De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 1 januari pagina 2

1 januari 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1123 ,r, IV &:? R-;; r i a midden of de i#i//xe, waarop de heer Eland zijne begrooting verdedigd heeft, er toe kan bijdragen in hem den man te xien, waarvan een grooteche daad te verwachten is. Hij vartoonda-zieh, naaronze opvatting, 100 bijzonder klein. Doch, al ware- dit anders geweest van Eland een goedkoope leger-formatie en organisatie te hopen, die werkelijk niet alleen betrekkelijkerwijs goedkoop, maar ook aanne melijk is voor hen, die Nederland zijn plicht als neutrale mogendheid: wenschen te doen, vervullen, betwijfelen wij zeer. Het is nu reeds gebleken, dat deze ont zettend goedkoope genie-officier alle heil ziet in de stelling Amsterdam; ook niet durft adviseeren tot de opheffing der ver ouderde Hollaudsche waterlinie; dat hij een fortenman is en dus het leger in overeenstemming met zijn forten-liefde zal willen organiseeren, terwijl van een leger organisatie, met het oog op onze neutraliteiteverdediging nooit iets terecht kan komen, zoolang de forUn niet geheel en al bijzaak worden en de levende strijd krachten hoofdzaak. En dit laatste kan alleen het' geval z'jn, wanneer het leger zelf, veel talrijker., naar het Zwitsersche Stelsel, behoudens wijzigingen door de locale toestanden geëischt, ingericht, veel meer koet dan thans terwijl dat veel meer kosten weder uitsluitend voor de natie te dragen is, als wij eindigen met dechic van een fortificalie-verdedigingsstelsel. Een hettsche hervorming, leidende tot vermin dering der uitgaven voor defensie, waar door wij in staat gesteld zullen worden ons als neutrale mogendheid te doen gelden moet beginnen met ons- alleen het stichten en onderhouden van een vloot op te leggen, die bij rebellie in de koloniën ons gezag helpt handhaven, en verder het hebben van een paar schepen voor vlag vertoon en dient ons te ontheffen van de aftchuwelijke geldverspilling aan allerlei soort van verdedigingsliniën en stellingen,die uitsluitend tegen een gefantaseerden vijand te verdedigen zijn, maar allerminst tegen dien eenen vijand, dien men nog te duchten heeft» En wat, er nu in dit opzicht van den Heer Eland te wachten is, behoeven wij niet te zeggen. Van een wezenlijke hervorming, die de kosten voor het leger verhoogt, maar die der groot-scheepsche defensie vermindert, zal bij zijn fortifioatie-Bympathieën geen sprake zijn. Hij kan komen met een legerorganisatie, die goedkoop is, aanvankelijk, maar op den duur toch veel meer zal eischen dan thans,, en blijft tegelijk ijveren voor het behoud van den meest vicieuzen toe stand. Om de legerorganisatie te verkrijgen, die Nederland noodig heeft, zal men een hervormer moeten zoeken die den Staat der Nederlanden op defensie-terrein op geheel nieuwe banen leidt. Men spreekt in ons land tegenwoordig veel van militairisme en anti-militairisme. Wat het laatste betreft, het bestaat bijna niet. De Nederlanders zijn vaderlands lievend genoeg, om ook hun land, als 't. noodig is, te willen verdedigen. Het antimilitairisme, wat zou het onder ons anders zijn, dan de afkeer van een defensie stelsel, dat miüioenen verkwist voor een soort van bluf, en ons land eenvoudig volstrekt weerloos heeft gelaten. Als morgen b.v. Frankrijk en Duitschland op nieuw in oorlog gewikkeld, over ons land trachten te beschikken zal de eerste de beste het recht hebben, niet met ons te rekenen. Zal Eland dat veranderen?! Mochten in die verwachting, de leden der kamermeerderheid, Elands aanblijven koopen met een fort, of hadden zij hem helder en klaar behooren te bewijzen, dat het niet aangaat, ons een quasi-goedkooper legerorganisatie te bezorgen zoolang de strijd tusschen de oude en de nieuwe defensie-begrippen niet zal zijn beslist ? Beiden samen in toepassing te willen brengen, leidt tot niets anders dan tot nog grooter geldverlies. Godsdienstoefening aan boord. De minister van marine heeft bepaald: »dat de in artikel 6 van het reglement op den inwendigen dienst voorkomende bepaling, nopens het vrijstellen van de bij woning der godsdienstoefening in zee, aan boord van Hr Ms schepen, moet worden opgevat in dier voege, dat kunnen worden vrijgesteld indien zij dit verlangen: a. de personen die tot geen erkend kerk genootschap behooren; b. de personen, die verklaren, dat hunne godsdienstige over tuiging geweld zoude worden aangedaan door het aanhooren der leerrede. Wanneer geen muziekinstrument beschik baar is, waarmede de zang kan worden begeleid en de commandeerende officier oor deelt dat het zingen zonder begeleiding ongewenscht is, kan het zingen vervangen woïden door de voorlezing van het lied". Het komt ons voor, dat hiermede niet aan den eisch is voldaan. Het bijwonen van de godsdienstoefenin gen aan boord behoort volkomen vrij te zijn. Ieder die ter kerk wil gaan, ga, ieaer die liever niet ter kerk wil gaan, onthoude zich._ Alleen dit is in overeenstemming met de vrijheid, die men zijn medeburger, hij zij soldaat, matroos of niet, moet toestaan. Zal iemand, die nu niet ter kerk wil gaan, eerst weer door een leugen, b.v. door te verklaren, dat het aanhooren der leerrede hem kwetst, zich moeten vrijwaren van den dwang, welke hem tot het medehoudeu der godsdienstoefening verplicht? Vanwaar deze kleingeestige, geniepige bepaling; waarom zal de Staat zich men gen in een aangelegenheid, waarmee hij nrts te maken heeft? De Staat, het leger of de vloot, zijn niet geroepen tot dergelijke opvoedingsdiensten. De Kerk doe wat haar plicht is, en de Staat zorge voor den zijnen. Op scheiding van Kerk en Staat dulde men niet dezen inbreuk. Principüs obsta. Signalementen u/fl UtrecMschen Gemeenteraad door JAN VAN 'T STICHT. De heer M. L. Warendorf. JL,.* v. ,... Een self made man! Dat beteekent nu pp zich zelf zooveel niet in onzen tegenwoordigen tijd nu het zooveel gemakkelijker is dan voor heen om zich voor het beroep dat men zich kiest voor te bereiden en da noodzakelijke kundigheden te verschaffen. Het zal zooveel jaren niet meer duren of men valt over de self made men", maar dat zullen er dan ook self made men" naar zyn. Onze heer Warendorf is er nog een van den ouden stempel! Die heeft moeten worstelen om zich een bestaan te scheppen ea is geëin digd met te overwinnen. Geëindigd is niet het juiste woord, want meneer is nog pas midden in den str\jd en hij kan al zegevierend om zich heen kijken. Hoe hij heefc moeten worstelen is belang wekkend om te hooren uit den mond van personen die hem in zijne te Gouda doorge brachte jeugd gekend hebben, waar bij als jongen, met de meest primitieve negotie die te denken is (en waarvan hij waren" zelf vervaardigde) den boer opging en voor zijn vader en moeder, wien hut niet voordeelig ging in de maatschappij, het brood verdiende. En wat het zeggen wilde, op die wijze als knaap de wereld in te trekken moet bedenken hoe weinig verdraagzaam men in die dagen was en welk een spot de kleine jood dus te verduren had, die door een spraakgebrek dat hem belette een paar letters naar behooren uit te spreken, nog bovendien belachelijk werd werd gemaakt. Dat spraakgebrek vooral hin derde hem en hij begreep zelf hoe dat in zijl leven een belemmering zou zijn om behoorlijk in de maatschappy zijn weg te vinden. En hij nam het besluit dat te herstellen! Zonder eenige leiding begon hij zich te oefenen en toen ik heb het uit een mededeeling uit die dagen hooren vertellen toen na eenigen tijd de oude joodsche schoolmeester in Gouda hem weer eens ontmoette en hoorde riep hij in Oostersche verwarring uit: Heer der Gerechten, is dat nou Emmele Warendorf de jongen, die ik nog niet eens fatsoenlijk heb kunnen leeren praten l" En hy stelde hem tot voorbeeld aan de geheele klasse en verklaarde dat het niet anders kon of de God van Abraham, Izaak en Jacob zou hem zegenen. Nu, dat heeft de schoolmeester goed geraden. Die zegen heeft hem niet ontbroken. Wat Warendorf gedaan heeft na de negotie, weet ik niet ik hsb hem hier eerst leeren kennen toen h\j al zaken" deed, iets heel anders en eigenlijk toch precies hetzelfde als negotie". Toen deed hij in papier, en wat voor papier ? ! Het minste, ordinairste papier wat men zich denken kan! Hij handelde in grauw papier, in pakpapier, waar een kruidenier zijn groene zeep inwikkeld en een slager in de achterbuurt zijn gesmolten reuzel! o foei! Maar er word brood aan verdiend en toen er een tijd kwam dat het pakpapier niet meer ging, toen de tijd" iets anders verlangde, ging Warendorf met zijn ty<l mee en fabriceerde zakjes, plat weg uitgedrukt het zakjes plakken" en bracht die aan den man. En zoo ging het van goed tot beter. De zakjes ontwikkelden zich tot enveloppen, het grauw papier waa wit geworden en werd langzamerhand gelinieerd en tot school schriften herschapen; uit die schoolschriften groeiden kantoorboeken en ik ik geloof niet dat er een kwart eeuv sedert de zakjes plakkerij verloopen is staat daar op de Oude Gracht een fabriek van die boeken en van alle mogelijke denkbare cartonnages, die met de voornaamste buitenlandsche fabrieken den strgd aandurft. Als men Warendorf langs den v/eg ziet gaan met den hoogen zijden op het hoofd zou men hem niet aanzeggen dat. daar zoo'n waggonlading energie, zoo bedaard heen stapt. Is bij alieen dan kijkt hij peinzend vóór zich heeft hij een meer personen bij zich dan kan men er zeker van zijn dat hij aan het woord is. Want hij spreekt graag .... maar hij doet ook graag wat en niet alleen wat, maar veel. Ea om dit laatste ziet men gaarne het eerste over het hoofd. Ja, h\j doet veel en niet alleen voor zich zelf maar ook, vooral in de laatste jaren, voor ander.: n, voor de openbare zaak. Hy heeft het vertrouwen ziji.er medeburgers ver worven en al zijn er altijd nog velen die in Christelijken ootmoed, Warendorfs woorden en daden met een glimlachje ontvangen dat zooveel beteekenen moet als: daar zal wel iets anders achter zitten wie hem van nabij kennen waardeeren in hem den eerlijken, onpar tijdigen man, die wat hij op zich neemt volvoert naar eer en geweten en inet een toe wijding, die veel edeler drijfveren beeft dan eigenbelang. Verwond' ren kan het niemand dat zulk een man lid is van de Kamer van Koophandel en van den G meenteraad, dat hij, met zijn. practischen zin, de sticater is van Werkverschaffing" alhier, die hij nog altijd steunt met zyn raad en nog iets beters en dat zijne geloofsgenooten hem verkozen hebben in kerkeraad, in de Mij. tot Nut der Israëlieten, en wat er meer voor vereenigingen zijn mogen. Nu, in den laatsten tijd heeft cij weer mede opgericht een bouwmaatschappij met daaraan verbonden spaarkas, waarvan hij ook alweer een voornaam deel van het werk op z'-u ge laden heeft. Een aardig staaltje dat mij dezer dagen. door een vriend nooit schreef ik: een ver eerder van Warendorf verteld werd moet ik r.og even overbrieven omdat daaruit het beste bewijs spreekt van 's mans goede hart en onbedwingbare zucht naar recht! Het is al eenige jaren geleden du Tour was Minister van Justitie toen een paar kinderen van doodarme jodenouders die ziek te bed lagen, beurtelings den boer opgingen met negotie en zich daartoe bedienden van het patent hunner zieke moeder. En zoo ver dienden zij een droog stuk brood en een aard appel voor hunne machtelooze ouders. Maar zij werden beiden gesnapt die boos doeners, die kankerzweren aan de maatschappy. Hilversum komt, geloof ik, de eer toe dat het die verworpelingen onschadelijk heeft gemaakt. De rechtbank veroordeelde hen ieder tot drie maanden gevangenisstraf dat was volgens de wet l Leve de wet! En Warendoif stond op zijn achterste pooten! En hij ging de vriend die 't mij verteld heeft ging mede raar den Haag, naar di>n Minister bij wien hij zich liet aandienen in zijne qualiteit van vice-president der Maat schappy tot nut der Israëlieten ia Nederland. En of Du Tour hoog sprong of laag sprong, hij moest eindigen met toe te stemmen dat Warendorf gelijk had en dat hij' een verzoek om gratie zou ondersteunen. En de kinderen kregen gratie! Leve de gratio! Maar als Warendorf er nu niet geweest was, wat dan? Dan zou er een ander geweest zijn zeker, hè? Jawel, das kannst du begreifen! Dan waren ze den nor in gegaan en de oude lui misschien van kommer en verdriet gestorven. Daa-om: leve ... neen niet leve Warendorf. Dat schreeuwen ze op iedere bruiloft ook, dat wordt zoo bauaal, dat men haast evengoed het tegenovergestelde roepen kan, zonder van kwaadwilligheid verdacht te worden. Maar dat we wenschen dat zoo'n man nog lang zijn krachten aan de openbare zaak zal blijven wyden, ook al zyn er geen materieele bezwaren, die een lang en rustig leven elders in den weg staan, die wensch zal zeker wel door de meesten mijner onpartijdige stadgenooten gedeeld worden. iiliiiiiniiiiimiiii Sodalo, mimmiiimiiiiiiimiiiitiiiiiiiiii Bron ?oor sociale adviezen, De vergadering, bijeengeroepen door den heer Eringaard c. s., ter bespreking van de stichting eener Vereeniging, tot het in het aanzijn roepen van een Centraal-bureau voor sociale adviezen heeft, in hoofdzaak onze wenschea te dien opzichte geuit, vervuld. Allereerst werd aangedrongen op een duidelijke omschrijving van het doel der Vereeniging, als een van practischen aard, en het karakter van de vereeniging als volkomen polifick-ncutraal. Wel werd geen bepaald besluit nopens het eerste ge nomen, maar een motie van den heer Schaepman goedgekeurd, om zich te ver eenigen met de algemeene strekking der voorstellen, met de uitnoodiging aan de voorloopige commissie, om de ingediende amendementen in overweging te nemen. Bedoeld werd o. a. '...et amendement-Stork gesteund door den heer Kouveld, om de verspreiding van gegevens te beperken tot die omtrent instellingen, waarvoor het Bureau zou worden opgericht. Ten opzichte van het o. i. voornaamste punt: de neutraliteit der vereeniging uit politiek oogpunt, werd ondubbelzinnig kleur bekend. Op voorstel van den voorzitter werd dit met algemeene stemmen aange nomen. Toch bleek nog na die verklarirrg, hoe gevaarlijk het was, nu een vergadering van zoo toevallige samenstelling deze theo retische leer in praktijk moest brengen. Immers tot voorloopige commissie van be stuur van voorbereiding werden verkozen de heeren Eringaard, Treub. Kerdijk, Vliegen en van Marken; dat wilde dus zeggen, dat de kerkelijken geheel buiten gesloten waren. Gelukkig kon de fout, althans ten deele, dadelijk worden hersteld. De heer Treub bedankte voor de benoeming wegens drukke bezigheden, en dit gaf den heer Stork aan leiding om er op te wijzen, dat de katho lieken in het bestuur niet vertegenwoordigd waren; hij noemde bovendien onder in stemming van de vergadering den naam van Dr. Ariëns, die dan ook verkozen werd. Zoo had het dus toch weinig gescheeld, of de pas tot beginsel verheven neutraliteit zou van den aanvang af', bij zoo iets be langrijks als een voorloopige bestuursbeuocming, in gebreke zijn gebleven. De heer Stork heeft der vergadering een grooten dienst bewezen. Te hopen is het nu, dat wanneer dit vourloopirj coinili' voor een blijvend bestuur zal plaais maken, neg n der plaatsen, thans door liberaal-radicalen ingenomen, zal worden opengelaten voor een kerkelijke, nl. ook voor een antirevolutionair, opdat het bureau werkelijk onder neutrale vlag vare, met een liberaal, een radicaal, een antirevolutionair, een katholiek en een socialist tot leiders. Dat Amsterdam als de zetel van het bureau werd aangewezen, zal wel alge meene goedkeuring verwerven. Zoo is voorloopig, naar ons inzien, de goede richting ingeslagen, en heeft dr. Eringaard alle kans; dat zijn streven met succes zal worden bekroond. Het misdrijf ?an yer Onder dezen titel bevatte het Soe. Weekbl. van den 3 dezer een artikel, sinds dien kortelings besproken o.a. in het Alg. Han delsblad, d.d. 9 Dec., in welk schrijven ondergeteekende kwam tot de volgende conclusies : 1. De vervolging", eert geliefkoosd wapen der arbeidersorganisaties, randt rechtsbelangen, niet name de persoonlijke; \rijheid'', aan. 2. Daar ze tevens is de executie van een vonnis, dour partijdige rechters zonder den waarborg der openbare controle gewezen, is zij zeer onzedelijk. o. In onze \vet ontbreekt eene strafbepaling tegen dit feit", doch 't is duidelijk, dat \vij hier uinie leemte in 't strafwetboek voor ons zien. ?f. De vervolging' draaft teekenen van critnineeleu /in, omdat : a. (ieen normaal deukend en voelend individu zich. zal leenen tot zulk eenc vervolging". Slechts abnormale moreele toestand San iemand tjt dit feit brengen. t. Zeer ernstig gevaar bestaat dat de vervolgde zich aan een strafbaar feit schuldig maakt, door bijv. zijne vervolgers aan te vallen. En daarbij had ik kunnen voegen: c. Dat de georganiseerde vervolging" eenen ernstigen aanval doet op het volks-reehtsbewustïijn. Het Volksdaylilad (6 Dec.) sprekende van een Hieuw arfini.(lersmis{(ïiif, vindt dat ik in nchelle" kleuren dit vervolgen" ik had moeten zeggen : achtiTvolyen beschrijf en dat ik insinueer", waar ik de posten tot geweld tegen den vervolgde in staat acht. Dieper gaat op de kwestie de Red. van het Soe. W U. in. Al is «vervolging" onredelijk en onzede lijk, toch grijpe men niet naar het wapen van de strafwet. 1. In 't algemeen is uitbreiding van het aantal strafbare feiten niet zonder bedenking. 2. Dubbel bedenkelijk hier, omdat de rechter hier te goeder trouw, het belang zijner klasse zal ver warren niet het algemeen belang. 3. Eene aanvulling van het strafwetboek zou den schijn niet kunnen ontgaan, klasserecht in plaats van volksrecht te wezen. 4. Daardoor zou verbittering worden gewekt. 5. Het kwaad waarop ik den vinger legde is niet zoo algemeen aanwezig als ik liet voorstelde. 6. De publieke opinie is ongevaarlijker en krach tiger wapen. Dezen argumenten zoude ik gaarne wat nader onder de oogen zien. Allereerst is het verkeerd te spreken van een nieuw arbeiders misdrijf, want en dat vergeet men wel eens ook kapita listen zouden zich hieraan kunnen schuldig maken. En de onderstelling is niet al te gewaagd, dat ze grooter sommen daarvoor zouden beschikbaar kunnen stellen, dan de arbeidersverenigingen. En ik heb me wel eens afgevraagd, wat het gevolg zou zijn, als hunne huurbenden met die der arbeiders slaags zouden raken.... Overigens was mijne beschrijving der vervolging" niet te schel, doch te mal. Ergerlijke staaltjes zijn voorgevallen, die 't mij niet lust in den breede te bespreken. Maar de verzekering kan ik geven, dat er heel wat onhebbelijks voorvalt, dat niet in de kranten te lezen staat. Dat de posten tot gewelddadigheden in staat zijn, blijkt bijv. uit de omstandigheid, dat vervolging krachtens art. 181 S.w. nogal plaats grijpt, en dat dezer dagen zich een vervolger" ter zake van mis handeling" te verantwoorden heeft gehad. Dit wat de feiten betreft. Ook de Red. van het Suc. Wbl. die zoo vriendelijk was mijn uiet zeer beknopt artikel te plaatsen, vindt ,,vervolging" oiizedelijk, al is de strafwet niet de aangewezen arts voor dezen zieken toestand. ?llu nu? Onrecht wordt dag-iu, elag-uit gepleegd. En men zou dat niet mogen te keer gaan om utiliteitsoverwegiiigen? Hecht vraagt niet naar nuttigheid: het Recht is daarboven verheven. Ik zou me kunnen begrijpen, dat 'u minister het niet dienstig achtte, met een wetsontwerp voor den dag te komen, dat hem verdacht zou maken bij den een of anderen politieken groep en hem den kans benemen z->u, zich op andere wijs nuttig te maken voor de rechtsbelangen van het volk. Ik kan mij ook voorstellen, dat een kamerlid zijne stem zou onthouden aan 't ontwerp, uit vrees zijnen kiezers van zich te vervreemden : ik kan 't mij voorstellen, al geloof ik 't niet. Maar dat ma; geen reden zijn, niet op te komen voor wat recit is. Het Recht vraagt niet en heeft niet te vra?eu naar politieke aspiratiën en, zelfs als van wettelijke bestrijding van vervolging" iu den eersten tijd wet veel kan komen, ook dan blijft deze een eisch van liet Recht. Ea ouder allen partijstrijd en politieke michinatièn zal het Recht zijne cischeu blijven handhaven. Toch is 't wellicht niet ondienstig even in te gaan op de overwegingen der Red. van 't Koe. Wbl. Tegen het eerste argument is in te bren gen, dat beteugeling van »vervolging''_naar de bestaande wetgeving onmogelijk is en het scheppen van een «nieuw" ('O straf baar feit gebiedende eisch is van het Recht. En wegen mijne argumenten sub. 3 en 4 niet ruimschoots op tegen deze bedenking van het Soe. Wbl. ? 13ij het Zti argument van 't fac. Wbl., begeeft de redactie van dit tijdschrift zich op glad terreiu, waar ik haar niet volgen wil. M'e zonden er moeten strijden met lange stokken en beiden groot gevaar loopeu het evenwicht te verliezen en zoodoende ons zelf ten val te brengen. Ik hond er niet van met groste, niets uitrichtende francs te schennen. De waarlieid toch is, dat noch de redactie van 't Soe. H"tl., nöcli ondergeteekende, te voren kunnen oordeelen in iioererre de rechter al dan niet zich op een onzijdig standpunt zal kunnen handhaven. Discussie daarover kan niet dan on vruchtbaar wezen. Van onzeggelijk meer gewicht is sub 3°. «aanvulling van het Strafwetb. in door mij bedoelden zin zou den schijn niet kunnen omgaan te zijn klasse/ieclit in stee van volksrecht". De bedoeling van den hooggeleerden schrijver is mij hier onduidelijk. ?"Klassercchf" werd tot heden geheeten : die bepalingen, welker doel was bevoor deeling van eene bizondere kaste of klasse, zonder met de belangen van anderen rekening te houden, zonder dus rekening te houden met Itet Hecht. Klasserecht bevat dus evenveel Recht, als een koperen blik : blik, of etn gouden oorijzer: ijzer. Hier echter is 't omgekeerde net geval. Hier vragen wij eerst: wat is rechtens ? Dan eerst zien wij dat de door mij voor gestelde bepaling grootendeels tsn goede zal komen aan de patroons en werkgevers, ofschoon ook xeer dikwijls ar bellers ver volgd worden. Is dit dan klasserecbt, omdat dit recht grootendeels aan leden van eene bizondere klasse zal ten goede komen ? Ons Wetboek van Strafvordering bevat verschillende bepalingen, die den beklaagde een zeker Kecht geven, of hem de uitoefe ning van zekere Rechten waarborgen. Waar deze Rechten den dieven en mopidenaars ten gonle komen zou onze Redactie spreken van dieven- en moordmarenrecJit? Het misdrijf van 242 kan sleclr.s tegen vrouwen worden gepleegd. Bevat deze be paling daarom vrowvenrecht of in 't alge meen Hecht ? Zoo zou bigamie beschermen : gehuwdelieden recht. En onder al die rechten en recht j es zou liet Recht verdwijnen in het niet. Meduukt, dat deze voorbeelden genoeg zaam aantooijen, hoe gevaarlijk het scher men met groote woorden kan zijn. En tot personen, in de parlij beweging zoo hoog geplaatst als de redactie van het Sociaal H eekblad, zou men allicht in allen eenvoud en bescheidenheid de vraag mogen richten, niet met vuur te spelen. 4. »«Verbittering" zou worden gewekt". Waardoor ? _Door 't scheppen van 't mis drijf «vervolging;", of door vervolging nit kracht van t nieuwe artikel ? Voor 't eerste zal _toch zooveel gevaar niet bestaan. De stille hoop toch leeft me bij, dat zij, die de voorlichters zijn der strijdende klassen, deze verbittering zullen voorkomen, en dat de bestuurders van arbeidersverenigingen, die zich aan de be schreven practijken hebben schuldig ge maakt, zullen gaan inzien, dat ze toch wel een streepje buiten hun boekje zijn gegaan en 't den barren wetgever niet al te euvel zullen duiden, als hij hun even op de vingers tikt. Vervolgingen ter zake van ^vervolging" zullen wel niet zoo algemeen vóórkomen, als de Red. van Soe. Wbl. het voorstelt. Want de besturen der diverse corporaties bestaan uit mannen, die zich wel wachten zullen inbreuk te maken op de bepalingen der strafwet. Een wetsartikel als door mij be doeld zou dus werken preventief, het plegen van 't misdrijf voorkómen, waardoor tevens dus het argument sub 1°. tot nul wordt gereduceerd. En wekt de bestaande toestand geen ver bittering ? Allereerst bij die personen, welke door de vervolging worden getroffen. Maar ook bij de arbeiders. Want nu moet de moraal gelden : pak ik je zus niet, dan- Itrijg ik je zoo. Nu moet de politie op den loer liggen om de posten op overtre ding van de strafwet te betrappen en uit zien naar middelen, orn de vervolgers voor 'n tijd onschadelijk te maken. Wat m.i. meer verbittering moet wekken dan een zuivere toestand, zooals ik dien wenschte. Buitendien: »de Wetgever ware al een heel slecht vader indien hij, uit vreeze zijnen kinderen te mishagen, naliet dikwijls op gevoelige wijs hun onder 't oog te brengen, dat ook een strijd met eerlijke middelen moet worden gestreden". Bevat het argument sub. 5". waarheid, dan verzwakt de Red. van Soe. Wbl.de kracht van haar eigen betoog. Dan toch zouden strafrechterlijke ver volgingen ter zake van ^vervolging" tot de zeldzaamheden behooren en met name de opmerkingen sub. 2. 3 en 4 veel van hunne waarde verliezen. Hoe minder vervolging vóórkomt, hoe minder verbittering bij de arbeiders als hun deze onmogelijk wordt gemaakt. Maar het stelt de kwestie onzuiver. Ik zeide niet, dat vervolging zoo dikwijls plaats vindt, doch dat zij een der»meest geliefde" middelen is. Want heel dikwijls zullen resultaten verkregen worden, door het enkele dreigen met vervolging of door de vrees van den betrokken persoon, door ge huurde horden te worden vervolgd. De al-of-niet frequentie der toepassing van dit hatelijk executiemiddel is geen maatstaf' voor het al of niet «geliefd" zijn van dit middel. En juist in dit «geliefd zijn" ligt het ge vaar. Want het maakt inbreuk op het rechtsgevoel van de groote massa, Het doet vragen van nut verwarren met vragen naar Recht. Het leert hun, dat alles goed en heilig is wat met hunne belangen strookt. Het wijst hun dat alles is slecht, wat dezen weerstreeft. Het maakt hen blind voor Recht en Rede. Het is een gevaar voor't rechtsbewustzijn van ons volk. * En daartegen wil de redactie van het Soe. Wbl. de publieke opinie aanwijzen als nig, uitsluitend bevoegd arts ? Maar de publieke opinie is wuft, en de couranten hebben hunne grenzen. En als dag-in, dag-uit daarin gepredikt wordt tegen dezelfde ondeugden, zal dit den lezers ten slotte vervelen. Ze zullen beu worden van steeds hetzelfde geschrijf. En wat te doen, als redacties van bladen, die zich op dit terrein bewegen, hunne kolommen voor mij sloten ? Het enkel zeggen dat iets onredelijk is, is niet voldoende. Zoo heb ik de bange vrees, dat de redactie van het Soe. Wbl. zal meenen genoeg ge daan te hebben met te erkennen, dat ver volging onzedelijk is, en de publieke opinie het zaakje verder moet opknappen. In die omstandigheden zal van »de pu blieke opinie" niet veel komen. De menschen geven me ongelukkig te veel gelijk. Als het water steeds in de richting stroomde, die de riemen aanwezen, zou de roeier niet veel vorderen. Waar de zaken zóó staan, mag en kan en moet de WETGEVER tusschen beide komen. Amst., 21 Dec. '08. ISIDOEE HEN. IMtllimimMIMHItllllllllllMIIIIMMIIIIIIHtltll Illllf IIIJIIIUItlllllllHllli TOONLLC7TMVZ1LK Antwoord van mr. J. E. Banck aan de K. V. het Ned. Tooneel. Geachte liedactie. De raad van beheer der vereeniging »het Nederlandsch tooneel" verwy't mij eenige on juistheden, die in myne beschouwingen zouden zijn voorgekomen. In de eerste plaats de bewering dat »de ver eeniging" voor de fransche opera aansprakelijk ia en deze voor haar rekening moet nemen, hoewel gelijktijdig erkend wordt dat waar deze om de een of andere reden gestaakt wordt, de concessie komt te vervallen. Hiermede is tevens het verband tusschen de fransche en hollandsche voorstellingen aangetoond. Zoo als men zich herinneren zal, was deze bepaling in de oorspronkelijke voorwarrden niet opgenomen, zoodat de Vereeniging de vrije hand had, tegen verbeurte der onbeieekenende subsidie, de opera te staken. Bij de behandeling in den gemeenteraad werd, bij wijze van amendement, de genoemde strafbe paling in het cahier des charges ingelascht. De Vereeniging had zich dan ook, volgens m'jne meening, deze drukkende voorwaarde ijet moeten laten welgevallen, te meer, omdat zij de eenige ernstige mededingster was. Nu is het bestaan van de concessie en daar mede het lot van den Hollandschen schouwburg van de fransche opera afhankelijk geworden. De gemachtigde van »het Nederlandsch tooneal" in den Haag, den heer van Bijlevelt is tevejns directeur van de opera. De directie der bei.ie instellingen berust in dezelfde hand. Een andere onjuistheid mynerzyds zp.n

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl