Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1120
Ie Rire" ei ie Dnitscle Keizer,
Het Freaische, geïllustreerde weekblad £«
TBtre vaa 26 Nov. 1.1. werd door de Regeering
in beslag genomen wegens de ergerlijke ka
rikaturen op den Duitschen Keizer. Onder
4en titel »Tourné« Guillaume II en 15 jours
en Turquie, Palestine-Jértisalem et les lieux
saints", geeft dat blad Reisindrukken met
illustraties (karikaturen) waarin soms op zeer
onhebbelijke of profane wijs, maar dikwyls
geestig, den draak wordt gestoken met de
reismanie van Wilhelm II. De Keizer geeft
zoogenaamd in een dagboek een verslag van
«jjn reis, die veronderstelt wordt te z\jn ge
regeld door de bekende firma Cook. Dat dag
boek wordt door een agent van Le Rire
gestolen, gephotografeerd en weer onder het
hoofdkussen van Z. M., waar de Keizer het
bewaarde, geplaatst. Zooals vanzelf spreekt is
dit zoogenaamde dagboek vol hatelijkheden
en flauwe aardigheden, die een man als Wil
helm II slechts schouderophalend medelijdend
kunnen doen glimlachen, maar niet boos zullen
maken.
Wij geven als curiositeit aan onze lezers
eenige reproductien der illustratien van Le Eire
voor zoover die daarvoor door ons geschikt
worden geacht. De Fransche Regeering, terecht
inziende, dat het nummer van Le Rire de
grenzen der betamelijkheid te ver overschreed,
heeft gemeend door de inbeslagneming van het
nummer tegen de onhoffelijkheid en
onbetamelykheid der Redactie van dat blad te moeten
protesteeren. RED.
Aan de poort van St. Sophia.
Eerewacht van Z. M. den Keizer.
Ik heb zoowat overal gejaagd, maar ik kende de Armenische
jacht nog niet, die de geliefkoosde sport is van de streek waar
Abdoel en ik ons hebben opgesteld. (Uniform van korporaal der
Tiroolsche jagers).
,; s.
..
~'~ $-* S"":?-1 ;' "'
Gezicht op Constantinopel. Origineele schets van Z.M.
August Mesritz, Dr. E. D. Pyzel, Jhr. L.
van Schuylenburch en niet het minst door de
voortdurende verandering van afdrukken van
al wat belangwekkends op de wereld voorvalt,
die verzekerd is door de International
Motoscope ad Biograpb. Syndicale te New-York.
Dat volgens het prospectus de
nettoontvangsten te Londen gedurende zeven
maanden, eindigende 31 Aug. 1.1. voldoende
waren voor 25 pCt. dividend 's jaar, en die
voor September en October voor een
dividenduitkeering van 50 pCt. 'sjaars, brengt mij de
overweldigende drukte ik te Londen in een
der zalen der moving pictures bijwoonde, in
herinnering.
Mededeelingen omtrent de uitgifte der
Mitleldeutsche Boden-Kredit-Anstalt te Greiz,
moet ik tot de volgende week uitstellen.
* *
S. A. Om n aangaande de soliditeit de
verlangde inlichtingen te kunnen geven, heb
ik de balans en de winstrekening aangevraagd.
Daarop ontving ik van de directie ten ant
woord »dat de aard van onze mpij, wier aand.
zich slechts in weinige handen bevinden, mede
brengt, dat do bedoelde stukken niet gepu
bliceerd worden, zoodat wütot ons leedwezen
niet aan uw verzoek kunnen voldoen.1' Ik kan
nu slechts constateeren dat de namen der be
stuurders vertrouwen opwekken. Uit de mij
toegezonden statuten blijkt m\j dat jaarlijks
in Mei rekening en verantwoording wordt
gedaan. Zorg dan present te z\jn en neem
dan van balans en winstrekening nauwkeurig
nota. Go kunt dan ook een gemachtigde zenden.
S. O. Nog wat wachten. Zie mijn kroniek
van heden en die der vorige week. Wil later
nog eens vragen.
H. te P. Over het algemeen een goede lijst.
Koopen en verkoopen zonder provisie, al is
het voor een oude dame, is wat al te vrien
delijk. Is de provisie wellicht in den koers
begrepen ? Dat kunt ge in de nota nagaan.
* *
^
Brieven, prospectussen en verslagen voor
deze rubriek te zenden aan
D. STIGTEB.
Amst, Alexanderkade 8,0 Dec. '98.
iiimiiiiiiiimimiiimiiiiiitiiiiii
iiiiiiiiiiMiiiiimiiiiiiiiitmiiuM
Het Jaarboekje.
Van het Amsterdamsche jaarboekje is ver
schenen de 3e jaargang van de nieuwe serie
onder redactie van den heer E. W. Moes,
sinds korten tijd onder-directeur van het liijks
Prentenkabinet. Met enkele woorden wordt
in het voorbericht den man herdacht, die
»door weinigen werd overtroffen in kennis van,
en [door geen enkele in liefde tot onze goede
stad," nl. Martin Kalft'. De plaats door deze
ook in de rij der medewerkers van het
Jaarboekje opengevallen, blijft onvervuld.
Van de oudere medewerkers noemen wij hier
in de eerste plaats den heer de Balbian Verster,
die wederom de kroniek met zorg samenstelde,
en den heer A. J. M. Brouwer Ancher, die
ditmaaUeenigeaanteekeningen" gaf betreffende »het
postwezen van weleer," natuurlijk in hoofdzaak
dat van Amsterdam. De heer Brouwer Ancher
vult uit de gegevens in het Stedelijk Archief
voorhanden de mededeelingen van ter Gouw,
in diens »Geschiedenis van Amsterdam" aan, de
ouderdom van de reizende postboden evenwel
iets jonger stellende dan onze
stadsgeschiedschrijver deed, terwijl het artikel van den heer
Unger in Eigen Haard (bl. 581 van 18%)
over ihet brievenvervoer naar Engeland in de
zeventiende eenw" thans als een ryk geïllu
streerd gevolg op dat van het Amsterdamsen
Jaarboekje kan worden beschouwd.
Belangrijk vooral is de bijdrage van den
heer J. M. Hillesum over Menasseh ben Israël,
den zoon van een dier vele maranen, welke in
Amsterdam een schuilplaats vonden. Man van
grooten aanleg en uitgebreide kennis, begaafd
met een wegslepende welsprekendheid, trad hij
aanvankelijk op als Israëlitisch geestelijke, doch
stichtte zich later, ter wile van iinantiëele
omstandigheden, een drukkerij, en wel met zulk
een gelukkigen uislag1, dat zijn werken steeds
zullen blijven modellen van typografische kunst.
In een zinco wordt het boekdrukkerswerk van
Menasseh gereproduceerd.
De heer J. F. Gebhard Jr. stond aan het
jaarboekje af een lezing over het
aansprekersoproer van 1706, waaraan thans zijn toege
voegd de zeer interessante inventarissen van
enkele der geplunderde huizen, belangrijk
vooral als bijdrage tot de kennis van het
huishoudelijk leven onzer voorvaderen.
Van de overige opstellen vermelden wij nog
dat van de heer Jhr. Dr. J. Six over den
schilder Johannes Sergeant en van den heer
G. van Rijn te Rotterdam, die ons te lezen
geeft een brokstukje uit het dagboek van een
zeventiende-eeuwer,een op en d'op bourgeois van
die dagen, voor wien het geldzakje en de
inwendige mensch alles zyn. De rekening van
de »casteleynsche in de colveviwsdoelen tot
Amsterdam'' alhoewel gedrukt en herdrukt ?
wordt hier nog eens ter illustratie bijgevoegd.
De heer Ed. van Biema bewerkte voor bet
jaarboekje een uittreksel van zijn omvangrijk
artikel kortelings geleden in de Nouvelle revue
opgenomen, een ilesscbentrekkersgeschiedcnis
der 18e eeuw. merkwaardige wegens der politieke
bemoeienissen, welke deze zwendelarij na zich
sleepte.
De redacteur stelde de Jijst
derhistorieprenten samen, welke dit janr tengevolge van de
inhuldigingsfeesten een bijzonder groot aanta!
nummers telt en uit den aard der zaak niet
geheel volledig is, zoo worden niet vermeld
de platen van Harper's Weekly. Uier en daar
hadde die lijst aan belangrijkheid kunnen
winnen door bij alle platen met enkele woor
den het feit te vermelden, waarop zij betrek
king hebben zoo is de bedoeling van den teeke
naar in ^.Burgemeester Meinesz als athleet"
over eenige jaren geheel verloren, en juist dit
dient de lijst in het jaarboekje te voorkomen,
A. X. J. F.
Prediking in de Woestijn." Uniform van Zendeling.
NIEUWE UITGAVEN.
f Woord en Beeld heeft twee verschillende
linnen banden laten vervaardigen voor den
compleeten jaargang; een, ontworpen en
geteekend door den heer J. G. Veldheer, tegen
den prijs van een gulden, en een prachtband
die meer voor de salontafel geschikt is, waar
van de prijs twee gulden bedraagt.
Cataloytts eener verzameling oude en nieuwe
Boeken over lettcvkur.de, aardrijkskunde, ge
schiedenis, Kederlandscb Oost-Indië, rechts
geleerdheid, staathuishoudkunde, theologie,
natuurwetenschappen, kunst enz. Gebr. van
der Hoek te Leiden.
-.l/r/cmecHc Grondstellingen, door HKIUVKCT
Sn:.\ci:i;. Naar de vijfde Engelsche uitgave
vertaald door Mr. Tu. VAN TRICIIT. Ati. 14.
Amsterdam. S. L. van Looy.
W'ttcJitjorleit roor de Stelling van Amsterdam.
Een woord van verweer door Jhr. L. M. A.
VOK SCHMTD, 1ste luit. der Jagers. Haarlem.
De Erven Loosjes.
De Bewoners van Vreemde Werelddeelen, door
Dr. H. BLINK. 13 Je afl Amsterdam.
UitgeversMaatschappüElsevier. ^
Inhoud van Tijdschriften.
Wetenschappelijke Bladen. Dec. : De Alcohol
wetten in de Vereenigde Staten en de gevolgen
daarvan. Het antisemitisme in Algiers. Verge
lijkende mythologie. De nieuwste onderzoe
kingen over het Boeddhisme. Een geschiedenis
der Amerikaansche letterkunde. De Kaukasus
en Tirah. De godsdienst in het leven.
Eigen Haard No. 50: Gelouterd, door Lita, I.
De Siboga-expeditie,door E. D. P., m^t kaart
en portretten. Het Oostindisehe Huis te
Amsterdam, door S. Kaltt', met afbeelding.
(Slot.) Aftercoon-tea, naar de schilderij van
A. E. Artigue, met by^chrift. Hoe katoen
in zijde veranderd wordt, door Dr. J. B.
Rombouts, met afbeeldingen. Winterkoren,
door Geertruida Carelsen. Verscheidenheid
Feuilleton.
ALLEELEI.
Algemeen Nederlandsen Verbond.
In de vergadering van het Algemeen Neder
landsch Verbond, te houden 12 December a.s.,
des avonds te 8y2 uur, in de benedenzaal
(gereserveerd) van het restaurant
»Krasnapolsky'', Warmoesstraat alhier, zal de voorzitter
van het hoofdbestuur, Prof. Dr. H. Kern, het
doel van het Algemeen Nederlandsch Verbond
toelichten.
Prof. Dr. J. te Winkel, Prof. Dr. J. Woltjer,
mej. Cornelie Van Zanten en O. Kamerlingh
Onnes noodigen per circulaire beleefd uit tot
deze vergadering en verzoeken belangstellende
personen op te wekken om haar bij te wonen.
Voorkoming van ongelukken.
De eNederlandeche Veresniging tot voor
koming van Ongelukken in Fabrieken en
Werkplaatsen'' schreef in August as 1897 de
drie volgende prijsvragen uit:
1. Prijsvraag voor eene doelmatige bevei
liging by de beslagkuipen der branderijen, die
voorkomt dat werklieden, die bij die kuipen
arbeid verrichten, daarin vallen.
2. Prijsvraag voor een toestel, waardoor in
een fabriek, van uit elke plaats waar werk
tuigen of deelen daarvan in beweging zy'n, de
hoofdmotor binnen enkele seconden tot stil
stand kan worden gebracht zonder nadeel voor
dien hoofdmotor zelf;
of wel, waardoor die in beweging zijnde
werktuigen of een groep daarvan, van den
hoofdmotor kunnen worden afgekoppeld en
plotseling tot stilstand gebracht, terwijl de
hoofdmotor blijft doorloopen.
3. Prijsvraag voor de inrichting van een
arbeidersprivaat voor mannen en een voor
vrouwen, waardoor onzindelijkheid volstrekt
uitgesloten wordt.
Het privaat moet in gebruik zijn genomen
en ter plaatse kunnen worden onderzocht door
hen, die door het Bestuur der bovengenoemde
Vereeniging daartoe worden uitgenoodigd.
De teekeningen, photographische afbeel
dingen en beschrijvingen behoorende bij de
voorschreven inzendingen van de H.H. Van
Duyl, Van Gyn, Kampers, Cuylits en Hesse,
die deze prijsvragen beantwoordden, liggen
vanaf (j December aanstaande ter inzage ten
kantore van de Naamlooze Vennootschap
«Drukkerij Trio", Kalvermarkt No. -l te 's
Gravenhage, iederen Dinsdagmiddag van 2 tot 4
ure, gedurende zes achtereenvolgende weken.
Sir Frank Lockwood.
Den 19den December van het vorige jaar is
te Londen Sir Frank Lockwood gestorven, die
jurist, politicus en bovendien
karikatuurteekenaar was. Een van zijn vrienden, het
parlementslid Birrel, heeft een biographie van
Sir Frank Lockwood geschreven. Evenals
Janus, de god der Romeinen, had Lockwood
twee gezichten, een vroolijk en een ernstig.
Als advocaat of afgevaardigde was hij altijd
even ernstig, als politicus geestig en vroolijk.
Zijn onverstoorbare opgeruimdheid maakte hem
zeer bemind bij zijn collega's. Lord Rosebery
zeide, dat zijn tegenwoordigheid een Londensche
mist zou doen optrekken. Lockwood's aanleg
voor teekenen werd reeds in zijn jeugd opge
merkt, en men voorspelde hem een schitterende
toekomst. Maar hij wilde lisver in de rechten
studeeren en het teekenen als een uitspanning
beschouwen. Zijn humoristische schetsen zullen
echter langer blijven bestaan dan de herinnering
aan zijn pleidooien. Wanneer een belangrijke
zaak werd behandeld, maakte hij gebruik van
zijn advocaatstitel om een goede plaats uit te
zoeken, en dan bracht hij de beschuldigden,
de pleiters en de rechters in verschillende
houdingen op het papier. Gedurende het be
kende proces Tichborne, dat van 1871 tot
1874 duurde, kreeg Lockwood van een
kunstkooper de opdracht, zooveel mogelijk schetsen
j te maken. Een onbekend amateur bood
reeds vooruit een guinje voor elke teekening.
Eenige jaren later déjeuneerde Lockwood op
Sandringham bij den prins van Wales. De
prins liet na den maaltijd zijn gast eenige
portefeuilles met schetsen zien. En hieronder
vond Lockwood ook de zijne. De humor, dien
men ook in zijn schetsen vindt, uitte zich in
het politieke leven in allerlei grappen en
plagerijen. Gedurende eenigen tijd was Birrel
zelf Lockwood's slachtofter. In zijn redevoe
ringen en geschriften bracht Birrel dikwijls
een denkbeeldig persoon te pas: 'Reverend
Tobias Bcfrin, B. A. Lockwood maakte van
dezen Bofiin iemand, die alles tegenwerkte
wat Birrel ondernam. Nam deze deel aan een
politiek diner, dan deelden den volgenden dag
de couranten tengevolge van een bericht
van Lockwood mede, dat onder de aanzitten
den behoorden de heer Birre! en Reverend
Tobias Boliin. Birrel wilde juist het Lagerhuis
binnentreden, daar werd hij gewaarschuwd
dat Tobias B of fin hem reeds sedert twee uur
verwachtte. Lockwood slaagde zelfs er in, de
couranten een zoogenaamte toespraak van
' Boiiin te doen opnemen. De heer Birrel
onti ving eens een courant, waarin verslag werd
gedaan van een meeting onder leiding van
Alfred Please, en waarin de volgende woorden
voorkwamen : ->I)aarna stond de heer Tobias
i Bofh'n B. A. op en verklaarde, het te be
treuren, dat de heer Please van den lieer
Birrel sprak als van een vriend. Hij zelf zou zich
schamen, zulk een man als zijn vriend te erken
nen. De president verzocht den beer Dofrin. zijn
beschouwingen voor zich te houden.
Topjuichingen en kreten: »Zitten, Boitin," Waarom zijn
de twisten van de staatslieden onderling niet
? altijd van zulk een onschuldigen aard ?
i De parfumerie-nijverheid in het
Zuiden van Frankrijk.
; De Recue de Statiitinuc bevat een merk
waardig overzicht van de hoeveelheid bloemen,
die jaarlijks in het departement van de
ZeeAlpen gebruikt wordt voor de vervaardiging
van parfumerieën. Men vindt hier vermeld:
2 millioen K.G. rozen, 2J4 millioen K.G.
oranjebloesem, 200.000 K.G. jasmijn, 150 000
K.G. kassia-bloesem, 150.000 K.G. tuberozen
en 200000 K.G. viooltjes. De gemiddelde
verkoopsprys van een K.G. bloemen is 4 francs
voor viooltjes en kassia, 5 francs voor tube
rozen, 2K francs voor jasmijn, 65 centimes
voor rozen en 70 centimes voor oranjebloesem.
Een vioolplant kan 20 Gram bloemen opleveren,
een oranjeappelboom 10 K.G. Een
bloemenverzamelaarster kan in 4 uur 20 K G. rozen
of 3 K.G. jasmijn of 6 K.G. tuberozen verza
melen en in een dag 10 K.G. viooltjes of 10
K.G. oranjebloeaem. Om een K.G.
bloemessence te verkrijgen, heeft men 1000 K.G.
oranjebloesem noodig, d. w. z. ongeveer
1.200.000 bloemen; voor een K.G. rozenolie
zijn 1G.OOO K G. rozen of 5 millioen bloemen
noodig. Jaarlyks worden er 500.000 K.G.
pomade en oliën vervaardigd en bovendien
nog 4 millioen Liter welriekende wateren. De
waarde van deze producten wordt voor dit
departement op meer dan 15 millioen francs
jaarlyks geschat.
iiiimiiiimMiiiuiiimiiiiiiiiiuiuimiMiMtiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiN
HtTSJES
Zijn tenze,
Naar het Ziceedsch
van MATHILDA. Roos.
Groot en algemeen was de verbazing toen
het gerucht van het engagement van den pri
vaat docent eindelijk werd bevestigd.
Niet omdat er iets vreemds was in het feit,
dat hij zich had verloofd, want dat was iets,
wat men al lang had verwacht, maar het was
het voorwerp zijner keuze, dat tot velerlei vra
gen en bespiegelingen aanleiding gaf. Men had
namelijk een geheel andere partij voor hem
bestemd. Want de privaat-docent was een jonge
man, van wien iedereen zeide, dat hij //voor
uitzichten" had. Hij had al zijn examens vijf
jaar vroeger afgelegd dan zijn medestudenten
en hij wist, dat hij in de richting, waarin hij
van plan was zijn krachten te gebruiken, een
schitterende carrière zou maken. Het meisje,
met wie hij zieli nu had geëngageerd, was een
vau de meest gewone en alledaagsche meisje»
die men zich kan voorstellen; en wat nog veel
erger was: zij was arm en onbekend, zonder
naam of pjsitie. Zij had geen vooruitzichten,"
behalve het vooruitziclit, baar man lief te heb
ben en gelukkig te maken. Haar ziel was
droomerig en onbewust als een half ontloken
bloemknop. De raadselen des levens hadden haar nog
niet verontrust en gekweld. Maar men hield
veel van haar, juist zooals zij was, kinderlijk
ea eeuigszins naïef; zij had een paar
dotkerblauwe, stralende oogen, en als zij die oogen
opsloeg, kreeg men denzelfden indruk van lente
en friïchheid, als wanneer men de eerste ane
monen uit dem grond liet opkomen, en haar
lippen waren zoo zacht en bekoorlijk, dat het
iemand werkelijk zou hebben gespeten, als zij
ze had geopend, om te spreken over den strijd
om het bcstaau. Maar voor ecbtgenoote van
den privaat-docent vond men haar ten
eenenmale ongeschikt, vooral in een bepaalde coterie
Van zijn bewonderaar^, vriendeu en vriendin
nen. Want hij werd zeer bewonderd door het
schoone geslacht. Hij was een buitengewoon
knappe en gedistingeerde jonge man, die vol
komen de kunst verstond, zich te scliikken in
het feit, de verklaarde gunsteling der dames te
zijn. Een jaar of twee geleden wist men dan
ook zeker, dat hij geëngageerd was met een
jonge dame, bij wier ouders hij bijna dagelijks
aan huis kwam. Hij las philosoplüsehe werken
wet haar, en iedereen sprak erover, dat hij
tot over de ooren verliefd was, en dat het alleen
te wijten was aan haar luimen en grillen, dat
liet engagement nog niet publiek werd.
Ondertusschen was er vau het heele engagement niets
gekomen, hoewel iedereen het een bijsonder
goede partij voor hem vond, en nu bad bij zich
j verloofd met een meisje dat niemand kende,
en dat waarschijnlijk niet meer begrip van
philosophie had dan de mooie Newfoundlander, die
hem overal vergezelde, en die in blakende
gunst was bij zijn baas.
Maar het engagement was nu een feil, waar
aan niets meer viel te veranderen; en toen men
zich eindelijk genoeg had verbaasd, en de
horoskoop vau d<n privaat-docent en zijn meisje had
gesteld, kwamen de gemoederen weer tot kalmte
en begou men te erkennen, dat het toch werke
lijk een allerliefst meisje was.
Misschien was de privaat-docent wel degene,
die bet meest verbaasd was over den stap, dien
hij had genomen. Hij voelde zich in een roes
van geluk, want hij was erg verliefd, maar
wanneer hij dacht aan de droomen en plannen..
die hij een jaar of vier geleden koesterde, dan
kon hij niet nalaten, daarover weemoedig en
slechts half gelukkig te glimlachen.
Ea tegelijkertijd voelde hij een spannende^
behagelijke nieuwsgierigheid, om te weten te
komen, hoe zij over zijn engagement dacht.
De menschen badden werkelijk gelijk gehad,
toen zij indertijd beweerden, dat er toch we!
i itts" was tusschen hem en zijn leerlinge in
de pliilosophie; maar dit //iets" was langzamer
hand overgegwn in een voortdurendeu
vriendschappelijkeu omgang.
liet was zijn gewoonte, haar minstens us
iu de maand te bezoeken, om met baar te
pi aten en baar weetgierigheid te bevredigen.
Slechts in den laatsten tijd, toen zijn denken
en voelen zoo geheel en al door andere zaken
in beslag waren genomen, had hij die bezoeken
nagelaten; maar op een goeden dag, liij was
reeds een maand geëngageerd kwam er een
onbedwingbaar verlangen in hem op, zijn voor
malige leerlinge eens te gaan bezoeken, en te
hooren, wat zij hem te zeggen had.
Het was op een morgen, tegen twaalf uur.
Zij zat in baar werkkamer in een gemakkelijkeii
stoel te lezen, toen de privaat-docent werd
aangediend.
j Het was een mooie kamer, fraai en schijnbaar
j nonchalant gemeubeld, overal boeken en schilde
j rijen. Er was iets bezields en zwaarmoedigs,
i maar tegelijkertijd iets kouds in de geheele
j inrichting. Bij een van de vensters stond een
| marmeren beeld de wijsheid, met
ge| kruiste armen en een vasten kalmen blik, en
j als pendant aan de andere zijde een martelaar
i niet doorstoken borst.
l Toen de jonge dame den naam van den
j privaat-docent hoorde, stoud zij langzaam op,
legde baar boek neer en wierp even een blik
iu den spiegel.
Zij bad een donkere japon aan, die onberis
pelijk zat, en haar geheele kleeding was, on
danks een groote eenvoudigheid, niet weinig
ccquet. Trouwens, over haar geheele optreden