Historisch Archief 1877-1940
DE AMiSTEBDAMMER WEEKBLAD V00R NEDiE2M*ANÖ.
.' 1-1214
In
(Punch.)
Mevrouw: Waar ik geweest ben ? Wel natuurlijk, aan 't
winkelen, me dunkt dat kun je wel aan mij zian.
Mynheer: Aan je zien'? Waarachtig ja bent een compleete
kwitboom.
flienw Jaar. ?
(C»ran d'Aohe in den Figaro.)
Albion zendt aan Frankrijk haar nieuwjaarswensch.
Moe en Griekenland.
(Mjonshme.)
De Sultan tot J'rins GEORI;K : Je zult hoop ik een goed
gouverneur worden maar je was een verduiveld slecht
soldaat, hoor !
Sortie de bal 1899.
d« houders der 'Otroum, Mnta Spmeg
bsgint '99 'ni«t vrooKjk. Zy worden dringend
nitgenoodigd, ter TQorkomiug'yan faillissement,
hun «tukken iten spoedigste in te leveren %\j
de Kasvereeniging alhier in verband -met een
noodzakelijk gewordftn reconstructie <ier tnpy,
wtarby' de obligatiën in<pref.*and met garantie
vowr eenige jarnn, ion«l«n vTerwissetó worden.
Aan de < dringende -noodzakelijkheid tot in
levering .der 64ï'pet. Mg. 'Ntderl. -'Indische
hwrrby', naar «anleiding .van een
bestuursannonte, nog eens herinnerd.
* *
H. te P. Wel geschikt voor vaste belegging.
Ge zoudt evenwel twee 3 pets oblig.
Louisville kunnen koopen waarvan de noteering
ongeveer 69 pet bedraagt. G<e hebt dan meer
kans op langzame kapitaal -vergrooting. Het
restant zoudt ge kunnen houden.
Mevr. B. v. d. H. -M. Uw brief ontvangen.
Mevr. Jv. te A 'k Ben bereid u te bezoeken
ter bespreking van uwe belegging.
L. te Gr. Daar u slechts korten ty'd uw
geld kuct missen, zou ik de eerste de beste
winst inkasseeren.
***
BoeJcaankondiffing.
De bijzondere aandacht van allen die direct
of indirect by Oost of West belang hebben
verdient de pas verschenen elfde jaargang
van het Handboek voor Cultuur- en Handels
ondernemingen in Nederlandsch-Indië, uitge
geven door de bekende firma J. H. de Bussy
alhier. Het boek is practisch by uitnemend
heid en geheel up to date wat personen als
hetgeen zaken aangaat. Inderdaad een uit
muntend werk.
* *
.*
Brieven, prospectussen en verslagen voor
deze rubriek te richten aan
D. STIGTEH.
Amst., Alexanderkade 4, 5/G Jan. '99.
mimiiiimiiiimiiHitiiHllllllHiHUlililllillliiitll
Eoefc en Tijdschrift.
De Gids van Januari.
Als het individu zijn neigingen kan bot
vieren, als het de banden verscheurt die de
samenleving hem oplegt, dan is het, zegt prof.
D. E. Siegenbeek van Heukelom, gedaan met
zy'n euphonie, en staat hy' bloot aan het gevaar
van den zelfmoord.
Het is een belangwekkende en diepgaande
studie over de oorzaken van den zelfmoord
die nu in de Gids" voorkomt. De hier door
Prof. Siegenb ek vermelde statistieken, in
hoofdzaak gevolgd naar onderzoekingen van
Durkheim, hebben ten doel het verband aan
te toonen tusschen het gemis van maatschap
pelijk geluk en den zucht tot zelfmoord. Hoe
wel de statistieken, omdat geneesheeren door
vele verklaarbare redenen de zelfmoord-geva'len
verzwygen, niet geheel volledig kunnen zyn,
zoo ly'dt hieronder de betrouwbaarheid dezer
statistieken niet. De regelmaat, die zich in
de cijfers voordoet, waarborgt de echtheid wel
Het is hoogstens een verschil in percentage.
Deze onderzoekingen hebben nu aangetoond,
dat hoe vryer de mensch zich voelt, hy des
te eerder tot zelfmoord overgaat. In de
protestantsche landen is het aantal grooter
dan b\j de katholieken, en hy de joden is dit
nog in geringere mite het geval. Het grootste
gevaar schuilt in de kringen der zoo benijde
renteniers.
In Frankryk is het cijfer voor deze groep zelfs
20 per miljonn. Klimaat schijnt weinig invloed
te hebben.'Evenmin is de ellende overwegend.
Prof. Siegenbeek zoekt de oorzaken in den dui
zelingwekkender! intellectueelen en materieelen
vooruitgang, waarby' velen hun evenwicht, hun
maatschappelijk verband, hun milku verliezen.
Materieele welvaart en genot zijn dan ook van
gehk afgescheiden begrippen.
Over het belang van godsdienstonderwijs
wordt in deze afl. door dr. L. Knappert een
warm geschreven pleidooi gehouden. Laat
JongHolland, zegt hij, kennis vergaderen, hoe meer
hoe liever. Maar verhinder niet opzettelijk wat in
hen wat in hun later leven blijken zal, een hech
ter steun, een sterker wapen en grooter blijd
schap te zijn. Van alle kanten gaan klach'.en
op, dat het gemoedsleven schade lijdt, dat de
hersenen worden overladen, dat er zoo weinig
geestdrift, idealisme is, en men zoo akelig ver
standig wordt. Het is een artikel van zeer
schoone strekking maar ook een heerlijk kluitje
voor de socialisten om te bestryden. Want,
niet waar, als men het schoone en edele in
den mensch wil oproepen dan dienen toch wel
eerst de maatschappelijke verhoudingen
behoorlyk geregeld te zy'n.
Op uitnojdiging van de redaktie der Gids,
geeft prof. Simons in deze aflevering een
heldere, breedopgezette en flink uitgewerkte
beschouwing over de zaak der Hoogerhuizen.
Zijn conclusie is, dit is trouwens bekend, dat
bij rechtmatig gerezen twijfel, een objectief
onderzoek van aan-de-zaak-vreemde
onpartydige rechters, geen dag uitgesteld mag worden.
De Gidsredactie heeft zeker goed gedaan voor
hare lezers zulk een bevoegd en
vertrouwenswaardig man als prof. Simons, de zaak te
laten bespreken.
\Vie het gedenkboek van Bi marck gelezen
heeft, mag niet verzuimen kennis te nemen
van dr. W. G. C. Bijvanck's opstel in deze
aft. De dingen worden er klaar op hun plaats
gebracht. Het is een pittig werk van een
zelfstandig-oordeelend en onderzoekend man,
en dus wel van belang om te lezen.
Naar aanleiding van een proefschrift over
Dirk Rafelsz Camphuizen door dr. Rademaker,
geeft nu de heer G. Kalff een beschouwing
over dezen vrijzinnigen predikant die door de
Dordtsche synode afgezet, voor de Remonstran
ten niet vrijzinnig genoeg was.
Over Oost en West" spreekt de heer R. P.
J. Tutein Nolthenius. Over de Oost",
aanpry'zend de Indische Gids; over de West" de
reisschetsen van dr. Pareau aanhalend. Het
eerst wat men Suriname dient te geven, zegt
hij, is een vertegenwoordiging in de Tweede
Kamer.
Het Buitenlandsch overzicht is dit keer al
zeer beknopt; een resuméover het jaar kort
en krachtig uiteen gezet.
Van prof. F. A. F. C. Went is er een opstel
over den strijd tegen de ziekten der
kuituurgewassen in Nederlandseh-lndië.
Litteratuur in deze afl. is er van G. F.
Haspels, een flinke, krachtige schets, in opzet
en methode wel wat gelijk aan zijn vroegere
schets Urk". Dan van mej. Daisy, E. A.
Junius, een aardige karakteristiek van een
Indisch vrouwtje toetie", in haar kibbelend,
pruttelend maar toch zoo warm sentiment.
Dan van Jul. J. C. de Boer drie sonnetten.
In het dramatisch overzicht bespreekt mr.
J. N. van Hall de vertooning van Don Quichot".
Hy neemt het stuk zooals het is: een ver
makelijke klucht zonder pretentie en roemt
bet «pèl.wm-wej. Hoppw, fle
v. -Schoonhoven, en nm Bouwmeester
O f er Ghetto Tsn iHeyermans is 'de 'heer «tan
H*ll minder te'«preken. Hat is, in plaats vsn
een treurspel, een droer^eiiKtend
'tendenastnk, Toet TOOrtreffêljjfce ?fc»nweltj«s uit <de
jodenwereld. -Het is daarby onzeker ?van 10n
en beteekenis, afmattend'door zijn gerekte
gespreklsen, Taak onbeholpen.
Mr. Henri Viotla in zy'n muzikaal overzicht
is zeer uitvoerig over het tweede deel van
Hans von ukrw's geschriften.
In de bibliografie worden de studiën van
Henri Borel niet zeer gunstig beoordeeld.
***
De Nieuwe Gids.
Een verrassing is het Fred. van Eeden weer
in de N. Gids aan te treff-n. De afl. opent
met 17 verzen van hem. God en mensch",
een wijkrans van drievoud-zangen. Er zijn zeer
scboone onder dat 17-tal. De cyclus begint
met deze:
Aanhoort mijn lied, gij kindre' en wankelt niet.
Mijn hart beeft en my'n zinnen zijn onst*«g,
maar zie, hoe 'k op my'n sidderende palmen
roerlooze vlammen draag.
Wantrouw myn hart, wantrouw de klanken
niet
waaraan ik Gods stem kenne in mynen nacht.
In my'n moe, lydsaam hoofd galmen de psalmen
met eigen macht.
Kindren der aard, aanhoort myn Danke-lied.
Maar behalve v. Eeden is Kloos er ook
met verzen : ecemberstorm" en twee op de
Toekomst-droomen. Dan nog tien sonnetten
van hem uit de cyclus Adoratie, en van E. J.
B fcchepers, een vervolg van zijn dichterlijk
Bragi's" .Zwerftocht.
Van dr. G. van Vloten is er een overzetting
uit het Arabisch: het verhaal van Hosein
AlKhali en de schoone dame van Basra. Opmer
kelijk dat. in dit over-oude verhaal ook al
gewag wordt gemaakt over de duuheid van
een middel bij -een schoone vrouw, zoo dun,
dat men angst kreeg in verband met de weel
derige uitgebreidheid der daaropvolgende lede
maten. Men zou meenen dat dit alleen van
onzen tijd was.
J. Hora Adama vervolgt z'ijn Dramatisch
conflict".
In de Literaire Kroniek bespreekt Willem
Kloos de gedichten van een Lieuwelinge: mej.
Jeanne R^yneke van Struve en van Albert
Verwey.
Het werk van mej. Reyneke van Struve is
geen droom van geciseleerde schoonheid, zegt
Kloos, maar 't werk van een ademend, ver
langend menschenkind, dat haar lijden en den
ken, zooals 't opkwam, in zijn pure menschheid
geelt. In Verwey treft Kioos weer aan veel
van het gevoelde in geluid en beelding van
het beste uit zijn vroegere werk en hy'
verheugt er zich over.
Van Bjeken is er behalve een
vervolggedeelte: De Hel van Dante Alighieri, ook een
paar bladzijden bespreking over het literaire
jaar achter ons, wat hij een teleurstellirg noemt.
Het bracht ons, zegt hij, de beloften eener
maatschappy, gegrondvest op een wetenschap,
de weterisihap van den arbeid en zij deden
dat niet als de hongerenden, die voor hun
arbeid brood willen, maar zy deden het als
de redeneerenden, die zeggen: wij weten wat
de arbeid is, wij weten wat het lichaam is en
wat het verstand is, zij brengen samen den
arbeid voort; wij weten wat de ziel is, zy
brengt geen lichaam voort, wij weten wat den
mensch toekomt, wy weten wat het geluk is
en waar het is, daar en daar is het, neem hef,
menschen, en gij zult gelukkig zijn.
Dit, het proclameeren vau deze zienswijze,
zegt Boeken, is de groote teleurstelling.
* *
*
Psyche.
Van dit ty'dschriit, gewijd aan zielkundig
onderzoek en Psychische geneeskunst, verscheen
hel l Dec.-nummer, door werkstaking op de
drukkerij, niet op ty'd, LU zijn No. 18 en 19
te zamen uitgekomen.
Het bevat de overzetting van een oproep in
de fransche taal ontvangen, oin samen te laten
j gaan het occultisme, spiritisme en theosophie
ter bestrijding van den gemeenscaappelijken
vijand: het materialisme. De redactie wenscht
verder te gaan, en zeik) de meest verfijnde
j symptonen ervan in datzelfde occultisme,
spii ritisme en diezelfde theosophie tekeeren. Dan
volgen eenige artikelen over toenadering
tussfhen deze groepen, de toenadering van Annie
Besant, verschil en toenadering tusschen Spiri
tisme en OccuUieme door dr. G. Encausse.
Verder zijn er vervolgartikelen over hypnose,
over krankzinnigheid, over kristalviziöenen. Dan
nog opstellen over mentale suggestie", over
het voortbestaan na den dood" en de rubrieken
op den uitkijk" en de kliniek"; in de laatste
nu wordt een genezing van Coxalgie door
magnetische behandeling vermeld.
Voor wie het niet mocht weten en belang
in deze onderwerpen stelt, zij medegedeeld,
dat uitgever \ an dit tijdschrift is: de heer W.
Versluys te Amsterdam.
Te 's Gravenhage heeft zich nu ook een
kring gevormd, die langs experimeuteelen weg
het occultisme, als hypnose-suggestie, spiritisme
zal beoefenen.
De onderzoekingen over dit centrum van
zielkundig onderzoek zullen in Psyche worden
gepubliceerd.
G. v. H.
NIEUWE UITGAVEN.
Impressies, sonnetten en verzen van JKANNE
REYNKKE VAN STUWK, N. Veenstra. den Haag.
Schetsen van SA.MUEL FALKLAKD (Tweede bun
del) H. J. W. Bscht, Amsterdam.
Onze Gouden Eeuw, geschetst door dr. P.
L. MUT.LKK, geïllustreerd onder toezicht van
J. H. W. U.N-GER. III. De laatste jaren, A. W.
Sijthoff, Leiden.
j Alf/emeene Grondstellingen, door HEBBERT
SPENCER, vertaling van mr. Tu. VAN TIUCHT,
i afl. 18 en 19, Amst v. Looij.
l Handleiding voor het Notaris-Ambt, in het
bijzonder ten dienste van hen, die zich
voor; bereiden tot het Notarieel Examen, door W.
C. DE BOEK. afl. G. Medemblik, K. H. Idema.
l Open Brief aan de HoogEdel Mogende
i Heeren leden van de Tweede Kamer der
StatenGeneraal in verband met de debatten gehouden
in hunne laatste Vergaderingen in zake de
i oplossing van het Arbeidersvraagstuk door S. A.
TEN BOKKEL HlJININK.
! Het Abattoir-Vraagstuk, in de op 12 De
cember 1898 gehouden vergadering van de
Verecniging van Burgemeesters en Secretarissen
? in de provincie Noord-Holland, ingeleid door
l C. D. DONATH Alkmaar HERM. COSTER & ZOON.
! Feiten ter concludeering in sake Dr. J. H.
Dunner c. s. en de Openbare School door
S. IJK PINTO, Amsterdam, Van Creveld & Co.
Inhoud van Ifjjdschrüten.
Wetenschappelijke Bladen. Jan. 1899.T2gypte ;
de ontwikkeling der crimmecfte>anthropttlogi<B;
de alcohol-wetten in de Verwenigde -Stoten en
de gevolgen daarvan, (Slot); nogmaals hét
vegetarianisme; -Sociologisch pesakannre. de
Transoaspiscbe spoorweg; Korte
mededeelmgen uit tiuitenlandache tijlschriften;
Blbliographische kroniek.
Eigen Haard, No. l: Een ?Seirafluw, door
Miriam Irgen, I. Arnold Lmpolid Hendrik
Ising, door Dr. Jan ten Brink, met portret.
Charles Rochussen, in veld en bo?ch, door
J°de Vries (bij ds -plaat). In veld en
Bosch, naar de aquarel van Ch. Rochnssen,
in het Ryksmnseum te Amsterdam.
'Saerabaia in vogelvlucht, 'door J. 'E. Jagper, met
afbeeldingen naar phot. van H Versnel (firma
H. Salzwedel). De onbescheiden Amor, nret
afbeelding. Verscheidenheid.
Herichten en mededeelingen der Vereeniging
voor Lijkverbranding. No. 2.
MHIIIIIIIHIIIIIIUII.IIIIHIIIIIIMI..IIIIIIIIMMIUIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Amstels Weeklacht.
(Ingezonden.)
Ach, Amstels Heer, draaft keer op keer,
Oud Amstels straten op en neer.
Van gracht tot gracht, van poort tot poort,
Zweept naam'looze angst den Stadsvoogd voort.
Wee ovor Amsterdamme l
Een brief meldt hem den val
Van Diemens slappen wal.
Hy' werpt hem in den haard,
Den boo verslaat zyn zwaard.
Wee over Amsterdamme!
Hy springt van 't statig rijwiel af,
En kiest zy'n eigen vluggen draf,
Doorvliegt den Amstel naar 't Rokin
En rent het Prinsenhof snel in.
Wee over Amsterdamme!
Van uit zy'n Burgerhal,
Klinkt nu 't klaroengeschal,
Van kerk en torenkruin,
Weergalmt de krijgsbazuin.
Wee over Amsterdamme!
En toen de allarm en wapenkreet
Zich wijd in 't ronde hooren deed,
En toen het zwaar gerol der trom
Een elk ten stry'd riep van alom,
Wee over Amsterdamme!
Toen kwamen een voor een,
De krijgers aangetreên.
Toen rukten bij hun vaan,
De legerknechten aan.
Wee over Amsterdamme!
Toen trad een oud man dapper voor
En vroeg bij d'Overheid gehoor,
»0, Burgemeester, om wat reen,
»Roept ons uw hooge last byeen ?
Wee over Amsterdamme!
»Mijn volk, een droeve slag
«Verzamelt u deez dag.
»De Duitscher won den strijd,
»Wy' zijn Oud Diemen kwyt.
Wee over Amsterdamme!
Toen streek een stokoud Amstelaar
Zijn lang en zeeschuim witte haar:
»0, Burgemeester, tot uw straf
»VaIt zulk een stpd uw scepter af.
Wee over Amsterdamme i
»Hem, die zoo'n Wet ontziet,
»Spaart ook de Hemel niet,
»Maar Heer, nog grooter slag
»Dreigt u en uw gezag.
Wee over Amsterdamme!
»Met uw verlof werd deze Vest,
»Gedoemd tot Neerlands rattenest,
»En Amstels njjvre Werkmansstoet,
»Een prooi van 's vyands krijgsgebroed.
Wee over Amsterdamme'
«Thans is de maat vervuld,
«Tweevoudig was uw schuld
»Verlies van lijf en kroon,
»Zij uw tweevoudig loon.
Wee over Amsterdamme!
Het vuur doorvonkte 's burgers oog,
Maar 's Burgemeesters gram steeg hoog
Zoo ras die man het zwijgen brak, ?
En van die Wet zoo smaadlijk sprak.
Wee over Amsterdamme!
»Tot reen zoo stout en grof,
»Gaf nooit een wet verlof"
Zoo sprak de Heer verwoed,
En eischt des grijsaarts bloed.
Wee over Amsterdamme!
»Gij, hopman sleep deez' burger mee,
»Zijn baard zij wit als 't schuim der zee,
»0m u te onthoofden, tot uw straf,
«Zond mij Minister Eland af.
Wee over Amsterdamme!
»Dan siere uw grijze kop,
»Montelbaans torentop,
»En keer' op dat gezicht
»Elk muiter tot zy'n plicht.
Wee over Amsterdamme!
»0, hopman, breng als man van eer,
»Dit antwoord den Minister weer,
»Zeg hem, dat ik zijn last erken,
»Maar hem niets verder schuldig ben.
Wee over Amsterdamme!
»Maar dat Oud Diemen viel,
«Verdrukt mijn droeve ziel,
»Want 't Land verliest een stad,
«Maar andren, meer dan dat.
Wee over Amsterdamme!
«Hoe menigeen, die geld en goed,
»Die huis en have derven moet,
»IIoe menigeen, die heul en troost,
«Verliest in ouders, gade en kroost.
Wee over Amsterdamme !
«Mijn schreiend oog betreurt
»Een dochter, mij ontscheurd,
»De schoonste lentebloem,
»En aller maagden roem.
Wee over Amsterdamme!
«'k Gaf hem, die deze Wet verhoedt,
«Graag geld en eer en huis en goed,
»Ja honderd tientjes nog daarby,
»Kocht ik de Ystad daarvoor vry".
Wee over Amsterdamme l