De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1898 25 december pagina 3

25 december 1898 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1122 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?r T' Sv maar bij kan noch mag door een ambtenaar meesteren^over de kunstenaars of kunstkenners. Anders toch loopen de nare kunstkenners weg en krijgen wij aan het hoofd van zulk eene instelling slechts de dit minores, mannen van minder gehalte. In de kunstwereld is geen hiërarchie mogelijk ; de kunstkenners kunnen zich zelven onderling niet an ders beschouwen d»n ahpares; zij kunnen, voor zoover zij als deskundigen optreden, in den eigenlijken zin des woords niet staan onder ambtenaren, en behooren evenmin als zoodanig gezag uit te oefenen over anderen. Wil men dit niet, dan moet de Staat zich liever niet met de kunst bemoeien. ]k hevim\er er aan, hoe onder een vorig Kabinet de Minister van Binnenlanilsche Zaken uit zijn toren gedaald is naar het Mauritshuis en daar persoonlijk, in cén oogenblik des tijds, met den directeur de tegenwoordig uitnemende inrichting van het Maurits huis heeft m orde gebracht, die er waarschijnlijk nooit zon gekomen zijn, zoo hij zich voortdurend had la:en leideu door tnsschenpersonen eu den des kundigen directeur niet had durven vertrouwen. Onder het roriij Kabinrt hebben wij bijkans een voorlrejfelijk directeur moettn missen, en hebben wij in deze Kamer gehoord, /toe deze Minister zijn aKfiyritair^grzaq u-ilde doen gelde». Thans wederom hebben ?Hij'vykelijk een kunstkenner moeten missen, die het eerst aan r>ze kunstverzamelingen verbonden werd onder het Kabinet r.tn duisterlingen, maar die ten slotte heeft moeten vluchten voor dit Kabinet van verlichting- Beide mannen heb ik onlangs iu een Fransen tijdschrift voor kunst hooren betitelen als Europeesehe vermaardheden. Zulke mtnschen moet men, ondanks sommige eigenaardigheden die hun wellicht aankleven, weten op prijs te stellen. Wil men van de directeuren oppassers van schil derijen of prenten maken, dan kan men hen wel wat goedkooper krijgen dan nu. Wil men ze niet dooi de hiërarchische begrippen verjagen of vernietigen, dan moet 6e Minister persoonlijk met hen rekenen en natuurlijk zelf meester blijven allereerst wat de financieele qnaestie betreft, want die kunstkenners zijn duur." Het is duidelijk, de heer Lohman eprak over de treurige geschiedenis van dr. A. Bredius onder v. Houten, en over het heengaan van den heer Hofstede de Groot onder Borgesius. De heer Borgesius kon deze opmerkingen niet onbeantwoord laten ; allereerst verze kerde hij. dat hij de zaken van Kunst niet aan zijn Referendaris overliet, en vervolgens gaf hij te verstaan, dat, voor zoover hij wist, het ontslag-nemen van den heer Hofstede de Groot niets had uittestaan met de gedragingen van zijn Referendaris. Hij sprak aldus: Maar de heer Lohman heeft nog iets anders ge zegd wat ik niet met stilzwijgen uil laten voorbij gaan. Hij heelt ge/egd dat onder diven nieuwen Minister een zeer \er, ienstelijk ambtenaar, directeur van een onzer Rijksverzamelingen, door liet Kabinet der duisterlingen op die plaats gebracht, heeft moeten wijken voor het Kabinet van verlichting. Dit is eene best huldiging, Mijnheer de Voorzitter, waartegen ik met alle kracht protest moet aanteekenen. Het is eene beschuldiging die volkomen ongegrond is en daarom hier niet had mogen worden uitgesproken. Wat is gebeurd, Mijnheer de Voorzitter ? De amb tenaar, dien de geachte spreker op het oog had, heeft, zooals reeds uit de stukken blijkt, ontslag gevraagd, zonder eenige opgaaf van redenen. Dat ontslag is hem eervol verleend, en de Minister v:e<'t ook thans nog niet wanroin, hit ontslag door hem i.s aauyt'vraayd. Onjuist is het, het te doen voorkomen alsof bedoelde ambtenaar eigenlijk door de wijxe waarop hij behandeld is, tot het vragen vau ontslag werd genoodzaakt. Die voorstelling is onjuist. .Maar wanneer de heer Lohmau aan ziji:e bedekte beschuldiging over 's Ministers houding tegenover dezen ambtenaar de algemeene opmerking toevoegt, dat een Minister aan die ambtenaren, die tevens kunstkenners, arlisten zijn, eene bijzondere mate van vrijheid moet laten en het hun niet euvel moet duiden als zij bovenal kunstkenners zijnde in hunne betrekking als amb tenaar wat tekortschie'en, dan moet ik ook tegen die opvatting protesteeren. Niemand dwingt een kunstkenner om als ambtenaar op te treden, maar als hij zich daarvoor meent beschikbaar te moetin stellen en hij wordt ambtenaar, dan moet hij zich ook als zoodanig gedragen, zich aan het boven hem gestelde gezag onderwerpen, aan de bevelen van dm Minister gehoorzamen, en dan gaat het niet aan te iiHiimmiiH! HET DRAAIORGEL Naar het, Transch VAN ERANCOIS COPPÉE. Welk een ontroerende uitwerking heeft toch de muziek. Hoe levendig wekt zij alle smarte lijke herinneringen in ons op! En hoe klagend klinkt in de schemering de melaiikolieke toon vau een draaiorgel, dat een oude polka speelt. Een oud polkawijsje, waarnaar vijftien jaren geleden geheel Parijs danste, toen gij, mevrouw, ternauwernood achttien jaren teldet. Ja, gij, arme treurige blondine, die een verschoten blau wfluweeleu hoed draagt en het wagentje, waariu uw derde bal,y slaapt, onder de dorre platanen van den somberen boulevard voortduwt,. .... Hoe bekoorlijk waart gij eertijds, toen men deze polka speelde op saletjes in alle burgerhuiztn, waar thee eu koekjes werden gepresciilctrd! Hoe schoon waart gij toeumaals met uw corregiaansch ovaal, frisch gezichtje met de weelderige blonde lokken, waarvan gij de helft helaas door een langdurige ziekte hebt verloren! Zonder geld! Ja, gij waart een meisje zonder geld! Kon het ook anders, als dochter van een fatsoenlijk klein-ambtenaar, van wien zijn chefs steeds de vertwijfelende censuur gaven : bruik baar beambte, steeds zeer ijverig eu nauwgezet in zijn wei k,'' van dien armen man, die op de bals, waarheen hij u vergezelde, het niet waagde aan de whisttafel tegen een cent het flesje te gaan zetten en telkens in zijn vestzakje voelde, om zich te overtuigen of hij de drie francs nachtturief voor het rijtuig niet verloren had! Zonder geld! Alle spiegels iu de salons zeiden u, dat gij dat niet noodig hadt, als gij, stralend in een nevel van rose kant, aan den arm van uw vader hini.cn zweefdet. Wie kou vermoe den, dat mama, die uit gebrek aan eeu passend toilet thuis was gebleven, uw rok op de huiskamertafel geknipt, had en dat gij uw balkleed eigenhandig had gemaakt eu genaaid? Hoe had men ook kunnen merken dat gij aau de vinger toppen naaldei prikken Ladt? Hoort pij de oude polka, die liet draaiorgel aftoffelt? Zou men het niet houden voor liet gezaiig van eeu krankzinnige, afgebroken door snikken ? Vaak noodde die polka u met hem ten dans, den knappen, donkereu jongen mar,, met den krijgshaftige!! knevel, die er iu zijn ele^abte frak zoo kranig uitzag, en dien gij iu gedachten bij ziju voornaam, Frederik, noemdèt. Hij vrosg zeggen, dat een Minister zoo goed als alles van zoo iemand over het hoofd moet zien, omdat hij kunst kenner is. Indien eeu ambtenaar, boe hoog ook geplaatst en hoezeer ook om kunde en talenten gewaardeerd, als ambtenaar zijn plicht niet doet en niet aan de hem gege\en bevelen en voorschriften gehoorzaamt, acht deze Minister zich verplicht geeue consideratie te gebruiken, maar tegenover dergelijke ambtenaren met gestrengheid op te treden." En wat blijkt nu uit het schrijven van de heer Hofstede de Groot ? 1. dat de afwisselende Ministers steeds den directeur bij aankoop van schilderijen enz., zoo hij binnen den begrootingspost bleef, hun goedkeuring verleenden, zoo dat hij meende daarop ook te mogen rekenen. »De heel' Bredius ging zijn weg en spoorde op wat hij wensehelijke aanvullingen van het Museum achtte en droeg dit den minister ten aankoop voor. Wel had hij vaak met 1?</euwerkin/j van den heer De Stuers te kampen, doch als mijn geheugen mij niet bedriegt, gelukte het hem toch steeds, op zijne voorstellen de goedkeuring der afwisselende ministers te verkrijgen," 2. dat de heer de Stuers, den heer de Groot als directeur van het prentenkabinet, eenvoudig onder curateele stelde. Al spoedig bemerkte ik dat de heer De Stuers ?wie andere opvatting vau zijn werkkring had: hij wensehtc voor zich invloed op mijne voorstellen aan den nm.;Rta, oveileg van bein en mij, alvorens het mij geoorlootü-<>u zijn, iets aan den minister voor te stellen. 11 ij verlai <de dat ik in zijn gevolg en tezamen, met andere door hem uit te noodiyen persunen, kijkdagen van kunstveilingen zon bezoeken eu met hem overleg zou plegen, alvorens mijne voor stellen bij de regeering in te dienen. Zelt's in een gefal, waarin de minister een voldoend emüt! voor aanknopen te mijner beschikking gesteld had, ver wachtte hij, de referendaris, voorstellen van mij. In een dergelijke verhouding meende ik niet te kunnen treden. Ik wensehte de verantwoordelijkheid, die tegenover de buitenwereld, d.w.z. de bezoekers van het Kabinet en de wetenschap, op mij als direc teur rustte, voor mij zelf en deze nit t af te staan aan of zelfs te decleii met dim referendaris, chef dei' afdicling kunsten en wetenschappen." 3. dat de toenmalige Minister (v. Houten) den heer de Stuers in het gelijk stelde ; 4. dat de Minister B irgesiua «onbeperkte gehoorzaamheid aan de wenschen van ge noemden Referendaris verlangde" ; 5. dat daarop de heer de Groot zijn reeds vroeger aangekocdigd besluit nam, om een betrekking neer te leggen, die hem tot een »commies" van den heer de Stuers verlaagde. 0. dat, volgens een deskundige als de heer De Groot, de heer De Stuers de noodige gegevens mist, om met vrucht al zoo over deze kunstaf'deeling te heersenen: noch vol doende bekend met de J^uiopeesche kunst markt, noch met de leemte van de verza meling,noch met de behoeften der bezoekers. Hierna geeft de heer De Groot nog de volgende toelichting: De heer Oe Stuers liet /,ieh iu Oetuber 1SÜ7 teekeningen, die ie Amsterdam in veiling /.ouden komen, naar den l laag loexeuden en zocht daar uit, wat volgens zijne opinie voor het Prentenkabinet geschikt was. Dan gaf hij buiten den directeur van die in stelling om, aan een derde last deze ten behoeve van het Prentenkabinet aan te knopen. Ik kreeg dan van den lieer De Siners de aanwijzing dat het x;iak w as, dat van mijnentwege niet op die nummers \\erd gebodeu". Hier devhalre e^n volkomen Ier zijde stelling van den directeur. Duiten hem om werd beslist, wat voor de verzameling onder ?ijn beheer dienstig was, wat aangekocht, zou worden, duur wie.Ti^ tu schenkomst dit zon geschieden eu welke prijs be.-teed zon worden. Hij ontving dan sleehls de aanwij/inii;, die in bet licht van voorafgegane ministerieele aanschrij vingen niet anders kon worden opgevat dan als e-n bevel om zieli er buiten te houden. Later onlvitiu1 hij dan de aangekochte zaken in het museum thuis. Ook di-:e liand'Iwijze werd duor den mtnistei-i/cscn-ttoneerd". Een tweede geval ter illustratie van de rol, die de heer De Stuers den directeur van Rijksmusea toedenkt is het volgende : Den 9 Febr. 1898 ontving ik dit briefje: De firma. . .. zond mij ter inzage de oudetcekeniiijien enz. Ik zag ze met den heer J. Ph. van der Keilen na eu wij ineeneu op de volgende nummers uw aan dacht te mogen vestigen: (volgen de nummers.) Indien U een machtiging vraagt tot aankoop dezer nummers zal ik er gunstig op adviseeren." Wederom dus de opvat, ing alsof a:ui den referendaris, chef der afdeeling kunsten en wetenschappen, de bijzondere zorg voor aaiikoopen ten behoeve van 's Rijks prentenkabinet is opgedragen, alsof de directeur slechts be.-taat otn des rclei'endaris' voorstellen als de /.ijne over te nemen en bij den minister aanhangig te maken. Veroorloofde ik mij naast een aantal der door den i'etcreiulai is genoemde ook andere nummers aan den minister ten aankoop voor te stellen, dan werden deze eenvoudig zonder commentaar geschrapt. Zoo zoude ik vrrdei' kunnen gaan en nog menig voorbeeld kunnen bijbrengen. Ik acht evenwel liet hier medegedeelde voldoende, om den toestand te schetsen en wt nseh mij hier ook niet te begeven in <:<-ne niteiiizitti,!// van de li-tjcn'icn kin1/ d"' mi i >n', 'm hit lit'liiiii/ van lu't kabinet gedane roorstcllen hebbiU uudercundeii^ De heer de Groot is das heengegaan, omdat hij »als een man die een wetenschappelijken naam had op te houden, niet wensehte te zijn een stroopop van den heer de Stuers", en nis-t slechts in naam, maar inderdaad verantwoordelijk wilde zijn. Na een erkenning van de verdiensten van den heer de Stuers, gebleken in vroe gere dagen, eindigt de heer de Groot o. a. met deze woorden : »De lieer T)e Stuers v.o'kt ve:'dixlen,l. niet vercenigend, d,; Leer De Stuers .werkt remmend, niet voortstuwend, de heer De Slnevs werkt atbrekend, n i e t opbouwend, ledere ojiharing vnn zelfstandig heid hij andereu is hem een gruwel, wie niet ja zegt als hij ja zeg!, ook al metnt hij neen, heeft het hij hem verkorven, (ieen tegenspraak "wordt geduld op strall'e van oliueiiade. Zoo lang deze ambtenaar aan het roer /it, is er UMI' een zelfstandig inu-euni-ilirei leur in Nederland geen plaats, ut' indien ineu zich aL nuodgedi\ingeu handhaaft, ritst noeK duur." En van dit, alles ook van de algemeen bekende conclusie, nu eens door den heer De Groot uitgesproken wist Minister Biirgesius iiiela. Hij regeert, //()' zelf rpgeert zijn kunstdeparteiaent, '/.iet, uit eigen oogen maar wanneer het Rijksmuseum het verlies heeft te betreuren, van een man als Hofstede de Groot door Lohman werd het, her innerd : een Europeesehe verinaardheid JJorgtsius. onze kunslministcr, alleen kende de oorzaak daarvan niet. Misschien hoort ook De Stuers, evenals zijn chef', het nu voor 't eerst. Immers had de Uefendaris er iets van vermoed, hoe zou hij voor zijn Minister dit, hebben kunnen verzwijgen ! De heer Van Houleri heeft het noodig geacht thans de verzekering te geven, dat hij, als minister, den heer de Groot niet onder curateele van den heer de Stuers gesteld had. Hij nam zelfs riiet aan, dat de ! directeuren onzer musea hiërarchisch onder j den Referendaris staan. De heer de Groot echter zou zich hebben schuldig gemaakt aan maclilsuversulirijuirij,'.-.1! tegenover den Minister. \Viezounietovertuigdzijn, als een ander dan Mr. v. Houten dit verklaarde? Maar de geschiedenis met Dr. Bredius, die, als directeur van het Mauritshuis, door ZEx. op zulk een w ij .s behandeld werd, dat .Noikriand en bel Buitenland er bij te pas kwamen, ligt nog versch in het geheugen ! ! Hoe potsierlijk echter de hiërarchische | uitingen van ddii lieer B H'ge.sius, aan het [ adres van ongehoorzame museum-directeuj ren! De heer de Stuers is referendaris van kunstenen wetenschappm, en laat gelukkig de ivetcusclta}>pcii, om voor hem zeer geldige u de polka met hem te dansen, evenals den wals en de mazurka. Uw stem trilde/een weinig, als gij, neigend, //met ^euoegen, mijnheer," autwoorddet eu ook uw hai:d' beefde, als 'ij die op zijn arm Irgdet. Want men beweerde dat hij eeu zoon vau riike familie was een t-uneliik mauvais sujet", die reeds een duel had gehad ea wiens tchulden reeds tweemalen door zijn vader betaald waren. Wat vatte hij u nv^t vaste hand om liet, nvdilen en wat deed hij in de pauzen als gij glimlachend eu niet straleLde oogen, op zijn arm leundet, uw hart sneller kloppen. Ach! Eeri z.uo ujodistiugetrd jon<rmei,sch als rederik, was niet gcschapi u om zich lang op burgerbals op te houden. Hij ging naar andere feesten eu zonder het tuelve Ie bekennen, waart gij daarover treurig, nietwaar? Daan.a ver vlogen twee, drie, vier, vijf jaren. Gij deed geen rose kleed meer aan, waart een \ycinig bleek geworden en iu de kleine burgerkrausjes, waar het niuniek-iópüttoiregceu noemenswaardige verandering ondergaat, werd nog altijd de oude polka gespeeld, die u aan Frederik herinnerde. Eindelijk moest «ij de dingen zien, zooals zij waren, een besluit riemen en zoodoende hebt gij deii schuchteren jongen mau getrouwd, die met de muurbloemeii danste en de dei tig al was gepasseerd. Vromer hadt, gij me; r da.u eens zijn quadrille vergeten, niettegenstaande hij op uw ivoren bilbotkje ingeschreven stond. Toen vondt gij hem saai, bLkeu het maar, dca goedigen Jules met zijn groote witte das eu zijn naar benzine liekende handschoenen. Niet tegenstaande dat hebt gij hem getrouwd eu hij is alles bijeengenomen een vlijtig mensch, een oppassend huisvader. Tnaus is hij ouderchif, als wijlen uw papa, eu krijgt hetzelfde ont moedigende getuigenis: Bruikbaar beambte, steeds zeer ijverig en nauwgezet in ziju -.verk." Drie kindereu! Eer.st twee jongens en daarna een meisje, dat kost geld! Gelukkig is de oud ste al op het gymnasium, waar hij uit een beurs studeert. Met de grootst mogelijke zuinig heid komt men precies toe. A, aar welk een treurig, eentonig leven. Uw inau gaat reeds 's morgens voeg vau huis en Leemt ziju twaalf uurtje in den zak van ziju overjas nu r. Gij hebt u in het onvermijdelijke geschikt. IUt noodlot heeft over u gezegevierd. Maar de^e oude polka die het orgel nog aldoor speelt, herinnert er u aan, dat gij onlangs toen u ij evenals nu het wagentje voor u uit duwdi-t, waarin uw kind slaapt, bijna door een prachtige kales overreden waart gt worden eu da! gij op de mollige kussens den knappen Frederik hebt herkend, die dezelfde is gebleven en iiOïaltijd het jeugdig uittrlijk van gelukkige mchschen vertoont. Nietwaar? dat, orgel is onverdraaglijk? ge lukkig houdt bet uu stil. En nu valt de avond. Ga naar hui?, mevrouw Jules! Uw tweede zoon zal reeds uit school zijn thuis gekomen cu als uiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim gij er niet achterheen zit, maakt hij nooit vóór het eten zijn huiswerk af. Ga naar huis, mevrouw Julus! Uw man zal weldra vermoeid en hongerig van het bureau komen en gij weet dat het dagmeisje tegen drie francs in de week, niet in staat, is, de rest van het roliadel je van gisteren met uien eu aardappelen genietbaar te maken! Hoe aandoenlijk werkt, toch do muziek ! Hoe levendig roept, zij alle smartelijke herrinueiingen in 01.s wakker! Eu hoc klagend klinkt in de schemering het, draaiorgel, dat ecu galop speelt. Waaraan deukt, gij, als gij dieu hoort, me vrouw de gravin en waarom blijft, gij als ver steend vi.or het hooge venster vau uw boudoir staan? Waar kan de oude melodie, die daar beneden op den somberen boulevard naa-4 de ontbladerde populieren van haar huis door het knjschtuje draaiorgel gespeeld wordt, do geluk kige, iu den vollen bloei harcr dertig jaren stralende vrouw aan herinneren:' Zij herinnert haar aan het ruime amp'iitheater van Johnson's American Circus, volgepropt, met oplettende gezichten, zooals het zich ten tijde van haar (qu.estriEch.eu triomf aau haar blikken vertoonde. De twee tziganen hebbeu hun komisch concert geëindigd en de stalknecht leidt haar pa,ud ele ai'eiia biüiien. ,Gij weet immers nog, het, reusachtige, makke paard, dien witten, zwartgevlektcn schimmel, die onwillekeurig aau ecu gebraden, ^ctruil'eerde kalkoen deed denken. Dan ver?cheent gij eu reiktet den statigeu rijmees'er in scharlakeuroodc frak, op wien gij beken hot, gerust als alle danies-artisteu van den troep, eeu weinig verliefd waart, de haiid. Gij wierpt het, publiek een kushand toe cu dadelijk, hop! met n sprong, stoudt gij op het zadel. Een zweep knalde, het, orkest schetterde, het trull'elpaard zette zich iu galop en hop! hop! vertoomlet gij uw kunsten. Welk een goddelijk wezen waart gij t.oenmaal?, graviu! Zeventien jaren, niet, de gestalte eeiier Veiius, cc:) toonbeeld vau kracht c» jeugdige aauvalligiicid. EBU dier volmaakte schoonheden, zooals alleen de gemengde rassen drr nieuwe svereld kunnen aanwijiei1. li-.'u gemompel 11'.Tg uit de moiigt'! der tor.-c'iouwers op: //De schuimt1 Ad:i! De Auierikaaiische !" Eu beneveld door uw smet?, vcrdubbtKiet gij uw koene pirouetten. Het eerste gedeelte der voorstelling cimliü'de stccils met een luid bravo-geroep. Terwijl de rij k n i eiits cp banken klommen en hoepels cu linten binr.enskcpien, en iic clowi', om de galerij te amuscüren, zijn ka'iicraad met ecu oorvijg plat op den buik wierp eu hem voorzichtig bij ziju broek weer optilde, reedt gij, licht als eeu vlinder op den rand vau het zadel zittend, iu den telgang langs de verliooging. Dat, was het schoonste oogenblik voor uw bewonderaars. Gij droegt het Godinuciihoofd ouder uw helm van redenen,buiten zijn despotisch beheer. Maar, indien de referendaris zich nu ook eens een toezicht veroorloofde pp bibliothecarissen, op curatoren en professoren van Rijks universiteiten, in den trant van ziju kunst verzorging, zou er niet in Nederland een verzet ontstaan, zóó krachtig, dat de refe rendaris binnen enkele weken van zijn voetstuk ware getuimeld ? Laat de afdeeling Kunst in het vervolg op dezelfde wijs worden «geregeerd", als die der Wetenschappen;?stel in de plaats van den heer de Stuers een administratief man ; laat er, gelijk bij de universiteiten curatoren bestaan, een niet-eenzijdig collegie van toezicht worden gevormd voor Kunst, en de vrede, reeds veel te lang ge stoord, zal iu de olficieele kunstwereld wederkeeren. Dit is toch oneindig beter, dan al die di < ke woorden, waarmee v. Houten en Borgesius een referendaris dekken, wiens tyranniek bestaan voor nie mand meer een geheim is, en die het voor recht heeft als onverantwoordelijk minister de heerschappij te voeren op een gebied, dat van zijn dienaren de grootste zelfstan digheid eischt. Kunstig erheil Onlangs waren we in de gelegenheid, in de werkplaats der firma E. J. van Wisselingh en Co , te zien hoe onze kunstnijverheid, ge leid door zuivere principen en logische rede neering onder de handen der heeren Dijsselhoff en Nieuwenhuis begint te herleven. Hoe men er meubelen maakt, constructief in elkaar gezet, in zuiver houtverband ; waar van de vorm voortvloeit uit de samenstelling, terwijl daarbij uitstekend reke. ing gehouden is met de eischen der bestemming. Stoelen niet met een dun laagje hout op gelegd, maar geheel van mooi roodbruin mahoi y bout, met zilvergrijze zitting, goed van verhouding, fraai van vorm, massief' en zeer gemakkelijk. Van wat de metaalbewerking daar voortbrengt, waar in het bijzonder de beer Nieuwenhuis zich mede bezig houdt, zagen we een pendule, die door goed doordachte vorm en juist aan gebrachte versiering tot voorbeeld voor velen kon strekken. Geheel van geel koper, waren er stukken rood koper met klinknagels op bevestigd, wat trouwens de eenige rationeele wijze is om twee metalen aan elkaar te verbinden. De versie ringen w.iren er in tijne lijntjes ingeëtst, ter wijl gekleurde steenen en glas bijdroegen tot verhooging van het itt'jct en er rijkdom en toch deftigheid aan gaven. Als bekroning was het koper van het voorvlak met een randje uitgezaagd ; maar niet alleen het omhulsel, het uurwerk zelf was ook, voor zoover zichtbaar, als wijzerplaat en wijzers en achterzijde, aan verbetering onderhevig geweest, waardoor een btter geheel verkregen was, dan indertijd bij de pendules van Mendes da Costa, waar de harmonie door een ingeplaatst wek kerklokje geheel verbroken wa?. Daar deze werkplaats nog van zeer korten datum dagttekent en het meeste wat er tot nu vervaardigd werd reeds een bestemming had, spreekt het van zelf dat nog slechts zeer weinig op dit oogenblik, ak in voorraad aanwezig is, en wij van de meesie daar vervaardigde voor werpen slechts de photographieën konden be wonderen. Later hopen wij dan ook, als de zalen der firma Van Wisselingb en Co. zich meer en meer vullen met de producten dezer kunste naar?, terug te komen op dezen arbeid die vreornd van buitenlandsche invloeden een ge heel eigen karakter draagt. K. W. l'. Jn. zwarte met bloemen getooide haren li:r rechtop, en als uit een wolk te voorschijn komend ver toonden zich uw door rose tricot omspande beenen uit het luchtige gazen rokje. In een dier rust pauzen zaagt gij voor de eerste maal den graaf, thans uw echtgenoot, toeuniaals eeu der wildste viveurs vau Parijs. Hij stond iu de stal;ang, groot, mager eu oorrekt, in zijn toegekuoopte paietot, eeu lelie in het knoopsgat, een grijzen hoogeu hoed op het hoof J, en tikte niet den gouden knop va» zijn wandel stok tegen zijn lippen. Den volgenden Jag kwam hij weer, den daaropvolgeudeu ook en zoo alie dagen; ec gij sloegt verward de oogeu neer, als uw blik yijn begeerig starende oogeu ont moette, de oogeu vau een man wiens hoofd op hol is. Hij had werkelijk zijn bezinning verloren. Maar gij waart eeu deugdzaam meisje. Op vijf jarigen leeftijd werdt gij wees.Usv vader, //blaugenmeüsch eiitrapezekunstenaar," viel van het, trapeze en brak zijn nek. De circusiui had Jen het ver laten kind aangenomen. De oude l'arijsche clown Misligris had u l'Vausch en daarna ecu beetje lezen en schrijven geleerd. Xa het vertroetelde en in weerwil van alles oubesmet gehouden kind dezer brave artisten te zijn geweest, zij t gij de //ster" van het gezelschap geworden. Gij verdiendet eerlijk uw brood, maar gij waart ook verstandig herinnert gij u dien avoud nog, toen de graaf u tamelijk onkiesch dien diamanten armband aanbood eu gij hem midden in den stal, voor het olifanteuhok bijna met de karwats sloeat,? Dat meest een harUtochtelijk mensch nog heviger prikkelen. Jolu sou's American Circus doorreisde geheel Frankrijk. De graaf volgde u naar Orleans, naar Tours, naar Augers eu ein delijk naar Nantes; daar zette hij de dwaasheid de kroon op en daar hij vader noch moeder bezat, schaakte hij u, om u te trouwen. Ach, hoe klagend zeurt liet draaiorgel de oude galopmelodie in de schemering! Wat moest men beginnen, toen de bedwel mende \vittebrooJswekeu aan het strand der zee in eeu verloren dorpje gesleten, waren doorge bracht? Meu stikte daarginds iu de Jockeyclub schier van het lacht n en de dames der aanzien lijke wereld barstten van verontwaardiging achter haar waait r.-. De graaf nam het beste besluit wat hij nemen kon; hij trok voor langen tijd liet land uit. Ach, arme gravin, wat hebt gij u gruwelijk verveeld in l'ioreuce, iu het doodsche paleis, waarin uw echtgenoot u als eeu klein mei.-ji: liet, opvoeden en onderrichten en waar gij zoo tallooze lessen en vermaningen hebt moeten aauhooren! Als dankbare vrouw, helaas meer dankbaar dau verliefd, wildet gij den graaf welgevallig zijn, u zijner waardig tooiien. Maar natuurlijk liadt gij daarvoor tijd noodig; en hoe geduldig hij ook was, wat heeft, uw echtgenoot u niet vaak met zijn onophoudelijk, //dat doet men niet! Dat zegt men uut!'' gekweld, al liet Reiteanflt. Uittreksel uit den Catalogus of Naam lijst van Schilderijen van Hoet en Terwesten, door E. C. Rahms, met aanteekeningen van Jhr. Mr. H. C. Flugi van Aspermont 2de deel. Verkooping 11 Mei 1740, Am sterdam, Hendrik Trip, 12 Een le/end mauuetje door Rembrandt ? 6. Veïkoopinu- 12 April 1741, Van Zwicten. 129 De Mareehal de Tnrenne levens gro.ite Kraiitig eu Kunstig door Hembrant van ll\n, hoog 10 vuet 5 duim, breed 8 voet (i duim . 90. kwam reeds voor «p de veiling Mr. YV'illem Six, 12 Mei 1734, Amsterdam. 130 Batseba wiens haar gekamt en wiens voeten gewassche werd door twee Vrouwspersonen. Seer onge meen door deny.elve, hoog l voi't 9 duim, breed 2 voet 5 duim . 350. Kwam reeds voor op de veiling lY-i'd. Grave van Pletteuberg, 2 April 1738, Amsterdam. 131 Een Ponrtruit van een vrouw met een roosje in de hand uonyt beter ol' uytvueriger vao hem geven door deiizelven, hoog 2 voet 31/2 d. 250. Geschilderd in G41, thans te Dresden. Het roosje is feitelijk een Anjelier. Sommigen zien hierin Saskia. 132 Een St. Cccilia door denzelven niet minder dan de Voorgaande, hoou 4 voet l'/j d., breed 3 voet 2l.'3'd. . .' 125. 133 Christus by het vrouwtje aan de Waterput door deuzelven, hoog 2 voet U's d., breed 2 voet (ü/2 d. 6. Geschilderd in Iti59. In '( bez t van liudulphe Kinni te Parijs. (De malen verschillen iets). 131 Eeu bybelsche historie. Vol figu ren door dfiiy.rïven, hoog 2 voet l d., bived ?> voet (i d. . . 14. 135 Ke:i t'ontcyn in een rot» met figu ren en beesten, hoog l voet, breed l voet 3 d. door dczelven . 7.10st. 130 Een Vrouwe Pourtrait Jojr dcnzelvtn, hoou; 2 voel 2 i/4 d., breed l voet 11:>4 duim . . . . 5.10 si. 137 Een Oude M:tns Ponrkait door denzelve, h m^ 2 voet G d., breed 2 voet l'^'i dirm . . . . 8.5 st, 13S Een Vrouwe l'.iiiih'ait door den zelven, ho'>g l vo,l 2:'4 duim, breed l voet 5.10 3t. VerkoojiiiiL!; i't April 1742, Amsterd. Mr. Nieolaas ComelU Hasselaar. l Een overhtvrlv k Stuk van Jaeob, Jusepii en Phnrao door Rembrandt, lioog 5 voet 10 duim. breed 7 voet 9 duim f, 155. Verkoop, l Mei 1742. 's llage, M. van Hoeken en Tlieodoor Hartsticker. 17 Ken Kapitaal Stuk d mr llembranf, verbeeldende daar Maria bet kindje aau Siineon overgeeft, se-l' seho <n, lv>o.c 3 voet 5 duim, biv.fd 4 voH 4 duun . . . 153,, Misschien iu de collectie Weber ti' Hamlnu'j;. 102 Hen Kousliu' Pnurtrait door Rembi'and. hoog (J'/2 duim. breed 7 duim 3. 103 Beu Konslig Fkrtret. . . . 1. 115 Een zeer uitmuntend Pourtrait duor Reinbrandt, hoog 2 voet l duim, brc'.l l vot:; 1) duim. . 79. Verko.ipiiii; 30 Aug. 1742 te l! MUI, Jan de Gise. 4 De Veilorcn Xo:>u door liembrant, hoog S voet l duim, breed ti voet 3 duim .?....?005. \nluvus Ii;> Ie, gescbilderd in K.fiS of '69, volgens ISredius in UHi3. Geheel in de manier en hij er ook steeds een. vrij droog //kindjelief'" op volgen. Alle vrouwen zijn vatbaar voor opvoeding. Hel begrip «parvenu" is op het vrouwelijk ge slacht niet vau tocpas-.iug. Na verloop van drie jaren waart 711 «f» rc'ite '.'ravin. D.: graaf, die zic'i in de Musea verveelde eu zich nooit voor de schilderkunst had kunnen iuteresseeren, kon liet niet langer ui'lioulen en voerde u naar Parijs terug. De gordijnen van liet oude hotel, die zoo lang gesloten waren geweest, weiden opgetrokken eu gij gaaft, uw eerste diner in de gniote eet/.aa', tegenover h :t reusachtig portret vau des graven vootv.ant, den luitenant des ko. nings, die, gepoederd, met het blauwe kruis op 'ie ro)de frak, iu liet bijzonder door den kolos salen fa iiiiieuens opviel, en u een strengen blik scheen toe te werpen. Ook bier, gravin, werd eenzaamheid en melan cholie weer uw devies. liet is uw echtgenoot thans eerst gelukt na onmogelijk veel moeite gedaan en het g..'ld met, handen vol aan lief dadige instellingen rondgedeeld te hebben, u een kleinen kring van priesters en vrome dames te ontsluiten. Hoe somber is die zwarte kleedij van bi iilerlei geslac'il ! Sjdert zes jaren bezoekt gij ochtend aan ochtend crèches en scholen en verveelt gij u 's avonds in uw eenzame loge in de opera uf het i,én,u; Eiviucais. Geen kind! En de jaren gaan voorbij! En het ergste is, dat gij voor den graaf slechts een groote dankbaar heid koestert, cm slechts ecu oprechte vriend schap toedraagt en hem door en door kent! O! zeker, hij is op eu top een man van eer, maar vol aristocratische zotternijen, en saai als een symphonieconcert. Hij is thans acht en veertig jaren en de oude, verstandig geworden, kwast vau voorheen, een nogal zouteloos mengsel van voornaam optreden, geverfden knevel, vooroordeelen, grijzen hoogen hoed en bedorven maag. Waarom speelt dat wreede orgel nog aldoor dieu ouden galop, die eens uw kunsten op den rug van hst »trulf:ipaard" accompagiieerde. Gij ziet uzell weder in de arena, werpt liet publiek een kusliand toe en zwelgt in den storm van bijvalsgi-jiibel. Xijt gij waanzinnig, gravin? Uw oog schittert, u* boezem jaagt, en nogmaals doorleeft, gij liet eerste en zaligste gevoel uwer jeugd, toen gij meendet dat de knappe pikeur met de scharlaken toode frak, u teeder de vingertoppi n drukte, terwijl hij u uit de arena teruggeleidde. , Eindelijk is de klank van liet orgel verstomd; tegen den steeds donkerder wordenden hemel onderscheidt men teinauwernood de skeletten der on! bladerde boomcii. Da kamerdienaar treedt onhoorbaar binnen en brengt een lamp. Hij zet kaar op e; n tafel eu zegt met plechtige stem: jMijnheer de pastoor van St. Aquilin ver wacht mevrouw de gravin in het salon!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl