Historisch Archief 1877-1940
No. l £2
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
nee veel grootere intemivïteit de phantasie
\»n den componist opgewekt heeit; zóó zelfs
?dat de dichter, bet medium, niet in staat is
hem in z$n hoogen vhicht 1e volgen.
Doch, onwillekeurig ben ik afgedwaald. De
lezer weet, dat men over Metschaert en Eöntgen
niet dan in de termen van de grootste bewon
dering kan spreken. Messchaert wan uitste
llend bij stem en Köntgen's vleugel was dit
maal geluWrig niet ontstemd.
Vit den aard der zaak zal bet eene lied den
zanger gunstiger liggen dan het andere; zoo b.v.
trolhet my dadelijk boe in den Fahrt zumHades"
met *jjn breede, diepe, kernachtige tonen het
Orgaan van Messchaert voller en schooner
klonk dan in die untergehende Sonne" ; doch
dat is geheel nevencaak en treedt tegenover
het meesterlijke van bet geheel, totaal op .den
achtergrond.
De beer Böntgen «peelde als solonummers
Schumann's C-dar Pbantasie op-17 en een
drietal kleinere stukken van Brahms. Het best
beviel my" Schumann'* Phantasie en de g-moll
Bitapsodie van Brahms. Vooral in eerstge
noemd stuk kwam het echt romantisch karakter
volkomen tot zijn recht. Het tweede gedeelte
(waarom waren hier de onderdeelen niet
op het programma vermeld, gelyk zulks by
sonaten steeds geschiedt ?) met zyn melodischen
en rbythmiichen climax in bet hoofdthema
«naakte een kernachtigen indruk.
Donderdag 23 Febr. werd in bet Concert
gebouw, van ieder der drie grootmeester* op
het gebied der sywphonie Haydn, Moz»rt en
.Beethoven eene symphonie nitgevo-rd. Tot
myn sp\jt wai ik verhinderd deze uitvoering
by' te wonen. Ongetwijfeld zal zy een groot en
interessant genot opgeleverd hebben.
ABT. AVBBKAMP.
«MMIIIIIIimiimillHllmilMimillllllllllllinmillllliMIIIIIIHIMMIimilllll
MbraMt-Wooastefc
Areène Alexandre, de bekende Parijsche
kunstkenner, schrift, naar aanleiding van de
Amsterdamsche en Londensche
Rembrandttentoonstelling, o. m. in den Figaro :
«Ces deux expositions ont tédes fêtes
uniques dpnt plus rien ne poutra donner une
idee. Mais nous avons, au Louvre, vingt des
plus beaux Rembrandt du monde entier. lis
sont dispersés, mal exposés, avoisinés sans
logique et sans gout. A Londres et & Amster
dam, on a vu combien prenaient de puissance
par la réunion les ceuvres du maitre. Il est
inutile d'insister sur cette démonstration.
Que I'on nous donne enfin, au Louvre, la
salie Rembrandt, la salie oüsobrement.
religieusement, on aura disposédans la meilleure
lumière Ze Bon Somaritain, les
Disciple&d'Emmaüs, et Ie reste. Personne, mêtne ceux qui,
comme nous, depuis vingt ans réclament cette
salie avec la dernière energie, ne peut se
donter de l'émotion qui s'en dégagera, et du
bienfait qu'elle apportera aux ames.''
Zeker, wat kan men beter doen, dan de 20
Remhrandt'g van 't Louvre bijeen te brengen
in n zaal, met zorg gerangschikt, onder goed
licht? En wie zou reikhalzender daarnaar
uitzien dan Arsène Alexandre, die met zoo
veel geestdrift het denkbeeld van de stichting
van een Rembrandtmuseum hier te lande door
ons voorgestaan, heelt toegejuicht.
Te Amsterdam en te Londen heeft men
kunnen zien, hoe veel machtiger de indruk
wa1, die de schilderij'n maakten door het
byeenvoegen van des meesters werken !
Ocnoodig hierover iets meer te zeggen.
Een Rembrandt-museum voor Holland!
Zal eerst het buitenland ons moeten voorgaan ?
De Nachtwacht staat weer in donker en
blijft weer in donker, dat zegt allen! »I1 est
inutile d'insister sur cette démonstration",
herbalen wy, op onze beurt, met den Parijschen
Rembrandt-vriend.
Eene op?effiog,
naar aanleiding van: «Tien lichtdrukken
naar schilderyen en teekeningen
van Vincent van Gogh."
(Ingelanden.)
Toen we het bovengenoemde artikel lazen
kregen we nog eens de visie van dat mooie
tiental afdrukken uitgegeven door »Arts and
crafts", den Haag.
Ook ons waren als de beste opgevallen »La
Crau, Vue Prise a Mout Major" en »La Cam
pagne du cötédes bords du Klane. rue du Mont
Major" en juist om dezelfde redenen, als
die uw verslaggever noemt.
Maar ook weer dachten we aan het gesprek,
dat zich desty'ds tusschen ons en een mede
bezoeker ontspon naar aanleiding van die twee
lichtdrukken.
't Is toch zoo weinig bekend, dat we etsen,
teekeningen, die schitteren door dezelfde
deugden, in niet onbelangrijk aantal bezitten
in het Prentenkabinat. De etsen van Hercules
Seeghers bedoelen we. Ze zyn, helaas, zoo weinig
bekend. Als bewys mogen we aanvoeren een
geval, waarop als we ons niet vergissen
Jan Veth zinspeelde in zyn artikel in de Gids
naar aanleiding van de Rembrandtentoonstelling'
hier ter stede. Eene der platen van Hercules
Seeghers toch is door Rembrandt gebruikt.
Hy heeft er een paar poppen in gezet: Jozef
en Maria en 't kindeke Jezus op hunne vlucht
naar Egypte. Dit is bewy's genoeg voor de
schoonheid dezer plaat. Eu even mooie zyn er
in menigte.
Mocht iemand door dit geschryf zich opge
wekt gevoelen, het werk van Hercules Seeg
hers te gaan zien, dan verzuime hy' vooral
niet, nota te nemen van Seeghers' streven om
gekleurde afdrukken te maken. Eene nadere
studie van 's schilders leven is voorts interessant
genoeg, zoodat we die lederen liefhebber kunnen
aanbevelen.
C. L. VAN BALEN.
Alweer een.
Naar aanleiding van ons naschrift by prof.
te Winkel's verdediging van het plaatsen van
ten Kale's buste in het Ryksmuseutn, ontvan
gen wy nog de volgende opmerking :
Ten Kate wordt door u gelyk gesteld met
van Alphen, Feith en Tollens. M. i. terecht.
Maar naar mijne ineening zouden ook deze
drie buiten twyfel in beeld het Rijksmuseum
mogen versieren, als dat beeld maar een kunst
werk was. Zij toch vertegenwoordigen met
een paar anderen onze letterkunde tusschen
1780 en 1830; en zoo vertegenwoordigt ten
Kate met enkele anderen (en veel beter dan
Hofdyk en Hasebroek) die letterkunde tusschen
1830 en 1880. In zoover acht ik ze classiek,
als ik meen dat iemand, die in 't vervolg over
Ned. letterkunde wil meepraten, hunne werken
niet ongelezen mag laten. De litteratuur van
den dag gaat voorby ; maar de beste vertegen
woordigers van bepaalde perioden blijven leven
of behooren althans bekend te blyven by'
een volk, dat niet bij den dag leeft, maar zyn
verleden in eere houdt als het steunpunt voor
zyne toekomst en als leerschool van
onbekrompenheid. Hoogachtend verblyf ik,
Uw dw.
J. TE WINKEL.
Wij m een en den lezers des hoogleeraars toe
lichting tot het woord »classiek" niet te mogen
onthouden ; zy d'oet echter de vraag by ons
rijzen : of elke periode, niet in een leerboek,
maar in het Bijkimuseum, een of meer verte
genwoordigers mag eisenen. En wat het
tydvak van 1830 tot 1880 betreft: men koos daaruit
behalve een Potgieter, Beets, Schaepman,
Hofdy'k en Hasebroek zelfs een Laurillard,
nogal by' zijn leven! ofschoon tientallen van
gelijke en grootere beteekenis dan de meeste
der genoemden, b.v. v. Lennep, Vosmaer,
Mevr. Bosboom Toussaint, Da Costa, De
Genestet Multatuli en Huet ontbreken. Heeft
het dan niet iets van een: God zegen den
greep ? !
Oud-Amsterdam. *>
Het eerste gedeel*e van het standaardwerk
over Oud-Amsterdam is voleindigd. De heer
D. C. Meijer Jr. is ons een trouw en onver
moeibaar gids geweest eu heeft ons alles laten
*) Oud Amsterdam in de Zeeentiende
's-Graveiiha^e. W. P. vau Stockum & Zoon.
zien, wat betrekking had en heeft op groei en
bloei der stad en bare verschillende vergroeiingen
en uitbouwingen.
Niet alleen voor den echten Amsterdammer,
maar ook voor ieder, die wat gevoelt voor de
misschien allerschoonste en typigste stad van
Europa, en die er liever op een zonnigen dag
ronddwaalt, dan in eenige andere wereldstad,
is deze eerste afdeeling een heerlijk boek, een
handelbaar en, uit een
prentenliefhebbels-oogpunt, prachtige foliant, vrij wat aangenamer
om te lezen dan Commelin of Wagenaar.
E n niet-Amsterdammer zou er toe willen
komen een paar maanden in onze interessante
en schilderachtige hoofdstad te gaan doorbrengen,
of er zich een jaartje te vestigen, ten einde
met het thans gewapend oog al het oude en
belangwekkende op zijn gemak te gaan be
schouwen.
Wat leest men graag over die oude toestanden,
bet bewogen en bloeiend leven van onze groote
stad iu onzen grpotcn tijd! Wat zouden geest
en oog genieten', als men zoo eens een dagje
in die werkelijkheid kon terugkeeren!
Maar de toovermiddelen daartoe zijn nog niet
gevonden. Met behulp van een boek als dit,
tevens een uitgebreide topografische eu histo
rische atlas, kunnen de verbeelding en een
tamelijk voorstellingsvermogen ons veel doen
reconstruëeren. Wij hooren de drukte en het
lawaai in de omgeving Van het amplein,
wanneer de in Amsterdams historie als
gecoufijte schrijver ous daar brengt en rondleidt.
We wandelen met hem langs de fraaie, doch
kleine winkeltjes boven en beneden dn oude
Beurs, en zien er uitgestald bijouterieën, goud
en zilverwerk, hoeden, handschoenen, fijn ge
weven stoffen, borduurwerk, laken, zijde, tapijten,
goudleer, kopergravures, speelkaarten, glaswerk,
kramerijen en wat niet al. Directeurs van musea
van kunstiijferiieid moeten watertanden bij de
lezing. Wanuet-r allrs, wat men daar in n
uur hijeen kon zien, tlians geveild werd inden
Brakken Grond, zou half Europa en Amerika
uitloopen, om wat van die schatten voor hun
land machtig te worden. De heeren Sclieltema
en Schulman zouden goede dagen beleven.
Op die Oude Bi-urs n ineerende, zou de
tooneel^
?l
Koopjes". ')
.Mag ik van avond even uit, om een mantel
te koopen?" vroeg ons dieabtmeisje.
Ba wie wou je gaan?" vroeg ik.
Ze hebban uitverkoop by V. en daar kan
ik nou zeker wel yoor een prikje terecht,"
was het antwoord.
De naam van genoemde firma was me wel
hekend; maar ik meende het te mogen
betwyfelen, of dit nu juist de aangeweien winkel
was, waar een dienstmeisje, op een kooi j e"
belust, naar genoegen zou slagen. Ik zeide haar
dit, maar kreeg ten antwoord:
Waarom moeten wy', dienstmeisjes nu juist
alty'd koopeo, in winkels waar het goed geprysd
voor de ramen hangt?"
Zy' ging en kwam opgetogen terug. Zy'
vertelde, dat z* voor een spotprijs een echten
damesmantel hid gekocht met soutache en bont.
De juffrouw had haar gezegd, dat ze
werkeltfk van geluk mocht spreken. De mantel
had vijf en dertig gulden gekost, en nu kreeg
ze. die 'oor acht gulden l
Zoo iets had ik toch niet kunnen krijgen
In een wink»l waar ze alleen goedkoope man
tels hebben!" voegde ze er bij op
triomtantelijken toon. De juffrouw wilde dat ik hem
dadelijk o rader d, maar moeder vond beter, dat
hy' morgen wordt bezorgd T voegde ze er by.
Die was een h«el verstandige raad van
moeder, zooals uit het volgende blijken zal.
Den volgende morgen hoorde ik een groot
spektakel aan de voordeur.
Ik merkte duidelijk, dat degenen die aan
het woord waren, juist niet in een vriendelijke
stemming verkeerden l
Maar ik zeg je, 't is een schandaal, dat ze
ons menschen zoo beet hebben!'' hoorde ik de
moeder van ons meisje zeggen.
.Ik ook!" snikte haar dochter.
Ik begreep dadelyk, dat de mantel van vy'f
en dertig gulden de oorzaak was van den
twist, en meende de verongelykte met woord
«n daad te moeten bystaan.
Het eorpsts délicti werd me getoond.
Het was in waarheid een echte damesmantel,
maar de coupe was die van een vijftal jaren
geleden. Het kant en het soutache zat er op;
maar in plaats van zwart, had het een rossige
tiat aangenomen.
Op enkele plaatsen scheen het soutache
verdwenen, daar donkere plekken maar al te
duidelyk aantoonden de oorspronkelijke bruine
kleur van den mante'.
Eens gekocht, bly'ft gekocht, juffrouw,"
hoorde ik den winkelknecht op barschen toon
volhouden tegen de moeder, terwijl ik met de
dochter in de kamer den mantel inspecteerde.
Neem dat ding maar gerust mee! Ik zal
met je patroon komen spreken!" zeide ik tot
den bediende. De man droop af, en ik ging
naar den bewusten winkel.
Dan moeten de dienstmeisjes maar niet
hier komen l Ze weten, dat wy een
dameswinkel hebben, die er geen confectie op rahoudt!
Waarom keek ze niet beter uit haar oogen?"
Alsof dat mogelijk was! Natuurlijk kan men
by' avond het uur waarop de dienstmeisjes
gewoonlijk baar keuze moeten doen a^die
ongerechtigheden niet zien. T
Ze ging nu in het morgenuur, en ze kocht
een mantel, die gepryst voor de ramen hing
in het volle licht, en nu deed ze een werkelyk
koopje in den goeden zin namelijk!
* *
*
Een tweede geval, waarby een op koopjes
beluste dame, leelyk werd beetgenomen, is nog
al vermakelijk l
Voor slechts enkele dagen is de gelegen
heid voor onze elegante dame», opengesteld,
zich voor een spotprys echte Tyroolsche hand
schoenen aan te schuff en," werd er in de bladen
geannonceerd. Hoewel er in de goede stad
my'ner inwoning handschoenen-winkels te over
zyn, meenden de meeste dames van die buiten
gewone gelegenheid te moeten proflteeren.
De naam van den onderteekenaar klonk zoo
echt Tyroolsch, dat men voor misleiding niet
behoefde te vreezen l
Door ondervinding wijs geworden, bepaalde
ik my' tot de rol van toeschouwster, hoewel
1) Men neme, by het lezen van dit artikel in
aanmerking, dat hiermede 'geenszins bedoeld
is, de jaarlyksche mise en vente die in de
groote magazijnen wordt gehouden. V.
de lage pry'zen nu aanlokkelijk genoeg schenen.
Eeu my'ner bekenden liep echter leelyk in
den val.
Zy wilde wachten tot den laatst e a dag!
Dan zouden de pryzen wellicht nog lager
worden.
Alles moet weg!" stond er dan ook in den
vooravond van den laatsten dag te lezen.
JNu was het tijd!...
Zrj kocht een aantal paren moest heele
lichte, subtiele kleuren en borg ze op, om ze
by komende gelegenheid te voorschijn te halen.
Ze was verrukt over die mooie verzameling
maar ... haar vreugde duurde slechts, totdat
ze een paar noodig had.
Het eerste wat «e wilde aantrekken bestond
uit twee linkerhanden. Ze waren zoo vernuftig
gevouwen en aan elkaar gehecht, dat men de
handschoenen openslaand, niet kon zien, wat
ds fout was. Het tweede paar had scheeve
duimen, het derde boven op de hand met
witte zijde gestikte naden die zoo schuin liepen
dat men ze aantrekkende, den schyn had,
geheel misvormde handen te hebben. Het
vierde paar eindelyk, was van binnen geheel
gespikkeld! En toen het werd aangetrokken
en daardoor het leder werd uitgerekt, ver
toonden zich diezelfde vlekjes ook op het
bovengedeelte!
Wat de ondervinding van de andere koopsters
is gfiweest, kwam mij niet ter ooren !
Men vertelt het niet graag, als iets
dergelyks aan iemand overkomt l De ooly'ke koopmui
was natuurlijk ver te zoeken!
Wellicht verkneukelde hy zich van pret in
Tyrol zijnde als hy werkeJyk een i'yroler
was en anders, wie weet, in ons land over
de domme schare, die, wanneer zij haar verstand
had gebruikt, moest weten dat men hiertegen
dergelyke spotpryzen geen glacéhandschoenen
kan kry'gen, waar geen steekje aan los wa«."
*
Opruiming van avondmantels!" stond er ia
de bladen te lezen.
Een my'ner bekenden had gewacht op deze
mededeeling, met een rotonde te koopeii.
Het winkelmeisje kwam aandragen met twee
mantels, die naar my'n meening tamelyk hors
de saison waren.
. Het zwarte bont, dat vroeger voor deze
rotonden veel gebruikt werd en nog wordt
voor zwarte mantels, staat somber, vooral
wanneer de draagster geen oude dame is. Ik
bad in het begin van het seizoen een
donkerblauwen mantel gekocht, met grijs gespikkeld
bont, en vroeg aan de juffrouw ot' zij niet iets
dergelijks had.
Het meisje keek me aan met een blik, alsof
ze zeggen wilde: o, maar wat hebben ze u
dan in den nek gezien!"
Zwart is de mode!" zeide ze op
gedecideerden toon en het leek me, dat de koopster
mér aan de woorden van het winkelmeii-je
hechtte, dan aan de mijne. De wijde, donkere
soepjas want van taille ot elegance was geen
sprake aan dit model werd gekocht.
Een paar huizan verder was een winkel waar
rotondes te koop hingen, allen gekleurd en
met gry's bont. Ik zeide niets; maar ik merkte
heel goed, dat mijn gezellin ter sluiks naar de
geétalleerde mantels keek.
Zouden we ook even terug gtan en zeggen
dat ik maar liever den mantel niet neemï"
zeide ze toen we een eindje waren
voortgewandeld.
Zooals je wilt; maar je hebt nu immers
een koopje"", kon ik niet nalaten op ietwat
spottenden toon te antwoorden.
In den winkel teruggekomen, vond haar
verzoek geen gehoor. De mantel was al op
het atelier om verkort te worden. Terwyl die
aangepast was, had de juffrouw hem omgespeld.
Mijn gezellin zuchtte.
Er was niets aan te doen. Ze had een
koopje wel!
Ikzelf ben ook eens haast de dupe geworden
van een uitverkoop".
In ,een winkel van goeden naam, zag ik
staan met groote letters op de ramen geplakt:
Finale uitverkoop, wegens verandering der
firma."
Een mooie stof zag ik liggen en ik besloot
die te koopen.
Den volgenden dag _zou de uitverkoop een
aanvang nemen en ik zorgde bij tijds er heen
te gaan, om niet achter het net te visschen.
Eerst keek ik nog eens voor net raam; de
coupon was verdwenen!
Het viel mij dadelijk op, dat de etalage
niet zoo mooi was, als de dag vóór den uit
verkoop.
Ik trad binnen en liep het magazijn eens
door, steeds uitziend naar mijn coupon.
Ik doorwandelde vy'f gedeelten zag veel
leelijks, weinig moois, en vroeg mij z> If verbaasd
af, waar dan toch al het fraais gebleven was,
dat ik den vorigen dag vau buitenaf had
aanschouwd.
Toen ik de geheele etalage, waarvan niets
ms aantrok, had bezien, vroeg ik aan een der
winkeljuffrouwen, waar dan toch die coupjn
gebleven was. Ik duidde de kleur aan.
De juffrouw romtaelds de stoffen dooreen
en liet me verscheidene zien.
Bedoelt u dit?" was het telkens.
Maar het leek er niets op!
Al die stoffen te samen waren lang zoo
mooi niet als degene waarop mijn keus was
gevallen.
M»ar zoekt u dan een van deze uit! My
dunkt er zijn er tocb genoeg!" riep de juffrouw
eindelyk vry ong duldig.
Ik liet mij echter niet overhalen, en stond
er op, dat men onderzo.-k zou daeo, waar de
bewuste coupon gebleven was.
De kasten werden uitgehaald en ik speurde
met arendsoogen, of de gewenschte coupon ook
ergfns te zien was.
En jawel! Achter een stapel goederen daar
lag ze, veilig en wel geborgen en gewikkeld
in papier.
O, meent u deze stof? Maar die behoort
niet bij den uitverkoop \!' riep de juffrouw
knorrig.
Maar daarom mag ik die toch wel koopen?"
vjoeg ik lachend.
Die coupon is voor de zomer-étalage be
stemd!" Dat was het excuus!
Men keurde het blykbaar zeer af, dat ik
mijn keus gevestigd had op iets dat niet tot
de koopjes" behoorde.
En er staa': Finale Uitverkoop!"" bracht
ik in het midden.
Ja, dat wordt door ons winkeliers maar
gezet'!" werd mij ten antwoord gegeven. Maar
het is niets dan een opruiming van ouden
rommel!" antwoordde ds juffrouw, zonder
eeniga verlegenheid te laten blijken.
En wordt de firma dan ook niet veranderd?"
vroeg ik.
Wel ne'n, er is een zuster van meneer
gestor.en, die aandeel in de zaak had maar
niets met den winkel zelf heeft uit te staan
gehad. Alles blijft zooals het is!"
Ik haalde de schouders op en dacht: De
wereld wil bedrogen zyn l"
TE RA.
MIIMIUIIMIIimillllllllllHIHII Illlll
Boeken koopen. Handweefsihool.
De eerste Viiitsche prima donna.
Vrouwenregeerincj. De
Freyakam. De trouwring-cirkel. Oude
vrijers. Tuiaalf goede vromven.
Schoonheid.
Over het koopen van boeken heeft een
Duitsch damestydschrift eenige zeer juiste
opmerkingen.
Is het waar, dat in Frankryk en Engeland
ook in den middenstand het bezit van een
kleine bibliotheek als noodzakelyk beschouwd
wordt ? In elk geval: bij »het volk der dich
ters en denkers", zooals de Duitschers zich
gaarne noemen, niet. Men koopt geen boek,
dan om het cadeau te geven, wanneer men
niet zoo gauw iets geschikters weet. Waarvoor
ook? De couranten geven zooveel te lezen,
dat men er haast geen tijd voor vinden kan;
dan is de portefeuille van het leesgezelschap
er nog, en eindelyk kan men een boek huren
in de leesbibliotheek.
Toch, alvorens voor dit laatste een stuiver
per week uit te geven, is er nog iets anders;
men leent het, soms van wildvreemde
menschen. In de kleine stadjes ,is het zoover ge
komen, dat iemand, van wie het gerucht gaat,
dat zy dit of dat modern boek bezit, er van
alle kanten om wordt lastig gevallen; men
leent het boek van haar en leent het
heimelyk verder uit, of vertelt aan kennissen, dat
die of die mevrouw het heeft. Men zendt
zelfs per postpakket het geleende boek aan
vriendinnen ter lezing.
En dit doen dezelfde burgervrouwen, die
alleen van een hél intieme vriendin en dan
nog in 't geheim, een dozijn wynglazen of
een manrije zilveren lepels en vorken zouden
leenen, die jarenlang overtollige tafellakens
in haar linnenkast bewaren, om »by gelegen
heden" knap voor den dag te kunnen komen.
Dezelfde vrouwen ook, die by uitstapjes het
eerst naar een Goethe-bank of een
Dichterheim zullen pelgrimmen,.... een boek koopen,
daar denken ze niet aan. E-me der meest
gewone vragen, die een schrijver van eene
dame te hooren kry'gt. is de^e: »Ik heb zoo
veel van uw boek gehoord, weet u ook,
waar het te krijgen is?" - »Wel, in iederen
boekwinkel, mevrouw ..." »0ch, zoo bedoel
ik het niet; 't is maar om het ns door te
lezen."
Soras gebeurt het zelfs, dat men de onbe
schaamdheid heeft, den auteur zijn eigen boek
te leen te vragen ....
Is het in Nederland ook zoo ?
* *
*
Indertyd vermeldden wij de kunstweefschool
te Scherrebek in Sleeswijk-Holstein, waarnaar
oud-Noorsche modellen gewerkt wordt, en voor
de jonge arbeidsters in die streek een aardige
tak van industrie geopend is.
DeLette-Verein zal na Paschen ook te Berlijn,
Königgratzer-strasse 90, zulk een school openen.
Dit handweven komt natuurlyk niet in con
currentie met het fabriekswerk, dat veel
goedkooper is, maar het is persoonlijk werk en
laat plaats voor eenigen persoonlyken kunstzin.
De weefstoeltjes hiervoor kunnen in een huis
kamer staan, zijn niet veel grooter dan een
naaimachine, en maken niet veel leven.
De leertijd zal een half jaar bedragen;
iederen dag van 8 tot 12 en van 2 tot 4 uur
weven ; vier uur 's weeks teekenen ; de weef
sters die reeds wat gevorderd zijn mogen
's avonds ook in de school voor zich zelf
komen werken. De cursus is als volgt: ver
vaardiging van een proetlap met steeds toene
mende moeielykheden, teekenen van omtrekken
naar patronen en naar de natuur. Voorwaarden
van toelating: 16 jaar, toestemming der ouders
of voogden, attest omtrent de gezondheid,
vooral omtrent de oogen, verzekering van
levensonderhoud gfidurende de zes maanden
leertijd, leergeld 100 mark, weefstoel 50 mark,
cautie voor schade en v«rbruik van materiaal
25 mark. De leerlingen verbinden zich daaren
boven, gedurende den leertijd en nog een
jaar daarna voor geen andere onderneming
dan de Nordische Kunstweberei te werken;
maar deze verplicht zich, haar gedurende dat
jaar werk te geven, zoodat zij bij 8 uur daags
werk 2 a ;i mark per dag kunnen verdienen.
De cursus begint G April aanstaande.
* *
*
Een eigenaardige gedenkdag voor de Duitsche
muziek was 23 Februari, toen het 150 jaar
geleden was, dat Gertrud Elisabeth Schmeling
geboren werd. Zij was de eerste Duitsche
operazangeres, en had veel moeite om in haar
eigen taal te mogen zingen, terwyl toen aan
alle opera's alleen Italiaansch en Fransen
geduld werd. Friedrich II antwoordde aan
den intendant der Berlijnsche opera, graaf
Zierotin, toen deze haar wilde engageeren, j
dat hij zich liever door zyn rypaard een aria |
zou laten voorhinneken, dan een Duitache j
prima donnj aan zijn opera te nemen. Toch
liet hij zich overhalen tot een auditie, die
te Sanssouci plaats had, en deze leidde tot
een engagement op 8000 thaler.
Maar men kan zeggen dat de Italiaansche
muziek zich wreekte. De ongelukkige Schmeling
werd verliefd op een karakterloozen
kamermusicus, Mara, en vluchtte met hem naar
Parij?, waar de Italiaan haar spaarpenningen
verkwistte, haar mishandelde en verliet. Zy
ging nu kunstreizen maken, in 1803 was zij
weer in Berlijn; in 1805 ging al wat zij bezat
verloren bij den grooten brand te Moskau;
tot in haar laatste levensjaren bleef zij zingen
voor den kost, en in 1833 stierf zij te Raval
in Finland, 84 jaar oud. Goethe, die haar
reeds als student te Lsipzig had bezongen,
zond haar nog in 1831 een versje als ver
jaringsfelicitatie.
*
-x*
In het zeer achterlijke en reactionnaire
kanton Tessin in Zwitserland bestaat in eenige
gemeenten reeds een stemrecht voor vrouwen,
maar dat heeft zyn reden, 's Zomers gaan al
de Tessiners van huis en alleen de vrouwen
blyven over, men heeft haar dus wel gedurende
dien ty'd de macht in handen moeten geven,
en kan ze haar 's winters niet weer ontnemen.
De gemeente Melano in het district Lugano
heeft b.v. besloten, dit by afwezigheid van
meerderjarige burgers van het mannelyk ge
slacht ieder gezin zich door een meerderjarige
vrouwelijke persoon mag latsn vertegenwoor
digen; deze vrouwen hebben dan het volledig
stemrecht. Nu is er nog een stry'd omtrent
het sanctioneeren hiervan door de kantonnale
wetgeving; de ultramontaansche bladen van
Tessin zy'n. daartegen, de liberale ervoor.
* *
*
Om dik haar na het wasschen spoedig te
drogen is iets nieuws uitgevonden, de
«FreyaKamm", eigenlyk geen kam, maar een
vernikkeld toestelletje in den vorm van een
wafalyzer, geculd met eene chemischa zelf
standigheid. Men. legt den »Freya-Kamm"
vyf minuten vóór het gebruik in kokend water,
hij bly'ft dan byna een uur warm ; men neemt
er de haren mee op en laat ze weer los. De
inhoud behoefc niet vernieuwd te worden ; na
afkoeling is alles als te voren. De
»FreyaKamm'' kost 7 mark; adres Moordnrf en
Hochhausler, Komnfandantenstrasse GO, Bsrlijn
* *
De redactie van de lieview of Eeciews be
weert voldoening te beleven van haar
nrouwringcirkel," haar uitvinding om ongehuwde
menschen anoniem met elkaar in correspon
dentie te brengen. Hiertoe is een klein tijd
schrift opgericht, waar al de abonnees in
schrijven, anoniem. Wanneer ze elkaar na
openbaarmaking van hun gedachten en in
zichten bevallen, bestaat er gelegenheid om
door middel van het bureau eikaars namen te
weten te komen; maar velen vinden het heel
aangenaam, op deze wijze een geestige of
hartelyke correspondentie te blijven voeren
en vriendschappen op het papier te kweeken
zonder tot een huwelyk of zelfs tot het op
lichten van den sluier te komen. Het is toch
een feit, dat men, zeker van het incognito,
veel vrijer en meestal veel beminrelüker is,
dan onder den druk van maatschappelijke ver
houdingen.
* *
#
In The Woman at home heeft mrs. Sirah
Tooley, die steeds nieuwe onderwerpen voor
dames-belangstelling zoekt, een opstel over
beroemde celibatairs van onze dagen. Niet
alle zijn beschikbaar, maar de meeste wel.
Zij bespreekt Lord Kitchener, Cecil Rhodes,
(die beide zich onbewimpeld vrouwenhaters
noemen), den Paus, dr. Welldon, eenige hooge
geestelijken, Arthur Bilfour, den dichter
Swinburne, den romanschrijver Anthony Hope,
dr. Jarneson en nog eenigen.
* *
*
De Lady's Healm voor Februari bevat den
uitslag van een stemming over de «twaalf
meestbekende goede vrouwen der negentiende
eeuw.'' Als resultaat geeft het tijdschrift het
twaalftal in deze volgorde: Koningin Victoria,
Florence Nightingale, Elisabeth Fry, barones
Burdett-Coutts, de prinses van Wales, de
hertogin van Teek, zuster Dora, Agnes Weston,
Grace Darlingf, prinses Alice, lady Henry
Somerset en Frances Ridley Havergal
Aan prinses Alice en juffrouw Havergal zou
men buiten Engeland allicht niet gedacht
hebben.
* **
Wat is de periode der grootste schoonheid
van de vrouw ? Helena, de schoone Grieksche
was, naar baweerd wordt, 48 jaar, toen Paris
door haar betooverd werd en haar schaakte
Aspasia was 37, toen zij het hart van Perikles
won, en bleef nog 37 jaren daarna eene be
roemde schoonheid. Cleopatra was 40 jaar
toen zy Antonius ontmoette, Diane de Poitiers
36, toen Hendrik IV haar leerde kennea.
Anna van Oastenryk was 38 jaar, toen zij de
schoonste vrouw van Europa genoemd werd,
Mad. de Maintenon 43, toen zij de aandacht
van Lodewijk XIV trok. Mlle Mars was het
mooist op haar 43ste; mad. Récamier bleef
van 35 tot 55 dezelfde.
Het ideaal van 18 jaren of nog jonger,
Juliet, Beatrice, Laura, schijnt in de
werkelykheid niet zoo wereldveroverend te zyn als
de dichters beweerd hebben; vooral omdat eert
karaktertrek der schoonheid die ook zijn waarde
heeft, gratie, goedheid, intelligentie, bewuste
beminnelijkheid, meestal op dien leeftijd nog
slechts in wording is.
E-e.