Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1125
Een goede maag fcan Teel yerflragen.
(Postiljon.)
MICHEL: Wil jjj die gans alleen eten ?
UNCLE SAM : Neen, ik kryg er nog aardappelen
Een W boontje."
(La Silhouette.)
Juffrouw Albion, ge denkt zoo waar ui eens heel Frankrijk
op te slikken, maar denk er om, het boontje is hard !
Conciirrentie,
(Wc.)
De Engekche, Fransclte en Kussische handelsretzit/tra: Kijk,
die voetstappen ! Iemand is ons vóór geweest!
Beteeli.
(Punch.)
Land/teer, een geschenk van versdie boter aan
nemend: Dank je wel, kindliei! En hoe heeft je
moeder die mooie figuurtjes er in gemaakt ?
Paclitersdoehtertje (trotsch) .-Met onze kam!
Van de hyp. banJceti vroegen speciaal de
waarden van de N. Western & Pao. de aan
dacht, door verdere ryzing. Daarvoor is goede
reden ; dit zal ieder getuigen die niet onbekend
is met den oeconomischen en commercieelen
toestand ?waarin de Staat Washington en in
het bijzonder de stad Spokane, zich mogen
verheugen nu de crisis voorbjj is en de
rijkdom der mijnen steeds meer bekend en bewerkt
wordt, waardoor de bevolking in groote mate
toeneemt. De groote verbetering in den handel
blijkt vooral uit de bankcijfers voor Spokane,
die voor de derde week van December byna
3 maal grooter waren dan voor dezelfde periode
in '97. Onder deze omstandigheden kan de
hypotheekbank bovengenoemd, hare bezittingen
op voordeelige wijze verkoopen. De
pandbrieven der Ned. Amerik. Land.mpij.
noodigen, door hun betrekkelijk lage noteering, de
belangstelling van het geldbeleggend publiek.
Goed ziet het er ook, tengevolge van alge
meen gunstige berichten, uit in de groep der
koloniale credietinstellingen en cultuur-onder
nemingen. Op hooger noteering ontmoet ik
de aand. Vorstenlanden, de 4de serie aand.
Jfandelsvereeniging, aand. Koloniale Bank,
Liquid. aand. Barge, Ned. Ind. Handelsbank
en Kalibag. In onze dagen, waarin gunstige
plaatsing van kapitaal steeds moeilijker wordt,
mag de attentie wel eens gevestigd worden op
de 5 -pets. oblig. Java Bosch-exploitatiempij,
die slechts ruim pari staan en veel soliditeit
aanbieden. Nog beter resultaat geeft een
koersvergelyking der tabakswaarden, door
groote speculatieve aankoopen, naar aanleiding
van allerlei uitlokkende geruchten omtrent
hoogere dividenden.
Ik verneem dat van de houders der 6%
pet. oblig. Nederk-Indische Cultuurmpij, 75 pet.
zijn toegetreden. De vorige week drong ik
reeds tot inlevering aan. Dat doe ik nu b\j
vernieuwing.
Niet zoo gunstig staat de noteering der
petroleumwaarden. De koninklijke daalden van
245 a 246 tot i33 & 238. Aand. Moeara-Enim
konden den koers der vorige week niet vol
ledig handhaven. Hiertoe kunnen verruilingen
van gewone aandeelen tegen
oprichtersaandeelen meegewerkt hebben. Nu de noteering
wederom is geklommen tot die van vóór de
kapitaalvergrooting, acht ik verdere ryzing
minder gewettigd. Men vergete toch niet, dat
voor 1901 geen dividend kan uitgekeerd worden.
Wel komt mij verhooging van de aand.
Russian Fuel gemotiveerd voor. Hierop werd het
vorige jaar 35 pCt dividend, over 10 maanden
verdiend, uitgekeerd terwijl veel kans schijnt
te bestaan dat 40 pCt dividend jaarlijks, onder
normale omstandigheden althans, behaald zal
worden. Onder deze overwegingen is voor
verdere verhooging der Rmsian Fuel meer
reden dan voor meerdere rijzing der Enims.
Mijnen verlaten. Soemalata hooger in ver
band met het besluit der algemeene vergadering
betreffende conversie der obligatieschuld.
En nu de Amerikaansche spoorwegwaarden.
Het volgende lijstje zegt veel:
5 Jan. 12 Jan.
Atchison eert. van gewone aand. 18X 21i>a
dito pref. aand 51 55)4
Central Pacific aand 42 Ji 44X
dito 5 pCt. oblig. 1<J39 .... 102 K 103 M
dito 5 pCt. Trust eert 103 % 107
California Oregon 5 pCt. oblig. 107 X 100
Denver Rio pref. aand 6954 72
Brie aand 14 K 15>*
dito pref. aand 39% 38:>.i
Florida Centr. & Pac. 2e pref. aand. 52 53^
Kansas City P. & Gulf aand. . l G 1G^
St. Louis-Caïro4pCt. lehyp. obl. 92 d'3'A
Louisville aand 65% 66 K
dito 3 pCt. oblig G8% 6<>M
Oregon Calif. 5 pCt. Ie hyp. goud 90 34 WA
South. Rauw. pref. aand. . . . 401A 46%
Union Pacific eert. v. aand. . . 42% 4434
"Wabash pref. aand 21J4 23
De groote verhooging der Atchisons wordt in
verband gebracht met geruchten omtrent aan
koopen door de Standard Oil, alsmede met de
opening van den stoombootdienst op China en
Japan. Den 3den dezer is de eerste stoomboot
van Yokohama naar San Diego, het zuid
westelijk eindstation van de Atchison, ver
trokken.
Omtrent de Louisville wordt morgen een
dividend-annonce van 134 pCt verwacht, terwijl
insiders verklaren dat wel 25/8 pCt gedurende
de laatste zes maanden zou verdiend zijn.
De buitengewoon veel belovende berichten
houden nog maar steeds aan. De drukte op
de beurs te New-York is nu en dan zoo groot
dat men spreekt van «dagen eenig in de his
torie van de beurs".
Met genoegen zie ik dat de aandacht weer
gevestigd wordt op de solide amerikaansche
spoorwegobligatiën. Van vele althans verbeterde
de koers niet gering. In dien zin adviseerde
ik reeds eenige malen.
Door de algem. vergadering der aandeel
houders in de Union Pacific, is het voorstel
tot vergrooting van het kapitaal, om de aan
deelen der Oregon Short Line over te nemen,
stuk tegen stuk, goedgekeurd.
D. te G. U kunt ze voor de curiositeit be
waren.
C. B. te dea H. Dat kan ik u niet ontraden.
E. L. te H. I Houden; zie voorts boven
staande kroniek.
II de overige door u genoemde soorten durf
ik niet aanraden, wel het tegendeel.
III de disconto-berekening is juist.
J. G. K. te K. Eigen-Hulp.
D. te 's H. I Ik zou de groote winst nu
incasseeren.
II Niet ongeschikt; zie voorts de kroniek
van heden.
v. R. te 's H. Ja.
J. v. L. te W. I Nog eenigen tijd houden.
Wil later nog eens vragen.
H 5 pets oblig. Javasche Bosch expl.mpij.
Mevr. K. te A. Gaarne zal ik uw later be
richt inwachten. Ook bereid u hier te ontvangen.
Oosterpark. Aand. Expl. en Mijnb. mpij
Sumatra A worden tegen 65 pet. aangeboden.
Oblig. Pegattan-Koesan tegen 85 pCt.
de J. Dordt. a. zoudt ge kunnen verruilen
tegen 5 pets 1ste hyp. Oregon Short line en
3 pets Louisville. Ook d. zoudt ge in de 3
pets Louifiville kunnen verwisselen. Houden
b. c. en e.
J. P. B. alhier. Uw adres genoteerd.
W. v. d. K. te V. I Houden; u wacht meer
dere winst.
II Zie de kroniek in dit nummer.
III Houden.
IV Bepaalde zekerheid bestaat niet.
Omverschillende redenen houd ik dit fonds voor
speculatief voor hen, die kunnen wachten.
G. N. te U. Houden. Ge kunt gerust zijn.
Toch zou ik liever andere stukken gekocht
hebben.
Brieven, verslagen, circulaires en prospec
tussen voor deze rubriek te zenden aan
D. STIGTBE.
Amst., Alexanderkade 4, 11/12 Jan. '99.
imiimiiiimimtimmiiimimimmtimmmiiiiiiii
LT7WN
Iets nieuws.
De dagbladen behelzen het volgende :
Verklaring van Bestuurders van openbare
verzameling iin roor Kunst en lfretinsc/iap
in Nederland.
De ondergeteekeiiüon, directeuren van openbare
verzamelingen voor kuust en wetenschap in Nederland,
van meening dat in dea dezer da=;en gevoerdeii strijd
over de leiding der afdeeling Kunsten en
ll'etenschappen bij het ministerie van binnenlandaehe zaken
een gewichtig staatsbelang is gemoeid, en wenschende
hun oprechte ondervinding te stellen tegenover in
drukken die bij het publiek veld zouden winnen,
wanneer daartegen niet werd opgekomen door mannen
wier oordeel in deze zeker niet in de laatste plaats
geldt, verklaren :
1. dat zij de. manier van het beheer, door het
ministerie van binnenlandsche zaken over hun
musea en inrichtingen uitgeoefend, beschouwen
ala een kracatigen steun voor hun pogen om de
verzamelingen aan hun zorgen toevertrouwd te
ontwikkelen en nuttig te maken voor allen ;
2. dat zij de leiding in laeer bepaalden zin uit
gaand van de afdeeling Kunsten en Weten
schappen" op hoogeu prijs schatten, omdat het
hnn is gebleken dat de zich voordoende vragen
in gemeen overleg naar den maatstaf van de
zaak zelf werden behandeld ;
8. dat zij het zovden betreuren zoo, om welke rede
nen ook, zulk een karaktervolle leiding in haar
werking werd gehinderd, omdat de hoogst noodige
en nog steeds voort te zetten organiseering vatt
het geheel der inrichtingen voor Kunst en Weten
schap 1) daarbij niet anders dan schade zou
kunnen lijden.
B. W. F. VAN RIEMSDIJK,
Hoofddirecteur 's Rijks-Museum.
J. PH. VAN DER KEI.LKN,
Directeur 's lUjks Prentenkabinet.
A. PIT,
Directeur Nederlandsch Museum.
W. G. C. JiUVANCK,
Directeur Koninklijke Bibliotheek.
J. IJ. K. SCHMKLTZ,
Directeur 's Rijks Museum van Kthnograpliie.
H. J. DE DOMI'IKKEK, LIK (JHAl.TEl'IK.
Directeur Koninklijk Penningkabinet.
Tot dusver hebben wij iets dergelijks niet
beleefd.
H] k zou het ten hoogste onbehoorlijk vinden,
wtmneer de eene ambtenaar den nnder een
teitimoniiim ging gccen, sprekende uit zich zelf en
van zich zelf,'" selireef ons dezer dagen iemand,
die de Stuers in zijn toezicht over een weten
schappelijke inrichting verdedigde.
Van dit uhooc/st-onbehnorlijke" hebben de
onderteekenaars van bovenstaande verklaring,
blijkbaar niets gevoeld.
Eu. toch, al zou meu het hoogst-onbefioorlij&e
van het uitreiken van een testimonium aan een
mede-ambtenaar, die als onverantwoordelijk mi
nister boven de overige ambtenaren staat, niet
zoo grif toestemmen, het hoogst-bedenkelij/ce van
zulk een daad kan moeilijk verborgen blijven.
Stel, dat de heer de Stuers, nu eens itts, of
bijzonder veel, had van een autocraat. Een opinie,
in zekere kringen zóó algemeen, dat de heer
S. Muller zich genoopt zag bij de verklaring
van het tegendeel de opmerking te voegen, dat
zij //die den heer de Stuers alleen uit de kranten
kennen, zullen beginnen te twijfelen, of mijn
(Mullers) hoofd nog wel helder is." Wat moet
dan het lot worden van hen, die dit bewijs van
goed gedrag niet hebben medeonderteekerid ?
Stel, herhalen wij, dat de Stuers nu eens iets,
of bijzonder veel had van een autocraat, hoe zal
dan het publiek, terecht of ten onrechte, hem
die hoedanigheid toeschrijvende, oordeelen over de
beteekenis van deze handteekeningen, onder
bovengenoemde verklaring verzameld? En zeker,
zal de eerste vraag, waartoe deze handeling leidt,
we'.en: Zijn. de heeren ouderteekenaars, dan der
mate er van overtuigd, dat de positie van den
door hen in bescherming genomen amhtenaar,
ernstig gevaar loopt, als zij niet tusschenbeiden
komen? Welk een veeg teeken, wanneer zij het
noodig achten op zulk een duidelijke wijs de
getuigenis af te leggen : wij gelooven nooit, dat
de Referendaris het houdt, ala wij hem niet een
handje helpen. Waarlijk, de beteekenis zulk eener
verklaring blijft niet verborgen!
Intnsschen zal het geoorloofd zijn over den
inhoud van dit stuk na te denken.
En dan springt allereerst in het oog, dat het
moeilijk eeiiigeii indruk kan maken, ten gunste
vau de Stuers' beheer als Referendaris van
Kunsten. De ontstemming tegenover den heer
de Stuers betreft zijn handelingen ten opzichte
van de kunstmusea, meer bepaald de
schilderijeu-musea en voorts zijn bouwkunstige idealen.
Het overige deel van zijn werkzaamheid is
nooit in debat geweest. De heeren Bijvanck,
Schnieltz en de Dornpicre de Ctiaufepiéhadden
veilig hun naamteektning, hoe waardevol ook,
terug kunnen houden tenzij de strekking van
hun verklaring deze mocht zijn: indien de Stuers
uithoofde van zijn kuustverzorging, op een ander
terrein dan het onze, als .Referendaris zijn einde
te gemoet gaat, zouden wij dit betreuren voor
de inrichtingen, waarover wij als directeuren zijn
gesteld. Dit nu zou alleen invloed op hen die
dezen strijd voeren kunnen hebben, wanneer zij
inderdaad tot de meening waren te brengen,
dat ter wille van die andere instellingen, het
beheer over de achilderijen-musea wel kon blij
ven, gelijk het nu is, m. a. w. als liet ge
lukken mocht, de bijzaak boven de hoofdzaak
te doen stellen.
Ten opzichte van de hoofdzaak hebben wij
alleen te overwegen de beteekenis van de namen
der heeren B. W. F. Riemsdijk, Hoofddirecteur
van het Rijksmuseum, J. Ph. v. d. Keilen,
directeur van 'e Rijks prentenkabinet en van den
heer Pit Directeur Ned. Museum. Het
Alaurits-huis, niet Dr. Bredius aan het hoofd, ont
breekt op de lijst der kunst-musea, evenals het
Rijks-archief, met Mr. Th. v. Riemsdijk onder
de rij der wetenschappelijke instellingen. Waarom?
Dat het zeer stichtelijk is, den heer v. d.
Keilen, pas weder opvolger van den heer Hof.
stede de Groot, die op de bekende wijs er toe
1) Hierbij is natuurlijk alleen sprake van de in
richtingen voor Kuus-t en Wetenschap die ouder het
ministerie van binueulaudsche zaken, at'deeliug K. en
W. resorteeren.
genoopt werd zijn ontslag te nemen, bij deze
gelegenheid het gewicht van zijn naam, van
zijn naam alleen, zonder eenig bewijs, ia de
schaal te zien werpen, en den man die hem
benoemd heeft in 't openbaar gelijk te geven,
ons dunkt hier over verder te spreken mag
overbodig heeten. I)e schijn van onpartijdigheid
vordert ook iets. De heer v. d. Keilen moet bjj
eenig nadenken deze zijn daad betreuren.
De heer Pit kan, tengevolge van de aanneming
van het amendement betreffende den verkoop
op Heeswijfc, voor dit bijzondere geval zicb aau
de Stuers' zijde scharen, over de inrichting
van het Nederlandsen Museum heeft hij echter
zich te duidelijk uitgelaten dan dat voor het
overige zijn h&ndteekening onder deze verklaring
van gewicht zou kunnen wezen.
Blijft over de heer B. W. F. v. Riemsdijk, de
grootste museum-directeur?althans de directeur
van het grootste museum. Nauwelijks een half
jaar geleden heeft de heer de Stuers geadviseerd,
hem een heel afzonderlij k gala-costuum te geven,
zoodat de'heer v. Riemsdijk?bij alleen onder
alle musea-directeuren ten Hove mag, ja
moet verschijnen in een rok en met een steek
met goud belegd; zijn ambtsbroeders blijven
bescheidenlijk in zilver. Dit komt in de
onderteekening zoo niet uit, en daarom vermelden
wij het eerlijkheidshalve; ook, laat ons nog eerlij
ker zijn, verlegenheidshalve ; want of de heer
van Riemsdijk, wij zullen niet zeggen de
grootste, maar een groot museum-directeur
is, iemand die alt zoodanig iets gepraesteerd
heeft, een kunstkenner, een man van studie,.
van eigen opvatting, van eigen wil mag
heeten, ziedaar iets, ons en waarschijnlijk
velen onbekend ! Best mogelijk, dat de heer van
Riemsdijk een uitzondering vormt onder zijn
ambtgenootec, en hem de gaaf is toebedeeld zelfs
iemand als de Stuers zonier veel moeite, maar
niet niet genoeg te prijzen takt, te overtuigen
en naar zijn band te zetten; daar zijn van
die naturen wier bekwaamheid en handigheid men.
allicht onderschat. Zeker, indien er aangaande den
hoofddirecteur van 't Rijksmuseum reeds iets ge
bleken zou zijn van dergelijke geestes- en karakter
eigenschappen, en dit ter onzer kennis mag komen,
zullen wij gaarne daar almede getuigenis van afleg
gen?maar tot dus verre, uit de eenvoudige
aamteekening onder de besproken verklaring
valtdit niet af te leiden ; tl\ans blijft het en
dat diende men toch te weten, zal men aan zijn
naam in deze quae&tie waarde kunnen hechten
onbeslist, of de hoofddirecteur van het Rijks
museum, in zijne qualiteit, wel ooit last van
een denkbeeld heeft gehad, dat hem in conflict
kon brengen met zijn superieur. Ook bij de
zoo fameuse Nachtwacht-historie is daarvan
niets aan den dag gekomen.
Het heeft, dunkt ons, geenerlei nut de hoofd
zaak door bijzaken en door namen, hoe glansrijk.
of glimmend die ook mogen zijn, te verduisteren.
Dat kan niet meer gelukken. Ieder weet wel,
waarover het geschil loopt. Men kan niet on
waar maken dat de Stuers, om de titulatuur van
Jhr. Lohman te gebruiken, feitelijk minister
van Kunsten en Wetenschappen, //onafzetbaar,
onzichtbaar en in zooverre ook eenigermate on
verantwoordelijk", de Hollandsche schilderkunst
aan een museum heeft geholpen, dat een ver
gissing verdient te heeten; dat die vergissing
steeds meer is erkend, en nu onlangs op nieuw
nog duidelijker is gebleken door de
Rembraudttentoonstellmg; dat de Stuers deze zijn eigen
vergissing nog meer liefheeft dan Rembrandt's
meest beroemde schilderstuk; en dat hij zich
niet geschaamd heeft, ten einde te voorkomen,,
dat het fatale van die vergissing vreemdeling
en landgenoot nog heller in het oog zou springen
een minister bij voorbaat voor gek te verklaren,.
die de Nachtwacht buiten het mislukt
Museumplaatste, alsmede dat hij in zijne
Referendarisfli^>gheid gedreigd heeft het Rijksmuseum van
alle stedelijke schilderijen te berooven en Amster
dam tot museum-bouw te dwingen, als het ooit
de Nachtwacht beter tot haar recht wilde doen
komen, dan in de de Stuers-Cuypers Stichting..
Het is voorts bekend, hoe de verhouding van
den Refendaris tot de Museumdirecteuren van
dien aard is, dat de heer Lotman toch zeker
niet een lichtvaardig criticus zich genoodzaakt
zag o. a. het volgende in de Kamer te getuigen
.Onder hel torig Kabinet hebben wij bijkans een
voortreffelijk directeur moeten missen, en hebben wij
in deze Kamer gehoord, hoe die Minister zijn autori
tair gezag wilde doen gelden. Tnaus hebben wij
wederom werkelijk een kunstkenner moeten mis
sen, die het eerst aan onze kunstverzamelingen ver
bonden werd onder het Kabinet van
duisterliugen, maar die ten slotte heeft moeten vluch
ten voor dit Kabinet van verlichting. Beide
mannen heb ik onlangs in een Fransch tijd
schrift voor kunst booren betitelen als
Europeesche vermaardheden. Zulke menschen moet
men, ondanks sommige eigenaardigheden, die hun.
wellicht aankleven, weten op prijs te stellen..
nWil men van de directeuren oppassers van
schilderijen of prenten maken, dan kan men hen
wel wel goedkooper krijgen dan nu."
Let men op deze karakteriseerende feiten : het
Rijksmuseum, de Nachtwacht-historie, de manier
waarop de Stuers Minister en gemeenteraad heeft
trachten te intimideeren, de quaestie-Bredius,
het ontslag van Hofstede de Groot, de voort
durende klachten over de restauratie van monu
menten enz. enz. dan is ter verdediging van
de wijze, waarop de heer de Stuers zijn Refe
rendarisschap uitoefent, iets beters noodig, dan
een attest van enkelen, die op hun bijzonder
gebied, M dusver geen last van zijn «.ijveren"
hebben ondervonden. Het middeltje nu aange
wend is «onbehoorlijk" en al ware het dat ook
niet het treft geen doel.
Het is de geest, die uit verschillende daden
van den Referendaris spreekt en alles behalve
een bijzondere ingenomenheid met den beer
Hofstede de Groot, of met wien ook die tot
verzet tegen zijn ministerschap beeft geleid; niet
nu eerst, maar, gelijk ieder weten kan, reeds
sedert langen tijd. Dientengevolge is het denk
beeld ontstaan, door ons meermalen aanbevolen,
dat er een administrateur-referendaris voor de
schilderijen en de bouwkunst moge komen, met
een raad van toezicht, advies of beheer, uit
personen van onderscheiden richting samen
gesteld, opdat het eenzijdig dictatorschap ein
dige, en in de officieele kunstwereld de vrede
worde hersteld.
Tot onze verwondering lezen wij in het
Centrtiiti ,/dat de persoonlijke verbittering tegen den
heer de Stuers uit de geschriften zijner aan
vallers duidelijk genoeg spreekt," en dat vaa die
aanvallen //het Groene Amsterdamsche Weekblad
| zich voornamelijk de twijfelachtige eer mag toe
rekenen." Voor zoover het ons deel in die aan
vallen, zeker niet het voornaamste deel, betreft,
j stellen wij er prijs op te verklaren, dat niets
, fersoonlijks ons tot schrijven heeft gedrongen.
1 Het valt ons allerminst moeilijk de betrekkelijke
verdiensten van den heer de Stuers te erkennen,
doch dit neemt niet weg, dat wij zijn referen
daris-schap als een onzichtbaar en onverant
woordelijk ministerschap in strijd met den geest