De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 1 januari pagina 8

1 januari 1899 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1123 (Postülon.) De vroolijke (?) vrouw van Windsor: »Kom er uit als je durft!" Madame La France: »AIs ik maar niet zoo'n vuile wasch te beredderen had, zou je reis wat zien t" Vretfe op aarde! (Ulk.) Waarschuwing : In de nabijheid van het kruitvat mag niet ge rookt worden; overtredingen worden met gevangenisstraf bestraft. Onbestaanbaar, misschien, maar er zijn twee partijen waar mede rekening moet worden gehouden ! Byzantiom ca ie feesten (Uil:) Southern, half jaar, l pet., de Lake Shore & Michigan Southern, half jaar, 3 pet., de Michigan Central, half jaar, 2 pet., de Denver & Rio Grande betaalt 2 pCt. (tegen l pet. in Januari en l % pet. in Juli 1.1.). *** De veranderingen in de europeesche staats fondsen zjjn haast niet noemer swaard. De Portugeezen zyn iets beter. De regeering schijnt onderhandelingen aangeknoopt te heb ben met de comité's die de schnldeischers vertegenwoordigen. De betaling van het '/3 gedeelte van het bedrag van den Januaricoupon is geannonceerd door de firma Lippmann, Rosenthal & Co. alhier, die tevens een supplement van / 1.09K per honderd pd. st. uitbetaalt. Ook voor de Portugeesen was '98 gunstig. Na vele koersvariaties is de tegen woordige noteering toch ongeveer 4 pet. hooger dan in December van '97. De Spanjaarden konden de hoogere noteering van de vorige week niet geheel handhaven. Niettemin staan ze toch nog 3 a 4 pCt. beter dan voor 14 dagen. De groote koersslingerin gen die deze stukken gedurende '98 toonen, zijn veroorzaakt door de oorlogstoestanden en vooral door het veranderlijke papier-disagio. De peseata was in Januari fr. 0.74, in April fr. 0.70, in Juli fr. 0.50, in Sept. fr. O.GO, fr. 0.66 in October en fr. 0.70 ;\ 0.73 in deze maand waard. Hoe groot zijn daardoor de ver schillen in de couponopbrengst ! Een coupon b.v. groot 7 pesetas kon in Januari voor fr. 4 98, in April voor tr. 4 90, in Juli voor fr. 3.78, in Sept. voor fr. 420, in October voor fr. 4.82 en thans voor fr. 4.90 a 4 95 verzilverd wordec. Sussen steeds vast. Omtrent de nieuwe leening nog geen definitieve berichten. Egyptenaren ook onveranderd. De financieele adviseur van den onderkoning, de heer J. L. Gorst. concludeert, na ingesteld onder zoek van het budget voor 1899, dat het oude land der Pharao's getoond heeft de geldelijke zorg voor de administratie van Soedan te kunnen dragen zonder de normale ontwikke ling van het land te verstoren. Aiettemin is, voor den aanleg van productieve publieke werken, buitengewonen tinancieelen steun noodig geweest. Als gevolg hiervan zal het budget in de eerste jaren met een belangrijke som bezwaard moeten worden. Moeilyk zal die last niet te dragen zijn, nu de openbare werken de draagkracht inderdaad hebben verhoogd. De kosten, noodig voor verdere administra tieve regeling van Soedan, zullen niet ten laste van de egyptische belastingschuldigen behoeven te komen en wellicht zal dat land later niet langer een geldelijke last wezen maar een bron van inkomsten kunnen worden, Vergeten mag evenwel niet, dat de belasting druk toch zóó groot is, dat ondanks de ver meerdering van de draagkracht, verminde ring zeer gewenscht is. Onder deze gunstige omstandigheden kon den dan ook de freuni/iceerde zoowel als de (feprmligeerde hun koers gedurende '9S band haven; de laatst genoemde mochten zelfs nog iets stijgen. Mexicanen iets zwakker, daarentegen mag voor de Funding Loan Braziliënog eenige verhooging gemeld worden. Van de hypotheekbanken vragen de waarden der N. W. <l> Pac. hijp.bank, door verdere rijzing, wederom op aangename wijze de aandacht. Den houders wachtten nu de vette jaren. Voor de kol. cred. en cultuuronder nemingen zijn betere veranderingen dan de vorige week te eonstateereri, voor Vorstenlanden, Koloniale Bank, iVerf. Ilandelmjrij, Kaliboy. Ook tuuaksiuaarden voor het meerendeel verder in de goede richting van de vorige week. In de buitengewone algemeene verga dering der Deli Tabakmpij op 4 Jan. aanst. zal wellicht worden voorgesteld, het preferente aandeelenkapitaal groot f 075,000 te brengen op een millioen. Den houders van gewone en van pref. aand. zou recht van voorkeur op de inschrijving worden toegekend. De petroleumstukken maken ook een goed figuur. De Moeara-Enim klommen ruim 10 percent en bereikten nu reeds den koers dien ze vóór de kapitaalvergrooting hadden. De koopers van en de inschrijvers op de nieuwe stukken maken goede zaken, wat de Groene z. a. meermalen gezegd, verwacht had. De houders van Koninklijke en Ptilembinirj kunnen ook wat verhooging noteeren. Voor hoelang ? Mijnen zwakjes. De eert. van aand. Associated Gold of W. A. waren Donderdag nogal veel gevraagd tegen / 80 a / 81X door betere engelsche kooporders. De houders van oblig. Sucmnlatu. zijn opgeroepen tegen ',) Januari ter bespreking van .. . conversie der obligatieleening. Trammen over het algemeen vast. Aan staanden Dinsdag is gelegenheid tot inschrijving tegen den koers van 100K pCt. op (iOÓ 4/4 pCts. oblig. a/1000. Eerste Nederlandsche Electrische Tramweg-maatschappij te Haarlem, ten kantore van de Haarlemsche Bankvereeniging te Haarlem, H. Oyens en Zn. alhier en Lissa & Kann te 's Gravenhage. De totaal ontvangsten zijn geraamd op / 177,050, de exploitatie-kosten, inclusief de vernieuwings fondsen, worden door de directie op / 90,000 geraamd, zoodat rente en aflossing der geldleening ruimschoots gedekt zouden zijn. Vóór 1904 zal de Maatschappij geen ver vroegde atlossing doen. * * * Oosterpark. Betrefi'ende P. K. kunt u een rapport verkrijgen ten kantore der Maatschappij, Rokin 74. alhier. Ik blijf verder attent. Zoo spoedig mogelijk zal ik uw briefje beant woorden. Mevr. K. te A. Jammer dat u niet geheel juist gelezen hebt. Neem in plaats van de aandeelen, een 5 pCts. hyp. oblig. van dezelfde Maatschappij en behoud dat stuk. Ik zal u nader schrijven. * * * Brieven, prospectussen en verslagen voor deze rubriek te richten aan D. STIGTER. Amst, Ale.xanderkade ?!, 29..'50 Dec. '98. tilMiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniHliinumimiimiiiiiiiiiii De Sultan tot zijn schuldeifchers: »Ik heb werkelijk niets ! Maar heb geduld ! Ik zal me een parlement aanschaffen/'' , J-, IPIROOST. 1874?1899. Heden l Januari 1899 herdenkt de heer M. J. Proost den dag waarop hij voor vijt'-enj twintig jaar bij de Amsterdamsche Brandweer j in dienst trad. Wie kent hier ter stede den l hoofdbrandmeester met den langen baard niet, en wie verheugt er zich niet over dat de wakkere man gedurende een kwart eeuw met kracht en opgewektheid werkzaam is kunnen zijn tot nut van zyn medeburgers ? In 1874 werd de heer Proost, toen "M jaren oud, met elf anderen bij de toen in wording zijnde brandweer aangesteld. Op 15 Aug. 1874 trad de nienwe brandweer in functie en reeds dien zelfden nacht werd zij gealarmeerd een loos alarm echter! Feitelijk bluschte de brand weer op 18 Aug. den eersten brand, een binnenbrand in de wynkooper(j van den heer P. Verschuur op den Kloveniersburgwal. Sedert heeft de jubilaris tal van branden, groote en kleine helpen blusschen. In 1892 werd hy tot hoofdbrandmeester bevorderd en hoewel hy dikwijls in groot gevaar is geweest, wa* de fortuin hem gunstig en heeft hij de flinke man rekent kleine schrammen, verwondingen of kneuzingen niet mede nooit een ernstig ongeluk gehad; wel was hij een paar malen hevig ziek door overspanning en vermoeienis, maar zijn krachtige natuur kwam alles ge lukkig te boven en hij is nu na 25 jaren dienst nog in zijn volle mannelijke kracht een sieraad van de Brandweer. H. M. de Koningin schonk hem een paar jaren geleden de zilveren medaille van de Oranje Nassau-orde, en heden wordt hem door een commissie van heeren bestuurderen van het Amsterdamsche Brandweerfonds een cadeau aangeboden, benevens een album, waarin de namen vermeld staan van hen, die aan dit huldeblijk deelnamen. Dit geschenk is echter uitsluitend door particuliere bewijzen van sympathie te samen gebracht en gaat dus geheel buiten het Brandweertbnds om. De heer Beckeringh zal met een toepasselijk woord aan den jubilaris het geschenk overhandigen. Wij hopen dat de heer Proost, die zeker dezen dag, met groote vreugde en erkentelijk heid zal doorleven, nog vele jaren even krachtig, met evenveel toewijding en even tlink onze brandweer zal mogen aanvoeren tot haar menschlievend en nobel werk. liiimiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiinimitiiui iimiiminmtiii MUTSJES DG ToMol-clul] te Rome. Naar liet Dititsch van Dr. AI.BERT ZACKER. De afgevaardigde Pompili, die in de Italiaansche kamer Perugia vertegenwoordigt, be hoort tot de beroemde contereuzieri", dio gewoon zijn, hun vaderland van tijd tot tijd bekend te maken niet de letterkundige bewe gingen in het buitenland. Zoo had hij eens een jaar of zes, zoven geleden, in een der tallooze academies van Korae een lezing over 'folstoi gehouden, die zeer in den smaak van zijn publiek was gevallen. Den volgenden morgen was hij niet weinig verbaasd, toen een bekend Roraeinsch journalist hem uit naam van de Italiaanscho Tolsfoi-club uitnoodigde tot het bijwonen van een diner van dankbe tuiging. Aangenaam verrast over het feit, dat zijn voordracht zoo op prijs werd gesteld, rnaar tegelijkertijd een weinig beschaamd erover, dat hij als Tolstoi-keni.er niets fcad ge weten van het bestaan van een Itahaanschen Tolstoi-club, nam de afgevaardigde de uitnoodiging aan. In zijn blijdschap bevreemdde het hem niet, dat het diner eigenlijk geen diner was, doch alleen maar een carciofolata" (een artisjokken-maal) en dat het werd gegeven in de vuile, maar bescheiden woning van vader Abraham" in de oude Jodenwijk. Al die uiterlijkheden zonken in het niet tegen over het feit, dat bijna de geheele Komeinschc pers te zijner eere was verschenen. Na het eerste en eenige gerecht stond Pompili op en betuigde zijn dank in een toast, waarin bij vol geestdrift de denkbeelden en daden van den Uussisctien. Apostel prees. De aanwezigen luisterden met groote belangstelling en er heerschte een plechtige stilte in de feestzaal. Maar toen de redenaar vertelde, dat hij, om zich voor zi>n lezii g vooi te bereiden, zistig boekdeelen had moeten doorlezen, stond plot seling het oudste lid van d<n club. Durantini, redacteur der clericale \~oce dtlle \~erila op, en slingerde in diepe verontwaardiging den verbluften journalist du volgende, op donderen den toon uitgesproken woorden in het gelaat: Onorerolu .' tii) beroemt u op het lezen van een onr oo«ele zestig boekdeelen ! En dat tegen over OHS, dio ons geheele leven in de Tolsto bibliothetk doorbrengen, die de beste uitgaven kennen, en niet honderden, maar duizenden boekdeelen 1/estudeerd hebben.1'' PompiJi keek verbluft rond, maar toen het stilzwijgen der anderen hem deed begrijpen, dat allen het met den ouden man eei s waren, wierp hij een smachtende ! blik op <le deur, en verdween niet lang daarna uit het geleerde gezelschap. Zoo vertelt Aldo Chierici in een werkje over de Iloineitisdiu pers *)( dat binnenkort het licht zal '/.ion. lliiinoristt'H zyr; echter slechte gcschie:lseiirijvors, en daar Chiuici in zijn jeugdige overijling ter wille van den hu.nor zich aan ee.iiige ounauv,keunghedf\i heeft schul dig gemaakt, zij het mij vergund, volgens oiliciëeli' gegevens de geschiedenis te beschrij ven van een club, die 01 s een blik doet slaan op een g.iUulto van het leven te. Home, dat een vreemdeling a:.ders nooit te zien krijgt. *) Ai.iu Chierici. Il cjuarto potere, Rassegna mii.uzio.sa d.-i giornali e dei ginrnaiisti Komani. Knrico Voghere-, Editore. lionia. De wyza waarop de club ontstond, was eer* noodzakelnkheid; de wyze, waarop zij zich ontwikkelde, was alleen mogelijk in het schoone Italië, in het land van goedhartig scepticisme.. van yroolijke zelfbespotting, van onschuldige opsnijderij en van geheime rereenigirgen. Dat zij moest ontstaan begrypt iedereen die den toestand van de pers in Italiëkent. De meeste ItaliaanBche dagbladen kunnen niet veel kosten maken, en daarom bevinden redactie, administratie en drukkerij zich dikwijls in het zelfde lokaal. Dat is onaangenaam, en daarom verschijnen redacteurs en reporters slechts dan in de keuken", wanneer zij een gerecht hebben af te leveren. Overigens houden zij zich op in de nabijheid van hun arbeidsveld, in een café. in een osteria of op de piazza. Ook de grootere dagbladen, die zich de weelde van ruime lokalen kunnen veroorloven, behoeven er niet op te rekenen, hun redacteurs vast te houden, vooral niet des avonds, want de luchthartige Romeinen haten het cellulaire systeem en gaan liever naar hun vrienden, om, a^s Ai nood aan den man is, weer naar hun plicht terug te keeren. In deze bijeenkomsten, die gehouden worden op ver schillende plaatsen in het centrum der stad, alle in de schaduw van de zuil van Antonius, gaat het natuurlijk vroolijk toe; er wordt zelden kaart gespeeld, redeneeren, geestigheden vertellen en drinken zijn meer geliefde bezigheden. Maar men kan niet altijd drin ken, en niet altyd geestig zijn, vooral niet, omdat het praten en disputeeren in twisten kan ontaarden. Daarom zochten de geestigste ridders van de pen naar een vorm van tijd verdrijf, die den omgang tusschen alle collega's van verschillende partijen des avonds, of ook in de onvruchtbaarste periodes van langdurige ka merzittingen, zou kunnen verschaffen boven de leêge eentonigheid van de gewone conversatie. Een jaar of tien geleden had men als ge meenschappelijke basis voor de avondbijeen komsten de philosopbie" uitverkoren. Een der oudste journalisten van Rome, Bonaldi, is een ernstig man, de luidrmhtige feestelijkheden ontvlucht. Hij hield zich des avonds gewoonlijk op in een 0-tteria op de Piazza Colanna, die een tuin" had van dezelfde soort, die in Duitsche restaurants in het voorjaar op de binnenplaats worden neergezet. Daar de ernstige Bonaldi, wanneer bij als oud Garibaldist niet over vechten en soldaten sprak, gaarne diep zinnig philosopheerde, noemde een zijner col lega's de vier potten met planten van zijn lievelinge osteria spottenderwijze de tuinen van den Akademos", en de academie was klaar. Wet lang daarna lo'- te de rijpe schoon heid der mollige Lora Felicetta den onvermurwbaren jonggezel Bonaldi naar haar Osteria, waar de redacteurs die den nachtdienst voor de ochtendbladen hadden, gewoonlijk bij elkaar kwamen, en zoo ontstond uit de Academia Bonaldi" de Academia Feliciana''. De couranten gaven geregeld berichten over het doen en laten dezer academie, tot groote veroutwaardig ng van de authentieke academies. Het voornaamste onderwerp, van de met alle philosouhische kracht, die hun ten dienste stond, gedane onderzoekingen was het uitvorschen der grondprincipes van het wereld bestaan. Na een half jaar te hebben gewerkt, werd het resultaat aan de onderzoekingen van de leden der academie vastgesteld in de volgende formules: Ten eerste : God bestaat. Ten tweede : De mensch is een roofdier, L'uomo cacciatore". Na dit resultaat was de academie overbodig, en men moest naar een nieawen vorm van gezellig heid zoeken. Eerst stichtte*men, als bespotting van de tal looze vereenigingen van ex krijgslieden (reduci) en deelnemers aan bepaalde veldslagen de vereeniging der veteranen der academiu feliciana". Maar die htichtirg bleek geen levens kracht te hebben. Daarna schiep men een vereeniging tot opsporing van Torre" naar het voorbeeld van het Livingstone-comité. Torre was de nieuwe hoofdredacteur van de Riforma", en daar niemand hem persoonlijk kende, moest men hem natuurlijk met vereende krachten zoeken. Maar helaas werd Torre toevallig gevonden, toen een opgewonden lid der vereeniging op een avond na afloop van een levendige vergadering op straat: Evviva Torre!'' schreeuwde, en de ge roepene, evinals Samiél, plotseling te voorschijn kwam. Nn was goede raad duur. Meer dan een maaml lang doolden de brave journalisten doelloos door het leven. Maar plotseling kwam er licht, Fraschetti, de theater-criticus van de Voce deila Verita" had opeen avond in het jaar 1891 dienst in het Teatro Valle" en haalde zijn liberale collega's Faelli en B'stolfi van den Don Chisciotts" over, met hem mee te gaan naar een osteria in de buurt, om een verster king te gebruiken. Want hij had hard werk voor den boeg, daar Tolstoi's Macht deiduisternis" werd gegeven. Na het eerste be drijf kwam de grappenmaker weer terug bij zijn wachtende vrienden en verzocht hun, met hem mee te gaan naar zijn loge, daar de critiek zeer moeilijk was en minstens de kracht van drie mannen vereüchte. Na de voorstelling gingen zij met hun drieën in de osteria zitten om te beraadslagen over het vreemde stuk. Nadat het ernstige werk gedaan was, kwam de Canzonatura" (de blogite) aan de beurt, en o. a. werd het feit geconstateerd, dat een der hoofdpersonen van het drama, Dimitrich, die op het programma als .,de oude werkman" werd omschreven, in het geheele stuk geen woord te zeggen had, docb, voortdurend dronk en sliep. Hierdoor kwamen zij tot <\e logische gevolgtrekking: weikmandrinkeboer. Den volgenden morgen stond er in de Fokhetto een oproeping, gericht aan al de veteranen der Academia feliciana, tot een vergadering op de gewone plaats van bijeenkombt, die ten doel had het constitueeren van een Cinolo Tolstoiano Dimitrich fra i recelii laroratori (Tolstoi-vereeniging Dimitri der oude werklieden). De opgeroepenen ver schenen en besloten onmiddellijk op het voor stel der drie stichters in te gaan en de nieuwe secf e op te richten met de volgende proclamatie: Wij zijn Tolstoianen, omdat wij de macht der duisternis erkennen. Wij zijn echter alleen Tolsfoianen als Dimitrichs." Dadelijk daarna werden de verschillende waardigheden verdeeld. want in Italiëbegint iedere nieuwe regeering haar werkzaamhedsn met de verdeeling van allerlei baantjes en sinecures. De taak van de isieuwe geheime vereeniging bestond voor namelijk daaruit, in dienst van de duisternis"verlichting (in de geheime taal werd met elk woord het tegendeel daarvan bedoeld) de zwak heden der profane wereld te bespotten. In het kabii.et werden de volgende personen opge nomen : Faelli, de bekende anti-clericale stokehrand Cimone" als Gran Dimitridt. Bistolti, de Dragomanno" van Don Chuciotte" als (>'run Khtschik, De ciericale Fraschetti als O :: of Osteiiografo, want als geboren Romein en ais vriend der geestelijken, kon men geen beteren geschiedschrijver (storiografo) der osteria's vinden. Casalengo, de plaats\ervangende

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl