen, een piar schoenen, een jasje
of wat ik het meest noodig had. Ditmaal vroeg
ik een muziekpop !
Mijn moeder werkte dag en nacht; vaa uit
miju ledikantje zag ik haar onophoudelijk steek
aan steek pieken ; ik zag onder haar gejaagde
vingers een vlug vonkje springen, de rustclooze,
glinimcnde naald, waar ik schik in had. Kinderen
zijn egoïsten ; zij wetf u niet, wat elk genoegen
dat zij huu bereidt, hun moeder kost...
»Eu zelfs volwassen mtuscheu" voegde
de oude heer er peinzend bij «.genieten elk
uur van den dag van al het wonderbaarlijke
dat kunsten on wetenschappen opleveren, zonder
zich rekenschap te geven ten koste van hoe
veel leed (.11 ellende het wordt voortgebracht
en hoeveel levens er door worden geknakt en te
gronde gaan...
«?Zoo gaat het op de wereld!
III.
Hier kreeg de oude man een hoestbui die
hem geruirnen tijd belette te spreken. Daarna
vervolgde hij:
//De prachtige damesjaponnen die mijn moeder
naaide, versterkten mij slechts ki mijn be
geerte, om mijn muziekpop te bezitten. Hij
moest een rood en wit. satijnen rokje aan heb
ben met een kanten kraagje en een glimmend
rood stokje om hem vast te houden. Eu als
men hem dan op dien stok Jiet ronddraaien,
moest hij gaan spelen.
//Als ik bij de gedachte aan die heerlijkheid
van verrukking iii de handen klapte, xag mijn
moeder glimlachend even op, eu sneller, snel
ler gir,g de glimmende r.aald, priemend, ver
dwijnend in de zijde der keurige japonnen om
een eindje verder weer voor den dag te komen,
karakter van het leven in de hoofdstad,
ook in verband met het tooneel, moge nog
het volgende dienen. In die dagen behoorde
een comedieavond tot het programma der
feestelijkheden van een deftige bruiloft.
Wanneer men een veertigtal plaatsen eer
sten rang kocht, verkreeg men het recht
het stuk voor dien avond te kiezen. Men
werd in een vertrek ontvangen, waar
de thee werd aangeboden en vervolgens
begaf men zich, het bruidspaar voorop, in
statigen optocht naar de midden loge tegen
over het tooneel, die voor het bruiloftsge
zelschap was gereserveerd. In de pauzen
werden wijn en andere ververschingen aan
geboden. De bruid en bruidegom waren
de hooge gasten, die voortdurend de be
langstelling en nieuwsgierigheid van het
aanwezig publiek in beslag namen. Ik heb
mij nooit in den schouwburg zoo te huis
gevoeld als bij zulke gelegenheden. Men
bevond zich meer in een gezelligeu kring,
dan in een tempel der kunst.
Het is begrijpelijk dat bij dergelijke toe
standen en onder zulke omstandigheden de
pogingen van het «Nederlandsch tooneel" met
groote bezwaren zouden te kampen hebben,
die nog verhoogd werden door de wij/.e,
waarop de vereenigine meende haar taak te
moeten aanvaarden. Er werd gelijktijdig ge
dongen naar de concessies der
Amsterdamsche en Haagsche schouwburgen, die ook
verkregen werden. De dubbele exploitatie
leverde groote moeielijkheden, waarvan
men zich aanvankelijk geen rekenschap eaf,
maar die zich telkens meer deden gevoelen,
zoo als begrijpelijk is, waar niet alleen de
omvang en inrichting der gebouwen, maar
ook de kunstsmaak van het, publiek in de
beide steden aanmerkelijk verschillen. De
zetel der vereeniging werd te Amsterdam
gevestigd, hoewel de kansen voor het wel
slagen eeuer artistieke proefneming, zooals
bedoeld werd, in Jen Haag gunstiger waren.
Niet alleen wegens het aanzienlijk subsidie,
dat aan den koninklijken schouwburg der
residentie verbonden was, maar ook wegens
de voorwaarden der concessie zelve, die
vrijgeviger waren dan te Amsterdam, waar
het comediegebouw moet worden gepacht
voor een belangrijk bedrag, hetgeen niet
alleen onbillijk is, omdat de gemeente reeds
een belasting op de tooneelvoorstellingen
heft, maar bovendien in beginsel af
keuring verdient. Een groote stad bouwt
geen schouwburg als voordeelige geldbe
legging, maar om in een geestelijke behoefte
te voorzien. Een subsidie is niet alleen
gewenscht, maar noodig. Waar een stad
als Antwerpen drie schouwburgen subsi
dieert, doet Amsterdam in dit opzicht
niets. Er waren ook nog andere omstandig
heden die voor den Haag pleitten. Het
nationaal tooneel was daar zoodanig in
v«ry»l geraakt, dat de schouwburg niet
meer door den beschaafden stand werd
bezocht. De beste tooneelkrachien bevon
den zich te Rotterdam onder leiding der
heeren Albrego en van Ollef'en en ie Am
sterdam, onder directie der heeren rttumpft'
en Veltmau. Het eerste gezelschap ver
keerds; in staat van liquidatie en sloot zich
onmiddellijk bij de nkuwe vereeniging aan,
welk yoorbeeld door de Anisterdamsche
tooneeJisten gevolgd werd, die in aard en
kunstrichting met elkander verschilden,
maar waardoor men, in ieder geval, <le
beschikking verkreeg overeen aantal goede
tooneelkrachtei. Het, zou een vraag van
tijd en organisatie zijn in dien chaos de
noodigc eenheid ie brengen. Het gezel
schap der heeren Albregt en van Ollef'en
scheidde zich echter spoedig af en verkreeg
voor enkele jaren de concessie aan den
stadsschouwburg.
den zijden draad achter zich meetrekkend, rus
teloos als een onophoudelijk verschietend vonkje,
dat ik vrooiijk met de oogeu volgde... Eu
mijn moeder schreide.
//E-ndelijk kreeg ik mijn muziekpop! Het
was mijn eerste Sr. Nieolaascadeau .. . Eu ik
heb nooit een ander gehad.
» Miju moeder brucM, lic.t uiij 's morgens vroeg.
Ik lag in dekens gewikkeld m onzen eenigen
leur.iugatoel, dezelfde waarop ik nu nog zit.
Op het portaal reeds lut mijn moeder de pop
op het haudvatsel draaien eu ik hoorde, als ii
een droom, deu metaalachtige klank dier lang
begeerde muziek. Er waren twee w ijsjes op:
n langzaam eu een levendige wais, heel
vrooiijk, die elkaar, afwisselden.
Ge weet, hoe het geluid wordt vt o ft ge
bracht, ? De steel van de pop is verbonden
aan een raadje, dat een koperen cilinder ia
beweging brengt, die over de geheelc opper
vlakte roi;dom bezaaid is met kleine stalen
puntjes. Eik dier puntjes l.gt, naar gelang de
rol draait, een tand van een soort metalen kam
op, die een klavier is eu elk tandje dat zoo in
trilling wordt gebracht geeft (.en klank. Het
is een eigenaardige muziek, die daardoor ont
staat, hoog, schril van toon, die zelfs bij de
slependste w ijsjes iets horteuds en hupp'.'lcnds
heeft.
Miju moeder kwam aldoor de pop rond
draaiend binnen. Opgetogen, zalig, strekte ik
i beide armen er naar uit, en dien !i<:,"leu dag
i lang en den nacht erbij, mo(st m ij u pop ziju
twee eeuwige wijsjes herhalen, het sombere en
j het vroolijkc, v a u bi-t eeiie in het ".::'' :"-'.? over
gaande zonder vee! moeite, maar altijd meteen
klein oogenblikje van stilte er tnssehen, \vaarin
nu n de mechaniek in zijn hol bovenlijf hoorde
i werken, alsof l,ij een aanloopje nam: krik!
i kruk.' JlrocKif"
llij hoest, mee ! Hij snuit z'n neus !" riep ik.
IV.
j De oude heer Aioergo hoestte ook, maar
: lang, heel lang; krampachtige sc'^-k'.'ii
tcis? terden zijn zwak lichaam. Eindelijk bedaarde
, hij en begon langzaam, hoewel vrij breedsprakig
| verder te vertellen, terwijl hij als in een
koorts; droom nogmaals alles scheen te doorleven,
j «Mijn pop mof st mee aan tafel en mee in
i bt-d. Hij zag er uit als ecu aangekleed
struisvogelei. Zijn bovenlijf w:as rose en wit. Zijn
narrenkap eveneens. llij had een kanten
kraag en ringetjes in dj ooren, blonde krulletjes
eu een lachend gezicht, rose en wit. als het
overtrek van een liakeikussen. Als hij werd
rondgedraaid ^pn'idde de kanten zoom van zijn
jurkje zie'; om hem uit als het rokje ' au ten
balletdanseres eii boog hij het kopje als met
een glimlach van geluk . ..
»Jk herstelde langzaam en de pop, ,:oed ver
zorgd, rustte nu in een doos op ieii bed van
snippertjes fluweel eu z'jde, die oi:di r het
naaien van de japonnen (Ier mooie rijke dames
afvielen. Hij verschafte mij menig ongri.blik
van !iÜ,:iding en genot.
Toen ik geheel genezen was, borg mijn moe
der hem weg bij haar armelijke kostbaarheden
In den Haag werd het optreden der ver
eeniging, tot wier oprichters ik behoorde,
als een uitkomst beschouwd en heeft het
Nederlandsch tooneel in den aanvang veel
nut gesticht. Er ontstond meer belangstel
ling en het ontwikkeld publiek begon
weder den schouwburg te bezoeken. Maar
naarmate de nadeelen der dubbele exploi
tatie werden ondervonden, is het verlangen
naar een eigen gezelschap in den laatsten
tijd meer algemeen geworden, hetgeen zoo
wel in het belang der kunst, als een mate
rieel voordeel voor de hofstad zou zijn. Bij
het verleenen der laatste concessie heelt
het dan ook bij het gemeentebestuur een
j-unt van overweging uitgemaakt, als voor
waarde de oprichting van een llaagsch
gt-zelschap te bedingen. Intusschen heeft
zic.h bij de meerderheid van den
Haagsciieïi gemeenteraad een streven geopen
baard, om door een samenkoppeling van
de Fransche opera met het nationaal
tooneel, de exploitatie van den schouw
burg aan de openbare concurrentie prijs
te geven, gepaard met een geleidelijke
vermindering van de subsidie, die reeds
bela'.igrijk is ingekrompen en ten slotte
geheel zou verdwijnen. Het is niet te ho
pen dat het daartoe komen zal, waardoor
het kunstgehalle belangrijk zoude dalen
en de schouwburg tot een onderneming
van publieke vermakelijkheid zou worden
verlaagd. De gewijzigde toestand heeft
reeds het noodlottig gevolg gehad, dat»het
Ned. tooneel", in strijd met zijn roeping
en werkkring, de Fransche opera voor
zijn rekening moest nemen, waardoor de
risico der vereeniging belangrijk wordt
verhoogd. Alsof de gelijktijdige exploitatie
der Amsterdamsehe en Haagsche schouw
burgen op zich zelve nog niet genoeg be
zwaren opleverde, p trek te de voorsienigheid
der vereeniging zich ook tot Rotterdam uit,
waar een gezelschap, met een afzonderlijke
directie, onder oppertoezicht van den Ilaad
van Beheer, gedurende enkele jaren werk
zaam was, alsof het Nederlandsch tooneel
een maatschappij was tot exploitatie der
schouwburgen in Nederland. Men heeft zich
later gelukkig gerekend, van dezen
knellenden band, dien rnen zich vrijwillig had
aangelegd, te kunnen bevrijden, die tot den
ondergang der vereeniging had kunnen
leiden.
Het is begrijpelijk dat bij dergelijke ver
houdingen het industrieel karakter der
vereeniging meer en meer op den voorgrond
moest treden en het artistiek streven der
oprichters op den achtergrond geraakte.
Het overtalrijke personeel, dat gaandeweg
nog met nieuwe krachten versterkt werd.
moest niet allten worden bezig gehouden,
maar vereischte groote onkosten, waarin
alleen dooreen «exploitatie''pp groote schaal
kon v. orde M youriieii. De uitgebreide leger
macht werd in afdeelingen gesplitst, die het
land in verschillende richting doorkruis
ten, om bij den boer te fburageeren. Men
moest dit aan de kleinere gezelschappen
overlaten, die den strijd voor het bestaan
voeren. Er bestond geen tijd voor de for
matie van een behoorlijk »kader", voor de
opleiding uur jongere artisten, die, waarde
verschillende emplooien aan vaste handen
zijn toevertrouwd, niets uitrichten, of in
dezelfde ondergeschikte rollen werkzaam j
blijven. liet is slechts bij uitzondering,
indien zij in de gelegenheid worden gesteld,
hunne krachten aan iets hoogers te beproe- l
ven. In dat op-zicht is hun toestand bij ]
de kleinere gezelschappen gunstiger, waar
zij hard moeten werken maar zien kunnen
ontwikkelen. 8-jminige talenten, zooals de
heer Schulze, van \\-ien groote verwachtin
gen werden gekoe-terd, worden met rollen
in haar kast, bij deu zilveren ketting en het
horloge van mijn vader en het gouden
halskett.iiikju dat, zij van haar moeder had.
Mijn pop was ook zoo mooi! llij moest
goed bewaard worden! Hij had zoo duur ge
kost! En wat het, voornaamste was: ik was
er zoo dol op. Er (;ventj:s naar te mogen
kijken was eeu beloouinz, waarvoor ik alles
vilde doen. Om hem 's avonds, vóór 't naar
bed gaan, weer te mogen hooreu spelen, kon
ik een heelen dag zoet zijn, vlot mijn versje
zingen eu zonder haperen, de heele tafel vau
vermenigvuldiging opzeggen.
Mijn mui-der stierf. Ik was twintig jjiar- Ik
verdiende mijn kost als klerk op een notaris
kantoor. Ik liet de pop eerbiedig sluimeren
in de linnenka-.t bij hei, gouden snoertje en het
zilveren horloge.
Ik trouwde, ik kreeg een zoon...
, Want ik heb een zoon gehad, mijn jongen !...
zei J;: oudi; heer Alberpa, terwijl hij mij
aan/.aü1 mot. etu buk die door eeu traan verduis
terd werd.
Oi.s kin;! sliep in dezelfde wieg, waarin ik
onder liet oog mijner moeder had geslapen. Maar
hij bkef ir i.iet. lang. De kleine engel ging weer
h-jen en ziju moeder volgde hem kort daarna.
,,'s Avonds iu onzen goeden tijd maakte ik
haast om vitu kantoor thuis te komen bij miju
vrouw, die net als miju moedertje naaide, naaide,
om 0;is te helpen door de wereld te komen.
Dan ii'.m ik de rose pop uit de kast en hield
hem b'jven di; wieg omlioog. Oas kind strekte
zijn armpjes uit eu kraaide van pret en spartelde
met ziju b-c::Jj"s i.1! d f lucht, alsof hij wilde
gaan vliegen om de mooie draaiende pop met
het wijiluitstaaude rose rokje te grijpen, die
beurt i iin<.'s zwaarmoedig of vrooiijk zong: krik!
kruk! i,-f:,:f,i! frc,',;/.'" '
,/Hoor! hij lioest, kleintje hoor je wel?
Hij !-111111, zijn neus !
//Dan schaterden moeder en kind het uit. Ik
borg de pop weer voorzichtig weg, terwijl onze
lieve!it";: meegespeeld, insluimerde, droomend
va>) eer wonderland waar kleine kinderen zelf
luuziekpor.ptn laten ronddraaien... zonder ze
te breken'! . . .
llij zweeg. Zijn blik zweefde in een onbe
paald verschiet. Hij stond op, met de handen
op twc': wiig.relende stapels boeken geleund,
lii [) /.ó.ïvo-.TJ'; voor voetje een paar passen
voor', op'-nde een kast en zei;
Z-,uia-.ir!!<
E i nu.t moeite met de rechterhand de pop
(ipt.llojul, toonde hij mij het kleinood van'zijn
kni-.li-.'j.-n-en.
K')sc en wit was zij, en helder fri^ch het
kanten jurkje, alsof het zóó vau den fabrikant
was gfkiiiiii-n. frisch als een lenterons in weer
wil ii:ci-(T \vcj./cielde ze;-fin-ztventig jaren. ,,Krik!
krek! Ijfn-iii!'' 1,'e pop begon te draaien, als
eeu lol in lu-t rond en met den onveranderlijke)!
glimiach iict, kopje huiiruul met, de roode bolle
kiiii]env:!!,gi'tjes en de blonde krulletjes, die
trilden 111 di wind vau den dans.
//Ziedita- mijn St. Isicolaascadcau, mijn
jonin Duitsche kluchten bedeeld, die even goed
door een bascomique kunnen worden vervuld
en dreigen in zulk een omgeving onder te
gaan. Zoo worden de repetitiën somtijds,
wanneer voor deNederlandscheoperamoet
worden plaats gemaakt, in een schuur op de
Passeerdergraeht gehouden, die door sommi
ge artisten de »loods," door anderen de »stal"
wordt genoemd. Ik was eens toevallig ge
tuige hoe inditdonker verblijf »dekoopman
yan Venetië" werd gerepeteerd. Nu weet
ik wel dat het licht der wereld uit een
stal is voortgekomen en dat de hoogste
heerlijkheid dikwijls met den diepslen smaad
moet worden gekocht, maar op die wijze
wordt het compromitterend de rol van een
Maecenas te spelen en kan er ook van een
ernstige bevordering der kunst geen sprake
zijn.
Het zou onbillijk zijn den heer Werthe'm
uitsluitend voor dit verval der»koninklijke
vereeniging" aansprakelijk te stellen, waar
voor zijn medebeheerders in sterkere mate
verantwoordelijk waren, omdat hij meer
malen meer dringende en gewichtiger be
langen had te verzorgen dan de opbeuring
van het nationaal tooneel. Nu zal ik niet
beweren dat de bevordering der kunst
voor hem een zaak van ijdelheid en zelf
bevrediging is geweest, aan de noodige
kunstliefde heeft het hem zeker niet ont
broken, maar hij had geen taak moeten
aanvaarden, waarvoor hij noch den noodigen
tijd. noch de noodige kennis bezat.
Men verhaalt en dit woidt door Mr.Quack.
bevestigd, dat toen men, na denbiand van
den Amsterdamschen schouwburg, in span
ning verkeerde, wat er geschieden zoude, het
bevrijdend woord »doorgaan" door den heer
Wertheirn zou zijn uitgesproken. Daardoor
waren vele gezinnen, die anderg broodeloos
waren geworden, weder van hun bestaan
verzekerd. Maar behalve dat de meesten
hunner vermoedelijk elders een onderkomen
zouden hebben gevonden, kan het tooneel
40 cents per regel.
llltlllllllIIIIIIMIIIMIIIItlllllllllllllIlllllllllllHHIIHIIIIIIIIIIHIlM
Bal-Zijd
llde 40 cent
tot f 1-1.65 per Meter alsmede zwarte,
| witte en gekleurde Henneberg-Z(|de van
j 35 et. tot f!4.«5 por M-rter effen, ge
streept, geruit, gewerkt, damait enz. (ca. 240
verscïi. qual. en 2'JOO verscb.. kleuren, deswns
enz.). Franco en vrij van
invoerreoliteu in Imis. Stalen ommegaand.
Dubbel briofporto Baar Zwit-erJand.
G. Hemieberg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflever.), Zürich.
Hieuw JonpstoeL
DIJKSTRVs ondervindingen
in Zuid-Afrika.
DOOB
J. H. GER^ETS Jr. en N. N.
Met Platen van PASCAL en een Kaart.
Prijs ing. ? l.öO; in fr&aien
Stempelband ? l .O O.
pen . .. het St. Nicolaascadeau van deu kleinen
Aiberga ... en dat van zijn zoon . ., krik! krak!
broem!... Hij beeft evenmin ooit een auder
gehad ,. , Hier, het vermoeit mij : laat hem zelf
draaien, niiju jongen... Ik wil hem graag nog
eens hooreu.'"
De oude mau reikte mij zijn speelgoed toe.
Ik begreep dat ik hem ter wille moest zijn,
(Ut, hij verlansde zijn leven bij den klank van
bet speelwerkje te overzien. Ik hief dus op
mijn beurt de pop omhoog, om haar beter te
kunnen laten draaien.
Ik keek er naar en ik keek ook naar den
ouden man, zoo gerimpeld, gebogen, op, bevend,
met tandeloozen mond en kalen schedel, oud,
oud, oud. O ! tergende j-'uzd der levenlooze
dingen! J)e pop draaide, gevoelloos, glimlachend,
kleurig-, frisch, jon.?, kinderlijk.., En als ik
ophield, smeekte de grijsaard : Nog eens !"
met een werktuiglijke beweging de armen uit
strekkend, als destijds toen hij in zijn wiegje
lag cu zijn moeder hem in slaap wilde sussen
krik ! krak ! bfoem .'" Het mechaniek hoestte
en de wals begon opnieuw . ..
Ach! wat was het ir.-trcurig !
Een oud w-ijsje dat men eertijds vaak heeft
gehoord bezit de gave, levendiger dan eeriig
woord ter wereld het oogenblik in het leven,
waarop men het hoorde in herinnering te brengen;
hier was het niet het, w-ijsje alleen, dat de oude
man wtêrvond, maar denzeifden toon, denzelfden
eigenaardig metaalachtig,:)! toon, zonder eenig
verschil van buiging cf klank, met al zijn, even
als de geur van lavendel, in een linnenkast
bewaarde jr.ucdige frischhcid.
Krik! k i-u k! ij roe m !
] l al (luid sprak de grijsaard:
//Moeder!" Toen noemde hij twee namen : den
naam zijner vrouw cu een kindernaam. En onder
! mijn oogen, terwijl ik o o zijn verzoek de pop
j liet spelen: k. fik! kruk! hr<ieu!" gaf de oude
1 heer Aiberga den geest, op zijn twee en
tach\ tigsten verjaardag.
! Toen ik eindelijk de pop op de met boeken
'. beladen Hfel neerlegde, meende ik dat de grijsaard
was insredut. Zwijgend sloeg ik een zijner
geliefj koosde boeken open, om zijn ontwaken af te
!. wachten. Do oude mau sluimerde inderdaad,
! maar hij ontwaakte niet meer. Glimlachend was
hij iiieeskpen. Misschien droomde hij van een
land, waar de kinderen zdf mu/.iekpoppen laten
spelen.. . zonder ze te breken.
VI.
De oude heer Aiberga heeft per testament,
gedagteekend op den ;ni December, zijn sterfdag,
zijn bibliotheek aan zijn geboortestad vermaakt
en mij, per afzonderlijke beschikking zijn
muziekpop nagelaten. Hij wist dat ik aan de ziel
van rose poppen geloof eu deze om zijnentwil
in ccre zou houden.
Ik he:) haar op mijn beurt in een kast ge
borgen niet glazen euivn. Door de ruit,e&
staart zij mij aau, onveranderlijk glimlachend,
eeuwig vrooiijk en j';ng. Maar ik laat baar
nooit meer spelen, omdat haar metaalachtige
muziek mij lm>t zou doen krijgen om te schreien.