De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1899 26 maart pagina 2

26 maart 1899 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1135 Italiëin China. Eigenlijk is dit opschrift voorbarig; voorloopig kan men slechtg spreken van Italiëen China. Maar het zal wel niet lang meer duren eer de Italianen in China, even als de Engelschen, de Russen, de Franschen en de Duitschers, een eigen warm hoekje hebben gekregen. Een paar weken geleden wilde China van eene concessie aan Italiënog niets weten. De Savoyaard met zijn draaiorgel en zijn marmoije werd door den dikken ptaarldrager verontwaardigd afgewezen. Inderdaad heeft de Tsung-li-Yamen, het Chineesche ministerie van buitenlandsche zaken, zich toen van Italiëeene voorstel ling gemaakt, eenigszins overeenstemmende met die, welke onze teekenaar gaf, en de Times-correspondent te Pekin bevestigt dit door zijne mededeeling, »dat de Tsungli-Yamen in volkomen onzekerheid ver keert omtrent de positie, welke Italiëonder de natiën inneemt." Aan die onzekerheid zal wel spoedig een einde komen, want de Chineesche gezant te Rome heeft last gekregen, zich te Rome persoonlijk op de hoogte te gaan stellen. Leidt dit bezoek nog niet tot de gewenschte overeenstem ming, dan zal de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken, admiraal Canevaro, ongetwijfeld overgaan tot eene vlootdemonstratie, en een dergelijk argument, eene echte demonsiratio ad oculos, zal voor de Chineezen wel de noodige bewijs kracht hebben. Italiëverlangt juist geen kleinigheid. In de eerste plaats wil het de San-Moenbaai hebben, een weinig ten zuiden van j Ningpo en van de Cnoe-San-eilanden, op welke, zooals bekend is, de Engelschen aanspraak maken. Het noordelijk gedeelte van de provincie Tche-Kiang wordt ge rekend tot de »spheer van invloed" der EDgelschen te behooren; onmiddellijk daaraan, in het zuiden derzelfde provincie, zou dan de «spheer van invloed" van de j Italianen komen. Reeds hieruit blijkt, dat het Italiaansche plan, zoo al niet op aanbeveling, dan toch met volkomen in- . stemming der Engelsche regeering is op- , gevat en gerijpt. | Het gebied, dat Italië»in pacht" vraagt, en waar het dus zoo ongeveer heer en meester zal zijn, is betrekkelijk klein in verhouding tot de »spheer van invloed.'" i Mit dern Kleinen fangt man an dat hebben de Duilschers in Kiao-Tcheau óók gedaan. Maar de plannen zijn grootacheepsch genoeg. Vooreerst behooren bij de baai en het daaraan grenzende terrein nog eenige eilanden, die den toegang beheerschen. Want Italiëwil daar ter plaatse niet slechts een kolenstation hebben, maar ook eene basia voor vloot-operaties, zoodat in de baai geregeld eene kruiser-divisie [ aanwezig zal zijn. Dan zijn er reeds plan- : oen gemaakt om van het nieuwe station uit een spoorweg te bouwen naar het Pojang-meer en den Yang-tse-Kiang, in aansluiting met de groote spoorweglijn van Canton naar Peking; voorts ia eene lijn iiimiiiiiimMMiiiiMiiiiitiiimiiiMMiiiiitMiiiimiiiuiiitiiiitiiiitiiiii* intrniimiiiiHHMMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiiiMlMiHiiiiliiiuiniil' ZIJN DAVID. (Vil het Franschj, TJOOB. PAUL BOURGET. I. Vijftien jaren lang halden wij het onafgebroken geluk van Yves Clouet, den beroemden beeld houwer, benijd. Wij, jonge schrijvers en schilders, bewonderden dien rijken, talentvollen man met zijn Italiaansch profljl en zijne besldschoone, jonge vrouw. Wanneer we onder vrienden van Clouet spraken, zeiden we dikwijls tot elkaar: Y»e» is de eenige van ons die zijne roeping niet genist heeft. Zooals van zelf spreekt, ontbrak 't hem niet aan afgunstige vijanden, maar huine kritiek liet hem volmaakt onverschillig. Wat mij betreft nooit heb ik zelfs een oogenblik een zweem van jaloezie voor hem gevoeld. Integendeel, wanneer ik aan Clouet dacht beklemde mij eene onver klaarbare angst; en, hoe vreemi het wellicht moge klinken, ik had diep medelijden met dien genialen man, die 't volmaakte geluk scheen bereikt te hebben. II. In de eerste jaren van zijn huwelijk had hij me meermalen gezegd zich te verheugen kinder loos te z'jn; doch toen hij na vier jaren 't vooruitzicht had vader te worden, was hij overgelukkig. In een brief dien ik hieronder laat volgen verklaarde hij me deze schijnbare tegenstrijdigheid. »Ik ga je eene bekentenis doen", schreef hij MÖ, »d!e je misschien vreemd zal lijkeu en die 't evenwel niet is. Ik wil mijzelf niet zien verouderen en nog minder kan ik zien dat mijne vrouw oud wordt. Zij was en is nog zoo mooi dat de gedachte alleen aan 't verwelken van die schoonheid mij wanhopig maakt. Je weet hoe ik van mijne vroegste jeugd afaan mijn lichaam geoefend heb, je weet welk een matig, geregeld leven ik leidde om van mij te maken wat de athleten uit de oudheid noemden: een schoon menschelijk dier. Maar wat is bestand tegen den Tijd P Nu reeds heb ik op vijf en derüpjarigen leeftijd niet meer die lenige, vlugge spieren, die lestheid zoo stout weer gegeven door enkele schilders uit de vijftiende eeuw. Over tien jaar zullen Laura en ik slechts de schaduwen zijn van wat wij waren. Maar m het kind dat ons zal geboren worden, zullen wij herleven, verjongen; iets onverklaarbaar geheim zinnigs zal in hem overgaan, de vereeniging van ons bloed, onze geest, en ons hart. Wanneer ik in den sp'egel kijk zie ik de trekken van mijn vader, verfijnd door die mijner moeder. Mijn zoon ' want ik voel dat 'k een zoon zal krijgen zal mijne trekken hebben verzacht door die van mijne vrouw. Ik wil mijn zoon volmaakt. Sinds ik weet dat het kind geboren zal worden, ueem ontworpen naar Ningpo en naar het on geveer 50 geographische mijlen noordelijker liggende Shanghai. De San-Moen baai is l(i mijlen lang en 7 mijlen breed. De provincie Tche-Kiang telt, naar men beweert, 30 millioen in woners, en haar voornaamste producten zijn thee en zijde. Indien de Italianen erin slagen, zich liier te nestelen, dan is de verdeeling van China, van de kust uit, feitelijk in haar geheel aangevangen. Het geheele noorden, Mandschoerije en het schiereiland Liaotang, is door Rusland bezet, dat daardoor tevens de hoofstad Peking bedreigt; in het zuiden breidt Frankrijk, van Tonkin uit, zijn gebied uit; Engeland strekt, van Wei-hai-Wei, Hongkong, en Shanghai, begeerige handen uit naar het binnenland; Duitschland heeft de hand gelegd op Shan-toeng, en de Japanners rekenen op de tegenover Forraosa liggende provincie Fokien. Vol gens de laatste berichten hoopt zelfs Belgi aan de Chineesche kust ergens een pied aterre te krijgen. Dat China zal eindigen met toe te geven aan de aanspraken van Italië, staat vrij wel vast. Van meer belang is het, te weten, hoe de Europeesche groote mogend heden zich tegenover deze plannen houden. De Times heeft, wel wat voorbarig, de hou ding van Frankrijk te dezen opzichte eene, zooal niet vijandige, dan toch onwelwillen de genoemd. De Figaro protesteert tegen deze bewering in een artikel, waarin met veel warmte de lof van admiraal Canevaro wordt gezongen. «Noch te Peking, noch el ders''?schrijft »\Vhist" in dit blad »heeft de Fransche regeering den eisch van Itali bestreden; de betrekkingen tusschen de beide regeeringen zouden zich daartegen verzetten, en van een algemeen standpunt ziet onze diplomatie slechts voordeelen in de vestiging der Italianen in Cnina. In dien zij dus te Rome en te Peking heeft gesproken, dan is het in dezen zin en in geen anderen." De redenen voor deze welwillende gezindheid worden door »Whist" zeer openhartig medegedeeld. «Gedurende het langdurig misverstand, dat de betrekkingen tusschen Frankrijk en Italiëheeft verstoord, heeft hel optreden ter zee van deze laatste mogendheid zich uitsluitend bepaald tot de Middellandsche Zee; thans vergroot zij het veld harer werkzaamheid en wil dit, naar het voor beeld der andere mogendheden, uitbreiden naar het Verre Oosten. Hoe zou men een beter bewijs kunnen verlangen, dat het Quirinaal niet langer wordt gekweld door de vrees voor het spooksel van een oorlog in het centrum van Europa? En welk belang zouden wij er bij hebben, deze nieuwe eerzucht te dwarsboomen ?" Wat China betreft: «aanvankelijk was er slechts sprake van, het te dwingen zijne havens voor den internationalen handel open te stellen; tegenwoordig vraagt men het, die aan de Europeesche mogendheden uit te leveren door middel van meer of minder welwillende concessiën van grondgebied. En nu China onder trouwens zeer uiteenloopende omstandigheden heeft iMtnitiiiMiitn iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiHiii ik alle mogelijke voorzorgen opdat de moeder slechts omringd zij van alles wat schoon is. Uren lang brengt zij m het, atelier door waar ik de edelste fuuren uit de oudheid heb ten toongesteld. Zij speelt de heerlijkste muziek, Beetuoven, Giück, Schümann; zij speelt voor mij, voor haarzelf, voor hem met liefde, met hartstocht. Ik wil dat de hoogste en edelste aspiratits dit kind door de moeder bereiken; het zal een standbeeld zijn, maar levend, en ik zal het eene ziel gegeven hebben als Pygmalion. Die brief dien ik voor mij heb liggen, draagt het postmerk 9 Mei 1891. Toen den 14iien, dus juist vijf dagen later, Laura Clouet de trap afdaalde die vau 't atelier naar het tuintje leidt, gleed haar voet uit. Zij viel; ontijdig werd haar een kind geboren dat, niet in 't, leven had moeten blijven; want, nu op vieijarigen leeftijd is het een arm klein jongetje, een dwerg met een groot hoofd, gedoken in hooge schouders; een onge lukkig wezen dat nooit groot zal worden. III. Toen ik Clouet teruir zag waren drie volle jaren verloopeu sinds de geboorte vau Albert, zoo heette de zoou, die op zulk eene wreede wijze de hooggi spannen verwachting van den kunstenaar teleurstelde. In ntv.e drie jaren had ik slechts kort te Parijs vertoefd eu Yves was toen juist afwezig. Oi>k had hij mij niet, meer geschreven. Verwonderd was ik hierover niet, want ik wist dat, hij niet vau brieven schrijven hield. Te meer begreep ik hoe hij geleden moest hebben door zulk eeue teleurstelling na al zijn hopen en weusclien, eu ik had hem niets durven vragen. Een mijner vrienden rad mij gezegd dat Yves niet kou wennen aan 't denkbeeld een misvormden zoon te hebben. Maar ik wist hoe sterk, hoe energiek hij tisof, hoe hij opging in zijne kunst, eu meende dat liet marmer liem zou troosten hoe groot zijn verdriet ook ware. Bij mijn eerste bezoek echter in de aveuue de Sé^ur", waar Yves woont sinds ik hem ken, bemerkte ik reeds mijne vergissing. Clouet was niet thuis. Ik vrtmg naar mevrouw. De knecht aarzelde een oosenblik. Vroeger stond de deur van deze jonge vrouw altijd open voor de vrienden van :,aar maa, eu die aarzeling was me reeds een bewijs dat ze van deze gewoonte was afgeweken. De bediende nam mijn kaartje evenwel aan en kwam terug om te zeugen dat. mevrouw ontving. En toen ik in het salon was toege laten zag ik reeds bij den eersten oogopslag dat de gastvrouw van dit sierlijk verblijf niet meer diegene was, die ik verlaten had; die vriendelijke verschoning, een volle ontloken bloem, zulk een harmouitUM geheel vormend met hare schitterende omgeving. De smart had zelfs dit beminnelijke we,-.e\i i.iet gtspaaid. Zij was nog even schoon, maar de uitdrukking vau haar gelaat was veranderd. Ik zag dat zij ge weend had; haar geheele persoon trouwens sprak nu vau een groot, en diep zielelijden. In haar weelderig zwart haar bespeurde IK zelfs eenige witte draden. Of.-dioou het reeds eiud April was zat zij bij een brui.denden ('aard, met den jongen die eens zoo vurig begeerd werd; toegpgeven aan de eischen der Engelsohen, der Russen, der Franschen en der Duit schers, zou het bezwaarlijk een reden kunnen vinden om zich te onttrekken aan die der Italianen." De Figaro vindt in de geheele quaestie slechts n bedenkelijke zijde: de houding der Engelsche pers. Dat deze zeer ten onrechte aan Frankrijk eene vijandige houding tegen Italië's plannen toeschrijft, doet minder terzake. Maar het eventueele succes van Italiëin China voor te stellen als eene overwinning der Engelsche poli tiek, als eene overwinning, niet op China, maar op Rusland behaald, dat acht het blad zeer gevaarlijk. Wanneer de Engel schen dergelijke gevoelens al te duidelijk openbaren, zullen zij de gevraagde con cessie voor de regeering te Peking dubbel moeielijk maken, en dus de zaak hunner Italiaansche vrienden eer benadeelen dan bevoordeelen. In Italiëzelf schijnt, buiten de regeeringskringen, de ingenomenheid met de »Chineefche plannen'' slechts zeer matig te zijn. Een gebrand kind vreest het vuur, en de ondervinding door de Italianen met hunne koloniale politiek in Abessyni opgedaan, is juist niet bemoedigend. Zeker zijn de omstandigheden en de vooruitzichten in Cnina minder ongunstig; maar men moet er toch op rekenen, dat de nieuwe onderneming gedurende eene reeks van jaren groote offers zal vergen en weinig of niets zal opbrengen. iiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiitHiiiniiiiii ?niiiiiMiiiiiiniiimiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiuiniHMn Het a.s. Congres der S. D. L P. Er mag zoo hier en daar een angstig kloppend hart zijn, en overigens een stemmingenreeks worden aangetroffen die van het spectrum Angst?Liefde alle nuancee ringen respectievelijk weergeeft, (de «ge mengde gevoelens" en andere bloemen onzer schoone sprake zullen ook niet afwezig blijken), maar, en hier komt na al deze reserves de hoofdzaak, welke onder den aandacht te brengen, mijn doel was, de be langstelling in de jonge Arbeiderspartij hier te lande wordt met den dag grooter, en vooral in deze dagen, nu een noordelijk kiesdistrikt een dam heeft gelegd voor de breedklotsendi(?) golven der liberale vooruitstreve.righeid, of (om een ander beeld aan deszelf's naam te oiitleeuen), in het vrij zinnig veen, waar het op een turfje wel degelijk aankomt, zulk een ravage, zulk een dollemansuittrapperij heeft gehouden, dat rusiisjes de Schaper zijn kuddeke hoeden kan, waar eertijds eerzame turfboeren in de politiek trapten dat het een lust was voor oogen die voor schoouer dingen zich onverschillig sluiten. De korte reden van dezen langen zin of wellicht de korte zin van deze lange rede is maar deze, dat de faits et gestes van de S. D. A. P. door ieder die in ons poli tiek leven in welke richting dan ook be langstelt, volstrekt niet meer van die voorbijte gane in schouderop-halende minachting, tollltllllllllllllllHMMUIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIMIlmltlllMlllllllllllllllllltlM eene soort dwerg met te groot e, te diepe oogen ia een reeds oud gezicht, waarop zulk een smartelijk leed stond geschreven m 't bewust zijn van een ellendig, vernederend leven. Op driejarigen leeftijd was de zoon van den kracbtigen athleet en van deze Venus van Milo, zoo schoon zelfs in haar droefheid, nauwelijks grooter dan een kind van zes maanden. L)e schuchtere wijze waarop hij zich tegen zijne moeder aandrong toen ik binnentrad, toonde reeds duidelijk dat een gevoel van schaamte ontwaakt was in dit misvormde kind. Zijn moeder legde hare hand op de blonde lokken, de eenige schoonheid van den knaap dien zij zoo innig en hartstochtelijk liefhad. Ik begreep hoe zij mij met angstige nieuwsgierigheid gade sloeg om te weten welken indruk haar zoon op mij maakte, en nooit zal ik vergeten hoe haar blik verhelderde toen ik 't dwergje naar mij toetrok, zijn haar streelde en zei: Kom eens hier Albert en zeg me eens eoeden dag, je zal eens zien hoe ik je ga bederven ...." U weet zijn naam!" zei de moeder: Yves spreekt dus wel eens over hem in zijn brieven'r" Kon ik een waar antwoord geven op eene vraag, gedaan op zulk een' angstig smeekenden toon ? En kou ik de verzoeking weerstand bieden dit zedelijk drama te doorgronden waar van ik de sporen zag op het gelaat van mevrouw Clouet ea waart an ik de oorzaak raadde F Ik begon met, haar eeuige vragen t.e doen zonder er bij te denken dat ik hierdoor een voor mij zeer pijnlijk verhoor uitlokte. Wel, 't is heel natuurlijk dat Yves over zijn' zoou spreekt. Waarom verwondert u dat P" «Waarom? Waarom?" herhaalde zij droevig; toen wierp zij een blik op me die pijn deed en zei: Wa1, zegt hij van bem ?" Daar ik aarzelde, een weinig onthutst, minder door deze plotselinge vraag dau door de koortsige angst die uit het gelaat van de jonge moeder sprak hernam ze : Gij zijt oprecht. U wilt en kunt mij niet zeggen wat ik reeds weet.... te goed helaas! Waarom zou ik 't u laten herhalen ?'' Mevrouw, ik verzeker u," antwoordde ik, dat Clouet me nooit ie's geschreven heeft, dat ik u niet zou kunnen zeggen. Maar ik vermoed eene teere plek aai/geroerd te hebbeu, en vraag u dus om verschooning ...." Ach," zei ze op diep treurigen toon, er is geene teere plek. Mijn geheele hart is ziek." Toen met een' droev. n zachten glimlach: ,U moet ik om verschooning vragen. Dit is uw eerste bezoek en ik vertel u mijn verdriet ge zoudt het spoedig geraden hebben," vervolgde ze, terwijl ze haar fraaie doch vermagerde hand op 't hoofd van 't knaapje legde. Ga wat spelen," sprak ze. In een hoek van 't salon ging hij een prentenboek doorbladeren, rustig en gehoorzaam als een vroegwijs kind, wnarin het leven nooit wild opbruist; eeue diepe stilte ontstond er tusschen ons die zij 't eerst verbrak : Aan u als een onzer oude vrienden moet ik eeuige opheldering geven," begon ze lang zaam, maHr toch zou ik er den mo^d i,iet, toe hebben indien ik u geen' dienst kwam vragen dien ge mij, dien ge ons kunt bewijzen. .Zoo lang reeds had ik plau u te schrijven. Ciouet hield 't meest van u vau al zijne vneudeu. Zuo van die tot minimale verhoudingen terug te brengene zijn, welke men kan verwaarloozen. Al kan men de oorzaak daarvan gedeel telijk zoeken in een opgewekter politiek leven in het algemeen, de demonstratie aan den lijve van de politiek door de partijzelve toegepast, de dwang der feiten zooals men het fraai zou kunnen uitdrukken, zal daaraan wel het meeste schuld zijn. En dat die feiten dwingen is natuurlijk genoeg voor w>e ze eventjes in den geest passeeren laat. Troelstra op drie plaatsen gekozen, Enschedé, de burcht van den premier Pierson-zelve, gevallen, een Kamerzitting waaraan door de twee afgevaardigden zoo krachtig werd deelgenomen dat meer dan ooit het zwakke figuur der Kamer ont sluierd werd; en daarnaast een sterke, levendige, niets vreezende. nimmei ver moeide propaganda door het geheele land waar partijafdeelingen en arbeiders-kiesvereenigingen waarlijk als paddestoelen op rijzen waar die nieuwe leer gepredikt werd, tal van uitstekende figuren uit de kunste naarswereld zich aansluitende, en in aca demiesteden als Amsterdam en Delft, een zeer groote en steeds groeiende belangstel ling in het socialisme onder de studeerende jeugd ten slotte als proef op de som de Veendammer verkiezing I Waarlijk men moet ziende blind zijn om hier niet een eenigszins aandachtiger oogen blik te willen wijden aan het Congres dat in de Paaschdagen te Leeuwarden staat gehouden te worden. Op dat Congres houdt de partij een legerschouwing en keurt het volbrachte werk in de eerste plaats, maar dan geven die dagen tevens de gelegenheid over allerlei vragen die zich in theorie en praktijk hebban voorgedaan het definitieve antwoord te hooren van het daar vertegenwoordigde deel van 't Nederlandsche volk. Daar ligt voor een wijder kring het belangrijke van deze tezaruenkomst. De plannen om van het partij-orgaan een dagblad te maken, om een fonds te vormen waaruit afgevaardigden naar ge meenteraad of provinciale Staten schadeloos te stellen zijn wegens ontslagen andere bemoeielijking door eventueele patroons, of orn door de afdeelingen bureaux te doen vormen teneinde het kiesrecht te verzekeren aan zoo veel mogelijk arbeiders, duiden slechts op degelijke voorbereiding voor den politieken strijd en zijn als zoodanig hoogst leerzaam, maar interessanter zijn andere punten van praktijk. Allereerst, het door een commissie, aan wier hoofd Schaper, ook gemeenteraadslid ia Groningen, staat, ontworpen programma ten opzichte der gemeentelijke politiek. Vooropgesteld worden dadelijk de eisenen van uitbreiding van het grondbezit der gemesnten, verbod van verkoop van ge meentegrond aan particulieren of verhuring op zeer langen termijn; onteigening van gronden grenzende aan de bebouwde kom der stedelijke gemeenten. Wering van monopolie, uitbreiding van gemeentelijk bedrijf, dat wil zeggen exploitatie van alle bedrijfstakken van algemeen belang. Principieele stelling van deze dingen bij de a. s. verkiezingen, is zeer zeker van groote beteekenis in de groote steden, geeft aan die verkiezingen meer politieke kleur dan zij vaak hebben en kan bijvoorbeeld in den Amsterdamschen raad een degelijker aanzetten lot frisch werken geven, zelts al zouden de onderschrijvers van dit program niet direkt gekozen worden. weinig zijn er die ons droevig huis uo^ opzoeken." Is Yves dan zoo veranderd P" vroeg ik. Zeer veranderd," antwoordde ze, en de reden ?... . Ge weet" hare stem werd doffer hoe vurig hij een'zoon verlangd had. Ge herinnert u zeker hoe we de komst van dit kind tegemoet zagen .... Ik heb veel nagedacht en dingen begrepen die ik toen niet begreep. Wij vertrouwden te veel op onze jeugd, onze kracht, onze liefde. Ik weet uu dat ik te trotsch was op zijn genie, en hij, ja, uu mijn leed me oud en grijs heeft gemaakt kan ik het u zeggen, hij was te trotsch op mijn schoonheid. Ea we waren nog niet voldaan; we eischten nog dien volmaakten, idealen zoon, dien hij mij beschreef met eeue opwinding, eeue verrukking die ik geheel met hem deelde. Dat was te veel!... Ge weet hoe we gestraft zijn.... Toen ik Yves het arme kleine wezen in zijne armen zag nemen om het van nabij te beschouwen en toen hij 't me teruggaf met zulk een verachtelijk minachtend gebaar.. ." hare hand greep mijn arm krampachtig vast en hare bran dende oogen keken mij strak aan terwijl zij met tooulooze stem sprak: op dat, oo^enblik be greep ik dat Yves zijn kind haatte." Dat, is onmogelijk!" riep ik uit. Ge ver beeldt het u >eker, mevrouw! Gij zijt, moeder. Eene vrouw is zoo fijngevoelig, eu. . ." Wanneer ge Clouet ziet," viel ze me in de rede, dan zult ge zelf erkennen dat ik gelijk heb.... Luister!" ging ze voort en hare stem werd nog zachter alsof zij vreesde, dat het kind zou verstaan en begrijpen. Vindt u het niet afschuwelijk dat zulk een groot en onrechtvaardig leed een arm kind treft dat niet gevraagd heeft geboren te worden. En het noodlot vernietigt zijn gansche leven.... Moeten wij het dau niet dubbel liefhebben om het een weinig schadeloos te stellen, daar hij nooit eenige levensvreugde zal kennen. Maar neen ! Yves heeft noch mij, noch zijn' zoon kunnen vergeven. . . Als hij de kanier binnenkomt en 't kind ziet, lees ik in zijne oogen een afkeer, die mij pijn doet! Het schijnt dat hij naast dien armen onschuldigen kleine, den anderen ziet, dengeen dien wij zoo vurig verlangden.. . Herinnert gij u dat we over hem spraken alsof hij reeds bestond p Hoe hartstochtelijk hadden we dien zoon lief! Dat kind is niet geboren en dit is gekomen. .. Is het geene dwaasheid, is liet niet wreed, is het geen misdaad dit kind niet lief te hebben ? En waarom ? TVr wille van een visioen dat nooit bestaan heeft. Clouet begaat die dwaasheid sinds de geboorte van zijn' zoon; het is zijne wreed heid; die misdaad, eiken dag, elk uur..." Troost u mevrouw,'' antwoordde ik haar, j-ik zal niet hem spreken, hij moet weer zichzelf worden. Mogelijk is hij het slachtoffer van zijn idee fixe". Hij is zulk een edel meuscli en dan... de tijd heelt alle wonden, de tijd en het werk..." Sedert drie jaar heeft hij niets gedaan,'' her nam mevrouw Clouet. Toen ze dit zei kwam een nog droever blik in hare mooie oogen. Ik had baar gekend opgaande in het talent vau lianr man, naïef verrukt over de scheppings kracht van dien grooteu kunstenaar en 'k begreep de smart die uit hare woorden s-prak. Wat mij aangaat ik was een groot bewonderaar vau De eisenen van behoorlijke bezoldiging , van lagere ambtenaren, beperking van die ; van hoogere, algemeene bepalingen otitrent ' arbeidsloon en -tijd voor de werklieden in j dienst dor gemeente. Zondagsrust en pen sioen, scheidsgerecht en vrijheid van poli tieke organisatie, ontbreken natuurlijk niet; bijzondere vermelding verdienen evenwel de punten betreffende hygiëne, onderwijs en armverzorging. Het bouwen van gemeentewege van arbeiders-wijken is zeker een zeer prakI tisch middel ter bevordering van het ! eerste, vooral wanneer daarbij gevraagd l wordt: aansluiting van elke woning bij de gemeentelijke waterleiding, en voldoen aan ', eischen van licht, luoht en ruimte verwij dering van afvalstoffen, brandgevaar, ge; rief'elijkheid, terwijl bovendien het bouw! toezicht scherp en blijvend zal moeten zijn j en afkeuren moet wat in strijd niet dat alles zal wezen; rioleering en reinigings dienst, aanwijzing buiten de bebouwde kom van plaatsen voor kleedenklopperijen,koslelooze desinfectie inrichtingen komen daar rog bij en men kan waarlijk niet klagea dat hier van een te weinig sprake is. Schoolvoediner, -kleeding, -baden,-artsen, vakatitiekolotiiën terwille van het minver mogende kind. Gratis onderwijs, ook zoo/ lllimilllllllll.lllMHIIIIIMHmlfHMUMIIHIIItllltlHIMIItmtttllllll 40 cents per r eg eL UMIlUlllllltlllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIIIHItllllMHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHMIM Damast-Zijde 75 cent tot f I4.O5 per M^fr alsmede zwarte, witte en gekleurd* Heuiieberg-ZiJde van 45 et. to: f 14.Ü5 pcrMet^r eff«n, gestreept, geruir, gewerkt, 'lamast enz. (ca. 240 versch. qual. en OOO vfrsch. kleuren, dessins enz.). Franco en vri| van invoer rechten i il buis. Stalen ommegaand. Dubbel brieiporto naar Zwitserland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k & k. Hoflever.), Zürich. 1 VOLKS UITGAVE i-12 »» t ,) H'i < f.1.6O ,> lU L ?»!!?> i-. tor f. 1.90 ?MIMIMMtlMIHMtll Yves Clouet en deze plotselinge raadselachtige onmacht deed mij innig leed. Ssdert drie jaar heeft hij niets gedaan," herhaalde ik. Clouet, die werkezel!... Ik kan het haast niet gelooven." Toch is het waar. Wel heeft hij getracht te werken. Dat zal hij altijd doen; maar hij kan niets meer voltooien. Vroeger nam elk zijner gedachten een levenden vorm aan, iedere droom werd werkelijkheid. Het schijnt dat hij 't ver trouwen in zich zelf verloren heeft; denk echter niet dat hij minder geniaal is dan vroeger. Als ge de schetsen ziet die hij nu en dan begonnen is, dan zult ge zelf erkennen, dat bij nog dezelfde is, alleen mist hij de kracht om zijn werk te eindigen. .. Het eerste jaar was ik even onge lukkig als hij, maar toen bemerkte ik de ver andering in zijn karakter, zijn afkeer werd al grooter en grooter, en" zij aarzelde even hij zocht afleiding en genoegens hem onwaa'dig... Er is een tijd geweest dat hij zijne avonden eu nachten buitenshuis met spelen door bracht. .. Alles, alles vergeef ik hem," sprak ze bitter en hartstochtelijk, behalve dat hij zijn kind haat..." »Wat u me vertelt treft me diep," hernam ik, maar indien u met Clouet gesproken had zooals met mij P" Ik heb het beproefd. Den eersten keer ant woordde hij schertsend, gemaakt schertsend, een tweeden keer eveneens. Een derde maal eu ik her inner me nog zijne woede; eene week heeft hij geen woord tot me gezegd... Toen durfde ik niet meer. Indien ik 't nog eens gewaagd had zou hij mij, neen, ons verlaten hebben. . . En toch," hernam ze na eene korte stilte, alle hoop geef ik nog niet op. Sinds veertien dagen is hij aan ecu werk bezig, in plaats van 's ochtends en 's middags uit te gaan, wat hij maanden lang deed, brengt hij die uren door in het atelier, waarvan hij de deur op slot doet. En mijne laatste poging heeft hij me zoo kwalijk genomen dat hij me nu zelfs geen woord gezegd heeft over het werk dat bij ondernomen heeft. Geen enkel woord! Eergisteren na het déjeu ier; toen zijne geniale oogen weer dezelfde uitdrukking hadden van vroeger. Herinnert ge u hoe ze schitterden wanneer hij uren lang de klei kneedde en als hij het beeld reeds zag ? Na tafel ging ik naar hem toe en vroeg: Ben je een nieuw werk begonnen?" //Ja," zei hij weifelend. Etne groep of een enkel fi'uur P" Dat weet ik nog niet," antwoordde hij eindelijk. En toon je me niet de schets; zeg je me zelfs niet je plan'*" Later, la'er..." Daarna verliet hij snel de kamer en 't scheen dat mijne vraag hem ver driet en pijn had gedaan. O God," ging de arme vrouw voort, die geheimzinnigheid maakt me zoo angstig. Toen hij mij tot antwoord gaf: Later, later" scheea het me dat hij hem," eu hare oogen vestigden zich op den kleinen Albert, zoo wreed aanzag... Ach, beloof me moeite te doen die schets te zien, hij zal ze u zeker toonen en zeg me dan waar! aan hij werkt, en indien ge waarlijk zijn vriend zijt, steun hem, motd'g hem aan te volharden. indien hij de kracht heeft dezen arbeid te ein digen, dan zal hij gered zijn..." Ik beloof het u mevrouw!" sprak ik diep geroerd. (SM volgt.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl