Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1135
Italiëin China.
Eigenlijk is dit opschrift voorbarig;
voorloopig kan men slechtg spreken van
Italiëen China. Maar het zal wel niet
lang meer duren eer de Italianen in China,
even als de Engelschen, de Russen, de
Franschen en de Duitschers, een eigen
warm hoekje hebben gekregen.
Een paar weken geleden wilde China
van eene concessie aan Italiënog niets
weten. De Savoyaard met zijn draaiorgel
en zijn marmoije werd door den dikken
ptaarldrager verontwaardigd afgewezen.
Inderdaad heeft de Tsung-li-Yamen, het
Chineesche ministerie van buitenlandsche
zaken, zich toen van Italiëeene voorstel
ling gemaakt, eenigszins overeenstemmende
met die, welke onze teekenaar gaf, en de
Times-correspondent te Pekin bevestigt
dit door zijne mededeeling, »dat de
Tsungli-Yamen in volkomen onzekerheid ver
keert omtrent de positie, welke Italiëonder
de natiën inneemt." Aan die onzekerheid
zal wel spoedig een einde komen, want
de Chineesche gezant te Rome heeft last
gekregen, zich te Rome persoonlijk op de
hoogte te gaan stellen. Leidt dit bezoek
nog niet tot de gewenschte overeenstem
ming, dan zal de Italiaansche minister
van buitenlandsche zaken, admiraal
Canevaro, ongetwijfeld overgaan tot eene
vlootdemonstratie, en een dergelijk argument,
eene echte demonsiratio ad oculos, zal
voor de Chineezen wel de noodige bewijs
kracht hebben.
Italiëverlangt juist geen kleinigheid.
In de eerste plaats wil het de
San-Moenbaai hebben, een weinig ten zuiden van j
Ningpo en van de Cnoe-San-eilanden, op
welke, zooals bekend is, de Engelschen
aanspraak maken. Het noordelijk gedeelte
van de provincie Tche-Kiang wordt ge
rekend tot de »spheer van invloed" der
EDgelschen te behooren; onmiddellijk
daaraan, in het zuiden derzelfde provincie,
zou dan de «spheer van invloed" van de j
Italianen komen. Reeds hieruit blijkt,
dat het Italiaansche plan, zoo al niet op
aanbeveling, dan toch met volkomen in- .
stemming der Engelsche regeering is op- ,
gevat en gerijpt. |
Het gebied, dat Italië»in pacht" vraagt,
en waar het dus zoo ongeveer heer en
meester zal zijn, is betrekkelijk klein in
verhouding tot de »spheer van invloed.'" i
Mit dern Kleinen fangt man an dat
hebben de Duilschers in Kiao-Tcheau
óók gedaan. Maar de plannen zijn
grootacheepsch genoeg. Vooreerst behooren bij
de baai en het daaraan grenzende terrein
nog eenige eilanden, die den toegang
beheerschen. Want Italiëwil daar ter plaatse
niet slechts een kolenstation hebben, maar
ook eene basia voor vloot-operaties,
zoodat in de baai geregeld eene kruiser-divisie [
aanwezig zal zijn. Dan zijn er reeds plan- :
oen gemaakt om van het nieuwe station
uit een spoorweg te bouwen naar het
Pojang-meer en den Yang-tse-Kiang, in
aansluiting met de groote spoorweglijn van
Canton naar Peking; voorts ia eene lijn
iiimiiiiiimMMiiiiMiiiiitiiimiiiMMiiiiitMiiiimiiiuiiitiiiitiiiitiiiii*
intrniimiiiiHHMMiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiiiMlMiHiiiiliiiuiniil'
ZIJN DAVID.
(Vil het Franschj,
TJOOB.
PAUL BOURGET.
I.
Vijftien jaren lang halden wij het onafgebroken
geluk van Yves Clouet, den beroemden beeld
houwer, benijd. Wij, jonge schrijvers en schilders,
bewonderden dien rijken, talentvollen man met
zijn Italiaansch profljl en zijne besldschoone,
jonge vrouw. Wanneer we onder vrienden van
Clouet spraken, zeiden we dikwijls tot elkaar:
Y»e» is de eenige van ons die zijne roeping niet
genist heeft.
Zooals van zelf spreekt, ontbrak 't hem niet
aan afgunstige vijanden, maar huine kritiek liet
hem volmaakt onverschillig. Wat mij betreft
nooit heb ik zelfs een oogenblik een zweem van
jaloezie voor hem gevoeld. Integendeel, wanneer
ik aan Clouet dacht beklemde mij eene onver
klaarbare angst; en, hoe vreemi het wellicht
moge klinken, ik had diep medelijden met dien
genialen man, die 't volmaakte geluk scheen
bereikt te hebben.
II.
In de eerste jaren van zijn huwelijk had hij
me meermalen gezegd zich te verheugen kinder
loos te z'jn; doch toen hij na vier jaren 't
vooruitzicht had vader te worden, was hij
overgelukkig. In een brief dien ik hieronder laat
volgen verklaarde hij me deze schijnbare
tegenstrijdigheid.
»Ik ga je eene bekentenis doen", schreef hij
MÖ, »d!e je misschien vreemd zal lijkeu en die
't evenwel niet is. Ik wil mijzelf niet zien
verouderen en nog minder kan ik zien dat mijne
vrouw oud wordt. Zij was en is nog zoo mooi
dat de gedachte alleen aan 't verwelken van
die schoonheid mij wanhopig maakt. Je weet
hoe ik van mijne vroegste jeugd afaan mijn
lichaam geoefend heb, je weet welk een matig,
geregeld leven ik leidde om van mij te maken
wat de athleten uit de oudheid noemden: een
schoon menschelijk dier. Maar wat is bestand
tegen den Tijd P Nu reeds heb ik op vijf en
derüpjarigen leeftijd niet meer die lenige, vlugge
spieren, die lestheid zoo stout weer gegeven
door enkele schilders uit de vijftiende eeuw.
Over tien jaar zullen Laura en ik slechts de
schaduwen zijn van wat wij waren. Maar m het
kind dat ons zal geboren worden, zullen wij
herleven, verjongen; iets onverklaarbaar geheim
zinnigs zal in hem overgaan, de vereeniging van
ons bloed, onze geest, en ons hart. Wanneer ik
in den sp'egel kijk zie ik de trekken van mijn
vader, verfijnd door die mijner moeder. Mijn
zoon ' want ik voel dat 'k een zoon zal krijgen
zal mijne trekken hebben verzacht door die van
mijne vrouw. Ik wil mijn zoon volmaakt. Sinds
ik weet dat het kind geboren zal worden, ueem
ontworpen naar Ningpo en naar het on
geveer 50 geographische mijlen noordelijker
liggende Shanghai.
De San-Moen baai is l(i mijlen lang en
7 mijlen breed. De provincie Tche-Kiang
telt, naar men beweert, 30 millioen in
woners, en haar voornaamste producten
zijn thee en zijde. Indien de Italianen
erin slagen, zich liier te nestelen, dan is
de verdeeling van China, van de kust uit,
feitelijk in haar geheel aangevangen. Het
geheele noorden, Mandschoerije en het
schiereiland Liaotang, is door Rusland
bezet, dat daardoor tevens de hoofstad
Peking bedreigt; in het zuiden breidt
Frankrijk, van Tonkin uit, zijn gebied
uit; Engeland strekt, van Wei-hai-Wei,
Hongkong, en Shanghai, begeerige handen
uit naar het binnenland; Duitschland
heeft de hand gelegd op Shan-toeng, en
de Japanners rekenen op de tegenover
Forraosa liggende provincie Fokien. Vol
gens de laatste berichten hoopt zelfs Belgi
aan de Chineesche kust ergens een pied
aterre te krijgen.
Dat China zal eindigen met toe te geven
aan de aanspraken van Italië, staat vrij
wel vast. Van meer belang is het, te
weten, hoe de Europeesche groote mogend
heden zich tegenover deze plannen houden.
De Times heeft, wel wat voorbarig, de hou
ding van Frankrijk te dezen opzichte eene,
zooal niet vijandige, dan toch onwelwillen
de genoemd. De Figaro protesteert tegen
deze bewering in een artikel, waarin met
veel warmte de lof van admiraal Canevaro
wordt gezongen. «Noch te Peking, noch el
ders''?schrijft »\Vhist" in dit blad »heeft
de Fransche regeering den eisch van Itali
bestreden; de betrekkingen tusschen de
beide regeeringen zouden zich daartegen
verzetten, en van een algemeen standpunt
ziet onze diplomatie slechts voordeelen in
de vestiging der Italianen in Cnina. In
dien zij dus te Rome en te Peking heeft
gesproken, dan is het in dezen zin en in
geen anderen." De redenen voor deze
welwillende gezindheid worden door
»Whist" zeer openhartig medegedeeld.
«Gedurende het langdurig misverstand,
dat de betrekkingen tusschen Frankrijk
en Italiëheeft verstoord, heeft hel optreden
ter zee van deze laatste mogendheid zich
uitsluitend bepaald tot de Middellandsche
Zee; thans vergroot zij het veld harer
werkzaamheid en wil dit, naar het voor
beeld der andere mogendheden, uitbreiden
naar het Verre Oosten. Hoe zou men een
beter bewijs kunnen verlangen, dat het
Quirinaal niet langer wordt gekweld door
de vrees voor het spooksel van een oorlog
in het centrum van Europa? En welk
belang zouden wij er bij hebben, deze
nieuwe eerzucht te dwarsboomen ?" Wat
China betreft: «aanvankelijk was er slechts
sprake van, het te dwingen zijne havens
voor den internationalen handel open te
stellen; tegenwoordig vraagt men het, die
aan de Europeesche mogendheden uit te
leveren door middel van meer of minder
welwillende concessiën van grondgebied.
En nu China onder trouwens zeer
uiteenloopende omstandigheden heeft
iMtnitiiiMiitn iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiHiii
ik alle mogelijke voorzorgen opdat de moeder
slechts omringd zij van alles wat schoon is.
Uren lang brengt zij m het, atelier door waar
ik de edelste fuuren uit de oudheid heb ten
toongesteld. Zij speelt de heerlijkste muziek,
Beetuoven, Giück, Schümann; zij speelt voor
mij, voor haarzelf, voor hem met liefde, met
hartstocht. Ik wil dat de hoogste en edelste
aspiratits dit kind door de moeder bereiken;
het zal een standbeeld zijn, maar levend, en ik
zal het eene ziel gegeven hebben als Pygmalion.
Die brief dien ik voor mij heb liggen, draagt
het postmerk 9 Mei 1891. Toen den 14iien, dus
juist vijf dagen later, Laura Clouet de trap
afdaalde die vau 't atelier naar het tuintje leidt,
gleed haar voet uit. Zij viel; ontijdig werd haar
een kind geboren dat, niet in 't, leven had moeten
blijven; want, nu op vieijarigen leeftijd is het
een arm klein jongetje, een dwerg met een groot
hoofd, gedoken in hooge schouders; een onge
lukkig wezen dat nooit groot zal worden.
III.
Toen ik Clouet teruir zag waren drie volle
jaren verloopeu sinds de geboorte vau Albert,
zoo heette de zoou, die op zulk eene wreede
wijze de hooggi spannen verwachting van den
kunstenaar teleurstelde. In ntv.e drie jaren had
ik slechts kort te Parijs vertoefd eu Yves was
toen juist afwezig. Oi>k had hij mij niet, meer
geschreven. Verwonderd was ik hierover niet,
want ik wist dat, hij niet vau brieven schrijven
hield. Te meer begreep ik hoe hij geleden moest
hebben door zulk eeue teleurstelling na al zijn
hopen en weusclien, eu ik had hem niets durven
vragen. Een mijner vrienden rad mij gezegd dat
Yves niet kou wennen aan 't denkbeeld een
misvormden zoon te hebben. Maar ik wist hoe
sterk, hoe energiek hij tisof, hoe hij opging in
zijne kunst, eu meende dat liet marmer liem zou
troosten hoe groot zijn verdriet ook ware. Bij
mijn eerste bezoek echter in de aveuue de
Sé^ur", waar Yves woont sinds ik hem ken,
bemerkte ik reeds mijne vergissing.
Clouet was niet thuis. Ik vrtmg naar mevrouw.
De knecht aarzelde een oosenblik. Vroeger
stond de deur van deze jonge vrouw altijd
open voor de vrienden van :,aar maa, eu die
aarzeling was me reeds een bewijs dat ze van
deze gewoonte was afgeweken.
De bediende nam mijn kaartje evenwel aan
en kwam terug om te zeugen dat. mevrouw
ontving. En toen ik in het salon was toege
laten zag ik reeds bij den eersten oogopslag
dat de gastvrouw van dit sierlijk verblijf niet
meer diegene was, die ik verlaten had; die
vriendelijke verschoning, een volle ontloken
bloem, zulk een harmouitUM geheel vormend
met hare schitterende omgeving. De smart had
zelfs dit beminnelijke we,-.e\i i.iet gtspaaid. Zij
was nog even schoon, maar de uitdrukking vau
haar gelaat was veranderd. Ik zag dat zij ge
weend had; haar geheele persoon trouwens
sprak nu vau een groot, en diep zielelijden. In
haar weelderig zwart haar bespeurde IK zelfs
eenige witte draden. Of.-dioou het reeds eiud
April was zat zij bij een brui.denden ('aard, met
den jongen die eens zoo vurig begeerd werd;
toegpgeven aan de eischen der Engelsohen,
der Russen, der Franschen en der Duit
schers, zou het bezwaarlijk een reden
kunnen vinden om zich te onttrekken
aan die der Italianen."
De Figaro vindt in de geheele quaestie
slechts n bedenkelijke zijde: de houding
der Engelsche pers. Dat deze zeer ten
onrechte aan Frankrijk eene vijandige
houding tegen Italië's plannen toeschrijft,
doet minder terzake. Maar het eventueele
succes van Italiëin China voor te stellen
als eene overwinning der Engelsche poli
tiek, als eene overwinning, niet op China,
maar op Rusland behaald, dat acht het
blad zeer gevaarlijk. Wanneer de Engel
schen dergelijke gevoelens al te duidelijk
openbaren, zullen zij de gevraagde con
cessie voor de regeering te Peking dubbel
moeielijk maken, en dus de zaak hunner
Italiaansche vrienden eer benadeelen dan
bevoordeelen.
In Italiëzelf schijnt, buiten de
regeeringskringen, de ingenomenheid met de
»Chineefche plannen'' slechts zeer matig te
zijn. Een gebrand kind vreest het vuur,
en de ondervinding door de Italianen met
hunne koloniale politiek in Abessyni
opgedaan, is juist niet bemoedigend. Zeker
zijn de omstandigheden en de vooruitzichten
in Cnina minder ongunstig; maar men
moet er toch op rekenen, dat de nieuwe
onderneming gedurende eene reeks van
jaren groote offers zal vergen en weinig
of niets zal opbrengen.
iiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiitHiiiniiiiii
?niiiiiMiiiiiiniiimiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiuiniHMn
Het a.s. Congres der S. D. L P.
Er mag zoo hier en daar een angstig
kloppend hart zijn, en overigens een
stemmingenreeks worden aangetroffen die van
het spectrum Angst?Liefde alle nuancee
ringen respectievelijk weergeeft, (de «ge
mengde gevoelens" en andere bloemen onzer
schoone sprake zullen ook niet afwezig
blijken), maar, en hier komt na al deze
reserves de hoofdzaak, welke onder den
aandacht te brengen, mijn doel was, de be
langstelling in de jonge Arbeiderspartij hier
te lande wordt met den dag grooter, en
vooral in deze dagen, nu een noordelijk
kiesdistrikt een dam heeft gelegd voor de
breedklotsendi(?) golven der liberale
vooruitstreve.righeid, of (om een ander beeld aan
deszelf's naam te oiitleeuen), in het vrij
zinnig veen, waar het op een turfje wel
degelijk aankomt, zulk een ravage, zulk
een dollemansuittrapperij heeft gehouden,
dat rusiisjes de Schaper zijn kuddeke
hoeden kan, waar eertijds eerzame
turfboeren in de politiek trapten dat het
een lust was voor oogen die voor schoouer
dingen zich onverschillig sluiten.
De korte reden van dezen langen zin
of wellicht de korte zin van deze lange
rede is maar deze, dat de faits et gestes van
de S. D. A. P. door ieder die in ons poli
tiek leven in welke richting dan ook be
langstelt, volstrekt niet meer van die
voorbijte gane in schouderop-halende minachting,
tollltllllllllllllllHMMUIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIMIIMIlmltlllMlllllllllllllllllltlM
eene soort dwerg met te groot e, te diepe oogen
ia een reeds oud gezicht, waarop zulk een
smartelijk leed stond geschreven m 't bewust
zijn van een ellendig, vernederend leven. Op
driejarigen leeftijd was de zoon van den
kracbtigen athleet en van deze Venus van Milo,
zoo schoon zelfs in haar droefheid, nauwelijks
grooter dan een kind van zes maanden. L)e
schuchtere wijze waarop hij zich tegen zijne
moeder aandrong toen ik binnentrad, toonde
reeds duidelijk dat een gevoel van schaamte
ontwaakt was in dit misvormde kind. Zijn
moeder legde hare hand op de blonde lokken,
de eenige schoonheid van den knaap dien zij
zoo innig en hartstochtelijk liefhad. Ik begreep
hoe zij mij met angstige nieuwsgierigheid gade
sloeg om te weten welken indruk haar zoon
op mij maakte, en nooit zal ik vergeten hoe
haar blik verhelderde toen ik 't dwergje naar
mij toetrok, zijn haar streelde en zei:
Kom eens hier Albert en zeg me eens eoeden
dag, je zal eens zien hoe ik je ga bederven ...."
U weet zijn naam!" zei de moeder: Yves
spreekt dus wel eens over hem in zijn brieven'r"
Kon ik een waar antwoord geven op eene
vraag, gedaan op zulk een' angstig smeekenden
toon ? En kou ik de verzoeking weerstand
bieden dit zedelijk drama te doorgronden waar
van ik de sporen zag op het gelaat van mevrouw
Clouet ea waart an ik de oorzaak raadde F
Ik begon met, haar eeuige vragen t.e doen
zonder er bij te denken dat ik hierdoor een voor
mij zeer pijnlijk verhoor uitlokte.
Wel, 't is heel natuurlijk dat Yves over
zijn' zoou spreekt. Waarom verwondert u dat P"
«Waarom? Waarom?" herhaalde zij droevig;
toen wierp zij een blik op me die pijn deed en
zei: Wa1, zegt hij van bem ?" Daar ik aarzelde,
een weinig onthutst, minder door deze plotselinge
vraag dau door de koortsige angst die uit het
gelaat van de jonge moeder sprak hernam ze :
Gij zijt oprecht. U wilt en kunt mij niet
zeggen wat ik reeds weet.... te goed helaas!
Waarom zou ik 't u laten herhalen ?''
Mevrouw, ik verzeker u," antwoordde ik,
dat Clouet me nooit ie's geschreven heeft, dat
ik u niet zou kunnen zeggen. Maar ik vermoed
eene teere plek aai/geroerd te hebbeu, en vraag
u dus om verschooning ...."
Ach," zei ze op diep treurigen toon, er is
geene teere plek. Mijn geheele hart is ziek."
Toen met een' droev. n zachten glimlach: ,U
moet ik om verschooning vragen. Dit is uw
eerste bezoek en ik vertel u mijn verdriet
ge zoudt het spoedig geraden hebben," vervolgde
ze, terwijl ze haar fraaie doch vermagerde hand
op 't hoofd van 't knaapje legde.
Ga wat spelen," sprak ze. In een hoek van
't salon ging hij een prentenboek doorbladeren,
rustig en gehoorzaam als een vroegwijs kind,
wnarin het leven nooit wild opbruist; eeue diepe
stilte ontstond er tusschen ons die zij 't eerst
verbrak :
Aan u als een onzer oude vrienden moet
ik eeuige opheldering geven," begon ze lang
zaam, maHr toch zou ik er den mo^d i,iet, toe
hebben indien ik u geen' dienst kwam vragen
dien ge mij, dien ge ons kunt bewijzen. .Zoo
lang reeds had ik plau u te schrijven. Ciouet
hield 't meest van u vau al zijne vneudeu. Zuo
van die tot minimale verhoudingen terug
te brengene zijn, welke men kan
verwaarloozen.
Al kan men de oorzaak daarvan gedeel
telijk zoeken in een opgewekter politiek
leven in het algemeen, de demonstratie
aan den lijve van de politiek door de
partijzelve toegepast, de dwang der feiten zooals
men het fraai zou kunnen uitdrukken, zal
daaraan wel het meeste schuld zijn. En
dat die feiten dwingen is natuurlijk genoeg
voor w>e ze eventjes in den geest passeeren
laat. Troelstra op drie plaatsen gekozen,
Enschedé, de burcht van den premier
Pierson-zelve, gevallen, een Kamerzitting
waaraan door de twee afgevaardigden zoo
krachtig werd deelgenomen dat meer dan
ooit het zwakke figuur der Kamer ont
sluierd werd; en daarnaast een sterke,
levendige, niets vreezende. nimmei ver
moeide propaganda door het geheele land
waar partijafdeelingen en
arbeiders-kiesvereenigingen waarlijk als paddestoelen op
rijzen waar die nieuwe leer gepredikt werd,
tal van uitstekende figuren uit de kunste
naarswereld zich aansluitende, en in aca
demiesteden als Amsterdam en Delft, een
zeer groote en steeds groeiende belangstel
ling in het socialisme onder de studeerende
jeugd ten slotte als proef op de som de
Veendammer verkiezing I Waarlijk men
moet ziende blind zijn om hier niet een
eenigszins aandachtiger oogen blik te willen
wijden aan het Congres dat in de
Paaschdagen te Leeuwarden staat gehouden te
worden.
Op dat Congres houdt de partij een
legerschouwing en keurt het volbrachte
werk in de eerste plaats, maar dan geven
die dagen tevens de gelegenheid over allerlei
vragen die zich in theorie en praktijk hebban
voorgedaan het definitieve antwoord te
hooren van het daar vertegenwoordigde deel
van 't Nederlandsche volk.
Daar ligt voor een wijder kring het
belangrijke van deze tezaruenkomst.
De plannen om van het partij-orgaan
een dagblad te maken, om een fonds te
vormen waaruit afgevaardigden naar ge
meenteraad of provinciale Staten schadeloos
te stellen zijn wegens ontslagen andere
bemoeielijking door eventueele patroons, of orn
door de afdeelingen bureaux te doen vormen
teneinde het kiesrecht te verzekeren aan zoo
veel mogelijk arbeiders, duiden slechts op
degelijke voorbereiding voor den politieken
strijd en zijn als zoodanig hoogst leerzaam,
maar interessanter zijn andere punten van
praktijk.
Allereerst, het door een commissie, aan
wier hoofd Schaper, ook gemeenteraadslid ia
Groningen, staat, ontworpen programma
ten opzichte der gemeentelijke politiek.
Vooropgesteld worden dadelijk de eisenen
van uitbreiding van het grondbezit der
gemesnten, verbod van verkoop van ge
meentegrond aan particulieren of verhuring
op zeer langen termijn; onteigening van
gronden grenzende aan de bebouwde kom
der stedelijke gemeenten. Wering van
monopolie, uitbreiding van gemeentelijk
bedrijf, dat wil zeggen exploitatie van alle
bedrijfstakken van algemeen belang.
Principieele stelling van deze dingen bij de
a. s. verkiezingen, is zeer zeker van groote
beteekenis in de groote steden, geeft aan
die verkiezingen meer politieke kleur dan
zij vaak hebben en kan bijvoorbeeld in
den Amsterdamschen raad een degelijker
aanzetten lot frisch werken geven, zelts al
zouden de onderschrijvers van dit program
niet direkt gekozen worden.
weinig zijn er die ons droevig huis uo^ opzoeken."
Is Yves dan zoo veranderd P" vroeg ik.
Zeer veranderd," antwoordde ze, en de
reden ?... . Ge weet" hare stem werd
doffer hoe vurig hij een'zoon verlangd had.
Ge herinnert u zeker hoe we de komst van dit
kind tegemoet zagen .... Ik heb veel nagedacht
en dingen begrepen die ik toen niet begreep.
Wij vertrouwden te veel op onze jeugd, onze
kracht, onze liefde. Ik weet uu dat ik te trotsch
was op zijn genie, en hij, ja, uu mijn leed me
oud en grijs heeft gemaakt kan ik het u zeggen,
hij was te trotsch op mijn schoonheid. Ea we
waren nog niet voldaan; we eischten nog dien
volmaakten, idealen zoon, dien hij mij beschreef
met eeue opwinding, eeue verrukking die ik
geheel met hem deelde.
Dat was te veel!... Ge weet hoe we gestraft
zijn.... Toen ik Yves het arme kleine wezen
in zijne armen zag nemen om het van nabij te
beschouwen en toen hij 't me teruggaf met zulk
een verachtelijk minachtend gebaar.. ." hare hand
greep mijn arm krampachtig vast en hare bran
dende oogen keken mij strak aan terwijl zij met
tooulooze stem sprak: op dat, oo^enblik be
greep ik dat Yves zijn kind haatte."
Dat, is onmogelijk!" riep ik uit. Ge ver
beeldt het u >eker, mevrouw! Gij zijt, moeder.
Eene vrouw is zoo fijngevoelig, eu. . ."
Wanneer ge Clouet ziet," viel ze me in de
rede, dan zult ge zelf erkennen dat ik gelijk
heb.... Luister!" ging ze voort en hare stem
werd nog zachter alsof zij vreesde, dat het kind
zou verstaan en begrijpen. Vindt u het niet
afschuwelijk dat zulk een groot en onrechtvaardig
leed een arm kind treft dat niet gevraagd heeft
geboren te worden. En het noodlot vernietigt
zijn gansche leven.... Moeten wij het dau niet
dubbel liefhebben om het een weinig schadeloos
te stellen, daar hij nooit eenige levensvreugde
zal kennen. Maar neen ! Yves heeft noch mij,
noch zijn' zoon kunnen vergeven. . . Als hij de
kanier binnenkomt en 't kind ziet, lees ik in
zijne oogen een afkeer, die mij pijn doet! Het
schijnt dat hij naast dien armen onschuldigen
kleine, den anderen ziet, dengeen dien wij zoo
vurig verlangden.. . Herinnert gij u dat we
over hem spraken alsof hij reeds bestond p Hoe
hartstochtelijk hadden we dien zoon lief! Dat
kind is niet geboren en dit is gekomen. .. Is
het geene dwaasheid, is liet niet wreed, is het
geen misdaad dit kind niet lief te hebben ? En
waarom ? TVr wille van een visioen dat nooit
bestaan heeft. Clouet begaat die dwaasheid sinds
de geboorte van zijn' zoon; het is zijne wreed
heid; die misdaad, eiken dag, elk uur..."
Troost u mevrouw,'' antwoordde ik haar, j-ik
zal niet hem spreken, hij moet weer zichzelf
worden. Mogelijk is hij het slachtoffer van zijn
idee fixe". Hij is zulk een edel meuscli en
dan... de tijd heelt alle wonden, de tijd en
het werk..."
Sedert drie jaar heeft hij niets gedaan,'' her
nam mevrouw Clouet. Toen ze dit zei kwam
een nog droever blik in hare mooie oogen. Ik
had baar gekend opgaande in het talent vau
lianr man, naïef verrukt over de scheppings
kracht van dien grooteu kunstenaar en 'k begreep
de smart die uit hare woorden s-prak. Wat mij
aangaat ik was een groot bewonderaar vau
De eisenen van behoorlijke bezoldiging
, van lagere ambtenaren, beperking van die
; van hoogere, algemeene bepalingen otitrent
' arbeidsloon en -tijd voor de werklieden in
j dienst dor gemeente. Zondagsrust en pen
sioen, scheidsgerecht en vrijheid van poli
tieke organisatie, ontbreken natuurlijk niet;
bijzondere vermelding verdienen evenwel de
punten betreffende hygiëne, onderwijs en
armverzorging.
Het bouwen van gemeentewege van
arbeiders-wijken is zeker een zeer
prakI tisch middel ter bevordering van het
! eerste, vooral wanneer daarbij gevraagd
l wordt: aansluiting van elke woning bij de
gemeentelijke waterleiding, en voldoen aan
', eischen van licht, luoht en ruimte verwij
dering van afvalstoffen, brandgevaar,
ge; rief'elijkheid, terwijl bovendien het
bouw! toezicht scherp en blijvend zal moeten zijn
j en afkeuren moet wat in strijd niet dat
alles zal wezen; rioleering en reinigings
dienst, aanwijzing buiten de bebouwde kom
van plaatsen voor
kleedenklopperijen,koslelooze desinfectie inrichtingen komen daar
rog bij en men kan waarlijk niet klagea
dat hier van een te weinig sprake is.
Schoolvoediner, -kleeding, -baden,-artsen,
vakatitiekolotiiën terwille van het minver
mogende kind. Gratis onderwijs, ook zoo/
lllimilllllllll.lllMHIIIIIMHmlfHMUMIIHIIItllltlHIMIItmtttllllll
40 cents per r eg eL
UMIlUlllllltlllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIIIHItllllMHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHMIM
Damast-Zijde 75 cent
tot f I4.O5 per M^fr alsmede zwarte,
witte en gekleurd* Heuiieberg-ZiJde
van 45 et. to: f 14.Ü5 pcrMet^r eff«n,
gestreept, geruir, gewerkt, 'lamast enz. (ca. 240
versch. qual. en OOO vfrsch. kleuren, dessins
enz.). Franco en vri| van invoer
rechten i il buis. Stalen ommegaand.
Dubbel brieiporto naar Zwitserland.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(k & k. Hoflever.), Zürich.
1 VOLKS UITGAVE
i-12 »» t ,) H'i < f.1.6O
,> lU L ?»!!?> i-.
tor f. 1.90
?MIMIMMtlMIHMtll
Yves Clouet en deze plotselinge raadselachtige
onmacht deed mij innig leed.
Ssdert drie jaar heeft hij niets gedaan,"
herhaalde ik. Clouet, die werkezel!... Ik kan
het haast niet gelooven."
Toch is het waar. Wel heeft hij getracht te
werken. Dat zal hij altijd doen; maar hij kan
niets meer voltooien. Vroeger nam elk zijner
gedachten een levenden vorm aan, iedere droom
werd werkelijkheid. Het schijnt dat hij 't ver
trouwen in zich zelf verloren heeft; denk echter
niet dat hij minder geniaal is dan vroeger. Als
ge de schetsen ziet die hij nu en dan begonnen
is, dan zult ge zelf erkennen, dat bij nog dezelfde
is, alleen mist hij de kracht om zijn werk te
eindigen. .. Het eerste jaar was ik even onge
lukkig als hij, maar toen bemerkte ik de ver
andering in zijn karakter, zijn afkeer werd al
grooter en grooter, en" zij aarzelde even
hij zocht afleiding en genoegens hem onwaa'dig...
Er is een tijd geweest dat hij zijne avonden
eu nachten buitenshuis met spelen door
bracht. .. Alles, alles vergeef ik hem," sprak
ze bitter en hartstochtelijk, behalve dat hij zijn
kind haat..."
»Wat u me vertelt treft me diep," hernam
ik, maar indien u met Clouet gesproken had
zooals met mij P"
Ik heb het beproefd. Den eersten keer ant
woordde hij schertsend, gemaakt schertsend, een
tweeden keer eveneens. Een derde maal eu ik her
inner me nog zijne woede; eene week heeft hij
geen woord tot me gezegd... Toen durfde ik
niet meer. Indien ik 't nog eens gewaagd had
zou hij mij, neen, ons verlaten hebben. . . En
toch," hernam ze na eene korte stilte, alle
hoop geef ik nog niet op. Sinds veertien dagen
is hij aan ecu werk bezig, in plaats van 's ochtends
en 's middags uit te gaan, wat hij maanden lang
deed, brengt hij die uren door in het atelier,
waarvan hij de deur op slot doet. En mijne
laatste poging heeft hij me zoo kwalijk genomen
dat hij me nu zelfs geen woord gezegd heeft
over het werk dat bij ondernomen heeft. Geen
enkel woord! Eergisteren na het déjeu ier; toen
zijne geniale oogen weer dezelfde uitdrukking
hadden van vroeger. Herinnert ge u hoe ze
schitterden wanneer hij uren lang de klei kneedde
en als hij het beeld reeds zag ? Na tafel ging
ik naar hem toe en vroeg: Ben je een nieuw
werk begonnen?" //Ja," zei hij weifelend. Etne
groep of een enkel fi'uur P" Dat weet ik nog
niet," antwoordde hij eindelijk. En toon je
me niet de schets; zeg je me zelfs niet je plan'*"
Later, la'er..." Daarna verliet hij snel de
kamer en 't scheen dat mijne vraag hem ver
driet en pijn had gedaan.
O God," ging de arme vrouw voort, die
geheimzinnigheid maakt me zoo angstig. Toen
hij mij tot antwoord gaf: Later, later" scheea
het me dat hij hem," eu hare oogen vestigden
zich op den kleinen Albert, zoo wreed aanzag...
Ach, beloof me moeite te doen die schets te zien,
hij zal ze u zeker toonen en zeg me dan
waar! aan hij werkt, en indien ge waarlijk zijn vriend
zijt, steun hem, motd'g hem aan te volharden.
indien hij de kracht heeft dezen arbeid te ein
digen, dan zal hij gered zijn..."
Ik beloof het u mevrouw!" sprak ik diep geroerd.
(SM volgt.)