De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 5 maart pagina 3

5 maart 1899 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. l £2 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. nee veel grootere intemivïteit de phantasie \»n den componist opgewekt heeit; zóó zelfs ?dat de dichter, bet medium, niet in staat is hem in z$n hoogen vhicht 1e volgen. Doch, onwillekeurig ben ik afgedwaald. De lezer weet, dat men over Metschaert en Eöntgen niet dan in de termen van de grootste bewon dering kan spreken. Messchaert wan uitste llend bij stem en Köntgen's vleugel was dit maal geluWrig niet ontstemd. Vit den aard der zaak zal bet eene lied den zanger gunstiger liggen dan het andere; zoo b.v. trolhet my dadelijk boe in den Fahrt zumHades" met *jjn breede, diepe, kernachtige tonen het Orgaan van Messchaert voller en schooner klonk dan in die untergehende Sonne" ; doch dat is geheel nevencaak en treedt tegenover het meesterlijke van bet geheel, totaal op .den achtergrond. De beer Böntgen «peelde als solonummers Schumann's C-dar Pbantasie op-17 en een drietal kleinere stukken van Brahms. Het best beviel my" Schumann'* Phantasie en de g-moll Bitapsodie van Brahms. Vooral in eerstge noemd stuk kwam het echt romantisch karakter volkomen tot zijn recht. Het tweede gedeelte (waarom waren hier de onderdeelen niet op het programma vermeld, gelyk zulks by sonaten steeds geschiedt ?) met zyn melodischen en rbythmiichen climax in bet hoofdthema «naakte een kernachtigen indruk. Donderdag 23 Febr. werd in bet Concert gebouw, van ieder der drie grootmeester* op het gebied der sywphonie Haydn, Moz»rt en .Beethoven eene symphonie nitgevo-rd. Tot myn sp\jt wai ik verhinderd deze uitvoering by' te wonen. Ongetwijfeld zal zy een groot en interessant genot opgeleverd hebben. ABT. AVBBKAMP. «MMIIIIIIimiimillHllmilMimillllllllllllinmillllliMIIIIIIHIMMIimilllll MbraMt-Wooastefc Areène Alexandre, de bekende Parijsche kunstkenner, schrift, naar aanleiding van de Amsterdamsche en Londensche Rembrandttentoonstelling, o. m. in den Figaro : «Ces deux expositions ont tédes fêtes uniques dpnt plus rien ne poutra donner une idee. Mais nous avons, au Louvre, vingt des plus beaux Rembrandt du monde entier. lis sont dispersés, mal exposés, avoisinés sans logique et sans gout. A Londres et & Amster dam, on a vu combien prenaient de puissance par la réunion les ceuvres du maitre. Il est inutile d'insister sur cette démonstration. Que I'on nous donne enfin, au Louvre, la salie Rembrandt, la salie oüsobrement. religieusement, on aura disposédans la meilleure lumière Ze Bon Somaritain, les Disciple&d'Emmaüs, et Ie reste. Personne, mêtne ceux qui, comme nous, depuis vingt ans réclament cette salie avec la dernière energie, ne peut se donter de l'émotion qui s'en dégagera, et du bienfait qu'elle apportera aux ames.'' Zeker, wat kan men beter doen, dan de 20 Remhrandt'g van 't Louvre bijeen te brengen in n zaal, met zorg gerangschikt, onder goed licht? En wie zou reikhalzender daarnaar uitzien dan Arsène Alexandre, die met zoo veel geestdrift het denkbeeld van de stichting van een Rembrandtmuseum hier te lande door ons voorgestaan, heelt toegejuicht. Te Amsterdam en te Londen heeft men kunnen zien, hoe veel machtiger de indruk wa1, die de schilderij'n maakten door het byeenvoegen van des meesters werken ! Ocnoodig hierover iets meer te zeggen. Een Rembrandt-museum voor Holland! Zal eerst het buitenland ons moeten voorgaan ? De Nachtwacht staat weer in donker en blijft weer in donker, dat zegt allen! »I1 est inutile d'insister sur cette démonstration", herbalen wy, op onze beurt, met den Parijschen Rembrandt-vriend. Eene op?effiog, naar aanleiding van: «Tien lichtdrukken naar schilderyen en teekeningen van Vincent van Gogh." (Ingelanden.) Toen we het bovengenoemde artikel lazen kregen we nog eens de visie van dat mooie tiental afdrukken uitgegeven door »Arts and crafts", den Haag. Ook ons waren als de beste opgevallen »La Crau, Vue Prise a Mout Major" en »La Cam pagne du cötédes bords du Klane. rue du Mont Major" en juist om dezelfde redenen, als die uw verslaggever noemt. Maar ook weer dachten we aan het gesprek, dat zich desty'ds tusschen ons en een mede bezoeker ontspon naar aanleiding van die twee lichtdrukken. 't Is toch zoo weinig bekend, dat we etsen, teekeningen, die schitteren door dezelfde deugden, in niet onbelangrijk aantal bezitten in het Prentenkabinat. De etsen van Hercules Seeghers bedoelen we. Ze zyn, helaas, zoo weinig bekend. Als bewys mogen we aanvoeren een geval, waarop als we ons niet vergissen Jan Veth zinspeelde in zyn artikel in de Gids naar aanleiding van de Rembrandtentoonstelling' hier ter stede. Eene der platen van Hercules Seeghers toch is door Rembrandt gebruikt. Hy heeft er een paar poppen in gezet: Jozef en Maria en 't kindeke Jezus op hunne vlucht naar Egypte. Dit is bewy's genoeg voor de schoonheid dezer plaat. Eu even mooie zyn er in menigte. Mocht iemand door dit geschryf zich opge wekt gevoelen, het werk van Hercules Seeg hers te gaan zien, dan verzuime hy' vooral niet, nota te nemen van Seeghers' streven om gekleurde afdrukken te maken. Eene nadere studie van 's schilders leven is voorts interessant genoeg, zoodat we die lederen liefhebber kunnen aanbevelen. C. L. VAN BALEN. Alweer een. Naar aanleiding van ons naschrift by prof. te Winkel's verdediging van het plaatsen van ten Kale's buste in het Ryksmuseutn, ontvan gen wy nog de volgende opmerking : Ten Kate wordt door u gelyk gesteld met van Alphen, Feith en Tollens. M. i. terecht. Maar naar mijne ineening zouden ook deze drie buiten twyfel in beeld het Rijksmuseum mogen versieren, als dat beeld maar een kunst werk was. Zij toch vertegenwoordigen met een paar anderen onze letterkunde tusschen 1780 en 1830; en zoo vertegenwoordigt ten Kate met enkele anderen (en veel beter dan Hofdyk en Hasebroek) die letterkunde tusschen 1830 en 1880. In zoover acht ik ze classiek, als ik meen dat iemand, die in 't vervolg over Ned. letterkunde wil meepraten, hunne werken niet ongelezen mag laten. De litteratuur van den dag gaat voorby ; maar de beste vertegen woordigers van bepaalde perioden blijven leven of behooren althans bekend te blyven by' een volk, dat niet bij den dag leeft, maar zyn verleden in eere houdt als het steunpunt voor zyne toekomst en als leerschool van onbekrompenheid. Hoogachtend verblyf ik, Uw dw. J. TE WINKEL. Wij m een en den lezers des hoogleeraars toe lichting tot het woord »classiek" niet te mogen onthouden ; zy d'oet echter de vraag by ons rijzen : of elke periode, niet in een leerboek, maar in het Bijkimuseum, een of meer verte genwoordigers mag eisenen. En wat het tydvak van 1830 tot 1880 betreft: men koos daaruit behalve een Potgieter, Beets, Schaepman, Hofdy'k en Hasebroek zelfs een Laurillard, nogal by' zijn leven! ofschoon tientallen van gelijke en grootere beteekenis dan de meeste der genoemden, b.v. v. Lennep, Vosmaer, Mevr. Bosboom Toussaint, Da Costa, De Genestet Multatuli en Huet ontbreken. Heeft het dan niet iets van een: God zegen den greep ? ! Oud-Amsterdam. *> Het eerste gedeel*e van het standaardwerk over Oud-Amsterdam is voleindigd. De heer D. C. Meijer Jr. is ons een trouw en onver moeibaar gids geweest eu heeft ons alles laten *) Oud Amsterdam in de Zeeentiende 's-Graveiiha^e. W. P. vau Stockum & Zoon. zien, wat betrekking had en heeft op groei en bloei der stad en bare verschillende vergroeiingen en uitbouwingen. Niet alleen voor den echten Amsterdammer, maar ook voor ieder, die wat gevoelt voor de misschien allerschoonste en typigste stad van Europa, en die er liever op een zonnigen dag ronddwaalt, dan in eenige andere wereldstad, is deze eerste afdeeling een heerlijk boek, een handelbaar en, uit een prentenliefhebbels-oogpunt, prachtige foliant, vrij wat aangenamer om te lezen dan Commelin of Wagenaar. E n niet-Amsterdammer zou er toe willen komen een paar maanden in onze interessante en schilderachtige hoofdstad te gaan doorbrengen, of er zich een jaartje te vestigen, ten einde met het thans gewapend oog al het oude en belangwekkende op zijn gemak te gaan be schouwen. Wat leest men graag over die oude toestanden, bet bewogen en bloeiend leven van onze groote stad iu onzen grpotcn tijd! Wat zouden geest en oog genieten', als men zoo eens een dagje in die werkelijkheid kon terugkeeren! Maar de toovermiddelen daartoe zijn nog niet gevonden. Met behulp van een boek als dit, tevens een uitgebreide topografische eu histo rische atlas, kunnen de verbeelding en een tamelijk voorstellingsvermogen ons veel doen reconstruëeren. Wij hooren de drukte en het lawaai in de omgeving Van het amplein, wanneer de in Amsterdams historie als gecoufijte schrijver ous daar brengt en rondleidt. We wandelen met hem langs de fraaie, doch kleine winkeltjes boven en beneden dn oude Beurs, en zien er uitgestald bijouterieën, goud en zilverwerk, hoeden, handschoenen, fijn ge weven stoffen, borduurwerk, laken, zijde, tapijten, goudleer, kopergravures, speelkaarten, glaswerk, kramerijen en wat niet al. Directeurs van musea van kunstiijferiieid moeten watertanden bij de lezing. Wanuet-r allrs, wat men daar in n uur hijeen kon zien, tlians geveild werd inden Brakken Grond, zou half Europa en Amerika uitloopen, om wat van die schatten voor hun land machtig te worden. De heeren Sclieltema en Schulman zouden goede dagen beleven. Op die Oude Bi-urs n ineerende, zou de tooneel^ ?l Koopjes". ') .Mag ik van avond even uit, om een mantel te koopen?" vroeg ons dieabtmeisje. Ba wie wou je gaan?" vroeg ik. Ze hebban uitverkoop by V. en daar kan ik nou zeker wel yoor een prikje terecht," was het antwoord. De naam van genoemde firma was me wel hekend; maar ik meende het te mogen betwyfelen, of dit nu juist de aangeweien winkel was, waar een dienstmeisje, op een kooi j e" belust, naar genoegen zou slagen. Ik zeide haar dit, maar kreeg ten antwoord: Waarom moeten wy', dienstmeisjes nu juist alty'd koopeo, in winkels waar het goed geprysd voor de ramen hangt?" Zy' ging en kwam opgetogen terug. Zy' vertelde, dat z* voor een spotprijs een echten damesmantel hid gekocht met soutache en bont. De juffrouw had haar gezegd, dat ze werkeltfk van geluk mocht spreken. De mantel had vijf en dertig gulden gekost, en nu kreeg ze. die 'oor acht gulden l Zoo iets had ik toch niet kunnen krijgen In een wink»l waar ze alleen goedkoope man tels hebben!" voegde ze er bij op triomtantelijken toon. De juffrouw wilde dat ik hem dadelijk o rader d, maar moeder vond beter, dat hy' morgen wordt bezorgd T voegde ze er by. Die was een h«el verstandige raad van moeder, zooals uit het volgende blijken zal. Den volgende morgen hoorde ik een groot spektakel aan de voordeur. Ik merkte duidelijk, dat degenen die aan het woord waren, juist niet in een vriendelijke stemming verkeerden l Maar ik zeg je, 't is een schandaal, dat ze ons menschen zoo beet hebben!'' hoorde ik de moeder van ons meisje zeggen. .Ik ook!" snikte haar dochter. Ik begreep dadelyk, dat de mantel van vy'f en dertig gulden de oorzaak was van den twist, en meende de verongelykte met woord «n daad te moeten bystaan. Het eorpsts délicti werd me getoond. Het was in waarheid een echte damesmantel, maar de coupe was die van een vijftal jaren geleden. Het kant en het soutache zat er op; maar in plaats van zwart, had het een rossige tiat aangenomen. Op enkele plaatsen scheen het soutache verdwenen, daar donkere plekken maar al te duidelyk aantoonden de oorspronkelijke bruine kleur van den mante'. Eens gekocht, bly'ft gekocht, juffrouw," hoorde ik den winkelknecht op barschen toon volhouden tegen de moeder, terwijl ik met de dochter in de kamer den mantel inspecteerde. Neem dat ding maar gerust mee! Ik zal met je patroon komen spreken!" zeide ik tot den bediende. De man droop af, en ik ging naar den bewusten winkel. Dan moeten de dienstmeisjes maar niet hier komen l Ze weten, dat wy een dameswinkel hebben, die er geen confectie op rahoudt! Waarom keek ze niet beter uit haar oogen?" Alsof dat mogelijk was! Natuurlijk kan men by' avond het uur waarop de dienstmeisjes gewoonlijk baar keuze moeten doen a^die ongerechtigheden niet zien. T Ze ging nu in het morgenuur, en ze kocht een mantel, die gepryst voor de ramen hing in het volle licht, en nu deed ze een werkelyk koopje in den goeden zin namelijk! * * * Een tweede geval, waarby een op koopjes beluste dame, leelyk werd beetgenomen, is nog al vermakelijk l Voor slechts enkele dagen is de gelegen heid voor onze elegante dame», opengesteld, zich voor een spotprys echte Tyroolsche hand schoenen aan te schuff en," werd er in de bladen geannonceerd. Hoewel er in de goede stad my'ner inwoning handschoenen-winkels te over zyn, meenden de meeste dames van die buiten gewone gelegenheid te moeten proflteeren. De naam van den onderteekenaar klonk zoo echt Tyroolsch, dat men voor misleiding niet behoefde te vreezen l Door ondervinding wijs geworden, bepaalde ik my' tot de rol van toeschouwster, hoewel 1) Men neme, by het lezen van dit artikel in aanmerking, dat hiermede 'geenszins bedoeld is, de jaarlyksche mise en vente die in de groote magazijnen wordt gehouden. V. de lage pry'zen nu aanlokkelijk genoeg schenen. Eeu my'ner bekenden liep echter leelyk in den val. Zy wilde wachten tot den laatst e a dag! Dan zouden de pryzen wellicht nog lager worden. Alles moet weg!" stond er dan ook in den vooravond van den laatsten dag te lezen. JNu was het tijd!... Zrj kocht een aantal paren moest heele lichte, subtiele kleuren en borg ze op, om ze by komende gelegenheid te voorschijn te halen. Ze was verrukt over die mooie verzameling maar ... haar vreugde duurde slechts, totdat ze een paar noodig had. Het eerste wat «e wilde aantrekken bestond uit twee linkerhanden. Ze waren zoo vernuftig gevouwen en aan elkaar gehecht, dat men de handschoenen openslaand, niet kon zien, wat ds fout was. Het tweede paar had scheeve duimen, het derde boven op de hand met witte zijde gestikte naden die zoo schuin liepen dat men ze aantrekkende, den schyn had, geheel misvormde handen te hebben. Het vierde paar eindelyk, was van binnen geheel gespikkeld! En toen het werd aangetrokken en daardoor het leder werd uitgerekt, ver toonden zich diezelfde vlekjes ook op het bovengedeelte! Wat de ondervinding van de andere koopsters is gfiweest, kwam mij niet ter ooren ! Men vertelt het niet graag, als iets dergelyks aan iemand overkomt l De ooly'ke koopmui was natuurlijk ver te zoeken! Wellicht verkneukelde hy zich van pret in Tyrol zijnde als hy werkeJyk een i'yroler was en anders, wie weet, in ons land over de domme schare, die, wanneer zij haar verstand had gebruikt, moest weten dat men hiertegen dergelyke spotpryzen geen glacéhandschoenen kan kry'gen, waar geen steekje aan los wa«." * Opruiming van avondmantels!" stond er ia de bladen te lezen. Een my'ner bekenden had gewacht op deze mededeeling, met een rotonde te koopeii. Het winkelmeisje kwam aandragen met twee mantels, die naar my'n meening tamelyk hors de saison waren. . Het zwarte bont, dat vroeger voor deze rotonden veel gebruikt werd en nog wordt voor zwarte mantels, staat somber, vooral wanneer de draagster geen oude dame is. Ik bad in het begin van het seizoen een donkerblauwen mantel gekocht, met grijs gespikkeld bont, en vroeg aan de juffrouw ot' zij niet iets dergelijks had. Het meisje keek me aan met een blik, alsof ze zeggen wilde: o, maar wat hebben ze u dan in den nek gezien!" Zwart is de mode!" zeide ze op gedecideerden toon en het leek me, dat de koopster mér aan de woorden van het winkelmeii-je hechtte, dan aan de mijne. De wijde, donkere soepjas want van taille ot elegance was geen sprake aan dit model werd gekocht. Een paar huizan verder was een winkel waar rotondes te koop hingen, allen gekleurd en met gry's bont. Ik zeide niets; maar ik merkte heel goed, dat mijn gezellin ter sluiks naar de geétalleerde mantels keek. Zouden we ook even terug gtan en zeggen dat ik maar liever den mantel niet neemï" zeide ze toen we een eindje waren voortgewandeld. Zooals je wilt; maar je hebt nu immers een koopje"", kon ik niet nalaten op ietwat spottenden toon te antwoorden. In den winkel teruggekomen, vond haar verzoek geen gehoor. De mantel was al op het atelier om verkort te worden. Terwyl die aangepast was, had de juffrouw hem omgespeld. Mijn gezellin zuchtte. Er was niets aan te doen. Ze had een koopje wel! Ikzelf ben ook eens haast de dupe geworden van een uitverkoop". In ,een winkel van goeden naam, zag ik staan met groote letters op de ramen geplakt: Finale uitverkoop, wegens verandering der firma." Een mooie stof zag ik liggen en ik besloot die te koopen. Den volgenden dag _zou de uitverkoop een aanvang nemen en ik zorgde bij tijds er heen te gaan, om niet achter het net te visschen. Eerst keek ik nog eens voor net raam; de coupon was verdwenen! Het viel mij dadelijk op, dat de etalage niet zoo mooi was, als de dag vóór den uit verkoop. Ik trad binnen en liep het magazijn eens door, steeds uitziend naar mijn coupon. Ik doorwandelde vy'f gedeelten zag veel leelijks, weinig moois, en vroeg mij z> If verbaasd af, waar dan toch al het fraais gebleven was, dat ik den vorigen dag vau buitenaf had aanschouwd. Toen ik de geheele etalage, waarvan niets ms aantrok, had bezien, vroeg ik aan een der winkeljuffrouwen, waar dan toch die coupjn gebleven was. Ik duidde de kleur aan. De juffrouw romtaelds de stoffen dooreen en liet me verscheidene zien. Bedoelt u dit?" was het telkens. Maar het leek er niets op! Al die stoffen te samen waren lang zoo mooi niet als degene waarop mijn keus was gevallen. M»ar zoekt u dan een van deze uit! My dunkt er zijn er tocb genoeg!" riep de juffrouw eindelyk vry ong duldig. Ik liet mij echter niet overhalen, en stond er op, dat men onderzo.-k zou daeo, waar de bewuste coupon gebleven was. De kasten werden uitgehaald en ik speurde met arendsoogen, of de gewenschte coupon ook ergfns te zien was. En jawel! Achter een stapel goederen daar lag ze, veilig en wel geborgen en gewikkeld in papier. O, meent u deze stof? Maar die behoort niet bij den uitverkoop \!' riep de juffrouw knorrig. Maar daarom mag ik die toch wel koopen?" vjoeg ik lachend. Die coupon is voor de zomer-étalage be stemd!" Dat was het excuus! Men keurde het blykbaar zeer af, dat ik mijn keus gevestigd had op iets dat niet tot de koopjes" behoorde. En er staa': Finale Uitverkoop!"" bracht ik in het midden. Ja, dat wordt door ons winkeliers maar gezet'!" werd mij ten antwoord gegeven. Maar het is niets dan een opruiming van ouden rommel!" antwoordde ds juffrouw, zonder eeniga verlegenheid te laten blijken. En wordt de firma dan ook niet veranderd?" vroeg ik. Wel ne'n, er is een zuster van meneer gestor.en, die aandeel in de zaak had maar niets met den winkel zelf heeft uit te staan gehad. Alles blijft zooals het is!" Ik haalde de schouders op en dacht: De wereld wil bedrogen zyn l" TE RA. MIIMIUIIMIIimillllllllllHIHII Illlll Boeken koopen. Handweefsihool. De eerste Viiitsche prima donna. Vrouwenregeerincj. De Freyakam. De trouwring-cirkel. Oude vrijers. Tuiaalf goede vromven. Schoonheid. Over het koopen van boeken heeft een Duitsch damestydschrift eenige zeer juiste opmerkingen. Is het waar, dat in Frankryk en Engeland ook in den middenstand het bezit van een kleine bibliotheek als noodzakelyk beschouwd wordt ? In elk geval: bij »het volk der dich ters en denkers", zooals de Duitschers zich gaarne noemen, niet. Men koopt geen boek, dan om het cadeau te geven, wanneer men niet zoo gauw iets geschikters weet. Waarvoor ook? De couranten geven zooveel te lezen, dat men er haast geen tijd voor vinden kan; dan is de portefeuille van het leesgezelschap er nog, en eindelyk kan men een boek huren in de leesbibliotheek. Toch, alvorens voor dit laatste een stuiver per week uit te geven, is er nog iets anders; men leent het, soms van wildvreemde menschen. In de kleine stadjes ,is het zoover ge komen, dat iemand, van wie het gerucht gaat, dat zy dit of dat modern boek bezit, er van alle kanten om wordt lastig gevallen; men leent het boek van haar en leent het heimelyk verder uit, of vertelt aan kennissen, dat die of die mevrouw het heeft. Men zendt zelfs per postpakket het geleende boek aan vriendinnen ter lezing. En dit doen dezelfde burgervrouwen, die alleen van een hél intieme vriendin en dan nog in 't geheim, een dozijn wynglazen of een manrije zilveren lepels en vorken zouden leenen, die jarenlang overtollige tafellakens in haar linnenkast bewaren, om »by gelegen heden" knap voor den dag te kunnen komen. Dezelfde vrouwen ook, die by uitstapjes het eerst naar een Goethe-bank of een Dichterheim zullen pelgrimmen,.... een boek koopen, daar denken ze niet aan. E-me der meest gewone vragen, die een schrijver van eene dame te hooren kry'gt. is de^e: »Ik heb zoo veel van uw boek gehoord, weet u ook, waar het te krijgen is?" - »Wel, in iederen boekwinkel, mevrouw ..." »0ch, zoo bedoel ik het niet; 't is maar om het ns door te lezen." Soras gebeurt het zelfs, dat men de onbe schaamdheid heeft, den auteur zijn eigen boek te leen te vragen .... Is het in Nederland ook zoo ? * * * Indertyd vermeldden wij de kunstweefschool te Scherrebek in Sleeswijk-Holstein, waarnaar oud-Noorsche modellen gewerkt wordt, en voor de jonge arbeidsters in die streek een aardige tak van industrie geopend is. DeLette-Verein zal na Paschen ook te Berlijn, Königgratzer-strasse 90, zulk een school openen. Dit handweven komt natuurlyk niet in con currentie met het fabriekswerk, dat veel goedkooper is, maar het is persoonlijk werk en laat plaats voor eenigen persoonlyken kunstzin. De weefstoeltjes hiervoor kunnen in een huis kamer staan, zijn niet veel grooter dan een naaimachine, en maken niet veel leven. De leertijd zal een half jaar bedragen; iederen dag van 8 tot 12 en van 2 tot 4 uur weven ; vier uur 's weeks teekenen ; de weef sters die reeds wat gevorderd zijn mogen 's avonds ook in de school voor zich zelf komen werken. De cursus is als volgt: ver vaardiging van een proetlap met steeds toene mende moeielykheden, teekenen van omtrekken naar patronen en naar de natuur. Voorwaarden van toelating: 16 jaar, toestemming der ouders of voogden, attest omtrent de gezondheid, vooral omtrent de oogen, verzekering van levensonderhoud gfidurende de zes maanden leertijd, leergeld 100 mark, weefstoel 50 mark, cautie voor schade en v«rbruik van materiaal 25 mark. De leerlingen verbinden zich daaren boven, gedurende den leertijd en nog een jaar daarna voor geen andere onderneming dan de Nordische Kunstweberei te werken; maar deze verplicht zich, haar gedurende dat jaar werk te geven, zoodat zij bij 8 uur daags werk 2 a ;i mark per dag kunnen verdienen. De cursus begint G April aanstaande. * * * Een eigenaardige gedenkdag voor de Duitsche muziek was 23 Februari, toen het 150 jaar geleden was, dat Gertrud Elisabeth Schmeling geboren werd. Zij was de eerste Duitsche operazangeres, en had veel moeite om in haar eigen taal te mogen zingen, terwyl toen aan alle opera's alleen Italiaansch en Fransen geduld werd. Friedrich II antwoordde aan den intendant der Berlijnsche opera, graaf Zierotin, toen deze haar wilde engageeren, j dat hij zich liever door zyn rypaard een aria | zou laten voorhinneken, dan een Duitache j prima donnj aan zijn opera te nemen. Toch liet hij zich overhalen tot een auditie, die te Sanssouci plaats had, en deze leidde tot een engagement op 8000 thaler. Maar men kan zeggen dat de Italiaansche muziek zich wreekte. De ongelukkige Schmeling werd verliefd op een karakterloozen kamermusicus, Mara, en vluchtte met hem naar Parij?, waar de Italiaan haar spaarpenningen verkwistte, haar mishandelde en verliet. Zy ging nu kunstreizen maken, in 1803 was zij weer in Berlijn; in 1805 ging al wat zij bezat verloren bij den grooten brand te Moskau; tot in haar laatste levensjaren bleef zij zingen voor den kost, en in 1833 stierf zij te Raval in Finland, 84 jaar oud. Goethe, die haar reeds als student te Lsipzig had bezongen, zond haar nog in 1831 een versje als ver jaringsfelicitatie. * -x* In het zeer achterlijke en reactionnaire kanton Tessin in Zwitserland bestaat in eenige gemeenten reeds een stemrecht voor vrouwen, maar dat heeft zyn reden, 's Zomers gaan al de Tessiners van huis en alleen de vrouwen blyven over, men heeft haar dus wel gedurende dien ty'd de macht in handen moeten geven, en kan ze haar 's winters niet weer ontnemen. De gemeente Melano in het district Lugano heeft b.v. besloten, dit by afwezigheid van meerderjarige burgers van het mannelyk ge slacht ieder gezin zich door een meerderjarige vrouwelijke persoon mag latsn vertegenwoor digen; deze vrouwen hebben dan het volledig stemrecht. Nu is er nog een stry'd omtrent het sanctioneeren hiervan door de kantonnale wetgeving; de ultramontaansche bladen van Tessin zy'n. daartegen, de liberale ervoor. * * * Om dik haar na het wasschen spoedig te drogen is iets nieuws uitgevonden, de «FreyaKamm", eigenlyk geen kam, maar een vernikkeld toestelletje in den vorm van een wafalyzer, geculd met eene chemischa zelf standigheid. Men. legt den »Freya-Kamm" vyf minuten vóór het gebruik in kokend water, hij bly'ft dan byna een uur warm ; men neemt er de haren mee op en laat ze weer los. De inhoud behoefc niet vernieuwd te worden ; na afkoeling is alles als te voren. De »FreyaKamm'' kost 7 mark; adres Moordnrf en Hochhausler, Komnfandantenstrasse GO, Bsrlijn * * De redactie van de lieview of Eeciews be weert voldoening te beleven van haar nrouwringcirkel," haar uitvinding om ongehuwde menschen anoniem met elkaar in correspon dentie te brengen. Hiertoe is een klein tijd schrift opgericht, waar al de abonnees in schrijven, anoniem. Wanneer ze elkaar na openbaarmaking van hun gedachten en in zichten bevallen, bestaat er gelegenheid om door middel van het bureau eikaars namen te weten te komen; maar velen vinden het heel aangenaam, op deze wijze een geestige of hartelyke correspondentie te blijven voeren en vriendschappen op het papier te kweeken zonder tot een huwelyk of zelfs tot het op lichten van den sluier te komen. Het is toch een feit, dat men, zeker van het incognito, veel vrijer en meestal veel beminrelüker is, dan onder den druk van maatschappelijke ver houdingen. * * # In The Woman at home heeft mrs. Sirah Tooley, die steeds nieuwe onderwerpen voor dames-belangstelling zoekt, een opstel over beroemde celibatairs van onze dagen. Niet alle zijn beschikbaar, maar de meeste wel. Zij bespreekt Lord Kitchener, Cecil Rhodes, (die beide zich onbewimpeld vrouwenhaters noemen), den Paus, dr. Welldon, eenige hooge geestelijken, Arthur Bilfour, den dichter Swinburne, den romanschrijver Anthony Hope, dr. Jarneson en nog eenigen. * * * De Lady's Healm voor Februari bevat den uitslag van een stemming over de «twaalf meestbekende goede vrouwen der negentiende eeuw.'' Als resultaat geeft het tijdschrift het twaalftal in deze volgorde: Koningin Victoria, Florence Nightingale, Elisabeth Fry, barones Burdett-Coutts, de prinses van Wales, de hertogin van Teek, zuster Dora, Agnes Weston, Grace Darlingf, prinses Alice, lady Henry Somerset en Frances Ridley Havergal Aan prinses Alice en juffrouw Havergal zou men buiten Engeland allicht niet gedacht hebben. * ** Wat is de periode der grootste schoonheid van de vrouw ? Helena, de schoone Grieksche was, naar baweerd wordt, 48 jaar, toen Paris door haar betooverd werd en haar schaakte Aspasia was 37, toen zij het hart van Perikles won, en bleef nog 37 jaren daarna eene be roemde schoonheid. Cleopatra was 40 jaar toen zy Antonius ontmoette, Diane de Poitiers 36, toen Hendrik IV haar leerde kennea. Anna van Oastenryk was 38 jaar, toen zij de schoonste vrouw van Europa genoemd werd, Mad. de Maintenon 43, toen zij de aandacht van Lodewijk XIV trok. Mlle Mars was het mooist op haar 43ste; mad. Récamier bleef van 35 tot 55 dezelfde. Het ideaal van 18 jaren of nog jonger, Juliet, Beatrice, Laura, schijnt in de werkelykheid niet zoo wereldveroverend te zyn als de dichters beweerd hebben; vooral omdat eert karaktertrek der schoonheid die ook zijn waarde heeft, gratie, goedheid, intelligentie, bewuste beminnelijkheid, meestal op dien leeftijd nog slechts in wording is. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl