De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 26 maart pagina 1

26 maart 1899 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 1135 DE AMSTERDAMMER A°. 1899,. WEEKBLAD VOOB NEDEKLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JüSTÜS VAN MAURIK Jr. Dit nummer bevat een bijvoegsel. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WABENDORF, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, ir. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Dit blad is verkrijgbaar Ki,-,sk 10 Boulevard des Capucines tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 26 Maart. Adverlenliën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer ? 0.20 Reclames per regel » 0.40 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en dooi alle filialen dezer firma. I N H O V D. VAN VEERE EN VAN NABIJ: Vrijzinnigdemocraat." Het revisi«-ontwerp en een grond wettig bezwaar Veekydig onderricht. J. H. Schaper (met portret) Italiëen China. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Het a s Congres der S. D. A. P., door H. - KUNST EN LETTE REN: Muziek in de Hoofdstad, doov Ant. A.verkamp. Nestor de Tière en Jan Blockx, door P. Alb. Th. Een uitmuntend werk, door Ph. Zilck«n. Oud-Uto-echt, door v. M. Nog eens de Nachtwacht Herinoing aan Felix Dahn, door Dr. K.. E. W. Strootman. Nog een verzet. Ernik) Berkman f. Boek en Tijdschrift, door 3. K. Rensburg. FEUILLETON: Zijn David, oit het Fransen, poor Paul Bourget R TC LAMES. VOOR DAMES: De gehuwde vrouw en 't arbeidscontract, door Isidore Hen. islot.l Allerlei, door E-e. Ingezonden. - SCHAAKSPEL FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK. INGEZONDEN. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVEBTENTIEN. miiiiiiiiiiliimiiiimiw A N, 'v* Vrijzinnig-Democraat" De uitslag der verkiezing voor de Tweede Kamer in het district Veendam was een teleurstelling voor de zoogenaamd vrij zinnige democraten. Niet als democraten hebben zij te treu ren, immers wie is zuiverder democraat dan de heer Schaper? integendeel, in zooverre behaalden zij bij de nederlaag van mr. Smidt seer zeker een behoorlijke winst; maar als ^vrijzinnigen"', dat wil zeggen: als democraten van een liberaal gestel, leden zij een ernstig verlies, Hoe was 't mogelijk... dat een socia list, bij tussehentijdsche aftreding van een ?vrijzinnig democraat)" «elfs dezen kon doen tuimelen ? Natuurlijk dacht men allereerst aan een soort van verraad... in dit geval: antirevolutionair verraad. Edoch -. . weldra bleek het: indien de vrijzinnige democra ten iemand iets te verwijten hadden, dan was het zichzelpen, hun eigen partij. Met pak en zak waren vele kiezers van Smidt overgeloopen naar Schaper. En waarom ? Dat is zoo klaar als de dag. Omdat de democratische kiezers, de arbeiders en de kleine burgerman, onmogelijk vertrouwen kunnen stellen in een aantal heeren, die uitstekende vrijzinnigen, d. i. liberalen zijn, maar toch moeielijk democraten kunnen heeten; menschen die liberaal en demo craat tegelijk willen zijn, in de politiek tweeslachtige wezens, gelijk alle moge lijke amphibieën niet bijster in tel. Komt nu tegenover zulk een exemplaar een ander te staan, iemand volbloed democraat, die niet twee kanten tegelijk uit wil, maar regelrecht op zijn doel afgaat; een man, die met zijn kiezers n kan zijn, omdat hij het niet tevens eens behoeft te wezen met een andere partij en zulk een candidaat is dan bovendien een bekwaam en in het district bekend en geacht persoon, gesteund door bekwame en evenzeer over tuigde vrienden en medestanders hoe zou het anders kunnen : de democratische kiezers vallen den vrijzinnigen democraat af, het stemmencijfer, waarop deze meende te mogen rekenen, slinkt zijn partij smelt weg als sneeuw voor de zon. Of trad het tweeslachtig karakter van het vrijzinnig-democratische niet reeds voldoende aan het licht ? Men denke ter illustratie van den toestand maar eens aan deze beide zaken: het kiesrecht en het leerplicht-ontwerp. De jongste kieswet is gemaakt, eenvou dig met het aan ieder bekende doel om de democratie klein te houden. Zij heeft minstens 300,000 burgers het kiesrecht ontzegd, omdat deze aan radicalen en socialen een te grooten invloed op de samenstelling der Volksvertegenwoordiging zouden geven; uit een democratisch oogpunt wel het grootste onrecht, dat het volk kon worden aangedaan. Maar welke is nu de gedragslijn der vrijzinnige democraten ? Als democraten, zoo zou men meenen, willen zij geen oogenblik daarin berusten; dit principieele, fundamenteele onrecht zal het Carthago delenda wezen, dat zij den ondergang zwe ren; hun geestdrift zal zich uiten in woorden en daden. Och neen, als vrijzinnigen, d.i. liberalen, vinden zij het bijster lastig, dat de heer Troelstra een motie over dit on derwerp heeft gesteld, en zij dulden het, dat Borgesius, hun leider nota bene! alleen enkele technische verbeteringen van de onrechtvaardigste aller wetten belooft. Iets anders ter toelichting van de vrij zinnige democratie wij noemen slechts een paar voorbeelden is het leerplichtontwerp. Geen democraat, die zich tegen leerplicht verklaart; maar, zoo hebben wij steeds gezegd en onlangs nog herhaald: geen leerplicht, zoolang gij de armenwet niet aldus hebt herzien, dat de behoeftigen zeker zyn, niet aan nog grooter druk en ellende te zullen worden overgegeven. Daar zijn duizenden ouders, die bij de moeilijkheid om het soberste stukje brood te verdienen, de kleine bijdragen niet kun nen missen, die de arbeid hunner kinde ren hun opbrengt. Leerplicht in te voe ren zonder hiermede rekening te houden, is al te wreed. De Staat heeft recht zich de belangen der kinderen aan te trekken, maar de kleinen, die niet goed ge schoeid, niet voldoende gekleed en gevoed zijn, uit hun huis naar de school te jagen, is een schandaal, grooter nog dan zou zijn de schending van het ernstigst gemoedsbeiwaar ... Welnu, waar zijn de vrijzinnige democraten Met hun democratie in dezen ? En zou men dan meenen, dat het volk, ziende hoe de vrijzinnige democraten zich tot een democratische partij stempelende, n in geestesrichting zijn met de liberale partij, met welke zij tot zelfs den naam van Liberaal gemeen hebben; en wetende hoe er van Borgesius tot De Beaufort, naar Pierson's eigen verklaring, geen prmeifieel verschil ten opzichte der sociale politiek bestaat een vast vertrouwen zal stellen in een vrijzinnig-democratisch eandidaat ? l Deventer, zoo kortgeleden nog door Stoffel | vertegenwoordigd, 'kon de vrijzinnig-demoI oratische partij niet winnen, ofschoon er geen aftredend candidaat viel te bevechten ' en Veendam zag zij thans verloren gaan zelfs met een-eigen aftredend candidaat. Na tuurlijk, bij de eerste algemeene verkiezing de beste, zullen er nog andere districten volgen, want de partij, zoo jong als zij is, verkeert reeds lang in discrediet. Wie behalve de lieer Treub, en de heeren die zulk een partij niet konden «rissen om de politieke affaire onder liberalen naam en met liberalen steun voort 'te zetten, heeft ooit aan deze combinatie van libe ralisme en democratische gezindheid in ernst geloofd ? De «fusie" wreekt zich zelf nu zij nog niet eens is doorgevoerd, en zal eerst recht zich wreken, als een maal het kiesrecht naar den eisch des rechts is uitgebreid. De liberale partij heeft alle reden van bestaan, evengoed als de anti-revolutio ? naire en de katholieke; zij vertegenwoor digt de overgroote meerderheid der nietclerieale bezittende klasse; maar zoodra iemand den klassenstrijd erkent en gelooft, dat het zaak is de arbeiders en verdere misdeelden te organiseeren, om verbetering van hun lot te verwerven, is het plicht, zich uit het liberaal partij-verband van elke schakeering los te rukken, en zich aan te sluiten bij de radicale of sociaaldemocratische partij. Het karakterloos zich tooien met liberale of met democra tische veeren, om in beide richtingen wel kom te kunnen zijn, leidt tot verwarring in de politieke verhoudingen en wat wel het ergst is, tot verzwakking van moraliteit, zoowel voor het individu zelf ais voor de gemeenschap. En de keus voor niet-liberale democraten is, zooals de zaken nu staan, pvaciisch allerminst van groot gewicht. Het socialisme van de arbeiders-partij, gelijk dit onder de lei ding van Troelstra, v. Kol en Schaper zich beweegt, vraagt bijna geheel hetzelfde, als waarvoor de radicalen hebben ge ijverd, toen zij nog iets sterker georgani seerd waren als partij; alleen de theorie vormt het verschil. Zoo zijn het dan ook niet de vrijzinnig-democraten, maar de radicalen mede, die aan Schaper in Veen dam de overwinning hebben verschaft. Deze verkiezing moge niet zonder lee ring voor de partijen voorbijgaan. Het zal allicht de enkele vrijzinnig-democraten, die waarlijk democratisch zijn, brengen tot een afscheid aan de kunstmatig gekweekte partij, het allegaartje, dat slechts een corapromitteerend gezelschap voor hen kan zijn. De fusie-idee, deze politieke bacil, is in al hare gevaarlijkheid bekend ge worden ; de poging om haar te vernietigen, heeft meer kans van slagea gekregen; en naar de leuze van Groen, onder welke de anti-revolutionairen eenmaal hun partij hebben gesticht en grooter zien worden: in 't isolement ligt de kracht, zal weer iets meer w:rden geluisterd. Het Revisie-ontwerp en een grondwettig bezwaar. Naar aanleiding van onze opmerking, dat het grondwettig bezwaar tegen het re visie-ontwerp, door het Handelsblad aan gevoerd, volgens den schrijver van het Kamer-overzicht tot nog verdere vertra ging in zake de herziening van het Vonnis der Gebr. Hogerhuizen zou kunnen leiden, geeft het blad onder meer het volgende te lezen: »Het Weekblad vraagt, of aan het op peren van dit bezwaar in ons blad de vrees dan wel de hoop ten grondslag ligt dat het ontwerp vertraging zal onder vinden. Wij hebben, dunkt ons, het ont werp met zooveel ingenomenheid begroet en zóó vaak op spoedige behandeling aan gedrongen, dat het anUvoord op deze vraag voor de hand ligt.'' Dit is zeker terecht aangemerkt wat de houding der redactie betreft, maar het zou kunnen zijn dat de schrijver van liet Kamer-overzicht in deze niet juist het ge voelen der redactie deelde en dat alleen werd door ons ondersteld, althans onbeslist gelaten. De wijze, waarop de overzichtschryver zich uitliet, was geenszins zoo geruststellend als de verklaring van het Handelsblad zelf, dat nu ree<is dadelijk, om zoo te zeggen, der Eerste Kamer een uitweg aanwijst. «Opmerkelijk is het zeker, dat ook bij de bestaande regeling der revisie niet op het grondwettig voorschrift is gelet, dat al in de grondwet van 1815 voorkwam en daar zelfs was uitgestrekt tot alle mis drijven door leden der Staten-Generaal, ministers, enz. begaan. Men heeft blijkbaar niet gedacht aan de mogelijkheid dat ook bij zulke veroordeelden een dwaling kon j aan het licht komen die revisie noodig maakt. Het geval heeft zich nooit voor gedaan en zal ook niet licht gebeuren. Daarom is de fout aangenomen dat het een is zeker nog al vergeeflijk, en zullen de Staatsmachten, die nog te be slissen hebben, wellicht geneigd zijn er geen non possumus in te vinden. Bij een definitieve herziening van het strafproces kan er dan wél op gelet worden." Ho3 dit zij, dat de Redactie ten opzichte der behandeling van het Revisie-ontwerp steeds op spoed heeft aangedrongen, wordt door ons gaarne en dankbaar erkend. Veelzijdig onderricht. Op aandrang van eenige studenten heeft de heer v. d. Goes vergunning gevraagd als privaat-docent in de socialistische economie te mogen optreden aan de Stedelijke Universiteit. Zeker is het een der voordeelen van de Amsterdamsche Universiteit, dat zij, zonder de gemeente tot meerdere uitgaven te ver plichten, een vollediger onderwijs kan ver strekken, dan aan een der Rijksuniversi teiten gegeven wordt. En de leer van het socialisme, die in deze dagen de geesten zoo zeer in beslag neemt, is ongetwijfeld een academische uiteenzetting waard. Dit verzoek zal dus wel worden inge willigd. Aangenaam ook voor den heer Treub die gedurende jaren met deu zoo zeer geachten socialistischen professor Pekelharing het Sociaal Weekblad redigeerde daii ook met een socialistisch vriend van prof. Pekel haring samen de economie te mogen onderwijzen. Een beter voorbehoedmiddel tegen eenzijdigheid, en een gegronder verwachting van vriendschappelijke samen werking, is moeilijk denkbaar. Gelijk men weet is de Heer Mr. Cohen Stuart, een Manchesterman, reeds als privaat-docent voor hen die dit begeeren opgetreden, om de orthodoxe economie Ie doceeren. Zoo krijgt men dan ten slotte, wat zoo noodig is bij vakken van bespiegeling: elk wat wils. Trouwens, op filosofisch ge bied zijn we in dezen reeds alie Universi teiten vooruit. Prof. Spruyt, prof. He Groot en Dr. Jelgersma, geven elk hun wijsgeerig onderwijs. Wat zou er dus tegen zijn, dat ?de Staathuishoudkunde volgt ? J. H SCHAPER De heer Schaper, het thans door het district?Veendam gekozen Kamerlid, is»een man uit het volk". Zijn vader had een klein behangerszaakje, en reeds op elf a twaaljarigen leeftijd moest hij deelnemen aan den vakarbeid om mede zijn brood te verdienen. Het onderwijs door hem genoten, was alleen dat, wat op de lagere school verstrekt werd, aangevuld later met het herhalingsonderwijs gedurende n winter-cursus ; terwijl hij, voor vakop leiding in huis- en decoratie sehürlerskunpt bij den Groningschen schilder Campboft in de leer, een paar winters de akademie Minerva, een i eek en school, bezocht. Reeds op zestienjarigen leeftijd vond hij zich tot de ^volksbeweging aangetrokken. De groote kiesrechtbeweging in 1884 deed daar het hare toe, doch reeds vóórdien tijd, had hij, gedurende eenige weken van wer keloosheid, het gevolg van een ongeluk hem bij zijn arbeid als huisschilder overkomen, uit Recht voor Allen met de socialistische denkbeelden kennis gemaakt. Hij was toen echter nog te jong om lid te kunnen worden van de ald. Groningen van den Soc. Dem. Bond, daartoe werd de achttienjarige leeftijd vereischt. Met zijn 18en verjaardag deed hij zijn intrede in dien bond en werd even later ook lid van de jongelingsvereeinging Ontwikkeling, waarvan hij weldra tot voorzitter werd aangewezen. Van dien tijd af oefende Schaper invloed op de socialistische beweging in het Noorden en in 't bijz nder in de hoofdstad der provincie. Slechts voor een korten lijd werd zijn werkzaamheid in^deze richting daar afgebroken. Het was in 1888, toen hij voor zijn nummer in dienst moest en in den Haag bij de Grenadiers en Jagers werd ingedeeld. Doch de lust om te propapeeren week niet met de soldaten-uniform. Tegen de Kerstdagen reeds van datzelfde jaar werd hij gestraft wegens het zingen en verspreiden van socialistische liederen; en zag hij, terwijl de troepen voor de inspectie op de binnenplaats der karzerne waren opgesteld, zich uitgeleid, om naar Breda te worden overgeplaatst, waar hij den Nieuwjaarsdag in den provoost moest door brengen ; in welk garnizoen hij echter verder uiet consideratie werd behandeld. In het burgerlijk leven teruggekeerd, vatte hij zijn beroep weer op en was van toen af bijna onafgebroken bestuurslid, eerst secretaris, daarna voorzitter, der Afd. Groningen van den Soc. Dem. Bond en later van de Soc. Dernocr. Arbeiderspartij. Allengs begon hij in cursus vergaderingen als spreker op te treden, later in vergade ringen van tegenstanders ook als debater, en nog later op S >c. Dern. Vergaderingen als inleider; destijds, hij was toen 20 il 21 jaar oud, daartoe opgewekt door Domela Nieuwenhuis, die hem het is genoeg gebleken, terecht deed gevoelen, dat de bekwaamheid hem niet ontbrak. Doch uiet tot spreken alleen heeft Schaper zich bepaald. Ja de latere jaren was hij een wakker schrijver tevens. In Mei 1892 richtte hij met Luitjes een geïllustreerd soc. spotblad op, onder redactie van Travailleur en Arago, de pseudoniemen der beide schrijver». Het blaadje echter verscheen slechts eenige maanden. In dien uid vooral vallen de moeielijkste dagen, die Schaper heefc doorleefd. Want niet als werkman voelde Schaper zich ongelukkig ; hij denkt nog altijd met genoegen terug aan den tijd, toen hij werk man was in den gewonen zin des woords, al viel dan ook de dertienurige werk dag in den zomer hem zwaar, en al moest hij buitendien zijn vrijen tijd gebruiken voor ziju studiëu, onmisbaar om zich tot een bekwaam leider zijner parüjgenooten te ; ontwikkelen. De harde tijd voor hem brak ; aan, toen hij, die van zijn 16e jaar af' de i voornaamste kostwinner zijner moeder en j van een aantal jongere broers en zusjes ? was geweest, het handwerk moest vaarwel j zeggen. Door zijn optreden in de politiek werd het den schiJdersbaas, bij wien hij in dienst was en die hem gaarne'in zijn dienst wilde behouden, onmogelijk hem aan zijn winkel te blijven verbinden. Deze durfde hem naar de «deftige" klandizie niet langer i heen te zenden. In 1892 moest Schaper van patroon verwisselen, en in 1893 nog bij tusschenpoozen in het verversvak werk zaam, ondervond hij toch, dat de patroons l hem slechts schoorvoetend en in den ' uitersten nood aannamen, zoodat het handj werk voor hem onmogelijk begon te worden. l Schaper was dus gedwongen zijn brood langs anderen weg te zoeken. Hij probeerde het met een boekwinkeltje voor de partij: genooten, doch vruchteloos. i Het volgende jaar Maart 1893 waagde hij een nieuwe poging. De Wachter werd door hem opgericht, een weekblad ter ver spreiding der soc.-dern. denkbeelden in Groningen en omstreken, later voor het j geheele Noorden. Dit viel juist in een l veelbewogen tijd voor de Nederlandsche sociaal-democratie. In de Kerstdagen van '93 kwam het te Groningen tot een botsing tusschen de voorstanders van het gebruik maken van het kiesrecht en die der uit sluitend economische of 'revolutionaire" taktiek ; Schaper bestreed de bekende motie Hoogezand-?Sappemeer en bepleitte het meedoen aan de politiek als middel tot versterking der socialistische beweging. Wel was hij tot dien tijd een heftig sociaaldemocraat geweest, doch de anarchistische of anti-parlementaire beginselen hadden nooit een verdediger in hem gevonden. Natuurlijk kwam er nu een hevige strijd ook over deze quaestie in het Noorden. In de Wachter kritiseerde Schaper de houding der anti-parlementairen tegenover Troelstra, Van Kol e. a., verdedigde de parlementaire taktiek, en ondervond, hoe kon 't anders, de felle vijandschap zijner voormalige vrienden. Deze maakten hem uit, gelijk nogal eens gebruikelijk was in 't socialistisch kamp onder Domela Nieuwenhuis' leiding, voor omgekocht, verwaterd enz. Intusschen Schaper rekende met alle verdachtmakende bestrijding af, geliik het een man van over tuiging betaamt. Kentchftspnd zijnindez1-, de dichtregelen, die in de Wachter van die dagen voorkomen: Volg uw overtuiging, Strijd daarvoor als man, Weet er voor Ie lijden, Zoo 't niet anders kan. Ding niet naar de gunsten Van den grooten hoop, Bipd uw vrije meening Nergens voor te koop. Waak voor uw karakter, Sia desnoods alleen, Laat, wat gij voor waar houdt Nooit met voeten trtên. Als ge van dat voetstuk Naar beneden ziet, Treffen u de spatten Uit de laagte niet. Schromelijk verguisd door de meesten zijner vroegere pariijgenooten en hun vrien den, was hij in de gelegenheid de volksgunst op de juiste waarde te Jeeren pchatten. Doch nog op andere wijze ervoer Schaper, dat het optreden als socialistisch spreker, ook in Nederland zijn schaduwzijde heeft. In den woeligen tijd der sociaal-democratie van '91 tot '93 werden een aantal processenverbaal, d oor vel d wachters en marechaussees tegen hem opgemaakt. Veelal was het «beleediging", die hem ten laste werd gelegd; eens heette het zelfs «majesteitsschennis", omdat hij 't was te Noordwijk in Gro ningen gezegd bad, »dat het kapitalisme van den troon moest worden gestootfn!" Nu, het kapitalisme is zeker wel de Ma jesteit die de meeste onderdanen heeft! Het meerendeel dier processen-verbaal had geen gevolg; in September '93 echter werd hij door de rechtbank te Ahueloo tot ?25 boete veroordeeld, wegens beleediging van den Duitschen keizer, en later, in 1898, veroordeelde de Groningeche rechtbank hem ter zake van beleediging van een particulier persoon tot ? 300 boete, welk bedrag door de Groninger kiezers en werk lieden werd gestort, geheel uit eigen beweging. Bovendien werd het nieuwe kamerlid nog tweemaal beschuldigd van opruiing en het puhliceeren van smaadschrift, doch beide malen vrijgesproken; in het eene geval op eigen, verdediging, in het tweede bijge staan door mr. Troelstra, die tevens voor Van Kol en UrbaA was opgetreden. Doch het een noch het ander heeft den heer Schaper afgeschrikt van te doen, wat hij plicht achtte. Als begaafd schrijver en spreker bleef hij arbeiden. Als socialistisch schrijver, na het opheffen van den Wachter, die drie jaar had beutaan, in zijn nieuwblad De Strijd-, als spreker in de socialisti sche bijeenkomsten van velerlei aard, en in den laatsten tijd ook als socialistisch woordvoerder in den gemeenteraad en in de provinciale staten van Groningen. In 1897 mocht hij ervaren, dat de Gro ninger arbeiders en kleine burgers die het kiesrecht bezitten, vertrouwen in hem stelden, daar zij hem, trots den tegen stand der anarchistische elementen, tot gemeenteraadslid verkozen. In Juni 1898 werd hij in twee districten benoemd tot statenlid; in Hoogezand en Groningen, en opteerde hij voor laatstgenoemd district. Thans zendt Veendam hem naar de Kamer, en dat nog wel bij een tusschentijdsche verkiezing, waarin de zetel op een aftredend lid moest worden veroverd. Een zeldzame voldoening voorde soc. dem. arb. partij, maar vooral voor dezen zoo be kwamen, moedigen en volhardenden selfmade-man die niet alleen door zijn vrien den, maar ook door andere partijen de eereplaats wordt waardig gekeurd, die men hem heeft toegewezen. Smeenge, die, als partijge noot van Smidt, hem kwam bestrijden, moest verklaren, dat hij bij een volgende verkie zing, in een ander district, Schaper gaarne verkozen zou zien. Het Handelsblad troostte zijn lezers, bij de bittere teleurstelling die deze uitslag den liberalen bracht, met de verzekering: Schaper is een der bekwamen van zijn partij, en herinnerde hen aan de uitspraak van Groningen's burgemeester: Schaper bekleedt een eereplaats in onzen raad; terwijl het Centrum zich als volgt over hem uitliet: »De heer Schaper klimt snel zeer snel op de maatschappelijke ladder omhoog. Onder zyne leiding, gaat de sociaal-democratie be paald een toekomst in Groningen tegemoet. De opstootjes, praatjes en droomerijen heb ben plaats gemaakt voor practische, sociale werkzaamheid; meer en meer breidt de socialistische invloed zich uit door niet te miskennen activiteit, waar arbeidersbelangen te behartigen zijn. «Binnen een tijdsverloop van twee jaren is Schaper gekozen geworden als lid van den Gemeenteraad der stad Groningen; als lid der Provinciale Staten eveneens voor de stad Groningen en nu als Kamerlid voor Veendam. Hy is een zeer handig spreker, is een man van groote werkkracht (hij redi geert pok het weekblad De Strijd) enpraetisch inzicht." Waar aldus zelfs een katholiek blad over den nieuwen volksvertegenwoordiger, dien het als een «gematigd socialist" beschouwt, oordeelt, kan men zich voorstellen dat de Soc. Dem. Arb. Partij zich in bijzondere mate verheugt, nu zij haren medestander een plaats in de Volksvertegenwoordiging heeft doen verwerven. Gelukkig de eenen -dertig-jarige met zulk een verleden achter zich, en wie zou den heer Schaper niet toewenschen, dat, ten opzichte van zijn werkzaamheden en van zijn welslagen de toekomst daaraan moge beantwoorden ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl