Historisch Archief 1877-1940
No. 1122
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?r
T'
Sv maar bij kan noch mag door een ambtenaar
meesteren^over de kunstenaars of kunstkenners.
Anders toch loopen de nare kunstkenners weg en
krijgen wij aan het hoofd van zulk eene instelling
slechts de dit minores, mannen van minder gehalte.
In de kunstwereld is geen hiërarchie mogelijk ; de
kunstkenners kunnen zich zelven onderling niet an
ders beschouwen d»n ahpares; zij kunnen, voor zoover
zij als deskundigen optreden, in den eigenlijken zin
des woords niet staan onder ambtenaren, en behooren
evenmin als zoodanig gezag uit te oefenen over
anderen. Wil men dit niet, dan moet de Staat zich
liever niet met de kunst bemoeien.
]k hevim\er er aan, hoe onder een vorig Kabinet
de Minister van Binnenlanilsche Zaken uit zijn toren
gedaald is naar het Mauritshuis en daar persoonlijk,
in cén oogenblik des tijds, met den directeur de
tegenwoordig uitnemende inrichting van het Maurits
huis heeft m orde gebracht, die er waarschijnlijk
nooit zon gekomen zijn, zoo hij zich voortdurend
had la:en leideu door tnsschenpersonen eu den des
kundigen directeur niet had durven vertrouwen.
Onder het roriij Kabinrt hebben wij bijkans een
voorlrejfelijk directeur moettn missen, en hebben wij
in deze Kamer gehoord, /toe deze Minister zijn
aKfiyritair^grzaq u-ilde doen gelde». Thans wederom
hebben ?Hij'vykelijk een kunstkenner moeten missen,
die het eerst aan r>ze kunstverzamelingen verbonden
werd onder het Kabinet r.tn duisterlingen, maar die
ten slotte heeft moeten vluchten voor dit Kabinet
van verlichting- Beide mannen heb ik onlangs iu
een Fransen tijdschrift voor kunst hooren betitelen
als Europeesehe vermaardheden. Zulke mtnschen
moet men, ondanks sommige eigenaardigheden die
hun wellicht aankleven, weten op prijs te stellen.
Wil men van de directeuren oppassers van schil
derijen of prenten maken, dan kan men hen wel wat
goedkooper krijgen dan nu. Wil men ze niet dooi
de hiërarchische begrippen verjagen of vernietigen,
dan moet 6e Minister persoonlijk met hen rekenen
en natuurlijk zelf meester blijven allereerst wat de
financieele qnaestie betreft, want die kunstkenners
zijn duur."
Het is duidelijk, de heer Lohman eprak
over de treurige geschiedenis van dr. A.
Bredius onder v. Houten, en over het
heengaan van den heer Hofstede de Groot
onder Borgesius.
De heer Borgesius kon deze opmerkingen
niet onbeantwoord laten ; allereerst verze
kerde hij. dat hij de zaken van Kunst niet
aan zijn Referendaris overliet, en vervolgens
gaf hij te verstaan, dat, voor zoover hij
wist, het ontslag-nemen van den heer
Hofstede de Groot niets had uittestaan
met de gedragingen van zijn Referendaris.
Hij sprak aldus:
Maar de heer Lohman heeft nog iets anders ge
zegd wat ik niet met stilzwijgen uil laten voorbij
gaan. Hij heelt ge/egd dat onder diven nieuwen
Minister een zeer \er, ienstelijk ambtenaar, directeur
van een onzer Rijksverzamelingen, door liet Kabinet
der duisterlingen op die plaats gebracht, heeft moeten
wijken voor het Kabinet van verlichting. Dit is eene
best huldiging, Mijnheer de Voorzitter, waartegen ik
met alle kracht protest moet aanteekenen. Het is
eene beschuldiging die volkomen ongegrond is en
daarom hier niet had mogen worden uitgesproken.
Wat is gebeurd, Mijnheer de Voorzitter ? De amb
tenaar, dien de geachte spreker op het oog had, heeft,
zooals reeds uit de stukken blijkt, ontslag gevraagd,
zonder eenige opgaaf van redenen. Dat ontslag is
hem eervol verleend, en de Minister v:e<'t ook thans
nog niet wanroin, hit ontslag door hem i.s
aauyt'vraayd. Onjuist is het, het te doen voorkomen alsof
bedoelde ambtenaar eigenlijk door de wijxe waarop
hij behandeld is, tot het vragen vau ontslag werd
genoodzaakt. Die voorstelling is onjuist. .Maar wanneer
de heer Lohmau aan ziji:e bedekte beschuldiging over
's Ministers houding tegenover dezen ambtenaar de
algemeene opmerking toevoegt, dat een Minister aan
die ambtenaren, die tevens kunstkenners, arlisten
zijn, eene bijzondere mate van vrijheid moet laten
en het hun niet euvel moet duiden als zij bovenal
kunstkenners zijnde in hunne betrekking als amb
tenaar wat tekortschie'en, dan moet ik ook tegen
die opvatting protesteeren. Niemand dwingt een
kunstkenner om als ambtenaar op te treden, maar
als hij zich daarvoor meent beschikbaar te moetin
stellen en hij wordt ambtenaar, dan moet hij zich
ook als zoodanig gedragen, zich aan het boven hem
gestelde gezag onderwerpen, aan de bevelen van dm
Minister gehoorzamen, en dan gaat het niet aan te
iiHiimmiiH!
HET DRAAIORGEL
Naar het, Transch
VAN
ERANCOIS COPPÉE.
Welk een ontroerende uitwerking heeft toch
de muziek. Hoe levendig wekt zij alle smarte
lijke herinneringen in ons op! En hoe klagend
klinkt in de schemering de melaiikolieke toon
vau een draaiorgel, dat een oude polka speelt.
Een oud polkawijsje, waarnaar vijftien jaren
geleden geheel Parijs danste, toen gij, mevrouw,
ternauwernood achttien jaren teldet. Ja, gij,
arme treurige blondine, die een verschoten blau
wfluweeleu hoed draagt en het wagentje, waariu
uw derde bal,y slaapt, onder de dorre platanen
van den somberen boulevard voortduwt,.
.... Hoe bekoorlijk waart gij eertijds, toen
men deze polka speelde op saletjes in alle
burgerhuiztn, waar thee eu koekjes werden
gepresciilctrd! Hoe schoon waart gij toeumaals
met uw corregiaansch ovaal, frisch gezichtje
met de weelderige blonde lokken, waarvan gij
de helft helaas door een langdurige ziekte hebt
verloren!
Zonder geld! Ja, gij waart een meisje zonder
geld! Kon het ook anders, als dochter van een
fatsoenlijk klein-ambtenaar, van wien zijn chefs
steeds de vertwijfelende censuur gaven : bruik
baar beambte, steeds zeer ijverig eu nauwgezet
in zijn wei k,'' van dien armen man, die op de
bals, waarheen hij u vergezelde, het niet waagde
aan de whisttafel tegen een cent het flesje te
gaan zetten en telkens in zijn vestzakje voelde,
om zich te overtuigen of hij de drie francs
nachtturief voor het rijtuig niet verloren had!
Zonder geld! Alle spiegels iu de salons zeiden
u, dat gij dat niet noodig hadt, als gij, stralend
in een nevel van rose kant, aan den arm van
uw vader hini.cn zweefdet. Wie kou vermoe
den, dat mama, die uit gebrek aan eeu passend
toilet thuis was gebleven, uw rok op de
huiskamertafel geknipt, had en dat gij uw balkleed
eigenhandig had gemaakt eu genaaid? Hoe had
men ook kunnen merken dat gij aau de vinger
toppen naaldei prikken Ladt?
Hoort pij de oude polka, die liet draaiorgel
aftoffelt? Zou men het niet houden voor liet
gezaiig van eeu krankzinnige, afgebroken door
snikken ?
Vaak noodde die polka u met hem ten
dans, den knappen, donkereu jongen mar,, met
den krijgshaftige!! knevel, die er iu zijn ele^abte
frak zoo kranig uitzag, en dien gij iu gedachten
bij ziju voornaam, Frederik, noemdèt. Hij vrosg
zeggen, dat een Minister zoo goed als alles van zoo
iemand over het hoofd moet zien, omdat hij kunst
kenner is.
Indien eeu ambtenaar, boe hoog ook geplaatst en
hoezeer ook om kunde en talenten gewaardeerd, als
ambtenaar zijn plicht niet doet en niet aan de hem
gege\en bevelen en voorschriften gehoorzaamt, acht
deze Minister zich verplicht geeue consideratie te
gebruiken, maar tegenover dergelijke ambtenaren met
gestrengheid op te treden."
En wat blijkt nu uit het schrijven van
de heer Hofstede de Groot ?
1. dat de afwisselende Ministers steeds
den directeur bij aankoop van schilderijen
enz., zoo hij binnen den begrootingspost
bleef, hun goedkeuring verleenden, zoo dat
hij meende daarop ook te mogen rekenen.
»De heel' Bredius ging zijn weg en spoorde op
wat hij wensehelijke aanvullingen van het Museum
achtte en droeg dit den minister ten aankoop voor.
Wel had hij vaak met 1?</euwerkin/j van den heer
De Stuers te kampen, doch als mijn geheugen mij
niet bedriegt, gelukte het hem toch steeds, op zijne
voorstellen de goedkeuring der afwisselende ministers
te verkrijgen,"
2. dat de heer de Stuers, den heer de
Groot als directeur van het prentenkabinet,
eenvoudig onder curateele stelde.
Al spoedig bemerkte ik dat de heer De Stuers
?wie andere opvatting vau zijn werkkring had: hij
wensehtc voor zich invloed op mijne voorstellen aan
den nm.;Rta, oveileg van bein en mij, alvorens het
mij geoorlootü-<>u zijn, iets aan den minister voor
te stellen. 11 ij verlai <de dat ik in zijn gevolg en
tezamen, met andere door hem uit te noodiyen
persunen, kijkdagen van kunstveilingen zon bezoeken eu
met hem overleg zou plegen, alvorens mijne voor
stellen bij de regeering in te dienen. Zelt's in een
gefal, waarin de minister een voldoend emüt! voor
aanknopen te mijner beschikking gesteld had, ver
wachtte hij, de referendaris, voorstellen van mij.
In een dergelijke verhouding meende ik niet te
kunnen treden. Ik wensehte de verantwoordelijkheid,
die tegenover de buitenwereld, d.w.z. de bezoekers
van het Kabinet en de wetenschap, op mij als direc
teur rustte, voor mij zelf en deze nit t af te staan aan
of zelfs te decleii met dim referendaris, chef dei'
afdicling kunsten en wetenschappen."
3. dat de toenmalige Minister (v. Houten)
den heer de Stuers in het gelijk stelde ;
4. dat de Minister B irgesiua «onbeperkte
gehoorzaamheid aan de wenschen van ge
noemden Referendaris verlangde" ;
5. dat daarop de heer de Groot zijn
reeds vroeger aangekocdigd besluit nam,
om een betrekking neer te leggen, die hem
tot een »commies" van den heer de Stuers
verlaagde.
0. dat, volgens een deskundige als de heer
De Groot, de heer De Stuers de noodige
gegevens mist, om met vrucht al zoo over
deze kunstaf'deeling te heersenen: noch vol
doende bekend met de J^uiopeesche kunst
markt, noch met de leemte van de verza
meling,noch met de behoeften der bezoekers.
Hierna geeft de heer De Groot nog de
volgende toelichting:
De heer Oe Stuers liet /,ieh iu Oetuber 1SÜ7
teekeningen, die ie Amsterdam in veiling /.ouden komen,
naar den l laag loexeuden en zocht daar uit, wat
volgens zijne opinie voor het Prentenkabinet geschikt
was. Dan gaf hij buiten den directeur van die in
stelling om, aan een derde last deze ten behoeve van
het Prentenkabinet aan te knopen. Ik kreeg dan van
den lieer De Siners de aanwijzing dat het x;iak w as,
dat van mijnentwege niet op die nummers \\erd
gebodeu".
Hier devhalre e^n volkomen Ier zijde stelling van
den directeur. Duiten hem om werd beslist, wat
voor de verzameling onder ?ijn beheer dienstig was,
wat aangekocht, zou worden, duur wie.Ti^ tu
schenkomst dit zon geschieden eu welke prijs be.-teed zon
worden. Hij ontving dan sleehls de aanwij/inii;, die
in bet licht van voorafgegane ministerieele aanschrij
vingen niet anders kon worden opgevat dan als e-n
bevel om zieli er buiten te houden. Later onlvitiu1
hij dan de aangekochte zaken in het museum thuis.
Ook di-:e liand'Iwijze werd duor den
mtnistei-i/cscn-ttoneerd".
Een tweede geval ter illustratie van de rol, die
de heer De Stuers den directeur van Rijksmusea
toedenkt is het volgende :
Den 9 Febr. 1898 ontving ik dit briefje:
De firma. . .. zond mij ter inzage de
oudetcekeniiijien enz.
Ik zag ze met den heer J. Ph. van der Keilen
na eu wij ineeneu op de volgende nummers uw aan
dacht te mogen vestigen:
(volgen de nummers.)
Indien U een machtiging vraagt tot aankoop dezer
nummers zal ik er gunstig op adviseeren."
Wederom dus de opvat, ing alsof a:ui den referendaris,
chef der afdeeling kunsten en wetenschappen, de
bijzondere zorg voor aaiikoopen ten behoeve van 's Rijks
prentenkabinet is opgedragen, alsof de directeur slechts
be.-taat otn des rclei'endaris' voorstellen als de /.ijne
over te nemen en bij den minister aanhangig te
maken. Veroorloofde ik mij naast een aantal der
door den i'etcreiulai is genoemde ook andere nummers
aan den minister ten aankoop voor te stellen, dan
werden deze eenvoudig zonder commentaar geschrapt.
Zoo zoude ik vrrdei' kunnen gaan en nog menig
voorbeeld kunnen bijbrengen.
Ik acht evenwel liet hier medegedeelde voldoende,
om den toestand te schetsen en wt nseh mij hier ook
niet te begeven in <:<-ne niteiiizitti,!// van de
li-tjcn'icn kin1/ d"' mi i >n', 'm hit lit'liiiii/ van lu't kabinet
gedane roorstcllen hebbiU uudercundeii^
De heer de Groot is das heengegaan,
omdat hij »als een man die een
wetenschappelijken naam had op te houden,
niet wensehte te zijn een stroopop van den
heer de Stuers", en nis-t slechts in naam,
maar inderdaad verantwoordelijk wilde zijn.
Na een erkenning van de verdiensten
van den heer de Stuers, gebleken in vroe
gere dagen, eindigt de heer de Groot o. a.
met deze woorden :
»De lieer T)e Stuers v.o'kt ve:'dixlen,l. niet
vercenigend, d,; Leer De Stuers .werkt remmend, niet
voortstuwend, de heer De Slnevs werkt atbrekend,
n i e t opbouwend, ledere ojiharing vnn zelfstandig
heid hij andereu is hem een gruwel, wie niet ja zegt
als hij ja zeg!, ook al metnt hij neen, heeft het hij
hem verkorven, (ieen tegenspraak "wordt geduld op
strall'e van oliueiiade.
Zoo lang deze ambtenaar aan het roer /it, is er
UMI' een zelfstandig inu-euni-ilirei leur in Nederland
geen plaats, ut' indien ineu zich aL nuodgedi\ingeu
handhaaft, ritst noeK duur."
En van dit, alles ook van de algemeen
bekende conclusie, nu eens door den heer
De Groot uitgesproken wist Minister
Biirgesius iiiela.
Hij regeert, //()' zelf rpgeert zijn
kunstdeparteiaent, '/.iet, uit eigen oogen maar
wanneer het Rijksmuseum het verlies heeft
te betreuren, van een man als Hofstede
de Groot door Lohman werd het, her
innerd : een Europeesehe verinaardheid
JJorgtsius. onze kunslministcr, alleen kende
de oorzaak daarvan niet. Misschien hoort
ook De Stuers, evenals zijn chef', het nu
voor 't eerst. Immers had de Uefendaris
er iets van vermoed, hoe zou hij voor zijn
Minister dit, hebben kunnen verzwijgen !
De heer Van Houleri heeft het noodig
geacht thans de verzekering te geven, dat
hij, als minister, den heer de Groot niet
onder curateele van den heer de Stuers
gesteld had. Hij nam zelfs riiet aan, dat de
! directeuren onzer musea hiërarchisch onder
j den Referendaris staan. De heer de Groot
echter zou zich hebben schuldig gemaakt
aan maclilsuversulirijuirij,'.-.1! tegenover den
Minister. \Viezounietovertuigdzijn, als
een ander dan Mr. v. Houten dit verklaarde?
Maar de geschiedenis met Dr. Bredius, die,
als directeur van het Mauritshuis, door
ZEx. op zulk een w ij .s behandeld werd, dat
.Noikriand en bel Buitenland er bij te pas
kwamen, ligt nog versch in het geheugen !
! Hoe potsierlijk echter de hiërarchische
| uitingen van ddii lieer B H'ge.sius, aan het
[ adres van ongehoorzame
museum-directeuj ren! De heer de Stuers is referendaris van
kunstenen wetenschappm, en laat gelukkig
de ivetcusclta}>pcii, om voor hem zeer geldige
u de polka met hem te dansen, evenals den
wals en de mazurka. Uw stem trilde/een weinig,
als gij, neigend, //met ^euoegen, mijnheer,"
autwoorddet eu ook uw hai:d' beefde, als 'ij die
op zijn arm Irgdet. Want men beweerde dat
hij eeu zoon vau riike familie was een t-uneliik
mauvais sujet", die reeds een duel had gehad
ea wiens tchulden reeds tweemalen door zijn
vader betaald waren.
Wat vatte hij u nv^t vaste hand om liet, nvdilen
en wat deed hij in de pauzen als gij glimlachend
eu niet straleLde oogen, op zijn arm leundet,
uw hart sneller kloppen.
Ach! Eeri z.uo ujodistiugetrd jon<rmei,sch als
rederik, was niet gcschapi u om zich lang op
burgerbals op te houden. Hij ging naar andere
feesten eu zonder het tuelve Ie bekennen, waart
gij daarover treurig, nietwaar? Daan.a ver
vlogen twee, drie, vier, vijf jaren. Gij deed
geen rose kleed meer aan, waart een \ycinig
bleek geworden en iu de kleine burgerkrausjes,
waar het niuniek-iópüttoiregceu noemenswaardige
verandering ondergaat, werd nog altijd de oude
polka gespeeld, die u aan Frederik herinnerde.
Eindelijk moest «ij de dingen zien, zooals zij
waren, een besluit riemen en zoodoende hebt
gij deii schuchteren jongen mau getrouwd, die
met de muurbloemeii danste en de dei tig al
was gepasseerd. Vromer hadt, gij me; r da.u
eens zijn quadrille vergeten, niettegenstaande
hij op uw ivoren bilbotkje ingeschreven stond.
Toen vondt gij hem saai, bLkeu het maar, dca
goedigen Jules met zijn groote witte das eu
zijn naar benzine liekende handschoenen. Niet
tegenstaande dat hebt gij hem getrouwd eu hij
is alles bijeengenomen een vlijtig mensch, een
oppassend huisvader. Tnaus is hij ouderchif,
als wijlen uw papa, eu krijgt hetzelfde ont
moedigende getuigenis: Bruikbaar beambte,
steeds zeer ijverig en nauwgezet in ziju -.verk."
Drie kindereu! Eer.st twee jongens en daarna
een meisje, dat kost geld! Gelukkig is de oud
ste al op het gymnasium, waar hij uit een
beurs studeert. Met de grootst mogelijke zuinig
heid komt men precies toe. A, aar welk een
treurig, eentonig leven. Uw inau gaat reeds
's morgens voeg vau huis en Leemt ziju twaalf
uurtje in den zak van ziju overjas nu r. Gij
hebt u in het onvermijdelijke geschikt. IUt
noodlot heeft over u gezegevierd. Maar de^e
oude polka die het orgel nog aldoor speelt,
herinnert er u aan, dat gij onlangs toen u ij
evenals nu het wagentje voor u uit duwdi-t,
waarin uw kind slaapt, bijna door een prachtige
kales overreden waart gt worden eu da! gij op
de mollige kussens den knappen Frederik hebt
herkend, die dezelfde is gebleven en iiOïaltijd
het jeugdig uittrlijk van gelukkige mchschen
vertoont.
Nietwaar? dat, orgel is onverdraaglijk? ge
lukkig houdt bet uu stil. En nu valt de avond.
Ga naar hui?, mevrouw Jules! Uw tweede zoon
zal reeds uit school zijn thuis gekomen cu als
uiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
gij er niet achterheen zit, maakt hij nooit vóór
het eten zijn huiswerk af. Ga naar huis, mevrouw
Julus! Uw man zal weldra vermoeid en hongerig
van het bureau komen en gij weet dat het
dagmeisje tegen drie francs in de week, niet in
staat, is, de rest van het roliadel je van gisteren
met uien eu aardappelen genietbaar te maken!
Hoe aandoenlijk werkt, toch do muziek ! Hoe
levendig roept, zij alle smartelijke herrinueiingen
in 01.s wakker! Eu hoc klagend klinkt in de
schemering het, draaiorgel, dat ecu galop speelt.
Waaraan deukt, gij, als gij dieu hoort, me
vrouw de gravin en waarom blijft, gij als ver
steend vi.or het hooge venster vau uw boudoir
staan? Waar kan de oude melodie, die daar
beneden op den somberen boulevard naa-4 de
ontbladerde populieren van haar huis door het
knjschtuje draaiorgel gespeeld wordt, do geluk
kige, iu den vollen bloei harcr dertig jaren
stralende vrouw aan herinneren:'
Zij herinnert haar aan het ruime amp'iitheater
van Johnson's American Circus, volgepropt, met
oplettende gezichten, zooals het zich ten tijde
van haar (qu.estriEch.eu triomf aau haar blikken
vertoonde. De twee tziganen hebbeu hun komisch
concert geëindigd en de stalknecht leidt haar
pa,ud ele ai'eiia biüiien.
,Gij weet immers nog, het, reusachtige, makke
paard, dien witten, zwartgevlektcn schimmel, die
onwillekeurig aau ecu gebraden, ^ctruil'eerde
kalkoen deed denken. Dan ver?cheent gij eu
reiktet den statigeu rijmees'er in scharlakeuroodc
frak, op wien gij beken hot, gerust als
alle danies-artisteu van den troep, eeu weinig
verliefd waart, de haiid. Gij wierpt het, publiek
een kushand toe cu dadelijk, hop! met n
sprong, stoudt gij op het zadel. Een zweep
knalde, het, orkest schetterde, het trull'elpaard
zette zich iu galop en hop! hop! vertoomlet gij
uw kunsten.
Welk een goddelijk wezen waart gij t.oenmaal?,
graviu! Zeventien jaren, niet, de gestalte eeiier
Veiius, cc:) toonbeeld vau kracht c» jeugdige
aauvalligiicid. EBU dier volmaakte schoonheden,
zooals alleen de gemengde rassen drr nieuwe
svereld kunnen aanwijiei1. li-.'u gemompel 11'.Tg
uit de moiigt'! der tor.-c'iouwers op: //De
schuimt1 Ad:i! De Auierikaaiische !" Eu beneveld
door uw smet?, vcrdubbtKiet gij uw koene
pirouetten.
Het eerste gedeelte der voorstelling cimliü'de
stccils met een luid bravo-geroep. Terwijl de
rij k n i eiits cp banken klommen en hoepels cu
linten binr.enskcpien, en iic clowi', om de galerij
te amuscüren, zijn ka'iicraad met ecu oorvijg
plat op den buik wierp eu hem voorzichtig bij
ziju broek weer optilde, reedt gij, licht als eeu
vlinder op den rand vau het zadel zittend, iu
den telgang langs de verliooging. Dat, was het
schoonste oogenblik voor uw bewonderaars. Gij
droegt het Godinuciihoofd ouder uw helm van
redenen,buiten zijn despotisch beheer. Maar,
indien de referendaris zich nu ook eens een
toezicht veroorloofde pp bibliothecarissen,
op curatoren en professoren van Rijks
universiteiten, in den trant van ziju kunst
verzorging, zou er niet in Nederland een
verzet ontstaan, zóó krachtig, dat de refe
rendaris binnen enkele weken van zijn
voetstuk ware getuimeld ?
Laat de afdeeling Kunst in het vervolg
op dezelfde wijs worden «geregeerd", als
die der Wetenschappen;?stel in de plaats
van den heer de Stuers een administratief
man ; laat er, gelijk bij de universiteiten
curatoren bestaan, een niet-eenzijdig
collegie van toezicht worden gevormd voor
Kunst, en de vrede, reeds veel te lang ge
stoord, zal iu de olficieele kunstwereld
wederkeeren. Dit is toch oneindig beter,
dan al die di < ke woorden, waarmee
v. Houten en Borgesius een referendaris
dekken, wiens tyranniek bestaan voor nie
mand meer een geheim is, en die het voor
recht heeft als onverantwoordelijk minister
de heerschappij te voeren op een gebied,
dat van zijn dienaren de grootste zelfstan
digheid eischt.
Kunstig erheil
Onlangs waren we in de gelegenheid, in de
werkplaats der firma E. J. van Wisselingh
en Co , te zien hoe onze kunstnijverheid, ge
leid door zuivere principen en logische rede
neering onder de handen der heeren
Dijsselhoff en Nieuwenhuis begint te herleven.
Hoe men er meubelen maakt, constructief
in elkaar gezet, in zuiver houtverband ; waar
van de vorm voortvloeit uit de samenstelling,
terwijl daarbij uitstekend reke. ing gehouden
is met de eischen der bestemming.
Stoelen niet met een dun laagje hout op
gelegd, maar geheel van mooi roodbruin
mahoi y bout, met zilvergrijze zitting, goed van
verhouding, fraai van vorm, massief' en zeer
gemakkelijk.
Van wat de metaalbewerking daar voortbrengt,
waar in het bijzonder de beer Nieuwenhuis
zich mede bezig houdt, zagen we een pendule,
die door goed doordachte vorm en juist aan
gebrachte versiering tot voorbeeld voor velen
kon strekken.
Geheel van geel koper, waren er stukken
rood koper met klinknagels op bevestigd, wat
trouwens de eenige rationeele wijze is om twee
metalen aan elkaar te verbinden. De versie
ringen w.iren er in tijne lijntjes ingeëtst, ter
wijl gekleurde steenen en glas bijdroegen tot
verhooging van het itt'jct en er rijkdom en
toch deftigheid aan gaven.
Als bekroning was het koper van het
voorvlak met een randje uitgezaagd ; maar niet alleen
het omhulsel, het uurwerk zelf was ook, voor
zoover zichtbaar, als wijzerplaat en wijzers en
achterzijde, aan verbetering onderhevig geweest,
waardoor een btter geheel verkregen was, dan
indertijd bij de pendules van Mendes da Costa,
waar de harmonie door een ingeplaatst wek
kerklokje geheel verbroken wa?.
Daar deze werkplaats nog van zeer korten
datum dagttekent en het meeste wat er tot nu
vervaardigd werd reeds een bestemming had,
spreekt het van zelf dat nog slechts zeer weinig
op dit oogenblik, ak in voorraad aanwezig is,
en wij van de meesie daar vervaardigde voor
werpen slechts de photographieën konden be
wonderen.
Later hopen wij dan ook, als de zalen der
firma Van Wisselingb en Co. zich meer en
meer vullen met de producten dezer kunste
naar?, terug te komen op dezen arbeid die
vreornd van buitenlandsche invloeden een ge
heel eigen karakter draagt.
K. W. l'. Jn.
zwarte met bloemen getooide haren li:r rechtop,
en als uit een wolk te voorschijn komend ver
toonden zich uw door rose tricot omspande
beenen uit het luchtige gazen rokje.
In een dier rust pauzen zaagt gij voor de
eerste maal den graaf, thans uw echtgenoot,
toeuniaals eeu der wildste viveurs vau Parijs.
Hij stond iu de stal;ang, groot, mager eu
oorrekt, in zijn toegekuoopte paietot, eeu lelie in het
knoopsgat, een grijzen hoogeu hoed op het hoof J,
en tikte niet den gouden knop va» zijn wandel
stok tegen zijn lippen. Den volgenden Jag kwam
hij weer, den daaropvolgeudeu ook en zoo alie
dagen; ec gij sloegt verward de oogeu neer,
als uw blik yijn begeerig starende oogeu ont
moette, de oogeu vau een man wiens hoofd op
hol is.
Hij had werkelijk zijn bezinning verloren.
Maar gij waart eeu deugdzaam meisje. Op vijf
jarigen leeftijd werdt gij wees.Usv vader,
//blaugenmeüsch eiitrapezekunstenaar," viel van het, trapeze
en brak zijn nek. De circusiui had Jen het ver
laten kind aangenomen. De oude l'arijsche clown
Misligris had u l'Vausch en daarna ecu beetje
lezen en schrijven geleerd. Xa het vertroetelde
en in weerwil van alles oubesmet gehouden kind
dezer brave artisten te zijn geweest, zij t gij de
//ster" van het gezelschap geworden. Gij
verdiendet eerlijk uw brood, maar gij waart ook
verstandig herinnert gij u dien avoud nog,
toen de graaf u tamelijk onkiesch dien diamanten
armband aanbood eu gij hem midden in den
stal, voor het olifanteuhok bijna met de karwats
sloeat,?
Dat meest een harUtochtelijk mensch nog
heviger prikkelen. Jolu sou's American Circus
doorreisde geheel Frankrijk. De graaf volgde u
naar Orleans, naar Tours, naar Augers eu ein
delijk naar Nantes; daar zette hij de dwaasheid
de kroon op en daar hij vader noch moeder
bezat, schaakte hij u, om u te trouwen.
Ach, hoe klagend zeurt liet draaiorgel de oude
galopmelodie in de schemering!
Wat moest men beginnen, toen de bedwel
mende \vittebrooJswekeu aan het strand der zee
in eeu verloren dorpje gesleten, waren doorge
bracht? Meu stikte daarginds iu de Jockeyclub
schier van het lacht n en de dames der aanzien
lijke wereld barstten van verontwaardiging achter
haar waait r.-. De graaf nam het beste besluit
wat hij nemen kon; hij trok voor langen tijd
liet land uit. Ach, arme gravin, wat hebt gij u
gruwelijk verveeld in l'ioreuce, iu het doodsche
paleis, waarin uw echtgenoot u als eeu klein
mei.-ji: liet, opvoeden en onderrichten en waar
gij zoo tallooze lessen en vermaningen hebt
moeten aauhooren! Als dankbare vrouw, helaas
meer dankbaar dau verliefd, wildet gij den graaf
welgevallig zijn, u zijner waardig tooiien. Maar
natuurlijk liadt gij daarvoor tijd noodig; en hoe
geduldig hij ook was, wat heeft, uw echtgenoot
u niet vaak met zijn onophoudelijk, //dat doet
men niet! Dat zegt men uut!'' gekweld, al liet
Reiteanflt.
Uittreksel uit den Catalogus of Naam
lijst van Schilderijen van Hoet en
Terwesten, door E. C. Rahms,
met aanteekeningen van
Jhr. Mr. H. C. Flugi van Aspermont
2de deel.
Verkooping 11 Mei 1740, Am
sterdam, Hendrik Trip,
12 Een le/end mauuetje door
Rembrandt ? 6.
Veïkoopinu- 12 April 1741, Van
Zwicten.
129 De Mareehal de Tnrenne levens
gro.ite Kraiitig eu Kunstig door
Hembrant van ll\n, hoog 10 vuet
5 duim, breed 8 voet (i duim . 90.
kwam reeds voor «p de veiling
Mr. YV'illem Six, 12 Mei 1734,
Amsterdam.
130 Batseba wiens haar gekamt en
wiens voeten gewassche werd door
twee Vrouwspersonen. Seer onge
meen door deny.elve, hoog l voi't
9 duim, breed 2 voet 5 duim . 350.
Kwam reeds voor op de veiling
lY-i'd. Grave van Pletteuberg, 2
April 1738, Amsterdam.
131 Een Ponrtruit van een vrouw
met een roosje in de hand uonyt
beter ol' uytvueriger vao hem geven
door deiizelven, hoog 2 voet 31/2 d. 250.
Geschilderd in G41, thans te
Dresden. Het roosje is feitelijk
een Anjelier. Sommigen zien
hierin Saskia.
132 Een St. Cccilia door denzelven
niet minder dan de Voorgaande,
hoou 4 voet l'/j d., breed 3 voet
2l.'3'd. . .' 125.
133 Christus by het vrouwtje aan de
Waterput door deuzelven, hoog
2 voet U's d., breed 2 voet (ü/2 d. 6.
Geschilderd in Iti59. In '( bez t
van liudulphe Kinni te Parijs. (De
malen verschillen iets).
131 Eeu bybelsche historie. Vol figu
ren door dfiiy.rïven, hoog 2 voet
l d., bived ?> voet (i d. . . 14.
135 Ke:i t'ontcyn in een rot» met figu
ren en beesten, hoog l voet, breed
l voet 3 d. door dczelven . 7.10st.
130 Een Vrouwe Pourtrait Jojr
dcnzelvtn, hoou; 2 voel 2 i/4 d., breed
l voet 11:>4 duim . . . . 5.10 si.
137 Een Oude M:tns Ponrkait door
denzelve, h m^ 2 voet G d., breed
2 voet l'^'i dirm . . . . 8.5 st,
13S Een Vrouwe l'.iiiih'ait door den
zelven, ho'>g l vo,l 2:'4 duim,
breed l voet 5.10 3t.
VerkoojiiiiL!; i't April 1742,
Amsterd. Mr. Nieolaas ComelU
Hasselaar.
l Een overhtvrlv k Stuk van Jaeob,
Jusepii en Phnrao door Rembrandt,
lioog 5 voet 10 duim. breed 7
voet 9 duim f, 155.
Verkoop, l Mei 1742. 's llage,
M. van Hoeken en Tlieodoor
Hartsticker.
17 Ken Kapitaal Stuk d mr
llembranf, verbeeldende daar Maria
bet kindje aau Siineon overgeeft,
se-l' seho <n, lv>o.c 3 voet 5 duim,
biv.fd 4 voH 4 duun . . . 153,,
Misschien iu de collectie Weber
ti' Hamlnu'j;.
102 Hen Kousliu' Pnurtrait door
Rembi'and. hoog (J'/2 duim. breed
7 duim 3.
103 Beu Konslig Fkrtret. . . . 1.
115 Een zeer uitmuntend Pourtrait
duor Reinbrandt, hoog 2 voet l
duim, brc'.l l vot:; 1) duim. . 79.
Verko.ipiiii; 30 Aug. 1742 te
l! MUI, Jan de Gise.
4 De Veilorcn Xo:>u door liembrant,
hoog S voet l duim, breed ti
voet 3 duim .?....?005.
\nluvus Ii;> Ie, gescbilderd in
K.fiS of '69, volgens ISredius in
UHi3. Geheel in de manier en
hij er ook steeds een. vrij droog //kindjelief'"
op volgen.
Alle vrouwen zijn vatbaar voor opvoeding.
Hel begrip «parvenu" is op het vrouwelijk ge
slacht niet vau tocpas-.iug. Na verloop van drie
jaren waart 711 «f» rc'ite '.'ravin. D.: graaf, die
zic'i in de Musea verveelde eu zich nooit voor
de schilderkunst had kunnen iuteresseeren, kon
liet niet langer ui'lioulen en voerde u naar
Parijs terug. De gordijnen van liet oude hotel,
die zoo lang gesloten waren geweest, weiden
opgetrokken eu gij gaaft, uw eerste diner in de
gniote eet/.aa', tegenover h :t reusachtig portret
vau des graven vootv.ant, den luitenant des ko.
nings, die, gepoederd, met het blauwe kruis op
'ie ro)de frak, iu liet bijzonder door den kolos
salen fa iiiiieuens opviel, en u een strengen blik
scheen toe te werpen.
Ook bier, gravin, werd eenzaamheid en melan
cholie weer uw devies. liet is uw echtgenoot
thans eerst gelukt na onmogelijk veel moeite
gedaan en het g..'ld met, handen vol aan lief
dadige instellingen rondgedeeld te hebben, u een
kleinen kring van priesters en vrome dames te
ontsluiten. Hoe somber is die zwarte kleedij
van bi iilerlei geslac'il ! Sjdert zes jaren bezoekt
gij ochtend aan ochtend crèches en scholen en
verveelt gij u 's avonds in uw eenzame loge in
de opera uf het i,én,u; Eiviucais. Geen kind!
En de jaren gaan voorbij! En het ergste is, dat
gij voor den graaf slechts een groote dankbaar
heid koestert, cm slechts ecu oprechte vriend
schap toedraagt en hem door en door kent! O!
zeker, hij is op eu top een man van eer, maar
vol aristocratische zotternijen, en saai als een
symphonieconcert. Hij is thans acht en veertig
jaren en de oude, verstandig geworden, kwast
vau voorheen, een nogal zouteloos mengsel van
voornaam optreden, geverfden knevel,
vooroordeelen, grijzen hoogen hoed en bedorven maag.
Waarom speelt dat wreede orgel nog aldoor
dieu ouden galop, die eens uw kunsten op den
rug van hst »trulf:ipaard" accompagiieerde. Gij
ziet uzell weder in de arena, werpt liet publiek
een kusliand toe en zwelgt in den storm van
bijvalsgi-jiibel. Xijt gij waanzinnig, gravin? Uw
oog schittert, u* boezem jaagt, en nogmaals
doorleeft, gij liet eerste en zaligste gevoel uwer
jeugd, toen gij meendet dat de knappe pikeur
met de scharlaken toode frak, u teeder de
vingertoppi n drukte, terwijl hij u uit de arena
teruggeleidde. ,
Eindelijk is de klank van liet orgel verstomd;
tegen den steeds donkerder wordenden hemel
onderscheidt men teinauwernood de skeletten
der on! bladerde boomcii. Da kamerdienaar
treedt onhoorbaar binnen en brengt een lamp.
Hij zet kaar op e; n tafel eu zegt met plechtige
stem:
jMijnheer de pastoor van St. Aquilin ver
wacht mevrouw de gravin in het salon!"